HET GROTE
VOETGANGERS
EXAMEN
HANDLEIDING
Praktijktest voor het vierde leerjaar
WOORD VOORAF De Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) pleit al meer dan 20 jaar voor praktijkgericht verkeersonderwijs. Want kinderen moeten niet alleen het verkeersreglement kennen, ze moeten vooral de nodige vaardigheden en attitudes beheersen om zich veilig in het verkeer te kunnen begeven. Ook voor het onderwijs is hier een belangrijke rol weggelegd, dat lezen we in de eindtermen die leerlingen op het einde van het lager onderwijs moeten halen. Vanaf het kleuteronderwijs starten we met voetgangerstraining. Eerst hand in hand met de kleuter. Nadien, in de lagere school, laten we die hand stilaan los. En rond de leeftijd van 9 jaar zijn kinderen klaar om, na voldoende training, zelfstandig een straat over te steken. En het is voornamelijk die verkeersvaardigheid die we willen testen tijdens Het Grote Voetgangersexamen in het vierde leerjaar. Het Grote Voetgangersexamen zal een goed beeld geven van in welke mate leerlingen de verkeersvaardigheden beheersen die nodig zijn om als voetganger deel te nemen aan het verkeer. Het Grote Voetgangersexamen vervolledigt de verticale leerlijn met De Grote Verkeerstoets in het vijfde leerjaar en Het Grote Fietsexamen in het zesde leerjaar. In deze handleiding leggen we je stap voor stap uit hoe je Het Grote Voetgangersexamen kunt organiseren en waarop je moet letten. Daarnaast vind je in het doe-pakket ook verschillende communicatiemiddelen om Het Grote Voetgangersexamen bekend te maken aan ouders, mede-leerkrachten en buurtbewoners. We wensen je veel succes bij de organisatie van Het Grote Voetgangersexamen! Eddy Klynen Coördinator VSV
HET GROTE
VOETGANGERS
EXAMEN
4
Inhoud Woord vooraf.......................................................................................................................................................... 1 1
Het Grote Voetgangersexamen............................................................................................................. 5
1.1 Haalbaar voor elke school................................................................................................................. 7
1.2 Ondersteuning op elk vlak................................................................................................................8
2 Waarom een voetgangersexamen?......................................................................................................9
2.1 Voordelen..............................................................................................................................................10
2.2 Link met de eindtermen .................................................................................................................. 11
3 Training en voorbereiding van de leerlingen ................................................................................. 13
3.1 Oversteken en psychomotorische ontwikkeling .................................................................. 14
3.2 Van beschermde omgeving naar de straat ............................................................................. 15
4 Praktische organisatie ..............................................................................................................................17
4.1 Vijf basisvaardigheden .................................................................................................................... 18
4.2 Voorbereiding ..................................................................................................................................... 19
4.2.1 Kerngroep samenstellen .................................................................................................. 19 4.2.2 Route uitstippelen ..............................................................................................................20 4.2.3 Het Grote Voetgangersexamen bekend maken ......................................................21 4.2.4 Helpers ....................................................................................................................................22
4.3 Dag van het examen ........................................................................................................................23
4.4 Evaluatie ...............................................................................................................................................25
4.4.1 Beoordeling en resultaten ................................................................................................25 4.4.2 Voetgangersbrevet Goud ................................................................................................ 26 4.4.3 Reflectie ................................................................................................................................. 26 Colofon ...................................................................................................................................................................27
5 Het Grote voetgangersexamen
1. HET GROTE VOETGANGERSEXAMEN
HET GROTE
VOETGANGERS
EXAMEN
Haalbaar voor elke school
Een voetgangersexamen is een praktijktest in het echte verkeer. Kinderen van het vierde leerjaar stappen een parcours langs een uitgestippelde route, meestal in de schoolomgeving. Terwijl ze de route afleggen, wordt gecontroleerd of ze de minimale basisvaardigheden beheersen om veilig en zelfstandig te stappen. De school bepaalt zelf op welke dag ze Het Grote Voetgangersexamen organiseert. De VSV streeft ernaar dat zoveel mogelijk klassen van het vierde leerjaar Het Grote Voetgangersexamen gaan organiseren. Daarom hebben we erover gewaakt dat het project: haalbaar is voor elke school; veilig kan verlopen; overal op een uniforme manier kan plaatsvinden; perfect aansluit bij de eindtermen.
7 Het Grote voetgangersexamen
1.1
8
1.2 Ondersteuning op elk vlak
Het Grote voetgangersexamen
De VSV ondersteunt de deelnemende klassen maximaal in elke fase van het project: de voorbereiding, de communicatie, de training, het examen, de evaluatie, de beloning en de remediëring: Inschrijving en opvolging van je persoonlijke dossier gebeurt op de website van het project: www.grotevoetgangersexamen.be. Op deze website vind je onder andere ook gratis oefenmateriaal en controlefiches voor tijdens het examen. Klassen die zich hebben ingeschreven, ontvangen een doe-pakket met een handleiding, oefenfiches, folders voor de ouders, een affiche en een klembord. Als een klas al eerder deelnam, ontvangt ze een vervolg-pakket met folders voor de ouders, een affiche en een klembord. De handleiding en oefenfiches kun je hergebruiken. Er zijn regionale nascholingen voor de scholen die graag een gespecialiseerde opleiding willen volgen om een voetgangersexamen te organiseren. Als je de resultaten van je klas na Het Grote Voetgangersexamen invoert op de website, kun je gepersonaliseerde Voetgangersbrevetten Goud afdrukken voor álle kinderen die meegedaan hebben. Bovendien krijg je stickers toegestuurd om uit te delen aan de leerlingen.
9
2. WAAROM EEN VOETGANGERSEXAMEN?
HET GROTE
VOETGANGERS
EXAMEN
Waarom een voetgangersexamen?
10
2.1 Voordelen Een voetgangersexamen heeft heel wat voordelen, zowel voor de kinderen, de school als de ouders: Meer aandacht voor praktijkgericht verkeersonderwijs op school is een schakel in het proces van levenslang en ervaringsgericht leren. Leerkrachten en ouders zien in en ervaren dat een kind over voldoende psychomotorische vaardigheid, ervaring en maturiteit moet beschikken om veilig te kunnen oversteken. Leerkrachten en ouders krijgen een duidelijk beeld van de kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes van hun leerlingen/kinderen in het reële verkeer. Tijdens Het Grote Voetgangersexamen komen de hiaten aan het licht. Daaraan kun je nog twee jaar werken in de derde graad.
2.2 Link met de eindtermen
11
Het Grote Voetgangersexamen sluit inhoudelijk en methodologisch volledig aan bij de eindtermen verkeers- en mobiliteitseducatie voor het lager onderwijs. Bij het leergebied ‘Wereldoriëntatie’ domein ‘Ruimte’ lezen we:
Waarom een voetgangersexamen?
ET 6.12 De leerlingen kunnen de gevaarlijke verkeerssituaties in de ruimere schoolomgeving lokaliseren en er zich veilig verplaatsen. De route van het voetgangersexamen is gelegen in de leefomgeving van de kinderen. De trainer kan de kinderen op een praktische manier wegwijs maken in de verkeerssituaties die op de route liggen. Door een bepaalde situatie te oefenen op een vertrouwde route, worden kinderen ook weerbaar in nieuwe complexe verkeerssituaties.
ET 6.13 De leerlingen beschikken over voldoende reactiesnelheid, evenwichtsbehoud en gevoel voor coördinatie en ze kennen de verkeersregels voor fietsers en voetgangers, om zich zelfstandig en veilig te kunnen verplaatsen langs een voor hen vertrouwde route. Het Grote Voetgangersexamen sluit zeer nauw aan bij deze doelstelling. De kinderen trainen en tonen dat ze met respect voor de wegcode kunnen stappen en een straat oversteken in hun eigen leefomgeving. Ze doen dit zelfstandig en veilig. Ze nemen dus zelf beslissingen en houden rekening met de risico’s die uitgaan van het verkeer. Zo kunnen ze de remafstand van voertuigen inschatten en beslissen of ze al dan niet zullen oversteken.
ET 6.14 De leerlingen tonen zich in hun gedrag bereid rekening te houden met andere weggebruikers. Tijdens Het Grote Voetgangersexamen anticiperen de kinderen op het gedrag en de aanwezigheid van andere verkeersdeelnemers en gedragen ze zich hoffelijk.
3. TRAINING EN VOORBEREIDING VAN DE LEERLINGEN
HET GROTE
VOETGANGERS
EXAMEN
14
3.1 Oversteken en psychomotorische ontwikkeling
Training en voorbereiding van de leerlingen
Bij het aanleren van voetgangersvaardigheden is het belangrijk dat je weet dat kinderen op psychomotorisch vlak nog een aantal beperkingen hebben. Daarom moeten voetgangersvaardigheden stapsgewijs aangeleerd worden, best al vanaf de kleuterleeftijd. Oversteken – één van de belangrijkste vaardigheden – komt in verschillende vormen aan bod in Het Grote Voetgangersexamen. Het is aan te raden om Het Grote Voetgangersexamen pas in het vierde leerjaar te organiseren en niet vroeger, en dat om de volgende redenen: Wat moet een kind kunnen om veilig over te steken? Stoppen en stilstaan voor hij de straat oversteekt. Deze vaardigheid wordt ontwikkeld in de periode van drie tot zes jaar. Links en rechts kijken om het verkeer te observeren. Het gezichtsveld van kinderen tot acht jaar is daarvoor nog niet voldoende ontwikkeld. Als er geen verkeer komt, oversteken en flink doorstappen. Om dat te doen, beschikt een kind rond zes jaar over de nodige motorische capaciteiten. Voordien kunnen ze hun bewegingen nog niet altijd coördineren en hebben ze hun evenwicht nog niet altijd onder controle. Ruimte en tijd correct interpreteren en structureren. Oversteken is voor kinderen zeer complex, omdat ze het passagemoment van de aankomende wagen(s) juist moeten inschatten en de tijd moeten inschatten die ze zelf nodig hebben om de straat over te steken. Kinderen tot zeven jaar hebben daar nog behoorlijk wat moeilijkheden mee. Het duurt zelfs tot de leeftijd van 9-10 jaar voor kinderen in staat zijn om individueel op een veilige manier over te steken. Voordien kan dit wel onder begeleiding geoefend worden.
3.2 Van beschermde omgeving naar de straat Met het voetgangersexamen rond je een trainingsperiode af. Voor je met de kinderen het reële verkeer in gaat, moet je ze de vaardigheden eerst aanleren in een beschermde omgeving. Een beschermde omgeving kan bijvoorbeeld een speelplaats of een plein zijn, maar (bij slecht weer) ook een turnzaal of polyvalente zaal. Met enkele eenvoudige materialen, kun je al veel oefenen. Een paar ‘stoeprandstroken’ volstaan voor de meeste oefeningen. Je kunt ze niet in de handel kopen, maar met repen vinyl zelf maken. Je vormt er in een handomdraai straten en kruispunten mee. Uiteraard is het de bedoeling dat de leerlingen de ingeoefende vaardigheden kunnen toepassen in het reële verkeer, in hun vertrouwde omgeving en op de route waar Het Grote Voetgangersexamen zal plaatsvinden. In het doe-pakket vind je vijf oefenfiches om de vijf basisvaardigheden van Het Grote Voetgangersexamen voor te bereiden. De training van verkeersvaardigheden zit daarin verwerkt. Sla deze stap zeker niet over als je leerlingen voorbereidt op Het Grote Voetgangersexamen. Oefenen gebeurt altijd eerst in een beschermde omgeving en nadien in het echte verkeer. Het is belangrijk te weten dat we pas vanaf de voorbereiding op Het Grote Voetgangersexamen (in de tweede graad van het lager onderwijs) kinderen volledig individueel laten stappen in het verkeer.
Training en voorbereiding van de leerlingen
15
17 Praktische organisatie
4. PRAKTISCHE ORGANISATIE
HET GROTE
VOETGANGERS
EXAMEN
18
4.1 Vijf basisvaardigheden
Praktische organisatie
Een leerling slaagt voor Het Grote Voetgangersexamen als hij de vijf basisvaardigheden tot een goed einde brengt én zichzelf of anderen niet in gevaar heeft gebracht. Dat kan enkel als hij het verkeersreglement voldoende kent en het juiste verkeersgedrag toepast bij die regels. De vijf basisvaardigheden met bijhorende oefeningen vind je terug op de oefenfiches. De controlefiches voor tijdens het examen kun je downloaden op de website.
De vijf basisvaardigheden zijn: 1 2 3 4 5
rond een hindernis stappen die de stoep helemaal verspert; oversteken op een zebrapad; oversteken op een kruispunt met een agent; oversteken op een T-kruispunt; oversteken tussen geparkeerde auto’s.
Andere vaardigheden zijn zeker het testen waard als ze bij de leefwereld van de kinderen horen. Afhankelijk van de lokale situatie, kun je de vijf basisvaardigheden aanvullen met een paar extra vaardigheden, als je het belangrijk vindt dat kinderen ze beheersen. Voor andere vaardigheden die courant voorkomen, vind je nog een aantal extra oefenfiches en controlefiches op de website www.grotevoetgangersexamen.be. Het gaat om de volgende vaardigheden: oversteken op een zebrapad met een gemachtigde opzichter; oversteken op een vierarmig kruispunt zonder voorzieningen; oversteken op een kruispunt met verkeerslichten; links op de rijbaan stappen als er geen stoep, berm of fietspad is.
4.2.1 Kerngroep samenstellen Om een praktijkexamen uit te werken volstaat een kleine kerngroep om een aantal stappen en beslissingen te nemen. Het is vooral van belang dat de juiste mensen in deze kerngroep zitten: o.a. de klasleerkracht, de politie en een verkeersouder. De politie is een ideale partner: om een route te helpen opmaken; voor specifieke verkeersvaardigheden (oversteken op een kruispunt met een agent die het verkeer regelt); om op de dag van het examen een oogje in het zeil houden en mee de veiligheid van de deelnemers en de andere weggebruikers te garanderen. Door samen te werken met de lokale politie toon je als school dat je er alles aan doet om het voetgangersexamen zo veilig mogelijk te laten verlopen. Verkeersouders kunnen instaan voor een aantal logistieke en ondersteunende taken: signalisatie plaatsen; materiaal uitdelen; controleposten op het parcours bemannen; enzovoort. Heeft de school nog geen vaste groep vrijwilligers bij verkeersactiviteiten? Dan kan de kerngroep een oproep lanceren bij de ouders met de vraag om een handje toe te steken op de dag van het voetgangersexamen. Het eerste wat de kerngroep doet, is een geschikte datum prikken voor Het Grote Voetgangersexamen.
19 Praktische organisatie
4.2 Voorbereiding
Praktische organisatie
20
4.2.2 Route uitstippelen De route die de kinderen moeten afleggen tijdens Het Grote Voetgangersexamen bevindt zich in een omgeving die voor hen relevant en herkenbaar is. De school is bij voorkeur het vertrek- en eindpunt van de route. Als je de route voor het examen uitstippelt, zorg je ervoor dat de vijf basisvaardigheden zeker in het parcours voorkomen op plaatsen waar je ze goed kunt testen en evalueren. Integreer zeker de oversteekplaatsen die veel gebruikt worden op weg naar school. Echt gevaarlijke plaatsen zoek je niet op. Maar met Het Grote Voetgangersexamen kun je ook nagaan of de leerlingen de juiste vaardigheden en technieken beheersen om te sta pen en over te steken in minder ideale omstandigheden (oversteken tussen geparkeerde auto’s, een hindernis die het voetpad helemaal verspert,…). Die vaardigheden test je in een rustige straat. Om organisatorische redenen is het ook best om ze in scène te zetten op een plaats die zo weinig mogelijk gevaar en hinder meebrengt. Voor een voetgangersexamen volstaat een korte route. Een afstand van één kilometer is meestal al genoeg om de courante verkeersvaardigheden te trainen. Het is ook belangrijk dat je de route van het examen ruim op voorhand bekend maakt op school en aan de ouders. Hierdoor krijgt iedereen de kans om met de kinderen voldoende te oefenen en de moeilijke punten te bespreken. Je moet ervan uitgaan dat de ouders in de eerste plaats de ‘verkeersopvoeders’ van hun kinderen zijn. Maar hou er rekening mee dat niet elk gezin de tijd neemt of in staat is om met de kinderen te trainen. De training op school is dus onontbeerlijk. Het zijn trouwens de beste verkeerslessen die je als school kunt geven!
Zodra je weet wanneer Het Grote Voetgangersexamen zal plaatsvinden en welke vaardigheden je waar wilt testen, kun je het project bekend maken op school en bij de ouders. In het doe/vervolg-pakket vind je een affiche waarop de leerlingen van de deelnemende klas hun namen en de datum kunnen invullen. Hang de affiches op een goed zichtbare plaats voor de ouders en de buurtbewoners. Om de ouders te informeren en op de hoogte te brengen kun je de flyers uit het doe/vervolg-pakket met de leerlingen mee naar huis geven. Het is belangrijk dat de ouders goed op de hoogte zijn, hun toestemming geven en mee achter het project staan. Moedig de ouders ook aan om samen met hun kind de vaardigheden en de route in te oefenen. Dat kan alleen het draagvlak vergroten en het welslagen van het project bevorderen.
21 Praktische organisatie
4.2.3 Het Grote Voetgangersexamen bekend maken
Praktische organisatie
22
4.2.4 Helpers Werven De dag van het examen heb je meer helpende handen nodig dan de leden van de kerngroep. Onder andere om de controleposten op het parcours te bemannen. Zorg ervoor dat een controleur niet urenlang op dezelfde plaats moet blijven staan. Je zult makkelijker en meer vrijwilligers vinden voor één of twee uren dan voor een halve of hele dag. Om helpers te zoeken onder de ouders kun je de afscheurstrook aan de flyer voor ouders gebruiken. Op de achterkant van de afscheurstrook vraag je de ouders meteen ook om toestemming te verlenen om hun kind te laten deelnemen aan het examen op de openbare weg.
Taken Bij iedere vaardigheid op de route staat een controleur die de beoordeling van de deelnemers bijhoudt op een controlefiche. Per observatiepunt wordt één controlefiche per klas ingevuld. Om de controle snel en objectief te laten verlopen, dragen de leerlingen een fluohesje met een rugnummer (kun je downloaden op de website) en worden alleen de fouten genoteerd. Onderaan op de controlefiche is een vakje voorzien waarin de controleur specifieke opmerkingen kan noteren. Bij Het Grote Voetgangersexamen ligt de nadruk op het oversteken in verschillende omstandigheden. In verband met de veiligheid let de controleur vooral op het moment waarop het kind beslist om te beginnen met oversteken. Als een kind een inschattingsfout maakt, bijvoorbeeld ten aanzien van een naderend voertuig, dan is het aan de controleur om in te grijpen.
Briefen Sommige scholen en politiezones organiseren vooraf een overleg voor de helpers en tonen in een presentatie waar en hoe er gecontroleerd moet worden. Anderen organiseren een verkennende wandeling op het parcours. Maar in principe volstaat het om de helpers/controleurs ’s morgens op de dag van Het Grote Voetgangersexamen te briefen. Je informeert hen kort over de plaats waar ze gaan controleren, waar ze zich opstellen, hoe ze de deelnemende leerlingen moeten beoordelen en over hoe ze mee instaan voor het goede verloop en de veiligheid. Houd ook rekening met het weer en voorzie het nodige comfort voor je helpers. Denk aan schaduw, schuilplaats voor de regen, een drankje om te verfrissen, eventueel een stoel enzovoort.
Praktische organisatie
23
4.3 Dag van het examen Voor de leerlingen effectief vertrekken, gebeuren er nog een paar zaken: signalisatie op de invalswegen van de examenomgeving aanbrengen; bewegwijzering (kun je downloaden op de website) plaatsen; laatste controletocht uitvoeren om na te gaan of alle controleurs aanwezig zijn, op de juiste plaats staan en of er zich geen onverwachte problemen voordoen. De controleurs krijgen een korte briefing. In een map geef je ze de nodige informatie en materiaal mee om hun taak correct te kunnen uitvoeren: een plattegrond met de exacte locatie van hun controleplaats; een controlefiche; een klembord; schrijfgerief; een telefoonnummer/noodnummer; een fluitje dat als noodsignaal gebruikt kan worden; gegevens over het aantal deelnemers en hun rugnummers; instructies over de manier van controleren.
Praktische organisatie
24
De vertrekplaats van Het Grote Voetgangersexamen bevindt zich in een beschermde omgeving zonder autoverkeer. Bij voorkeur op de speelplaats van de school, maar je kunt ook op een plein of parking vertrekken. Alle deelnemers dragen een fluohesje met een rugnummer. De controleur moet weten wat het nummer is van de laatste deelnemer, zodat hij weet wanneer zijn taak erop zit. Zorg ervoor dat er geen nummers ontbreken en dat de nummering overeenstemt met die op de controlefiches. Je kunt rugnummers downloaden op de website www.grotevoetgangersexamen.be. De deelnemers vertrekken met een tussentijd van één minuut. Zo is er voldoende afstand tussen twee leerlingen om elkaar niet te beïnvloeden. Er wordt duidelijk afgesproken om in een normaal tempo te stappen en dus NIET te rennen, want het is geen snelheidswedstrijd. De omstandigheden van het parcours kunnen ervoor zorgen dat leerlingen elkaar toch inhalen. Maak daarover op voorhand afspraken met de controleurs, zodat ze kunnen zorgen dat er opnieuw voldoende tijd tussen twee deelnemers zit.
4.4.1 Beoordeling en resultaten De resultaten van het voetgangersexamen laten best niet te lang op zich wachten. Stel een kleine werkbare beoordelingscommissie samen (controleurs, leerkrachten, politie, verkeersouders, …). Leg de deelresultaten per leerling samen, bespreek ze en vel een oordeel.
JE GAAT UIT VAN TWEE PRINCIPES OM TE SLAGEN: nn Wie zichzelf of anderen niet in gevaar heeft gebracht, slaagt voor de globale voetgangersvaardigheid. nn Leerlingen moeten vijf op vijf behalen op de vijf basisvaardigheden om te slagen voor Het Grote voetgangersexamen. Bij elk van de vijf basisvaardigheden moet de controleur meerdere deelvaardigheden nagaan. Het zou kunnen dat de leerling tijdens een van de stappen van de vaardigheid iets vergeet of niet helemaal correct uitvoert. In dat geval kan hij toch nog slagen voor de vaardigheid. Maar enkel als hij zichzelf of anderen niet in gevaar heeft gebracht. Een voorbeeld: Als de leerling bij een van de oversteekproeven vergeet om in het midden van de rijbaan nog een keer naar rechts te kijken, zonder dat hij zichzelf of iemand in gevaar brengt, dan kan de beoordelingscommissie beslissen dat de leerling toch slaagt voor de vaardigheid.
We willen je vooral meegeven om correct te zijn in de beoordeling en de lat niet te laag te leggen. Het is mogelijk dat leerlingen niet slagen voor het examen. Op het Voetgangersbrevet Goud wordt dan niet aangeduid dat het kind geslaagd is en er wordt duidelijk vermeld welke vaardigheden nog bijzondere aandacht verdienen. Met het Voetgangersbrevet Goud breng je de kinderen, de ouders en de klasleerkracht op de hoogte van het resultaat, zodat zij weten wie als voetganger klaar is om individueel deel te nemen aan het verkeer en voor wie er nog werkpunten zijn.
25 Praktische organisatie
4.4 Evaluatie
4.4.2 Voetgangersbrevet Goud
Praktische organisatie
26 HET GROTE
VOETGANGERS
BREVET
Naam: School: Klas:
Basisvaardigheden 1. Rond een hindernis stappen
Extra vaardigheden Extra vaardigheid 1
2. Oversteken op een zebrapad
Extra vaardigheid 2
3. Oversteken op een kruispunt met een agent
Extra vaardigheid 3
4. Oversteken op een T-kruispunt
Extra vaardigheid 4
5. Oversteken tussen geparkeerde auto’s
Extra vaardigheid 5
Opmerkingen:
Eindbeoordeling geslaagd nog verder oefenen
Handtekening:
Álle leerlingen ontvangen na het examen het Voetgangersbrevet Goud. Je kunt de brevetten automatisch afprinten, zodra je de evaluatiegegevens hebt aangevuld in je onlinedossier op de website. Ieder kind krijgt een brevet voor zijn inspanning, geslaagd of niet geslaagd. Op het brevet is er ruimte om een persoonlijke appreciatie of een specifiek aandachtspunt te formuleren. Als je de evaluatie hebt ingevuld, ontvang je ook stickers Voetgangersbrevet Goud om aan de leerlingen te geven. De resultaten van jouw school zijn ook belangrijk voor de VSV. Als iedere klas zijn evaluatie correct invult, kunnen we representatieve conclusies trekken voor Vlaanderen. Op basis daarvan kunnen we het lesmateriaal nog beter afstemmen op de noden.
4.4.3 Reflectie Omdat je Het Grote Voetgangersexamen in de toekomst minstens even goed wilt organiseren, is het belangrijk om te evalueren met de betrokken partijen. nn Het resultaat àà Hoeveel leerlingen zijn geslaagd? àà Voldoen de resultaten aan de verwachtingen van de ouders en leerkrachten? àà Moeten we de trainingen aanpassen of opvoeren? nnDe route àà Voldoet de test aan de verwachtingen van de ouders en leerkrachten? àà Geeft de test een realistisch beeld van het verkeer op de openbare weg? àà Is de moeilijkheidsgraad realistisch? àà Zijn de controleposten op de juiste plaats gesitueerd? àà Zijn er onverwachte situaties die de veiligheid in het gedrang brengen? nnHelpende handen àà Zijn er voldoende helpers? àà Zijn de helpers voldoende ingelicht over hun taak? àà Zijn de controlefiches goed ingevuld?
COLOFON Auteur: Dirk Gabriels, Kim Jacobs Leescommissie: Dirk Gabriels, Kim Jacobs, Véronique Voets Eindredactie: Tini De Smedt Tekeningen: Artoos Bronnen: - Van meestapper tot superstapper, Vlaamse Stichting Verkeerskunde, 2009.
- Verkeersles geven, hoe doe je dat?, BIVV in samenwerking met Vlaamse Stichting Verkeerskunde, 2006.
Foto’s: Annie De Brue Lay-out en vormgeving: Artoos Verantwoordelijke uitgever: Jan Peumans, Louizastraat 40, 2800 Mechelen Wettelijk depot: D/2014/8258/1
Niets uit deze uitgave mag, op welke wijze dan ook, worden overgenomen zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de uitgever.
HET GROTE
VOETGANGERS
EXAMEN
Vlaamse Stichting Verkeerskunde Stationsstraat 110 - 2800 Mechelen Tel. 015 44 65 50
[email protected] www.verkeerskunde.be