VERO voor voetgangers basisschool Pulle 1 Stappen in groep – Het vertrekpunt veilig verlaten
Kloosterstraat 7 Het vertrek- en eindpunt van de VERO voor voetgangers is de parking voor de school (Kloosterstraat). Daar spreken we met de leerlingen het gewenste voetgangersgedrag af.
Het vertrekpunt op een veilige manier verlaten De kinderen leren dat ze deel uitmaken van een groep en dat die groep zich op straat bevindt. Ze leren dat ze moeten doorstappen, goed aansluiten en goed moeten uitkijken. Ze luisteren aandachtig naar het verkeer en naar hun begeleider en ze weten dat ze niet op straat mogen springen. Voor je aan de voettocht begint, maak je duidelijke afspraken met de kinderen. Overloop met hen het gewenste voetgangersgedrag en de signalen die je als leerkracht kan geven tijdens de tocht. Bv. één maal fluiten is stoppen, twee maal fluiten is achter elkaar lopen,… Oefening Je kan de signalen vooraf oefenen op de speelplaats. Wissel de fluitsignalen af en laat de kinderen de juiste handeling uitvoeren.
2 Plaats van de voetganger op de openbare weg
Kloosterstraat We gaan naar links in de Kloosterstraat en volgen het voetpad aan de linkerkant van de rijweg. We steken niet over.
Info en oefeningen -
Plaats op de openbare weg
Verkeerseducatieve Route Basisschool Pulle / Mei 2015
Plaats op de openbare weg -
Voetgangers gaan op het voetpad of op de berm (verhoogde of gelijkgrondse). Als er geen voetpad of berm is en je bent alleen, dan ga je links op de rijbaan of op het fietspad. Je geeft wel voorrang aan fietsers op het fietspad. - Heb je een fiets aan de hand, wandel dan op het voetpad. Als er geen voetpad is, dan wandel je rechts op de rijbaan met je fiets aan de kant van de rijbaan. - Groepen voetgangers van minimum vijf personen die op de rijbaan stappen, vergezeld van een leider, mogen zowel links als rechts op de rijbaan gaan, op voorwaarde dat ze achter elkaar stappen. - Tussen valavond en zonsopgang (of als de zichtbaarheid beperkt is tot 200 m) moet de groep die de rijbaan volgt, uitgerust zijn met volgende signalisatie: · Als de groep rechts stapt: een wit of geel licht vooraan en een rood licht links achteraan · Als de groep links stapt: een rood licht rechts vooraan en een wit of geel licht rechts achteraan Op sommige plaatsen is aan beide kanten van de straat een voetpad. Hier kan je dan ook kiezen of je links of rechts wandelt. Je wandelt best aan de kant waar je het minst moet oversteken. Oefening: Laat de leerlingen zeggen waar je hier moet lopen. Laat hen vervolgens per twee op de juiste plaats lopen tot aan een duidelijk herkenningspunt (de hoek van de straat).
3 Verkeersborden Er zijn verschillende soorten verkeersborden. De grote groepen zijn: gevaarsborden, gebodsborden, verbodsborden, voorrangsborden en aanwijzingsborden. - Een gevaarsbord kondigt een gevaar aan, iets waarvoor je moet opletten. - Een gebodsbord legt een bepaald gebod op, iets wat je moet doen. - Een verbodsbord legt een bepaald verbod op, iets wat je niet mag doen. - Een voorrangsbord geeft aanwijzingen over wie waar voorrang krijgt. - Een aanwijzingsbord geeft bijvoorbeeld aan op welk soort weg je je bevindt. Voor meer informatie zie de verkeersbordenfiche achteraan. Oefening: Vraag een kind om een ander aanwijzingsbord te beschrijven. Vraag de andere kinderen zo snel mogelijk te zeggen waar die beschrijving voor staat. Een voorbeeld: het is een groot, vierkant bord met een zwarte rand, waarop gebouwen in het zwart staan.
Verkeersbord “zone 30” en “plaats waar veel kinderen komen”
Verkeerseducatieve Route Basisschool Pulle / Mei 2015
Als je aan het einde van de Kloosterstraat om kijkt, zie je het bord “zone 30” en “plaats waar veel kinderen komen”. Een zone 30 is een gebied waarin automobilisten niet sneller mogen rijden dan 30 km/u. De bedoeling is om de snelheid van voertuigen laag te houden op een plaats waar vooral veel zwakke weggebruikers komen. Door de lagere snelheid is er minder kans op een ongeval en als er toch een ongeval zou gebeuren, zal de ernst ervan veel minder zijn. Vertel de kinderen echter om extra waakzaam te zijn en de techniek die ze leerden (bij oversteken zonder zebrapad) zeker toe te passen. Twee aanwijzingsborden bakenen het begin en einde van de zone af. Eenmaal in het gebied worden de verkeersborden niet meer herhaald. In schoolomgevingen zijn er vaak ook variabele aanwijsborden, die enkel oplichten op bepaalde tijdstippen. De zone 30 geldt dan enkel als het bord ook effectief opgelicht is.
4 Oversteken aan het zebrapad
Op het kruispunt van de Kloosterstraat en de Dorpsstraat gaan we linksaf en blijven het voetpad volgen tot aan het zebrapad. We steken de Dorpsstraat over aan het zebrapad en wandelen verder langs de “Hageskes”, de doorsteek naast de Griffel.
Info en oefeningen -
Oversteken aan een zebrapad
Oversteken aan een zebrapad Oversteken doe je zo: -
Stoppen aan de stoeprand Eerst links kijken Dan rechts (om een algemeen beeld van de straat te krijgen) Terug naar links (om zeker te zijn dat die richting wel veilig is) Weer naar rechts (om zeker te zijn dat ook deze richting veilig is) Oversteken terwijl je naar links kijkt Voor het midden van de rijbaan naar rechts kijken Goed doorstappen om snel aan de overkant te zijn (niet rennen!) Goed opletten dat je hier geen andere gebruikers van het zebrapad en de stoep hindert Zodra je aan de overkant bent, ga je de ‘Hageskes” in langs de linkerkant van de weg.
Verkeerseducatieve Route Basisschool Pulle / Mei 2015
Niet doen! Naar de grond kijken, SMS-en en smart phone gebruiken, schuin oversteken of rennen. Als je oversteekt aan een zebrapad, zijn bestuurders verplicht om te stoppen. Bestuurders moeten immers stoppen als voetgangers aanstalten maken om over te steken. Maar leer de kinderen om extra voorzichtig te zijn, want ervaring leert dat niet alle bestuurders stoppen! Ze mogen pas oversteken als ze zeker zijn dat de auto’s zullen stoppen of als ze geen auto’s zien aankomen. Leer de kinderen oogcontact te maken en hoffelijk te zijn door hun hand op te steken naar bestuurders die stoppen om hen over te laten. Oefening: Nadat je het oversteken enkele malen hebt voorgedaan laat je de kinderen individueel oefenen. De anderen mogen tips en aanwijzingen geven die ze hebben onthouden.
5 Een doorsteekje nemen De Hageskes
We wandelen verder langs de “Hageskes”, een doorsteekje
Info en oefeningen -
Een doorsteekje nemen Plaats op de openbare weg
Een doorsteekje nemen Buurtwegen en doorsteekjes zijn vaak de veiligste en kortste routes van en naar de school. De “Hageskes” is zo’n doorsteekje dat door vele kinderen gebruikt wordt. Oefening: Vraag aan de kinderen of ze nog doorsteekjes in de buurt kennen. Zo ja, laat ze die vertellen aan de klasgenootjes en vraag om de doorsteekjes aan te duiden op het kaartje.
Plaats op de openbare weg Op een pad loop je langs de rechterkant. Oefening: Laat de leerlingen zeggen waar ze hier moeten gaan. Laat hen vervolgens op de juiste plaats wandelen tot aan de Pastoriestraat.
Verkeerseducatieve Route Basisschool Pulle / Mei 2015
6 Plaats op de openbare weg Foto Pastoriestraat
Op het kruispunt van de Hageskes en de Pastoriestraat, ga je naar links.
Info en oefeningen -
Plaats op de openbare weg
Plaats op de openbare weg Je plaats op de openbare weg als individuele voetganger: - Als het kan op het voetpad langs de kuizenkant of op een berm stappen. - Als je alleen bent links op de rijbaan stappen. - Op een pad langs de rechterkant stappen. In de Pastoriestraat is er geen voetpad of expliciete berm. De kinderen lopen links op de berm (daar waar er één is) of helemaal links op de rijbaan. Oefening: Laat de leerlingen zeggen waar ze hier moeten gaan. Laat hen vervolgens op de juiste plaats wandelen tot aan het einde van de straat.
7 Plaats op de openbare weg en voorbij in- en uitritten en geparkeerde auto’s wandelen Foto geparkeerde auto’s
Aan het einde van de Pastoriestraat, ga je naar rechts langs het doorsteekje en vervolgens steek je het plein over om langs de rechterkant langs de geparkeerde auto’s te lopen.
Info en oefeningen -
Plaats op de openbare weg Voorbij in- en uitritten en geparkeerde auto’s wandelen
Verkeerseducatieve Route Basisschool Pulle / Mei 2015
Plaats op de openbare weg De kinderen lopen op dit pad aan de rechterkant en blijven rechts lopen over het plein en langs de geparkeerde auto’s aan frituur “de Fritstop”. Oefening: Laat de leerlingen zeggen waar ze hier moeten gaan en waar ze op het plein en aan de geparkeerde auto’s moeten gaan.
Voorbij in- en uitritten en geparkeerde auto’s wandelen In veel straten zijn er veel opritten en garagepoorten. Een bestuurder die zijn garage of oprit in- of uitrijdt, moet voorrang verlenen aan de voetgangers op de stoep of in de straat. Maar bestuurders hebben de voetgangers niet altijd (tijdig) gezien! Zie je een garagepoort openstaan of een auto op een oprit staan, kijk en luister dan goed of de bestuurder niet gaat vertrekken. Mogelijke tekenen dat een auto gaat vertrekken: - De motor staat aan. - Het achteruitrijlicht of de richtingaanwijzers branden. - Er zit iemand in de auto. Komt er een auto aan die vertraagt en zijn richtingwijzer aanzet? Probeer dan oogcontact te maken en controleer of de auto wel stopt om je door te laten. Wacht liever even als je niet zeker bent of de bestuurder je gezien heeft. Oefening: Laat enkele leerlingen wandelen tot aan het einde van het pad. Bij elke garagepoort of oprit, moeten ze even vertragen, goed kijken en luisteren en oké! roepen voor ze verder wandelen. In het geval alle garagepoorten gesloten zijn, doe je deze oefening aan de geparkeerde auto’s.
8 Oversteken aan verkeerslichten
Aan het einde van het parkeerterrein volg je het voetpad aan de rechterkant tot aan het verkeerslicht. Daar steek je links over, je loopt naar het voetpad naast café “Het Anker”.
Info en oefeningen -
Oversteken aan verkeerslichten
Oversteken aan verkeerslichten Voor voetgangers zijn er tweekleurige verkeerslichten: groen (oversteken) en rood (stoppen). Je steekt over via het zebrapad bij de lichten. Aan lichten oversteken doe je best als volgt: - Je wandelt tot aan het zebrapad - Je wandelt pas verder als het licht op groen staat. Kijk eerst naar links en rechts, want soms zijn bestuurders nog bezig met het kruispunt te verlaten als het licht voor hen al rood is. - Aan de overkant kijk je uit naar rechts om zeker te zijn dat er geen fietsers zijn die je kruisen. - Je wandelt verder tot op het voetpad. Verkeerseducatieve Route Basisschool Pulle / Mei 2015
Oefening: Steek zelf over en laat vervolgens de leerlingen bij het volgende groene licht oversteken. Controleer of ze eerst naar links en rechts gekeken hebben en of de laatste leerlingen stoppen wanneer het licht weer rood wordt.
Verkeerseducatieve Route Basisschool Pulle / Mei 2015