VERSLAG Informatiebijeenkomst Belevenispark Daelzicht 20 november 2014 - 19.30 uur - CC Don Bosco (Heel) Notulist: gemeente Maasgouw, M. van den Brink
1.
Inleiding Avondvoorzitter Paul 't Lam
2.
De rol van Daelzicht als initiatiefnemer van het Belevenispark, met bijzondere aandacht voor de relatie tussen de plannen voor het Belevenispark en de veranderingen in de zorg (Jenny Buijks- RvB Daelzicht)
3.
De rol van de gemeente Maasgouw in het proces van projectontwikkeling (Johan Lalieu -wethouder gemeente Maasgouw) Zie bijlage.
4.
Sfeerpresentatie over de plannen Belevenispark en de opbouw van het haalbaarheidsonderzoek (Piet Basten, projectmager Daelzicht) Zie bijlage.
5.
De technische haalbaarheid en de ruimtelijke inpassing van het Belevenispark (Sandra Kemps, adviseur Ruimtelijke Ontwikkeling, adviesbureau ARCADIS) PAUZE
6.
Vragen aan de sprekers Na de pauze was er gelegenheid tot het stellen van vragen aan de sprekers. Beantwoording van de vragen werd gedaan door Daelzicht (D); de heer P. Basten en mevrouw J. Buijks, de gemeente (M); wethouder J. Lalieu en Arcadis (A); mevrouw S. Kemps. Enkele vragen m.b.t. geluid en luchtkwaliteit zijn beantwoord door dhr. L Cartigny (Arcadis). De vragen, met de antwoorden, zijn hier weergegeven. De opmerkingen die zijn gemaakt tijdens de bijeenkomst zijn aan het eind van het verslag toegevoegd.
1
VRAGEN EN ANTWOORDEN A. Het genoemde aantal van 3.300 bezoeker is dat inclusief of exclusief begeleiders? A: Het genoemde aantal is inclusief begeleiders. B. Overschat u de financiële capaciteit van de doelgroepen niet? Kunnen zij dit wel betalen? Het is een groot en pretentieus plan. Krijgt u zoveel bussen wel vol? Wie betaald het uitstapje en de begeleiding, de mensen zelf? D: Het is de verwachting dat ook in de toekomst mensen met een beperking geld beschikbaar zullen hebben om te besteden aan een dagje uit of andere dagbesteding. Binnen een cirkel van ongeveer 2 uur rijden ligt er een potentieel van 300.000 bezoekers per jaar (onderzoek van een Brits bedrijf). Tel hierbij op dat er nog een even groot potentieel is (+ 300.000 = totaal 600.000) van mensen die werkactiviteiten in het park kunnen doen. Met dit aantal bezoekers zal een entreekaartje minder kosten dan, bijvoorbeeld, een dagje Efteling. Dit is haalbaar omdat het niet de bedoeling is dat het park betaald wordt door Daelzicht, maar door commerciële partijen. Zorgaanbieders zullen cliënten naar het park brengen. Tevens willen we benadrukken dat het Belevenispark anders is dan een regulier pretpark. C. U heeft het over mensen die werkactiviteiten in het park kunnen doen. Zijn dit nu bezoekers of medewerkers? D: Het betreft geen medewerkers maar echte bezoekers. Het zijn mensen die voor hun dagbesteding naar het park komen. D. De dagbesteding, zijn dat ook bezoekers of toch medewerkers? D: Het rugzakje wat mensen ontvangen voor dagbesteding zal blijven bestaan. Dit budget kunnen mensen meenemen als ze naar het Belevenispark komen. Alle voorzieningen die wij nu hebben voor dagbesteding, die kleinschalig zijn en verspreidt in de regio zullen op het park gecentraliseerd worden. Het aanbod kan zo vergroot worden en we halen de maatschappij naar het park. We hoeven de mensen niet meer naar de maatschappij te brengen en sparen op die manier geld uit voor de zorg. E. Dagbesteding binnen een straal van 2 uur rijden, is dat nog reëel in deze tijd? D: Mensen die komen voor dagbesteding zijn mensen zoals ouderen, mensen uit verpleeghuizen en ook mensen met een beperking. Deze mensen zullen dichterbij wonen en door de andere zorgaanbieders in de regio naar het park gebracht worden. De (dag)recreanten zijn mensen die van verder weg komen en dan heb je het over 2 uur rijden. F. Ik zie aan tafel mensen van Daelzicht en van de gemeente broederlijk naast elkaar zitten en reeds een convenant hebben getekend. Wij, als bewoners, zullen daar als een klankbordgroep naar toe moeten gaan. Wij maken bij voorbaat al weinig kans. In hoeverre is de gemeente hierin onafhankelijk en kan de gemeente onafhankelijk beoordelen? M: Als gemeente zijn wij vanuit een faciliterende rol nauw betrokkken geweest bij de initiatieffase voor dit project. We hebben een overeenkomst gesloten met Daelzicht en met de provincie waarbij is afgesproken om de haalbaarheid van dit initiatief te onderzoeken. Zo gauw Daelzicht komt met een uitgewerkt plan dan vallen wij terug in onze reguliere rol van het beoordelen van de plannen aan de geldende regelgeving, het vastgestelde kader en de inbreng van omwonenden. De gemeente is hierin volkomen onafhankelijk.
2
G. Heeft een klankbordgroep wel zin? Is het geen gelopen race? D: Het is alles behalve een gelopen race, omdat de plannen alles behalve duidelijk en uitgewerkt zijn. We zijn nog steeds bezig met het onderzoek, we zitten nog steeds in de eerste fase (droomfase / initiatieffase). Het is niet alleen Daelzicht, maar ook zeker de gemeente heel wat waard om de opmerkingen uit de buurt te horen en ze mee te laten denken bij de verdere planvorming. Daelzicht heeft zelf onderschat wat er bij zo’n groot project komt kijken en hoe je dit aanpakt. Het is een uniek project, geen regulier pretpark en er is dan ook veel extra werk verricht in de initiatieffase door meerdere haalbaarheidsonderzoeken uit te (laten) voeren. Nu komt de tijd om te kijken wat het echt gaan worden en hoe het plaatje ingetekend moet worden, de definitiefase en ontwerpfase. Daarom is het nu pas effectief om met de buurt te gaan praten. Het is te begrijpen dat het lijkt alsof het een gelopen race is, maar dat is het dus beslist niet. Het echte proces start nu pas. We hebben 2 jaar in de droom geleefd om te kijken hoe het traject aangepakt moet worden en we gaan binnenkort pas tekenen, echt iets op papier zetten. Eerst moest duidelijk zijn wat haalbaar is op ons terrein. Wij zijn van mening dat het echte meepraten nu kan starten omdat er nu zicht is op de haalbaarheid van het plan. Vraag: In 2012 is bijeenkomst geweest waar eveneens alleen omwonenden zijn uitgenodigd. Verzoek is om bij volgende bijeenkomsten in ieder geval de gehele Rosenbergbuurt uit te nodigen. Waarom worden de omwonenden nu pas betrokken en niet in de fase van de haalbaarheidsstudie? D: Zoals op de vorige vraag is geantwoord, wil Daelzicht eerst zekerheid of het plan voor het Belevenispark überhaupt wel haalbaar is op de locatie en er geen onoverkomelijke problemen zijn die de voorgenomen ontwikkeling tegenhouden. De technische haalbaarheidsstudie omvat de analyse van functionele, technische, ruimtelijke en locatieaspecten van de voorgenomen ontwikkeling van Belevenispark Daelzicht en vormt samen met de economische haalbaarheidsstudies de basis voor het vervolgtraject om tot de voorgenomen realisatie van het project te komen. H. In de structuurvisie is geregeld dat het park er komt. Betekent dit niet dat de politiek het al geregeld heeft? M: In de Structuurvisie 2030 is met een ster opgenomen dat het mogelijk is om op deze locatie een Belevenispark te ontwikkelen. Het vigerende bestemmingsplan laat deze voorgenomen ontwikkeling echter niet toe. Dat het in de Structuurvisie is opgenomen betekent niet dat het geregeld is. De Structuurvisie is een grof kader van waar we met de gemeente Maasgouw naar toe willen. Dat het in de structuurvisie staat vermeld neemt niet weg dat het bestemmingsplan nog gewijzigd moet worden, dat wordt een separate procedure, met alle benodigde onderzoeken en mogelijkheden voor inspraak en beroep. I.
Dhr. Basten geeft aan dat het lastig is en veel kost om met cliënten van Daelzicht naar andere plaatsen te rijden, maar verwacht wel dat cliënten van andere zorginstellingen met grote hoeveelheden naar het terrein van Daelzicht zijn. Voor de mensen die in Heel wonen zal de dagbesteding goedkoper worden. Maar voor mensen die moeten komen van andere plaatsen wordt het duurder. Hoe verhouden deze extra vervoerkosten zich dat tot betaalbare zorg? D: Wij denken dat het vervoer betaalbaar is omdat de prijs van de entreekaarten onder de prijs van reguliere pretparken zal liggen. Als mensen een vast bedrag per dag voor dagbesteding toegekend krijgen dan blijft er, na aftrek van de entreeprijs, geld over voor het betalen van het vervoer. Veel mensen ontvangen nu individueel vervoer. Als het vervoer met bussen gedaan gaat worden, waar ca. 40-50 mensen in kunnen dan wordt het vervoer per persoon goedkoper. Daarbij wordt gemeld dat bussen ook goed aangepast kunnen worden voor rolstoel- of ander vervoer. Vanuit heel Limburg kunnen aangepaste bussen naar Heel rijden.
3
J. Gaat de geluidsoverlast alleen over de apparatuur of ook over het geluid dat de bezoekers produceren? Als er 1.000 mensen komen dan geeft dat veel geluid. A: In de paragraaf geluid is niet alleen het geluid van beleveniselementen meegenomen, maar ook het geluid van de bezoekers en de verkeer aantrekkende werking van het Belevenispark. Dat is ook de reden waarom we een aantal aanbevelingen doen in de technische haalbaarheidsstudie. K. 3.300 personen in 100 bussen, waar gaan we dat laten? A: In de technische haalbaarheidsstudie zijn 3 zoekgebieden meegenomen voor het realiseren van een transferium waar voldoende ruimte is om het noodzakelijke aantal parkeerplaatsen te realiseren. Het zal ook zo zijn dat veel bussen bezoekers alleen afzetten en aan het eind van de dag weer ophalen. Het zullen wel redelijk grote parkeerplaatsen worden om de auto’s en bussen die wel de hele dag blijven te kunnen parkeren. L. Waar komt de ingang van het park? D: We moeten bij de uitwerking van ons plan nog nader bekijken wat de meest gunstige locatie is. Er zijn meerdere mogelijkheden en het is ook afhankelijk van de situering van het transferium. M. Hoe ga je voorkomen dat bezoekers door de kern rijden? A: De verkeersontsluiting van het Belevenispark loopt via de A2, N273 en de wegen Daalzicht en Schutteheide. Dus niet door de kern Heel. Een goede bewegwijzering (zowel langs de weg als op websites) is noodzakelijk om het verkeer naar het Belevenispark te sturen. Sluipverkeer door de kernen moet voorkomen te worden. Echter mensen die bekend zijn in de omgeving, kiezen toch hun eigen route. Daarnaast kunnen er afspraken gemaakt worden met de chauffeurs van het groepsvervoer dat zij het transferium/Belevenispark benaderen via deze route om de overlast in Heel tot een minimum te beperken. N. Het is een zware belasting voor zo’n weg. Hoe zit dat met filevorming? Er zijn mensen die ’s morgens op tijd naar hun werk moeten. En hoe zit het met de (geluid)overlast voor de aangelegen woningen. A: Het park zal pas om 10.00 uur open gaan. De spits is dan al voorbij. Het park gaat om 18.00 uur weer dicht. In het haalbaarheidsonderzoek is gekeken naar het aantal verkeersbewegingen dat bij topdrukte verwacht wordt. De toename op de wegen is echter zo klein dat dit niet tot knelpunten zal leiden. Uit de verkeerstoets is gebleken dat deze wegen de toename goed kunnen verwerken en geen problemen zullen opleveren voor de doorstroming. O. Hoe is de voorfinanciering voor de haalbaarheid van dit project geregeld? D: De diverse haalbaarheidsonderzoeken zijn bekostigd door Daelzicht, met een cofinanciering van provincie en GOML. P. Wanneer zijn de inhoud en uitkomsten van de rapporten, die mede zijn gefinancierd door de overheid, voor de burger in te zien. D: De haalbaarheidsonderzoeken zijn opgesteld in opdracht van Daelzicht. De definitieve onderzoeksrapporten moeten nog opgeleverd worden aan Daelzicht en op grond daarvan moet nog een totaalrapport worden opgesteld. Deze rapporten worden dan door Daelzicht (op grond van de samenwerkingsovereenkomst) aan de orde gesteld in de Stuurgroep waarin ook gemeente en provincie vertegenwoordigd zijn. Dan wordt ook besproken op welk moment en in hoeverre rapporten openbaar worden gemaakt.
4
Aanvullende toelichting: Voor gemeente Maasgouw en provincie Limburg zal de vraag naar de openbaarheid van stukken met name concreet worden op het moment dat besluitvorming door gemeenteraad en provinciale staten wordt gevraagd. De haalbaarheidsstudies zijn -in opdracht van Stichting Daelzicht- opgesteld om te bepalen of het plan voor Belevenispark haalbaar is en om te bepalen of er geen onoverkomelijke belemmeringen zijn waardoor het plan niet haalbaar is. In die zin zijn de resultaten vooral bedoeld voor de interne besluitvorming binnen Daelzicht over het wel of niet voortzetten van het project. De resultaten van de studies worden door Daelzicht ook gedeeld met gemeente en provincie als samenwerkingspartners. Gemeente en provincie hebben hierbij een faciliterende rol en adviseren Daelzicht over de punten die relevant zullen zijn bij de formele beoordeling van de haalbaarheid in het vervolgproces. Als stichting is Daelzicht niet verplicht om stukken openbaar te maken. Voor gemeente en provincie zal in het vervolgproces wel een verplichting gelden (onder voorwaarden) voor openbaarmaking van stukken die relevant zijn voor besluitvorming. Q. De gemeente participeert toch in het project en geeft geld voor een projectmanager? M: De projectmanager voor het project Belevenispark Daelzicht is dhr. Basten en die wordt betaald door Daelzicht. De gemeente en provincie zetten wel bestuurders en ambtenaren in die het proces begeleiden in de stuur- en de regiegroep. R. Is er ook onderzoek gedaan naar vestiging van het park op andere locaties? D: Er is geen onderzoek gedaan naar andere mogelijke locaties. Daelzicht heeft 25 ha eigen grond plus voorzieningen ter beschikking. Het is voor ons financieel niet mogelijk om zo’n stuk grond elders aan te kopen om onze voorgenomen ontwikkeling van het Belevenispark te realiseren. S. Als de raad besluit om mee te financieren, in hoeverre kan je dan spreken over een onafhankelijke gemeente? M: Er is geen sprake van belangenverstrengeling. Een definitief besluit over financiering wordt pas genomen als de haalbaarheid van het project is aangetoond en als is aangetoond dat er uit het project een maatschappelijke meerwaarde voor de gemeente en haar inwoners ontstaat. Zo is dat vastgelegd in het coalitieprogramma. De provincie heeft ook onder die voorwaarde geld gereserveerd om in het park te investeren, maar die investering wordt alleen gedaan als er een haalbare businesscase ligt, cofinanciering noodzakelijk blijkt en ook de gemeente bereid is om mee te betalen. T. Er wordt gesproken over een potentieel van 600.000 bezoekers. Hoeveel mensen komen er werkelijk? Is het park hierdoor rendabel, hoeveel bezoekers zijn hiervoor nodig? Ieder pretpark zorgt voor vernieuwing. In hoeverre heeft u er over nagedacht dat na een jaar weer iets anders moet? D: In de berekeningen is meegenomen waar het ‘break even’ punt ligt en dit ligt niet bij 600.000 bezoekers, maar bij een lager aantal. Nader onderzoek zal moeten uitwijzen met welke bezoekersaantallen het park kan starten. We zijn door een exploitant van pretparken geadviseerd en weten dat innovatie en vernieuwing meegenomen moeten worden in de plannen. We weten wat de ontwikkeling van het Belevenispark zou mogen kosten. Daar moeten we het gewoon voor realiseren. Alle berekeningen zijn daar dan ook op gebaseerd. U. In hoeverre is er onderzoek naar gedaan dat de 3 doelgroepen die u noemt ook daadwerkelijk samen kunnen? D: Er is naar dit soort samenwerkingen veel onderzoek gedaan en er is ook ervaring mee dat deze doelgroepen goed samen gaan. De (dementerende) ouderen, mensen met een
5
verstandelijke beperking en kinderen tot ongeveer 4 jaar beleven dingen op dezelfde manier. V. U denkt echt dat mensen liever naar uw park komen in plaats van naar bijvoorbeeld Kitskesberg te gaan met de kinderen, dat veel goedkoper is? D: De doelstelling van het park past ook in de veranderende zorg. In de toekomst zullen we meer mantelzorg moeten verrichten. Het park biedt de mogelijkheid om zowel voor dementerende oudere als voor jonge kinderen een leuke dag te hebben. Het park moet dus ook gezien worden in de context van de nieuwe zorg. We kunnen hier ingaan op een hele doelgroepenanalyse, maar dan zouden we te ver de diepte in gaan. In een klankbordgroep zou dit wel besproken kunnen worden. Er is in ieder geval onderzoek naar gedaan. W. Waar kan ik, buiten de klankbordgroep met mijn vragen terecht? D: Het is altijd mogelijk om met Dhr. Basten een afspraak te maken. X. Wanneer verwacht u dat er een klankbordgroep is? D: Wij hopen in januari een klankbordgroep te formeren. Dan willen we ook met de fase rekenen en tekenen beginnen en is het een goed moment om met een klankbordgroep te starten. De maand januari moeten we gebruiken om te beraden hoe dit aangepakt en ingevuld moet worden. Wij roepen de bewoners dan ook op om hierbij mee te denken en contact met ons op te nemen. Y. De wethouder heeft het woord pretpark in de mond genomen. Wat voor park heeft u nu precies voor ogen? D: Iederen heeft een eigen beeld bij het begrip "pretpark". Het wordt een "Belevenispark" en zeker geen pretpark dat is te vergelijken met met pretparken als de Efteling en Toverland. De bezoekers moeten juist niet te veel prikkels krijgen. Deze doelgroepen ontspannen en genieten méér door primaire belevingen en bewegingen op te wekken in de pure zin van het woord. Z. U heeft het er over dat mensen zich aan moeten melden. Er komen ook particulieren. Hoe wilt u dit regelen en het aantal bezoekers beperken? D: Wij willen er voor zorgen dat mensen zich via de website aanmelden. Onze bezoekers zullen bijzondere mensen zijn met bijzondere wensen. Hier moet op een zo goed mogelijk manier invulling aan worden gegeven, zodat de juiste zorg wordt verleend op de dag dat zij een bezoek brengen aan het Belevenispark. AA. Ik maak me zorgen over de mooie bomen in de schitterende beukenlaan. Het park moet aangepast worden om de bomen heen, de bomen moeten niet wijken voor het park. Uit 2 bomen zijn de toppen gehaald maar met een boomchirurg is hier nog wat aan te doen. De bomen moeten ook worden ingepakt. Wat gaat u doen? D: Er zijn deskundigen bij de bomen geweest en onze belangrijkste zorg is de veiligheid. Dit betekend dat als de deskundigen zeggen dat een boom gesnoeid of gekapt moet worden, wij dit advies volgen. We zullen uw opmerking meenemen en samen met deskundigen bespreken wat de beste oplossing voor het behoud van deze bomen is. We willen hierbij benadrukken dat wij de aanbeveling van ARCADIS in deze volgen en zoveel mogelijk van het bestaande bos zullen handhaven. Ook het bos is een beleving een heeft een positieve invloed op het welbevinden van de bezoekers. BB. Als ik naar het plaatje kijk, dan zie ik toch ook luidruchtige attracties. Hoe zit het met het geluid; hoeveel geluidsbronnen zijn er aanwezig? A: Wij hebben in het kader van de technische haalbaarheidsstudie een geluidsstudie verricht, maar omdat er nog niet bekend is welke beleveniselementen er precies komen, 6
weten we ook niet wat er aan geluid geproduceerd gaat worden. We hebben door de studie wel kaders kunnen stellen aan het geluid, waarbij wordt uitgegaan van een hoeveelheid van 45-50 dB(A) op de gevel en een piekbelasting van 70 dB(A). Dit is geluid van beleveniselementen en bezoekers gezamenlijk. Dit is dus één van de randvoorwaarden. Hierdoor kunnen bepaalde kaders worden gesteld zoals rekening houden met de bestaande bewoning, inpassing van geluidswallen en het respecteren van een bufferzone van 50 meter vanaf de bebouwing. Hierbij zal bij de ontwikkeling van de beleveniselementen ook zeker aandacht aan worden besteed, zodat het beleveniselement zo min mogelijk (geluid)overlast voor de omgeving levert (maatregelen aan de bron). CC. Wat zou er precies kunnen komen? D: een flink aantal beleveniselementen zullen binnen plaatsvinden. We willen ook met de klankbordgroep kijken naar wat wel en wat niet in de buitenruimte wenselijk is en hoe we daar, als het toch in de buitenruimte moet, op een goede wijze invulling aan kunnen geven, zodat het voor alle partijen aanvaardbaar is. We gaan er in ieder geval van uit dat er zoveel mogelijk van het bestaande groen in het park geïntegreerd wordt. De beleveniselementen worden dus in het groen opgenomen. DD. Waar kunnen de attracties die geluid produceren terecht komen, de meeste open plekken bevinden zich in de buurt van omliggende woningen? D: De aanbeveling vanuit ARCADIS is om deze zo ver mogelijk van de bebouwing af te leggen. Er is voldoende open ruimte om dit in te passen zonder het groen aan te hoeven passen. Naar de omgeving wordt rekening gehouden met een bufferzone van 50 meter als overgangszone met een groene uitstraling. EE. Welke veiligheidsmarge hebben jullie ingebouwd om te weten hoe vaak er een piekbelasting van het geluid is? A: Het 70dB(A) piekniveau is een wettelijk toegestane norm. Echter uit onze geluidsstudie is gebleken dat dit piekniveau niet wordt gehaald en dat er zelfs ruim onder gebleven wordt. De 50 dB(A) piekcontour bevindt zich namelijk op ca. 40 meter van de woningen. In de randvoorwaarden is overigens vastgelegd dat invulling op een gepaste manier moet gebeuren zodat de overlast aanvaardbaar blijft. FF. Volgens mij hebben de planners geen flauw idee hoeveel geluid recreërende mensen maken. Deuren en ramen moeten dicht als de wigwams bewoond zijn. Ook de geluidsinstallatie die incidenteel gebruikt wordt bij activiteiten op het terrein veroorzaakt overlast voor de omgeving. Hoe willen jullie dat voorkomen? D: Wij willen dit met een integrale benadering van het ontwerp van het Belevenispark voorkomen. In het vervolgtraject wordt de voorgenomen ontwikkeling integraal nader onderzocht en uitgewerkt in de definitiefase en ontwerpfase, waarbij de diverse aspecten, zoals omgeving, natuur, archeologie, verkeer, geluid en duurzaamheid vanaf het begin worden meegenomen. GG. Bij evenementen, festivals en grote recreatieparken is de grens tot aan de bebouwing altijd een paar honderd meter. Is de 50 meter rondom dit park niet abnormaal klein? Het is een rustige woonwijk, 50 meter is niet reëel. A: In veel gevallen is dat inderdaad zo, maar ook bij de Efteling en Slagharen ligt geluidgevoelige bebouwing op zeer korte afstand. In beide gevallen is daarmee rekening gehouden bij de inrichting van het park. Zo is bij de Efteling een rustige attractie (Land van Laaf) en overdekte attractie (Vogelrok) aan deze zijde gesitueerd. Ook bij Slagharen is bebouwing opgericht ter afscherming van geluid. De geluidsproductie zal in het Belevenispark een stuk minder zijn omdat het Belevenispark niet vergelijkbaar is met een attractiepark of pretpark zoals de Efteling, Slagharen of Toverland. In dit park is het veel rustiger en de beleving van de bezoekers wordt met minder geluid mogelijk gemaakt.
7
HH. Als de wigwams al zoveel overlast geven (ongeveer 70 mensen op ongeveer 300 meter), hoe kunt u dan beweren dat in een park met gemiddeld 1600 bezoekers dit tot op 50 meter van de woningen komen geen overlast zullen geven? A: Wij hebben aangegeven dat wij geluidsnormen hanteren die gelden als randvoorwaarden bij de inrichting van het park. Daarbij geldt niet alleen een bufferzone van 50 meter, maar moet je het park ook zodanig inrichten dat aan de geluidsnorm van 45-50 dB(A) wordt voldaan. Dat kan ook op andere manieren, bijvoorbeeld door bij voorzieningen waar veel geluid verwacht wordt meer afstand dan 50 meter tot de woningen hanteren, door indoorattracties (waardoor er helemaal geen geluidsoverlast is) of door het geluid af te schermen (door situering gebouwen, aarden wal, scherm e.d.). Dat zijn punten die in de klankbordgroep besproken kunnen worden, uitgaande van de gestelde randvoorwaarden. II. Ik maak me bezorgt over de algemene verontreiniging en de luchtverontreiniging. Wat voor effect hebben de plannen hier op? D/A: Het opruimen van rommel is iets wat gewoon moet gebeuren en daarvoor zal Daelzicht ook haar cliënten inzetten. In de technische haalbaarheidsstudie is eveneens gekeken naar de luchtkwaliteit. De verkeersemissies zijn meegenomen in de rapportage aan de hand van het aantal voertuigen dat verwacht wordt. Bij toetsing aan de luchtkwaliteitsnormen blijkt dat dit binnen de geldende normen valt. Er is nog voldoende ruimte tussen de verwachtte uitstoot en de maximum norm. JJ. Wat gaat er gebeuren met de beschermde diersoorten? D: Er is met mensen van de provincie en ARCADIS rondgelopen in het gebied. Er zijn meerdere zoogdieren in het gebied aangetroffen. Er is ook een buizerdnest waargenomen. Natuur is dan ook een aspect dat integraal meegenomen wordt bij het ontwerpproces. Zo worden bijvoorbeeld voor vleermuizen vervangende installaties gecreëerd. KK. Hoe zit het met de zichtvervuiling? Waar kijk ik straks op uit? D: Er is nog geen ontwerp. In de ontwerpfase is ook het omgevingsaspect een belangrijk thema en wij zullen daar zeker aandacht aan besteden. De bufferzone is 1 van de elementen die we daarvoor zullen inzetten. LL. Het verkeer wordt via borden geleidt maar daar houden mensen zich niet aan. Komt er extra toezicht of handhaving? Hoe gaat dat straks gedaan worden? M: Hier is moeilijk antwoord op te geven. We hebben het immers over een weg die openbaar gebied is. Wij hopen natuurlijk dat de mensen straks netjes de borden gaan volgen. Als blijkt dat mensen die de omgeving goed kennen of mensen die via een navigatiesysteem rijden dit toch niet doen dan zullen we als gemeente moeten bekijken welke maatregelen we kunnen treffen om dit tegen te gaan. MM. Om dit plan te realiseren zal het bestemmingsplan aangepast moeten worden of er moet een ontheffing verleend worden. Eén van de dingen die hierbij spelen is planschade. Is de stichting of de gemeente zich hiervan bewust? A: In de haalbaarheidsstudie is een paragraaf opgenomen over planschade. Daelzicht is hiervan op de hoogte. Een opgave van de kosten voor planschade kan echter pas gemaakt worden als het park een definitieve invulling heeft gekregen en we weten hoe de diverse bestemmingen komen te liggen. De hoogte van de planschade hangt hier namelijk van af. Er wordt voor planschade een vergelijking gemaakt tussen de bestaande planologische situatie en de nieuwe planologische situatie. NN. Is het geen idiote keuze om zo’n voorziening in een woonwijk neer te leggen? D: Het Belevenispark ligt niet in een woonwijk, maar grenst aan een woonwijk. Het terrein is ook nooit een woonwijk geweest, maar is al van oudsher in eigendom van Daelzicht en 8
wordt als zodanig door onze cliënten gebruikt voor wonen, zorg, dagbesteding of recreatie. Voor deze cliënten willen wij dit park aanleggen. Ook zij zijn inwoners van deze gemeente. OO. Huizen waar je continu 45 dB(A) op de gevel hebt, zijn niet gewild en daarmee onverkoopbaar geworden. A/M: De 45 dB(A) is een wettelijke norm voor de dagperiode voor rustige woonwijken. Dit zijn in Nederland toelaatbare waarden in het kader van een goede ruimtelijke ordening. Wij verwachten dan ook niet dat de woningen niet gewild zijn en daarmee onverkoopbaar. PP. De druk op de kern Heel door Daelzicht wordt wel erg groot met deze toename aan recreatieve populatie. M: De bezoekers van het Belevenispark bezoeken het park en komen in principe niet in de kern Heel. Ook het verkeer wordt geweerd uit de kern door juiste bewegwijzering en goede afspraken te maken met chauffeurs van het groepsvervoer. QQ.Is het beschikken over een stuk grond in een woonwijk voldoende legitimatie? D: Zoals hiervoor ook al gemeld is het stuk grond niet gelegen in een woonwijk, maar grenst een woonwijk. Het stuk grond is eigendom van Daelzicht en al jarenlang bestemd voor maatschappelijke doeleinden zoals zorg en dagbesteding. De legitimatie ligt niet alleen in de beschikbaar van grond, maar in veel meer argumenten die eerder zijn toegelicht zoals de maatschappelijke voordelen in onder meer de zorg die met dit park worden bereikt. RR. Vind u het een vreemde vraag als iemand zich afvraagt of het past bij de taak van een individuele zorgverlener om een park te realiseren met een Euregionale betekenis? Zeker in deze tijd van heroriëntatie op zorg. D: In de inleiding heb ik (mevr. Buijks, red.) aangegeven dat met het Belevenispark juist wordt ingespeeld op de veranderingen en de heroriëntatie in de zorg. Door het Belevenispark kan een zeer grote efficiencywinst worden bereikt in de combinatie tussen zorg, recreatie en dagbesteding en dat is in een tijd van stijgende zorgkosten juist een groot voordeel. Bovendien hebben wij toegelicht dat het Belevenispark niet alleen een Euregionale betekenis heeft, maar voor het belangrijkste deel een regionale uitstraling voor cliënten van Daelzicht en andere zorginstellingen die in deze regio opereren. SS. Wij hechten zeer veel waarde aan een openbare verhandeling door de Gemeenteraad van de tot nu toe gemaakte onderzoeken en onderbouwing. Is het gemeentebestuur en de gemeenteraad bereid hieraan tegemoet te komen? M: Het proces dat gemeente voor ogen heeft is toegelicht in mijn presentatie (dhr. Lalieu, red.) over de rol van de gemeente. In het vervolg van het proces zal Daelzicht met partners een businesscase op tafel moeten leggen die de haalbaarheid aantoont en die wordt ondersteund met onderzoeksresultaten. Op grond daarvan zal de gemeente een beslissing nemen over de vervolgstappen en de rol van de gemeente in het proces. De besluitvorming daarover zal gebeuren in een openbare raadsvergadering. Zo ver, zijn we echter nog niet. De onderbouwing van de haalbaarheid is nog niet compleet en er wordt op dit moment nog gewerkt aan de onderbouwing en de opstelling van de business case. Pas als die werkzaamheden gereed zijn is besluitvorming door de gemeenteraad aan de orde. TT. In het genoemde artikel (naar aanleiding van een publicatie op de site van de Vereniging gehandicaptenzorg Nederland op 16 januari 2012 en publicaties in het Maasgouwnieuws evenals de eigen site van Daelzicht) staat wat de bedoeling is van het plan voor een Belevenispark evenals welke onderzoeken er gedaan worden. Tevens staat er dat deze
9
binnen 12 maanden te rekenen vanaf januari 2012 moeten zijn afgerond en vastgesteld. Hoe zit het daar mee? D: In de eerste presentaties is deze vraag al beantwoord. Er is sprake van een uniek en innovatief project, waardoor er niet veel vergelijksmateriaal beschikbaar is en is sprake van een complex project door de verbinding die wordt gelegd tussen zorg en recreatie. Hierdoor is er meer tijd nodig geweest om de onderzoeken goed en grondig uit te kunnen voeren en die tijd hebben wij dan ook genomen. UU. Verder staat dat de kosten € 460.000,-- bedragen. Waarbij Daelzicht € 230.000,--, de provincie €115.000,-- en de gemeente € 115.000,-- bijdraagt. Kunt u aangeven waaruit dit wordt gefinancierd en wanneer heeft de gemeenteraad hierover een besluit genomen? M: Deze informatie is niet correct. Door gemeente is geen financiële bijdrage geleverd. Er is € 115.000,-- bijgedragen door provincie Limburg en € 115.000,-- vanuit het regionaal samenwerkingsverband Gebiedsontwikkeling Midden-Limburg (GOML). VV. In de begroting paragraaf 3.2.7 programma economie, toerisme en recreatie staat geschreven dat brede, bovenlokale impuls aan zorg, economie en werkgelegenheid….. (zin is niet af). Als blijkt dat het Belevenispark zal leiden tot een impuls voor zorg en economie zal de gemeente een substantiële financiële bijdrage leveren. Wat is de de rol van de gemeente Maasgouw t.a.v. de financiering van dit project. In de begroting staat, € 100.000,-- begroot. Is dit eenmalig? Gaat de gemeente ook structureel jaarlijks bijdragen? Wie toetst en hoe wordt getoetst of het zal leiden tot een impuls van zorg en economie? Hoeveel is een substantiële bijdrage? M: Er is inderdaad structureel geld begroot en dit wordt vertaald in een voorstel voor een eenmalige investeringsbijdrage indien blijkt dat project haalbaar is en leidt tot een impuls voor zorg en economie. Dat staat ook in het coalitieprogramma. De gemeente zal daarbij ambtelijk toetsen of aan deze voorwaarden wordt voldaan en op basis daarvan een voorstel voorleggen aan college van B&W en gemeenteraad. WW. In de begroting staat bij paragraaf 3.2.5 programma wonen en leefomgeving genoemd als beoogd resultaat fysieke leefomgeving kwalitatief verbeteren. Als er een Belevenispark in een woonwijk, op nog geen 10 meter van o.a. mijn woonhuis en dat van vele anderen wordt gerealiseerd wordt deze leefomgeving m.i. niet fysiek verbeterd. Hoe zorgt u als Gemeente ervoor dat onze fysieke leefomgeving wordt verbeterd? M: Het is een algemene doelstelling van de gemeente om daar waar mogelijke fysieke leefomgeving te verbeteren. U zult begrijpen dat dat niet de enige doelstelling van de gemeente is. Zo is het ook een doelstelling van gemeente om de economie te stimuleren en werkgelegenheid te bevorderen. Het is voor de gemeente juist de opgave om die doelstellingen op elkaar af te stemmen. In dat kader wordt ook gekeken naar de wijze waarop een Belevenispark het beste ruimtelijk kan worden ingepast. XX. Hoeveel personeel is er voorzien in het park bij een piekbezoekersaantal van 3300 gasten? Met andere woorden, hoeveel mensen zijn er op een piekdag in het park aanwezig? D: Dit is het totale aantal van bezoekers plus begeleiders. Gemiddeld 1650 met een maximum van 3.300. Er worden echter afspraken gemaakt met zorginstellingen, zodat goede spreiding van bezoekers mogelijk is en er zo min mogelijk piekdagen zullen zijn. YY. Hoe gaat het vervoer van parking naar en van het park plaatsvinden en dan met name tijdens de piekuren rond 10.00u en 18.00u? Graag een praktische en inhoudelijke reactie. A: Dat gaat met elektrische voertuigen bv. in de vorm van treintjes. 10
ZZ. Wie financiert de realisatie? Wat zijn de onderscheidende rollen van Daelzicht, provincie en de gemeente Maasgouw hierin? D: De realisatie wordt niet gefinancierd door Daelzicht. Daelzicht brengt wel grond en gebouwen in die ook een bepaalde waarde vertegenwoordigen. De overige financiering zal moeten gebeuren door marktpartijen. Daarmee is Daelzicht nu in gesprek. Daarnaast moet blijken of ook nog een overheidsbijdrage nodig is om de realisatie gefinancierd te krijgen. In de exploitatiefase zullen de entreegelden en de bestedingen in park belangrijke inkomstenbronnen vormen. AAA. Hoe wordt het belang van de buurtbewoners gediend door de gemeente en door Daelzicht? M: Zoals toegelicht behartigt de gemeente het algemeen belang. Daarom dient de gemeente niet alleen de individuele belangen van omwonenden, werknemers of cliënten en ook niet alleen de individuele belangen van Daelzicht of bedrijven. Gemeente zal bij ieder besluit dat in dit project gaat volgen de betrokken belangen zorgvuldig afwegen zodat er sprake is van een evenwichtige besluitvorming. D: Door Daelzicht wordt het aanbod gedaan om samen met de klankbordgroep na te denken over de invulling van het inrichtingsontwerp van het Belevenispark. BBB. Wat is de opdracht van de klankbordgroep? Wat wordt met de adviezen gedaan? Cq wat zijn de bevoegdheden van de klankbord groep? Wie nemen er zitting? Wie bepaalt wie er zitting nemen? Tijdsbelasting/frequentie samenkomst klankbordgroep? Welke rol heeft Daelzicht hierin? Welke rol heeft de Gemeente hierin? D: Daelzicht is initiatiefnemer voor het instellen van een klankbordgroep. Belangstellenden kunnen zich daarvoor bij Daelzicht melden. In een eerste bijeenkomst van de klankbordgroep zal gezamenlijk worden ingegaan op de beantwoording van de gestelde vragen. Daarvoor is het nu nog de vroeg, dat doen wij graag in overleg met de inwoners. N.B. Mevr. Wilders heeft een groot aantal vragen. Vanwege tijdsduur en om andere aanwezigen ook ruimte te geven om vragen te stellen wordt met avondvoorzitter afgesproken dat mevr. Wilders de vragen die zij niet heeft kunnen stellen schriftelijk zal indienen. OPMERKINGEN/AANBEVELINGEN I. II. III. IV. V. VI.
Er is een eerdere bijeenkomst geweest en ook voor deze bijeenkomst zijn weer alleen de direct omwonenden per brief geïnformeerd. Ik zou in het vervolg ook de verdere buurt en wellicht de hele kern Heel erbij betrekken. Daelzicht is al vanaf 2010 met dit plan bezig en ik ben van mening dat het erg laat is om nu pas de rest van de bewoners in de procesvorming te betrekken. Daelzicht moet zich actiever opstellen bij het informeren van de omwonenden. Als je je huis wil verkopen in deze buurt, denkt u dat je er nog een behoorlijk bedrag voor krijgt. Met de komst van het park denk ik van niet. Vanuit de historie van Heel is er een extra belasting van het dorp door de aanwezigheid van 2 stichtingen voor mensen met een beperking. Door de hele grote extra populatie krijg je nog een extra belasting van het dorp. Daelzicht heeft ons niet mee laten praten. De mensen die direct door de plannen getroffen worden mochten niet meepraten. Het is allemaal veel te laat. 11
VII. VIII. IX. X. XI. 7.
Het verzoek is om alle rapporten openbaar te maken. Zorg ervoor dat je veel stelposten opneemt bij een project wat innovatief, met experimentele technieken is. Mijn ervaring is dat deze altijd meer geld kosten dan vooraf gedacht. Op het moment dat er een geluidsinstallatie op het terrein wordt gebruikt kan ik letterlijk horen wat er gezegd wordt. Ik woon er een eind vandaan (Stephanushof), maar ik wil straks niet de hele dag (en nacht) met de ramen dicht moeten zitten. De gemeente moet heel nadrukkelijk kijken naar de akoestische effecten en de plaatsen waar de geluidsbelasting vandaan komt. Houdt rekening met de bestaande bossen en de groene invulling van de bufferzone. Afsluiting Communicatie in het vervolgproces.
Presentaties & verslag van informatiebijeenkomst op website van Daelzicht. (N.B. wordt ook op website gemeente geplaatst). Uitnodiging van Daelzicht om klankbordgroep in te stellen: belangstellende kunnen zich aanmelden bij dhr. Piet Basten (Daelzicht). Suggesties/wensen voor verdere communicatie: - Actievere opstelling als het gaat om het informeren van de omwonenden. - niet alleen de direct omwonenden informeren maar de hele buurt.
12