Verlichtingskunde 2009
Verlichtingskunde 2009 7S630
Laurens Zonneveldt Mariëlle Aarts
Verlichtingskunde 2009
Doel van het college • Gereedschap bieden om via een doordacht PvE tot het gewenste doel te komen
Verlichtingskunde 2009
Opzet – – – – –
Hoe kom je tot eisen, wat speelt een rol Zoeken naar oplossingen Toetsen van oplossingen Eventueel aanpassen Vuistregels/observaties +berekeningen / metingen
Verlichtingskunde 2009
Inhoud
• Licht en gebouwen • Licht en waarneming • Het verlichtingsontwerp – Daglicht – Kunstlicht • Noodverlichting
• Ontwerpproces – Programma van Eisen – Oplossing – Evaluatie
Verlichtingskunde 2009
structuur
Blok D Theorie; colleges Blok E Praktisch: uitleg & toepassing software Blok F Laboratorium Oefening 7S632
Verlichtingskunde 2009
Inhoudelijke structuur 7S630
• Theorie – – – –
Lichteisen Daglicht Kunstlicht Evalueren middels handberekeningsmethodes
Verlichtingskunde 2009
Inhoudelijke structuur 7S630
• Praktisch – Werken met Dialux • Voor 17 mrt [www.dialux.de] downloaden
– Werken met Radiance • Instructie volgt
– Huiswerkopdrachtjes worden behandeld in de college uren
Verlichtingskunde 2009
Toetsen 7S630
• Tentamen 60% – theorie (27 april)
• Werkstuk 40% – beoordelen daglicht kantoorvertrek middels 3 methodes (schaalmodel, Dialux, Radiance)
Verlichtingskunde 2009
Toetsen 7S632
• Werkstuk : – Evalueren& verbeteren daglicht en kunstlichtcondities bestaande ruimte volgens daglichtlichtprotocol. – 1 uur toelichting in blok F
Verlichtingskunde 2009
Wat vooraf ging ….
Verlichtingskunde 2009
Lichttechnische eenheden: verlichtingssterkte
lic h t st r o o m [lm ]
lic h t st e r k t e [c d ]
• De verlichtingssterkte in een punt van een vlak is gedefinieerd als de ontvangen lichtstroom per m2 ontvangend oppervlak • Eenheid: lm / m2 = lux [ lx ]
v e r lic h t in gsst e r k t e [lu x ]
• Symbool:
E
Verlichtingskunde 2009
Lichttechnische eenheden: luminantie • De luminantie L is een maat voor de helderheid van een klein oppervlak lic h t st r o o m [lm ] • De luminantie is de lichtstroom die per eenheid lic h t st e r k t e [c d ] van schijnbaar oppervlak en per eenheid van ruimtehoek in een gegeven richting lu m in an t ie [c d /m ²] wordt uitgezonden • Eenheid: cd/m2 v e r lic h t in gsst e r k t e [lu x ] • Symbool:
L
Verlichtingskunde 2009
Verlichtingssterkte & luminantie
Verlichtingskunde 2009
De relatie tussen verlichtingssterkte en luminantie de reflectiefactor
L = E ρ / π*
ρ = reflectiefactor [-]
lic h t st r o o m [lm ]
Getal tussen 0 en 1 lic h t st e r k t e [c d ]
lu m in an t ie [c d /m ²]
v e r lic h t in gsst e r k t e [lu x ]
*Geldt alleen voor volkomen diffuse reflectie!
Verlichtingskunde 2009
Verlichtingssterkte in een punt door een puntbron Inverse kwadraten wet L
E = I cos (α) / d2
α
d
I = Lichtsterkte van de lichtbron in de richting van meetpunt α = hoek tussen vertikaal en richting van lichtbron naar meetpunt d = afstand lichtbron-meetpunt
Verlichtingskunde 2009
Verlichtingssterkte in een punt door een puntbron Inverse kwadraten wet L
E = I cos (α) / d2 met:
α
d h
cos(α)= h/d
d = h/cos(α) en dus: Eh= I cos3 (α) / h2
Verlichtingskunde 2009
Programma van Eisen
• Hoe wil je dat een ruimte er uit gaat zien? • Normen – – – – –
NEN-EN 12464 - verlichting Bouwbesluit NEN 2057 - daglicht EPN - energie Ergonomie - comfort
• Richtlijnen/Aanbevelingen
Verlichtingskunde 2009
Hoe gaat de ruimte er uit zien? • • • • •
Hoge ruimte: Licht plafond Grote ruimte: Lichte wanden Kleine ruimte: Licht in het centrum Uniform: atelier Niet uniform: verkeersruimte
Verlichtingskunde 2009
Verlichtingskunde 2009
Lichtontwerp: werking van licht & kleur in een ruimte
Verlichtingskunde 2009
Normen – NEN-EN 12464
Verlichtingskunde 2009
Normen – NEN-EN 12464
• NEN-EN 12464 Licht en Verlichting – werkplekverlichting Deel1: werkplekken binnen – Termen en definities – Criteria voor het ontwerp • Visueel comfort • Visuele prestatie • Veiligheid
Verlichtingskunde 2009
Normen – NEN-EN 12464 • Parameters Luminantieverdeling, verlichtingssterkte Kleur Variaties – lichtflikkering
• Lijst met taken/werkplekken Voorbeeld: werkplek in kantoor: Ref. no.
Soort ruimte, taak of activiteit
Em
UGRL
Ra
19
80
lx
3.2
Schrijven, typen, lezen, gegevensverwerking
500
Verlichtingskunde 2009
Normen – NEN-EN 12464
0,25 UGR = 8log10 L b
∑
L ω 2 p 2
Eind Lb = π
Achtergrond luminantie
L
Luminantie bron (in richting waarnemer)
ω
Ruimtehoek bron
P
Guth position index
Verlichtingskunde 2009
Normen – NEN-EN 12464
[(
)
(
)
P = exp 35.2 − 0.31889α − 1.22e − 2α 9 10 − 3 β + 21 + 0.26667α − 0.002963α 2 10 − 5 β 2 α = Vertikale hoek naar bron in graden
armatuur ω α
kijkrichting
]
Verlichtingskunde 2009
Licht en straling •
Licht
•
Spectrum: aanwezige frequenties
•
Kleur:
waarnemen van frequenties
•
Energie:
nodig om straling op te wekken -> aanwezig in de straling
zichtbare (met het oog waarneembare) elektromagnetische straling
Verlichtingskunde 2009
Licht en de mens • Licht via het oog
• Licht op de huid
Verlichtingskunde 2009
Het oog
Third receptor
Cones Rods
Verlichtingskunde 2009
Licht in het oog
Het netvlies heeft 3 soorten cellen die op licht reageren: • Kegeltjes
: kleur (overdag)
• Staafjes
: zwart-wit (nachtzien)
• 3e receptor : biologische klok
Verlichtingskunde 2009
Spectrale gevoeligheid voor licht - ooggevoeligheid •
kegeltjes (max 555 nm, stippellijn)
•
staafjes (max 505 nm, doorlopende lijn)
•
Biologisch systeem punten (460 nm)
Verlichtingskunde 2009
Relatieve spectrale ooggevoeligheidscurve voor het menselijke oog 1.2
Relatieve spectrale verdeling
1
0.8
v(lambda)
0.6
v'(lambda)
0.4
0.2
0 380
430
480
530
580 Golflengte [nm]
630
680
730
780
Verlichtingskunde 2009
Waarnemen: het oog als camera
• Helderheid – Adaptatie door pupil – Adaptatie door chemische processen in het oog
• Contrast – Verschil tussen punten
Verlichtingskunde 2009
Verlichtingskunde 2009
Niet visuele aspecten: Suprachiasmatic nucleus (SCN)
15
Verlichtingskunde 2009
Circadiane ritmes
cortisol
m elatonin
alertness
body tem p.
Verlichtingskunde 2009
Waarom verlichten?
• Verlichten van de oogtaak en de omgeving – Functie – Veiligheid
• Gezondheid: – – – –
Stemming Alertheid Stimulans Biologische klok
Verlichtingskunde 2009
Waarneming en biologische stimulans
• Verlichten van de omgeving
en
• Licht direct op/in het oog
Verlichtingskunde 2009
Verlichten is het zichtbaar maken van contrasten
• Binnen het gevoeligheidsbereik van het oog – Absolute helderheid – Contrast (helderheidsverhoudingen)
Verlichtingskunde 2009
Visuele waarneming
• Luminantie = verlichtingssterkte x reflectie • Contrasten • Verblinding - Glare – Verminderd contrast – Glans – Te hoge helderheid
Verlichtingskunde 2009
Wat is de juiste verlichtingssterkte?
• Kritische detailgrootte • Kijkafstand • Contrast
Verlichtingskunde 2009
Is de norm altijd direct toepasbaar?
• • • • •
Kritische taak Voorkomen fouten Nauwkeurigheid Extreme details of contrasten Minder goed zien (bij oudere jongeren) • Lange duur • Of juist korte duur 20-30-50-75-100-150-200-300-500-750-1000-1500-2000-3000-5000
Verlichtingskunde 2009
Eisen aan de verlichting • •
• •
•
Budget Architectonische eisen – Sfeer en indruk van de ruimte – Kleur Eisen aan de functionele/taak verlichting middels kunstlicht – E, Tc, UGR Eisen aan de hoeveelheid daglicht – Daglichtfactor – Hemelfactor – Autonomie Eisen aan de bezonning
•
• • • • •
Eisen t.a.v veiligheid: – – – – –
Routing Noodverlichting Sociale veiligheid Risico van fouten Ouderen
Eisen t.a.v. zon- en helderheidwering Eisen aan energiegebruik Eisen aan bescherming kwetsbare materialen (papier,kleding) Eisen aan onderhoud Duurzaamheid
Verlichtingskunde 2009
Oplossingen
• Er is altijd een speelveld: doe er iets mee! • Strategie: gericht zoeken aan de hand van vuistregels • Eerst daglicht en dan kunstlicht • Daglicht is ook uitzicht! • Oriëntatie: iedere gevel is uniek.
Verlichtingskunde 2009