Verlichtingskunde 2009
Verlichtingskunde Kunstlicht eisen Week 4 Mariëlle Aarts Laurens Zonneveldt
Verlichtingskunde 2009
Verlichtingskunde 2009
Verlichtingskunde 2009
Verlichtingskunde 2009
Ergonomie EUROPESE NORM NEN-EN 12464-1
Verlichtingskunde 2009
Doel van NEN-EN 12464-1 Visueel comfort, prestatie en veiligheid werkplekken binnen Vervangt • NEN 1890
1 Europese norm
Verlichtingskunde 2009
Aspecten Hoeveelheid licht benodigd voor verrichten specifieke taak – Verlichtingssterkte Ēm – Gelijkmatigheid (Emin/ Egem)
Luminantie & Luminantieverhouding – UGR als mate van verblinding – Minimale afschermhoek
Kleurweergave index (Ra)
Verlichtingskunde 2009
Praktijkverlichtingssterkte, Ēm Engels: Maintained illuminance NEN-EN 12464
Laagst toelaatbare waarde van de gemiddelde verlichtingssterkte op het gespecificeerde oppervlak (lux).
Verlichtingskunde 2009
Verlichtingskunde 2009
Verlichtingskunde 2009
Voorbeeld tabel
Ref. no.
Soort ruimte, taak of activiteit
Ēm lx
UGR L
Ra -
Opmerkingen
6.2.20
Docentenkamers
300
19
80
3.3
Technisch tekenen
750
16
80
2.18.3
Spinnen, plooien, spoelen, winden
500
22
80
Voorkom stroboscopische effecten.
2.13.2
Stampen
300
25
60
Verlichtingskunde 2009
Verder: • Zou verhoogd moeten worden als er sprake is van een hogere eis die gesteld wordt aan de visuele taak. • Mag worden verlaagd als de oogtaak minder lang of minder kritisch is. 20 - 30 - 50 - 75 - 100 - 150 - 200 - 300 - 500 - 750 - 1 000 - 1500 - 2 000 - 3 000 - 5 000
Verlichtingskunde 2009
Minimaal 200 lux voor ruimtes waar continu mensen aanwezig zijn
Verlichtingskunde 2009
Taakgebied en directe omgeving
Verlichtingskunde 2009
Taakgebied onbekend?
Verlichtingskunde 2009
Gelijkmatigheid Emin/Egem
Taakgebied (lx)
Directe omgeving (lx)
≥ 750
500
500
300
300
200
200
Etask
gelijkmatigheid: ≥ 0,7
gelijkmatigheid: ≥ 0,5
Verlichtingskunde 2009
Keuze type lichtbron Lijn of puntbron? Lijn lichtbronnen Fluorescentie lampen Punt lichtbronnen Hogedruk gasontladingslampen (HID lampen)
Verlichtingskunde 2009
Lijnbron of puntbron?
Verlichtingskunde 2009
Lijn of puntbron? Fluorescentie Aantal armaturen
Veel
HID systemen Weinig, Ontwerpafhankelijk
Horizontale gelijkmatigheid
Goed
Ontwerpafhankelijk
Schaduw patroon
Zacht
Hard
Kleurtemperatuur Tc
2700 - 6500 K
1950 - 4600 K
Kleurweergave Ra Noodverlichting
> 50 algemeen> 80 Geintegreerd (optioneel)
20 - 70 - 90 Tc afhankelijk Apart systeem nodig
Lampkeuze
Groot
Beperkt
Dim mogelijkheid
Goed
Vrijwel niet
Verlichtingskunde 2009
Lijn of puntbron? Fluorescentie
HID systems
Nauwelijks
Weinig
Momentane vervanging
Niet nodig
Nodig
Armaturen voor Onderhoud/aanschaf
Veel
Weinig
Vroegtijdig lampuitval
Lampveroudering
Levensduur (uren) Omgevings temperatuur Temperatuur afhankelijke lichtstroom
Zeer langzaam
Gemiddeld/snel
Super /80 10000 uur Super /80 (HF) 17000 uur
HPI Plus BU 8000 uur HPL Comfort 6000 uur SON Comfort 13000 uur CDM-TD /942 8000 uur
-5o < Tamb < 40oC
-20o < Tamb < 40oC
Kritiek (TLD, TL5)
Onafhankelijk
Verlichtingskunde 2009
Lijn of puntbron? Toepassing h<6m 95 % fluorescentie (‘TL’D) 5 % HID lampen
Verlichtingskunde 2009
Lijn of puntbron? Toepassing 6 m < h < 12 m Vrije keuze fluorescentielampen HID lampen (CDM-TD, HPI, SON-C)
Verlichtingskunde 2009
Lijn of puntbron? Toepassing h > 12 m Vrije keuze HID lampen hebben de voorkeur fluorescentielampen zijn mogelijk
Verlichtingskunde 2009
Kunstijsbaan Eindhoven Wensen ijsbaan: Energie besparen zonder kwaliteitsverlies Het snel aan.- en uit schakelen van de verlichting Flexibel regelbaar Eisen normen NEN-EN 12193, NOC*NSF Beperking: Afstand spanten
Verlichtingskunde 2009
Verlichtingskunde 2009
Eisen normen NEN-EN 12193, NOC*NSF Minimale horizontale verlichtingsst erkte
Egem (lux)
Minimale verticale verlichtingsst erkte omheining
Emin/Ege
Egem (lux)
Emin/Ege
m
m
IJshockey, wedstrijd
1000
0.7
625
0.7
IJshockey, training
500
0.7
300
0.7
Recreatief
300
0.7
200
0.7
Ra > 65 Tk 3000-4000 Kelvin
Verlichtingskunde 2009
Oplossingen 182 armaturen, E340/480-z-1. 4 TL-5, 80 W lampen per armatuur 51600W
66 armaturen 2*400 W HPI-T per armatuur 56000 W A
1000
50 0 70
40 20
1100
F F F F F F F F F F F F F F F F F F F F A
10
A
00 10
90 0
1000
900
F F F F F F F F F F F F F F F F F F F F
A
0
A
1000
Y(m) 30
80 0
900
1000
10 00
110 0
800 900
1100
11 00
A
A
0 80
0 80
A
A
800
A
0 90 0 70
110 0
F F F F F F F F F F F F F F F F F F F F
900
0 110
0 120
1000
00 10
00 112 00
1100
800
A
00 12
10 00
F F F F F F F F F F F F F F F F F F F F
A
900
1100
800 0 90
A
110 0
A
700
1100
00 11 200 1
F F F F F F F F F F F F F F F F F F F F
900
00 10
A 700 900
900
00 12
00 11
A
0 110
800
A 900
120 0
A
1100
800
A
900
A
0 120 1000
F F F F F F F F F F F F F F F F F F F F
1000
900
A
1100
A
900
00 12
900
F F F F F F F F F F F F F F F F F F F F
A
1000
00 10
A
1200
A
900
A
900
900
0 110
700
A
A
0 F F F F 0F0 F F F F F F F F F F 0F F F F F 8 100 0
1100
1100
700
A
00 11 00 12
11 00
1000 0 90
A
A
700 0 80 00 0 A1
10 00
A
00 12
1200
1100
A
8
A 0 80 900 1100
00 11
60
A
160 armaturen MVF617/250 MB (p Per armatuur 250 W HQI-TS lamp 44000 W
-40
-30
-20
Egemhorizontaal: 0 10 20 Emin/Egem: X(m) Egemverticaal: Emin/Egem:
-10
30
1007 lux 40 0.63 577 lux 0.29
50
60
70
80 -40
-30
-20
Egemhorizontaal: 0 10 20 X(m) Emin/Egem: Egemverticaal: Emin/Egem:
-10
30
998 lux 40 0.78 476 lux 0.48
Verlichtingskunde 2009
Ēm moet ook aan het einde van de onderhoudsperiode aanwezig zijn.
Ē geïnstalleerd
Ēm
Onderhouds periode
Verlichtingskunde 2009
Verblinding (glare) Heldere vlakken binnen het gezichtsveld als niet comfortabel of zelfs onwerkzaam worden ervaren. – – –
Vermoeiend Fouten Ongelukken
Verlichtingskunde 2009
Verblinding Luminantie [cd/m2] Directe verblinding
Indirecte verblinding
Verlichtingskunde 2009
Verblinding beeldscherm Afhankelijk van de beeldschermkwaliteit* < 1000 cd/m2 goed-gemiddelde kwaliteit scherm < 200 cd/m2 slechte kwaliteit scherm
*Volgens iso 9241-7
L op 650
Verlichtingskunde 2009
UGR
Ref. no.
Soort ruimte, taak of activiteit
Ēm lx
UGR L
Ra -
Opmerkingen
6.2.20
Docentenkamers
300
19
80
3.3
Technisch tekenen
750
16
80
2.18.3
Spinnen, plooien, spoelen, winden
500
22
80
Voorkom stroboscopische effecten.
2.13.2
Stampen
300
25
60
Verlichtingskunde 2009
Directe verblinding Unified Glare Rating (UGR) 8log[0,25/Lb ∑L2ω/p2]
armatuur ω
Lb= achtergrond luminantie [cd/m2] L = armatuurluminantie in richting waarnemer ω = openingshoek armatuur naar oog waarnemer p = Guth positie index
kijkrichting
Verlichtingskunde 2009
Directe verblinding
Verlichtingskunde 2009
UGR kwaliteitslimieten UGR
Voorbeelden werkzaamheden
16
Technisch tekenen
19
Archiveren, lezen, schrijven, cad werkstations, vergaderen
22
Receptie balie
25
Archieven, trappen, liften
28
Circulatie, gangen
Verlichtingskunde 2009
UGR armatuur • Tabellen (per armatuur) • Berekenen (dialux) • UGRR. – referentie voor standaard ruimte afmetingen, reflectiefactoren.
• diagrammen
Verlichtingskunde 2009
kleur • Kleurtemperatuur (Tk) • Kleurweergave (Ra)
Capella de madres Capuchinas, Mexico City Luis Barragan
Verlichtingskunde 2009
kleur Additieve kleurmenging
Verlichtingskunde 2009
CIE - kleurendriehoek
x, y, coördinaten bepalen kleur. (kleurpunten) Ter vergelijking Munsellsysteem voor gekleurde oppervlakken Tint Verzadiging Helderheid
Verlichtingskunde 2009
Kleurtemperatuur, Tk De temperatuur van een zwarte straler (zon of daglicht) waarvan het licht ‘lijkt’op dat van de betreffende lichtbron. Dus waarvan de kleurpunten binnen hetzelfde kleurgebied vallen. Temperatuurstralers. Een object met een bepaalde temperatuur zendt een hoeveelheid licht uit die vergeleken kan worden met de straling die een zwart lichaam (black body) met een bepaalde temperatuur uitzendt
Verlichtingskunde 2009
Kleurtemperatuur Licht is elektromagnetische straling Gloeidraad, toevoer elektrische energie verhogen 4. Verandering van kleur (Wien) λT =constant
2. Uitgezonde straling neemt toe (StefanBoltzman) M = σ T4
-> Wet van Planck Elke temperatuur eigen stralingscurve
Verlichtingskunde 2009
Kleurtemperatuur zichtbare straling
relatief spectraal vermogen >
UV UV
IR IR
Temperatuur stralers gloeilamp ~2800 K
7000 K 6000 K 5000 K
halogeenlamp ~3000 K
4000 K
zon ~6000 K
3000 K
2800 K
2000 K
400
800
1600
2400 3200 golflengte (nm) >
Verlichtingskunde 2009
Kleurtemperatuur Lichtbronnen bandenspectrum: Toegevoegde kleurtemperatuur [CCT in Kelvin]
Verlichtingskunde 2009
Lichtbronnen
Verlichtingskunde 2009
gloeilampen
Verlichtingskunde 2009
Energie gloeilamp 1. Zichtbare straling – 5 W 2. Infrarode straling van de gloeidraad – 61 W 3. Verliezen tengevolge van convectie en conductie van gloeidraad naar de ballonwand – 34 W 4. Infrarode straling van de ballon – 22 W 5. Totale verliezen tengevolge van convectie en conductie van de ballon –12W 6. Totale infrarode straling – 83 W 400
500
600
700 (nm)
Verlichtingskunde 2009
halogeengloeilampen
• Halogeen vulgassen zorgen voor proces waarbij wolfraamdraad langer intact blijft – Hogere temperatuur gloeidraad -> hogere Tk ~3000 K – Langere levensduur,~ 4000 branduren
Verlichtingskunde 2009
Fluorescentie, kwikontlading
Verlichtingskunde 2009
Bandenspectrum 1. Vermogen in de ontlading – 30,1 W 2. Thermische verliezen in de elektroden – 5,9 W 3. Visuele straling uit de ontlading – 1,2 W 4. UV-straling uit de ontlading – 22,5 W 5. Thermische verliezen in de ontlading – 6,5 W 6. Visuele straling vanuit de fluorescerende laag – 8,8 W 7. UV-straling – 0,2 W 8. Infrarood straling – 13,5 W 9. Totale visuele straling – 10 W 10. Infrarood straling en overige warmteverliezen – 25,8 W
400
500
600
700
(nm)
Verlichtingskunde 2009
LED Light Emitting Diode
Verlichtingskunde 2009
Spectrum en kleur van het licht: LED
Verlichtingskunde 2009
Spectrum en kleur van daglicht
400
500
600
700
(nm)
Verlichtingskunde 2009
CIE Kleurendriehoek
Lijn zwarte straler
Verlichtingskunde 2009
Kleurtemperatuur
Verlichtingskunde 2009
Kleurtemperatuur in Kelvin (K)
<3300
3300-5300
>5300
• De keuze voor de kleurtemperatuur heeft te warm maken met psychologie, esthetiek en wat als natuurlijk wordt neutraal beschouwd.
koel
Verlichtingskunde 2009
Ref. no.
Soort ruimte, taak of activiteit
Ēm lx
UGR L
Ra -
Opmerkingen
6.2.20
Docentenkamers
300
19
80
3.3
Technisch tekenen
750
16
80
2.18.3
Spinnen, plooien, spoelen, winden
500
22
80
Voorkom stroboscopische effecten.
2.13.2
Stampen
300
25
60
Verlichtingskunde 2009
Kleurweergave Voor de visuele prestatie, het comfort en het welbevinden is het belangrijk dat kleuren in de omgeving, van objecten en van de menselijke huid natuurlijk en correct worden weergegeven De kleurweergave-index [Ra] is een maat voor deze weergave
Verlichtingskunde 2009
Kleurweergave Ra
typische lampen
90 - 100
gloeilamp, halogeenlamp, enkele fluorescentie lampen en metaalhalogeenlampen
80 - 89
de meeste fluorescentie lampen, enkele metaalhalogeenlampen
60 - 79
enkele metaalhalogeenlampen
20 - 59
hogedruk kwiklampen hogedruk natriumlampen (een paar >60 of >80)
nog lager
lagedruk natriumlampen
Verlichtingskunde 2009
Kleurweergave-index Een kleurweergave Ra > 80 is standaard voor toepassingen binnen Andere voorbeelden: Gangen, trappen 40 Parkeerplaatsen 20 Diverse onderzoeksruimten in ziekenhuizen 90 Intensive care 90 Kleurinspectie (industrie)90
Verlichtingskunde 2009
Lagedruk-natrium lamp Rendement lagedruk-natrium lamp: < 200 lm/W
400
500
600
700
(nm)
Verlichtingskunde 2009
Verschijning van kleur van een oppervlak hangt af van de spectrale verdeling van de lichtbron die het oppervlak verlicht
Hogedruk-natrium lamp Ra 25
Hogedruk Metaalhalogeen Ra > 80
Verlichtingskunde 2009
Bruin textiel bij daglicht
400
500
600
700
(nm)
Verlichtingskunde 2009
Bruin textiel bij daglicht
400
500
600
700
(nm)
Verlichtingskunde 2009
Bruin textiel 3 banden fluorescentie
400
500
600
700
(nm)
Verlichtingskunde 2009
Kleurweergave
Ra 25
Ra 100
Ra > 80
Verlichtingskunde 2009
Kunstlichteisen • Verlichtingssterkte [E] – Lichtverdeling
• Luminantie [L] • Kleur [Tc, Ra] Luminantie Lichtstroom
Lichtsterkte
Verlichtingssterkte
Verlichtingskunde 2009
Voorbeelden toepassingen Beschrijving Geïnstalleerd vermogen [W/m2] Totaal geïnstalleerd vermogen [W]
direct 13,2 256
direct/indirect 11,1 216
Kosten voor investment, installatie, onderhoud en energie
laag
middel
Verlichtingskunde 2009
Voorbeelden toepassingen Beschrijving Geïnstalleerd vermogen [W/m2] Totaal geïnstalleerd vermogen [W]
direct 13,2 256
indirect 18,1 351
Kosten voor investment, installatie, onderhoud en energie
laag
middel
Verlichtingskunde 2009
Voorbeelden toepassingen Beschrijving Geïnstalleerd vermogen [W/m2] Totaal geïnstalleerd vermogen [W]
direct 13,2 256
representatief 33,6 654
Kosten voor investment, installatie, onderhoud en energie
laag
hoog
Verlichtingskunde 2009
http://sts.bwk.tue.nl/artificial%5Flight/
Verlichtingskunde 2009
http://sts.bwk.tue.nl/artificial%5Flight/
Verlichtingskunde 2009
Keuze
Verlichtingskunde 2009
Eisen • • • • • • • • • •
Zicht Visuele prestatie Visueel comfort Zekerheid & veiligheid Sociale communicatie Gezondheid Welbevinden/preferentie Esthetiek Sfeer Energieverbruik
Verlichtingskunde 2009
Noodverlichting
Verlichtingskunde 2009
Inverse kwadraten wet, puntbron
I E = 2 cos α r
Verlichtingskunde 2009
Lichtstroom methode • Voor grote ruimte, alleen directe component doet mee Edirect Edirect
ε ⋅Φ 0 = A = gemiddelde directe verlichting
ε = het armatuurrendement (LOR) Φ 0 = totale lichtstroom van de lampen in de armaturen A = oppervlak van het werkvlak Gaat uit van gelijkmatige lichtverdeling en grote ruimte
Verlichtingskunde 2009
Armatuurrendement =
Licht uit de lamp Licht uit de armatuur
Vaak onderverdeeld in onder en boven CIE flux codes
Verlichtingskunde 2009
Lichtkwaliteit: de aspecten van lichtkwaliteit
Visueel
Em otioneel
N iet visueel
Verlichtingskunde 2009
Lichtkwaliteit: emotionele aspecten
Verlichtingskunde 2009
Lichtontwerp: werking van licht in een ruimte 1.De ruimte lijkt lager 2.Diffuus licht – geeft een ruimtelijk gevoel, de gang lijkt relatief lang 3.Aandachtspunten – de gang lijkt minder lang
Verlichtingskunde 2009
Lichtontwerp: werking van licht & kleur in een ruimte
Verlichtingskunde 2009
Lichtkwaliteit: de aspecten van lichtkwaliteit
Visueel
Em otioneel
N iet visueel
Verlichtingskunde 2009
Lichtkwaliteit: visuele aspecten • Light for • visual wellbeing
Verlichtingskunde 2009
Lichtkwaliteit: visuele aspecten De gebruiker van de ruimte moet: • goed zijn opgaven kunnen verrichten • niet gestoord worden door het licht
Verlichtingskunde 2009
Visuele prestatie: leeftijd
source: Fortuin
Verlichtingskunde 2009
Visuele prestatie, gemiddelde taak
bron: CIE
Verlichtingskunde 2009
Visuele prestatie, moeilijke taak
bron: CIE
Verlichtingskunde 2009
Afname van ongevallen met behulp van licht
Verlichtingskunde 2009
Verlichting en alertheid
bron: Boyce et.al.
Verlichtingskunde 2009
Lichtkwaliteit
Visueel
Em otioneel
N iet visueel
Verlichtingskunde 2009
Niet visuele aspecten: doorsnede van het oog
Third receptor
Cones Rods
Verlichtingskunde 2009
Niet visuele aspecten: Suprachiasmatic nucleus (SCN)
15
Verlichtingskunde 2009
Circadiane ritme
cortisol
m elatonin
alertness
body tem p.
Verlichtingskunde 2009
Effecten van licht: Ochtend Stijgend verlichtingsniveau > biologische klok krijgt een signaal om de ‘actieve cyclus’ te starten Productie van seratonine, adrenaline, cortisol, ...
Verlichtingskunde 2009
Effecten van licht: Overdag Het niveau van de hormonen stijgt, de lichaamstemperatuur en het metabolisme stijgen
Verlichtingskunde 2009
Effecten van licht: Avond Het daglichtniveau verminderd, de biologische klok geeft een signaal de productie van seratonine om te zetten in melatonine > afname lichaamstemperatuur
Verlichtingskunde 2009
Effecten van licht: ‘s Nachts Toename melatonine, lage lichaamstemperatuur
Verlichtingskunde 2009
Effecten van licht: Zonsopgang Bij zonsopgang neemt de productie van melatonine af en de actieve cycles wordt weer door afgifte van cortisol, gevolgd door de productie van adrenaline en seratonine
Verlichtingskunde 2009
.. waarom we ons overdag wakker voelen .. Cortisol niveau Melatonine niveau
9 uur `s ochtends
Verlichtingskunde 2009
.. en `s nachts slaperig .. • Cortisol niveau • Melatonine niveau
• 1 uur `s nachts
Verlichtingskunde 2009
Niet visuele aspecten: ooggevoeligheid Ooggevoeligheid voor kegeltjes (max 505 nm, continue lijn) en staafjes (max 555 nm, gestippelde lijn)
Punten – spectrum voor onderdrukken melatonine
Verlichtingskunde 2009
Niet visuele effecten van licht
“warm wit licht ondersteunt de ontspanning en verhoogt het welbevinden van mensen daglicht wit licht stimuleert en activeert het menselijk lichaam”
D r . S. Fle isc h e r
Verlichtingskunde 2009
Niet visuele aspecten van licht
Verlichtingskunde 2009
Project: Dynamic Lighting
Verlichtingskunde 2009
Gebruikers hebben persoonlijke voorkeur... lic h t n iv e au
h igh
lo w
bron: Philips Research Center
k le u r t e m p e r at u u r
co o l w h it e
w ar m w h it e
Verlichtingskunde 2009
Emotionele aspecten van licht Grote spreiding in wensen en voorkeur van gebruikers Afhankelijk van humeur, eigen gevoeligheid en de omgeving Individuele verlichtingseisen worden steeds belangrijker
Verlichtingskunde 2009
Persoonlijk licht <
De verlichting kan door de persoon zelf gewijzigd worden
Gestuurd door afstandsbediening, computer, schakelaar
Verlichtingskunde 2009
Effecten van licht: momenten met weinig daglicht
Verlichtingskunde 2009
.. waarom we ons overdag wakker voelen .. Cortisol niveau Melatonine niveau
9 uur `s ochtends
Verlichtingskunde 2009
Licht in de morgen: dawn simulation Dawn simulation: licht stijgt in 30 minuten van 0 tot 300 lux, vergelijkbaar met het patroon van een natuurlijke zonsopgang
Verlichtingskunde 2009
Seasonal Affective Disorder
B rightlight
Verlichtingskunde 2009
Melatonine productie `s nachts
Cortisol niveau Melatonine niveau
1 uur `s nachts
Verlichtingskunde 2009
Melatonine productie `s nachts
Verlichtingskunde 2009
alert <
> slaperig
Alertheid ‘s nachts
08:00
16:00
00:00
08:00
Verlichtingskunde 2009
Onderdrukking van melatonine door licht
bron: Rueger
Verlichtingskunde 2009
Onderdrukking van melatonine door licht
bron: Rueger
Verlichtingskunde 2009
Licht & circadiane ritme 1. Schuiven van het ritme nachtdienst (langdurige) jetlag
11.‘Entrain’ circadiane ritme