Projectplan Lokaal Pgb-beleid
gemeente Wijk bij Duurstede, januari 2013 Opsteller/contactpersoon: Suzanne van de Gein
Inhoudsopgave 1. 2.
3. 4.
5.
Inleiding............................................................................................................................. 3 Achtergrondinformatie Pgb ............................................................................................ 4 2.1. Juridische kaders Pgb (in de Wmo)....................................................................... 4 2.2. Lokale Pgb-gegevens ............................................................................................ 4 2.2.1. Pgb in de Wmo ...................................................................................................... 4 2.2.2. Pgb AWBZ Begeleiding........................................................................................ 6 2.3. Toekomst van het Pgb ........................................................................................... 6 2.4. Landelijke aanpak Pgb-fraude............................................................................... 7 2.4.1. Trekkingsrecht....................................................................................................... 7 2.5. Voor- en nadelen gebruik Pgb en arbeidspositie zorgverleners ............................ 8 2.5.1. ZZP-ers en ‘dienstverlening aan huis-constructie (alfahulp)’............................... 9 Samenvatting en overwegingen opzetten lokaal Pgb-beleid....................................... 11 3.1. Samenvatting, conclusie en advies opzet lokaal Pgb-beleid ............................... 11 Doelstellingen en resultaten lokaal Pgb-beleid ............................................................ 12 4.1. Doelstellingen...................................................................................................... 12 4.2. Resultaten ............................................................................................................ 12 Uitvoering, fasering en planning 2013.......................................................................... 13 5.1. Uitvoering per onderdeel..................................................................................... 13 5.1.1. Informatie inwoners ............................................................................................ 13 5.1.2. Informatie en positie zorgaanbieders .................................................................. 13 5.1.3. Matching.............................................................................................................. 13 5.1.4. Opzetten kwaliteitsregister/Pgb-pool .................................................................. 13 5.1.5. Prijsafspraken ...................................................................................................... 14 5.1.6. Uitbetaling Pgb.................................................................................................... 14 5.1.7. Evaluatie en aanpassing Pgb-beleid .................................................................... 14 5.1.8. Benodigde uren ................................................................................................... 15 5.2. Financiën ............................................................................................................. 15 5.3. Planning............................................................................................................... 17
2
1. Inleiding Op 6 november 2012 is door de gemeenteraad een motie aangenomen met de oproep lokaal Pgb (Persoonsgebonden budget) beleid te ontwikkelen. De opdracht aan het college luidt als volgt: ‘In overleg te gaan met lokale partijen om te komen tot een uitbreiding van het WMO loket door toevoeging van de rol ‘matchmaker’, waarbij tevens zorgvraag kan worden gebundeld, een kwaliteitsregister kan worden bijgehouden van toegelaten lokale aanbieders (reguliere aanbieders, particuliere bedrijven, Zelfstandig Ondernemers in de Zorg (ZOZ’ers), kleine medisch zelfstandigen enz.) en er met deze aanbieders (prijs)afspraken gemaakt kunnen worden ter invulling van toegekende PGB’s’ Met dit projectplan wordt uitvoering gegeven aan deze motie en wordt een voorstel gedaan tot uitbreiding van het lokale Pgb-beleid. Leeswijzer In hoofdstuk 1 zal worden ingegaan op de achtergrond van het Pgb, de doelgroepen die hier op dit moment gebruik van maken en komende ontwikkelingen die van invloed zijn op gebruik van het Pgb. Deze informatie leidt tot een conclusie en advies met betrekking tot het opzetten van lokaal Pgb-beleid binnen deze kaders. Vervolgens zullen het doel van het lokale Pgb-beleid, een fasering en de uitvoering van het lokale Pgb-beleid beschreven worden, inclusief de financiering van dit project. Tot slot zal de fasering en uitvoering van dit project worden weergegeven in een planning.
3
2. Achtergrondinformatie Pgb 2.1. Juridische kaders Pgb (in de Wmo) Een persoonsgebonden budget (Pgb) is een geldbedrag bedoeld om zelf hulp bij het huishouden of een voorziening mee aan te schaffen of te betalen. De toekenning en bepaling van de hoogte van het Pgb is geregeld in de Wmo-verordening en bijlagen (beleidsregels en besluit). Hierin staat dat het college bepaalt of een persoonsgebonden budget wordt toegekend aan de hand van de volgende criteria: Iemand heeft een individuele voorziening nodig voor de oplossing van de door hem of haar ervaren problemen bij de te bereiken acht resultaten zoals benoemd in de Wmoverordening. Een persoonsgebonden budget wordt alleen toegekend wanneer het gaat om de voorzieningen hulp bij het huishouden en hulpmiddelen (rolstoelen en scootmobielen) Op dit persoonsgebonden budget kan een eigen bijdrage in mindering worden gebracht, tenzij het om een rolstoel gaat. Ook kan eventueel met een algemeen gebruikelijk deel rekening worden gehouden, eveneens met uitzondering van de rolstoel. Aanvraag en gebruik van een Pgb moet op grond van de Wmo voortkomen uit de eigen keuzevrijheid van cliënten. Een alternatief in de vorm van Zorg in Natura moet naast het Pgb geboden worden. Het college kent geen Pgb toe in de volgende gevallen: Als aantoonbaar kan worden vastgesteld dat een belanghebbende in een schuldsaneringstraject zit Als belanghebbende in het verleden aantoonbaar heeft gefraudeerd met een Persoonsgebonden budget. Bovenstaande uitgangspunten vormen op grond van de landelijke Wet maatschappelijke ondersteuning en de (model) Wmo-verordening de juridische kaders waarbinnen een Pgb in de gemeente Wijk bij Duurstede kan en mag worden toegekend.
2.2. Lokale Pgb-gegevens Het Pgb-beleid van de gemeente Wijk bij Duurstede is op dit moment alleen van toepassing op cliënten die recht hebben op een Wmo-voorziening. Hier komen vanaf 1-1-2015 de cliënten met een Pgb voor Begeleiding en/of Persoonlijke Verzorging bij. 2.2.1. Pgb in de Wmo Onderstaand een overzicht van het aantal cliënten dat gebruik maakt van een Pgb in de gemeente Wijk bij Duurstede (stand 1-12-2012):
HH1 HH2 Totaal
Aantal cliënten per 1-12-2012 59 4 63
Aantal uren per jaar: 13.832
4
In de gemeente Wijk bij Duurstede hebben 4 cliënten een Pgb ontvangen om een hulpmiddel mee te kopen. Interessant is te inventariseren hoeveel van deze cliënten op dit moment Hulp bij het Huishouden inkopen via een ZZP-er of (thuiszorg)organisatie. Deze gegevens zijn in de volgende tabel weergegeven:
HH1 via informeel netwerk HH1 via ZZP-er HH1 via organisatie Totaal
Aantal cliënten per 1-12-2012 54 6 (via 3 verschillende ZZP-ers) 3 63
Aantal uren per jaar: 13.832
Opvallend is dat het overgrote merendeel van de cliënten met een Pgb zorg inkoopt via het informele netwerk (familie/vrienden/kennissen). Ook is opvallend dat de mensen met een Pgb relatief wat jonger zijn dan de mensen die Zorg in Natura ontvangen, zoals te zien in onderstaand schema: Leeftijd 18 t/m 50 jaar 50 t/m 60 jaar 60 t/m 70 jaar 70 t/m 80 jaar 80+
Percentage cliënten Pgb 12 % 17 % 17 % 26 % 28 %
Percentage cliënten Zorg in Natura 8% 6% 14 % 30 % 42 %
Het aantal uren HH dat via een Pgb wordt ingekocht bedraagt 20% van het totaal aantal uren Hulp bij het Huishouden zoals te zien is in onderstaand schema:
HH Pgb HH1 en HH2 Zorg in Natura Totaal
Totaal aantal uren 13.832 56.324 1(geschat aantal) 70.156
Percentage 20 % 80 % 100%
Wijk bij Duurstede kent van oorsprong een hoger percentage Pgb-cliënten in vergelijking met andere gemeenten (20% t.o.v. 15 tot 20%). In 2011 en 2012 is een afname te zien van het aantal Pgb-gebruikers van 25% naar 20%. Dit is te verklaren door de huidige hoge kwaliteit van de natura-zorg via de organisaties. Daaraan voorafgaand zijn in 2009 en 2010 juist mensen overgestapt van ZIN naar een Pgb omdat er toen veel wachtlijsten in de thuiszorg waren. Voor zorgverleners is het aantrekkelijk via een organisatie Hulp bij het Huishouden te leveren in verband met de arbeidsvoorwaarden (o.a. pensioenopbouw, doorbetaling bij ziekte, opbouw vakantiedagen etc.). Ook is de ervaring dat mensen op hogere leeftijd vaker een beroep doen op Zorg in Natura omdat zij opzien tegen de administratie van een Pgb. Ook willen zij vaak geen beroep doen op kinderen om het Pgb voor hen te regelen.
1
Geschat aantal gebaseerd op 1e half jaar, werkelijk aantal geleverde en gefactureerde uren 2012 nog niet bekend
5
2.2.2. Pgb AWBZ Begeleiding De gegevens zoals bovenstaand weergegeven zijn gebaseerd op de cliënten die een Wmovoorziening hebben (Hulp bij het Huishouden of een hulpmiddel). Vanaf 1-1-2015 komt hier een grote groep cliënten bij (zie ook paragraaf 2.3.). In onderstaande tabel is weergegeven hoeveel procent van de cliënten op dit moment gebruik maakt van een Pgb voor de functie ‘Begeleiding’ en voor de functie ‘Persoonlijke Verzorging’ en hoeveel procent gebruik maakt van Zorg in Natura: Functie
Totaal aantal cliënten ZIN (per 01-10-12) AWBZ Begeleiding individueel 99 AWBZ Begeleiding groep (incl. vervoer) 57 AWBZ Begeleiding groep (excl. vervoer 18 AWBZ Begeleiding ‘Kortdurend verblijf’ 5 Totaal aantal cliënten Begeleiding 179 (56%)
Totaal aantal cliënten Pgb (per 01-10-12) 74 37 11 21 143 (44%)
AWBZ Persoonlijke Verzorging
197 (73%)
72 (27%)
Totaal aantal cliënten BG en PV
376 (64%)
215 (36%)
Zoals te zien in voorgaande tabel is het aandeel cliënten met een Pgb onder de AWBZ Begeleiding veel groter dan onder de Wmo. Dit is te verklaren doordat Begeleiding vaak wordt geïndiceerd voor kinderen waarvan de ouders (een deel van) de begeleiding bieden. Het gaat bovendien vaak om complexe en op maat geregelde zorg die moeilijk via een instelling te bieden is. Het aantal cliënten met een Pgb voor Persoonlijke Verzorging is lager dan het aantal Pgb’s voor Begeleiding maar nog steeds hoger dan het aantal cliënten met een Pgb voor HH. Dit is interessant omdat de Persoonlijke Verzorging qua opzet van de zorg meer lijkt op de Hulp bij het Huishouden dan de Begeleiding.
2.3. Toekomst van het Pgb Eind oktober is het regeerakkoord gepresenteerd van het nieuwe kabinet. Hierin is het voornemen opgenomen om per 1-1-2015 de functie AWBZ Begeleiding en Persoonlijke Verzorging over te hevelen naar de gemeenten. Het budget voor beide functies zal met 25% worden gekort. Ook is het voornemen om per 1-1-2014 de functie Hulp bij het Huishouden uit de Wmo te schrappen en hiervoor in de plaats een maatwerkvoorziening op te zetten. Gemeenten behouden voor deze maatwerkvoorziening nog maar 25% van het huidige budget. Hoe de precieze uitwerking van deze maatregelen eruit ziet is op dit moment nog niet bekend. Beide ontwikkelingen zullen grote gevolgen hebben voor de toekenning van Pgb’s in de gemeente Wijk bij Duurstede. Met het afschaffen van de Hulp bij het Huishouden per 1-12014 verdwijnt een groot deel van de doelgroep die nu een Pgb ontvangt voor Hulp bij het Huishouden uit de Wmo. Daartegenover staat dat er een grote doelgroep bij zal komen vanuit de functies AWBZ Begeleiding en Persoonlijke Verzorging.
6
2.4. Landelijke aanpak Pgb-fraude Landelijk is het Pgb de laatste tijd veel in het nieuws geweest. Met name de geconstateerde fraude door zogenaamde ‘bemiddelingsbureaus’ heeft veel stof doen opwaaien. Niet alleen doordat op deze manier misbruik gemaakt wordt van gemeenschapsgeld maar vooral omdat kwetsbare cliënten hiervan vaak de dupe worden. Het Rijk heeft daarom besloten een speerpunt te maken van de aanpak van Pgb-fraude in de AWBZ. De aanpak van fraude onder de Wmo is de verantwoordelijkheid van gemeenten. Binnen de gemeente Wijk bij Duurstede is onder andere hierop beleid ontwikkeld. Zo wordt de besteding van het Pgb bij alle cliënten elk half jaar gecontroleerd. Uitgangspunt hierbij is wel om de administratieve druk voor cliënten zo beperkt mogelijk te houden. Cliënten worden desgevraagd door het Wmo-loket geholpen met de verantwoording van hun Pgb. Jaarlijks levert deze controle tussen de € 20.000,- en € 30.000,- aan niet-besteed budget op. Door het Rijk is in december 2012 een plan van aanpak voor de aanpak van de Pgb-fraude opgesteld. Hierin zijn maatregelen opgenomen zoals: meer controle op besteding van budgetten, meer controle op zogenaamde ‘bemiddelingsbureaus’, meer voorlichting over gebruik en besteding van Pgb’s en meer huisbezoeken bij indicatiestelling. De belangrijkste maatregel is de invoering van het zogenaamde ‘trekkingsrecht’. Deze aanpak richt zich met name op het Pgb in de AWBZ maar met name de invoering van het ‘trekkingsrecht’ heeft ook consequenties voor gemeenten. De consequenties hiervan worden hierna weergegeven. 2.4.1. Trekkingsrecht Onderdeel van de aanpak van Pgb-fraude door het Rijk is de invoering van het zogenaamde ‘trekkingsrecht’ per 1-1-2014 voor alle cliënten met een Pgb. In een Pgb-systeem met trekkingsrechten krijgt de cliënt niet langer het geld contant op de rekening, maar wordt het budget bijgehouden via een systeem dat lijkt op internet-bankieren. Het is de bedoeling van het Rijk dat alle cliënten met een AWBZ-Pgb gaan deelnemen aan het systeem van trekkingsrechten. In ieder geval zullen de cliënten die een Pgb hebben voor de AWBZ functies Begeleiding en Persoonlijke Verzorging deel gaan nemen aan dit systeem. Het ligt voor de hand dat gemeenten dit systeem vervolgens moeten overnemen voor deze cliënten wanneer deze functies per 1-1-2015 worden overgeheveld naar de gemeenten. Daaruit volgend zou het logisch zijn ook de cliënten met een Wmo-Pgb voor Hulp bij het Huishouden op dit systeem aan te sluiten. ‘In een beveiligde omgeving krijgt de cliënt toegang tot het Pgb en geeft hij de uitvoerder opdracht om een betaling aan zorgverleners doen. Om de vergelijking met internet-bankieren door te trekken: de uitvoerder van de trekkingsrechten fungeert als bank, die namens de cliënt deze betalingen uitvoert. Uiteraard blijft de budgethouder vrij om te bepalen wie hij contracteert als hulpverlener, al dienen deze partijen wel vooraf bekend te zijn. In wezen is dit gelijk aan het reguliere internetbankieren, waarvan het leeuwendeel van de budgethouders nu reeds gebruikmaakt. Trekkingsrechten en fraude Het systeem van trekkingsrechten biedt grote mogelijkheden om Pgb-fraude tegen te gaan. De cliënt krijgt niet langer het budget op zijn eigen bankrekening, maar het wordt beheerd door een derde partij die vooraf controleert of er mag worden uitbetaald. Daarmee worden vooraf waarborgen ingebouwd. Het trekkingsrecht leidt tot een vergaande digitalisering van de Pgbadministratie die het mogelijk maakt om zowel controles vooraf als achteraf uit te voeren en 7
gegevens makkelijker onderling te delen (zowel over de besteding van geld als van zorgverleners die vanuit het Pgb worden betaald). Onderdeel van het systeem van trekkingsrechten is dat partijen/personen die zorg leveren bekend gemaakt moeten worden. Doordat deze partijen/personen bekend zijn, is het mogelijk om partijen waarvan het bekend is dat zij frauderen te weigeren. Een andere vorm van detectie is het volgen van betalingen die niet regulier zijn, en daar nader onderzoek naar te doen. Indien een geval van fraude wordt opgespoord kan door middel van data-analyse voorts worden nagegaan of de betrokken partij ook bij een ander zorgkantoor een Pgb heeft aangevraagd, of als zorgverlener betalingen van een cliënt heeft ontvangen. Ook is het mogelijk om na te gaan of de gedane betalingen wel aansluiten op de prestaties die zijn geleverd. Uiteraard kunnen deze analyses uitsluitend in lijn met de regels op het gebied van privacy gedaan worden.’ (bron: aanpak Pgb-fraude 20132014, ministerie van VWS) Lokale voorbereiding/aansluiting op invoering trekkingsrecht Het ligt voor de hand om bij de invoering van het lokale Pgb-beleid te anticiperen op deze voornemens van het rijk. Op dit moment wordt er bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) een pilot uitgevoerd die aansluit op dit systeem van trekkingsrecht. De gemeente kan tegen geringe kosten aansluiten op dit systeem. Dit heeft voordelen doordat de contractering en verzekeringen van Pgb-zorgverleners op dit moment al via de SVB lopen. De verwachting is dat het Rijk het trekkingsrecht zal mandateren aan de SVB, alhoewel hierover nog geen besluit genomen is. Geadviseerd wordt dan ook om bij de uitvoering van het lokale Pgbbeleid te onderzoeken of aansluiting bij de SVB een reële optie is. Naast het feit dat dit het Wmo-loket veel werk scheelt met betrekking tot de administratie zal straks de overname van de nieuwe cliënten die gebruik maken van dit systeem vanaf 1-1-2014 soepeler verlopen. Op dit moment zijn hierover met de SVB oriënterende gesprekken gaande.
2.5. Voor- en nadelen gebruik Pgb en arbeidspositie zorgverleners Uit de lokale cijfers blijkt dat een klein deel van de cliënten op dit moment gebruik maakt van een ZZP-er of organisatie voor de levering van de Hulp bij het Huishouden. Het overgrote deel ontvangt zorg via het informele netwerk. De administratie wordt vaak door familie gedaan, met name wanneer het gaat om ouderen die Hulp bij het Huishouden ontvangen via een Pgb. Het voordeel van een Pgb is dat de zorg geleverd kan worden door een vertrouwd, vast, persoon. Ook kunnen er afspraken op maat worden gemaakt over de te leveren zorg. Bovendien is een Pgb voor de gemeente goedkoper dan zorg in natura. Toch kiezen op dit moment nog veel mensen voor Zorg in Natura, om de volgende redenen: Wanneer er een klein sociaal netwerk is, is het moeilijk om een zorgverlener buiten dit netwerk te vinden die kwalitatief goed is en voor dit bedrag wil werken. Mensen zien op tegen de administratieve lasten van het Pgb. De werkgeversrol vinden mensen ook lastig, met name omdat zij zelf vervangende hulp moeten regelen, en voorzieningen moeten treffen bij ziekte, vakanties, niet goed functioneren, etc. Wanneer de zorg geleverd wordt door familie/vrienden vinden mensen het vaak lastig de persoonlijke relatie te scheiden van de zakelijke relatie. Bovenstaande redenen kunnen deels ondervangen worden door het intensiveren van het lokale Pgb-beleid. De administratie kan vereenvoudigd worden en deels uit handen worden genomen door een door de gemeente aangewezen partij.
8
2.5.1. ZZP-ers en ‘dienstverlening aan huis-constructie (alfahulp)’ De positie van de zorgverlener ligt ingewikkelder. Het is een (politieke) keuze of de gemeente deze overweging/consequenties wil meenemen bij het opzetten van het lokale Pgb-beleid. Wanneer een cliënt zorg wil inkopen via het Pgb maar hiervoor geen beroep kan doen op het sociale netwerk dan ligt het voor de hand de zorg in te kopen via een organisatie of ‘zelfstandige hulp’. Op dit moment ontvangen drie cliënten, tegen het HH2 tarief, zorg via een organisatie. Zes cliënten ontvangen zorg via een ZZP-er (zelfstandige zonder personeel). Bij het Wmo-loket zijn drie ZZP-ers bekend die deze zorg verlenen. Wanneer zorg geleverd wordt via een particulier die niet in dienst is bij een instelling dan kan dit op twee manieren worden vormgegeven: 1. Via de ‘dienstverlening aan huis-constructie’ 2. Via een freelancer Via beide opties kunnen ‘ZZP-ers’ (Zelfstandigen zonder personeel) werkzaam zijn. ZZP-er is de verzamelnaam voor alle zorgverleners die niet via een organisatie werkzaam zijn. Op welke regeling zij aanspraak maken bepaalt of zij freelancer zijn of werken via de ‘dienstverlening aan huis-constructie’. De freelancer Een freelancer (kan ook ZZP-er zijn) moet aan een aantal eisen voldoen om erkend te worden als freelancer bij de belastingdienst, zoals een inschrijving bij de Kamer van Koophandel, meer dan 1225 uur (ofwel meer dan 24 uur/3 dagen per week) werken per jaar en administratieve verantwoording. De freelancer dient zich te profileren als ‘ondernemer’. De freelancer is zelf verantwoordelijk voor het regelen van pensioenopbouw, en het zich verzekeren voor de ziektewet, de WIA en de WW. De freelancer is niet in dienst van een instelling en/of cliënt maar werkt op factuurbasis. Zorg verlenen via de freelance-constructie heeft (net als de regeling dienstverlening aan huis) het nadeel dat de zorgverlener zelf zorg moet dragen voor de verzekeringen en pensioenopbouw. Het voordeel van een freelancer ten opzichte van de regeling ‘dienstverlening aan huis’ is echter dat een freelancer meer inkomen heeft en deze verzekeringen makkelijker kan afsluiten. Ook kan een freelancer zijn uurtarief afstemmen op de extra verzekeringen die hij of zij moet afsluiten. Dienstverlening aan huis Via de ‘dienstverlening aan huis’ constructie kunnen mensen tot drie dagen/24 uur per week zorg verlenen zonder dat zij aan alle eisen hoeven te voldoen waaraan freelancers moeten voldoen. De zorgverlener werkt via een arbeidsovereenkomst en is dus ‘in dienst’ bij de cliënt. Het voordeel hiervan is dat het laagdrempelig is voor zowel cliënt als zorgverlener om op deze manier de zorg te regelen. De cliënt heeft de volgende verplichtingen: het minimumuurloon moet worden uitbetaald er moet een vakantietoeslag van 8% worden uitbetaald (eventueel verrekend in de uurprijs) per jaar is er recht op minimaal 4 weken doorbetaalde vakantie er moet maximaal 6 weken loondoorbetaling bij ziekte plaatsvinden er moet verlof worden verleend volgens de Wet arbeid en zorg er moet sprake zijn van een veilige en gezonde werkomgeving
9
Het nadeel van deze regeling is dat de zorgverlener minder arbeidszekerheid heeft dan wanneer hij of zij in loondienst is. Zo zijn de volgende zaken niet geregeld: De cliënt/werkgever mag de arbeidsovereenkomst opzeggen (met inachtneming van de normale opzegtermijn) zonder toestemming van het UWV. Er is dus geen sprake van ontslagbescherming. De cliënt/werkgever draagt geen loonbelasting en premies werknemersverzekeringen af. Zorgverleners zijn dus niet verzekerd voor de ziektewet, WIA en WW. Ook bouwen zorgverleners via deze regeling geen pensioen op. Het afsluiten van een contract met de zorgverlener wat voldoet aan bovenstaande eisen kan worden geregeld via de Sociale Verzekeringsbank. De gemeente heeft hiervoor met de SVB een contract afgesloten. Onder dit contract valt ook dat de SVB doorbetaling bij ziekte voor haar rekening neemt en dat via de SVB een aansprakelijkheidverzekering en rechtsbijstand zijn geregeld. Lokale invulling van de arbeidspositie van hulpverleners Zoals aangegeven is het een politieke keuze om wel of geen rekening te houden met de arbeidspositie van hulpverleners. Het is voor hulpverleners mogelijk zich individueel via de UWV te verzekeren voor de ziektewet, WIA en WW. Ook kunnen zij zelf een regeling treffen om pensioen op te bouwen. De gemeente zou hulpverleners hierin kunnen faciliteren door bijvoorbeeld hogere uurtarieven vast te stellen en hen voor te lichten over het afsluiten van deze verzekeringen. De consequentie hiervan is echter dat de ingeboekte bezuiniging dan moeilijker realiseerbaar is omdat het verschil tussen Pgb-tarief en ZIN kleiner wordt. Ook kost deze constructie meer tijd voor de medewerkers van het Wmo-loket. Geadviseerd wordt om bij de uitvoering van het lokale Pgb-beleid aandacht te besteden aan de arbeidspositie van hulpverleners en de verschillende opties verder te onderzoeken.
10
3. Samenvatting en overwegingen opzetten lokaal Pgb-beleid Bovenstaande ontwikkelingen geven de kaders weer waarbinnen lokaal Pgb-beleid kan worden ontwikkeld. De volgende feiten/overwegingen en vraagstukken spelen hierbij een rol: 75% het budget voor Hulp bij het Huishouden wordt afgeschaft per 1-1-2014 voor nieuwe cliënten en per 1-1-2015 voor alle cliënten. Per 1-1-2015 komen de functies AWBZ Begeleiding en Persoonlijke Verzorging naar de gemeente. Dit gaat gepaard met een korting van 25% op het huidige budget. Van de cliënten AWBZ Begeleiding maakt op dit moment bijna de helft gebruik van een Pgb. Keuzevrijheid tussen een Pgb en Zorg in Natura is een wettelijke verplichting. Het huidige beleid van de gemeente is al gericht op promotie van het Pgb. Onduidelijkheid over de consequenties van de landelijke aanpak van de Pgb-fraude, met name het ‘trekkingsrecht’. Er zijn op dit moment weinig ZZP-ers bekend bij het Wmo-loket voor uitsluitend Hulp bij het Huishouden (in totaal 3). Het is onduidelijk of er veel ZZP-ers tegen het Pgb-tarief Hulp bij het Huishouden willen verlenen. Werving van ZZP-ers zal naar verwachting veel tijd gaan kosten. De gecontracteerde zorgorganisaties kunnen geen Hulp bij het Huishouden tegen Pgbtarief leveren. Het is onduidelijk of er veel andere organisaties zijn die dit wel kunnen. Op dit moment ontvangen 3 cliënten Hulp bij het Huishouden via een organisatie. Al deze cliënten zijn geïndiceerd voor HH2 en krijgen het HH2 tarief (€ 18,90) uitbetaald. Het is onduidelijk wat de consequenties zijn voor de arbeidspositie van ZZP-ers wanneer zij Hulp bij het Huishouden gaan leveren bij cliënten.
3.1. Samenvatting, conclusie en advies opzet lokaal Pgb-beleid Gelet op bovenstaande analyse en overwegingen kan geconcludeerd worden dat bij de Wmo de komende jaren fors bezuinigd gaat worden. Van het huidige budget voor de Hulp bij het Huishouden blijft 25% in stand. Dit zal grote gevolgen hebben voor de toekenning van zowel de Zorg in Natura als het aantal Pgb’s in onze gemeente. Op het budget voor de AWBZ Begeleiding en Persoonlijke Verzorging wordt 25% gekort. Van deze cliënten heeft op dit moment bijna de helft een Pgb. Gelet op deze ontwikkelingen wordt geadviseerd om de opzet van het lokale Pgb-beleid niet zozeer te richten op het Pgb voor Hulp bij het Huishouden, maar met name op het Pgb voor de AWBZ Begeleiding en Persoonlijke Verzorging. Ook wordt geadviseerd om het lokale Pgb-beleid ‘low profile’ aan te passen in 2013 en deze aanpassingen gefaseerd in te voeren. Eind 2013 kan het beleid vervolgens worden geëvalueerd en worden aangepast aan de nieuwe situatie. In hoofdstuk 4 volgt een uitwerking van bovenstaand voorstel.
11
4. Doelstellingen en resultaten lokaal Pgb-beleid 4.1. Doelstellingen Met het invoeren van lokaal Pgb-beleid wil het college de volgende doelstellingen en resultaten behalen: 1. Het bieden van kwalitatief goede zorg en voorzieningen aan cliënten met een Persoonsgebonden budget door het aanpassen van het lokale Pgb-beleid. Het realiseren van een besparing op het Wmo-budget van minimaal € 20.000,- in het jaar 2013 oplopend tot een besparing van minimaal € 60.000,- in het jaar 2015.
4.2. Resultaten Deze doelstellingen moeten leiden tot de volgende concrete resultaten in 2013: 1. Er is in overleg met stichting Binding, Wmo-loket, Wmo-adviesraad in 2013 uitbreiding van de uren van het Wmo-loket gerealiseerd met 4 uur per week waarmee het lokale Pgb-beleid kan worden uitgevoerd. De uitbreiding wordt zo beperkt mogelijk gehouden en zal in eerste instantie tijdelijk worden ingevuld. Vooralsnog wordt uitgegaan van 4 uren per week waarbij de kosten in de bezuinigingsopdracht worden meegenomen. De mogelijke aansluiting op de SVB wordt betrokken bij de uiteindelijkebepaling van het benodigde aantal uren. 2. Een medewerker van het Wmo-loket of een nog te contracteren zorgaanbieder ‘matcht’ cliënten met een Persoonsgebonden budget aan kwalitatief goede zorg- of hulpmiddelenleveranciers. 3. Er is een kwaliteitsregister opgezet waar (lokale en regionale) aanbieders (regulier, particuliere bedrijven, Zelfstandigen Zonder Personeel (ZZP-ers), kleine medische zelfstandigen, etc) zich kunnen registreren. 4. Er zijn prijsafspraken gemaakt met de aanbieders over de te leveren zorg en/of hulpmiddelen en het budget dat hiervoor beschikbaar wordt gesteld. Uitgangspunt zijn de tarieven zoals vastgelegd in het ‘besluit maatschappelijke ondersteuning’(verwachte ingangsdatum 1-3-2013). 5. Betaling van het Pgb vindt vanuit het Wmo-loket of de SVB rechtstreeks plaats aan de geregistreerde zorgaanbieder op aangeven van de cliënt. 6. Door de opzet van het lokale Pgb-beleid is een pool met zorgverleners gecreëerd waarmee Hulp bij het Huishouden gefaciliteerd kan worden. 7. In januari 2014 is het Pgb-beleid geëvalueerd en wordt dit beleid aangepast op de over te hevelen taken vanuit het Rijk per 1-1-2015 (Persoonlijke Verzorging en AWBZ Begeleiding).
12
5. Uitvoering, fasering en planning 2013 5.1. Uitvoering per onderdeel 5.1.1. Informatie inwoners Inwoners en zorgaanbieders zullen worden geïnformeerd over het lokale Pgb-beleid. Uitgangspunt hierbij is dat het gebruik van Pgb’s door inwoners wordt gestimuleerd. Belangrijk hierbij is dat gebruik van Pgb’s nooit mag worden afgedwongen. Inwoners hebben op grond van de Wmo recht op keuzevrijheid tussen een Pgb en Zorg in Natura. 5.1.2. Informatie en positie zorgaanbieders Met betrekking tot de aanbieders zal zorg worden gedragen voor goede informatievoorziening over de arbeidspositie en rechten en plichten wanneer gewerkt wordt via een Pgb. Zorgaanbieders zijn niet in dienst bij het Wmo-loket en/of de cliënt maar opereren als ZZP-er (zelfstandige zonder personeel) of via de regeling ‘dienstverlening aan huis’. Ook is het mogelijk om in dienst van een (niet-gecontracteerde) instelling zorg te leveren via een Pgb. De instelling dient zich dan wel te registeren bij het door de gemeente op te zetten kwaliteitsregister. 5.1.3. Matching Een Wmo-loketmedewerker of een door de gemeente te contracteren zorgaanbieder zal elke aanvraag voor een Pgb in behandeling nemen. De cliënt kan bij het Wmo-loket aangeven welke wensen hij/zij heeft ten aanzien van de te leveren zorg wanneer het gaat om een Pgb voor Hulp bij het Huishouden. De medewerker van het Wmo-loket of de zorgaanbieder kan op verzoek van de cliënt bij deze wensen de meest geschikte aanbieder zoeken en zorgt voor een gesprek tussen de aanbieder en cliënt. Nadat een match tot stand is gekomen draagt de medewerker van het Wmo-loket zorg voor de benodigde formaliteiten zoals: contract tussen zorgaanbieder en cliënt, afspraken over vervanging bij ziekte en vakantie, en uitbetaling en controle op het Pgb. Zo mogelijk wordt de SVB hiervoor opdracht gegeven door het Wmoloket. Wanneer het gaat om een Pgb voor een hulpmiddel kan de medewerker van het Wmo-loket zorgdragen voor bemiddeling tussen de cliënt en aanbieder van hulpmiddelen. De loketmedewerker bewaakt dat het juiste hulpmiddel met de juiste kwaliteitseisen wordt ingekocht. De loketmedewerker zorgt voor een onderhoudscontract tussen aanbieder en cliënt. 5.1.4. Opzetten kwaliteitsregister/Pgb-pool Om een goede matching tot stand te kunnen brengen is het van belang om te beschikken over een ‘pool’ van zorgmedewerkers die voldoen aan vooraf opgestelde kwaliteitseisen. Door de gemeente worden daarom kwaliteitseisen ontwikkeld waaraan zorgaanbieders moeten voldoen om zich in te kunnen schrijven bij deze pool. Deze kwaliteitseisen worden in samenwerking met het Wmo-loket en de Wmo-adviesraad opgesteld en sluiten voor een groot deel aan op de kwaliteitseisen zoals die aan de leveranciers van Zorg in Natura zijn gesteld. Er zal bij het stellen van de eisen extra aandacht worden besteed aan de arbeidspositie van de zorgmedewerkers die via een Pgb werken. Ook zal bij de levering van Hulp bij het
13
huishouden extra aandacht worden besteed aan het opleidingsniveau van medewerkers die de zogenaamde ‘zwaardere’ HH2 zorg leveren. 5.1.5. Prijsafspraken Uitgangspunt voor levering van Hulp bij het huishouden via de ‘Pgb-pool’ zijn de tarieven zoals vastgesteld in de Wmo-verordening en bijlagen (verwachte invoeringsdatum 1-3-2013). De tarieven voor een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden bedragen: a. voor hulp bij het huishouden 1 of 2 door een niet daartoe opgeleid persoon die niet werkzaam is voor een instelling (bijvoorbeeld familie/kennissen van de aanvrager): € 15,85 per uur; b. voor hulp bij het huishouden 1 door een zelfstandige zonder personeel (ZZPer) of gelijkwaardige functie: € 15,85 c. voor hulp bij het huishouden 2, waarvoor bijzondere deskundigheid is vereist door een zelfstandige zonder personeel (ZZP-er) of gelijkwaardige functie die daarvoor in het bijzonder is opgeleid: € 18,90 d. voor hulp bij het huishouden 1 door een daartoe opgeleid persoon werkzaam in dienst van een instelling: € 22,66 per uur; e. voor hulp bij het huishouden 2, waarvoor bijzondere deskundigheid is vereist, door een persoon die daarvoor in het bijzonder is opgeleid, werkzaam in dienst van een instelling, € 27,- per uur. 2. De bedragen voor een persoonsgebonden budget voor een zaak, worden bepaald als tegenwaarde van de zaak die de aanvrager op dat moment ontvangen zou hebben als de zaak in natura zou zijn verstrekt. Was dat een niet nieuwe voorziening geweest, dan wordt de tegenwaarde daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte afschrijvingstermijn, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Was de naturaverstrekking een nieuwe voorziening geweest, dan wordt de tegenwaarde daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering. Met de te registeren hulpverleners zal worden afgesproken dat zij de Hulp bij het Huishouden of het hulpmiddel leveren tegen het tarief zoals hierboven aangegeven. 5.1.6. Uitbetaling Pgb Wanneer een cliënt kiest voor een Pgb zal uitbetaling en levering van het Pgb via het Wmoloket of de SVB lopen. De arbeidsovereenkomst, administratie, facturatie, uitbetaling en controle van het Pgb zal dan worden uitgevoerd door het Wmo-loket (eventueel deels gemandateerd aan de SVB). Dit kan nog niet verplicht worden gesteld voor bestaande cliënten die gebruik maken van een Pgb omdat het ‘trekkingsrecht’ nog niet is ingevoerd. Wanneer cliënten de zorg bijvoorbeeld laten leveren door familie/iemand uit het sociale netwerk is het niet praktisch om de uitbetaling van het Pgb via het Wmo-loket te laten lopen. Wel zal in 2013 stapsgewijs worden toegewerkt naar uitbetaling en controle van alle Pgb’s via Wmoloket of SVB. Dit om te anticiperen op de invoering van het ‘trekkingsrecht’ per 2014. Er zal geen HH2-tarief worden uitbetaald wanneer de zorg geleverd wordt door familie/iemand uit het sociale netwerk. 5.1.7. Evaluatie en aanpassing Pgb-beleid Door de plannen van het nieuwe kabinet zal er de komende jaren veel veranderen op het terrein van de Wmo. Het is daarom van belang om na een jaar de huidige opzet van dit Pgbbeleid te evalueren en zonodig aan te passen aan de toekomstige ontwikkelingen. Ook is het van belang om goed te monitoren of de vooraf vastgestelde doelstellingen en resultaten van
14
het Pgb-beleid gerealiseerd worden. Wanneer dit niet het geval blijkt zal bijstelling van het beleid nodig zijn. Voorgesteld wordt om eind 2013 het Pgb-beleid te evalueren en zonodig aan te passen. 5.1.8. Benodigde uren Om de in hoofdstuk 3 genoemde doelstellingen en resultaten te kunnen bereiken is het belangrijk dat hiervoor de benodigde uren beschikbaar zijn. Vanuit de ambtelijke organisatie zijn uren nodig voor het opzetten en implementeren van het beleid. De benodigde uren worden geschat op 50 uur en hebben betrekking op de volgende taken: Definitie-, ontwerp- en voorbereidingsfase (december–februari 2013): Ontwikkelen lokaal Pgb-beleid Schrijven projectplan, besluitvorming college, ter kennisname naar gemeenteraad Opstellen van een communicatie/promoplan inclusief planning en deadlines Ontwikkelen van kwaliteitseisen afgestemd op het BTN keurmerk waaraan zorgaanbieders moeten voldoen om zich in te kunnen schrijven in het register/lokale Pgb-pool Informeren van cliënten en zorgaanbieders over het lokale Pgb-beleid Realisatiefase. (maart-december 2013) Voor de uitvoering van het lokale Pgb-beleid zijn naar schatting 4 uur per week nodig. Met betrekking tot de uitvoering zijn er uren nodig voor de volgende taken: Toetsen van aanmeldingen bij het register Aanpassen van het registratiesysteem (ZorgNed) Registreren van zorgaanbieders Zorgdragen voor ‘match’ tussen Pgb-houder en aanbieder van zorg of hulpmiddelen Administratie, facturatie en controle op uitbetaling en besteding van de Pgb’s Nazorgfase en evaluatie (maart-december 2013) Ondersteunen/toetsen/beheren uitvoering Evalueren lokaal Pgb-beleid Bijstellen projectplan op basis van resultaten evaluatie en nieuwe ontwikkelingen (afschaffing Hulp bij het Huishouden, invoering AWBZ Begeleiding en Persoonlijke Verzorging) Besluitvorming aangepast lokaal Pgb-beleid
5.2. Financiën Om bovenstaande voorstel uit te kunnen voeren zijn extra uren nodig voor het Wmo-loket. Investeringen Bovenstaande vraagt om een investering van: 1. 4x 52 uur Wmo-loket tegen een uurtarief van € 51,75 = € 10.764,Afhankelijk van de hoeveelheid werk die gemandateerd kan worden aan de SVB zou dit bedrag lager kunnen worden. Daartegenover staan dan echter de kosten van het SVB voor uitvoering van deze taken. Wanneer meer mensen gebruik gaan maken van een Pgb zou de hoeveelheid werk voor het Wmo-loket ook toe kunnen nemen. Dit moet duidelijk worden bij de evaluatie van het Pgb-beleid na een jaar. 2. 50 uur ambtelijke ondersteuning (pm)
15
Opbrengsten: 2013 Geraamde bezuiniging en investering: € 24.518,Te realiseren door: 3974 uur HH1 ZIN (=7% van totaal aantal uren ZIN 56.324) te laten leveren via een Pgb (rekensom: € 13.754,- bezuiniging + € 10.764 investering = € 24.518: € 6,17 (verschil HH1 PGB/ZIN)= 3974). 2014 13.754,- (reguliere bezuiniging) 10.000,- (aanvullende bezuiniging) 10.764,- (uren Wmo-loket, schatting, werkelijke investering bepalen na evaluatie eind 2013) Totaal: € 34.518,Te realiseren door 5594 uur HH1 ZIN (=10%) te laten leveren via een Pgb. 2015 13.754,- (reguliere bezuiniging) 35.000,- (aanvullende bezuiniging) 10.764,- (uren Wmo-loket, schatting, werkelijke investering bepalen na evaluatie 2013) Totaal: € 59.518,Te realiseren door 9646 uur HH1 ZIN (=17%) te laten leveren via een Pgb. Toelichting Op dit moment wordt zo’n 20% van de huishoudelijke hulp verstrekt via een Pgb. Dit betekent dus dat er uiteindelijk een verdubbeling van het aantal uren Pgb gerealiseerd moet worden om de bezuinigingsopdracht van € 59.518,- te realiseren in 2015. Zoals eerder aangegeven worden de gemeenten door de rijksoverheid vanaf 2014 fors gekort op de huidige beschikbare middelen voor de Wmo. De kans is dan ook groot dat de huishoudelijke zorg na 2014 geheel anders en veel minder zal worden toegekend. Het lokale Pgb-beleid en de op te zetten pool van ZZP-ers kan hierin wel een belangrijke rol gaan spelen in de toekomst. Dit omdat door deze pool de HH-zorg ook in de toekomst gefaciliteerd kan blijven worden. De voorbereidingen die nu worden getroffen om het gebruik van Pgb’s te stimuleren zullen dan ook met name van belang zijn voor de nieuwe taken die vanuit de AWBZ naar de gemeenten worden overgeheveld (AWBZ Begeleiding en Persoonlijke Verzorging). Het is gelet op bovenstaande ontwikkelingen onduidelijk of de geplande bezuiniging daadwerkelijk kan worden gehaald. Dit omdat er teveel onzekere factoren zijn die een grote invloed kunnen hebben op het lokale Wmo-beleid.
16
5.3. Planning Fasering Wat Definitie Schrijven projectplan, besluitvorming ,ontwerp- en college, ter kennisname naar gemeenteraad voorbereidingsfase Opstellen van communicatie/promoplan inclusief planning en deadlines Ontwikkelen van kwaliteitseisen waaraan zorgaanbieders moeten voldoen om zich in te kunnen schrijven in het register/lokale Pgbpool Informeren van cliënten en zorgaanbieders over het lokale Pgb-beleid Realisatiefase Toetsen van aanmeldingen bij het register Registreren van zorgaanbieders Zorgdragen voor ‘match’ tussen Pgb-houder en aanbieder van zorg of hulpmiddelen Administratie, facturatie en controle op uitbetaling en besteding van de Pgb’s
Wanneer af 22 januari 2013 Na 22 januari 2013 Februari 2013
Februari 2013 Maart-dec 2013 Maart 2013 Maart-dec 2013
Maart-dec 2013
Nazorgfase
Ondersteunen/toetsen/beheren uitvoering
Maart-dec 2013
Evaluatie
Evalueren lokaal Pgb-beleid Bijstellen projectplan op basis van resultaten evaluatie en nieuwe ontwikkelingen (afschaffing Hulp bij het Huishouden, invoering AWBZ Begeleiding en Persoonlijke Verzorging) Besluitvorming aangepast lokaal Pgb-beleid
November 2013 December 2013
Januari 2014
17