Verrijkingsonderwijs Door het geven van verrijkingsonderwijs bieden wij leerlingen met specifieke talentaccenten extra uitdagingen. Deze uitdagingen liggen op verschillende terreinen en zijn uiteenlopend van aard.
Verrijkingsonderwijs wordt gegeven in verrijkingsgroepen met verschillende thema’s. Elke groep wordt geleid door een orthopedagoge, leerkracht en/of vakman/vakvrouw. De lessen worden wekelijks in kleine groepen gegeven. De groepen worden klassendoorbrekend samengesteld. De school stelt de groepen samen en de ouders worden hierover per e-mail ( IB/ directie/ leerkracht)geïnformeerd. Wilt u het verrijkingsonderwijs financieel ondersteunen? Dat kan. Graag zelfs. Elke bijdrage is welkom op Bankrekeningnummer: 13.87.29.050 t.a.v. Stg. VS. Athena. Vermeld erbij dat het een gift voor de Parcivalschool is. Belastingtechnisch is dit bedrag als gift aftrekbaar. Wilt u zelf een groep begeleiden en een extra taal geven of hebt u een talent dat u met onze leerlingen wilt delen, laat het ons weten wellicht kunt u dan ook een groep onder uw hoede nemen. Contactpersoon is de directeur, Betty Tjerkstra. De verrijkingsgroepen werken met verschillende thema’s. De thema’s zijn onder andere: vanuit het leer- en vormingsgebied taal: een extra vreemde taal,‘Nieuwsbegrip’ . Vanuit het leer- en vormingsgebied rekenen/ wiskunde: Wiskunst . Vanuit het leer- en vormingsgebied Kunst: kunstzinnig werken en muziek. Vanuit het leer- en vormingsgebied handvaardigheid: Handig specifiek leergebied voor hoogbegaafden: leren leren. Hieronder worden de thema’s nader uitgewerkt. Een extra vreemde taal Door middel van het geven van een tweede of derde vreemde taal bieden wij leerlingen die
specifieke talentaccenten op het gebied van taal hebben een extra uitdaging. We geven De les wordt gegeven aan enkele leerlingen van klas 2, 3, 4, 5 en 6. Tijd: Wiskunst
Door middel van het vak wiskunst geven wij leerlingen die specifieke talentaccenten hebben op het gebied van rekenen en wiskunde, verrijkingsstof in de vorm van wiskunst. Wiskunst is speciaal bedoeld voor kinderen in de klassen 4, 5 en 6. Tijdens wiskunst werken de kinderen met Somplextra, Wiskunde als verrijking en uit Wisschrift. In de onderwerpen van Somplextra komen wiskunde, kunst en computergebruik samen. De lessen zijn wekelijks in de klas. Kunstzinnig werken Kunstzinnig werken wordt wekelijks op maandag gegeven aan twee groepen kinderen met specifieke talentaccenten op het gebied van tekenen, schilderen en boetseren. Marleen Lammers (kunstzinnig therapeut) geeft deze lessen. Er zijn twee groepen en in elke groep zit een leerling van klas 1 t/m 6. Tijdens de lessen laten we kleur en sfeer tot ons spreken, spelen en bewegen we met lijn en kunnen echt iets neerzetten in klei. In de lessen laten we ons inspireren door de tijd van het jaar en de bijbehorende jaarfeesten. Bij het kunstzinnig werken gaat het niet zozeer om het resultaat. Belangrijker is het om met plezier kunstzinnig bezig te zijn! De lessen zijn op maandag. Groep 1: 11.00-11.45 uur. Groep 2: 11.45- 12.30 uur. Handig Door middel van het project Maak je eigen boek bieden wij leerlingen de mogelijkheid om kennis te maken met het vak boekbinden en zo een eigen boek te maken. In dit boek is voldoende ruimte om de eigen belevenissen op te schrijven. Het vouwen van het papier, het naaien, het vastzetten van het naailint, overlijmen, Kapitalen, in de band zetten, persen en drogen, opensnijden, schrijven en illustreren; het komt allemaal aan bod. De groepen worden gevuld met leerlingen uit klas 3 . Start: vanaf januari. In de klas per groepje. Leren leren In ons verrijkingsonderwijs krijgen (hoog)begaafde kinderen de mogelijkheid contact te leggen met zowel (hoog)begaafde (in de verrijkingsgroepen) als niet-hoogbegaafde kinderen (in de klas).
Alle (hoog)begaafde kinderen van klas 1 t/m 6 krijgen 1,5 uur per week les van een specialist. Dat gebeurt in groepjes van 6 tot 12 kinderen. Er is aandacht voor het ontwikkelen van metacognitieve vaardigheden, zoals het vindingrijk (creatief) en hoger denken (analyseren, synthetiseren, evalueren). Er wordt uitdagende leerstof aangeboden. En hoogbegaafde kinderen kunnen op het gebied van hun interesses en talenten werken op hun eigen niveau. De specialist besteedt aandacht aan zelfstandig werken, sociale vaardigheden, ‘leren leren’ en eigen onderzoeken en filosoferen. Deze les bestaat uit vaste activiteiten: Aan het begin van een les oefenen de kinderen leerstrategieën door een breinbreker te kraken en verder maken de kinderen een werkblad met een logisch denkprobleem. Daarna worden spellen gedaan en coöperatieve werkvormen ingezet, leer- en ervaringsactiviteiten besproken, die al ondernomen of uitgevoerd zijn. Filosoferen aan de hand van een boek De genoemde werkwijzen zijn niet uniek. Ze worden ook veelvuldig in het Nederlandse onderwijs toegepast. Leerlingen worden gestimuleerd om over hun eigen grenzen heen te gaan. Ze leren onderscheid te maken tussen verschillende manieren van denken en die – door de ingezette coöperatieve werkvormen – te herkennen bij zichzelf en anderen. Zo krijgen ze vat op hun sterke én minder sterke kanten. Er zijn vier groepen: Leerlingen van klas 1 en 2 krijgen gezamenlijk op vrijdag les van Feitse Gerritsen. Leerlingen van klas 3 en 4 krijgen gezamenlijk op dinsdag les van Gijs Toebes. Er zijn twee groepen op de dinsdag. Leerlingen van klas 5 en 6 krijgen gezamenlijk op donderdag les van Krista den Hertog.
Selectie van leerlingen Definitie Voor het selecteren van hoogbegaafde kinderen wordt de definitie gebruikt, zoals die door Renzulli, een Amerikaanse specialist hoogbegaafdheid, in 1978 is geformuleerd: “Hoogbegaafde kinderen worden gekenmerkt door hun interactie op taakgerichtheid en/of motivatie, creatieve (vindingrijke) vermogens en bovengemiddeld intellectueel niveau.” Stappen in de selectie De school hanteert de volgende drie stappen bij het selecteren van (hoog)begaafde kinderen. 1 Nominatie Leerkrachten, ouders in de oudergesprekken, ouders in gesprek met directie, directie kunnen een leerling noemen om in aanmerking te komen voor deelname. Daarbij gaat speciale aandacht uit naar kinderen die moeilijk te selecteren zijn, zoals onderpresteerders. In de zorggesprekken (zorggroep) worden deze kinderen besproken. Nominatie is risicovol, omdat er een sfeer van veiligheid, gelijkwaardigheid, acceptatie en begrip moet zijn bij leerlingen, ouders en leerkrachten.
2 Verzameling van gegevens Er worden allerlei gegevens bekeken die reeds verzameld zijn: CITO toetsgegevens, observaties, testgegevens, klassenbezoeken, leerkrachtrapport, inventarisatielijst van ouders, SCOL, schoolprestaties, voorbeelden van werk van het kind en de visie van het team. 3 Terugblik en aanbeveling In de pedagogische vergadering en in de zorggroep kunnen de volgende aanbevelingen worden gedaan: Doorgaande plaatsing in het reguliere klassenprogramma, met mogelijkheden voor verrijkingsstof. Vraag naar meer informatie. Bijvoorbeeld: meer individuele of groepsbeoordelingen en observatie in verrijkende situaties. Plaatsing in de groep voor verrijkingsonderwijs hoogbegaafde kinderen. Waarom zouden we eigenlijk een aangepast onderwijsaanbod willen verzorgen voor hoogbegaafde kinderen? Als hoogbegaafde kinderen niet worden geselecteerd en begeleid, kunnen moeilijkheden optreden als onderpresteren, lastig of onaangepast gedrag, voortdurend om aandacht vragen, verlies van spontaniteit, terugtrekken, depressieve gevoelens. Kinderen hebben recht op onderwijs dat bij ze past. Daarbij kunnen de talenten waarover hoogbegaafde kinderen beschikken Nederland helpen een economisch en technologisch hoog ontwikkeld land te blijven. In de Nederlandse economie wordt een groot beroep gedaan op inventiviteit, creativiteit en het vermogen om nieuwe dingen snel te leren. Dit zijn talenten waarover hoogbegaafden beschikken. Sinds begin jaren negentig zijn in Nederland verschillende ouderverenigingen actief. Ouders van hoogbegaafde kinderen vragen expliciet aandacht voor een meer aangepaste zorg voor hun kinderen, omdat zij dagelijks ervaren dat een standaardaanpak voor hun kind nadelige gevolgen heeft. Zijn er maatschappelijke tendensen waarneembaar, die de noodzaak voor een eigen onderwijsaanpak onderstrepen? Met enige regelmaat worden pogingen gedaan eigen scholen op te richten voor hoogbegaafde leerlingen. Leerkrachten in het basis- en voortgezet onderwijs geven in toenemende mate aan behoefte te hebben aan professionalisering betreffende hoogbegaafdheid, omdat zij ervaren dat begeleidingsstrategieën die ze tijdens hun beroepsopleiding geleerd hebben onvoldoende of zelfs tegengesteld werken bij de begeleiding van hoogbegaafde leerlingen. Randvoorwaarden voor selectie, aanpak en ondersteuning Aan de randvoorwaarden hiervoor is reeds voldaan: onze school beschikt over leerkrachten/interne begeleiders (IB’ers), die gespecialiseerd zijn in de noodzakelijke aanpak bij hoogbegaafdheid. Er is een uitstekend landelijk aanbod voor professionalisering van leerkrachten, interne begeleiders en directieleden. Dit aanbod berust op de nieuwste inzichten. Goede vakliteratuur en goed cursusmateriaal zijn beschikbaar. Het selecteren van mogelijk hoogbegaafde leerlingen is in Nederland mogelijk met bijvoorbeeld het DHH, het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid (Van Gorcum) en het SiDi-R protocol (Eduforce). tot een besluit voor verrijking, vervroegde doorstroming of een andere aanpassing dienen te komen. Door goed te observeren hoe
kinderen met probleemstellend onderwijs omgaan, kan de leerkracht in de groep heel veel leren over de capaciteiten van de leerlingen. Er is ondersteuning mogelijk bij beleidsvorming ten behoeve van hoogbegaafde leerlingen. Meer dan voorheen wordt hiermee de mogelijkheid geboden, om te komen tot een consistent beleid voor onderwijs aan hoogbegaafden binnen de mogelijkheden van het reguliere onderwijs. Hoe verder? Een succesvolle aanpak voor het onderwijs aan hoogbegaafde kinderen komt tot stand door een consistent beleid, waarbij professionalisering en eenduidige aanpak sleutelbegrippen zijn. Er dient helderheid te bestaan over screening van mogelijk hoogbegaafde kinderen en wel al bij de intrede in het primair onderwijs. Er dient helderheid te bestaan over individuele en groepsgebaseerde leerniveaus en instructievormen, de leeromgeving, de op de leerniveaus afgestemde leerroutes, leerprocessen en de beoogde opbrengsten. Zo’n systematiek geeft de mogelijkheid om te komen tot zelfregulerend leren van hoogbegaafde leerlingen en biedt de gelegenheid voor het maken van eigen keuzes en alternatieve leeractiviteiten. De optimale inrichting van leerarrangementen voor hoogbegaafde leerlingen dient er vanaf het begin in groep 1 van het basisonderwijs te zijn. Uit recent onderzoek blijkt, dat aanpassingen zoals verdieping, verbreding, indikking, verrijking, het aanbieden van extra vakken of leergebieden, deelname aan plusklassen of vervroegd doorstromen vaak pas vanaf groep 5 worden toegepast. Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat een grote groep leerlingen in het huidige Nederlandse onderwijs systematisch onderpresteert (16–20 procent). Optimalisering lijkt dus gewenst. Onderkenning van beginkenmerken van jonge leerlingen en direct passende onderwijsmaatregelen kunnen in de praktijk tot een beter onderwijs leiden. Dit zal ongetwijfeld voor hoogbegaafde leerlingen – maar ook voor hun medeleerlingen – leiden tot positievere effecten vanaf het begin van hun schoolloopbaan. Jaarlijks zetten we vervolgstappen en creëren we mogelijkheden voor leerkrachten om nascholing te volgen op dit gebied. Vanaf september 2009 is het voor leerkrachten en interne begeleiders mogelijk om bij Fontys-OSO opgeleid te worden tot specialist (hoog)begaafdheid. Vrij Hoog in Driebergen verzorgt een eenjarige cursus voor omgaan met hoogbegaafdheid voor het Vrijeschoolonderwijs. Zowel vorig jaar als dit jaar is er een leerkracht die deze cursus volgt en erover vertelt tijdens de pedagogische vergaderingen.
Waarom verrijking? Hoogintelligente kinderen hebben behoefte aan omgang met andere hoogintelligente kinderen. De kans dat uw kind zo iemand treft in zijn eigen klas of school is klein. Het kind zal zich daarom voortdurend moeten aanpassen aan de groep, maar blijft zich toch anders voelen. Ook heeft niet elke school even goede mogelijkheden om kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong voldoende cognitieve uitdaging in combinatie met emotionele
ondersteuning te bieden. Wanneer kinderen tekort komen op deze gebieden kunnen problemen ontstaan, zoals gedragsproblemen, psychosomatische klachten en onderpresteren. Een veel voorkomend verschijnsel is bovendien dat een kind dat structureel onder zijn niveau werkt geen leerstrategieën ontwikkelt. Dit levert dan problemen op in het vervolgonderwijs. Sociale vaardigheden en emotionele ontwikkeling In de groepen kunnen kinderen op regelmatige basis samen werken en spelen met leeftijdsgenoten die vergelijkbare ervaringen hebben. Doordat hoogintelligente kinderen zich in deze groepen kunnen spiegelen aan kinderen met een gelijk ontwikkelingsniveau bouwen ze een positiever zelfbeeld op. Gevoelens van eenzaamheid of depressiviteit worden doorbroken. Er wordt ook aandacht besteed aan sociale vaardigheden en emotionele ontwikkeling. Dat gebeurt onder andere in de vorm van kringgesprekken, creatieve lessen en rollenspelen. De groep biedt een veilige omgeving om onder leiding van een begeleider te praten over onderwerpen als gepest worden, wakker liggen van je eigen hersenspinsels, verlegen zijn, je anders voelen, opkomen voor jezelf en vriendschappen sluiten. De nadruk op adequate sociale omgang loopt als een rode draad door alle programmaonderdelen. Of het nu gaat om een speelsituatie, een leersituatie of een pauzemoment, wij verwachten steeds een respectvolle houding jegens anderen en het materiaal. Cognitieve uitdaging Voldoende cognitieve uitdaging is belangrijk voor deze kinderen om: gemotiveerd te blijven te "leren leren" te "leren denken" plezier te houden of weer te krijgen in leren onderpresteren te voorkomen of te verhelpen probleemgedrag in de klas te voorkomen nieuwe interesses te ontdekken. Leren leren Gebleken is dat veel kinderen die hoogbegaafd zij vaak maar gebrekkige studievaardigheden en leerstrategieën hebben ontwikkeld. In hun geval zeggen de vaak hoge (CITO-) scores die ze op school hebben gehaald weinig over hun vaardigheid om echt nieuwe, moeilijke of onbekende stof tot zich te kunnen nemen. Doordat het niveau op de reguliere school voor hen doorgaans te laag ligt hebben hoogbegaafde kinderen, in tegenstelling tot hun klasgenootjes, nooit echt moeite hoeven doen om iets onder de knie te krijgen. Wij dagen de kinderen uit om iets aan te pakken wat voor hen moeilijk is; dit hoeft niet altijd op cognitief gebied te zijn. Vaardigheden als plannen, mindmappen, structuur aanbrengen en afmaken wat je begonnen bent krijgen ook de aandacht. Wij laten ons bij dit alles onder andere inspireren door de theorie van Reuven Feuerstein. Ook zijn Instrumenteel Verrijkingsmateriaal gebruiken wij.