Verkeerseducatie en Verkeersveiligheid in Zuid-Holland
Informatie voor eerstejaarsstudenten 2011-2012 PABO Haagse Hogeschool
Inhoud
1. SCHOOL op SEEF: Programma voor verkeersveiligheid en educatie in Zuid-Holland
2.
Kerndoel, leer- ontwikkelingslijnen 4-12jarigen
3. a. b.
Middelen voor verkeerseducatie en verkeersveiligheid www.schoolopseef.nl Verkeerskunsten
4.
Interessante websites
1. Het programma SCHOOL op SEEF
Introductie In Zuid-Holland werken allerlei organisaties rondom de scholen samen om de verkeersveiligheid van kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar te bevorderen. Je kunt daarbij denken aan de overheden, politie en maatschappelijke organisaties zoals Veilig Verkeer Nederland. Daarbij is er in veel gemeenten aandacht voor de schoolomgeving en schoolroutes, maar zijn er ook allerlei voorzieningen voor verkeerseducatie. Sinds 1996 werken zij samen onder de vlag van het SCHOOL op SEEF. De zebra uit het beeldmerk wordt in bijna alle provincies als logo voor programma’s op dit gebied gevoerd.
SCHOOL op SEEF: Een integrale en structurele aanpak en permanente verkeerseducatie Even wat formele beleidstermen, die vragen om een uitleg. “Integraal” is een belangrijk begrip voor de verkeersveiligheidsaanpak in ons land. Het betekent, dat er aandacht is voor zowel de ruimtelijke ordening (bv: de nieuwe school voor leerlingen uit een woonwijk niet aan de overkant van een drukke weg neerzetten), voor de goede vormgeving van de weg (bv: vrijliggende fietspaden langs drukke wegen), voor verkeerseducatie aan alle weggebruikers, voor communicatie en voorlichting (bv. de BOB-campagne) en voor handhaving door de politie. SCHOOL op SEEF integraal betekent, dat er in het programma voor “De Verkeersveilige School” aandacht is voor: de schoolomgeving en school-thuisroutes van de leerlingen de verkeerseducatie aan de leerlingen, theoretisch, maar vooral praktisch! Verkeersvaardig worden leer je immers niet uit een boekje! de communicatie tussen school en ouders, zodat ouders hun rol als opvoeder kunnen invullen op een manier die aansluit bij de lessen op school (goed voorbeeldgedrag, oefenen met de kinderen, hen begeleiden op de weg naar zelfstandigheid en zorg voor het gebruik van de juiste beveiligingsmiddelen en een veilige fiets) de communicatie tussen de school, de gemeente en omwonenden / andere weggebruikers op de schoolroutes, zodat de omgeving voor de leerlingen ook veilig is. “Structureel” wil zeggen, dat de partners binnen het programma niet steeds kleine losse acties naast elkaar uitvoeren, maar dat scholen en organisaties rondom de scholen zich duurzaam inzetten, meerjarige planningen maken en daarbij onderling taken verdelen. SCHOOL op SEEF structureel betekent, dat de inzet van alle betrokkenen (gemeente, scholen, ouders e.a.) goed verankerd is in de plannen, dat er een doorgaande lijn is in de verkeerseducatie en –opvoeding en dat ieder –in samenwerking met de anderen- zelf doet wat hij of zij kan doen binnen het programma: de school de lessen, de ouders de opvoeding en de gemeente de omgeving en de stimulans en ondersteuning. “Permanente Verkeerseducatie” wil zeggen: verkeerseducatie volgens een doorgaande leerlijn, waarbij weggebruikers in alle leeftijden (van 0 tot 100 jaar)
SCHOOL op SEEF: de ondersteuning voor scholen Dankzij de support van de samenwerkende overheden in Zuid-Holland zijn er heel veel faciliteiten voor scholen en leerkrachten: op www.schoolopseef.nl vindt je dat allemaal terug, bijvoorbeeld: adviseurs in de regio’s verkeersleerkrachten als coach voor de praktijklessen op de school de praktische methode Verkeerskunsten met bijbehorende materialenset toepassingen verkeer voor het digitale schoolbord de verkeerskalender (onderbouw) en m.i.v. schooljaar 2012-2013: het digitale Seef Journaal vanaf schooljaar 2012-2013: een digitale stappenaanpak voor de schoolomgeving met voorbeelden van gedragsgerichte en infrastructurele maatregelen. Verder bieden alle regio’s in Zuid-Holland subsidies voor de inzet van menskracht (bv. de verkeersleerkrachten en de regionale projectleiders) en materialen.
2.
Kerndoel, leer- en ontwikkelingslijnen 4-12jarigen
Inleiding Verkeersgedrag valt onder één kerndoel (nr 35) , dat onderdeel is van het domein “Oriëntatie op jezelf en de wereld” Kerndoel 35 luidt: “De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument” Het besteedt aandacht aan veilig gedrag van kinderen in de volgende situaties: lopen, spelen en werken fietsen passagier zijn.
Veilig gedragspatroon Het kerndoel geeft aan waar het bij dit vormingsgebied in essentie om gaat: verwerven van een veilig gedragspatroon, dat past bij de kinderen zelf en bij de omgeving waarin ze opgroeien. Het zonder meer aanleren van algemeen geldende regels blijkt in de meeste gevallen ongewenst en weinig effectief. Wat voor de een veilig is, hoeft dat voor de ander niet te zijn. Daarvoor zijn de kenmerken, omstandigheden en opvattingen van mensen te verschillend. In de onderbouw spelen duidelijke regels (soms) nog wel een belangrijke rol. Deze regels worden dan, indien mogelijk, wel toegelicht. Kenmerkend is echter voor alle groepen dat de toenemende zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van de kinderen wordt gestimuleerd. Dit kan door de kinderen op een positieve manier te leren veilige keuzes te maken en zich veilig te gedragen. Daarmee komen de kinderen en de situaties waarin ze zich bevinden centraal te staan en is de ‘boodschap’ die we hun mee willen geven niet allesoverheersend. Leren in en door de praktijk Leren is bij dit vormingsgebied vooral ervarings- en handelingsgericht. Kennis speelt daarbij een ondersteunende rol. In feite gaat het er om de kinderen te leren een veilig gedragspatroon te ontwikkelen, te leren omgaan met veiligheidsrisico’s die in de praktijk van alledag in de eigen omgeving aanwezig zijn: inschatten van gevaren, kennen van de verkeersregels, verplaatsen in de situatie van anderen, rekening houden met anderen. Binnen de kerndoelen voor verkeerseducatie kunnen we derhalve drie aspecten onderscheiden: kennis en inzicht verwerven; vaardigheden ontwikkelen gericht op veilig gedrag; houdingen ontwikkelen met betrekking tot veilig gedrag. Kind en situatie staan centraal
Door de ervarings- en handelingsgerichtheid wordt de inhoud in belangrijke mate bepaald door de situatie en ervaringen van kinderen (risico’s in de eigen omgeving) en de ontwikkeling van kinderen in de diverse leeftijdsgroepen: rijping/ontwikkeling, kritische momenten in de ontwikkeling. Zowel de gesignaleerde kansen als risico’s zijn indicaties voor de wenselijkheid om de betreffende aspecten een plaats te geven in het onderwijsprogramma. Een voorbeeld: Doordat de kinderen in groep 3-4 in toenemende mate gaan fietsen, ligt het voor de hand in deze leeftijdsgroep de meeste aandacht aan fietsvaardigheden en de bijbehorende afspraken te besteden. Voor groep 1-2 die vooral spelend en lopend aan het verkeer deelneemt, is aandacht voor speel-, loopafspraken en oversteken gewenst. Maar doordat op deze leeftijd een aantal functies nog niet voldoende ontwikkeld is (onderscheiden van geluiden, schatten van afstand en
snelheid, enzovoort), komt het leren oversteken in moeilijke situaties meer toe aan groep 3-4. Vooral ook omdat kleuters doorgaans nog niet of nauwelijks zelfstandig aan het verkeer deelnemen. Door te vertrekken vanuit de concrete situatie van de kinderen zelf (ervaringen, gedrag, voorkeuren, lichamelijke kenmerken, wat ze al weten, voelen, denken), wordt voorkomen dat kennis en opvattingen worden overgedragen die al bekend zijn of waar kinderen niets mee kunnen, omdat hun eigen situatie hier niet bij aansluit. Geplande, incidentele en indirecte aanpak 1. Geplande aanpak Bij een meer systematische en geplande aanpak is in het onderwijsprogramma plaats ingeruimd voor inhouden op het terrein van veilig gedrag. Dit kan in de vorm van aparte lessen, projecten en themaweken. Maar ook door binnen andere vakken of vakkenclusters specifieke aandacht aan verkeersaspecten te besteden. Sommige inhouden lenen zich beter voor aparte lessen: bijvoorbeeld een cursus oversteken. Projecten blijken vooral geschikt voor onderwerpen die nogal complex van aard zijn of voor onderwerpen die een gelijktijdige aanpak in alle groepen vragen: bijvoorbeeld een schoolproject over veilig gedrag op de weg van school naar huis. Het voordeel hiervan is dat de invloed van de kinderen onderling beter uit de verf komt. Themaweken geven de mogelijkheid in een bepaalde week speciale aandacht te geven aan bijvoorbeeld veilig gedrag op speelplaatsen. 2. Incidentele aanpak Deze aanpak krijgt vooral vorm in de individuele contacten met de kinderen en door in te spelen op voorvallen en situaties die zich in de praktijk van alledag voordoen. Bij deze aanpak is wel het gevaar aanwezig dat het accent te veel op negatieve voorbeelden wordt gelegd. Het blijkt vaak veel effectiever om regelmatig positief gedrag te ondersteunen en daarbij aan te geven waarom dat gedrag positief is. 3. Indirecte aanpak Hierbij gaat het om het positief benutten van een ondersteunende omgeving. Deze indirecte invloed is van doorslaggevend belang. Bij het positief benutten van een ondersteunende omgeving schenken scholen aandacht aan de invloed van de schoolsituatie veiligheidsvoorzieningen en afspraken, materiaal, voorbeeldgedrag en aan de invloed van de verkeersomgeving buiten de school (voorbeeldgedrag van ouders/verzorgers, verkeersouders, speelvoorzieningen, verkeersvoorzieningen, politie, gemeentelijke diensten en dergelijke). Integraal schoolbeleid Om de bovengenoemde drie aanpakken goed op elkaar afgestemd te kunnen inzetten, is een samenhangend schoolbeleid voor dit vormingsgebied noodzakelijk. Uiteraard geïntegreerd in het totale schoolbeleid. Hierbij gaat het in eerste instantie om de veiligheid van de kinderen. De Arbowetgeving voegt hier veiligheid, gezondheid en welzijn van het personeel aan toe.
Ontwikkelschetsen / risicoprofielen voor 4 - 14 jarigen
Welke risico’s lopen kinderen? Omdat leeftijd en ontwikkeling daarbij een belangrijke rol spelen, geven we hier beknopte profielschetsen voor de verschillende leeftijdsgroepen.
Groep 1-2 basisonderwijs Vooral jonge kinderen komen met veel nieuwe situaties in aanraking waarvan ze de risico’s vaak nog niet kunnen inschatten. Daardoor zijn ze erg kwetsbaar. Veel voorkomende ongevallen in school en omgeving zijn: vallen, botsen en zich snijden. Maar veruit de grootste risico’s lopen deze kinderen in het verkeer. Vooral bij het spelen en lopen (oversteken) en langzamerhand ook bij het fietsen. Hun groei- en ontwikkelingsfase is niet afgestemd op de realiteit van het verkeer. Door hun geringe lengte hebben ze geen goed overzicht over de situatie. Zeker niet als er veel auto’s geparkeerd staan. Ze kijken vaak niet actief of er verkeer aankomt. In complexe kruispuntsituaties hebben ze ook geen besef uit welke richtingen verkeer kan komen. Bovendien zijn ze slecht in staat de herkomst van geluiden te lokaliseren. Ook het inschatten van snelheid, afstand en beweging is iets wat pas geleidelijk ontwikkeld wordt. Daarbij is hun eigen reactietijd beduidend lager dan die van volwassenen. Vooral jonge kinderen handelen soms nog sterk instinctief en weinig rationeel: 'Als ik zo snel mogelijk de weg oversteek, is het gevaar deste eerder voorbij’. Dit oerinstinct om gevaar te ontwijken door snel weg te lopen, beschermt in het verkeer niet, integendeel. Deze leeftijdsgroep vraagt om dagelijkse aandacht voor veiligheidsaspecten: veilig gedrag in de speelzaal, op het plein, in de klas, bij het oversteken en als passagier. Omdat de verantwoordelijkheid voor het eigen gedrag in deze leeftijdsperiode nog maar zeer beperkt gedragen kan worden, is het vooral belangrijk vertrouwen te geven door een positieve stimulering in de dagelijkse praktijk. Vooral het leren oversteken kan niet zonder een goed opgebouwde praktijktraining. Groep 3-4 basisonderwijs In deze leeftijdsperiode wordt de wereld voor de kinderen steeds groter en neemt de exploratiedrang toe. Dit brengt nieuwe risico’s met zich mee en vraagt derhalve om blijvende aandacht voor de veiligheidsaspecten, bij het gebruik van speelvoorzieningen, maar vooral ook in het verkeer. Ook ontstaan veel ongelukken door stoer gedrag of doordat ze elkaar niet goed begrijpen. De ontwikkeling van kinderen schept in deze periode echter ook nieuwe mogelijkheden voor meer zelfstandig en verantwoordelijk gedrag. De kinderen gaan steeds meer structuur in hun omgeving herkennen. Ze leren zich in toenemende mate te verplaatsen in de positie van de andere verkeersdeelnemers en leren te anticiperen op allerlei gebeurtenissen. Hierdoor zijn ze gaandeweg steeds meer in staat daar in hun gedrag rekening mee te houden. Ook leren ze langzamerhand de gevolgen van hun gedrag te overzien, doordat ze oorzaak en gevolg aan elkaar kunnen koppelen. Deze ontwikkelingen ontstaan niet vanzelf als een soort van natuurlijke rijping, maar worden gestimuleerd door ervaringen. Hier liggen dus grote kansen. Maar zeker in het begin is dit nog een periode van verhoogde risico’s. Vooral ook doordat de ontwikkeling van de individuele kinderen zeer verschillend verloopt. Naast de individuele verschillen bepaalt ook de eigen schoolsituatie wat er in deze periode nu precies aan de orde moet komen. Neem fietsen als voorbeeld. Op deze leeftijd fietsen de meeste kinderen volop. In ieder geval in spelsituaties. Maar in toenemende mate, afhankelijk van de woonsituatie, ook in het verkeer. Dit betekent dat minimaal aandacht gewenst is voor de veiligheidseisen van een fiets en voor basisvaardigheden.
Afhankelijk van de vraag of de kinderen ook als fietser aan het verkeer gaan deelnemen, is verdergaande training nodig waarbij ook verkeersregels, -borden en andere weggebruikers een rol gaan spelen. Groep 5-6 basisonderwijs Kinderen vertonen in deze periode over het algemeen een flinke mate van emotionele stabiliteit en een redelijke dosis zelfvertrouwen. Daarnaast zijn ze steeds beter in staat zich te verplaatsen in andere verkeersdeelnemers en te anticiperen op gebeurtenissen. Dit is op zich een gunstige voedingsbodem voor het leren omgaan met risico’s in de praktijk van alledag. Maar ook hier moeten we weer bedacht zijn op grote verschillen tussen kinderen. In deze periode gaan kinderen zich doorgaans steeds sterker richten op leeftijd- en seksegenoten (identificatie). Het verwerven van een plaats en van status binnen de groep geeft nogal eens nabootsing van gedrag van de meest actieve of dominante groepsleden te zien. Soms ontstaat de neiging stoer te doen of indruk te maken. Dit kan een verhoogd veiligheidsrisico met zich meebrengen. Groep 7-8 basisonderwijs Kinderen uit deze leeftijdsgroep kunnen de gevolgen van hun gedrag steeds beter inschatten. Daarom kunnen ze verantwoordelijkheid dragen en zijn ze op hun gedrag aan te spreken. Doordat de sociale invloeden in deze periode een sterkere rol gaan spelen, komt de eigen verantwoordelijkheid nogal eens onder druk te staan van leeftijdgenoten. ‘Erbij willen horen’ en ‘De held willen zijn’ brengen vaak extra risico’s met zich mee. Ook het feit dat hun leefwereld groter wordt, vraagt om extra aandacht voor veiligheidsrisico’s, vooral in het verkeer. Basisvorming Het inschatten van de gevolgen van hun gedrag kunnen jongeren in deze leeftijdsfase steeds beter. Ze kunnen dan ook verantwoordelijkheid dragen en zijn aan te spreken op hun gedrag. Bij de overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs wordt hun leefwereld over het algemeen stukken groter. Sociale invloeden (erbij willen horen) spelen een belangrijke rol in deze periode. Daarmee komt de eigen verantwoordelijkheid onder druk te staan en dat kan risico’s met zich meebrengen. Terwijl ze in deze periode ook zaken willen uitproberen. Dit brengt extra risico’s in het verkeer met zich mee, zeker als ze daarbij alcohol gebruiken. Tot slot blijkt dat ze vaak nog niet goed kunnen inschatten hoeveel tijd het afleggen van een bepaalde afstand kost, bijvoorbeeld door een auto, brommer of fiets. Aandacht voor veiligheidsrisico’s, met name in het verkeer, is daarom gewenst.
Leerlijnen voor 4 - 14 jarigen1
Verkeersrol: Lopen en spelen Tussendoelen
Wat doen de kinderen?
Groep 1-2
Afspraken hanteren ten aanzien van lopen en spelen.
Veilig speel- en werkgedrag in en om de school
Veilig oversteken in eenvoudige situaties. Groep 3-4 Afspraken hanteren ten aanzien van veilig gedrag op speelplaatsen en op weg naar school.
Veilig oversteken in moeilijke situaties. Groep 5-6 Verantwoord handelen onder verschillende omstandigheden en weersgesteldheden.
Groep 7-8 Afspraken hanteren ten aanzien van lopen en spelen
1
Bron: SLO-Tule kerndoelen en leerlijnen
Ze leren in de praktijk antwoorden op vragen als: Waar kun je veilig spelen? Welke afspraken zijn daarbij van belang? Welke plaatsen zijn gevaarlijk? Ze leren oversteken in bekende en relevante situaties: op een rechte weg, bij geparkeerde auto’s, bij een oversteekplaats en bij klaar-overs .
Ze leren in de praktijk antwoorden op vragen als: Wat zijn de beste plaatsen om te spelen? Waar moet je op weg naar school goed uitkijken? Welke situaties zijn moeilijk in het verkeer en wat kun je dan het beste doen? Ze leren oversteken op kruispunten met goed zicht en met slecht zicht.
Ze leren in de praktijk antwoorden op vragen als: Hoe beïnvloeden jouw gevoelens je veiligheid? Hoe beïnvloeden verschillende omstandigheden en weersgesteldheden je veiligheid? (opgebroken weg, obstakels, mist, regen, donker, laagstaande zon, e.d.)? Welke invloed heeft het weer op andere weggebruikers? Hoe zorg je ervoor dat je het minst last hebt van slechte weersomstandigheden? Welke kleding kun je het beste dragen? Ze leren in de praktijk antwoorden op vragen als: Naar welke plaatsen ga je graag toe? Wat zijn daar de regels en risico’s? Zijn deze risico’s wisselend, afhankelijk van het tijdstip en wie erbij zijn? Hoe halen mensen anderen over om iets te doen wat riskant is? Waarom doen ze dat? Wat kun je doen als anderen je proberen over te halen iets te doen wat riskant is? Wat kun je doen om jezelf veiliger te gedragen? Wat betekent het om verantwoordelijk te zijn voor anderen? Moet je jonge kinderen het goede voorbeeld geven?
Verkeersrol: Fietsen Tussendoelen
Groep 3-4 Eisen voor een veilige fiets.
Basisvaardigheden met betrekking tot fietsen en samen fietsen.
Eenvoudige voorrangsregels.
Groep 5-6 Eisen voor een veilige fiets.
Wat doen de kinderen?
Ze leren aan welke eisen een veilige fiets moet voldoen: Zit alles erop en eraan? Functioneren de remmen, bel, verlichting? Ze oefenen fietsvaardigheden op de speelplaats of zo mogelijk op een veilige oefenroute in de omgeving van de school: op- en afstappen, links- en rechtsafslaan, bochten nemen, snel remmen. Ze leren en oefenen in gesimuleerde situaties eenvoudige voorrangsregels: Wie moet je voor laten gaan en wanneer? Is voorrang hebben hetzelfde als voorrang krijgen en hoe ga je daar mee om? Ze onderzoeken fietsen op eisen van veiligheid.
Basisvaardigheden met betrekking tot het fietsen in groepen.
Ze oefenen het fietsen in groepen op de speelplaats of zo mogelijk op een veilige oefenroute in de omgeving van de school.
Correct gebruik van verkeersborden, voorsorteervakken en verkeerslichten.
Ze leren en oefenen in (gesimuleerde) situaties correct gebruik van verkeersborden, voorsorteervakken en verkeerslichten: Welke verkeersborden en -regels zijn voor jou belangrijk? Wat is hun betekenis? Hoe weet je waar je moet fietsen? Welke rijvakken zijn voor jou bestemd? Welke regels gelden er bij het voorsorteren? Welke regels gelden er bij verkeerslichten?
De belangrijkste voorrangsregels en rekening houden met het gedrag van anderen.
Ze leren en oefenen in (gesimuleerde) situaties de belangrijkste voorrangregels, rekening houden met het gedrag van anderen: Welke weggebruikers zijn voor jou belangrijk? Welke signalen geven ze? Let je op hun gedrag? Wat kun je daaruit opmaken? Welke signalen geef je zelf?
Groep 7-8 De toekomstige route school-thuis
Veilig fietsen onder moeilijke omstandigheden.
Ze verkennen de toekomstige route school-thuis op veiligheidsaspecten: Op welke manier ga je naar je nieuwe school? Welke moeilijkheden kom je tegen op weg naar je nieuwe school? Wat kun je daar het beste doen? Wat is de meest veilige route? Is de route in slechte weersomstandigheden ook veilig? Fiets je met meerdere kinderen naar school? Waar let je dan op? Ze oefenen in (gesimuleerde) situaties veilig fietsen onder moeilijke omstandigheden.
3 Middelen voor verkeerseducatie en verkeersveiligheid
In Zuid-Holland is veel eigentijds materiaal voorhanden. Je vindt beschrijvingen en informatie over verkrijgbaarheid op de website, onder leerkracht/productenbank:
Eén product lichten we uit vanwege het grote belang voor (praktische) verkeerseducatie: Verkeerskunsten
Verkeerskunsten
Achtergrond Verkeerskunsten is ontwikkeld om scholen een doorgaande leerlijn te bieden op het gebied van de praktische verkeerseducatie. Door het uitvoeren van de activiteiten uit dit bronnenboek, worden de leerlingen voorbereid op het veilig deelnemen aan het verkeer. Bij de reguliere verkeersmethodes ligt de nadruk op het theoretisch verkeersonderwijs. Verkeerskunsten onderscheidt zich nadrukkelijk van deze methodes, doordat het alleen een programma omvat voor de praktische verkeerslessen op het schoolplein en rondom de school. Met behulp van het activiteitenoverzicht kan de juiste praktische les gekozen worden, als vervolg op de theoretische les in de klas uit een reguliere verkeersmethode. Door gebruik te maken van Verkeerskunsten in combinatie met een theoretische verkeersmethode, voldoet de school optimaal aan de invulling van verkeerseducatie.
Inhoud Opbouw Verkeerskunsten bestaat uit vier mappen voor de leerjaren 1/2, 3/4, 5/6 en 7/8. Elke map kent dezelfde opbouw, namelijk: handleiding overzicht van de oefenstof praktijklessen extra activiteiten (alleen bij de leerjaren 5/6 en 7/8) bijlagen certificaten. De activiteiten in Verkeerskunsten zijn ingedeeld aan de hand van drie hoofdthema's: Lopen en oversteken, met activiteiten zoals het lopen op de stoep, het lopen in de groep en de verschillende oversteeksituaties (groep 1 t/m 4); Fietskunsten, met activiteiten om de basisvaardigheden van het fietsen te oefenen (groep 1 t/m 8); Fietskunsten in het verkeer, met activiteiten om het deelnemen van de kinderen aan het echte verkeer als fietser te oefenen (groep 5 t/m 8).
Praktijklessen In het onderdeel praktijklessen vindt u de gelamineerde leskaarten (A4-formaat). De leskaarten zijn eenvoudig van opzet en volgens een vaste structuur opgebouwd. Allereerst staat op de leskaart beschreven welke materialen er nodig zijn en welke deelvaardigheden geoefend worden. Naast een uitgebreide beschrijving van de oefening zijn op de leskaart ook de aandachtspunten bij het uitvoeren van de oefening vermeld. In veel gevallen worden ook suggesties gedaan voor differentiatie. Op de achterkant van de leskaart is de plattegrond van het parcours vergroot weergegeven, waarbij een raster is opgenomen met vakken van 1x1 meter. Hierdoor kan de oefening eenvoudig met de juiste afmetingen op het plein worden uitgezet. Bij de opbouw van de lessen is er voor gekozen om de moeilijkheidsgraad op te laten lopen. De parcoursen worden in de hogere groepen uitgebreid met nieuwe vaardigheden die passen bij de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van de leerlingen. Extra activiteiten Naast de praktiijklessen kan er bij de groepen 5 t/m 8 ook gekozen worden uit extra activiteiten. Deze activiteiten hebben een andere opbouw dan de lessen op het plein of op straat, maar zijn wel praktisch en worden veelal buiten uitgevoerd in het echte verkeer. Materialen In aanvulling op Verkeerskunsten zal een materialenbox gemaakt worden, waarin alle materialen zitten om de activiteiten van Verkeerskunsten uit te kunnen voeren. Zolang deze materialenbox nog niet beschikbaar is, kan het handig zijn om zelf de materialen aan te schaffen. Meer informatie Voor meer informatie over de inhoud van Verkeerskunsten kunt u het ROV Zuid-Holland bereiken via
[email protected] of 079-3300601. Voor vragen over de kosten en bestelmogelijkheden van Verkeerskunsten kunt u mailen naar
[email protected].
4. Interessante WEB-sites:
www.schoolopseef.nl
(site met alle informatie over verkeersveiligheid en educatie voor scholen in Z-H)
www.vvn.nl
(site met allerlei informatie over verkeersveiligheidseducatie, incl. uitgebreide WEB-winkel)
www.veilig-op-weg.nl
(dè site over “de dode hoek”)
www.rovzuidholland.nl
(de algemene site van het ROV)
www.rovutrecht.nl
(o.a.voor downloaden “de schoolspits” en “spitsuur”)