Verslag dialoog 17 oktober 2013 Inleiding De dialoog van 17 oktober 2013 tussen de deelnemers van Marant en de Raadsleden van het Sociaal Huis is gebaseerd op de tekst ’12 werken voor de gemeente en het Sociaal Huis van Herent’, een tekst met allerlei voorstellen rond armoedebestrijding. De dialoog is bedoeld als een uitnodiging om elkaar te leren kennen en samen na te denken over armoedebestrijding in Herent. Het is niet de bedoeling van Marant om te klagen of te eisen. Marant wil haar steentje bijdragen en samenwerken. Omdat niet alle 12 thema’s uit de tekst op 1 avond aan bod kunnen komen, heeft Marant gekozen voor 4 thema’s. De mensen van Marant brengen eerst hun getuigenissen, groepswerker Ann geeft enkele ideeën, oplossingen en voorstellen. Nadien worden de Raadsleden uitgenodigd om hierop te reageren. Om de gesprekken in goede banen te leiden, neemt Koen Hermans de rol op van moderator. Hij geeft op het einde van de avond een samenvatting van de belangrijkste elementen uit de dialoog. Irène van Marant wordt verontschuldigd. Willy neemt haar getuigenis over.
(3.) Sport, cultuur en vrije tijd zijn geen luxeproducten De getuigenissen van Marant Jean-Marie Mijn vrouw en ik zouden graag naar de fitness gaan. Ik heb dat nodig voor mijn gezondheid. Het is een sport die me echt aanspreekt. Een abonnement voor 2 personen is niet te betalen. We hebben dan ook van die speciale sportkledij nodig. Dat is voor ons niet evident. Simone Ik ga met Marant regelmatig naar de voorstellingen in GC De Wildeman. Ik geniet hier enorm van. Ik ben blij dat Marant dit organiseert. Vroeger had ik hiervoor niet de kans. Niet alleen waren of zijn de tickets duur, ik had toen ook niemand om met mij mee te gaan. Alleen zet je de stap niet. Van een voorstelling geniet je meer in gezelschap. Je kan ook napraten. Met Marant hebben we een aanbod op maat: de groep geeft op voorhand door naar welke voorstellingen we willen gaan kijken. Ann reserveert dan voor elke maand 1 voorstelling. Iets plannen op lange termijn is voor de meeste van ons heel moeilijk. Als we een voorstelling zouden bestellen die een half jaar later pas doorgaat, zijn de meeste van ons het al lang vergeten. Wacht je te lang, riskeer je dat de voorstelling waar je naar toe wil gaan, uitverkocht is. Op die manier ben je bijna verplicht om verschillende interessante en populaire voorstellingen in 1 keer te reserveren en te betalen… en dat komt heel duur uit.
Hélène Mijn dochter wilde graag naar de dansles op de Mechelsesteenweg. Van bij mij thuis is dat 3,5 kilometer, 5 minuutjes met de auto. Alleen moet ik alles met het openbaar vervoer doen. Voor een uurtje dansles, waren we 4 uur onderweg met de bus. Alternatieven hadden we niet: de dansschool korter bij was heel snel volgeboekt, het traject met de fiets te gevaarlijk voor kleine kinderen. Irène/Willy Iedereen gaat er van uit dat je thuis een computer hebt, of dat je met een computer kan werken. Om tickets in GC De Wildeman te kopen, ben je bijna verplicht om dit via computer te doen of iemand aan te spreken die een computer heeft. Dat is een enorme drempel. Wie geen computer heeft, kan naar de bibliotheek of naar De Kouter komen, maar die verplaatsingen en rekening houden met openingsuren zijn wel grote drempels. Mijn vraag is: wat doet de Kouter met zijn oude, nog bruikbare computers? Er zijn mensen die daar heel blij mee zouden zijn… Je kan ook niet iedereen bereiken met snelle computerinformatie. Computers zijn onpersoonlijk. Mond-aan-mondreclame en menselijke contacten zijn minstens even belangrijk. Daar overtuig je de mensen mee. Voorstellen > In het verleden is er al heel wat gebeurd rond vrijetijdsparticipatie van mensen in kansarmoede met zowel jeugd, sport als cultuurverenigingen en dit in het teken van de afsprakennota over het ‘lokaal netwerk ter bevordering van de vrijetijdsparticipatie van personen in armoede’. Er werd ook een actie opgezet rond de dag tegen de armoede in het teken van vrije tijd. Het was echter veel inzet en energie maar weinig concreet resultaat. Gevolg: de opvolging is verwaterd... > Een vrijetijdspas is een goede oplossing, maar wel één op lange termijn. Ondertussen is er meer informatie rond de ‘UITpas’. Dit is een algemene vrijetijdskaart met bijzondere aandacht voor mensen in armoede. Minister van Cultuur Joke Schauvliege heeft het voorstel in de Vlaamse regering goedgekeurd over de voortzetting van het proefproject Uitpas in de regio Aalst, onder meer in samenwerking met de twee verenigingen waar armen het woord nemen binnen het Netwerk tegen Armoede. Eind dit jaar wordt dit project geëvalueerd en onderzocht of de pas kan uitgerold worden in de rest van Vlaanderen. > In afwachting van een vrijetijdspas kunnen op zoek gaan naar lokale alternatieven. Voorstel: een eigen lokale versie maken op een ‘vakantieparticipatie-brochure’ waarin we het aanbod van verenigingen en organisaties in Herent bekend maken in een brochure. Deze brochure is dan enerzijds een overzicht van het vrijetijdsaanbod en anderzijds kan er informatie ‘op maat’ naar cliënten worden geformuleerd met bijvoorbeeld persoonlijke contactgegevens, mogelijke kortingen, extra informatie rond lidgelden, vervoer, ... Op deze manier werkt de hele gemeenschap solidair mee aan het wegwerken van vrijetijdsarmoede en wordt het kortingssysteem niet enkel gedragen door de lokale overheid. Er zijn al verschillende verenigingen die initiatieven nemen. Via een brochure kunnen we misschien meer mensen informeren op een laagdrempelige manier. > Uit het verhaal van Simone blijkt dat activiteiten op maat zijn broodnodig. Marant levert goed werk maar kan nog meer uitgroeien en meer mensen bereiken. We moeten op een creatieve manier op zoek gaan naar manieren om mensen te informeren en te bereiken. Marant wil het initiatief nemen in het opzetten van een buddysysteem waarbij ‘buddy’s’ cliënten bij de hand nemen naar activiteiten zodat ze de stap niet alleen moeten zetten.
Reacties en dialoog > We staan er als Raad veel te weinig bij stil, dat participeren aan een vrijetijdsactiviteiten geen evidentie is. We gaan uit van onze eigen situatie, van wat voor ons evident is. > Kunnen we de Minder Mobiele Centrale betrekken bij het mobiliteitsplan? > In GC De Wildeman kan je vrijwilligerswerk doen en zo gratis voorstellingen meepikken. > In verband met de vrijetijdspas: hierbij moeten we samenwerken met de vrijetijdsdiensten van de gemeente. We vragen aan de verenigingen dat ze een bepaald percentage open houden voor een sociaal publiek zodat iedereen kan deelnemen. Iedereen moet een steentje bijdragen. We vragen de verenigingen er over na te denken, een bepaald engagement. We moeten dit bespreekbaar maken, openingen creëren. > De participatiebrochure kan een actie worden. Problemen en drempels zijn veel breder dan het enkel zich inschrijven. > Maatschappelijk werkers moeten vrijetijdsbesteding bespreekbaar maken. In de drukte van een begeleiding is vrijetijdsbesteding een element dat snel wordt vergeten. Marant heeft hier een belangrijke rol in. > Het buddysysteem is een goed idee (mensen onder de arm nemen en begeleiden naar activiteiten).
(5.) Recht op een gezond leven De getuigenissen van Marant Hélène Ik heb voor mijn gezondheid dure medicatie nodig. Bij een uitstap naar Nederland ben ik er op uit gekomen dat veel van die dure medicatie daar veel goedkoper is. Er zijn ook verschillende ziekenhuizen en specialisten die niet worden terugbetaald. Op het einde van de rit geef ik elke maand veel geld uit aan mijn gezondheid en dat weegt door in mijn budget. Simone Er zijn verschillende betalingssystemen en zelfs extra manieren om medicijnen en dokterskosten goedkoper te maken. Alleen weten veel patiënten en dokters die systemen niet. Zelf doe ik beroep op het ‘derdebetalerssysteem’, maar ben ook pijnpatiënt. Door een attest van mijn huisarts krijg ik korting op sommige medicatie. Via een extra brief van mijn oogarts heb ik ook daar extra voordelen. Er zitten veel mensen in hetzelfde schuitje die nochtans deze informatie niet hebben. Jean-Marie Ikzelf ging vroeger naar een wijkgezondheidscentrum in Leuven. Daar zat niet alleen een huisdokter, maar ook maatschappelijk werkers en andere soorten dokters zoals kinesisten, therapeuten of diëtisten. Het is gemakkelijk want je moet maar 1 huis binnen stappen om verschillende dokters te zien en de dokters geven informatie op maat. Ze hebben ervaringen om mensen op maat te begeleiden. Je weet ook op voorhand hoeveel een doktersvisite kost. Veel mensen durven de stap naar het OCMW nog steeds niet zetten. Een wijkgezondheidscentrum biedt een uitkomst. Nu ik verhuisd ben naar Herent, kan ik er niet meer terecht. Irène/Willy Tijdens onze vergaderingen kwamen verhalen naar boven van mensen die we kennen die elke dag alleen maar brood eten of alleen maar kant-en-klare maaltijden omdat dat het goedkoopst is. Mensen kijken meer en meer naar hun portemonnee als het om voeding gaat en niet zo zeer naar het ‘gezond’ eten. Of ze hebben het niet van thuis mee gekregen om gezond en lekker eten klaar te maken. Mijn vriendin woont in een vochtig oud huis. Door haar beperkt budget heeft ze geen kans om een betere, duurdere woning te huren. Door het vochtig huis heeft ze op korte tijd verschillende gezondheidsproblemen gekregen. Gevolg: hoge dokters- en medicatiekosten. Er zit voor haar niets anders op dan continu te besparen. Dus ook besparen op essentiële dingen zoals gas, water en elektriciteit. Waardoor het nog ongezonder is in huis en ze meer gezondheidsproblemen krijgt. Een echte vicieuze cirkel.
Voorstellen > Passen alle dokters, tandartsen, oogartsen, … in Herent het derdebetalerssysteem toe? Is elke dokter er van op de hoogte? In maart is er een dialoog doorgegaan tussen Marant, de sociale dienst en de voedselbank. De raad heeft toen voorgesteld om een soortgelijk traject op te zetten met de huisartsen, apothekers. Dit lijkt ons zeer zinvol. Het OCMW en de gemeente kunnen daarin een stimulerende rol innemen.
> Gezondheidspreventie en –promotie kan een taak zijn van veel mensen: een wijkgezondheidscentrum, dokters en apothekers, een OCMW, groepswerkingen, scholen,… maar dan wel op maat van de mensen. > Is er ruimte voor wijkgezondheidscentra in Herent en andere dorpskernen? Een centrum kent een lage drempel. Er zitten verschillende disciplines onder 1 dak en is op maat of gespecialiseerd in het begeleiden en samenwerken met mensen in armoede. Mogelijke locaties: ’s Herenwegveld, Warotveld… Een wijkgezondheidscentrum kan worden opgericht vanuit verschillende hoeken (dokters, burgers, patiënten, buurthuis,…). Vaker zijn het welzijnsorganisaties die in samenwerking met het lokaal beleid starten. Het is niet meteen de taak van een OCMW om een centrum op te richten, maar wel samenwerken en ondersteunen.
Reacties en dialoog > We hebben als OCMW een informatieve rol in het derdebetalerssyteem. Kennen alle cliënten van het Sociaal Huis het systeem? > Iedereen moet naar de dokter kunnen gaan. Het is de eerste stap naar een betaalbare gezondheidszorg. > Goed aan een wijkgezondheidscentrum: je weet als patiënt op voorhand waaraan je begint. Mensen willen weten waar je aan toe bent. Nu hebben ze soms schrik om naar een dokter te gaan (dure medicijnen, dure consultaties, supplementen die worden aangerekend,…) Er is nood aan begeleiding: een visie op kwaliteit én het moet goedkoop/betaalbaar zijn.
> Een tussenoplossing voor een wijkgezondheidscentrum: werken met contracten tussen OCMW en gezondheidswerkers < > maar wat als je geen cliënt bent? > Veel huisartsen maken het derdebetalerssyteem niet bespreekbaar. Het is voor kansarme patiënten vaak een drempel om over hun financiële situatie te beginnen. Nochtans moet het ‘OMNIO-statuut’ toch bij elke gezondheidswerker een belletje doen rinkelen. > Het OCMW kan een stimulerende rol opnemen naar begeleiden van gezondheidswerkers in het behandelen van kansarme patiënten, vb rond hoe door te verwijzen, aantal onderzoeken te beperken, voorschrijven van generische producten. Wij kunnen de drempel verlagen. > We hebben als OCMW een informatieve rol. Kunnen we met Marant een open brief schrijven naar de Herentse huisartsen, oogartsen, apothekers, …? Een werkgroep oprichten die hier mee aan de slag gaat? > Herent kan een charter ondertekenen van ‘gezonde gemeente’?
(8.) Voldoende inkomen voor een menswaardig bestaan Getuigenissen van Marant Irène/Willy Ik had een fulltime job en een goed inkomen, maar ben ernstig ziek geworden. Door op de ziekenkas te vallen, verminderde mijn inkomen ineens naar 875 € per maand. Als het OCMW me geen tussenkomst in de huishuur zou geven, zou ik het niet halen. Nu kan ik me net redden, ik overleef. Jean-Marie In de tekst staat het voorbeeld van iemand uit onze groep. Ze verdient net iets te veel en valt daarom uit de boot voor heel veel hulp. Nochtans heeft ze geen overschot: Ze heeft een inkomen van 1100 €. Ze betaalt 550 € huishuur, 90 € elektriciteit en gas, 85 € telefoon, tv en internet, 85 € aan afbetalingen en 100 € aan verzekeringen…
Wat houdt ze over? Minder dan 200 € per maand voor huishouden, sigaretjes, dokter, medicatie, benzine, kleding. Dat is 50 € per week. Wie doet haar na? Simone Ik wil iets vertellen over mijn situatie van enkele jaren geleden. Vroeger kreeg ik leefloon en een extra tussenkomst in medicatie en huur. Toen ik 65 werd, ging ik op pensioen. Het bedrag dat ik kreeg, bleef hetzelfde maar de aanvullende steun raakte ik kwijt. Ineens kwam ik voor een aantal dingen niet meer in aanmerking, zoals voedselpakketten, tussenkomst huur en medicatie. Ondertussen bestaat er het systeem van IGO en krijg ik gelukkig daar aanvullende steun. Ik vertel dit verhaal omdat mensen met een vervangingsinkomen vaak niet beter af zijn dan mensen met leefloon, maar daarvoor krijgen ze niet dezelfde hulp.
Hélène Mijn verhaal sluit aan bij dat van Simone. Er zijn veel mensen met een laag inkomen die de stap naar het OCMW niet kunnen, durven of willen zetten… Of we weten niet dat er bepaalde hulp bestaat. Of we vallen net uit de boot zoals in het verhaal van Jean-Marie. Ikzelf heb het soms moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen. Op die momenten zou alternatieve hulp meer dan welkom zijn: kledij van d’Akkozje, voedselpakketten, een kaart bij de Voedselbank, hulp via de socio-culturele en sportieve paticipatiesubsidie. Ik ben geen cliënt bij het OCMW en weet dat deze dingen bestaan enkel omdat ik naar Marant kom. Er zijn veel mensen die het nochtans niet weten. Voorstellen > De nationale actie van 17 oktober gaat dit jaar over het optrekken van uitkeringen en inkomens die onder de armoedegrens liggen. Het leefloon bedraagt nu 817,36 euro per maand voor een alleenstaande en 1.089,82 euro voor een gezin. De Europese armoedegrens voor ons land bedraagt 1.000 euro voor een alleenstaande en 2.101 euro voor een gezin. Het Sociaal Huis geeft al vaak aanvullende steun aan mensen met een laag inkomen. Om die steun te berekenen, werken maatschappelijk werkers volgens het ‘barema’. Naast het barema bestaat er ook het systeem van de budgetstandaard. Hierin wordt berekend wat een gezin allemaal nodig heeft om een menswaardig bestaan te leven in Vlaanderen. Kan het Sociaal Huis het barema vergelijken met de budgetstandaard en mits er verschillen zijn via aanvullende steun de lage inkomens bijpassen? > Aanvullende steun mag niet beperkt zijn tot een bepaald statuut, zoals het leefloon en zelfs mensen met een vervangingsinkomen. Het zou moeten kunnen voor alle mensen met een laag inkomen. Het bijzonder Comité behandelt aanvragen van mensen met een laag inkomen. Wij hopen dat dit in de toekomst zeker behouden blijft. > Het Sociaal Huis biedt alternatieve hulp zoals voedselpakketten en kleding van d’Akkozje. We bereiken al wat mensen, maar hebben voldoende producten om meer mensen verder te helpen. Hoe kunnen we meer mensen bereiken? We moeten op zoek gaan naar manieren om de drempel te verlagen.
Reacties en dialoog > De aanvullende steun die we geven, moet worden door getrokken. > Je mag niet zomaar cijfers vergelijken (leefloon in vergelijking met de Europese armoedegrens). Je moet alles in kaart brengen, ook de sociale zekerheid en de hulp die je aanbiedt. > Hoe we als Bijzonder Comité aan de slag gaan? Het is de maatschappelijk werker die het verhaal brengt. De raadsleden moeten wikken en wegen wat aanvaardbaar is, wat nodig is. Het is vaak gevoelsmatig, toch proberen we als bijzonder comité eenzelfde lijn aan te houden. Wat we ten alle tijden bewaken, is dat we met mensen bezig zijn en niet met ‘dossiers’. > We vinden het als bijzonder comité enorm belangrijk dat mensen meewerken. > Hoorrecht is in het Sociaal Huis van Herent een recht. Bij uitbreiding kunnen alle cliënten die een hulpvraag stellen, van het hoorrecht gebruik maken. Is elke cliënt hiervan op de hoogte? De bemerking wordt gemaakt dat het voor cliënten geen evidentie is om hun verhaal te komen brengen, zeker nier voor een bijzonder comité.
(12.) Participatie van maatschappelijk kwetsbare groepen aan het beleid Ondertussen is participatie een ‘hot item’ geworden. Steeds meer verenigingen en organisaties betrekken mensen vanuit de doelgroep bij hun (dagelijkse) werking. Enkele voorbeelden: ervaringsdeskundigen die tewerkgesteld zijn binnen de federale overheid, de stad Roeselare heeft een documentatie uitgewerkt over de doelgroep die meewerkt aan het beleid, het Belgisch en Vlaams Netwerk heeft enkele projecten lopen,… Tijdens de voorbereidende werkgroep met de raadsleden werd ons gevraagd hoe Marant participatie ziet. Dit zijn onze voorbeelden: > Werken aan concrete opdrachten, waarbij we de dienstverlening van het Sociaal Huis op maat brengen van mensen in armoede. Voorbeelden: de onthaalbrochure, herschrijven van standaardbrieven in begrijpelijke taal. In het verleden heeft Toemeka met Marant samengewerkt rond toegankelijke teksten (beleidstekst Lieten, alcoholslot van de BIVV). > Advies geven bij procedures en vraagstellingen Voorbeelden: Marant bracht een bezoek aan Museum M over de toegankelijkheid en onthaal (in opdracht van Toemeka), vraagstuk rond alcohol in Café Combinne. Marant kan meewerken aan verbeterpunten in de hulpverlening van het Sociaal Huis. Geef ons een stem en laat onze mening meetellen, naast andere meningen bij het nemen van beslissingen > Rechtstreeks deelnemen aan werkgroepen over thema’s, aanpak, activiteiten. Voorbeelden: werkgroep d’Akkozje over criteria klantenkaart tweedehanswinkel, overleg over organisatie van de voedselbedeling, dialoog met de Voedselbank.
Reacties en dialoog > Advies van de doelgroep is een bijzondere meerwaarde. > Het is belangrijk om goede sleutelfiguren te hebben tussen Marant en het Sociaal Huis. Iemand moet dat ‘trekken’. >Advies is verrijkend, het is zinvol om de mening van de doelgroep mee te nemen in beslissingen. Het is belangrijk om de ‘lijnen’ uit te tekenen en op voorhand goede afspraken te maken. Advies is niet bindend. > We moeten als Marantgroep representatief zijn. <> ook andere groepswerkingen komen voor advies in aanmerking (jongerengroepswerking, de groep met anderstalige cliënten,…), niet enkel de groep van Marant. > We moeten als Sociaal Huis pro-actief werken. Met onze hulpverlening naar buiten treden. Mensen mogen niet wachten met naar een OCMW te komen tot het te laat is. > Naar het OCMW komen blijft voor heel veel mensen een hoge drempel. Je hebt hiervoor partners nodig (kinderopvang, scholen, artsen, …) We moeten manieren zoeken om het OCMW buiten de muren te brengen. Besluit van Koen Hermans > Er is een bereidheid om te werken rond de vrijetijdspas en concrete acties hierin op te nemen. > Mobiliteit – ‘er geraken’ – is een aandachtspunt. >Ronde het derdebetalerssyteem: werken met contracten en het opnemen van een informatieve rol. > Het blijven aanbieden van alternatieve hulp. > Er is een grote bereidheid om Marant een adviserende rol te geven. Marant wil ‘zijn stem laten horen’.