Protocol Wandelnetwerk Zeeland Deel II: Aanleg en herstel (infrastructuur) - ----------------------------------------
Versie 5.2 (definitief) Stichting Landschapsbeheer Zeeland Okt. 2010
------------------------------------------Inhoudsopgave
-------------------------------------------
blz: Inleiding
3
1:
Algemeen
4
2:
Definities en veiligheid
5
3:
Inventariseren wandelpad
13
4:
Instructie bewegwijzering
16
5:
Voorzieningen
31
6:
Gang van zaken rond het markeren
38
Bijlage 1
Identiteitskaart
40
Bijlage 2
Dierziekten
41
Bijlage 3
Opmeetformulier en gebruiksaanwijzing
43
Bijlage 4
Inventaris gereedschap
45
Bijlage 5
Telformulier verbruikte materialen
46
Met dank aan team “Infra” van SLZ voor hun vele goede ideeën en inzet, met hun hulp is dit Protocol tot stand gekomen. Anton en Arjan de Hulster
2
Inleiding
------------------------------------------In 2007 is SLZ gestart met de realisatie van het wandelnetwerk Zeeland. Het Kiekendiefpad was het eerste netwerk wat in dat jaar geopend is. Er volgen nog vele netwerken en ommetjes om uiteindelijk een min of meer gebiedsdekkend netwerk te vormen door heel Zeeland. Bij de bewegwijzering wordt gewerkt met het zogenaamde “knooppuntensysteem”. Deze handleiding heeft als doel om vrijwilligers en professionals te instrueren bij de aanleg (en beheer) van wandelnetwerken en ommetjes. U vindt hierin alle regels voor het gebruik van de verschillende tekens en worden praktische tips gegeven over het materiaalgebruik. Samen met het protocol is de markering als het ware het gezicht van een wandelnetwerk. Daarom is het niet alleen belangrijk dat de route duidelijk wordt aangegeven, maar ook dat de markering er verzorgd uitziet.
Leeswijzer: Het totale protocol bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Aanvraag en opzet project; dit onderdeel is bedoeld voor de projectleider, de medewerkers en de vrijwilligers die het project opzetten. (Dit onderdeel is nog niet gereed). 2. Aanleg en herstel van het wandelnetwerk; dit protocol. 3. Beheer wandelnetwerk: (dit onderdeel is nog niet gereed).
Knooppuntensysteem
3
------------------------------------------1:
Algemeen
------------------------------------------De markering van een wandelnetwerk en van ommetjes dient op een uniforme wijze te worden uitgevoerd, zo ontstaat er in heel Zeeland een wandelnetwerk wat herkenbaar en begrijpelijk is voor de wandelaar. Het moet dus in feite niet uitmaken waar je wandelt, want alles is op de zelfde wijze uitgevoerd. De markering en de voorzieningen worden sober gehouden, dus geen extra fratsen. En het aantal bordjes zo veel mogelijk beperken. De gebruiker van dit protocol dient zich dus aan de gemaakte afspraken te houden volgens de richtlijn van het protocol. In de praktijk kunnen zich situaties voordoen waarin het protocol niet heeft voorzien. Hierbij is het praktische inzicht van de bewegwijzering doorslaggevend. Het gaat er dan om dat de bewegwijzering helder is voor de wandelaar. Uiteraard moeten de voorzieningen zo geplaatst worden dat er een minimaal risico ontstaat op schade en letsel bij de recreanten. De meeste wandelaars bevinden zich in de leeftijdscategorie 40-60 jaar, dus zorg dat voorzieningen veilig zijn en test dat ook uit. Het is van belang dat voor alle werkzaamheden een ontheffing of bouwvergunning aangevraagd wordt en de persoon in kwestie dient dit formulier ten alle tijden bij zich te houden in het veld.
Veilige voorzieningen
4
------------------------------------------2:
Definities en veiligheid
------------------------------------------Wandelnetwerk: Het geheel van routes, paden, bebording en andere voorzieningen. Ook een kaart, een website en andere promotieactiviteiten behoren tot een wandelnetwerk Ommetje: Een ommetje is een locale route, meestal rond een dorp of bezoekerscentrum. Een ommetje kan een onderdeel vormen van een wandelnetwerk óf een eigen route volgen. Dit heeft er mee te maken hoe en wanneer het ommetje is ontstaan. Binnen een wandelnetwerk streven wij er naar om ommetjes zo veel mogelijk op te nemen in de routes, maar dit is niet altijd mogelijk. Bijvoorbeeld als het ommetje al bestaat maar te kleinschalig is, waardoor je veel extra (dure) knooppunten nodig hebt die te dicht op elkaar komen te staan. Ook kan het idee van het ommetje ontstaan nadat het netwerk al klaar is. Je kunt tussentijds het netwerk niet aanpassen, dus ook hier is een aparte bewegwijzering noodzakelijk. Ommetjes hebben vaak één looprichting welke beschreven is in een folder, bekenden kennen de route en zullen deze zonder markering ook de andere kant uitlopen. Knooppunt: De knooppunten zijn de oriëntatiepunten binnen het wandelnetwerk, je loopt van knooppunt naar knooppunt. Knooppunten worden genummerd volgens een bepaald raster, hiermee voorkom je dat de zelfde nummers dicht bij elkaar liggen en is vergissing uitgesloten. (in het wandelwereldje kennen we ook het systeem van z.g. “keuzepunten”, b.v. in het wandelnetwerk Twente. In dit systeem loop je een bepaalde route en kun je bij de keuzepunten overstappen op een andere wandeling. Iedere wandeling heeft een eigen kleur. Zie verder de brochure “Wandelnetwerken uit de knoop” van het Wandelplatform LAW). Route: Een route loopt over paden, wegen, dijken, weilanden, enz., binnen een wandelnetwerk loopt een route van knooppunt naar knooppunt. Knooppuntpaal (vierkante paal): Het kenmerk van deze paal is dat er dus altijd een knooppunt op zit (z.o.z. foto knooppuntpaal).Verder wordt deze paal voorzien van de pijltjes met nummers naar de volgende paal. Een knooppuntpaal is altijd van kunststof met uitsparingen, met daarop bijvoorbeeld: een sticker (rondje) voor een ommetje of een andere route, een gekleurde ommetjes of routepijl, een LAW pijl, een geografische pijl en/of een bordje met de naam van de eigenaar van het terrein (b.v. NM of particuliere Eigenaar). Tussenpaal (platte paal): Deze palen komen dus tussen de knooppunten. Wij passen deze palen zo min mogelijk toe omdat men al deze palen moet onderhouden, de voorkeur gaat daarom uit naar bevestiging aan bestaand straatmeubilair, maar soms zijn ze noodzakelijk omdat er niets anders is. De tussenpaal bevat altijd een bordje met pijl, daarnaast kan hierop een sticker worden aangebracht voor een ommetje of andere route: evt. een gekleurde ommetjes of routepijl, evt. een LAW pijl, evt. een geografische pijl en evt. een bordje met naam eigenaar terrein. De tussenpaal bevat dus bijna nooit een pijl met nummer, alleen in uitzonderlijke situaties is dit wel mogelijk, b.v. als knooppunten erg dicht bij elkaar liggen. Een tussenpaal is meestal van kunststof met uitsparingen. Bij het gebruikt in weiland met rundvee en paarden is het noodzakelijk om stevige houten palen te gebruiken, aangezien het vee de kunststofpalen afbreekt.
5
Bordje (schildje): Alle bordjes zijn schildjes met de maat 78 x 78 mm, deze passen in de uitparingen van de kunststofpalen. De schildjes hebben wel of geen gaatjes. Deze gaatjes zijn bestemd voor de bevestiging van z.g. “ruggetjes” of voor schroeven. De bordje bestemd voor de knooppuntpalen, dus de nummers met pijl én de knooppuntnummers, hebben geen gaatjes, deze worden verlijmd (zie foto). Ruggetjes (of beugeltjes): Deze zijn bestemd voor de bevestiging van de schildjes op metalen palen met klemband, soms worden ze ook op houten palen gebruik, maar dit is vaak overbodig.
Geen gaatjes
Twee gaatjes
Bordjes voor knooppuntenpalen, géén gaatjes, pijlen zónder nummer wel gaatjes i.v.m. universeel gebruik
Ruggetje
6
Knooppuntpaal: Bord
Omschrijving Knooppuntbord
Locatie op de paal, van boven naar beneden. 1ste uitsparing , weg zijde
Te gast bij of reflector strip*
1ste uitsparing: zijkant
Richting pijl met nummer
2de & 3de & 4 de uitsparing
Bord met sticker ommetje of route
Sticker links of rechtsonder op een bestaand bordje.
Geografische naam
5de uitsparing
+ kleine pijl of bordje Broedseizoen + alternatieve route
Thema ommetjes Aparte bewegwijzering
4e of 5e uitsparing
LAW of streekpad
5de uitsparing
* reflectorstrip plaatsen op palen welke (te) dicht op wegen staan
7
Voorbeelden van knooppuntpalen met bebording:
Volgorde nummers: van laag naar hoog
Volgorde nummers klopt niet
8
Tussenpaal: Bord
Omschrijving
Locatie op de paal, van boven naar beneden. 1ste uitsparing
Richting pijl zonder nummer
Linksaf
Rechtdoor
Rechtsaf
Bord met stikker
1e uitsparing
Kleurpijl thema ommetje
2e of 3e uitsparing
LAW of streekpad
3e uitsparing
Geografische naam + klein pijl, of bordje
2e of 3e uitsparing
Broedseizoen + alternatieve Route of reflectorstrip*
* reflectorstrip plaatsen op palen welke (te) dicht op wegen staan
------------------------------------------
9
Voorbeelden van tussenpalen met bebording:
Tussenpaal
(bordje te hoog op paal, gaat inscheuren)
Waar welke bordjes? Samenvatting: Knooppuntpaal Knooppuntbord Gele pijl met nummer Gele pijl zonder nummer Stikker op gele pijl Gekleurde pijl Geografische naam + klein pijl Bordje broedseizoen, alternatieve route, enz. Te gast bij … Bordje LAW
altijd altijd
Tussenpaal/andere paal nooit soms
nooit
altijd
Bij route
Bij route
Bij (thema) ommetje soms
Bij (thema) ommetje soms
soms
soms
soms bij LAW-route
Soms bij LAW-route
10
Bijzondere bordjes: Er zijn situaties waarbij bijzondere bebording noodzakelijk is; b.v. als een route tijdelijk gesloten is tijdens het broedseizoen. Hierbij wordt dan een alternatieve route aangegeven.
Start inventarisatie
11
Veiligheid Denk aan de volgende zaken: Veilig rijden met de bedrijfsauto/bus; bewust van je verantwoordelijkheid ook voor anderen Zit de aanhangwagen (indien in gebruik) goed vast (beveiliging en op de knop) Werken de lichten goed en zijn die niet vervuild (denk ook om de aanhangwagen) Zit de lading goed vast. Draag veiligheidsgordels. Neem ten minste vijf pionnen mee (liefst rood-wit) niet verkleurd ! Doe de magneettekst achter op de bus van "werkverkeer". Parkeer de auto/bus zo veilig mogelijk op of nabij de kruising waar je moet zijn. Zet de bus aan die kant van de weg waar je moet werken. Hinder het verkeer zo min mogelijk; creëer met je bus geen onoverzichtelijke situaties voor de weggebruikers. Denk om rakelings passerend verkeer en wees steeds op je hoede. Kijk zorgvuldig en liefst te veel bij het oversteken. Verlaat de gevaarlijke plek weer spoedig maar zonder overhaasten. Maak gematigd gebruik van knipperlichten rondom; dit kan ook nadelig zijn omdat het soms meer onrust geeft dan gewenst is. Plaats de pionnen vooral zorgvuldig. Gebruik vaker werkhandschoenen. Gebruik een veiligheidsbril, je hebt maar 2(?) ogen. Gebruik bij voorkeur veiligheidsschoenen. Loop altijd in de lichtreflecterende jassen of hesjes van SLZ (houdt deze kleren ook schoon). Kom uitgerust op het werk, pauzeer op normale tijden (en op veilige plekken); doe niet overhaast je werk. Werk goed samen en met onderlinge harmonie. Nooit telefoneren achter het stuur.
12
3:
Inventariseren van routes en paden
------------------------------------------Na het lezen van het protocol behoort het inventariseren tot de eerste werkzaamheden om een wandelpad uit te zetten. Hieronder volgen alle inventarisatie stappen in chronologische volgorde: Het inventariseren vormt de basis voor de uiteindelijke realisatie van de routes en paden. Het is van belang om alle elementen mee te nemen in de inventarisatie. Voor de inventarisatie is een formulier ontwikkeld: (zie bijlage 3 voor formulier en gebruiksaanwijzing). Kijk ook in hoofdstuk 4 voor de instructie bewegwijzering. 1) Loop de route met een aantal mensen zodat er een gezonde discussie ontstaat. Tijdens het lopen worden meestal knelpunten van allerlei aard zichtbaar, zoals afrasteringen en sloten waar je over heen moet. 2) Probeer voor de knelpunten oplossingen te vinden, zoals klaphekjes en overstapjes aanbrengen of een bruggetje over de sloot plaatsen. Verander de route als dergelijke oplossingen niet haalbaar zijn. 3) Rekening houden met het maaibeheer in de toekomst. De voorzieningen zo aanbrengen dat er een maaiskelter (1,5m. breed) doorheen kan. 4) Voor elk type element (bv. Een Trap), desbetreffende symbolen invoeren. (zie symbolenlijst) 5) Met behulp van een routekaart de elementen invoeren in een GPS. 6) Zoveel mogelijk gebruik maken van bestaande palen langs wegen en evt. in het veld.. 7) Bij waterschapswegen dienen de nieuwe palen te worden geplaatst op een afstand van minimaal 1 m uit de zijkant van de wegverharding en minimaal 0,6 m. uit de zijkant van een fietspad of ander pad (zie ook ontheffing wegbeheerder). In de praktijk gaan we uit van 1,8 m bij wegen en 1 m bij fietspaden indien daar voldoende ruimte voor is. Zet de palen zo veel mogelijk in één lijn met andere palen. 8) De locatie dient minimaal 1 m rondom de borden en palen vrij te worden gehouden. Het is echter wel van belang om de palen zoveel mogelijk te clusteren op een kleine ruimte. 9) GPS gegevens dagelijks invoeren op de computer. (MapSource) 10) De inventarisatie vormt uiteindelijk het bestek van een wandelnetwerk. Het bestek kan gebruikt worden voor: 1. Aanvraag ontheffing bij Waterschap Zeeuwse Eilanden, Gemeente, enz.. 2. Bestellen van materialen. 3. Basis bij aanleg. Symbolenlijst Klembord (op ronde metalen of houten paal) Paalbord (onze platte zwarte paal) Schroefbord (op afgeplatte houten paal)
Knooppuntpaal (vierkante paal) Boompaal 2,5 m met toegangsbord Brug Picknicktafel ( u kunt kijken voor een mooie plek). Klaphek Start-infobord Parkeerplaats Horeca / Restaurant / Café Overstapje Trap
13
Neem het volgende mee: Materiaal: 1) gps + kaartmateriaal 2) schrijfgerei 3) camera 4) pionnen 5) reserve AA batterijen voor de GPS of fototoestel PBM (Persoonlijke BeschermingsMiddelen) 1) verbandtrommel 2) veiligheidsjas van SLZ
Klembord aanbrengen op de straatpaal
palen clusteren naast bestaande palen
GPS met waypoint‟s
Geen veiligheidskleding
14
Situaties: Plaats van de bebording:
15
------------------------------------------4:
Instructie bewegwijzering
------------------------------------------Bewegwijzering Er bestaan drie markeringstekens: het knooppuntnummer, het pijlbordje met nummer en het blanco pijlbordje. Ommetjes worden met stipjes in verschillende kleuren aangegeven of met aparte kleurpijlen. LAW-routes hebben hun eigen bordjes (zie hoofdstuk 2: definities) Daarnaast zijn er 2 verschillende toegangsborden: “verboden voor honden en honden aan de lijn”.
Uitgangspunten Elke situatie is anders. Het is de taak van de markeerder om in elke situatie steeds een goede oplossing te vinden. Houd daarbij een aantal punten in het oog: Probeer een balans te vinden tussen een sobere, maar toch duidelijke markering. Werk netjes en zorgvuldig. Probeer bijvoorbeeld de markering voor twee richtingen zoveel mogelijk op één object te plaatsen. Houd rekening met de omgeving. De markering zo min mogelijk laten storen in het landschap en het mag geen schade veroorzaken aan bomen of andere eigendommen De markering wordt in twee richtingen aangebracht worden m.b.v. de pijltjes. (Bij “Ommetjes” zal de markering vaak alleen in één richting zijn) Een wandelaar moet de route kunnen volgen zonder kaart. Dat betekent dat de wandelaar op de markering moet kunnen rekenen. Breng dus voldoende maar niet te veel markeringstekens aan en wees daarbij consequent, dus in principe per kruising maar één markering aanbrengen per richting. Bij veel kruisingen op de route (b.v. bospaden) rechtdoor = géén markering aanbrengen, wel na gem. 0,5 km een herinneringspijltje, om aan te geven dat je nog op de goede route zit, b.v. bij een kruising. Soms is een situatie erg onoverzichtelijk (b.v. bij een veelsprong of een splitsing); dan ná de kruising nog een bevestigingsbordje aanbrengen.
Markering parallel aan looprichting
16
Zichtbaarheid De basisregel is dat de markering bij normale omstandigheden op een afstand van enkele tientallen meters te zien moet zijn. Bekijk voordat u de markering aanbrengt goed hoe de situatie ter plekke is. Bepaal wat de zichtlijn van de wandelaar is, wat het overzicht is bij de kruising of de afslag en kijk of er goede plekken zijn waar de markering aangebracht kan worden. Richt de markering op de wandelrichting. Dus geen markeringen parallel aan de looprichting plaatsen, die zijn vaak niet van een afstand zichtbaar (LAW markering rechtdoor staat wel parallel). Plaats bij een driesprong de markering langs de doorgaande weg (zie afb. blz. 15) anders loopt men de afslag voorbij, wandelaars úit de afslag kunnen niet verder en zullen op zoek gaan naar een aanwijzing. Vooral in drukbezochte gebieden is de markering vandalismegevoelig. Probeer de markering zo aan te brengen dat ze buiten bereik van vandalen, maar op „zichthoogte‟ van de wandelaar zijn (zie hoofdstuk 7: preventie vandalisme). Kijk voordat de tekens worden aangebracht of de plaats wel goed opvalt en goed verlicht is. Let er daarbij vooral op dat de plek niet aan het oog onttrokken kan worden door bijvoorbeeld begroeiing of geparkeerde auto‟s. Geschikte objecten zijn bijvoorbeeld: lantaarnpalen, palen van verkeersborden, hekpaaltjes, achterzijden van verkeersborden, transformatorkastjes en routepaaltjes. In bijzondere gevallen kan de markering ook op een alternatieve plaats aangebracht worden, zoals bijvoorbeeld op het wegdek. Zorg dat de markering zichtbaar is op de kruising en breng deze dus niét aan vóór de kruising. In tegenstelling met sneller verkeer bv. fietsers, staan wandelaars vaker stil om de omgeving in zich op te nemen, zij doen dit als ze al op de kruising staan.
Bordje achter gras, zoek andere locatie of gras regelmatig maaien.
17
------------------------------------------Palen
------------------------------------------Het wandelnetwerk werkt met een knooppuntensysteem; u loopt van het ene naar het andere knooppunt. Bij elk knooppunt is met een cijfer en een pijl aangegeven hoe u naar het volgende knooppunt loopt. Tussen de knooppunten is de te volgen route alleen met pijlen aangegeven. Er zijn 2 verschillende soorten palen. Het betreft de knooppuntpaal en de tussenpaal. De afmetingen van de palen zijn: Knooppuntpaal 2000 x 115 x 115 mm (hoogte x breedte x breedte) Ankerpen 300 x 10 mm (of 2 pennen van 200 mm) Tussenpaal 1750 x 100 x 40 mm (hoogte x breedte x breedte) Ankerpen 250 x 10 mm Knooppuntpaal en bordjes De knooppuntpaal wordt weergegeven als knooppunt op de kaart. Een knooppuntpaal wordt alleen gebruikt als routes elkaar kruisen (driesprong of viersprong). Op de knooppuntpaal wordt het knooppuntbordje bevestigd met de bijhorende pijlen met nummers naar de omliggende knooppunten. Werkzaamheden: Knooppuntpaal plaatsen zodat de paal van alle kanten, waar men van af komt, goed zichtbaar is. In bijzondere gevallen kunnen de knooppuntbordjes ook op een alternatieve plaats aangebracht worden, zoals bijvoorbeeld op een bestaande paal. Altijd geldt dat de terreineigenaar of -beheerder hiervoor toestemming gegeven moet hebben.
Knooppuntpaal
Tussenpaal Er zijn tal van situaties denkbaar waarin bovenstaande methodes niet voldoende werken. Zo kunnen er bijvoorbeeld geen geschikte objecten zijn om een pijl te plaatsen of kan het ondanks de pijl nog niet helemaal duidelijk zijn waar de route heen loopt. Het tussenpaaltje kan de uitkomst bieden als er geen andere bestaande palen aanwezig zijn. De bordjes op deze palen hebben meestal geen nummers.
18
Tussenpaal
------------------------------------------------------------------------------------Uitvoering 1) Werk met 2 personen. 2) Plaats de paal op een verantwoorde manier zodat de (maai)machines er goed langs kunnen. 3) Plaats de paal min. 1 m, maar bij voorkeur 1,8 m uit de wegverharding bij waterschapswegen, bij fietspaden is dit min. 0,6 m, maar bij voorkeur 1 m. 4) Plaats de paal op een overzichtelijke locatie zodat het duidelijk is voor de wandelaar. Bij twijfel een extra paal of bordje plaatsen. 5) Werk voorzichtig in bermen i.v.m. leidingen, dus altijd eerst prikken en daarna pas steken. 6) Plaats met behulp van een spade en grondboor de paal incl. ankerpen. 7) Plaats de paal 80 cm diep. 8) Zet de paal waterpas. 9) Gooi wat losse stenen boven de ankerpen, hierdoor wordt het veel moeilijker om de paal er uit te trekken. 10) Stamp de grond en stenen bóven de ankerpen goed aan, bij voorkeur met de ronde kop van het stootijzer. 11) Op vandalisme gevoelige plaatsen: breng cement aan rond de paal (één baal). Neem het volgende mee: Materiaal: 1) knooppuntpaal 2) tussenpaal 3) stalen ankerpennen
-
2000 x 115 x 115, 20 uitsparingen + ankerpen 1740 x 100 x 40, 4 uitsparingen + ankerpen 250 én 300 mm x 10 mm
Gereedschap: 1) 1 grondboor dikte 8 cm 2) 1 grondboor dikte 12 cm 3) 1 spade 4) 1 hamer 5) 1 houten hamer (sleg) 6) 1 waterpas 7) 1 kunstof prikker 8) 1 Stootijzer met beitel en ronde kop PBM 1) 2) 3) 4) 5)
verbandtrommel veiligheidsjas veiligheidshandschoenen veiligheidsbril pionnen
19
------------------------------------------Richting bordjes
------------------------------------------Bordjes plakken Aan de hand van het knooppuntnetwerk kunnen de bordjes op de knooppuntpalen en tussenpalen geplakt worden. Let op: 1) Route vanuit alle looprichtingen bewegwijzeren als dit voor de zichtbaarheid noodzakelijk is, (je kunt hier dus evt. vanaf wijken om bordjes te besparen) 2) Voor gebruik en plaats van de bordjes op de paal: zie hoofdstuk 2 definities. 3) Bij aanbrengen van nummers oplopend nummeren, dus het laagste nummer bovenaan (2e uitsparing). 4) Uitsparingen vooraf reinigen met wasbenzine. 5) Vanaf de bovenste uitsparing beginnen met plakken. 6) Voldoende kit aanbrengen in de uitsparingen, maar niet op de plaats van de gaatjes (zie foto) 7) Bordje stevig aandrukken op de paal, na aandrukken moet de hele uitsparing gevuld zijn, de kit begint er dan aan de zijkant uit te komen. 8) Bordje evt. schoonmaken met wasbenzine. 9) Palen welke (te) kort op de rijweg staan: reflectorstrip aanbrengen in bovenste zijvakjes naast knooppunt nummer; paal rechts van rijrichting: rood, paal links van rijrichting wit. (nieuw) Neem het volgende mee: Materiaal 1) knooppuntbordje 2) pijlbordje 3) Wasbenzine + doek Gereedschap 1) kitpistool PBM‟s 1) verbandtrommel 2) veiligheidsjas 3) veiligheidshandschoenen 4) veiligheidsbril 5) pionnen
20
Bordje wordt gekit
Zorg voor voldoende kit
Goed aandrukken en bordje recht zetten
Verdeling kit na aandrukken: genoeg/te weinig
21
Richtingpijl zonder nummer Het pijlbordje geeft de richting aan waar de route heen loopt. De vuistregel is dat er voor het aangeven van een richtingverandering altijd minimaal twee pijlbordjes gebruikt worden (beide kanten bewegwijzeren). Het pijlbordje wordt m.b.v. een band aan een bestaande paal bevestigd. Bijvoorbeeld op een verkeerspaal. Plaats op de afslag een pijlbordje. Let er daarbij op dat de pijl geen verwarring veroorzaakt voor wandelaars uit de tegenovergestelde richting. Plaats om de (maximaal) 0,5 km. een pijl om aan te geven dat de wandelaar nog steeds op de juiste route loopt. Hiervan mag afgeweken worden als er, zoals bijvoorbeeld op een lange grasdijk of op particulier terrein, geen mogelijkheden zijn om te markeren. Plaats ná het oversteken van een onduidelijke kruising een extra pijl waar de wandelaar zou kunnen twijfelen over de juiste richting.
Klembordjes gereedmaken De toegangsbordjes worden zonder beugeltje geleverd en het is van belang om sommige bordjes te bevestigen aan het beugeltje. Deze werkzaamheden gebeuren in de werkplaats van SLZ. 1) Werk met 2 personen. 2) Controleer dat de gaatjes van de bordjes corresponderen met de gaatjes van het beugeltje. 3) Verwijder evt. aanwezige folie van de beugeltjes. 4) Controleer of de kit niet verhard is, anders punt verwisselen. 5) Breng de kit aan op de buitenrand van het beugeltje. 6) Bevestig het bordje met 2 popnagels op het beugeltje. 7) Laat de kit eerst drogen voordat u de bordjes opbergt, de natte kit kan alles besmeuren. Neem het volgende mee: Materiaal: 1) (gedrags)bord 2) beugeltje 3) popnagel 4) kit
-
pijlbordjes 50 mm breed en gedragsbordjes 80 mm breed dikte 4 mm, aluminium Zwaluw hybrifixsuper 7
Gereedschap: 1) kitpistool 2) reserve punten 3) popnageltang 4) schroevendraaier 5) ijzerzaagje PBM 1) verbrandtrommel 2) veiligheidshandschoenen 3) veiligheidsbril
22
lijmen klembordjes
------------------------------------------------------------------------------------Klembordjes aanbrengen In veel gevallen worden de bordjes aangebracht met een klemband op metalen palen. Dit geeft de voorkeur omdat het systeem stevig is en de bordjes kunnen op bestaande palen aangebracht worden. Een ander voordeel is dat je in de toekomst weinig tot geen onderhoud hebt aan dit systeem. Bij houten palen kan men de bordjes ook schroeven, mits het goed word uitgevoerd is dit ook een goed systeem (zie hier onder). 1) Werk bij voorkeur met 2 personen. 2) Lees de gebruiksaanwijzing bij de tang! 3) Gebruik altijd een veiligheidbril, de band kan onverwachts losschieten of breken en is erg scherp. Gebruik evt. dunne handschoenen bij het aantrekken van de band, deze is erg scherp aan de zijkant (werken met handschoenen is wel lastiger). 4) Maak gebruik van bestaande objecten zoals lantaarnpalen of z.g. flessenpalen. 5) Hoe dikker de paal, hoe steviger de bevestiging, bij dunne palen gaan de bordjes vaak schuiven. 6) Bij dunne palen eerst tape aanbrengen op de plaats van de band, dit voorkomt schuiven. 7) Plaats de bordjes op ongeveer 2 m. hoogte indien dit mogelijk is, vooral in stedelijke gebieden. 8) 1 persoon houdt de band vast en de 2de persoon bevestigt het bordje met een klemtang. 9) Controleer de positie van het bordje voordat je de band strak zet. 10) Trek de band aan totdat het beugeltje begint te vervormen, stop dus tijdig. Bij het terugbuigen van de band, de tang ½ slag lossen. Bij te hard aantrekken gaan de wanden van het ruggetje wijken en de gleuven scheuren open.
23
Neem het volgende mee: Materiaal: 1) pijlborden 2) verbodsbord 3) tespa 4) klemband 5) klemmetjes
-
Stainless Steel - 0,5 inch 12,0 mm Regular band – 12,7 mm
Gereedschap 1) kitpistool, kit, reservepunten 2) hamer met platte kop 3) waterpomptang 4) ijzerzaagje 5) trapje 6) klemtang PBM‟s 1) 2) 3) 4) 5) 6)
verbandtrommel veiligheidsjas veiligheidshandschoenen veiligheidsbril pionnen markering op auto “werkverkeer”
Geen veiligheidsbril
24
Schroefbordjse op houten paal Vraag evt. toestemming aan eigenaar paal. Methode 1 (na toestemming eigenaar): 1. Paal inzagen en afvlakken. 2. Gebruik z.g. ééntoerschroeven. Methode 2 Gebruik beugeltje met klemband, dit is wel duurder.
Paal niet ingezaagd
Bordje op boom
25
------------------------------------------Startpaneel - Informatiebord
------------------------------------------Een startpaneel geeft d.m.v. een overzichtkaart informatie over het gehele netwerk. Deze kan worden geplaatst op strategische punten: begin- en eindpunten, dorpskernen bij stations of op drukke recreatieve punten. Informatiepanelen staan bij interessante plaatsen waar iet over wordt verteld. Let bij de plaatsing op de volgende zaken: 1. Is er vergunning of toestemming van eigenaar/beheerder? 2. Plaats het paneel met kaart in een logische positie t.o.v. de routes, dus je kijkt naar het noorden (noord is boven in de kaart). 3. Geeft met een pijl of de paal aan waar de route begint. 4. Let op aanwezigheid van geparkeerde auto‟s, deze kunnen het zicht op het paneel onttrekken. 5. Zorg dat de lezer veilig staat t.o.v. het verkeer. 6. Hoogte van de borden (zie hier onder) a. kantelpaneel laag: bovenkant bord 120 cm boven maaiveld (verticaal), de leeshoogte is dan ong. 1,00 m,: b. kantelpaneel hoog: bovenkant bord 180 cm boven maaiveld (verticaal), de leeshoogte is dan ong. 160 cm,: c. enkel bord: bovenkant bord 200 cm boven maaiveld, de leeshoogte is dan ong. 180 cm.
26
Kantelpaneel laag, grootte bord: A2
Formaat bord bxhxd incl. frame.
: 59,4 x 42 x 0,6 cm.
Lengte palen In de grond Bovenkant paneel
: 2,0 meter : 80 cm. : 120 cm boven maaiveld
Kantelpaneel hoog, grootte bord: A1 Formaat bord bxhxd incl. frame.
: 83,5 x 69,5 x 0, 6 cm
Lengte palen In de grond Bovenkant paneel
: 2,60 cm : 80 cm. : 180 cm boven maaiveld
(bord te hoog, kantelen gaat moeilijk)
Enkelbord, grootte bord: A1
Formaat bord bxhxd incl. frame.
: 83,5 x 69,5 x 0, 6 cm.
Lengte palen In de grond Bovenkant paneel
: 3,0 meter : 80 cm. : 200 cm boven maaiveld
27
Toegangsbord (“hondenbord”) Er zijn twee types toegangsbordjes om de wandelaar te informeren over de toegangsregels bij particulier terrein: “honden verboden” en “honden aan de lijn”. Plaats de bordjes aan de twee ingangen van het particulier terrein. Bij meerdere eigenaren gelden meestal de zelfde toegangsregels, dus dan twee borden per cluster eigenaren plaatsen. Let bij de plaatsing op de volgende zaken: 1. Overleg met de eigenaar over de plaats van het bord, het bord mag niet in de weg staan voor grote landbouwmachines, anderzijds eist het Waterschap een afstand van min. 0,5 m uit de insteek van de sloot. Soms is dit niet mogelijk en wordt het bord toch meer in de slootkant geplaatst of b.v. op een dam. 2. Bij weiland kun je het bord soms bevestigen aan een bestaande paal of een biels, dit heeft de voorkeur, t.o.v. een aparte paal, maar zorg er voor dat het bordje goed leesbaar is (hoogte). Bij een vlakke ondergrond wordt het bordje geschroefd. 3. Gebruik stevige boompalen: maat 250 x 10-12 cm. 4. Bij overstapjes functioneert deze paal gelijk als vasthoud paal, zorg er voor dat de bordje dan niet in de weg zitten. 5. Breng een ankerpen aan in de paal met een lengte van 30 cm 6. Zet de palen 80 cm diep 7. Breng het bordje aan met klemband, zorg dat de ronding van de paal het bordje in het midden niet raakt, anders trek je de rug los van het bordje.(zie foto)
28
Gelijmde rug wordt van bord getrokken!
Afwijking van het protocol!
29
Bordje broedseizoen Bevestig het bord onder het toegangsbord
Bordje werkzaamheden Bevestig het bord onder het toegangsbord
30
------------------------------------------5:
Voorzieningen
------------------------------------------Voor het toegankelijk maken van het boerenland hoeven vaak maar kleine maatregelen aangebracht te worden; een brug over een sloot, een overstapje over een raster of een klaphek bij de toegang van het land. Waterloop: Bij een waterloop zijn er 3 verschillende opties waaruit gekozen kan worden: Brug voordeel: nadeel:
Dam voordeel:
nadeel: Trekvlot voordeel: nadeel:
-brug kan functioneren als sluis tegen b.v. mountainbikes en crossmotoren. -het aanleggen van een brug is erg kostbaar en het vraagt in de toekomst veel onderhoud. -moeilijker voor de maaiskelter om de brug te passeren. -goedkoop en WZE verzorgt het maaibehee.r -maaiskelter kan over de dam rijden. -duurzaam. -geen sluis aanwezig, evt. hek plaatsen.
-een trekvlot is erg geschikt voor het passeren van breed water. -het aanleggen van een trekvlot is erg kostbaar en het vraagt in de toekomst veel onderhoud. -maaiskelter kan het vlot niet passeren.
Raster Een overstap is een goedkope oplossing om een wandelaar over een raster te sturen. Het is van belang dat de maaiskelter er door heen kan. Indien nodig kan een Franse dam geplaatst worden zodat de maaiskelter er door heen kan. Een Franse dam is een raster die makkelijk open en dicht gemaakt kan worden. Maaibeheer Tijdens de aanleg rekening houden met de maaiskelter. De machinebreedte van de maaiskelter is 120 cm en zij heeft een gewicht van ong. 400 kilogram. FSC hout: Tijdens de werkzaamheden wordt er gewerkt met hardhout. Het is van groot belang dat er wordt gewerkt met FSC hout. FSC-hout of producten moeten altijd herkenbaar zijn, ofwel door het FSCkeurmerk op het product, ofwel door de vermelding van het FSCcertificeringsnummer op de documentatie (offerte, factuur). Mondelinge mededelingen van leveranciers, aannemers, etc. dat het bij hun producten om FSC-hout gaat, zonder tastbaar bewijs, hebben geen waarde. Ook alleen een kopie van een certificaat (van bos of bedrijf) bewijst niet dat het om FSC-hout gaat, omdat het certificaat bij een bedrijf hoort en nooit bij een product of partij hout. Wanneer u het certificaatnummer en bijbehorende bedrijf wilt controleren, vindt u de laatste stand van zaken op http://www.fsc-info.org/.
31
------------------------------------------------------------------------------------5.1:
Brug
1) 2) 3) 4) 5)
Locatie inventariseren, meet de breedte en hoogte van de watergang op. Maken afspraak met loonwerker(s) in het veld (offerteaanvraag). Aanvragen ontheffing Waterschap. Plaatsen brug na goedkeuring van de projectleider. Voordat met het plaatsen van de brug wordt begonnen, moet de waterloop ter plaatse van en over een afstand van 1 meter van weerszijden van de te leggen brug worden voorzien van een deugdelijke oevervoorziening bestaande uit hardhouten palen (bij voorkeur Robina). 6) Onder de brug het talud afwerken met schraal beton of plastic met meerdere lagen. 7) Er mogen geen palen of jukken in het natte profiel van de waterloop worden geplaatst. 8) De breedte van de brug bedraagt minimaal 1,50 meter en de brug wordt voorzien van deugdelijk leuningwerk.
Brug bij bergweg te Nisse
32
------------------------------------------------------------------------------------5.2:
Dam
1) 2) 3) 4) 5)
Locatie inventariseren, breedte en hoogte v/d watergang opmeten. Afspraak maken met loonwerker(s) in het veld (offerteaanvraag). Ontheffing Waterschap aanvragen. Na goedkeuring v/d projectleider dam plaatsen. In de aan te leggen dam moeten 1 á 2 stuks betonbuizen type Mof-Spie, inwendig 500 millimeter, worden gelegd tot de gezamenlijke lengte van 4,80 meter. 6) Voordat de buizen worden gelegd, dient de in de waterloop aanwezige modder, c.q. slappe grond te worden verwijderd en te worden vervangen door zand. 7) De buizen moeten horizontaal in een rechte lijn en in de as van de waterloop worden gelegd en door middel van rubberringen sluitend aan elkaar worden verbonden. 8) De buizen worden gelegd met de binnen onderkant van de buisleiding op het niveau van de gedolven slootbodem. 9) De buizen dienen zodanig te worden gelegd dat de mof tegen stroomrichting van het water wordt gelegd. 10) Pas nadat de bovengenoemde werken door de opzichter van het waterschap zijn opgenomen en goedgekeurd, wordt de waterloop aangevuld met schone grond die voldoet aan de eisen die gesteld worden in het Besluit bodemkwaliteit (geen puin of afval), waarbij de taluds van de dam, onder helling van 1:1,5 worden afgewerkt.
Schets buis
33
------------------------------------------------------------------------------------5.3:
Overstap
1) Locatie inventariseren en hoogte v/h bestaande raster opmeten. 2) 2 overstapjes gebruiken als het raster hoger is dan 80 cm. 3) Boompaal (2,5 m) tegen het raster plaatsen en vervolgens kunnen de overige palen geplaatst worden. (aan de boompaal komen evt. bordjes) 4) 1ste dekplank komt op 25 á 30 cm hoogte en evt. 2de dekplank op 50 cm. 5) Dekplank waterpas bevestigen m.b.v twee hout draaibouten, planken vooraf inboren voor kop houtschroef) 6) Totaal 3 versterkinghoeken aanbrengen m.b.v. 8 kruiskopschroeven. Neem het volgende mee: Materiaal: 1) 1 stuks boompaal 2) 2 stuks halve boompaal 3) 2 stuks hout draaibout 4) 3 stuks versterkingshoek5) 24 stuks plaatschroef 6) 1 stuks dekplank -
2,50 m 1.25 m AVZ 10 x 100 4321 KVP.25 RVS CK 3,5 x19 lengte 100 cm x breedte 15 cm
Gereedschap: 1) 1 stuks grondboor dikte 10 cm 2) 1 stuks grondboor dikte 12 cm 3) 1 stuks spade 4) 1 stuks hamer 5) 1 stuks houten hamer (sleg) 6) 1 stuks nijptang 7) 1 set dopsleutel dopsleutel 7 8) 1 stuks accuboormachine + 2 volle accu‟s 9) kruiskop, platte kop en voldoende boortjes + center boor voor boutkop 10) 1 stuks beitel 11) 1 stuks kettingzaag 12) 1 stuks waterpas 13) PBM 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
verbandtrommel veiligheidsjas veiligheidshandschoenen zaagbroek zaaghelm zaagschoenen oorkappen veiligheidsbril
34
-------------------------------------------------------------------------------------
Schaal berust niet op de werkelijkheid
Overstap met kruis
Hier staat geen boompaal
35
*Fouten: -overstap te hoog, -bord te laag,- weidepaal te dicht achter overstap, geen beugels.
------------------------------------------------------------------------------------5.4: 1) 2) 3) 4)
Franse dam Locatie inventariseren en hoogte v/h bestaande raster opmeten. 2 boompalen plaatsen en afhankelijk v/d afstand meerdere weidepaaltjes plaatsen. Schapenraster plaatsen en goed opspannen. Schapenraster m.b.v. een ijzerdraad bevestigen aan de boompaal.
Neem het volgende mee: Materiaal: 1) 2 stuks boompaal 2) 3 stuks stuks weidepaal 3) 5 meter schapengaas Gereedschap: 1) 1 stuks grondboor 2) 1 stuks grondboor 3) 1 stuks spade 4) 2 stuks hamer 5) 1 stuks houten hamer (sleg)
2,50 meter lang 1,80 meter lang licht ursusgaas type Bekaert 100/16, h. 1m.
dikte 7 cm dikte 10 cm
36
6) 7) 8) 9)
1 stuks nijptang 1 stuks beitel 1 stuks kettingzaag 1 stuks waterpas
PBM‟s 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8)
verbandtrommel veiligheidsjas veiligheidshandschoenen zaagbroek zaaghelm zaagschoenen oorkappen veiligheidsbril
5.5:
Schelpenpad
5.6:
Banken en tafels
37
--------------------------------------------6:
Gang van zaken rond het markeren
------------------------------------------Toestemming om te markeren In principe wordt de toestemming om te mogen markeren voor de gehele route van tevoren geregeld. Ook de verschillende eisen of wensen die terreinbeheerders stellen aan de markering is van tevoren vastgelegd. De voorman stelt daarvan de vrijwilligers op de hoogte en geeft ze kopieën van de toestemmingsbrieven. Identiteitskaart Vrijwilligers die de markering verzorgen zijn in het bezit van een identiteitskaart (zie bijlage 1) van SLZ. Neem deze tijdens vrijwilligerswerk mee. Ook is het goed kopieën van de verleende vergunningen bij de hand te houden. Sommige vrijwilligers nemen ook algemene informatie mee over het wandelpad. Verwijderen oude markering Na een routewijziging moet de oude markering geheel verwijderd worden zodat er geen verwarring kan ontstaan over de juiste route. Stickers kunnen, afhankelijk van de ondergrond, verwijderd worden met een scherp mesje of krabbertje. Klembordjes kunnen met behulp van een ijzerzaag of ijzerschaar verwijderd worden. Hulp van een ervaren vrijwilliger Om de kneepjes van het vak snel onder de knie te krijgen is het een goed om mee te werken met een ervaren vrijwilliger. Preventie vandalisme: Vooral in de beginperiode na aanleg worden de voorzieningen soms vernield. Mogelijk valt het dan meer op en is het nieuw in de omgeving. Met name in stedelijke gebieden en langs drukke wegen is er meer vandalisme. Hoewel je dit dus niet altijd kunt voorkomen, hebben wij wel een aantal maatregelen genomen: Zorg voor duurzame materialen en goede bevestiging, vernielers gaan vooral af op zaken die makkelijk te slopen zijn, zoals stikkers, losse borden en palen. Door het gebruik van de klembandbordjes i.p.v. stickers is het vernielen sterk afgenomen, de bordje worden bij voorkeur op een hoogte geplaatst (min 2 m in stedelijke gebieden) dat je er moeilijk bij kunt en geen kracht kunt zetten. De dikte is 2 mm aluminium. Verlijmen van alle borden, mits goed aangebracht, voorkom je dat de borden worden dubbel gebogen of verwijderd. Aanbrengen van extra schroeven op vandalisme gevoelige plaatsen. Verankering palen: alle palen worden verankerd, dus zowel de kunststof palen als de houten palen waar een toegangsbordje op komt. Het anker steekt ong. 10 cm aan beide zijden uit de paal. Op het anker komen stenen en deze worden goed aangeklopt. Op gevoelige plaatsen worden knooppuntpalen verankerd met cement. (Houten palen in weiland worden niet verankerd, deze zuigen zich na verloop van tijd vast, de enige vandalen zijn de koeien of paarden). Aanbrengen van een antigraffiti laag op de panelen. Plaatsing van panelen en banken op plaatsen waar enig toezicht is; b.v. in de omgeving van eetgelegenheden of woningen, of op plaatsen waar bijna alleen wandelaars komen. Bij schroeven, bij voorkeur één toer schroeven gebruiken. (roestvrij staal).
38
Krasbestendig!
Extra schroeven
39
Bijlage 1
Identiteitskaart
Aan: Geïnteresseerde Goes, …………. 2009 Betreft: Behandeld door: Telefoon:
wandelnetwerk “……………………..” Arjan de Hulster 0113 – 230936
Geachte lezer,
Stichting Landschapsbeheer Zeeland is bezig om een wandelnetwerk uit te zetten in de “………………………”. Onze medewerkers (of stagiaires of vrijwilligers) gaan op stap met het benodigde materiaal om deze voorzieningen aan te brengen. In de bijlage ziet u de ontheffing voor het plaatsen van diverse voorzieningen langs waterschapswegen in ………………………. ten behoeve van het aanbrengen van dit wandelnetwerk. Heeft u nog vragen of wilt u meer weten over dit wandelnetwerk, dan kunt u contact opnemen met SLZ, tel. 0113-230936. U kunt ook een e-mail sturen naar:
[email protected]
Met vriendelijke groet,
Arjan de Hulster Projectleider wandelpaden
Ravelijn de Groene Jager 5, 4460 AR Goes
40
Bijlage 2
Dierziekten
Veel ondernemers zijn huiverig om hun land open te stellen voor wandelaars vanwege het overbrengen van dierziektes. Toch is de kans hierop zeer klein als de algemeen geldende “hygiënemaatregelen op agrarische bedrijven ”worden nageleefd. Alleen als er sprake is van zeer besmettelijke ziekten, moeten boeren wandelaars weren. Vaak legt de overheid dan al maatregelen op. In onderstaand tabel staat een aantal dierziekten met onder meer de manier van verspreiding. De verschillende typen ziekten zijn onderverdeeld in aangifteplichtige zeer besmettelijke virusziekten (lijst A ziekten), die grote schade op kunnen leveren voor de sector en algemene besmettelijke dierziekten (lijst B ziekten), die voornamelijk op bedrijfsniveau voor problemen zorgen. Een andere bekende ziekte is BSE. Wandelaars kunnen dit echter niet verspreiden, want dit gebeurt door besmet voedsel.
41
Neosporen zijn parasieten die abortus bij koeien kunnen veroorzaken. Deze parasieten kunnen door honden worden verspreid. Onderzoek toont echter aan dat met name boerderijhonden voor verspreiding zorgen en huishonden niet. Dit komt omdat boerderijhonden veel vaker dan huishonden drager zijn van deze parasiet.
42
Bijlage 3
Opmeetformulier: gebruiksaanwijzing + inventarisatielijst
Gebruiksaanwijzing opmeetformulier Met de pen in te vullen Onder "project" wordt ingevuld (het deel van) het ommetje / het wandelnetwerk De regel eronder de opgeslagen naam van het document incl. datum en uitvoerder. Volgnr.: het nummer dat bij in inmeten op het GPS-apparaat als eerste verschijnt. Aanduiding: bij voorbeeld lantarenpaal nr …. ; verkeersbord voetpad; op brug, enz. Stip: Op het pijlbord te plakken stip voor de KNBLO of ommetje; niet voor LAW. Klembord: Het GPS-symbool is ook blauw; te bevestigen met ijzeren band met behulp van de "vastbindmolen"; aanbrengen op bestaande verkeerspalen of ronde houten palen (bij voorbeeld ook op "hondenpalen" - zie verderop) RD: Pijltje rechtdoor (op meer plekken in de tabel) aantal invullen RA: Pijltje rechts af (op meer plekken in de tabel) aantal invullen LA: Pijltje links af (op meer plekken in de tabel) aantal invullen Paalbord: Het GPS-symbool is ook groen; een paalbord is een zwart plat paaltje dat moet worden ingegraven; invullen het aantal paalborden. Pl: Betekent "paal" ; aantal palen invullen dat geplaatst moet worden (op meer plekken in de tabel); X = staat er al; 1 = te plaatsen (aantal); -1 = te verwijderen (negatief) Schroefbord: Het GPS-symbool ik ook rood; pijlen (zonder rug) met enkeltoers-schroeven vastzetten op platte houten bielzen of balken; bij voorbeeld hoekpalen van weideafzettingen; palen van bruggen en hekken; deze palen staan er al. Knooppunt: De vierkante zwarte paal die moet worden ingegraven. Nr.: Het nummer van het knooppunt volgens onze kaart. RD / RA / LA: Betekenis zie hierboven. Hier niet het aantal pijlbordjes invullen, maar per stuk het cijfer dat op het pijltje moet komen staan; zet een accolade vooraan de regel om aan te geven dat het om één opmeting gaat. Toegang/Honden: Hier moet een bord worden geplaatst in circa A4-formaat, te bevestigen met twee klembanden; in bijzondere omstandigheden kan (zonder rug) op een bestaande platte biels of balk het bord worden vastgeschroefd. Paal: Hier moet een lange kastanjehouten paal komen; in te vullen het aantal (1) soms kan het ook op een goede bestaande paal worden bevestigd; dan bij paal X invullen. Nee: Het desbetreffende bord met "honden verboden"; invullen het aantal borden Lijn: Het desbetreffende bord met "honden aan de lijn" invullen het aantal borden Brug: Er ligt een brug = X. Brug te plaatsen = 1. Bank: Er staat een bank = X. Bank te plaatsen = 1. Hek: Er staat een hek = X. Hek te plaatsen = 1. Start Info: Hiermee wordt bedoeld het grote informatiebord (pooster-formaat) met een de kaart van de desbetreffende wandelroute; dit is meestal het (of een) startpunt. Parkeer: Er is een parkeerplaats aanwezig = X Horeca: Er is een horeca gelegenheid in de buurt (ong.200 m max.) = X Overstap: Er is een overstap = X. Overstap te plaatsen = 1 Fotonrs. Betekent de nummers die de foto's hebben volgens de gebruikte digitale camera (af te lezen op het fototoestel). Nadere bewerking in de pc: a. De regelhoogte (alleen onder de kop) wordt verkleind. b. De geschreven tekst wordt ingetypt c. De totalen worden automatisch (formule in te voeren) berekend d. Onder "GPS coördinaten" worden deze uit het GPS-apparaat overgezet; kolom definiëren als tekst (anders vallen de eerste nullen weg; kolommen horizontaal centreren; typen 3 cijfer dan spatie volgende drie cijfers; kolom automatisch aanpassen aan benodigde breedte. e. Vóór het afdrukken percentuele verkleining aanpassen opdat het in de breedte op één vel past.
43
44
Bijlage 4
Inventaris gereedschap
Mee te nemen gereedschap, elk team een set hiervan Permanent nodig gereedschap: Grondboor maat 8 Grondboor maat 10 Grondboor maat 12 Grote vierkante houten sleg Spade met rechte steelstand Slagijzer met brede kop
Te plaatsen: Vierkante zwarte knooppuntpalen Platte zwarte doorverwijspalen Lange ronde houten palen Borden "honden verboden" Borden "honden aan de lijn" Genummerde knooppuntpaal-pijlen Doorverwijspijlen op rug RA Doorverwijspijlen op rug LA Doorverwijspijlen op rug RD Doorverwijspijlen RA Doorverwijspijlen LA Doorverwijspijlen RD Doorverwijspijlen idem 6 hierboven in rood of andere kleur (ommetjes)
Snoeischaar Langsteelsnoeischaar Heggeschaar Kleine beugelzaag Gebogen handzaag Elektrische boor met reserveaccu IJzer-borenset Bitjes-set Lange centerboor maat 12 Centerboor maat Rol(len) klemband "ruitertjes" Vastbindmolen Popnageltang Popnagels maat 4-10
Bijzondere bordjes (apart te bekijken) Plakstippen voor bijz. routes Start- en informatiepanelen
Materiaal overstapjes (per overstap): Korte ronde houten palen 2x Treeplank 1x Lange ronde houten paal 1x IJzeren steunhoekjes 3x RVS kruiskopschroeven 24x Bouten maat Centerboor maat
Schroevendraaierset Hamer met platte achterzijde IJzerzaag + losse zaagbladen Stevige waterpomptang Houtbeitel middel-breed combinatietang Grote klauwhamer Knijptang Waterpas
Dopsleutelset voor de bouten
Verbruiksgoederen: Kruiskopschroeven RVS Enkeltoersschroeven RVS krammen
Zonnepet /-hoed Kaartmateriaal Uitgewerkte opmeetstaten GPS-apparaat Blanco opmeetstaten Aantekeningen papier Ballpoint Mobiele telefoon Leesbril Veiligheidsbril Veiligheidsjas (koud weer) Werkhandschoenen Veiligheidhesje (warm weer) 8 wegmarkeerpionnen Markering "Werkverkeer" Veiligheids(wandel)schoenen Verbanddoos
Snelbeton Watervat (met water)
Bedrijfsauto Aanhangwagen (?)
"Keuken"-trapje Kitkanon Speciale kit Wasbenzine Keukenrollen Soms nodig gereedschap: Gras- / takkenhark
45
Bijlage 5
Tellijst verbruikte materialen Wandelnetwerk Zeeland Ommetjes en trajecten Zeeland
Project:
(RD = recht door; RA = rechts af; LA = links af; M = middel lang; L = lang) Materiaal
datum:
datum:
datum:
datum:
datum:
5 10 15 20 25 5 10 15 20 25 5 10 15 20 25 5 10 15 20 25 5 10 15
Klembord RD Klembord RA Klembord LA Plakbord RD Plakbord RA Plakbord LA Schroefbord RD Schroefbord RA Schroefbord LA Platte zwarte paal Knooppuntpaal Ronde houten paal; M Ronde houten paal; L
Totaal 20
25
Overstapje plank Overstapje 2 paaltjes Overstapje steunpaal Honden nee; klem Honden lijn; klem Honden nee; schroef Honden lijn; schroef
47