Verslag Evaluatiebijeenkomst Interbestuurlijk Toezicht 5 november 2014 Provincie Zuid-Holland – Vereniging van Zuid-Hollandse Gemeenten Opening -
Namens de Provincie Zuid-Holland heet Alex Lambregts (bureauhoofd Bestuurlijke Zaken en Toezicht) alle aanwezigen welkom en geeft aan dat de bijeenkomst een tweeledig doel heeft: a) informeren over de stand van zaken IBT en de provinciale Staat van de Gemeenten, en b) leren van elkaars ervaringen en daarmee de inhoud en het proces rond de bestuursovereenkomst IBT zonodig verbeteren.
-
Afmeldingen: Linda Mak (gemeente Zederik) en Adriaan Don (gemeente Vlaardingen)
-
Bijdrage Linda Mak: zij geeft complimenten voor de sturing op het gevolgde proces. Haar inhoudelijke bijdrage aan de evaluatie bestaat uit de vraag in hoeverre Financieel Toezicht, met het eigen specifieke toezichtinstrumentarium, past binnen IBT. En zij heeft vraagtekens bij de mate waarin het gelukt is om in deze eerste IBT-cyclus de betrokkenheid van de raad te realiseren.
Stand van zaken Marijn ten Brinke (coördinator IBT bij de provincie Zuid-Holland) presenteert het proces tot nu: IBT-doelen gericht op: 1) het versterken van de kwaliteit van horizontale verantwoording en 2) het borgen van de fysieke veiligheid van burgers op de daarop van invloed zijnde beleidsterreinen. In 2017 wordt de Wet Rgt geëvalueerd. Op weg daarnaartoe worden in opdracht van BZK tussenmetingen IBT uitgevoerd door Twynstra en Gudde. In januari 2015 volgt de eerste. Voorzet discussie in groepen aan de hand van stellingen rondom drie thema’s, te weten: 1) al dan niet koppeling jaarrekening loslaten, 2) dekt de titel ‘Staat van de Gemeente’ de lading (selectieve insteek of verbreding gewenst?) en tot slot 3) de kwaliteit van de bestuurlijke agendering van de Staat van de Gemeente in de raad. Alle informatie uit de afzonderlijke evaluatie-inspanningen moet terugkomen in een bestuurlijk overleg op 18 december 2014. Het betreft een samen met de VZHG te vormen Bestuurlijke werkgroep IBT, waarbij de gemeenten vanuit elke regio in Zuid-Holland een bestuurlijke vertegenwoordiger afvaardigen. Groepsdiscussie 1 Groep Peter Diebels (Katwijk, Rotterdam, Dordrecht, Zoetermeer, Alphen aan den Rijn, Zuidplas) Katwijk: IBT is als nieuwe ontwikkeling besproken in Technisch overleg tussen raad en bestuur om af te stemmen wie welke rol heeft en wat verwacht mag worden. Ook richting ambtelijke organisatie en welke relatie met de accountant. Vooral bij de raad waren en zijn er veel vraagtekens. Bij Katwijk is de griffier gebruikt in het proces als smeerolie (JZ: mogelijk best practice om griffiers als doelgroep voor IBT te identificeren om de kennis en kwaliteit richting de raad te versterken). Verder zijn scores rood en oranje eerder aanleiding voor dialoog, maar er is wel angst ervaren om als zodanig over jezelf te rapporteren ten behoeve van het gesprek tussen raad en bestuur. In een jaarrekening staat het dan wel zwart op wit. Goed voor de transparantie maar nog wel werk te doen in het gesprek. Rotterdam: ten aanzien van het proces bleek het eerst een zoektocht naar de juiste contactpersonen per beleidsdomein, zoals bijvoorbeeld voor milieu bij de DCMR. Die zoektocht was aanvankelijk lastig, maar toen de juiste personen gevonden waren, was de informatie heel snel op tafel. Vervolgens bleken zowel de bestuurlijke verantwoording als de politieke belangstelling minimaal. Dat pleit voor ontkoppeling: het is überhaupt niet besproken. Beleidsinhoudelijk kan het een wethouder bereikt hebben, maar niet in alle gevallen. Bij de jaarrekening en de financiële behandeling krijgt het door andere prioriteiten niet de aandacht die het verdient. 1
Dordrecht: heeft wel een apart stuk voor IBT gemaakt dat tijdens de behandeling van de jaarrekening is vastgesteld. Uiteindelijk heeft dat dit jaar ook niet geleid tot een inhoudelijk gesprek, omdat het bij de agendavoorbereiding wegens agendadrukte door de raad als hamerstuk is geagendeerd. Achteraf bleken de leden van het technisch beraad daar wel spijt van te hebben. Volgend jaar zal het om die reden zeker inhoudelijk besproken worden. Twee punten voor verbetering: a) beleidsdomein omgevingsrecht – de primaire verantwoording hieromtrent ligt vooral bij de RUD ZuidHolland Zuid. Indicatoren in dat kader zijn onderwerp van gesprek tussen AB en DB; die stellen het gevraagde verbeterplan vast en voeren daar ook het gesprek over. Dat verbeterplan komt niet in de gemeenteraad, want als AB en DB er niet uit zouden komen, dan zou het eerst via de regioraad gaan. De kans dat het dan naar de afzonderlijke gemeenteraden wordt gestuurd is uiterst klein. De vraag is om daar naar te kijken; b) van collegae uit de Drechtsteden veel teruggehoord dat de indicatoren op dit moment beperkt zijn en dat dit bijzonder bevalt. Dat moet behouden blijven. Oproep aan de provincie om niet in de “oude rol” te vervallen en allerlei details uit te vragen. Zoetermeer: belangrijk om het doel steeds voorop te stellen: versterken van de horizontale verantwoording ten aanzien van de taken in medebewind. Verder van belang dat de cyclus nog niet af is; zowel het instrument is nieuw, maar de raad is ook nieuw. De cyclus is pas rond als er voor de raad een referentiekader is middels de provinciale Staat van de Gemeenten. Dan is de vraag waar je als gemeente en als provincie staat en welk effect dat heeft op het bestuurlijke en politieke gesprek. Dat effect is er nog niet, dus om die reden te vroeg om het effect van de bestuursovereenkomst te bepalen. Wel opportuun om na te denken over het in positie brengen van de raad. En wat is het verband met waarstaatjegemeente.nl? En wat zijn de plannen van de provincie over hoe zij om willen gaan met de provinciale Staat van de gemeenten? Is het bedoeld als tik op de vingers, of worden op bepaalde domeinen gemeenten die slecht scoren in verbinding gebracht met gemeenten die goed scoren? Bij wijze van leren van elkaar? En gebruikt de provincie de provinciale Staat van de Gemeenten ook om positie te bepalen ten opzichte van andere provincies? Alphen aan den Rijn: recentelijk fusietraject achter de rug met Boskoop en Rijnwoude. Om die reden nog een erfenis doordat vorig jaar drie bestuursovereenkomsten afzonderlijk getekend zijn. Dit jaar dus ook driemaal een Staat van de Gemeente gemaakt, hoewel het nu dus één gemeente is. Ambtelijk is de informatie snel boven water gekomen. Echter, met het nieuwe bestuur in de nieuw gevormde gemeente blijkt de aandacht voor verantwoording over het verleden van inmiddels opgeheven gemeenten uiterst gering. Zuidplas: Informatieverzoek is intern uitgezet en eigenlijk snapte iedereen meteen wat de provincie wilde weten en was ook bereid die informatie te leveren. Ook als het om rood of oranje ging. Bestuurlijk is het thema ook in Zuidplas niet geland: de bestuursovereenkomst en de Staat van de gemeente zijn ook door het vorige college bekrachtigd. Het is behandeld als bijlage bij de jaarrekening en in de nieuwe raad heeft niemand zich afgevraagd wat die bijlage te betekenen had. Ook ambtelijk is daar overigens geen aandacht voor gevraagd. Dat had wel gekund maar is niet gebeurd. Technisch heeft de gemeente voldaan aan haar verplichting uit de bestuursovereenkomst, maar inhoudelijk heeft dat niet veel opgeleverd. De koppeling aan de cyclus van de jaarrekening is op zich wel goed. Financieel toezicht is wel een vreemde eend in de bijt. De titel Staat van de Gemeente is redelijk; het spreekt in ieder geval aan en is uit te leggen aan bijvoorbeeld een raadslid. Daarnaast belangrijk om hierin consistent te blijven. Tot slot viel op dat IBT eenvoudig is ingericht: informatie bij vakafdelingen is heel snel opgeleverd. Die eenvoud graag behouden.
2
Resultaat groepsdiscussie Stelling 1: Ontkoppelen jaarrekening Mogelijk dat een nieuw document de vereenvoudiging van IBT teniet doet; -
Het gaat om de signaalfunctie voor de gemeenteraad; in die zin doet IBT nog niet genoeg; Optie Dordrecht: wel in behandeling jaarrekening meenemen maar daarin als apart document;
-
De informatie is te feitelijk om politiek te bespreken; politiek reageert vooral als het niet goed gaat;
-
Mogelijk dat de raad wel in gesprek gaat wanneer er een referentiekader ligt op provinciaal en mogelijk zelfs nationaal niveau;
-
Liever geen eigen IBT-planning, maar gestuurd door de provincie;
-
Het instrument moet raadsleden meer inhoud meegeven. Vergelijking tussen gemeenten is daarin niet genoeg;
-
Het blijft een beperkt deel van het totaal aan gemeentelijke taken: rechtvaardigt dat eigenlijk wel een aparte behandeling? Raadsleden worden geactiveerd door risico’s, geld of mogelijke claims. IBT zal een bepaalde urgentie in die termen moeten hebben.
-
Stelling 2: Toegevoegde waarde en naamgeving Staat van de Gemeente Het gaat alleen om de taken in medebewind: “staat” is dan wel een groot woord. Opletten bij het opstellen van de Staat van de Gemeente dat de stoplichten hieruit corresponderen met de stoplichten uit andere verantwoordingsdocumenten; Optie: “Uitvoering wettelijk taken”, naar analogie van Dordrecht; Leg deze vraag ook voor aan de griffies; Unaniem waardevol om de gevraagde informatie te verzamelen; Vraag is wel of Financieel toezicht erin thuishoort. Daarnaast is Omgevingsrecht nog niet optimaal. De overige indicatoren zijn goed. Stelling 3: Bestuurlijke agendering Het gaat om decharge van het college door de raad: is het college voldoende in control ten aanzien van medebewindstaken; -
Veel verantwoording loopt al via de programmaverantwoording; Belang college is primair voldoen aan de bestuursovereenkomst; Kritisch geluid organiseren via griffie; Raadslid moet zijn controlerende taak wel oppakken; Raadsleden wel bedienen, maar agendaverantwoordelijkheid blijft van de raad; Mogelijk aandacht door apart besluit van de raad te vragen; Bezie de IBT-cyclus als totaal en maak dat inzichtelijk. Tot en met de raadsbehandeling van de provinciale Staat van de Gemeenten. Creëer maatschappelijke discussie, terwijl aan de andere kant de nuance en relativiteit bewaakt moeten worden. Communicatie is politiek, maar informatie moet transparant zijn.
Nieuwe punten Belang en positie van de Gemeenschappelijke regelingen binnen deze toezichtsdomeinen; Verhouding met waarstaatjegemeente.nl? Wetende dat de indicatoren van waarstaatjegemeente.nl meer gedetailleerd en niet altijd logisch zijn. Wel goed voor vergelijkbaarheid, transparantie en één uitvraag. Voor IBT en Staat van Gemeente van belang om het instrument beperkt en selectief te houden qua indicatoren;
3
-
-
Wat doet de gemeente met de provinciale Staat van de Gemeenten? Gericht op interventie of op leren? En wat doen de provincies er interprovinciaal mee? Mede gerelateerd aan de aanpak per provincie? In hoeverre fungeert het oordeel van de provincie op de beleidsdomeinen IBT als een instrument om zaken te forceren? Ambtelijk lijkt er wel beweging te ontstaan.
Groepsdiscussie 2 Groep Stan Megens (Binnenmaas, Gouda, Leidschendam-Voorburg, Oud-Beijerland, Vereniging van ZuidHollandse gemeenten). Van deelbevindingen per gemeente binnen deze groep is geen verslag gemaakt. Resultaat groepsdiscussie (groep 2) Groep 2 koppelt de resultaten terug aan de hand van de 3 stellingen uit de presentatie van Marijn. Koppeling met jaarstukken:
gepleit wordt voor 1 uitvraagronde en 1 samenstellingsproces van verantwoordingsstukken. Dit is vanuit de organisatie bezien het meest praktisch en efficiënt. Om dit te kunnen realiseren, moet het format voor SVG wel tijdig bekend zijn om als onderdeel van het jaarrekeningproces mee te kunnen nemen (half december). Huidige timing is ongelukkig, er is sprake van een lange doorlooptijd. Vraag is of op deze wijze van rapporteren over de SVG een actueel beeld wordt verkregen. Het beeld bestaat dat we “IBT er even bij moeten doen”, het levert extra werkdruk op.
Dekt de titel de lading? Bij staat van de gemeente denken velen aan “een gewoon staatje” Pleidooi wordt gedaan om de titel te vervangen door een titel die de lading beter dekt zoals bijvoorbeeld “Rapportage Interbestuurlijk toezicht” Onderwerpen IBT:
Voorgesteld wordt het financieel toezicht eruit te halen, omdat dit een apart traject is en daarmee ten opzichte van de andere beleidsvelden een vreemde eend in de bijt. Financiën zoomt in op de meerjarenbegroting, dit is geen verantwoording maar een vooruitblik Risico’s zijn een goed criterium om te bepalen of iets wel of niet tot IBT moet behoren
Bestuurlijk proces / behandeling in de gemeenteraad Voeg de SVG toe in de vorm van een aanvullende paragraaf op de vanuit het BBV voorgeschreven paragrafen in plaats van als bijlage bij de jaarrekening Moet wel onderdeel zijn van de jaarrekening, niet in een beleidsmatige toelichting Vanwege de verkiezingen in 2014 zijn er veel nieuwe gemeenteraadsleden die geen kennis hebben van IBT Suggesties Afzien van IBT-verantwoording zoals nu georganiseerd, maar inzoomen op natuurlijke momenten, momenten waarop verantwoordingen / verantwoordingsinformatie beschikbaar is of geagendeerd worden. Meer real-time. Eventueel kiezen voor de bestuursrapportages als moment van verantwoording. Probleem daarbij is wel dat iedere gemeente dit onderdeel van de beleidscyclus anders invult en hier geen regelgeving op is. 4
Groepsdiscussie 3 Groep Henk Kats (Gorinchem, Delft, Den Haag, Hoekse Waard1, Capelle a/d IJssel) Per gemeente wordt kort de stand van zaken met betrekking tot IBT toegelicht, alsmede ingegaan op wat goed gaat en wat beter moet. Capelle a/d IJssel
Stoplichten model is helder en geeft goed inzicht
Capelle is intern erg zoekende naar wie wat oppakt in het kader van IBT De Jaarrekening als basis voor de SVG wordt als positief ervaren; het geeft een stuk commitment en leidt binnen Capelle niet tot issues; wel is de informatie niet up-to-date, wat als nadeel van het
opnemen in de JR wordt gezien Gesteld wordt dat er overlapping bestaat tussen toezichttaken van het Rijk en de Provincie en wordt het verzoek gedaan of deze taken niet slimmer gecombineerd kunnen worden.
Hoekse Waard Bestuursovereenkomst is een prima kader voor IBT;
Vanuit Hoekse Waard bestaat de wens de Staat van de Gemeente te handhaven als onderdeel van het jaarverslag. Dit is het verantwoordingsdocument bij uitstek; Hoekse Waard heeft besloten IBT periodiek te gaan bespreken in de audit commissie (met ingang van 1 januari 2015); De vraag wordt gesteld waarom het sociale domein niet opgenomen is in IBT of dat wellicht het geval kan gaan zijn?; Er is onduidelijkheid over de noodzaak om de Staat van de Gemeente aan te leveren terwijl heel veel informatie beschikbaar is op de website “waarstaatjegemeente.nl”. Dit verhoudt zich niet met het doel van soberheid; In de Hoekse Waarde zitten enkele kleine gemeenten, die niet over voldoende FTE beschikken om te kunnen voldoen aan de eis met betrekking tot bijvoorbeeld het uitvoeren van controles in het kader van handhaving. Met 0,1 FTE kan deze taak niet of nauwelijks worden uitgevoerd.
Den Haag
Ook Den haag is erg zoekende naar inrichting van het Interne proces voor IBT; Erkend wordt dat behandeling van SVG in de jaarrekening geen prioriteit krijgt (het komt simpelweg niet aan de orde tijdens de behandeling van de jaarcijfers, waar alle aandacht naar uitgaat). Den Haag is voorstander van het separaat behandelen van IBT; Den Haag is zoekende naar fr wijze waarop moet worden omgegaan met het provinciale oordeel; IBT is voldoende bekend bij het college van B&W en de gemeenteraad.
Gorinchem De rol van de gemeenteraad is erg belangrijk bij IBT, als onderdeel van de jaarrekening kan de raad deze rol prima uitvoeren; De vraag wordt gesteld welke meerwaarde IBT biedt ten opzichte van regulier toezicht door PZH? Gorinchem is voornemens IBT komend jaar op dezelfde wijze uit te voeren als afgelopen jaar, maar vraagt zich wel af of er nieuwe toezichtdomeinen bijkomen? Suggestie wordt gedaan om bij de uitkomsten van de scores door de provincie een toelichtingsbrief te voegen, waarbij duidelijk wordt aangegeven hoe scores geïnterpreteerd worden en welke eventuele acties zullen worden genomen. 1
De vertegenwoordigster van gemeente Cromstrijen gaf aan namens de 5 gemeenten van de Hoekse Waarde te praten 5
Delft
Delft vindt de SVG als onderdeel van de jaarrekening prima; Er bestaat onduidelijkheid over hoe IBT (horizontaal toezicht) zich verhoudt tot (vormen van) verticaal toezicht, de vraag komt op of dit niet dubbelop is en hoe dat te plaatsen is in het streven naar soberder toezicht?; Delft is van mening dat PZH strakker moet optreden op basis van de uitkomsten van IBT (“meer zijn tanden laten zien”) door te interveniëren indien de uitkomsten daar aanleiding toe geven. Doe je dat als provincie niet, dan heeft het hele instrument geen enkele toegevoegde waarde en kan het verwijt worden gemaakt dat de provincie zich verschuild achter het horizontaal toezicht;
IBT wordt intern als een extra belasting ervaren, zeker omdat er vanuit PZH niet wordt gereageerd
nadat zaken zijn aangeleverd (waar doen we het voor?) De urgentie ontbreekt volledig bij het toepassen van IBT
De suggestie wordt gedaan om informatie zoals aangeleverd aan “waarstaatjegemeente” en de staat van de gemeente (SVG) te synchroniseren, in het kader van het voorkomen van dubbel werk en het streven naar soberheid
In het algemeen wordt nog opgemerkt: Op het gebied van Ruimtelijke Ordening wordt opgemerkt dat er voorafgaand aan het opstellen van de SVG in veel gevallen al interventie is geweest, als gevolg waarvan reeds actie is genomen. Hierdoor is iedere noodzaak om vanuit IBT nogmaals te interveniëren weggevallen. Betrokken gemeenten vragen zich af in hoeverre horizontaal toezicht niet aanvullend is op (vormen van) specifiek toezicht en hoe in dat kader de soberheid van IBT kan worden uitgelegd. Het beeld dat gemeenten hebben is dat horizontaal toezicht resulteert in een overzicht op jaarbasis en verticaal toezicht dient als basis voor interventie wanneer nodig. Resultaat groepsdiscussie (groep 3): Henk Kats presenteert de uitkomsten van de groepsdiscussie. De gemeenten in deze groep: Zijn het eens met elkaar dat de koppeling tussen IBT/SVG en de jaarrekening in stand gehouden moet worden; Zijn van mening dat de reactiesnelheid en de interactie tussen provincie en gemeente moet hoger
na beoordeling van de SVG. Dus, meer contact en meer directe reactie na beoordeling SVG Merken op dat de SVG niet meer is dan een jaarlijks ijkpunt en een samenvatting voor de gemeenteraad, maar dat het verticaal toezicht de basis biedt voor interventie door de provincie. Adviseren de SVG te (laten) behandeling in de audit commissie, zodat het meer aandacht krijgt dan in de huidige situatie.
Uit de discussie die volgt op de toelichting wordt gesteld dat: Veel nieuwe raadsleden onbekend zijn met IBT en met het feit dat ze staat van gemeente niet hadden gezien. Het bij IBT vooral gaat om beheersmatige zaken waarbij de vraag opkomt of dit voldoende interessant is voor raad? Afgevraagd moet worden of het aantal domeinen en indicatoren goed zijn en inhoudelijk goed zijn bepaald? Marijn ten Brinke ligt op deze opmerking toe dat de insteek van IBT juist was om selectief te zijn met betrekking tot het aantal domeinen en indicatoren. Het helpt niet als er teveel indicatoren worden gebruikt om te bepalen “waar je gemeente staat”. Delft benadrukt nogmaals de noodzaak voor de provincie om directer en sneller te reageren op uitkomsten van de SVG. Gesuggereerd wordt dat PZH veel meer dan nu vanuit haar regierol een rol kan spelen bij het benchmarken over gemeenten en borgen dat kruisbestuiving plaatsvindt tav best practices. 6
Afsluiting Marijn geeft als rode draad terug: Stelling 1: consensus om de koppeling aan de jaarrekening te handhaven, ondanks de langere doorlooptijd. Wel IBT-document als afzonderlijk stuk agenderen en daarover apart laten besluiten. Wijze waarop college nu de informatie aanbiedt is niet voldoende transparant, want de Staat van de Gemeente als bijlage in een dik pakket met jaarstukken is onvoldoende zichbaar voor de raad; -
Stelling 2: meningen rondom naamgeving Staat van de Gemeente meer diffuus.
-
Stelling 3: helder dat college verantwoordelijkheid heeft om de raad te informeren en dat de raad een controlerende taak heeft. Consensus over het sturen op een betere bestuurlijke agendering. De vraag blijft hoe dit proces vanuit IBT verder te stimuleren.
-
In het algemeen blijft IBT nu te bedrijfsmatig en te weinig politiek relevant. De vraag is wat de raad met de aangeboden toezichtinformatie kan en welke behoefte de raad heeft.
-
FT er in of niet? Heeft een belangrijke signaalfunctie. Van belang om een goed beeld te kunnen vormen van een gemeente. Monumenten toevoegen of niet?
Reactie Delft: de provincie moet gewoon zijn rol pakken. De raad is klaar, stelt de Staat van de Gemeente vast en daar moet de provincie op acteren. Niet proberen de wereldvrede te bewaren. Reactie Marijn: vaak zien we (bij afwijkingen) dat er al acties uitgezet zijn en dat het college in geval van knelpunten of achterstanden passende maatregelen voorstelt. Provincie houdt vinger aan de pols en zal een steviger aanpak alleen inzetten als dat noodzakelijk is. Reactie Zoetermeer: Is de provincie niet veel meer een regisseur van de informatie op de betreffende beleidsdomeinen? Breng gemeenten bij elkaar die het goed en slecht doen. Uiteindelijk is er natuurlijk een gezamenlijk belang in het in control zijn op de medebewindstaken. Alex sluit af: Het IBT proces is een zoektocht en zal dat nog wel even blijven; IBT als ook de inbreng van vandaag wordt door gemeenten serieus genomen en de ontwikkeling moet zijn eigen dynamiek hebben, PZH heeft hieraan niet hard hoeven te trekken of te duwen; Veel herkenning bij de discussiepunten, maar geen pasklare antwoorden. Mede als gevolg van complexiteit van het netwerk, bestuurlijk en ambtelijk. -
-
Meerwaarde van IBT is nog niet altijd gebleken. Urgentie om zaken in het kader van IBT te veranderen ontbreekt nu nog te vaak. Naamgeving Staat van de Gemeente is een issue waar we nog niet uit zijn; gaan op ons beraden. FT eruit of niet? Monumenten erbij? Wellicht goed om een paar jaar hetzelfde te doen en dan pas dergelijke veranderingen door te voeren. Het veranderproces moet zowel ambtelijk als bestuurlijk gestalte krijgen; We zullen als ambtenaren ons best moeten doen de bestuurders mee te nemen. Discussie over IBT-ontwikkeling loopt ook op landelijk niveau met KING/VNG en BZK. Belangrijk signaal dat wij afgeven is harmoniseer en synchroniseer. Qua presentatie kiest de provincie ervoor om zo min mogelijk te “namen” en te “shamen”. Dat is ook niet de stijl van de nieuwe CdK. Die gaat voor het gesprek en niet voor kleurencodering. Verbetering mogelijk wel dat de besluitvorming in de provincie korter volgt op de besluitvorming in de raad. En dan moet een mechanisme ontstaat waardoor er zaken ook gebeuren. Het gaat om urgentie.
Zoetermeer refereert tot slot aan een themabijeenkomst in het kader van een in opdracht van BZK lopende landelijke Tussenmeting IBT door Twynstra en Gudde. Hierbij bleek dat provincie Zuid-Holland voorop loopt als het gaat om de bekendheid van IBT bij gemeenten en de kwaliteit van de beschikbare informatie. Alex dankt ieder voor zijn of haar inbreng en nodigt de aanwezigen uit voor een afsluitende borrel. 7