Verkenning informatievoorziening huisvesting internationale studenten in Nederland Mei 2012
1. Achtergrond Kences wil meer inzicht krijgen in de huidige informatievoorziening over huisvesting aan internationale studenten. Huisvesting vormt een noodzakelijke randvoorwaarde voor internationalisering. Het is van belang dat de student vanuit het buitenland goede en volledige informatie heeft over prijs en beschikbaarheid van huisvesting in Nederland. Het kamertekort is groot. Dit is voor de Nederlandse student lastig, maar voor de internationale student nog veel lastiger. Deze is namelijk ook nog eens beperkt door taal, het (veelal) ontbreken van een netwerk in Nederland en het feit dat hij vanuit zijn thuisland op zoek moet en internet de enige bron van informatie is. Voor de laatste groep is informatie via internet van cruciaal belang. Een tevreden internationale student bepaalt voor een aanzienlijk deel het imago van de studentenhuisvester en is een ambassadeur voor (onderwijsinstellingen in) Nederland.
2. Onderzoek Kences heeft in samenwerking met Onderzoeksbureau Labyrinth een vragenlijst op gesteld. Tijdens de SISlink konden de deelnemers, voornamelijk medewerkers van international offices, hun commentaar geven. Labyrinth heeft deskresearch uitgevoerd om na te gaan hoe de voorlichting op dit moment plaatsvindt. Kences heeft alle hogeronderwijsinstellingen in de steden Amsterdam, Utrecht, Eindhoven, Wageningen en Delft benaderd met de vraag of ze de vragenlijst aan hun internationale studenten te mailen. Er is enige weerstand vanuit een aantal onderwijsinstellingen om mee te werken aan dit onderzoek. Reden hiervan is dat werd getwijfeld aan de bruikbaarheid van de resultaten. Het werkelijke probleem, het beperkte kameraanbod, zou immers door het onderzoek niet verholpen worden. Uiteindelijk hebben 15 onderwijsinstellingen hun medewerking toegezegd: Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, Tio Utrecht, Hogeschool Utrecht, Universiteit Utrecht, Hogeschool van Amsterdam, Rietveld Academie Amsterdam, Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, Inholland (Amsterdam, Delft), Technische Universiteit Delft, Haagsche Hogeschool vestiging Delft, Design Academy Eindhoven, Fontys Eindhoven, Technische Universiteit Eindhoven, Van Hall Larenstein Wageningen en Wageningen University. Het onderzoek is een Quickscan, het doel is om een globaal beeld te krijgen van de tevredenheid bij internationale studenten over de huisvestingsinformatie in Nederland. We hebben gekozen om geen resultaten weer te geven per onderwijsinstelling. We zullen wel wat laten zien over de verschillen per stad, maar we richten ons vooral op de uitkomsten als geheel.
1
3. Resultaten In totaal hebben 1416 studenten de enquête ingevuld, dat is een respons van 23%. Voorafgaande aan het onderzoek zijn drie hoofdvragen opgesteld, die in deze paragraaf worden beantwoord.
Utrecht Amsterdam Eindhoven Delft Wageningen Totaal
Aantal verstuurde enquêtes 1813 1468 859 1205 945 6290
Respons aantal
Percentage van totale respons
315 224 196 328 353 1416
23% 16% 15% 23% 25% 23 %
HOOFDVRAAG I - Op welke wijze en door wie vindt de voorlichting over huisvesting naar (potentiële) internationale studenten op dit moment plaats? Er zijn verschillende instellingen die informatie verschaffen over huisvesting aan internationale studenten te denken valt bijvoorbeeld aan: onderwijsinstellingen, studentenhuisvesters en diverse woningbemiddelaars. Een groot deel van de onderwijsinstellingen lijkt, op basis van de deskresearch, voldoende informatie te bieden aan internationale studenten over waar de benodigde informatie over huisvesting te vinden is. Zij werken veelal samen met of verwijzen door naar partijen die huisvesting aanbieden, zoals studentenhuisvesters en woningbemiddelaars. Hieronder volgen de meest opvallende conclusies met betrekking tot de geraadpleegde informatiebronnen: o Meest geraadpleegd: websites van studentenhuisvesters en onderwijsinstellingen De internationale studenten blijken de websites van studentenhuisvesters en onderwijsinstellingen overduidelijk het meest te raadplegen voor het inwinnen van informatie over huisvesting. Als derde wordt Kamernet regelmatig bezocht.
Social media worden weinig ingezet Andere bronnen die relatief veel gebruikt worden voor het inwinnen van informatie over huisvesting zijn met name Internet in het algemeen (Google, Bing etc.), gevolgd door het sociale netwerk van de respondent in Nederland. Van sociale media, zoals LinkedIn en Twitter, wordt maar mondjesmaat gebruik gemaakt om informatie in te winnen. Alleen Facebook wordt door een redelijke groep internationale studenten gebruikt als bron van informatie. HOOFDVRAAG II - Hoe tevreden zijn internationale studenten over de huidige huisvestings voorlichting? Over het geheel genomen zijn de meningen van de internationale student sterk verdeeld.
2
Hoe tevreden was je over de huisvesting informatie?
Hieronder volgen de meest opvallende resultaten: o Meerderheid ervaart het vinden van geschikte woonruimte als ‘lastig’ Uit de resultaten blijkt dat een ruime meerderheid van de respondenten het vinden van (geschikte) accommodatie in Nederland als lastig heeft ervaren. Onder de Utrechtse en Amsterdamse studenten ligt dit percentage nog een stuk hoger. Het gelimiteerde aanbod en financiële redenen worden hiervoor het meest als reden opgegeven. Twee op de vijf studenten wijt dit aan onduidelijke of onvolledige informatie. Dit is opmerkelijk aangezien twee vijfde van de respondenten de huisvesting niet zelf heeft hoeven reserveren/boeken. Redenen 1. Beperkt aanbod 2. Financiële redenen 3. Onduidelijke/onvoldoende informatie 4. Taalbarrière 5. Bureaucratie Hoewel Amsterdam en Utrecht de steden zijn waar de woningkrapte het grootst is (en het hier dus meer voor de hand liggend is dat het vinden van woonruimte als lastig wordt ervaren), wordt ‘het gebrek aan aanbod’ niet vaker als reden voor het lastig vinden van woonruimte opgegeven dan bij andere steden. Opvallend is dat naast de reden ‘gebrek aan aanbod’ juist onder Amsterdamse studenten de reden ‘vanwege onduidelijke/onvolledige informatie’ relatief vaak als reden opgegeven. o Websites van onderwijsinstellingen en studentenhuisvesters: aandachtspunten Hoewel de websites van onderwijsinstellingen en studentenhuisvesters het meest geraadpleegd worden voor het inwinnen van informatie over huisvesting, blijkt lang niet iedereen even tevreden te zijn over deze websites. Zowel de websites van onderwijsinstellingen als die van de studentenhuisvesters schieten volgens de respondenten relatief het meest tekort op: - de weergave van informatie over de woonomgeving; - de aantrekkelijkheid van de manier waarop de informatie weergegeven wordt (foto’s etc.) Dit zijn niet de enige tekortkomingen van de websites. Opvallend is dat álle aspecten door minimaal een derde van de internationale studenten een negatieve beoordeling krijgen en dat de meningen sterk verdeeld zijn. o Amsterdamse studenten meest ontevreden over websites Studenten uit Amsterdam blijken zowel over de websites van de studentenhuisvesters als de websites van de onderwijsinstellingen over de gehele linie het minst tevreden te zijn. Over sommige aspecten van deze websites, waaronder de informatie over de woonomgeving, is zelfs meer dan de helft (zeer) ontevreden. Studenten uit Wageningen zijn over de gehele linie juist het meest tevreden met de weergegeven informatie op bovengenoemde websites.
3
o Respondenten die zelf hun kamer reserveren/boeken vaker ontevreden Zowel voor de websites van onderwijsinstellingen als de websites van studentenhuisvesters geldt dat respondenten die zelf hun woonruimte gereserveerd en geboekt hebben hier over de gehele linie iets vaker ontevreden over zijn dan de overige respondenten. Bij de websites van de onderwijsinstellingen is dit verschil het grootst bij de beoordeling van het aspect ‘informatie over de woonomgeving’. Bij de websites van studentenhuisvesters geldt dit voor de aspecten ‘informatie over de afstand tot de onderwijsinstelling’, ‘informatie over de woonomgeving’ en ‘duidelijkheid van de informatie’. o Een kwart vindt de huisvestingsprocedure onduidelijk Voor een kwart van de respondenten was het (helemaal) niet duidelijk hoe ze aan een kamer moesten komen en eveneens een kwart van de respondenten is ontevreden over de aangeboden informatie in het algemeen. Was het duidelijk hoe je aan een kamer moest komen?
Studenten uit Delft blijken relatief het meest tevreden te zijn, zij vonden de huisvestingsprocedure het minst vaak onduidelijk, zijn het meest tevreden over de informatieverschaffing in het algemeen en zijn het vaakst van mening dat de weergegeven informatie overeenkomt met de werkelijkheid. Studenten uit Amsterdam, gevolgd door studenten uit Utrecht, vonden de huisvestingsprocedure juist het vaakst onduidelijk en zijn het meest ontevreden over de informatie in het algemeen. Wat betreft Amsterdam sluit dit resultaat aan bij de hiervoor genoemde constatering dat de reden ‘vanwege onduidelijke/onvolledige informatie’ relatief het meest genoemd wordt door de Amsterdamse respondenten in vergelijking tot studenten uit andere steden alsook de hogere mate van ontevredenheid over de informatie op de websites van studentenhuisvesters en onderwijsinstellingen. HOOFDVRAAG III - Wat zijn de sterke punten van de huidige informatievoorziening wat betreft huisvesting voor internationale studenten en waar is verbetering nodig? Sterke punten Er komen geen hele duidelijke sterke punten naar voren. De websites van onderwijsinstellingen en studentenhuisvesters worden veelvuldig gebruikt voor het inwinnen van informatie. Ook van huisvestingbemiddelaar ‘Kamernet’ wordt veel gebruik gemaakt. Hieruit blijkt dat deze websites gemakkelijk te vinden zijn voor de internationale studenten en zij (dus) weten waar zij kunnen beginnen met het zoeken naar huisvesting. Een ruime meerderheid van de internationale studenten heeft de huisvestingsprocedure als ‘duidelijk’ ervaren en iets meer dan de helft vindt dat de weergegeven informatie overeenkomt met de werkelijkheid. Vooral studenten uit Delft zijn hier relatief tevreden over. Kansen voor verbetering Hoewel het eindoordeel over de informatievoorziening aan internationale studenten door een behoorlijk deel (37%) van de studenten als positief wordt beoordeeld, is 24% (zeer) ontevreden. Uit het onderzoek komen meerdere zaken naar voren die voor verbetering vatbaar zijn:
4
o Uitbreiden/optimaliseren informatie over woonomgeving en illustraties op websites. Er blijkt op diverse fronten ontevredenheid te zijn over de websites van onderwijsinstellingen en studentenhuisvesters. Vooral de gebrekkige informatie over de woonomgeving en de onaantrekkelijkheid van de websites van onderwijsinstellingen en studentenhuisvesters scoort hoog. o Uitwisselen ‘best practices’. Er zijn verschillen per stad in de waardering van de websites van studentenhuisvesters en onderwijsinstellingen. Zo scoorden de websites van onderwijsinstellingen in Wageningen op alle aspecten het hoogst en die van Amsterdam het laagst. Bij de websites van studentenhuisvesters zien we dat studenten uit Utrecht het meest tevreden zijn over de vindbaarheid van informatie, de studenten uit Delft over de informatie over de woonomgeving en de studenten uit Wageningen weer over een aantal andere aspecten. Het delen van ‘best practices’ (kennisdeling) tussen studentenhuisvesters en onderwijsinstellingen, kan de informatievoorziening op de betreffende websites mogelijk optimaliseren. Het is aan te raden om ook internationale studenten zelf te betrekken bij het optimaliseren van de websites, zodat zij vanuit hun ervaring en visie nuttige, op de doelgroep aansluitende, input kunnen leveren. o Referenties samenwerkende partijen op websites plaatsen. Bij de zoektocht naar geschikte woonruimte valt het op dat vrijwel alle onderwijsinstellingen aangeven dat het aanbod zeer beperkt is en de prijzen van de te huren woonruimtes relatief hoog zijn. Toch zegt ruim een derde van de respondenten niet van te voren op de hoogte te zijn geweest van de huurprijzen in Nederland en geeft 35% van de studenten die het vinden van een kamer als lastig hebben ervaren hiervoor ‘financiële redenen’ als (mede) oorzaak op. o Nederlandse huurprijzen in een eerder stadium van de zoektocht kenbaar maken. Het is van belang dat studenten zich in een vroeg stadium van hun zoektocht naar woonruimte al bewust zijn van de huurprijzen in Nederland. o Meer focus op studenten die zelfstandig woonruimte regelen. Uit de deskresearch kwam naar voren dat internationale studenten zelf actief moeten zijn op websites van derden om zaken rondom huisvesting te regelen. Dit is vaak lastig, aangezien de internationale student geen of weinig referenties heeft over de partij die voor hem of haar de huisvesting kan gaan regelen. Op sites van bijvoorbeeld de Universiteit Utrecht wordt aangegeven dat RotsVast Groep een betrouwbare partner is. Dit soort aanbevelingen kan de internationale student op weg helpen bij zijn zoektocht naar huisvesting. Voor websites waar deze informatie ontbreekt, is het aan te raden om dergelijke - uiteraard gecontroleerde en waarheidsgetrouwe - informatie te verschaffen over betrouwbare partners, mogelijk ook met referenties, ervaringen en tips van andere internationale studenten. Daarnaast is informatie over mogelijke valkuilen van belang om zo internationale studenten te behoeden voor mogelijke malafide praktijken rondom huisvesting. Studenten die zelf huisvesting hebben gereserveerd en geboekt blijken minder tevreden te zijn over de informatievoorziening dan studenten waarvan de huisvesting door derden is gereserveerd en geboekt. Dit kan mogelijk verklaard worden door de noodzaak van studenten die deze taak zelfstandig uitvoeren om meer volledige/aanvullende informatie te ontvangen dan degenen die dit niet zelf hoeven te regelen. o De open vragen De open vragen zijn zeer uitgebreid ingevuld. Zo hebben ruim 800 van de 1416 respondenten extra informatie gegeven op de vraag “Welke informatie heb je gemist”. Er is behoefte aan veel meer inhoudelijke informatie over accommodaties in Nederland en informatie over de woon- en zoekomstandigheden in Nederland. 5
Een student geeft een compacte samenvatting van het gebrek aan informatie: “Very limited options for international students. We were not actually here when we had to choose accommodation, we did not know about the environment very well (security, distance, etc) but we had to do it almost blindly for our visa to be approved. We were not informed about the possibility of getting Housing Allowance at all, we only found out when were here, and we can't move because we're tied down with 1-year contract which is very frustrating”.
Onderstaande opmerkingen zijn veelvuldig genoemd: Veel meer inhoudelijke informatie over accommodaties o Meer beeldmateriaal over de woning o Duidelijke informatie over de (voorzieningen in de) woonomgeving o Informatie over huisgenoten
Informatie over de woningmarkt in Nederland
6
o
Informatie over wachttijden op de woningmarkt
o
Informatie over huisjesmelkers die studenten oplichten
o
Informatie over de systematiek van hospiteren (“instemmen”)
4. Vervolg Het positieve aan de resultaten van de enquête is dat we duidelijke signalen hebben gekregen over wat er verbeterd moet worden. Een groot deel is vrij makkelijk aan te pakken. Zo’n 67% van de respondenten woont bij een van de studentenhuisvesters en de belangrijkste informatiebronnen voor de internationale student zijn de websites van de studentenhuisvester en de onderwijsinstelling in Nederland. Dit betekent dat we de uitkomsten van de enquête voor een groot deel zelf kunnen gebruiken om verbeteringen aan te brengen. Verwachtingsmanagement Het is van belang om aan verwachtingsmanagement te doen. De markt is krap, dit kunnen we niet veranderen, maar wel duidelijk maken. Heldere en eenduidige informatievoorziening is belangrijk. Studenten moeten vanuit hun thuisland woonruimte kiezen en moeten vaak een contract van een half jaar of een jaar aangaan, zonder dat ze de woonruimte van tevoren hebben kunnen bekijken. Ze moeten een goed geïnformeerde keuze kunnen maken. De studenten die niets te kiezen hebben, omdat ze geplaatst worden door huisvester of onderwijsinstelling, moeten weten wat ze kunnen verwachten bij aankomst in Nederland. Inspraak studenten We willen aansluiten bij de belevingswereld van de student. We laten in het vervolgtraject de student op een zo laagdrempelig mogelijke manier meedenken over de informatie die we geven over huisvesting. De inzet van sociale media is hierbij heel belangrijk.
Verbetertraject Er is behoefte aan veel meer informatie dan er nu gegeven wordt. Wij onderschatten het doolhof waar studenten in terecht komen op het moment dat zij op zoek gaan naar informatie over woonruimte in Nederland. Kences zet een verbetertraject in onder de Short Stay Kencesdeelnemers. We stellen aan de hand van de resultaten een format op met alle informatie waar een student behoefte aan heeft. Dit geldt zowel voor algemene informatie als voor stad- en complex specifieke informatie. Verder treedt Kences in contact met de onderwijsinstellingen om eenzelfde doel te bereiken.
7
Colofon Dit is een publicatie van Kences, de brancheorganisatie voor studentenhuisvesting. Het in deze publicatie beschreven onderzoek is uitgevoerd door Labyrinth, in opdracht van Kences. Het onderzoek is onderdeel van het Rode Loper programma. De Rode Loper is een initiatief van de VSNU en de HBO-raad, de Nuffic, Studiekeuze123, Studielink, Kences, DUO en de IND. Deze organisaties hebben de handen ineengeslagen om het administratieve proces van toelating van buitenlandse studenten tot het hoger onderwijs te vereenvoudigen.
Kences Postbus 85085 3508 AB Utrecht 030 – 2525777 www.kences.nl
[email protected]
8