Vermeldingen van Boudewijn Willemsz van de Boe 05.10.1545 Aan Notaris Boudewijn Willemsz wordt admissie te ‘s Gravenhage verleend door het Hof van Holland. Haags Gemeentearchief: Toeg. 0372-01 Notarieel archief Den Haag I Ook in: Jaarboek “Die Haghe” 1902 pag.370, uit “De Haagse Notarissen” 10.01.1550 Christoffel Gerritsz, deurwaarder van ‘t Hof van Holland, als gemachtigde van Boudewijn Willemsz notaris, verkoopt ½ morgen land in Oud Matenes in een kamp van 3 morgen gemeen met Doe Beyensz en Willem Claesz, priester te Delft. Ons Voorgeslacht Jaargang 1960: C.Hoek,”De oudste Giftboeken van Matenes”, pag.86 – 95 en 105 - 113 01.01.1551 Jaarrente verzekerd op o.a. 1 1/2 hont lands van Adriaen Claesz te Huytgenshoek in 5 1/2 morgen gemeen met de heer van Arenberghe en Boudewijn Willemsz in den Haghe. Ons Voorgeslacht Jaargang 1990: C.Hoek,”Akten betreffende Vlaardingen in de archieven van de Delftse Statenkloosters”, pag.427 13.02.1554 Schout Floris van Dam en gerecht van den Hage commiteren Willem vander Cryep, Symon vander Does ende Boudewijn Willemsz schepenen en Adriaen Mathyszoon secretaris van den Hage tot het uitvoeren van een taak. 27.06.1555 Floris van Dam Schout van den Hage in Hollandt, Cornelis van Aycken, Willem vander Criep,Symon vander Does, Boudewijn vander Boe, Pieter van Zoutelande en Jacob Symonsz, allen schepenen en nog anderen geven getuigenis. Haags Gemeentearchief: Toeg. 0350-01 Gemeentesecretarie “Oud Archief” nr.609, 981 Ook in: H.M. Mensonides,”De Regering van ‘s Gravenhage” 15.02.1554 Baudewijn vander Boe Willemss wordt door koning Karel benoemd tot Comissaris van de Rekenkamer van Holland, Zeeland en Vriesland in den Hage. 28.07.1556 Bovenstaande benoeming van Baudewijn vander Boe Willemsz wordt bevestigd door koning Philips van Castillie. Nationaal Archief: Toeg. 3.01.27.01 Grafelijkheidsrekenkamer Inv. nr.494, folio 193,193v en 221v, 222, 222v 1557 Boudewijn Willemsz in den Haech verhuurt 6 ½ hont lants mit sijn buitenland in Polder Huijtgenshoeck en 7 hont lants in Polder Den Broeck in Vlaardingerambacht.
1561 Boudewijn Willemsz in den Hage verhuurt 1/3 van 20 hont lants met buitenland in de Polder genaamt Hoechstadt 7 hont lants met buitenland gaende langs de Brouckweg en Boudewijn vander Boe Willemsz verhuurt 1/5 part van 5 morgen en 2 hont lants aan de Ketelweg, alles in Vlaardingerambacht. Nationaal Archief: Kohieren van de 10e penning van Vlaardinger Ambacht (Archief Staten van Holland voor 1572 (ARA) nr.1136, 1461) Jaren 1557, 1561 Het jaar 1557 bewerkt door Anthonius van der Tuijn te Rhoon (website) Het jaar 1561 bewerkt door A.M.Verbeek, Ons Voorgeslacht 1986 pg.460 – 507 04.08.1558 Geopent ‘t graff voer ‘t kindt van Boudewjn Willemsz in ‘t Voerhoud. 07.08.1558 Geopent ‘t graff van dye huysvrou van Boudewijn Willemsz Commissaris van de Reeckecamer Jaarboek “Die Haghe” 1902 pag.370, uit “De Haagse Notarissen” 09.02.1559 Oprichting van de rekenkamer van Gelre in Arnhem en benoeming tot rekenmeesters van Reyer vander Does en Bauduin vander Boe met Dirick van Bueren als auditeur en Gedeon van Houve als klerk door koning Philips van Spanje. Met een verslag van comissies die Boudewijn voordien voor de koning en zijn vader Karel heeft uitgevoerd. Gelders Archief: Toeg. 0012 Gelderse Rekenkamer Stuk 22 en 7308 ook in: Wil van de Pas, “De Hollandse Rekenkamer van Holland in de zestiende eeuw”, 1998 herdruk in Werken Gelre 58, Hilversum Verloren 2004, p.83 – 104 26.04.1559 Boudewijn van der Boe wordt beleend met 3 morgen land in Den Haag aan de Denneweg. Hulder is Cornelis van Leeuwen, burger van Utrecht. 29.07.1561 Jacob, heer van Cabauw wordt beleend met dit land, bij overdracht van Boudewijn van der Boe, raad en rekenmeester van de keizer te Zutfen. Hulder is Jan van Leeuwen, burger te Utrecht. Ons Voorgeslacht Jaargang 1983:” De Leenkamers van de heren van Egmond” pag.483 – 484 12.11.1561 De erfgenamen van Aernt Boot: Gerrit Boot Aernt Boten soon, Willem van Zuylen van Nyvelt en Joff. Aecht Boot sijn huysvrou, Johan Boot haeren broeder, Boudewijn vander Boij (of Boeij) haeren swager en sijn kinderen geprocreeerd bij zal. Joff. Alith Boots, Joff. Anna en Mechthild, zal. Aernt Bootes dochteren geprocreeert bij Joff. Geertruydt van Leuwen transporteren hun huis bij St. Geertenbruch in Utrecht. Utrechts Archief: Transportakten d.d. 12.11.1561, Boedel van Aernt Boot samenvatting in: Toeg. 355 Cornelis Booth, “Genealogische Aantekeningen” folio 73
1567 Boudewyn van der Boe, rekenmeester van Gelre te Arnhem, doet zijn zoons Arnold en Willem op school en in de kost van Dirk van der Goude, Schoolmeester van de Hieronymus school te Utrecht. De Navorscher Jaargang 1892 pag. 339 1568 – 1569 Beslagnemingen van goederen van opstandelingen in de Betuwe, o.a. Floris van Culemborg, in opdracht van de Bloedraad in Brussel, waarbij Boudewijn van der Boe, samen met Pieter van St.Pieters, betrokken geweest is. Gelders Archief: Toeg. 0012 Gelderse Rekenkamer Stukken o.a. 330, 7213 30.10.1574 Correspondentie betreffende de kist met privilegien van de stad Zutfen, door Willem van Gend en Boudewijn van der Boe in beslag genomen. De Navorscher Jaargang 1923 pag. 233 – 235 14.10.1573 Boudewijn van der Boe wordt beleend met ‘t Huysken, genoemt de Gulden Spijcker, gelegen buiten de stad Arnhem. Op 16.08.1596 wordt hiermee beleend Daem van der Boe, erve zijns vaders Boudewijn; zijn moeder is Margriet van Heerden, maar op 12.03.1612 blijkt in het bezit te zijn van Arnt van der Boe, wanneer hij het overdraagt op zijn zoon Willem. J.J.S, Sloet en J.S. van Veen, “Register op de Leenaktenboeken van Gelre en Zutphen: Het Kwartier Arnhem”, Vereniging “Gelre”, 1917, Nr. 5a November 1578 Thomas Gramaye en Boudewijn van der Boe, rekenmeesters van Gelre te Arnhem, samen met auditeur Dierick van Bueren en klerk Cornelis Gamaye worden ontslagen door de Staten van Gelre en stadhouder Jan van Nassau omdat zij koninsgezind waren. Zij vestigen zich in Huissen in het Kleefse, net ten zuiden van de Rijn tegenover Arnhem. Januari 1581 Boudewijn van der Boe en Dierick van Bueren worden naar Roermond gedirigeerd om daar de Habsburgse Gelderse Rekenkamer voort te zette, die de financiele zaken behandelde van alle Noord Nederlandse gebieden die nog onder Spaans gezag stonden. April 1582 Boudewijn van der Boe wordt benoemd tot eerste Rekenmeester van de Habsburgse Hollands-Gelderse Rekenkamer te Roermond. 1585 Boudewijn van der Boe sterft en wordt opgevolgd als eerste Rekenmeester te Roermond door zijn zoon Arnold van der Boe. Wil van de Pas, “De Hollandse Rekenkamer van Holland in de zestiende eeuw”, 1998 herdruk in Werken Gelre 58, Hilversum Verloren 2004, p.83 – 104
Genealogie en andere bronnen Mathijs Balen noemt als vrouw van Mr. Baudewijn van der Boye, Rekenmeester van Gelderland te Remund, Alid Boot, dochter van Aart Boot, Meester-knaap van de Wildernis in Holland en Bailliu van den Hage, etc. (zoon van Mr. Aert Boot en Agatha van Diemen) en Geertruyd van Leeuwen. Als broers en zusters van Alidt Boot worden genoemd: Jan Boot, Rentmeester van de Confiscatien, troude Joff. Josina Sandelin, Joff. Agatha Boot, Huysvrou van Willem van Zuylen van Nyveld, Heere van ‘sHeeren-Aartsbergen, Bailiu van Zuyd-Holland, etc, Anna Boot, troude Adriaan van Adrichem, Borgemeester te Haarlem, Mr.Gerard Boot, Advocaat en Rentmeester van de Abdye van Egmond, troude eesrt Joff. Geertruyd van Kouwenhoven, en dan Joff. Kornelia van Teylingen, Joff. Machtild Boot, troude Mr. Witte Wittenz, Raad in den Hove van Holland. Mathijs Balen, “Beschryvinge der Stadt Dordrecht”, anno 1677: Geslacht Booth p. 997 1004 Cornelis Booth (1605 – 1687) noemt als kinderen van Mr. Boudewijn vander Boije, eerste rekenmeester van Gelderland te Remund en Joff. Alidt Booth heer Aert Booth dr. Bailiu van Hage: Aernt, gestorven binnen Prage 1610, Jacob, Capiteyn voor Nimwegen gebleven, Willem Boudewijn Canonick te St.Gereden tot Colen en Joff. Mechtilt en Geertruyd, beyde s. oir tot Cleeff begraven. Utrechtse Universiteitsbibliotheek: Handschrift HS 1828 Genealogische Aantekeningen van Cornelis Booth Huwelijkse voorwaarden van Arnold vander Boye met Elisabeth van Baerle op 03.06.1592 noemen als ouders van Arnold: Baldervijns vander Boye en Jonffer Aluth Boot. Arnold brengt in het huwelijk o.a. het huis “De Gulden Spijker” te Arnhem, land in St.Jacobswoude (nu Woudbrugge, waar merkwaardigerwijs inderdaad een goed “de Boe” aan de Wijde Aa bestaat!) en een landgoed “de Loo” op de Veluwe. Overijssels Historisch Centrum: A.J. Mensema,”Inventaris van het Huis Oldenhagensdorp”, Akte 454 De kwartieren van Elisabeth Alit van der Boeye, dochter van Arnold van der Boeye en Elisabeth van Baerle, vertonen als de kwartieren van haar vader: vander Boeije (in zwart veld een gouden klimmende leeuw), Booth (in geel veld een zwart klimmend hert), van Zwieten (in rood veld drie violen 2 en 1) en van Leeuwen (in rood veld een gouden keper met drie schelpen), hoewel de kleuren ontbreken. Utrechts Archief: Collectie Buchell
Cornelis Arnoud van der Marsche voor zichzelf en voor Henric Francis Kockman en Josina Elisabeth van der Marsche, erfgenamen van Arnoldt van der Boeije, hun grootvader, alsmede Boudewijn van Boeije, verkopen 1 ½ morgen in een weer van 18 morgen te Oostveen (Zouteveen) op 19.11.1655. Nationaal Archief: Rechtelijk Archief Zouteveen Inv. nr. 19 Giftboek 1648 – 1693 bewerkt door Anthonius van der Tuijn te Rhoon (website)
Franz Salzborn Mei 2011