p o k e d p o s t e i F 1
LESBESCHRIJVING Met een fiets in de klas wordt uitgelegd hoe het opwekken van stroom door middel van beweging in zijn werk gaat. En deze proef toont aan hoe de verlichting op de fiets met een dynamo werkt. DOELEN VAN DE PROEF • De leerlingen leren dat het opwekken van stroom energie, beweging kost. • Ze weten hoe een dynamo werkt; dus hoe deze beweging wordt omgezet in stroom.
ORGANISATIE Groeperingsvorm Klassikaal, opstelling voor de hele groep. Een tweetal kan voor de klas draaien en meten. Of in tweetallen werken terwijl anderen de vragen beantwoorden/ een fiets proberen te tekenen.. Materiaal • Fiets met een klassieke wieldynamo • Fiets met een moderne naafdynamo • Stopwatch
Werkwijze/verloop 1. Zet de fi ets op de kop in de klas. Geef een slinger aan het voorwiel (de dynamo zit er niet op). Tel met de klas of meet met een stopwatch hoe lang het wiel draait. Doe hetzelfde nog een keer, maar dan met de dynamo op het wiel. Hoe lang duurt het nu voordat het wiel stilstaat? - Hoe kan dat? - Hoe werkt dat op de fi ets met de naafdynamo? 2. Draai het wiel rustig rond. - Hoe brandt het lampje? 3. Draai het wiel zo snel mogelijk rond. - Hoe brandt het lampje nu? 4. Een dynamo levert 6 volt. Met hoeveel kinderen moeten jullie fi etsen om een lamp van 220 volt te laten branden? 5. Hoe wordt er stroom in een elektriciteitscentrale opgewekt?
Afsluiting: Hoe komt stroom van de energiecentrale met de megadynamo bij je thuis? Maak eventueel gebruik van het volgende overzicht waarin duidelijk wordt hoe de stroom bij je thuis komt: 1. de krachtcentrale stuurt de door de generator opgewekte elektriciteit via kabels naar een stroomomvormer (transformator).
De educatieve activiteiten zijn onderdeel van het jubileumprogramma G50 - 50 jaar Groningen-gasveld
vervolg >
vervolg fiets op de kop Voorbereiding Het is aan te raden om een dynamo vooraf open te maken en of een dwarsdoorsnede ervan op het bord te tekenen. Een alternatief is een filmpje te laten zien (zie link, onderaan de bladzijde bij suggesties). Twee verschillende fietsen in de klas: met de twee soorten dynamo’s. Tijdsduur • Inleiding (10 min) • Kern (20 min) • Afsluiting (10 min)
2. deze transformator verhoogt het voltage van de stroom zodat die lange afstanden kan afleggen 3. ‘bij een onderstation verlaagt een andere transformator het voltage van de stroom. Grote fabrieken krijgen elektriciteit met een hoog voltage. 4. bij een kleiner onderstation wordt de spanning verder verlaagd . Hoogspanningskabels voeren de elektriciteit verder naar huizen waar het uit het stopcontact komt met 220 Volt.
Suggesties Op de volgende links staat een kort filmpje waarin uitgelegd wordt hoe de dynamo precies werkt. www.schoolbieb.nl/basisschool_doelgroep/groep_5_en_6/natuur_en_ techniek/proefjes/elektriciteit www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20030701_elektriciteit01 De volgende film gaat over het opwekken van elektriciteit in centrales m.b.v. een “grote dynamo”. Duur: 1 uur 13 min. www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20030701_elektriciteit02
2 Windmolentje maken
LESBESCHRIJVING De wind is ook een bron van energie. Molens helpen de wind om te zetten in elektriciteit. Elke windmolen heeft een generator (een grote dynamo) die het draaien van de wieken omzet in elektriciteit. Leerlingen merken dat de wind krachtig is, maar ze merken ook dat je andere molentjes nodig hebt voor het opwekken van elektriciteit dan de papieren. DOELEN VAN DE PROEF • De leerlingen leren hoe de wind energie op kan wekken. • De leerlingen kunnen een windmolen van papier maken ORGANISATIE Groeperingsvorm: individueel Materiaal • Vierkant stuk stevig papier • Schaar • Pen • Liniaal • Speld met een dikke kop • Potlood met gum • Schaar Voorbereiding Materialen klaarzetten Eventueel filmpjes paraat. Tijdsduur • Inleiding (10 min), (zonder fi lm) • Kern (20 min) • Afsluiting (10 min), (zonder fi lm)
Inleiding Beginnen met een woordweb over wind? Windmolens worden gebruikt om energie op te wekken. Eventueel een uitleg over de windmolen geven: Er zijn verschillende klassiekers: Graanmolens worden gebruikt om graan te malen (voor meel) De graanmolen wordt gebruikt als extra kracht om de grote maalsteen te laten malen. Zaagmolens worden gebruikt als aandrijving voor een groot zaagblad (dus een soort van superzaagmachine) Pompmolens worden in polders gebruikt om het overtollige regenwater weg te pompen. Maar hoe werkt dit nou eigenlijk? Hoe kun je wind nou omzetten in andere energie? Dit gebeurt met een moderne windmolen die ook wel een windturbine genoemd wordt. Deze windturbines zie je meestal staan als naar zee op vakantie gaat. Ze worden hier geplaatst omdat in deze open gebieden de windsnelheid veel hoger is en dan krijg je natuurlijk ook meer energie. De moderne windmolen (windturbine) werkt heel anders hij heeft veel minder onderdelen dan de klassieke windmolen. Hij drijft geen grote maalsteen maar een stroomgenerator (om energie op te wekken)het lijkt een beetje op een fietsdynamo( zie proef 9). vervolg >
De educatieve activiteiten zijn onderdeel van het jubileumprogramma G50 - 50 jaar Groningen-gasveld
vervolg windmolentje maken
Werkwijze/verloop Het maken van een windmolentje 1. teken diagonale lijnen op het vierkante stuk papier 2. prik met de speld gaatjes in de hoeken, net naast de lijn 3. knip elke diagonale lijn tot halverwege het midden van het vierkant 4. vouw de 4 hoeken met gaatjes naar het midden, 5. duw de speld door de gaatjes en het midden van het vierkant. Duw de speld dan in de het gummetje van het potlood. Je molen is klaar 6. Blaas van verschillende kanten tegen de windmolen. Wat voor verschillen merk je? Probeer je windmolen buiten als het lekker waait. Wat is het verschil met zelfblazen?
Afsluiting Hoe kan je windmolens gebruiken voor het opwekken van stroom? Hoe hard moet je blazen?
Suggesties Film over windmolens laten zien? De volgende filmpjes zijn te vinden op de beeldbank van schooltv.nl : www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20071031_molengang01 www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20021104_meel02 www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20021104_meel01
e i t a l o s 3I
LESBESCHRIJVING In deze proef ontdek je wat het eff ect van isolatie is. Bekers met kokend water worden met verschillende materialen ingepakt. De temperaturen worden gemeten en vergeleken.
Inleiding
DOELEN VAN DE PROEF. De leerlingen weten wat isolatie betekent. Ze weten dat iets langer warm blijft als je het isoleert en dat je daardoor minder energie nodig hebt.
1. doe in elke doos een beker/kop 2. isoleer alle bekers/kopjes op een na. 3. Meet de temperatuur van het water uit de waterkoker. 4. Vul alle bekers/kopjes met heet water en zet de schoteltjes er op behalve op ongeïsoleerde. 5. Meet na een kwartier en een half uur de temperaturen in alle kopjes. Noteer de uitkomsten van de metingen op het bord in een schema. Zie voorbeeld.
ORGANISATIE Groeperingsvorm: 2 -of 3- tallen Materiaal • Enkele koffi ebekers met schoteltjes uit de lerarenkamer • Enkele schoenendozen • Thermometer, liefst meer dan 1 • Aluminiumfolie • Waterkoker voor heet water • Verschillende materialen om mee te isoleren: kranten, stro of hooi, een wollen das, steentjes. • Laat evt. ook isolatiemateriaal zien: glaswol, piepschuim e.d. Tijdsduur • Inleiding (10 min) • Kern (30 min) • Afsluiting (10 min)
’s Winters trekt iedereen lekkere warme kleren aan. Je isoleert daarmee je lichaam. Dat zelfde doen we ook met de huizen, die willen we ook graag warm houden. Maar wat is nou het effect? Heeft het veel zin om je huis te isoleren? Merk je daar nou echt wat van?
Werkwijze/verloop
Afsluiting. Welke materialen geven de beste isolatiewaarde? Zijn de verschillen met het niet-geïsoleerde kopje groot? Wordt hooi gebruikt als isolatiemateriaal? (Ja hooikist, daarin wordt………) Welke materialen worden in huizen gebruikt? (glaswol, schuim, etc, materialen met veel lucht).
Voorbereiding Materialen klaarzetten en isolatiemateriaal meenemen.
Suggesties De proef duurt een half uur en bestaat uit wachten. Er kan tussentijds een andere proef gedaan worden. Bijvoorbeeld proef 1, de fi ets in de klas. Er kan natuurlijk ook aan een werkblad gewerkt worden over energiebesparing. Eventueel een link maken met de natuur: hoe isoleren dieren zich? De ijsbeer, zeehond, onze kat en hond…
De educatieve activiteiten zijn onderdeel van het jubileumprogramma G50 - 50 jaar Groningen-gasveld
ht c a r k e d aket, r r e t a W 4 ht) c u l ( s a g van een LESBESCHRIJVING Een buitenactiviteit. De voorbereidingen kunnen in de klas gedaan worden, maar de demonstratie moet buiten plaatsvinden, op het plein of een grasveld. DOELEN VAN DE PROEF. De leerlingen weten dat je door de druk van een gas/ lucht op te voeren, door het samen te persen of meer toe te voegen, er stuwkracht ontstaat. ORGANISATIE Groeperingsvorm: Individueel. Materiaal • Petfl es van een liter • Kurk die past op de fl es (het liefst een moderne plastic kurk) • Boortjes (2mm en 5 mm doorsnee) • Boormachine • Fietsventiel, de fi etsenmaker heeft altijd lekke banden, waar het ventiel uitgehaald kan worden • Fietspomp • Water • 3 of 4 gladde stokken waartussen de raket kan staan (lanceerplatform) Tijdsduur • Inleiding (10 min) • Demonstratie (20 minuten) • Afsluiting (10 min) VOORBEREIDING Het is handig om de kurk en het ventiel alvast klaar te maken voor de les. Het filmpje op deze link van schooltv toont de proef en de werking van een echte raket. www.schooltv.nl/beeldbank/ clip/20071113_raket01
Inleiding Uitleg over de kracht van gas. Hoe sneller de lucht kan ontsnappen des te groter de kracht.
Werkwijze/verloop Doe de kurk op de fl es. Boor een gaatje van ongeveer 2 mm door de kurk. Met een iets dikker boor je ongeveer tot de helft van de kurk. Maak het gat niet te groot, het ventiel moet er water- en luchtdicht geklemd worden. Haal de kurk van de fl es en vul hem voor een derde met water. Druk het ventiel weer op de fl es. De fl es rechtop zetten, tussen in de grond gedrukte stokken. De fl es moet niet klem zitten. Iedereen op veilige afstand. De raket wordt opgepompt met een fi etspomp. Bij voldoende druk schiet het ventiel uit de fl es en schiet als een raket de lucht in.
Afsluiting. Hoe kan de fl es de lucht in schieten? (De druk in de fles is groot, de kurk wordt er uitgedrukt, maar het water ook, dat is de straalaandrijving.) Hoe gaat het met een echte raket? Bij raketten werkt het net zo. Een echte raket gebruikt natuurlijk geen water, maar een raket wordt wel voortgestuwd door druk. In de motor wordt brandstof tot ontploffi ng gebracht in een open ruimte aan de onderkant. De brandstof verandert door de ontbranding in gas. Dit gas vliegt uit het gat en drukt zodoende de raket in tegenovergestelde richting de ruimte in. SUGGESTIES De fl es kan meer raket worden door er een staart en een punt aan te bevestigen.
De educatieve activiteiten zijn onderdeel van het jubileumprogramma G50 - 50 jaar Groningen-gasveld
ht c a r k e t, d e k a r n 5 Ballo n gas (lucht) van ee LESBESCHRIJVING Met behulp van een leeglopende ballon wordt duidelijk dat door stuwkracht een ballon wegvliegt. Om de beweging te sturen in een rechte lijn wordt de ballon aan een lijn bevestigd middels een rietje. DOELEN VAN DE PROEF De leerlingen weten dat er door de druk van een gas/ lucht op te voeren stuwkracht ontstaat. Door de (stuw)kracht van lucht kan een leeglopende ballon wegvliegen. De vergelijking met een raket wordt gemaakt. ORGANISATIE Groeperingsvorm In tweetallen of één opstelling klassikaal. Materiaal • touwtje van 3 meter lang • een ballon • 2 stoelen • een rietje • plakband • een schaar Tijdsduur Inleiding: 10 min Proef: afhankelijk van de groeperingsvorm. Ongeveer 10 minuten. Afl uiting: 5 minuten Voorbereiding • voor het werken in tweetallen moet er ruimte vrijgemaakt worden in de klas, eventueel kunnen ook een aantal leerlingen op de gang • per opstelling 2 stoelen op minimaal 3 meter afstand van elkaar* • gebruik bij voorkeur wat grotere ballonnen
Inleiding Uitleg geven over de kracht van gas. Om een voorwerp te laten bewegen in een bepaalde richting is een kracht nodig in de tegenovergestelde richting. Dit heet actie en reactie. Hoe sneller de lucht kan ontsnappen des te groter de kracht.
Werkwijze/ lesverloop Eerst wordt een dun lijntje gespannen tussen bijvoorbeeld twee stoelen. Alvorens het tweede uiteinde vast te knopen de lijn door een rietje halen. Daar wordt de opgeblazen ballon aan vastgeplakt. Eén leerling houdt de ballon vast aan het tuitje, de ander plakt hem vast.
Afsluiting Hoe kan het dat de ballon wegvliegt? Waarom blijft een ballon niet stilstaan als hij plotseling leegloopt? Bij tweetallen: hoever kwam je ballon? Vergelijking maken met een raket. Bij raketten werkt het net zo. In de motor wordt brandstof tot ontploffi ng gebracht in een open ruimte aan de onderkant. De brandstof verandert door de ontbranding in gas. Dit gas vliegt uit het gat en drukt zodoende de raket in tegenovergestelde richting de ruimte in.
Suggesties • hoe groter de afstand en hoe groter de ballon des te indrukwekkender het resultaat • hoever zou een ballon kunnen komen? uitproberen? daarna meten met een rolmaat • nog leuker is de lijn verticaal te spannen
De educatieve activiteiten zijn onderdeel van het jubileumprogramma G50 - 50 jaar Groningen-gasveld
n e z a l b p o n o 6a Ball met een gas LESBESCHRIJVING Bij de reactie tussen soda en azijn komt kooldioxide, CO2 vrij. DOELEN VAN DE PROEF De leerlingen weten hoe een gas zich gedraagt en ervaren weer de kracht van een gas. Het gas wordt “zichtbaar” door de ballon. Ook weten ze wat een reactie tussen twee stoff en is. ORGANISATIE Groeperingsvorm Elke leerling een eigen fl es/ of per tweetal. Per tafel van 4 de andere materialen indelen. Materiaal • Een kleine pastic fl es • Een ballon • Soda • Azijn • Een trechter • Een theelepeltje Voorbereiding Schoon plastic fl esje (bij voorkeur 1/2 liter), zonder etiket, van huis mee laten nemen. Evt. schorten gebruiken. Materialen verdelen. Tijdsduur Inleiding: 10 min. Proef: 10 min. Afl uiting: 10 min.
Inleiding Korte uitleg over het gedrag van een gas ten opzichte van vaste en vloeibare stoffen (vergelijk ijs - water - waterdamp). Uitleg moleculen/ atomen? Eventueel een korte uitleg over een chemische reactie*. Wat is kooldioxide? (uitademing)
Werkwijze/ lesverloop De leerlingen werken in tafelgroepen van 4 met de materialen. Ze kunnen elkaar assisteren bij het plaatsen van de ballon.
Afsluiting Wat hebben we met deze proef aangetoond? Eventueel: welke ballon werd het grootst?
Suggesties • Het is wellicht leuk om de leerlingen de omvang van de ballon te laten meten met een touwtje. Wie had de grootste gaskracht? • een ander leuk en eenvoudig proefje waarbij kooldioxide vrijkomt, is het oplossen van een krijtje in een glas azijn (hiermee kan tevens worden aangetoond dat zure regen gebouwen en standbeelden aantast.)
De educatieve activiteiten zijn onderdeel van het jubileumprogramma G50 - 50 jaar Groningen-gasveld
6b Zelf biogas maken, vergisting
Een variant op deze proef is met biogas i.p.v. kooldioxide. Een aanvulling op de andere proef is dat hiermee duidelijker wordt hoe aardgas vroeger ontstaan is. De proef met CO2 werkt echter sneller en is voor de leerlingen aantrekkelijker. LESBESCHRIJVING In deze proef maak je met eenvoudige middelen zelf bio gas. Suiker, gist en water worden gemengd. Het proces van vergisting, suiker wordt omgezet in gas. Het gas wordt zichtbaar gemaakt door een opgeblazen ballon. DOELEN VAN DE PROEF Gassen kunnen we niet zien. Maar met deze proef kun je ze wel zichtbaar maken. Deze proef maakt op eenvoudige wijze duidelijk hoe aardgas miljoenen jaren geleden is ontstaan. ORGANISATIE Groeperingsvorm: tweetallen Materiaal • Water • Ballon • Flesje (bijvoorbeeld een leeg drinkwaterfl esje van 0,5 liter) • 2 eetlepels gist • 2 eetlepels suiker • trechter (een opgerold stuk papier Tijdsduur • Inleiding (10 min) • Kern (30 min) • Afsluiting (10 min)
Inleiding Waar wordt gist voor gebruikt? (de bakker gebruikt het voor het laten rijzen van het brood, gist is verantwoordelijk voor een luchtige cake.)
Werkwijze/lesverloop Suiker en gist worden in de fl es gedaan met behulp van de trechter. Giet het hete water er bij. Schudden en afsluiten met de ballon. Zet de fl es op een warme plek, boven de verwarming of boven op een hoge kast, het gistingsproces verloopt dan sneller. Na ongeveer een uur is het resultaat zichtbaar, de ballon is half opgeblazen.
Suggesties Het vergisten duurt ongeveer een uur. In de tussentijd kan de andere proef gedaan worden. Hieronder volgt weer de lesbeschrijving voor docenten en leerlingen. Maar de proef is ook goed als klassikale les te gebruiken als aanvulling op de eerste proef. Dit zou gedaan kunnen worden door twee leerlingen. Eventueel kan een fi lmpje getoond worden over het ontstaan van suikers in een plant, door de fotosynthese: www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20060706_fotosynthese01
De educatieve activiteiten zijn onderdeel van het jubileumprogramma G50 - 50 jaar Groningen-gasveld
e n i b r u t e t 7 Warm LESBESCHRIJVING De leerlingen maken zelf een kleine warmteturbine. DOELEN VAN DE PROEF Met deze proef wordt bewezen dat warme lucht stijgt (laat eventueel ook een dun strookje papier hangen boven de verwarming) en dat daarmee weer iets anders aan het draaien gebracht wordt. De link wordt gemaakt met een krachtcentrale: de leerlingen hebben inzicht in het proces van aardgaswinning naar elektriciteit uit het stopcontact. ORGANISATIE Groeperingsvorm Individueel of in tweetallen. Materiaal • Klein stukje klei • Karton • Breinaald • Garenklosje • Kaarsjes/ waxinelichtjes • Lijm • Schaar • Bierviltje Tijdsduur Inleiding: 10 min. (zonder fi lm) De proef: 15 min. Afsluiting: 10 min. (zonder fi lm)
Voorbereiding Water bij de hand voor de veiligheid. De afstand tussen het karton en de kaarsjes mag niet te klein zijn, maar ook niet te groot; dan zal het niet werken. Even uitproberen van te voren wat de ideale afstand is.
Inleiding Uitleggen hoe een energie(kracht)centrale werkt. Gebruik als het kan een schematische tekening op het bord: een stoomturbine met een elektrische generator (megadynamo). Ook kan de volgende fi lm getoond worden: www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20030701_elektriciteit02 Duur: 1 uur 13 min. We gaan dus eigenlijk een energiecentrale in het klein maken.
Werkwijze/ lesverloop Bedek het botte uiteinde van een breinaald met boetseerklei en duw stroken karton (10 x 2 cm.?) er schuin in. Lijm het klosje vast op een bierviltje. Steek de breinaald in het klosje. Zet de kaarsjes er onder en steek ze aan. De turbine gaat draaien.
Afsluiting Hoe kun je zien dat warme lucht stijgt? Denk ook aan een luchtballon. Komt hier weer energie vrij? Wat kunnen we doen (opwekken) met de draaiende naald? Ook nu kan eventueel de fi lm, zie inleiding, getoond worden.
De educatieve activiteiten zijn onderdeel van het jubileumprogramma G50 - 50 jaar Groningen-gasveld
8 Windturbine LESBESCHRIJVING De leerlingen gaan een moderne windturbine maken. Het is leuk om deze les met proefj e 2, de klassieke windmolen, te vergelijken. DOELEN VAN DE PROEF De leerlingen weten het verschil met de klassieke windmolen. Ze begrijpen dat je met weinig wind met vergelijkbare turbine in het groot al snel veel energie kunt opwekken. Ook weten ze dat het met een turbine met een rechtopstaande as niet uitmaakt waar de wind vandaan komt. Ook nu weer wordt de relatie gelegd tussen windenergie en elektriciteit. ORGANISATIE Groeperingsvorm: Individueel. Materiaal • Plastic fl es • Schaar • Plakband, sterk • Dun staafj e/ potlood zonder punt, liever iets langer dan een potlood • Punaises Voorbereiding Materialen klaarzetten + eventueel film paraat. Een tekening van een turbine en een generator op het bord. Tekening/ afbeelding van een klassieke en een moderne windmolen. Tijdsduur Inleiding: 10 min. De proef: 20 min. Afsluiting: 10 min. (zonder fi lm)
Inleiding Zie ook proef 2: Beginnen met een woordweb wind? Eventueel een uitleg over de windmolen geven: Er zijn verschillende klassiekers: Graanmolens worden gebruikt om graan te malen (voor meel) De graanmolen wordt gebruikt als extra kracht om de grote maalsteen te laten malen. Zaagmolens werden gebruikt als aandrijving voor een groot zaagblad (dus een soort van superzaagmachine) Pompmolens worden in polders gebruikt om het overtollige regenwater weg te pompen. Maar hoe werkt dit nou eigenlijk? Hoe kun je wind nou omzetten in andere energie? Dit gebeurt met een moderne windmolen wat ook wel een windturbine genoemd word. Deze windturbines zie je meestal staan als naar zee op vakantie gaat. Ze worden hier geplaatst omdat in deze open gebieden de windsnelheid veel hoger is en dan krijg je natuurlijk ook meer energie. De moderne windmolen (windturbine) werkt heel anders hij heeft veel minder onderdelen dan de klassieke windmolen. Een paar van deze turbines kunnen een klein dorpje van energie voorzien. Je kunt ook een heleboel aan elkaar schakelen.
De educatieve activiteiten zijn onderdeel van het jubileumprogramma G50 - 50 jaar Groningen-gasveld
vervolg >
vervolg windturbine
Werkwijze/ lesverloop Knip de boven- en onderkant van de fles af. Knip vervolgens de fles doormidden zodat je twee halfronde bladen krijgt. Plak deze bladen aan elkaar, met een overlap bij de randen van 2 cm. Het staafje moet ongeveer 4 cm langer zijn dan de bladen. Druk in beide uiteinden van de staaf zachtjes een punaise. Houd de turbine losjes vast tussen twee vingers en blaas tegen de bladen. De turbine gaat dan draaien. Laat de leerlingen van alle kanten blazen.
Afsluiting Moest je hard blazen/ draait de molen soepel? Zie je voordelen ten opzichte van de ouderwetse windmolen? Wat kun je nu met een draaiende as van een dergelijke turbine in het groot? Is wind een duurzame energiebron? (uitleggen duurzaam) Ook hierbij kan weer de film uit proef 1 vertoond worden om duidelijk te maken hoe een draaiende as weer elektriciteit kan leveren: www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20030701_elektriciteit02
d a r r e t a W 9 LESBESCHRIJVING De leerlingen maken een waterrad en ontdekken dat je met de energie van vallend water een klein gewicht kunt opheff en. Het water wordt van verschillende hoogte op het rad gegoten om te zien of dat iets uitmaakt voor de snelheid van het rad. DOELEN VAN DE PROEF Vallend water levert ook energie. De leerlingen ervaren dit en zien ook in dat er een kracht bij vrij komt die een gewichtje kan optillen. De link wordt gelegd met een grote uitvoering en een waterval. Kan hier ook weer stroom van worden gemaakt? ORGANISATIE Groeperingsvorm Individueel/ tweetallen.
Inleiding
Materiaal • Grote plastic fl es. • Schaar • IJzerdraad • Kurk • Hobbymes • Plakband • Touw • Gewicht • Kan met water • Groot bord
Werkwijze/ lesverloop
Tijdsduur Inleiding: 10 min. De proef: 30 min. Afsluiting: 10 min
Iets wat beweegt kan gebruikt worden voor het opwekken van energie. Bijvoorbeeld de wind. Wat brengt door natuurlijke beweging ook energie met zich mee? (Stromend/bewegend water.) Hoe zou je water kunnen gebruiken om energie, stroom op te wekken? Woordweb water op het bord? Ongeveer 100 voor Chr. werd er in verschillende delen van de wereld graan gemalen met een waterrad. Fabrieken gebruikten grote waterraderen om machines te laten lopen. Dit was echter geen betrouwbare krachtbron. Denk maar aan een droog seizoen.
Knip het bovenste deel van de fl es af. Maak een gaatje in de onderkant (voor de waterafvoer). Knip vervolgens aan weerskanten van de bovenrand een V-vorm in.
De educatieve activiteiten zijn onderdeel van het jubileumprogramma G50 - 50 jaar Groningen-gasveld
vervolg >
vervolg waterrad Haal nu (met behulp van een volwassene) het ijzerdraad door de kurk. Uit het bovenste stuk van de fles knip je 6 gekromde bladen (schoepen). Dan moeten er 6 gleufjes met het hobbymesje in de kurk gesneden worden (met behulp van een volwassene). Nu druk je de bladen in de gleufjes van de kurk. Daarna leg je de as met de kurk en de bladen in de V-vormige gleuven. Aan een uiteinde van de as wordt een stukje touw met een licht gewichtje (blokje) bevestigd. Vul nu een kan met water. Tot slot zet je de fles op een groot bord of in de gootsteen. Giet nu het water op het rad, zodat het over de omhoog gedraaide bladen valt. Het gewicht wordt dan opgehesen. Probeer ook van verschillende hoogte te gieten.
Afsluiting Hoe krachtig is water? Wat zou een grote waterval op kunnen tillen? Ging het gewichtje sneller omhoog als je het water er van hoger af op goot? De as kan dus een gewichtje optillen doordat deze gaat draaien. Kan deze draaiende as ook weer andere energie leveren? Hoe dan? Hierbij weer de tekening van de stoomturbine met de elektrische generator laten zien (zie proef 7, Warmteturbine). Is vallend/stomend water een duurzame energie bron? (wat is duurzaam?).
Suggesties • Deze proef kun je natuurlijk ook groter uitvoeren en dan buiten: gebruik voor de as bijvoorbeeld een dun aluminium buisje of koperdraad van 3mm. I.p.v. kurk kan piepschuim gebruikt worden. Voor de schoepen gebruik je weer de plastic fles maar dan natuurlijk grotere bladen. I.p.v. de plastic fles als drager kun je twee schroefogen in twee paaltjes draaien (klimrek?) waar dan weer de as in steekt. Emmer water, groter gewicht….. Laat de kinderen zelf een mogelijke opstelling bedenken. • Een leuke (rekenkundige) aanvulling: stopwatch en meetlat erbij en meten hoe snel het blokje omhoog gaat en tot welke hoogte.