B16 Verkeerseducatie Voortgezet! - Inzicht in de succes- en faalfactoren bij structurele inbedding van verkeerseducatie in het voortgezet onderwijs
Nynke van der Kallen (DTV Consultants) Lisette de Wildt (DTV Consultants) Sander Buningh (DTV Consultants)
Samenvatting Verkeer is doodsoorzaak nummer één onder jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 18 jaar. Het is daarom van groot belang om verkeersveiligheid onder de aandacht te brengen bij jongeren in deze leeftijdsgroep. In principe is deze groep eenvoudig te bereiken via het voortgezet onderwijs (VO). Echter; verkeerseducatie is na de basisschool niet langer verplicht en roosters zitten vaak vol met verplichte onderdelen. Voor scholen maakt dit het lastig om verkeerseducatie in te bedden. DTV Consultants heeft de afgelopen twee jaar praktijkonderzoek gedaan naar verkeerseducatie voor de doelgroep “voortgezet onderwijs”. Graag delen wij onze succes- en faalfactoren voor een structurele inbedding van verkeerseducatie met de bezoekers van het Nationale Verkeerskundecongres. De succes- en faalfactoren hebben betrekking op het werven van scholen, de begeleidingsstructuur, het inhoudelijke aanbod, het uitvoeren van een actie en de financiering. Trefwoorden Verkeerseducatie, voortgezet onderwijs, verkeersveiligheid, jongeren, duurzaamheid.
1
1. Introductie Verkeer is nog steeds doodsoorzaak nummer één onder jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 18 jaar. De laatste decennia is het percentage van verkeersslachtoffers ten op zichte van de totale sterfgevallen onder deze leeftijdsgroep teruggedrongen, van 45 procent in de jaren ’70 tot 25 procent in 2008, zie afbeelding 1.1 (Bron: CBS, 2009). Echter met 59 verkeersdoden in de leeftijdsgroep 12 t/m 18 jaar in 2009 en een veelvoud aan gevallen waarbij het net goed ging, blijft het belangrijk om deze doelgroep goede verkeerseducatie te geven.
Afbeelding 1.1
Percentage van totale sterfte onder jongeren van 10 t/m 25 jaar voor vier oorzaken, periode 1969-2008; Bron: CBS, 2009
In de grote steden is er een grote groep jongeren die niet fietst en de scholen geven aan dat 30 tot 50 procent van de jongeren die wel fietst, onveilig fietst. Wij zijn ervan overtuigd dat permanente verkeerseducatie, dus ook verkeerseducatie op het voortgezet onderwijs, een belangrijke bijdrage kan leveren aan het verbeteren van de verkeersveiligheid. De praktijk leert dat er op het voortgezet onderwijs nauwelijks tot geen aandacht is voor verkeerseducatie. Tevens is er op veel scholen geen tijd en ruimte voor extra lessen, vanwege de verplichte onderdelen. Het primaire proces, onderwijs verzorgen, gaat altijd voor. Hierdoor is het lastig om scholen zover te krijgen verkeerseducatie structureel in te bedden. DTV Consultants heeft de afgelopen twee jaar praktijkonderzoek gedaan naar verkeerseducatie voor de doelgroep “voortgezet onderwijs”. Graag delen wij onze ondervonden succes- en faalfactoren voor een structurele inbedding van verkeerseducatie met de bezoekers van het Nationale Verkeerskundecongres.
2
2. Onze visie op een succesvolle aanpak Jongeren nemen niet zomaar klakkeloos iets aan. Een gedegen aanpak, die naadloos aansluit op de belevingswereld van die jongeren, is daarom essentieel voor succesvolle verkeerseducatie. Via extrinsieke maar vooral ook intrinsieke motivatie kom je tot de gewenste gedragsverandering bij deze weggebruiker van de toekomst en lever je een positieve bijdrage aan de verkeersveiligheid en in veel gevallen ook aan duurzaamheid, gezondheid en andere maatschappelijke vraagstukken. Na een korte beschrijving van vier succesvolle praktijkvoorbeelden in het volgende hoofdstuk, volgen de belangrijkste succes- en faalfactoren in hoofdstuk 4.
3
3. Praktijkervaring met voortgezet onderwijs Ride2scool – gemeente Rotterdam DTV Consultants heeft in opdracht van de gemeente Rotterdam het project Ride2Scool verzorgd. Eén van de knelpunten was dat in sommige deelnemende klassen nog geen 10% van de leerlingen een fiets heeft. Daarom zijn fietsen geregeld voor deelnemende scholen, zodat leerlingen een fiets in bruikleen konden krijgen. Door middel van een fietscomputertje zijn de gefietste kilometers geregistreerd en gingen leerlingen tussen verschillende scholen en met elkaar de competitie aan. Door jongeren zelf te laten ervaren hoe snel, goedkoop Afbeelding 2.1: Prijsuitreiking Ride2scool of gezellig fietsen kan zijn, kunnen ze na afloop zelf een bewuste afweging en keuze maken. Dit wordt gecombineerd met aansprekende lesactiviteiten, zoals een bezoek van een spectaculair fietsstuntteam of lessen verkeersveiligheid, fietsonderhoud en fietsen maken. De scholen maken in samenspraak met DTV Consultants een keuze. Per school worden één populaire jongen en één populair meisje dé gezichten op de bijbehorende postercampagne, die op en rond school te zien is. Feiten en cijfers • 91% van de kinderen op het vwo fietst, tegenover 29% van de kinderen op het vmbo. • 500 brugklassers hebben deelgenomen; • samen hebben zij maar liefst 54.000 kilometers gefietst in een maand, een enorme vooruitgang ten opzichte van de situatie vóór het project. Pilot ‘Proeftuin VO’ – Provincie Noord-Brabant De afgelopen jaren is in heel Nederland veel moeite gedaan om verkeerseducatie een volwaardige plaats te geven in het voortgezet onderwijs. Zo zijn verschillende projecten en lesmodules in het land ontwikkeld en uitgeprobeerd. Toch blijft het tot op heden zoeken naar een optimale invulling met het gewenste effect. DTV Consultants heeft in opdracht van de provincie Noord-Brabant aan de hand van de pilot ‘Proeftuin VO’ een ultieme inspanning gedaan om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen en tot daadwerkelijke uitvoering van verkeerseducatieve projecten te komen.
Afbeelding 2.2: Jongeren in het verkeer Proeftuin VO
Gedurende de pilotfase heeft DTV Consultants scholen geënthousiasmeerd voor toepassing en inroostering van verschillende modules en scholen begeleid om zelf lessen te ontwikkelen. Tijdens de pilot is gebleken hoe groot de diversiteit tussen de scholen is. Behalve verschil in opleidings-niveau en type leerling, heeft elke school een eigen visie, cultuur, werkwijze en benadering van haar docenten en leerlingen. Scholen hebben duidelijk behoefte aan een programma dat aansluit op hun specifieke schoolsituatie en het niveau van de leerlingen. Daarom is vanuit de wensen en behoeften van de scholen een op maat gemaakt Educatieprogramma per school opgesteld. 4
Feiten en cijfers • 15 middelbare scholen hebben meegedaan; • Module school-thuisroute meest populair; • 37 lessen door de deelnemende scholen ontwikkeld; • 18 lessen van bestaande aanbieders ingezet. TotallyTraffic – Stadsregio Rotterdam Sinds begin 2010 is DTV Consultants door de Stadsregio Rotterdam aangesteld als coördinator voor TotallyTraffic. TotallyTraffic is een programma, ontwikkeld door het Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid ZuidHolland, met een groot aantal producten en activiteiten voor verkeerseducatie in het voortgezet onderwijs. Door middel van humor, (inter)actie, discussie, reflectie en het opdoen van praktische ervaring, maken jongeren kennis met verkeersveiligheid. De belangrijkste taken in dit project bestaan uit het werven van scholen, het adviseren van scholen bij het toepassen van maatwerk en het regionaal promoten van TotallyTraffic. Met Totally Traffic wil de Stadsregio bereiken dat middelbare Afbeelding 2.3 Fietslessen scholen structureel aandacht besteden aan verkeerseducatie. TotallyTraffic Om dit te realiseren, wordt Totally Traffic de komende drie jaar voor 100% gefinancierd door de Stadsregio Rotterdam. Ondertussen wordt de regiogemeenten gevraagd verkeerseducatie op te nemen in hun gemeentelijk beleid, want na drie jaar wordt de standaard subsidieregeling van toepassing, waarbij de gemeente en de Stadsregio ieder 50% bijdragen aan de uitvoering van verkeerseducatie. Het succes van TotallyTraffic is gelegen in de persoonlijke benaderingswijze richting de scholen, het aansprekende programma en het feit dat de Stadsregio Rotterdam het de scholen mogelijk maakt het programma kosteloos in te zetten. Inmiddels zijn in de eerste helft van 2010 al zestien enthousiaste scholen met TotallyTraffic gestart. Ook op deze scholen is maatwerk de sleutel. Voor elke school wordt op basis van een gesprek op locatie een passend programma samengesteld. Feiten en cijfers • 22 middelbare scholen doen in 2010 mee aan TotallyTraffic in de Stadsregio Rotterdam; • Veel interesse van het praktijkonderwijs; • 13 kant en klare modules.
5
ECO-TRIPPER – Europese Commissie (co-financier gemeente Rotterdam) DTV Consultants voert binnen het Europese project CONNECT twee projecten uit. Het doel van CONNECT is het stimuleren van duurzame mobiliteit onder jongeren. DTV Consultants richt zich op zowel het basisonderwijs als middelbaar onderwijs. Voor basisscholen is het succesvolle project de Verkeersslang uitgerold over de negen deelnemende landen. De Verkeersslang is een spel voor basisscholen om kinderen en ouders om meer naar school te lopen of te fietsen. De succesvolle ervaringen uit Nederland blijken ook in andere landen aan te slaan. Voor het middelbaar onderwijs is het geheel nieuwe project ECO-TRIPPER ontwikkeld. Het project bestaat uit drie Afbeelding 2.4 Poster verschillenden onderdelen. Ten eerste een debat, zodat ECO-TRIPPER jongeren hun mening kunnen vormen over duurzame mobiliteit. Vervolgens moeten de jongeren een korte film maken, waarin ze andere leerlingen overtuigen van het belang van duurzame mobiliteit. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het peer-to-peer principe. De beste films van de scholen strijden voor de nationale titel. De beste films van de negen deelnemende landen voor de Europese titel. Tot slot is er een nog een actieweek waarin de leerlingen zoveel mogelijk naar school fietsen of lopen. Tijdens de week kan de school extra activiteiten oppakken, zoals bijvoorbeeld een praktische verkeersles. Feiten en cijfers • 9 landen, 66 middelbare scholen en 12.800 leerlingen hebben deelgenomen; • 80 korte filmpjes geproduceerd door leerlingen; • 4 procent meer duurzame verplaatsingen gerealiseerd.
6
4. Succes- en faalfactoren Met het praktijkonderzoek naar verkeerseducatie voor de doelgroep ‘voortgezet onderwijs’ is veel inzicht verkregen in succes- en faalfactoren voor structurele inbedding van verkeerseducatie in het voortgezet onderwijs. De succes- en faalfactoren zijn omgekeerd evenredig aan elkaar, daarom worden enkel de succesfactoren beschreven. Indien hierin wordt gefaald, is het een faalfactor. Afbeelding 3.1 geeft de succesfactoren aan voor succesvolle implementatie van verkeerseducatie op het voortgezet onderwijs.
Afbeelding 3.1:Succesfactoren voor een succesvolle implementatie van verkeerseducatie
Aansluiten op belevingswereld jongeren Aansluiten bij de belevingswereld van jongeren is volgens DTV Consultants essentieel om jongeren in het voortgezet onderwijs tot verkeersveiliger of duurzamer gedrag te bewegen. Met name omdat jongeren vaak wel op de hoogte zijn van de verkeersregels, maar het (groeps)gedrag bij deze doelgroep voor de meeste verkeersonveiligheid zorgt. In Rotterdam is aangesloten bij de Tour de France 2010 die startte met de proloog in Rotterdam. Hierop is in het project Ride2scool aangehaakt met een virtueel parcours van de Tour de France en een stuntteam. Binnen Ride2scool is ook gewerkt met rolmodellen. Een populaire jongen en populair meisje van de deelnemende school vormen samen het gezicht van de campagne op
7
deze school. Tegenwoordig is er veel aansprekend lesmateriaal beschikbaar, denk aan externe aanbieders, die praktische interactieve lessen verzorgen en de taal van de jongeren spreken. Draagvlak directie en docenten Voor het slagen van verkeerseducatie in het voortgezet onderwijs is het van groot belang dat het management van de school en de docenten hier achter staan. Als zij niet overtuigd zijn van het belang van verkeerseducatie op hun school, komt het niet van de grond en wordt het niet uitgevoerd. In eerste instantie dient de directie van een school te worden overtuigd van deelname. Bij alle projecten is gebleken dat na verschillende contactmomenten, waarbij veel tijd is geïnvesteerd in het opstellen van een compleet op maat gemaakt programma, een school alsnog kan besluiten niet mee te willen doen. In alle gevallen was de reden hiervoor dat het management niet achter de deelname stond, bijvoorbeeld omdat ze vindt dat verkeerseducatie de verantwoordelijkheid van ouders is. Maatwerk Voor een succesvolle inbedding van verkeerseducatie op het voortgezet onderwijs is een aansprekend aanbod gericht op gedragsverandering voor verschillende doelgroepen essentieel. Wat voor vmbo-leerlingen erg geschikt is, kan bij vwo-leerlingen bijvoorbeeld volledig de plank misslaan. Er is behoefte aan kant en klare lessuggesties: programma’s die makkelijk zijn in te passen in lessen of projecten. Lessen die door eigen docenten moeten worden gegeven, moeten eenvoudig aan te passen zijn, zodat zij aansluiten bij de persoonlijke stijlen van docenten. Alle lessen moeten af te stemmen zijn op het niveau van de leerlingen en een programma moet passen binnen de beschikbare tijd en begroting van de scholen. Met andere woorden: het aanbod moet niet te star zijn, maar zodanig flexibel zijn dat eenvoudig maatwerk kan worden toegepast. Bij Ride2scool is gewerkt met een basispakket. De enthousiaste scholen kunnen de actie uitbreiden met extra verkeerslessen. Inbedden in het curriculum Het is belangrijk om de scholen voor het einde van het schooljaar te benaderen voor verkeerseducatie op hun school, zodat zij deze lessen kunnen inbedden in het curriculum voor het komende schooljaar. Hierdoor neemt de kans toe dat verkeerseducatie een structurele plaats binnen het lesaanbod van de school krijgt. Gemiddeld is er bij de middelbare scholen ruimte voor vier à acht lesuren verkeerseducatie per leerjaar. Financiële middelen Uit de pilot in Brabant blijkt dat scholen niet willen werken met dure aanbieders. Scholen hebben binnen de pilot zelf lessen ontwikkeld en deze beschreven in een breed inzetbare docentenhandleiding. Met de opbrengst van de pilot kunnen scholen in tijden van bezuinigingen op een kwalitatief goede manier aandacht besteden aan verkeerseducatie, zonder daarbij in alle gevallen afhankelijk te zijn van bijvoorbeeld gastdocenten. TotallyTraffic werkt daarentegen met een combinatie van gastdocenten en eigen docenten, waarbij de nadruk ligt op de inzet van kant en klare lessen gegeven door gastdocenten. Deze aanpak is in de Stadsregio Rotterdam tot op heden erg succesvol, omdat de kosten door de Stadsregio Rotterdam worden betaald. De vraag is of scholen ook mee zouden willen doen aan TotallyTraffic op het moment dat zij zelf een financiële bijdrage moeten leveren. Persoonlijke begeleiding Gedurende alle genoemde projecten is gebleken dat scholen een sterke behoefte hebben aan persoonlijk contact. Dit is van belang bij de werving van de scholen en voor het leveren van maatwerk. Iedere school is uniek. Zorg dan ook voor één contactpersoon per school en houdt regelmatig contact. Het komt voor dat een uitvoerder op de school komt en dat niemand op de 8
school weet dat een project wordt uitgevoerd. Tevens komt het voor dat docenten ziek zijn en lessen uitvallen, waardoor de planning moet worden aangepast, zodat de lessen alsnog worden uitgevoerd. Evaluatie en monitoring Uiteraard is evaluatie en monitoring van belang om verkeerseducatie en acties verder te ontwikkelen. Door evaluaties kunnen de lessen en het lesmateriaal worden verbeterd, zodat deze nog beter aansluiten op de doelgroep. Denk aan het verschil tussen praktijkonderwijs en het vwo. Door monitoring kunnen behaalde resultaten in kaart worden gebracht. Intrinsieke en extrinsieke motivatie Om leerlingen blijvend te motiveren tot gedragsverandering, speelt met name de intrinsieke motivatie een rol. We spreken van extrinsieke motivatie wanneer leerlingen hun gedrag veranderen voor een beloning (goed cijfer, compliment, prijs). We spreken van intrinsieke motivatie wanneer leerlingen ervaren dat de taak op zich een beloning is. Als de beloning wegvalt verdwijnt de gedragsverandering. Intrinsieke motivatie is vaak blijvend, maar ontstaat niet vanzelf. Er is een aantal voorwaarden: • Flow: leerlingen vinden de taak interessant en zijn goed in staat die uit te voeren; zie afbeelding 3.2. • Keuzevrijheid: niet iedereen is hetzelfde, er zijn meerdere keuzes om resultaat te bereiken; • Competitie: samen een doel halen of onderling de strijd aan gaan. Leerlingen die intrinsiek zijn gemotiveerd, onthouden de leerstof beter en hebben een diepere verwerking. Leerlingen die extrinsiek zijn gemotiveerd, richten zich vooral op de toets (learning to the test) en zijn de leerstof sneller vergeten. Binnen verkeerseducatie dienen de genoemde drie peilers voor intrinsieke motivatie in acht te worden genomen, omdat het doel van verkeerseducatie vaak gedragsverandering is. In tabel 3.1 is aangegeven aan welke peilers de projecten voldoen waarbij DTV Consultants betrokken is geweest. Tabel 3.1 Project
Peilers voor intrinsieke motivatie per project Flow Keuzemogelijkheden
Ride2scool Proeftuin VO TotallyTraffic ECO-TRIPPER
++ + + ++
+ + + +
Competitie ++ ++
9
5. Samenvatting succes- en faalfactoren Hier volgt een samenvatting van de belangrijkste factoren die een rol spelen bij een succesvolle structurele inbedding van verkeerseducatie in het voortgezet onderwijs: • •
• •
• • • • •
Overtuig het management van een school van het belang van verkeerseducatie voor de leerlingen; Sluit aan op de belevingswereld van jongeren door: o bijvoorbeeld mee te liften met actuele, voor jongeren aansprekende evenementen; o te werken met rolmodellen; o een aansprekende vormgeving van het lesmateriaal; o de taal van de jongeren te spreken; Zorg voor aansprekend lesaanbod gericht op verschillende doelgroepen; Zorg voor een aanbod met programma’s die eenvoudig aan te passen zijn zodat: o ze aansluiten bij de persoonlijke lesstijl van docenten; o ze af te stemmen zijn op het niveau van de leerlingen; o ze passen binnen de beschikbare tijd en begroting van de scholen; Benader de scholen tijdig (periode april/mei), zodat inbedding in het curriculum van het daarop volgende schooljaar nog mogelijk is; Houdt de financiële bijdrage van scholen zo laag mogelijk; Zorg voor vaste contactpersonen per school; Houdt regelmatig persoonlijk contact met de scholen; Zorg voor voldoende intrinsieke motivatie, door rekening te houden met flow, keuzemogelijkheden en competitie.
10