Verpleegkundige zorg rondom een laparoscopische chirurgische behandeling van een gynaecologisch oncologische aandoening (of een verdenking hierop)
2
Inhoudsopgave
Pagina
Inleiding
4
Voor de operatie
4
De operatie
5
Na de operatie
6
Verder verblijf
7
De uitslag
8
Leefregels
8
Herstel
8
Mogelijke gevolgen van de operatie
9
Controles
10
Bereikbaarheid
10
Meer informatie
11
Tot slot
11
Ruimte voor uw eigen vragen en aantekeningen.
11
3
Van uw gynaecologisch oncoloog hebt u te horen gekregen dat u een bepaalde vorm van gynaecologische kanker hebt of hiervan verdacht wordt. Hiervoor staat een laparoscopische operatie als behandeling gepland. De datum van deze ingreep is:
__________________
De opnamedatum is: __________ om __________ uur. U wordt verwacht op afdeling 1A, Gynaecologie/Urologie.
Deze ingreep zal zowel lichamelijk als emotioneel veel indruk op u en uw naasten maken. In deze brochure vindt u algemene en aanvullende informatie omtrent de voorbereidingen voor de ingreep. De periode rondom de operatie en de periode erna. Voor de operatie De gynaecologisch oncoloog heeft u op de polikliniek al informatie gegeven omtrent de ingreep. Voorafgaand aan deze operatie wordt u verwezen naar de: Anesthesist: mogelijk bent u daar al geweest, of staat de afspraak op korte termijn gepland. De anesthesist bespreekt met u de narcose. Tevens zal de anesthesist met u, uw medicijngebruik doornemen en bespreken met welke medicijnen u evt. moet stoppen. Regieverpleegkundige gynaecologische oncologie: haar folder hebt u al gekregen, haar taken staan hierin beschreven. Bij niet acute vragen en klachten kunt u bij haar terecht.
De voorbereidingen voor de ingreep vinden op de dag voor en van de operatie plaats. Deze voorbereidingen bestaan uit:
Eigen medicatie, deze dient u mee te nemen in de originele doosjes zodat de medewerker van de apotheek de dosering over kan nemen. Tevens kunt u met uw eigen medicijnen doorgaan, mits dit niet anders is afgesproken. Als de operatie in de middag plaats vindt mag u nog een licht ontbijt. De verpleegkundige zal u de dag voor de operatie informeren over het tijdstip waarop u geopereerd wordt en doorgeven vanaf welk moment u nuchter moet blijven of evt. een licht ontbijt mag gebruiken.
4
Injectie in het bovenbeen, 1x per dag, ter voorkoming van trombose. Deze krijgt u enkele dagen afhankelijk van de mobilisatie na de operatie. Pre-op, dit is een drank die zorgt voor het behoud van de koolhydraatreserves. Dit zorgt voor een beter welbevinden zowel voor als na de operatie. Een inname schema wordt u medegedeeld tijdens de opname. Als u bekend bent met diabetes mellitus, is de pre-op voor u niet van toepassing. Het scheren van het operatiegebied, dit wordt indien nodig op de operatiekamer gedaan. Dit om infecties te voorkomen. Daarom is het ook belangrijk dat u zelf het operatiegebied niet scheert, dit geeft nl. kleine wondjes die het infectiegevaar verhogen. Bloedafname, op de dag voor de operatie wordt er bloed afgenomen, voor het geval u tijdens of na de operatie nog een bloedtransfusie nodig heeft. De voorbereiding op de operatie Kort voordat u naar de operatiekamer gaat krijgt u op de afdeling een pijnstilling, meestal een zetpil paracetamol, dit om ervoor te zorgen dat de pijnmedicatie na de operatie beter werkt. De geplande operatie duurt ongeveer 2 à 3 uur maar is uiteraard afhankelijk van het type operatie en wordt uitgevoerd door twee gynaecologisch oncologen. In de voorbereidingsruimte krijgt u een infuus, dit is een systeem dat via een dunne naald vocht en medicatie in de bloedbaan brengt. Deze medicatie kan o.a. bestaan uit een slaapmiddel en vormt zo de narcose zodat u in een diepe slaap raakt. De operatie: (dag 0) De gynaecoloog oncoloog voert een laparoscopische operatie uit via kleine sneetjes van ongeveer 1 cm in de buikwand. Door een van deze sneetjes brengt de arts een laparoscoop in de buik: een lange dunne buis waar men doorheen kijkt. Via de andere sneetjes brengt de arts instrumenten in waarmee geopereerd wordt. Soms is het nodig om de sneetjes iets groter te maken om zo makkelijker te kunnen opereren.
5
Bij de operatie zijn vaak de baarmoeder, de eileiders of de eierstokken betrokken. Soms worden ook lymfeklieren verwijderd. De gynaecologisch oncoloog zal met u bespreken wat er in uw situatie verwijderd dient te worden. Direct na de operatie als u nog naar de uitslaapkamer gaat, wordt uw partner of de door u opgegeven contactpersoon door de gynaecologisch oncoloog gebeld om door te geven hoe de operatie verlopen is. Na de operatie De anesthesist brengt u na de operatie naar de verkoeverkamer (uitslaapkamer), waar u blijft tot u goed wakker bent en de controles goed zijn. De tijdsduur van het verblijf op de verkoeverkamer kan variëren van 1 tot enkele uren, dit is afhankelijk van de controles en uw algehele conditie. Na de operatie hebt u een aantal “slangen”, deze worden hieronder benoemd en de functie wordt uitgelegd. Ook wordt toegelicht wanneer deze weer verwijderd worden. Infuus, de functie is toediening van vocht en evt. medicatie. De verwijdering van het infuus is afhankelijk van de werking van de darmen, hoe goed u kunt drinken en het ijzergehalte in het bloed. (Hb). Blaascatheter, dit is een dun slangetje dat in de blaas ligt met daaraan een opvangsysteem. De functie is opvang van urine. In principe wordt de catheter de 1e dag na de operatie verwijderd. Eventueel: een slangetje of “brilletje” in uw neus voor extra zuurstof. Verder: als u niet misselijk bent, mag u voorzichtig beginnen met het drinken van wat water, gaat dit goed dan mag dit uitgebreid worden naar vrij drinken en een licht verteerbare maaltijd.
6
Verder verblijf Algemeen: De opname duur is 3-5 dagen. Als U naar huis gaat kunt u zelf eten en drinken, zichzelf verzorgen en is de pijnstilling goed onder controle. Normaal eten en drinken en mobiliseren zijn belangrijk bij het herstel. Nog voor de operatie wordt er gestart met pijnmedicatie, meestal in de vorm van paracetamol zetpillen of tabletten. Deze krijgt u aanvankelijk 4x per dag, na enkele dagen wordt deze afgebouwd. Thuis mag u nog enkele dagen paracetamol innemen, maar dit moet wel afgebouwd worden. Dag 0: de avond na de operatie mag u al op de rand van het bed met uw benen bungelen. Dag 1: starten met mobiliseren onder begeleiding van de verpleegkundige tenzij anders afgesproken door de gynaecologisch oncoloog. Vaak kan de blaaskatheter worden verwijderd en als u niet misselijk bent en het drinken goed gaat kan ook het infuus worden verwijderd. Dag 2: u kunt meer zelfstandig mobiliseren en zult minder ondersteuning nodig hebben van de verpleegkundige. Lopen naar toilet en eventueel een klein stukje op de afdeling. Ter voorkoming van operatie gerelateerde complicaties adviseren we: - regelmatig de benen en armen goed te bewegen ter voorkoming van trombose - Goed door te ademen ter voorkoming van een longontsteking. Als dit pijnlijk is geef dit dan door aan de verpleegkundige zodat zij eventueel extra pijnmedicatie kan geven. Soms is het nodig om speciale oefeningen te doen om de longen goed te trainen. - Goed doorhoesten ter voorkoming van longontsteking, het is belangrijk om de buik goed te ondersteunen en een rechte houding aan te nemen in bed of op de stoel. De wondjes zijn gesloten met oplosbaar hechtmateriaal. De wondjes worden de eerste dagen dagelijks gecontroleerd. Als de wondjes droog zijn hoeft er geen pleister meer op. Meestal komt de darmproductie weer vanzelf op gang. Soms gaat dit gepaard met luchtvorming en flatulatie. Als u na 3 dagen nog geen ontlasting hebt gehad, krijgt u een laxeermiddel. Dag 3: ontslag mits alles voorspoedig verloopt.
7
De uitslag Het weefsel dat tijdens de operatie verwijderd is wordt opgestuurd naar de patholoog. Deze onderzoekt het weefsel onder de microscoop. Meestal is de uitslag 1 week na de operatie bekend en bespreekt de gynaecologisch oncoloog met u en uw partner en /of de door u gewenste personen deze uitslag. Hierin wordt ook besproken of een aanvullende behandeling nodig is. Deze kan bestaan uit een bestraling, chemotherapie of een combinatie van beiden. Indien nodig wordt aanvullende informatie gegeven en vervolgafspraken gemaakt. Het gesprek vindt plaats op de polikliniek gynaecologie of het MOC (Multidisciplinair Oncologisch Centrum) Bij doorverwijzing vanuit een ander ziekenhuis wordt met u besproken waar het gespek plaats vind. Leefregels In de leefregels worden adviezen gegeven wat u wel en niet mag. Het belangrijkste is luister naar uw eigen lichaam en bouw voorzichtig de conditie weer op. Neem hier de tijd voor. Herstel De lichamelijke conditie zal langzaam herstellen, dit duurt meestal enkele maanden. Het is moeilijk te zeggen wanneer u uw normale werkzaamheden weer kunt hervatten, dit kan per persoon verschillen. Het is belangrijk om naar uw lichaam te blijven luisteren. De manier van omgaan met gevoelens en de verwerking van de ziekte is voor iedereen anders. De één heeft behoefte aan veel praten over de ziekte en de gevoelens, de ander verwerkt het liever zelf. Als u behoefte hebt om hierin ondersteund te worden kunt u dit bespreken met de regieverpleegkundige gynaecologische oncologie.
8
Mogelijke gevolgen van de operatie: Na de laparoscopie kunt u last krijgen van schouderpijn en een benauwd gevoel, dit komt doordat het achtergebleven gas in de buikholte een prikkeling van het middenrif veroorzaakt. Als u weer plat gaat liggen worden de klachten meestal minder. Deze klachten kunnen enkele dagen duren. Urineren: soms is het functioneren van de blaas na de operatie wat veranderd. Het kan zijn dat u af en toe wat urine verliest of vaker op een dag moet plassen. Menstruatie: als de baarmoeder verwijderd is treedt er geen menstruatie meer op. Als de eierstokken niet verwijderd zijn en u hebt normaal gesproken last van klachten behorende bij de cyclus, kunt u deze nog steeds ervaren (zoals gevoelige gespannen borsten, stemmingsveranderingen of hoofdpijn). Als de eierstokken wel verwijderd zijn en u nog niet in de overgang bent, kunt u last krijgen van vervroegde overgangsklachten (zoals overmatig transpireren, opvliegers of depressieve buien). Onvruchtbaarheid: als de baarmoeder verwijderd is, is het krijgen van kinderen niet meer mogelijk. Dit kan voor jonge vrouwen met een kinderwens een extra belasting zijn. Ook voor een vrouw met kinderen kan dit als een probleem ervaren omdat het krijgen van een kind nu definitief onmogelijk is. Ontsteking van de wondjes, dit gaat gepaard met roodheid en/of zwelling van de wond en soms plotseling optredende koorts. Bij deze klachten moet u contact opnemen met het ziekenhuis of uw huisarts. Seksualiteit: geslachtsgemeenschap is medisch gezien na ongeveer 6 weken weer mogelijk, nadat bij de nacontrole is gecontroleerd dat ook de top van de schede goed is genezen. Emotioneel kan het echter langer duren voordat u weer plezier beleeft aan het vrijen. De verandering in de beleving van seksualiteit na de operatie is voor iedere vrouw verschillend. Vooral de zin in vrijen kan een lange periode afwezig of verminderd zijn. Intimiteit, genegenheid en knuffelen is in deze periode erg belangrijk. Het orgasme kan anders zijn dan voor de operatie, vooral als u tijdens een orgasme de baarmoeder voelde samentrekken. Het is belangrijk om samen over uw gevoelens te praten. Mochten er problemen op seksueel gebied ontstaan, dan kunt u dit met de gynaecologisch oncoloog of de regieverpleegkundige gynaecologische oncologie bespreken.
9
Controles: Bij doorverwijzing vanuit een ander ziekenhuis wordt met u besproken waar de controles plaats vinden. Bent u in het tweestedenziekenhuis onder behandeling, dan zullen de controles plaats vinden op het MOC Multidisciplinair Oncologisch Centrum) Let op, vanuit het verbeeten instituut krijgt u automatisch een nieuwe afspraak, echter de afspraak bij de gynaecologisch oncoloog moet u zelf maken bij de secr van het MOC.
Indien de controles in een ander ziekenhuis plaats vinden eindigt het contact met de regieverpleegkundige. De volgende punten zijn dan niet van toepassing 6 weken na de operatie komt u op nacontrole bij de gynaecologisch oncoloog. Deze zal de wond controleren en beoordelen of de top van de schede goed is genezen. Daarna zult u regelmatig op controle komen bij de gynaecologisch oncoloog, aanvankelijk om de 3 maanden dit in het 1e en 2e jaar. Daarna elke 6 maanden, dit in het 3e en 4e jaar. Hierna jaarlijks tot minstens 5 jaar na de behandeling. ( dit kan per ziektebeeld anders zijn, de gynaecologisch oncoloog zal dit met u bespreken ) Wanneer u na de operatie bestraling heeft gehad kunnen de controles afwisselend bij de gynaecologisch oncoloog en de radiotherapeut plaatsvinden. Indien u chemotherapie heeft gehad kunnen de controles afwisselend bij de gynaecologisch oncoloog en de oncoloog plaatsvinden. Bij klachten en/of vragen kunt u tussentijds terecht bij de regieverpleegkundige gynaecologische oncologie of de gynaecologisch oncoloog. 4 tot 5 weken na de operatie ontvangt u via de post een lastmeter met begeleidende brief en een afspraak bij de regieverpleegkundige gynaecologische oncologie. Indien mogelijk zal de afspraak gecombineerd worden met de afspraak bij de gynaecologische oncoloog. In de begeleidende brief staat uitgelegd waarvoor de lastmeter bedoeld is. In het gesprek met de regieverpleegkundige
10
gynaecologische oncologie zal zij de lastmeter met u bespreken en de mogelijkheden van ondersteuning/ begeleiding. Bereikbaarheid De regieverpleegkundige gynaecologische oncologie heeft spreekuur op maandag, dinsdagochtend en vrijdagochtend. Voor het maken van een afspraak of vragen belt u tijdens openingstijden naar het MOC. Telefoon: 013-4655764 Binnen kantoortijden en buiten de openingstijden van het MOC kunt u bellen naar het secretariaat van de polikliniek gynaecologie. Telefoon: 013 – 4655672. U kunt ook mailen naar:
[email protected] Vermeld in uw mail: uw vraag, uw naam, geboortedatum, telefoonnummer, Behandelend specialist. U ontvangt op werkdagen binnen 48 uur een reactie terug. Meer informatie
Websites
Onderstaande websites zijn voor u zorgvuldig geselecteerd. Algemene informatie: www.kwfkankerbestrijding.nl www.wegwijzerkanker.nl www.gocz.nl Over bestralen: www.verbeeten.nl Over lotgenotencontact: www.olijf.nl
11
Themabijeenkomsten/lotgenotencontact
De Infotheek Oncologie organiseert regelmatig themabijeenkomsten en lotgenotencontact. Uitgebreidere informatie hierover vindt u op: www.wegwijzerkanker.nl
Tot slot Als u na het lezen van deze brochure nog vragen heeft, uw gynaecologisch oncoloog of de regieverpleegkundige gynaecologische oncologie zijn altijd bereid uw vragen te beantwoorden. Zie bereikbaarheid. Als u opgenomen ligt kunt u uiteraard aan de verpleegkundige op de afdeling ook de vragen stellen, indien wenselijk zal zij u doorverwijzen naar de gynaecologisch oncoloog. Ruimte voor uw eigen vragen en aantekeningen. ___________________________________________________________ ___________________________________________________________ ___________________________________________________________ ___________________________________________________________
12