Jaargang 14 nr. 2 november 2013 In dit tweede nummer in 2013 wetenschappelijk nieuws over slapen, ADHD & borstvoeding en huid-op-huidcontact. Ook volop aandacht voor marketing en sponsoring van de kunstvoedingfabrikanten én de nieuwe belangrijke folder ‘Weegpunten voor het omgaan met sponsoring’ van de Landelijke Borstvoedingsraad. Andere wetenswaardigheden en natuurlijk de laatste gecertificeerde zorginstellingen.
Enquête Zorg voor Borstvoeding
IN DIT NUMMER:
Zoals gemeld in onze vorige Goed Gevoed bereiden wij een onderzoek voor over onze dienstver- · lening. Zorg voor Borstvoeding werkt continu aan de kwaliteit van haar organisatie. In december of januari wordt de website vernieuwd en er staan nog meer veranderingen op stapel. Dit alles is bedoeld om het proces van certificering van hoge kwaliteit en betaalbaar te houden. Om uw mening en inbreng mee te nemen, zal in de maand december een digitale enquête worden gehouden onder zorginstellingen. Uw mening en ideeën zijn belangrijk voor ons. Hartelijk dank alvast voor uw medewerking!
Verschil tussen moedermelk en kunstmatige zuigelingenvoeding
·
· · · · · ·
· [foto: Archief ZvB}
Borstvoeding geven is meer dan alleen de overdracht van moedermelk. Maar omdat de samenstelling van moedermelk wél voor veel vrouwen een reden is te kiezen voor het geven van borstvoeding, is het goed in de voorlichting duidelijk te maken dat het verschil met kunstmatige zuigelingenvoeding enorm is. Om nog maar te zwijgen over de gevolgen van deze verschillen…
· · · · ·
Een link die goed duidelijk maakt dat kunst· voeding niet kan tippen aan moeder natuur: http://tensteps.org/pdf/whats-in· breastmilk.pdf [foto: Voedingscentrum]
Enquête Zorg voor Borstvoeding Verschil tussen moedermelk en kunstmatige zuigelingenvoeding Voor uw agenda WHO Code en gratis kunstmatige zuigelingenvoeding Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding Uitgelicht Slapen Huid-op-huidcontact belangrijk voor het omgaan met problemen met aanhappen Kunstvoeding risicofactor voor ADHD Wetenschappelijke onderbouwing van de Vuistregels Proficiat! Wist u dat... Omgaan met sponsoring van kunstvoeding Nogmaals: Richtlijn Voedselovergevoeligheid’ Symposium ‘Borstvoeding op z’n best’ Uit de kunst
VOOR UW AGENDA
De Samenwerkende Borstvoedingorganisaties (SBO) organiseren op donderdag 25 september 2014 in de Reehorst te Ede Hét borstvoedingcongres 2014. Prijs bij voorinschrijving € 125,00 Gerenommeerde sprekers uit binnenen buitenland zullen op het congres hun kennis over borstvoeding delen.
Foto: [Babybytes.nl]
Accreditatie voor verpleegkundigen, verloskundigen en lactatiekundigen is aangevraagd. Hét borstvoedingcongres 2014 benadrukt de onvervangbare waarde van borstvoeding voor het kind en de ouders. Zorgverleners spelen een belangrijke rol in de begeleiding van borstvoeding en zij dragen eraan bij dat steeds meer kinderen moedermelk krijgen. Kennis van zaken is daarbij onmisbaar. Tijdens Hét borstvoedingcongres 2014 komen uiteenlopende aspecten van borstvoeding aan bod, waarmee opnieuw wordt voorzien van actuele borstvoedingsinformatie. Kijk voor meer informatie op www.borstvoeding.nl. Vanaf januari 2014 is het mogelijk om u in te schrijven. Ook te volgen op twitter via #borstvoedingnl.
2
WHO Code en gratis kunstmatige zuigelingenvoeding Bij de laatste twee uitgaven van het blad ‘Kraamsupport’ was een folder bijgesloten van Nutricia. De folder is bedoeld voor kraamverzorgenden die, volgens Nutricia, moeders wat ‘extra zekerheid’ in de kraamperiode willen bieden tijdens het opstarten van de borstvoedingperiode. Wanneer de kraamverzorgende haar gegevens invult en de aanvraag verstuurt, krijgt zij proefverpakkingen thuisgestuurd om mee te nemen naar de gezinnen. Als de voeding niet snel genoeg op gang komt en de kraamvrouw onzeker is, is het een ‘goede service’ als de kraamverzorgende de voeding snel beschikbaar heeft, is de gedachte die door de makers van de folder wordt geopperd. Hier wordt ingespeeld op de servicegerichtheid van de kraamverzorgende en het brengen van ontspanning in het kraambed door het probleem op te lossen met kunstvoeding. Hier is geen sprake van bijvoeding op medische indicatie!! Dit is een schending van zowel de WHO Code als de Warenwetregeling Zuigelingenvoeding die zeggen dat gratis of goedkoop leveren van kunstvoeding aan instellingen in de gezondheidzorg is niet toegestaan. Instellingen, die het WHO/UNICEF certificaat Zorg voor Borstvoeding voeren, hebben in hun beleid opgenomen dat zij zich conformeren aan de WHO Code. Kraamverzorgenden in dienst van een dergelijke instelling dienen zich aan dit beleid te houden. Ook ZZP-ers behoren te werken volgens het beleid van de instelling waar zij hun diensten aanbieden. Maar het is natuurlijk niet alleen het werken volgens de WHO Code en het vastgestelde beleid. De achterliggende gedachte is dat de kraamverzorgende met het verlagen van de drempel naar kunstvoeding in deze gevoelige fase van het opstarten van de borstvoeding dit proces kan tegenwerken. De thuisgestuurde proefvoedingen komen in een verpakking van 90 milliliter per voeding. Pas aan het einde van de kraamtijd is de maaginhoud van de baby maximaal vijftig milliliter. De hoeveelheid per voeding die de proefverpakking suggereert, is zeker de eerste dagen te veel waardoor de kans bestaat dat de baby overvoed wordt en daardoor weer langer tijd tussen borstvoedingen laat. Nog belangrijker is dat de moeder optimaal begeleid wordt. Aan de noodzaak tot bijvoeden gaat veelal een heel proces vooraf: problemen bij aanleggen, een baby die niet (goed) aan de borst gaat, melkproductie die niet snel genoeg op gang komt. In deze situaties is het van belang dat de moeder begrijpt hoe het borstvoedingsproces werkt, dat zij goede begeleiding krijgt bij het starten met afkolven, in eerste instantie met de hand, zodat productie wordt gestimuleerd en er bijvoeding in de vorm van melk van de eigen moeder voorhanden is. Wanneer dit tot onvoldoende succes leidt, kan de verloskundige bijvoeding indiceren, waarna eventueel kunstvoeding kan worden gekocht.
[foto: BFHI UK]
[foto: v.d. Zanden]
Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding Sinds januari 2012 is de Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding online. In deze richtlijn wordt de preventie en aanpak van borstvoedingsproblemen met wetenschappelijke onderbouwing uiteengezet. Er is een mogelijkheid om te reageren op de richtlijn en al deze commentaren worden verzameld. Doel Bij begeleiding en ondersteuning van borstvoeding zijn veel verschillende zorgaanbieders betrokken. De borstvoedingketen begint bij de ouders zelf en loopt via de verloskundige, zorgaanbieders in ziekenhuizen, de kraamzorg en huisartsen tot en met de jeugdgezondheidszorg. Gebleken is dat deze zorgverleners in de keten soms tegenstrijdige informatie en adviezen geven. Dit leidt tot verwarring, die het zelfvertrouwen aantast. En het leidt ook tot verschillen in succespercentages en belevingen van moeders. Deze richtlijn is in eerste plaats opgesteld voor zorgverleners. Het doel van deze richtlijn is het bevorderen van de multidisciplinaire aanpak [foto: Lilian Wirken] van borstvoedingsproblemen bij moeder en kind zodat zij eenduidige begeleiding krijgen en [foto: Archief ZvB] ondersteund worden in een prettige en succesvolle borstvoedingsrelatie. Een behoorlijk aantal organisaties, die betrokken zijn bij de begeleiding van borstvoeding, hebben deze richtlijn geaccordeerd. Hierdoor heeft de richtlijn een breed draagvlak en kan als zodanig in alle geledingen van de zorg geïmplementeerd worden. Op dit moment zijn nog een aantal belangrijke partijen om tafel om ook hun handtekening onder de richtlijn te zetten. Karin Tiktak, IBCLC, heeft namens de NVL¹ sinds september 2012 het dagelijks beheer op zich genomen. Zij maakt deel uit van de beheergroep waarin het Voedingscentrum, de KNOV, de NVL en de V&VN zitting hebben. Zij verzamelt alle commentaren en voegt aangeboden relevant wetenschappelijk onderzoek toe. Bepaalde discussiepunten en ontbrekende onderwerpen worden meegenomen in het programma voor officiële herziening van de richtlijn. Daarbij wordt de EBRO² methode gehanteerd. Doelgroep Jeugd- en huisartsen, specialisten (gynaecologen en kinderartsen), jeugd- en kinderverpleegkundigen, verloskundigen, lactatiekundigen, kraamverzorgenden, maar ook apothekers, hiv-behandelaren en diabetesverpleegkundigen worden uitgenodigd de site te bezoeken. We pleiten ervoor dat genoemde professionals, en ook ouders, kinderdagverblijven, diëtisten, logopedisten en vrijwilligers van de borstvoedingsorganisaties conform deze richtlijn gaan werken. Er is een mogelijkheid de site te linken met een speciale button. Inhoud Elk onderwerp heeft een vaste opbouw, bestaande uit advies, toelichting, literatuur en discussie. Er zijn een drietal onderwerpen die de basis vormen, te weten huid-ophuidcontact, voeden op verzoek en starten met borstvoeding. Daarna volgen de deelrichtlijnen op alfabetische volgorde. Een greep uit deze deelrichtlijnen: hypoglycemie, borstontsteking, korte tongriem, candida, pijn bij borstvoeding en weegbeleid. Tenslotte is er uitgebreide informatie beschikbaar over anatomie/fysiologie, gezondheidseffecten en voorlichting. Zie verder: www.richtlijnborstvoeding.nl ¹NVL: Nederlandse Vereniging van Lactatiekundigen ²EBRO: Evidence Based Richtlijnontwikkeling
UITGELICHT
Boekje ‘Borstvoeding’ Het boekje ‘Borstvoeding Informatieboekje voor de zwangere vrouw, de borstvoedende moeder en haar partner’, geschreven door verloskundige-lactatiekundige Tineke de Backer, is in herziene versie beschikbaar voor organisaties die hun cliënten goede voorlichting willen geven over borstvoeding. Het boekje is zowel in het Nederlands als in het Engels verkrijgbaar voor € 1.90 incl. BTW. Te bestellen via de webwinkel van Drukkerij Verweij: http://drukkerijverweij.nl/news.asp? id=878
Boek ‘Keurmerken, certificaten en kwaliteitsverklaringen in de zorg’. Het WHO/UNICEF certificaat Zorg voor Borstvoeding zal worden opgenomen in het boek ‘Keurmerken, certificaten en kwaliteitsverklaringen in de zorg’ van het Nationaal ICT Instituut in de zorg (Nictiz) en het Kwaliteitsinstituut van het College van Zorgverzekeraars. In het binnenkort te verschijnen boek staan bijna 80 kwaliteitsverklaringen; hieronder vallen o.a. waarborgen, keurmerken, certificaten, erkenningen en zegels die relevant in het domein Zorg-ICT. Het kwaliteitsinstituut, onderdeel van het College voor Zorgverzekeringen (CVZ), was enthousiast over de inventarisatie van het Nictiz en dit heeft geleid tot het besluit om het boek samen met het Kwaliteitsinstituut uit te brengen.
3
Wetenschap Slapen Helen Ball stelt in haar artikel dat kersverse ouders al snel geconfronteerd worden met een verstoord eigen slaapritme omdat dit niet overstemt met de biologie van hun baby. Verwachtingen van ouders blijken niet altijd realistisch. De omgeving vraagt of de baby al doorslaapt, wat als een te behalen doelstelling wordt opgepakt. Daarom is het belangrijk dat zorgverleners een nauwkeurig taalgebruik hanteren. Een slaappatroon waarbij dag en nacht duidelijker omlijnd worden, begint pas rond drie maanden te ontstaan en de lichaamsklok rijpt pas tussen de zesde en twaalfde maand. Aan het nachtelijke wakker worden is vaak geen touw vast te knopen. Het heeft dus geen zin hier een pathologisch patroon of slaapprobleem in te ontdekken. Alles hangt er vanaf hoe gewoon ouders het vinden dat een jonge baby (een aantal keren) ’s nachts wakker wordt. Ouders hebben vooral concrete informatie nodig over het feit dat het slaappatroon biologisch geleid wordt door het rijpingsproces in het eerste levensjaar en dat er grote individuele verschillen zijn. Manieren om het slaappatroon van baby’s te manipuleren of om baby’s te trainen om zelf opnieuw in te slapen werden bij oudere kinderen al ruimschoots onderzocht. Het effect ervan wordt in twijfel getrokken of blijkt van voorbijgaande aard. Voor pasgeboren is slaaptraining totaal zinloos. Zorgverleners moeten ouders vooral ondersteuning geven bij het inzien van de redenen van hun eigen ongemak en informeren hoe ermee om te gaan. Helen Ball legt er de nadruk op dat het geen zin heeft de borstvoeding te stoppen, want eenmaal gestopt hebben moeders ook niet meer het rustgevend effect van het nachtelijke voeden om verder te slapen. Ball geeft aan dat er nog veel te onderzoeken is: het effect van slaapjes overdag, hulp bij de verzorging door de partner en prioriteit van slapen ten opzichte van andere activiteiten. BMJ2013:346: f2344 doi:10.1136/bmj.f2344
[foto: Archief ZvB]
Huid-op-huidcontact belangrijk voor het omgaan met problemen met aanhappen De Zweedse onderzoekers Svensson en collega’s onderzochten het effect van huid-ophuidcontact op het aanhappen van baby’s (leeftijd 1-16 weken) die hier moeite mee hadden. De ene groep baby’s had huid-op-huidcontact met de moeder terwijl de andere groep aangekleed was. Uit dit onderzoek bleek dat de baby’s, die huid-op-huidcontact met de moeder hadden, sneller goed aanhapten en ook langer goed bleven drinken aan de borst dan de baby’s die aangekleed waren. Bovendien zorgde huid-ophuidcontact voor lagere cortisol niveaus (minder stress). Wat betreft de moeders: huid-op-huidcontact hing samen met meer positieve emoties en minder pijn tijdens het borstvoeden. Dit onderzoek is gepubliceerd in het International Breastfeeding Journal in maart 2013. Geschreven door Anouk Scheres, gastrecensent, medewerker Developmental Psychology, Radboud University Nijmegen.
4
Kunstvoeding risicofactor voor ADHD Het is al bekend dat kunstvoeding een risicofactor is voor het ontwikkelen van ziektes als oorontsteking en aandoeningen aan de luchtwegen. Recent onderzoek heeft laten zien dat kunstvoeding ook een risicofactor is voor het ontwikkelen van Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD). Dr. Aviva Mimouni-Bloch van de Faculteit Geneeskunde aan de Tel Aviv Universiteit deed samen met haar collega’s een retrospectieve studie waarin ouders van drie groepen kinderen werd gevraagd naar hun geschiedenis van borstvoeding: (1) kinderen met de diagnose ADHD; (2) broertjes en zusjes van diegenen met ADHD; (3) een controlegroep van kinderen zonder ADHD en zonder een genetische dispositie voor ADHD. De onderzoekers toonden aan dat kinderen, die op de leeftijd van 3 maanden kunstvoeding kregen, een risico hadden op ADHD dat 3 maal zo hoog was dan dat van kinderen die borstvoeding kregen op deze leeftijd. En omgekeerd was het zo dat van de kinderen met de diagnose ADHD een lager percentage borstvoeding had gehad dan van de andere kinderen: slechts 43% van de kinderen met ADHD kreeg op de leeftijd van 3 maanden borstvoeding, vergeleken met 73% van de controlegroep en 69% van de broertjes/zusjes. Op de leeftijd van 6 maanden waren deze percentages 29% voor [foto: BFHI UK] de ADHD groep, 57% voor de controlegroep en 50% voor de broertjes/zusjes groep. Dit laatste is een opvallende bevinding: vaak maken moeders gelijke voedingskeuzes voor hun kinderen. Deze bevindingen suggereren echter dat dit niet altijd het geval is en dat mogelijk het temperament van de kinderen met ADHD meespeelde in het proces van borstvoeding/kunstvoeding geven. De resultaten van dit onderzoek werden gepubliceerd in Breastfeeding Medicine in augustus 2013. Soortgelijke bevindingen werden in 2012 gepubliceerd in het Journal of the American College of Nutrition door Dr. Shamberger van het King James Medical Laboratory in Cleveland, Ohio. Uit een epidemiologische dataset van het Center for Disease Control (CDC) naar voeding met miljoenen kinderen bleek een sterk verband te bestaan tussen kunstvoeding en ADHD. Het gebruik van kunstvoeding op de leeftijd van 3 maanden en ook op de leeftijd van 6 maanden was een duidelijke risicofactor voor het ontwikkelen van ADHD op latere leeftijd. De onderzoekers concluderen dat moedermelk componenten bevat die tegen ADHD beschermen. Een correctere interpretatie, ervan uitgaande dat borstmelk de norm is, zou zijn dat kunstvoeding componenten bevat of juist onderdelen mist, die het risico op ADHD verhogen. Deze studies zetten andere onderzoekers hopelijk aan om het verband tussen voedingskeuze en ADHD verder uit te zoeken, en prospectief onderzoek is gewenst. Een dergelijk prospectief onderzoek werd recentelijk gepubliceerd door onderzoekers van de Vrije Universiteit te Amsterdam. Groen-Blokhuis en collega’s toonden met een grote dataset met duizenden deelnemers aan dat het gebruik van kunstvoeding een voorspeller is van hyperactiviteit op de leeftijd van 3 jaar. Dit onderzoek werd in juli 2013 gepubliceerd in het American Journal of Medical Genetics. Geschreven door Anouk Scheres, gastrecensent, medewerker Developmental Psychology, Radboud University Nijmegen.
Wetenschappelijke onderbouwing van de Vuistregels UNICEF UK heeft een document uitgegeven waarin de gehele certificeringprocedure, met de daarbij behorende wetenschappelijke onderbouwing is opgenomen. Het stuk is geschreven met de situatie in Groot Brittannië als referentiekader, maar de onderzoeken waarop de vuistregels zijn gebaseerd komen van gezaghebbende bronnen. Zeer de moeite waard om te lezen: http://www.unicef.org.uk/ Documents/Baby_Friendly/Research/ baby_friendly_evidence_rationale.pdf
Proficiat! Deze hadden jullie nog tegoed van eind 2012; het Westfriesgasthuis (Hoorn) en Zaans MC (Zaandam) behaalden voor zowel kraam- als kinderafdeling het certificaat. In het eerste half jaar 2013 ging ook de vlag uit op beide afdelingen in het VieCuri ziekenhuis (Venlo) , het Sint Lucas Andreas, het Reinier de Graafgasthuis (Delft) en VUmc (Amsterdam). Dat brengt de stand op 76 gecertificeerde ziekenhuizen in Nederland. Bij de recertificeringsaudit van Thebe Kraamzorg werd ook het borstvoedingsbeleid bij Kraamhotel Livive (Tilburg) beoordeeld en kon het certificaat worden toegekend.Onze hartelijke felicitaties.
5
5
WIST U DAT... Britse moeders krijgen geld voor borstvoeding
Foto: [Lonneke Smits]
Britse moeders, die hun baby het eerste half jaar borstvoeding geven, kunnen daarvoor 200 pond (€ 238) in bonnen krijgen. In gebieden waar het percentage moeders dat hun kind zelf voedt het laagst is, begint het komende half jaar een proef om hen op die manier over te halen. Als dat succesvol blijkt, wordt de methode volgend jaar landelijk ingevoerd. De proef begint in delen van Sheffield en Chesterfield, waar slechts een kwart van de moeders kiest voor borstvoeding. Landelijk is dat 55 procent. Om de 200 pond in bonnen te verdienen, moeten de vrouwen het halve jaar volmaken. Wie de eerste zes weken zelf voedt, verdient 120 pond in bonnen, die inwisselbaar zijn in supermarkten en kledingwinkels. Verloskundigen en gezondheidswerkers moeten controleren of de vrouwen zich aan de afspraak houden. Verschillende onderzoeken tonen aan dat het krijgen van borstvoeding bijdraagt aan het opbouwen van de weerstand van een baby. Volgens de BBC is het geven van geld als het gaat om gezondheidskwesties niet nieuw. Eerder beloonde de overheid het al om niet te gaan roken en om af te vallen. Bron: NU.nl/ANP
6
Omgaan met sponsoring van kunstvoeding Zorgprofessionals die met aanstaande en jonge ouders werken, hebben ook te maken met producenten van kunstvoeding. Dat roept soms vragen op. Wat is wel en niet toelaatbaar? De Landelijke Borstvoedingsraad (LBR) biedt hulp met de folder ‘Weegpunten voor het omgaan met sponsoring’. Individuele overweging De Weegpuntenfolder van de LBR maakt zorgprofessionals bewust van de kaders waar zij rekening mee moeten houden bij hun overweging. De weegpunten zijn gebaseerd op de Warenwetregeling Zuigelingenvoeding en de WHO Code en juridisch getoetst. Wat in de wet staat, geldt voor iedereen en is een minimum vereiste om aan te voldoen. Daarnaast zijn er eigen morele normen om mee te nemen in ieders afweging en eventuele gedragscodes van de beroepsvereniging. Met de wettelijke kaders als vertrekpunt, maken individuele zorgverleners aan de hand hiervan uiteindelijk hun eigen keuze. Weegpuntenfolder bestellen Het Voedingscentrum participeert in de Landelijke Borstvoedingsraad. De Weegpuntenfolder is via de webshop van het Voedingscentrum gratis (enkel tegen verzendkosten) te bestellen: www.voedingscentrum.nl/webshop. Bestellen kan met een professionals account per bundel van vijftig folders. Zorgprofessionals die nog geen account hebben, kunnen dit aanvragen via de webshop. Kijk voor uitgebreidere informatie over sponsoring en de wet- en regelgeving op www.borstvoedingsraad.nl. Het IJsselland Ziekenhuis hecht grote waarde aan de zorg rondom borstvoeding; op 26 april organiseerde het ziekenhuis haar vijfde (tweejaarlijks) landelijke symposium ‘Borstvoeding op z’n best’.
Er waren interessante sprekers vanuit verschillende disciplines (kinderarts, verpleegkundig specialist, lactatiekundige, kraamzorg en borstvoedingorganisatie La Leche League) die de zorg rondom borstvoeding bij prematuren bespraken. De zes presentaties zijn te vinden op http://www.ysl.nl/het-ziekenhuis/nieuws/ nieuwsberichten/artikel/1096/
Nogmaals: Richtlijn Voedselovergevoeligheid In onze vorige uitgave belichtten we ons standpunt ten aanzien van deze nieuwe richtlijn voor de Jeugdgezondheidszorg. Zorg voor Borstvoeding bepleit een zorgvuldige implementatie van de richtlijn met aandacht voor het individuele kind, zodat de vervroegde introductie van bijvoeding niet algemeen op alle baby’s van toepassing wordt. Het Voedingscentrum heeft op haar site een genuanceerd advies geformuleerd voor de professional: http:// www.voedingscentrum.nl/professionals/ gezondheidszorg/consultatiebureaus2/ introductie-van-bijvoeding.aspx. Ook voor ouders is informatie in dezelfde lijn op de site te vinden: http://www.voedingscentrum.nl/nl/mijnkind-en-ik/eerste-hapjes/hoebeginnen.aspx http://www.voedingscentrum.nl/nl/mijnkind-en-ik/eerste-hapjes/maand-voormaand.aspx
Uit de kunst Gerda van Pijkeren, een van onze senior auditoren, nam uit de Hermitage in Sint Petersburg de ansichtkaart (rechts) mee van een detail uit het schilderij ‘de heilige familie’ van de Nederlandse schilder Joos van Cleve (1464- circa 1540) Bij het zoeken naar meer informatie over het schilderij bleek dat Joos van Cleve meerdere versies van zijn favoriete onderwerp schilderde. Op de versie in de Hermitage zien we een staand Christuskind. De Maria Lactans is het symbool van God’s liefde voor de mensheid. In het Currier Museum in Manchester hangt een andere versie. Van Cleve voegde hier een panorama van het landschap toe. Joseph, de pleegvader, leest buiten het raam een boek. Op de versie in het Metropolitan Museum of Art in New York (1513) een drinkend kind aan de borst. Het wijnglas en de fruitschaal symboliseren de wederopstanding van Christus en het offer dat hij met zijn leven gaf voor de mensheid. Ook de National Gallery in Londen en de Academy of Fine Arts in Wenen bezitten een schilderij van Van Cleve’s favoriete onderwerp.
Goed Gevoed © Nieuwsbrief van de stichting Zorg voor Borstvoeding Stichting Zorg voor Borstvoeding (1996) implementeert het WHO/ UNICEF Baby Friendly Hospital Initiative in Nederland. Postbus 2047, 2930 AA KRIMPEN AAN DE LEK Tel 0343 59 13 19 / 0180 52 64 45 E-mail:
[email protected] Website : www.zorgvoorborstvoeding.nl (ook voor online bestellen) Zorg voor Borstvoeding is telefonisch bereikbaar op werkdagen van 9.00 uur tot 15.00 uur