veri|sse CIE
www.overijssel.nl Postadres
Provinciale Staten van Overijssel
Provincie Overijssel Postbus 10078 8000GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 75 20
Uw kenmerk PS/2006/14
Uw brief
Ons kenmerk ZC/2006/74
Bijlagen
Doorkiesnummer 425 12 40
Inlichtingen bij hr. H. van Veluwen
Datum 16 01 2006
Onderwerp
Toezending Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg Overijssel 2006.
Ter voldoening aan artikel 32 van de Wet op de jeugdzorg hebben wij op 12 december 2005 onder kenmerk ZC/2005/4456 het Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg Overijssel 2006 vastgesteld. Dit programma is verzonden naar het Rijk, de Overijsselse gemeenten (en de gemeente Hattem) en de door ons te subsidieren jeugdzorginstellingen en andere relevante partners. Zoals u eerder is toegezegd ontvangt u dit Uitvoeringsprogramma ter informatie. Dit stuk is in het StatenlnformatieSysteem opgenomen onder nummer PS/2006/14. De in dit Uitvoeringsprogramma opgenomen beleidsvoornemens en activiteiten passen binnen het door u op 8 december 2004 vastgestelde Beleidskader Jeugdzorg Overijssel 2005-2008 en zijn een verdere concretisering van de vier speerpunten van beleid, te weten: * de bestrijding van de wachtlijsten, * verbetering van de aansluiting tussen het gemeentelijke jeugdbeleid en de provinciate jeugdzorg, * de aanpak van jeugdcriminaliteit en * het inbedden van vraagsturing in de jeugdzorg. Daarnaast zal in 2006 veel aandacht worden gegeven aan de intersectorale samenwerking. Het gaat daarbij om de afstemming van beleid en geldstromen op het terrein van de geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen, de zorg voor licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen (beide AWBZ-bekostigd) en de JJI (via Justitie).
Bij correspondence graag ons kenmerk vermelden.
RABO Zwolle 3973.41.121
Tijdens de renovatie van het provinciehuis is een deel van de organisatie gehuisvest op kantoorlocatie Rechterland 1 te Zwolle. Zie voor meer informatie www.overijssel.nl.
Bezoekadres Luttenbergstraat 2 Zwolle Rechterland 1 Zwolle
Belangrijke aanvullingen op het eerdergenoemde Beleidskader Jeugdzorg Overijssel 2005-2008 betreffen twee budgettaire wijzigingen. Als eerste die als gevolg van de gebiedsaanpassing rond Deventer. Wij hebben namelijk met de provincie Gelderland overeenstemming bereikt over een overdracht van Gelderland naar Overijssel per 1 januari 2006 van een doeluitkering zorgaanbod van € 3.150.000,-- en een doeluitkering bureau jeugdzorg van € 350.000,—. Naar aanleiding van ons gezamenlijke schriftelijke verzoek heeft het rijk deze aanpassing structureel verwerkt in de doeluitkeringen jeugdzorg 2006. Op grond van de uitkomsten van bestuurlijk overleg met de provincie Gelderland hebben wij -uit oogpunt van continuiteit voor clienten en instellingen - besloten het bestaande Gelderse aanbod in Deventer (GSJ Lindenhout, KIJ/Latijnse School en Pactum) per 1 januari 2006 over te nemen en 2006 te gebruiken voor nadere bepaling van de gewenste situatie per 2007. Deze overdracht van de doeluitkering van totaal € 3,5 miljoen aan Overijssel betekent, dat wij met ingang van 2005 geen recht hebben op de extra rijksmiddelen uit het Hoofdlijnenakkoord, geoormerkt voor de bestrijding van de wachtlijsten. In IPO-verband zijn afspraken gemaakt dat deze middelen alleen verdeeld worden over de provincies die onder het landelijk gemiddelde bedrag per jeugdige zitten (destijds doorVolksgezondheid,Welzijn, en Sport(VWS) berekend op € 147,55) om zo de achterstanden van de overige provincies ten opzichte van dit landelijk gemiddelde grotendeels in te lopen. Na overheveling van de doeluitkering door Gelderland komen wij - net als de provincie Limburg - boven dit gemiddelde uit. Als ons aandeel in deze extra middelen had u in het Beleidskader Jeugdzorg voor 2006 € 1,3 miljoen en voor 2007 en volgend € 137 miljoen ingeboekt. Het wegvallen van dit budget betekent dat de projecten wachtlijstbestrijding 2004 en 2005 niet in de bestaande vorm kunnen worden voortgezet. Mede gezien de verwachte effecten op de wachtlijsten van de door u vanuit het Actiefonds c.q. de Begroting beschikbaar gestelde extra budgetten voor crisisaanpak (2005: € 1.300.000), preventie (2006 € 375.000 en 2007: € 325.000) en het Noodplan ASS (2005-2007: € 2.000.000) handhaven wij voor 2006 de ambities zoals geformuleerd in het Beleidskader Jeugdzorg Overijssel 2005-2008. Voor wat betreft het aan Gelderland door te betalen bedrag aan extra middelen hoofdlijnenakkoord 2005 (€ 0,8 miljoen) hebben wij afgesproken dit in drie gelijke termijnen uit te betalen in de jaren 2006, 2007 en 2008. Een tweede budgettaire wijziging betreft de verhoging van de doeluitkering zorgaanbod. Omdat het kabinet vindt dat de jeugdzorg op tijd en op maat moet zijn, is met ingang van 2006 landelijk structureel € 33 miljoen extra uitgetrokken. Dit bedrag is beschikbaar gekomen als reactie op de toename van het aantal uithuisplaatsingen. Hoeveel het aandeel van Overijssel hierin bedraagt was op het moment van vaststelling van het Uitvoeringsprogramma nog niet duidelijk. Deze middelen en hiermee te subsidieren activiteiten zijn daarom nog niet opgenomen in dit Uitvoeringsprogramma. Op 2 januari 2006 vernamen wij van het ministerie van VWS dat het gaat om een bedrag van € 839.000. Onze besluitvorming over de besteding van dit bedrag volgt op korte termijn. Het concept van het Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg is als bijlage opgenomen in het Uitvoeringsprogramma Sociale Actie 2006, dat wij op 20 September 2005 onder kenmerk ZC/2005/3191 hebben vastgesteld en u door de griffie op 24 november 2005 onder kenmerk PS/2005/1067 is toegestuurd. Dit concept Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg is in oktober/november 2005 door Bureau Jeugdzorg Overijssel en de betrokken zorgaanbieders van commentaar voorzien en op 11 november 2005 met vertegenwoordigers van de ministeries van VWS en Justitie besproken. Hun readies zijn verwerkt in het programma en hebben niet geleid tot inhoudelijke wijzigingen in het programma, in een aantal gevallen wel tot verduidelijking, aanvulling of correctie. De bijlagen bij het concept bleken een aantal onvolkomenheden te bevatten (zoals abusievelijk niet gei'ndexeerde tarieven, een niet geactualiseerd overzicht van het zorgaanbod). Deze onvolkomenheden zijn in de bijlagen van het definitieve Uitvoeringsprogramma gecorrigeerd. Hierbij is het door het Rijk voorgeschreven format gehanteerd.
Gedeputeerde Staten van Overijssel,
vooratter,
secretaris,
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
Provincie Overijssel
december 2005
Colofon
Datum
12 december 2005 Fotografie/Illustraties Project/ kenmerk ZC 2005/4456 Inlichtingen bij
de heer H. van Veluwen Zorg en Cultuur Adresgegevens
Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 12 40 Fax 038 425 26 50 www.overijssel.nl jeugdzorg @prv-overijssel. n I
Inhoudsopgave
1
Beleidskader Jeugdzorg Overijssel 2005-2008 en budgettaire wijziging
7
2
Ontwikkelingen Wet op de Jeugdzorg
9
3
Ontwikkeling van de vraag naar jeugdzorg
11
4
Toegang via bureau jeugdzorg
13
5
Jeugdreclassering en jeugdbescherming
14
6
Advies- en Meldpunt Kindermishandeling
15
7
Wachtlijstbestrijding
17
8
Zorgaanbod op maat
23
9
Accommodatiebeleid
25
10
Kwaliteits- en clientenbeleid
26
11
Beleidsinformatie
27
12
Financien en subsidieregels
29
13 13.1 13.2 13.3 13.4 13.5 13.6 13.7
Bijlagen Bijiage 1 Geraamde beschikbare bedragen (in € 1.000) Bijiage 2 Geraamde bestedingen (in € 1.000) Bijiage 3 Overzicht tarieven 2006 Bijiage 4 Format bijiage ministeriele regeling jeugdzorg WJZ artikel 32 lid 2 sub b Bijiage 5 Format bijiage ministeriele regeling jeugdzorg WJZ artikel 32 lid 2 sub c Bijiage 6 Afkortingenlijst Bijiage 7 Geraamde activiteiten 2006 per instelling
31 32 33 34 35 36 37 38
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
Inleiding Voor u ligt het Uitvoeringsprogramma jeugdzorg 2006 van de provincie Overijssel. De grote lijnen van ons beleid op het terrein van de jeugdzorg staan in het Beleidskader jeugdzorg Overijssel 2005-2008, dat op 8 december 2004 door Provinciale Staten is vastgesteld. In dit Uitvoeringsprogramma zijn de concrete activiteiten opgenomen die we in het jaar 2006 uitvoeren. De Wet op de Jeugdzorg is nu bijna een jaar in werking. De centrale toegang naar de jeugdzorg functioneert en er is een wetteiijk recht op het ontvangen van jeugdzorg. Niet alle veranderingen die uit de wet voortvloeien zijn al gerealiseerd, de komende jaren zullen provincies en rijk de verdere overdracht van bevoegdheden en verantwoordelijkheden naar de provincies gestalte geven. We moeten constateren dat de jeugdzorg sterk in beweging is. De maatschappelijke druk op de sector is groot, diverse schrijnende incidenten versterken dit alleen maar. De vraag naar jeugdzorg neemt toe en ondanks de toegenomen inzet van de Overijsselse zorgaanbieders en Bureau Jeugdzorg Overijssel zijn er nog steeds wachtlijsten. Wij hebben de eerste claims op het wettelijke recht op jeugdzorg inmiddels ontvangen. Het wegwerken van de wachtlijsten blijft onveranderd de belangrijkste doelstelling van ons beleid. Dit doen wij (ook in 2006) op een aantal manieren tegelijk. De meest acute wachtlijstnood pakken we aan door vanuit autonome middelen incidenteel extra zorgaanbod te subsidieren. Recent was dit het geval voor een speciale groep clienten met een autistisch spectrum stoornis en voor crisisgevallen in het algemeen. Wij trekken samen met de gemeenten op om de aansluiting van het gemeentelijk preventieve jeugdbeleid op de provinciale jeugdzorg te verbeteren, om zodoende de instroom in de dure jeugdzorg te beperken. In 2006 starten allerlei projecten onder de vlag van een gezamenlijk Actieprogramma jeugdbeleid-jeugdzorg. Met de zorgaanbieders zijn concrete afspraken gemaakt om te komen tot een efficientere en effectievere manier van werken. Het meer inzetten van het eigen gezin of omgeving van een kind dat zorg nodig heeft ("Eigen Kracht methodiek") is een ontwikkeling die wij steunen. Net als het introduceren van allerlei nieuwe werkmethodes, als de Doorbraakmethode. Dit moet ertoe leiden dat met hetzelfde budget meer kinderen geholpen worden. En dat alles met zo weinig mogelijk bureaucratie. We hebben in 2005 via ons provincieloket een meldpunt geopend, waar iedereen gevallen van onnodige bureaucratie kan melden. Wij werken meer samen met de andere (intersectorale) partners in de jeugdzorg, als instellingen die zorg bieden aan licht verstandelijk gehandicapte kinderen en instellingen in de geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen. We krijgen daardoor een steeds beter zicht op welke zorg in welke hoeveelheden in feite nodig is. Als gevolg van met de provincie Gelderland gemaakte afspraken nemen wij met ingang van 1 januari 2006 de subsidierelatie van deze provincie over met twee Gelderse instellingen die jeugdzorg in Deventer aanbieden, GSJ Lindenhout en KIJ/Latijnse School. In dit verband breiden wij onze al bestaande relatie met Pactum uit.
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
ledereen is het er over eens dat de jeugdzorg in Nederland op maat moet zijn en op tijd moet worden geboden. Daar werken wij in Overijssel met alle partijen hard aan. Dat hiervoor extra geld nodig is, is evident. Het rijk heeft recent aangekondigd voor 2006 landelijk € 33 miljoen extra beschikbaar te stellen. Hoeveel Overijssel hiervan ontvangt is nog niet duidelijk. Dit bedrag en de daarmee te subsidieren activiteiten zijn daarom nog niet opgenomen in dit Uitvoeringsprogramma 2006. De mate van oormerking door het rijk en het recent ontvangen advies van Bureau Jeugdzorg Overijssel over de gewenste samenstelling van het hulpaanbod in Overijssel zijn belangrijke uitgangspunten voor het hierover door ons te nemen besluit. Wij informeren alle betrokken partijen hierover zo spoedig mogelijk. Zwolle, 13 december 2005 Gedeputeerde Staten van Overijssel
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
1
Beleidskader Jeugdzorg Overijssel 2005-2008 en budgettaire wijziging
Het Beleidskader Jeugdzorg heeft 4 hoofdlijnen van beleid: 1) verbetering van de aansluiting tussen het gemeentelijke jeugdbeleid en de provinciaal gefinancierde jeugdzorg; 2) de bestrijding van jeugdcriminaliteit; 3) bestrijding van wachtlijsten in de jeugdzorg en 4) het inrichten van een vraaggestuurd stelsel van jeugdzorg. Met de doelstelling betere aansluiting Jeugdbeleid - Jeugdzorg richten wij ons op de groep jeugdigen in de leeftijd van 0-18 jaar die kampen met ernstige opgroei- en of opvoedproblemen of bij wie deze problemen dreigen. Ervaring leert dat dit ongeveer 20% van de totale groep jeugdigen betreft. Voor Overijssel gaat het om circa 52.000 jeugdigen. Een uitzondering op de leeftijdsgrens van 18 naar 23 jaar geldt voor een aantal bijzondere doelgroepen, bijvoorbeeld zwerfjongeren, allochtone jongeren, (dreigende) voortijdig schoolverlaters en jeugdigen die in hun veiligheid worden bedreigd. Om de keten jeugdbeleid-jeugdzorg echt sluitend te maken is een goede samenwerking nodig tussen gemeenten en provincie. Om dit te bereiken hebben wij eind 2004 met alle Overijsselse gemeenten (en de Gelderse gemeente Hattem) het Convenant Jeugdbeleid Jeugdzorg 2005-2008 afgesloten. Verbetering van samenwerking wordt uitgewerkt in het Actieprogramma Jeugdbeleid Jeugdzorg 2005-2008, waarin concrete acties zijn opgenomen, die inspelen op de aanvullende verantwoordelijkheden van gemeenten en provincie op het snijvlak jeugdbeleid-jeugdzorg. Het rijk heeft met de Netwerkstad Twente en de provincie Overijssel de JONG-overeenkomst afgesloten. In deze overeenkomst - die in lijn loopt met het Convenant jeugdbeleid jeugdzorg en het daarbij horende actieprogramma - is afgesproken, dat de betrokken partijen een jaar lang in de praktijk aan de slag gaan om de samenwerking in de jeugdketen te versterken. Uitgangspunten zijn effectievere samenwerking tussen de instanties die met jongeren te maken hebben en duidelijke afspraken over taakverdeling en regievoering. Voor een verdere uitwerking van de aansluiting jeugdbeleid-jeugdzorg verwijzen wij naar § 3.4 van het Uitvoeringsprogramma Sociale Actie 2006. Deze paragraaf is formeel onderdeel van dit Uitvoeringsprogramma. Onze ambities ten aanzien van de bestrijding van jeugdcriminaliteit staan in het Uitvoeringsprogramma Jeugd en Veiligheid 2004-2007. Met de invoering van de WJZ zijn wij verantwoordelijk voor de jeugdreclassering, die wordt uitgevoerd door Bureau Jeugdzorg Overijssel (BJzO). De inzet van de jeugdreclassering is onder andere gericht op het voorkomen van maatschappelijke uitval en recidive. Om het effect van de begeleiding door de jeugdreclassering zo groot mogelijk te laten zijn, maken wij afspraken met de (grote) gemeenten in Overijssel over een zo sluitend mogelijke overgang van begeleiding door de jeugdreclassering naar de (lokale) voorzieningen, die een rol spelen op het terrein van scholing en arbeid, wonen, vrije tijd, etc. Deze actie is opgenomen in ons Actieprogramma jeugdbeleidjeugdzorg 2005-2008. De bestrijding van wachtlijsten en de inrichting van het stelsel zijn in dit Uitvoeringsprogramma jeugdzorg Overijssel 2006 verder uitgewerkt.
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
De omvang van de budgettaire wijziging van het Provinciaal Beleidskader 2005-2008 en in het bijzonder voor de wachtlijstbestrijding als gevolg van de gebiedsaanpassing is wat ons betreft bekend. Wij hebben met de provincie Gelderland overeenstemming bereikt over een overdracht van Gelderland naar Overijssel per 1 januari 2006 van een doeluitkering zorgaanbod van € 3.150.000 en een doeluitkering bureau jeugdzorg van € 350.000. Gezamenlijk hebben wij het rijk schriftelijk verzocht dit structureel te verwerken in de voor 2006 te verstrekken doeluitkeringen. Deze overdracht van de doeluitkering aan Overijssel betekent, dat wij met ingang van 2005 geen recht hebben op de extra rijksmiddelen uit het Hoofdlijnenakkoord, geoormerkt voor de bestrijding van de wachtlijsten. In IPO-verband zijn afspraken gemaakt dat deze middelen alleen verdeeld worden over de provincies die onder het landelijk gemiddelde bedrag per jeugdige zitten (destijds door VWS berekend op € 147,55) om zo de achterstanden van de overige provincies ten opzichte van dit landelijk gemiddelde grotendeels in te lopen. Na overheveling van de doeluitkering door Gelderland komen wij - net als de provincie Limburg - boven dit gemiddelde uit. Als ons aandeel in deze extra middelen hadden wij in ons Beleidskader jeugdzorg voor 2006 € 1,3 miljoen en voor 2007 e.v. € 1,7 miljoen ingeboekt. Het wegvallen van dit budget betekent dat wij de projecten wachtlijstbestrijding 2004 en 2005 niet in de bestaande vorm kunnen voortzetten. Voor wat betreft het aan Gelderland door te betalen bedrag aan extra middelen hoofdlijnenakkoord 2005 (€ 0,8 miljoen) hebben wij afgesproken dit in drie gelijke termijnen uit te betalen in de jaren 2006, 2007 en 2008. Een andere budgettaire wijziging betreft de verhoging van de doeluitkering zorgaanbod. Omdat het kabinet vindt dat de jeugdzorg op tijd en op maat moet zijn, is met ingang van 2006 landelijk structureel € 33 miljoen extra uitgetrokken. Dit bedrag is beschikbaar gekomen als reactie op de toename van het aantal uithuisplaatsingen. Hoeveel het aandeel van Overijssel hierin wordt is nog niet duidelijk. Deze middelen en hiermee te subsidieren activiteiten zijn daarom nog niet opgenomen in dit Uitvoeringsprogramma. Mede gezien de verwachte effecten op de wachtlijsten van de extra autonome investeringen voor crisisaanpak (2005: € 1.300.000), preventie (2006 € 375.000 en 2007: € 325.000) en het Noodplan ASS (2005-2007: € 2.000.000) handhaven wij voor 2006 de ambities zoals geformuleerd in het Beleidskader Jeugdzorg Overijssel 2005-2008.
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
2
Ontwikkelingen Wet op de Jeugdzorg
Wij zijn, samen met andere provincies, met het rijk nog in gesprek over wijzigingen die betrekking hebben op de overgang van verantwoordelijkheden van zorgkantoren en rijk naar de provincies, te weten: • decentralisatie van landelijk werkende voorzieningen. Voor ons is dat belangrijk omdat het Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering (LHJR) ons gevraagd heeft contactprovincie/subsidient te worden voor een budget van ca € 14 miljoen. In 2005 is een onderzoek naar de financiele situatie van LHJR door een externe accountant afgerond, waaruit geen bijzondere risico's voor de bedrijfsvoering van LHJR bleken. Gesprekken met Justitie over de in een convenant met alle partijen op te nemen inhoudelijke en financiele voorwaarden zijn nog steeds gaande en worden naar verwachting niet eerder dan in 2006 afgerond. • uitbreiding van de provinciale verantwoordelijkheid voor de toegang en zorg 3-LVG medio 2006; decentralisatie van hulp aan civielrechtelijke JJI-clienten per 2012 naar de provincies. Het rijk bereidt een wijziging van de WJZ voor, waarmee per 2007 ook voor deze groep sprake zal zijn van een recht op JJI/jeugdzorg. Hierdoor zal ook opvang in een open of besloten setting mogelijk zijn i.p.v. in een gesloten setting. Het rijk (VWS) is gedurende de overgangsperiode van 2007 tot 2012 aansprakelijk en financier. VWS onderzoekt mogelijkheden van het ontwikkelen en realiseren van een alternatief intersectoraal zorgaanbod voor civielrechtelijk geplaatste jongeren en kan daartoe projecten/experimenten van provincies financieren. In dit perspectief vragen wij BJzO om proactief met betrokken partners een plan te ontwikkelen geent op landelijke ontwikkelingen, waarbij provinciale mogelijkheden en inhoudelijke uitgangspunten worden meegenomen. Wij yinden het belangrijk dat er voor de bewuste doelgroep: o een regionaal aanbod wordt gerealiseerd dichtbij de klant, zodat in adequate samenwerking met diverse partijen efficiente en effectieve trajecten (van preventie tot en met nazorg) te realiseren zijn. o een intersectoraal jeugdzorg aanbod ontstaat. Vooral ook de beoogde doelgroep vraagt om intensieve samenwerking en bundeling van kennis en middelen, niet alleen tussen de sectoren jeugdhulpverlening en JJI, maar ook met de J-LVG en J-GGZ. Verder zijn de volgende ontwikkelingen van belang: het kabinet komt op verzoek van de Tweede kamer medio 2006 met een evaluatie van de WJZ; in 2007 wordt de nieuwe financiering op basis van een landelijke normprijsberekening ingevoerd; er wordt een landelijke monitor en benchmark ontwikkeld; • diverse aandachtspunten komen voort uit landelijke trajecten (Eerste tussenrapportage Jeugdzorgbrigade, Operatic JONG, jeugdbescherming onder de loep, Inspectierapport Savanna); • de WJZ introduceert nieuwe vormen van sturing, waarmee beter recht gedaan wordt aan het principe dat het aanbod moet zijn afgestemd op de vraag (en niet andersom!). Dit vraagt om heldere prestatieafspraken met onze subsidieontvangers, iets dat goed aansluit bij de ontwikkeling van ons nieuwe sturingskader Stroomlijning en sturing. In de lijn van deze
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
ontwikkelingen streven wij in de jeugdzorg naar het vormgeven van een sturingsmodel op basis van sturen op resultaat met voldoende transparantie. De WJZ beoogt een vraaggestuurd stelsel van jeugdzorg. Het volledig invoeren hiervan vergt ook in 2006 (en later) de nodige inspanningen van alle partners in het stelsel van jeugdzorg. In dit verband onderschrijven wij de wens van BJzO dat op termijn in dit Uitvoeringsprogramma een overzicht wordt opgenomen van de jeugdzorg waarvoor BJzO geacht wordt te indiceren en waarover wij de (provinciale) regie voeren. Wij stellen dit in 2006 in ons intersectoraal overleg aan de orde. Zoals in hoofdstuk 1 omschreven hebben wij met Gelderland een akkoord bereikt over de budgettaire gevolgen van de gebiedsaanpassing.
10
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
3
Ontwikkeling van de vraag naar jeugdzorg
Een exogene factor als de toename van de vraag naar jeugdzorg hebben wij uiteraard niet in de hand. En deze vraag naar jeugdzorg neemt - ook in Overijssel - voortdurend toe. Betreurenswaardige incidenten als Savanna zorgen zelfs voor een nog sterkere groei. Aan de door de landelijke Taskforce Wachtlijstbestrijding en de door BJzO aangeleverde beleidsinformatie ontlenen wij de volgende stijging van het aantal aanmeldingen bij BJzO. De rechte lijn geeft de trendmatige stijging weer.
Aantal aanmeldingen BJzO 1000
900 800 700 600 500 400 300 200
1ekw
2002
2e kw 2002
3ekw 2002
4ekw 2002
1ekw
2003
2ekw 2003
3ekw 2003
4ekw 2003
1ekw
2004
2ekw 2004
3ekw 2004
4ekw 2004
1ekw
2005
2ekw 2005
3e kw 2005
Ook de druk op de jeugdbeschermingstaken van BJzO neemt het laatste jaar fors toe, zoals blijkt uit de volgende grafiek:
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
11
Ontwikkeling aantal OTS en (voorlopige) voogdl] Overijssel
1ekw2004
2ekw2004
3ekw2004
4ekw2004
1ekw2005
2ekw2005
De ontwikkeling van de vraag naar het AMK is omschreven in hoofdstuk 6.
12
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
3ekw2005
4
Toegang via bureau jeugdzorg
De rol en taakstelling van het bureau jeugdzorg is tweeledig. Aan de ene kant de aansluitingstaken: taken die zich nadrukkelijk op het preventieve jeugdbeleid van gemeenten richten. Deze worden behandeld in § 3.4 van het Uitvoeringsprogramma Sociale Actie. Aan de andere kant zijn er de toegangstaken: taken gericht op de toeleiding naar gemdiceerde jeugdzorg. Onderdeel hiervan is casemanagement. Voor wat betreft casemanagement in het vrijwillig jeugdhulpverleningskader volgen wij het advies van de Werkgroep casemanagement van eind 2004. Na analyse van de feitelijke situatie in 2005 en een daarop gebaseerd implementatieplan wordt in 2006 vervolg gegeven aan invoering. Hierin wordt de concrete uitwerking van casemanagement opgenomen binnen de jeugd-GGZ, JJI's en J-LVG en de afstemming met overige taken van BJzO t.a.v. jeugdbescherming, crisissituaties en melding door derden. Het aantal door BJzO afgegeven indicatiebesluiten BJzO en de gemiddelde doorlooptijd van het indicatietraject ontwikkelden zich vanaf begin 2004 als in de hieronder opgenomen grafiek weergegeven. De daling van de gemiddelde doorlooptijd is een gunstige ontwikkeling.
aantal indicatiebesluiten »
gemiddelde doorlooptijd in dagen
1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 2004 2004 2004 2004 2005 2005 2005
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
13
5
Jeugdreclassering en jeugdbescherming
Wij hebben een wettelijke taak voor de jeugdreclassering. Wij willen een bijdrage leveren aan het voorkomen en bestrijden van jeugdcriminaliteit en doen dat vanuit de visie dat jeugdzorgproblematiek ten grondslag ligt aan crimineel gedrag door jongeren. Wij steunen daarom de zorg voor jongeren met crimineel gedrag. Dit doen wij o.a. door subsidiering van projecten die bijdragen aan het voorkomen en aanpakken van jeugdcriminaliteit. Vanuit autonome middelen hebben wij hiervoor een bedrag van maximaal € 0,3 mln per jaar gereserveerd voor 2006 en 2007. Wij verwijzen verder naar ons Uitvoeringsprogramma "Jeugd en Veiligheid 2005-2007'. Daarnaast willen wij in het kader van het Actieprogramma jeugdbeleid -jeugdzorg 2005-2008 met betrokken partijen maatregelen treffen die maatschappelijke uitval en recidive helpen voorkomen. BJzO en LHJR zijn uitvoerders van kinderbeschermingsmaatregelen, met name voogdij en gezinsvoogdij in het kader van een ondertoezichtstelling (OTS). Het justitieel beleidsprogramma "Beter beschermd" mikt op een versterking van het bestaande stelsel van jeugdbescherming door stapsgewijze verbetering van de uitvoering en bijstellen van wetten. Het programma heeft twee speerpunten: • verbetering van de jeugdbescherming zelf en verbetering van de omringende zorgvoorzieningen. Het aan betrokkenen uitleggen watje doet en waarom je het doet en het beter weten wat het effect vanjouw activiteiten is, worden gezien als twee hoofdtaken voor de jeugdbescherming. Er zijn tal van verbeteracties aangekondigd, ondeV meer op het gebied van voogdij en OTS. In het kader van het project "Deltaplan Gezinsvoogdij" is in vier (gezins)voogdij-instellingen een nieuwe manier van werken beproefd. Dit project is eind 2004 afgerond. Besloten is tot een verlaging van de caseload van de gezinsvoogdijwerker tot gemiddeld 15 clienten. In combinatie met een verbeterde werkwijze leidt dit tot een meer effectieve uitvoering van de OTS, zo bleek in de landelijke pilots. Een geleidelijke uitrol van deze werkwijze is voorzien voor de periode t/m 2008. Binnen de justitiebegroting is hiervoor landelijk een bedrag beschikbaar gesteld oplopend naar € 14 miljoen. De huidige caseload van Overijsselse gezinsvoogden van 21 clienten zal, parallel aan de invoering van een veranderde werkwijze, worden teruggebracht naar het beoogde gemiddelde van 15 clienten.
14
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
Advies- en Meldpunt Kindermishandeling
Een overzicht van de productie per kwartaal van het AMK in Overijssel luidt als volgt:
1'kwart 2004
2*kwart 2094
3*kwart 2004
4«kwart 2064
Mowaft 206$
2'kwart 2005
3«kwart 2005
400
427
311
387
400
458
283
78
94
51
84
63
83
47
Onderzoeken
137
182
146
149
129
203
187
TOTAAL
615
703
508
620
592
744
517
Productie per kwartaal
Adviezen Consulten
De trendmatige stijging van het aantal onderzoeken is een gevolg van het toenemende aantal meldingen. De publiciteit rond het meisje Savanna heeft hierbij waarschijnlijk een rol gespeeld. Deze productie van het AMK heeft betrekking op de volgende aantallen jeugdigen:
aw
4«kwart 2004
1ckwart 2005
2ekwart 2005
3-kwart 2005
705
493
679
656
735
669
145
174
108
163
123
161
83
223
251
253
250
262
343
333
3*kwart
2004
2*kwart 2004
Adviezen
702
Consulten Onderzoeken
Aantal jeugdigen per kwartaal
TOTAAL
\«*w£
1.070
1.130
854
1.092
1.041
1.239
1.085
Ook hier herkennen we de trendmatige stijging van het aantal jeugdigen, dat in een onderzoek van het AMK wordt betrokken. Om aan deze stijgende vraag te kunnen voldoen heeft het AMK extra personeel in dienst genomen. Dit nieuwe personeel is niet direct volledig productief, maar moet worden ingewerkt. Dit heeft ook een improductief effect op de ervaren medewerkers. Ondanks de fors toegenomen productie is de wachtlijst voor niet-crisissituaties door de stijgende vraag, in combinatie met de incidenteel mindere productiviteit, iets toegenomen, zoals uit de volgende tabel blijkt:
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
15
Wachtlijst AMK
1'kwart
2^kwart
3^kwart
4^kwart
1*kwart
2^kwart
3^kwart
2004
2004
2004
2004
2005
2005
2005
80
39
36
0
25
30
49
= mlv.2005:Aantalwachtendertop onderzoek>5dagenper kwartaaleinde Aantal
Deze situatie is een momentopname. Wij maken ons niet ongerust maar volgen de ontwikkelingen elk kwartaal nauwkeurig. Medio november 2005 bedroeg de wachtlijst circa 10 gevallen. Met het AMK is de prestatieafspraak gemaakt dat de wachtlijst eind 2005 nihil bedraagt. Meldingen waarbij sprake is van een crisissituatie worden in alle gevallen onmiddellijk in onderzoek genomen. Hiervoor bestaat dus geen wachtlijstkort. Uit de door alle provincies aangeleverde informatie heeft het rijk geconstateerd dat de landelijke groei van het aantal adviezen en meldingen de belangrijkste oorzaak is van de huidige wachtlijsten bij de AMK's. In deze groei zit een extra stijging na de themaweek over kindermishandeling in november 2004. Om deze piek in de vraag bij de AMK's weg te werken heeft het kabinet medio 2005 een incidenteel bedrag van € 6 miljoen beschikbaar gesteld. Ons aandeel hierin (€ 403.000) hebben wij voor een deel (€ 73.000) toegevoegd aan de prestatiesubsidie 2005 van BJzO/AMK en voor het resterende deel (€ 330.0000) doorgeschoven naar 2006. Hierbij hebben wij afgesproken dat het totaal incidenteel voor het AMK beschikbare bedrag in 2005 en 2006 besteed zal worden aan: • (tijdelijke) capaciteit bij het AMK, en/of als flexbudget voor aan kindermishandeling gerelateerde crisisinterventie en/of * voor training van BJzO-medewerkers in het AMK-werk. Met behulp van het extra budget 2005/2006 zal de wachtlijst eind 2005 en eind 2006 nihil moeten zijn en zal de gemiddelde doorlooptijd van een onderzoek verder moeten dalen. Uit onderstaande tabel blijkt dat ondanks de forse toename van de vraag naar het AMK deze doorlooptijd afneemt, maar wat ons betreft nog onvoldoende.
Gemiddelde doorlooptijd AMK (in werkdagen)
Van melding tot aanvang onderzoek Van melding tot einde onderzoek
1ekw 2004
*** 2004
3'kw 2004
4*fcw 2604
1ekw 2005
2*kw 2005
3^kw 2005
44
27
24
21
19
29
21
109
87
94
82
75
77
105
"
De ambitie van het AMK is de doorlooptijd terug te brengen naar maximaal 35 dagen. Hiervoor is de Doorbraakmethode ingezet, waarvan de eerste resultaten erg hoopgevend zijn.
16
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
7
Wachtlijstbestrijding
De in hoofdstuk 3 getoonde toename van de vraag naar jeugdzorg zorgt bij een gelijkblijvend volume van jeugdzorgaanbod onvermijdelijk voor stijgende wachtlijsten. Het tijdelijk subsidieren van uitbreiding van het hulpaanbod biedt slechts tijdelijk soelaas. Onze inspanningen zijn daarom meer gericht op het vinden van structured oplossingen van het wachtlijstprobleem. Wij proberen de instroom in de provinciaal gefinancierde jeugdzorg te beperken met de verbetering van de aansluiting tussen het gemeentelijke jeugdbeleid en de provinciaal gefinancierde jeugdzorg. Voor de preventieve activiteiten zijn gemeenten onze belangrijkste partners. Zoals in hoofdstuk 1 beschreven hebben wij eind 2004 het Convenant Jeugdbeleid Jeugdzorg 2005 t/m 2008 afgesloten met alle Overijsselse gemeenten en de gemeente Hattem. Begin 2006 ondertekenen wij samen met de gemeenten het bijbehorende Actieprogramma. Voor onze plannen en activiteiten verwijzen wij naar § 3.4 (Betere aansluiting jeugdbeleid-jeugdzorg) van het Uitvoeringsprogramma Sociale Actie 2006. In 2005 hebben Provinciale Staten aan deze preventie een eenmalige financiele impuls gegeven van € 700.000 die in 2006 en 2007 tot subsidising van projecten zal leiden (voor resp. € 375.000 en € 325.000). Daarnaast richt onze inspanning zich op het doen realiseren van meer en effectiever behandelde clienten binnen hetzelfde budget. Wij willen dit bereiken door in de eerste plaats de nadruk te leggen op hulp in de thuissituatie, eventueel met gebruik van de Eigen Kracht Conferenties, zodat de kracht van de jeugdige en directe omgeving beter ingezet kan worden. Wij hebben voor 2006 en later jaarlijks € 214.000 gereserveerd voor het faciliteren van Eigen Kracht Conferenties. Hiermee komt met nadruk de verantwoordelijkheid te liggen bij de ouders/verzorgers voor de opvoeding van hun kinderen. Pas als uiterste mogelijkheid, maar zo nodig direct, dient sprake te zijn van uit het gezin halen van de jeugdige en het bieden van residentiele zorg. Wij stimuleren daarom het bieden van verantwoorde ambulante en deeltijdhulp. En als er al sprake moet zijn van hulp buiten de gezinssituatie dan bij voorkeur zorg in een daarop gelijkende situatie, d.w.z. pleegzorg. Onze doelstelling dat met hetzelfde budget meer hulp geboden wordt richt zich niet alleen op terugdringen van de wachtlijsten, maar ook op aanvaardbare wachttijden, zonder onnodige bureaucratie en onnodige administratieve belasting en met een sturing op resultaat op een zodanige manier dat structureel sprake is van een aanvaardbare situatie. Deze inzet past bij de afspraak met het rijk van oktober 2003 dat de provincies zich tot het uiterste inspannen om de doelmatigheid van de provinciale jeugdzorg te verhogen. Wij gaan ervan uit dat, gegeven onze inspanningen, het rijk het ons mogelijk maakt het recht op jeugdzorg voor de clienten in Overijssel waar te maken. Een harde standaard voor een aanvaardbare wa^httijd is nog niet te geven. Op dit moment moeten wij nog leven met de realiteit van de noodzaak tot prioritering van het oplossen van knelpunten. Wat betreft de behandeling na 24-uurszorg zoeken wij naar mogelijkheden voor bredere differentiate in het aanbod, om zodoende een versnelling in de doorstroming te bereiken in met name het residentiele (behandel)aanbod. Bij deze differentiate is het van belang het gegeven te betrekken dat uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat na 24 maanden sommige interventies over het algemeen genomen niet meer zinvol zijn. Uitstroom naar huis is dan een mogelijkheid, maar soms niet de meest wenselijke. Er moet eerder gedacht worden aan (langdurig) verblijf in combinatie met begeleiding en ondersteuning. In 2005 hebben wij een traject ingezet waarin wij meer helderheid krijgen over de mate waarin daarvan
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
17
sprake is en welke alternatieven er zijn. In 2006 gaan wij daar - in overleg met de zorgaanbieders en BJzO - mee door. Wij vinden het ook van belang aandacht te hebben voor de doelstellingen van hulp. Is het verantwoord de doelstelling van hulp op een lager niveau te stellen ten gunste van jeugdigen die helemaal zonder hulp zitten? Ofwel; wanneer is hulp wgoed genoeg"? Vanaf 2003 hebben wij een traject lopen voor de verhoging van de efficiency (Efficiencytaakstelling/instellingsplannen). Wij hebben dit gemtensiveerd en ons bovendien gericht op effectiviteit. Wij hebben daartoe op 21 april 2005 voor de periode 2005 en 2006 een bestuursovereenkomst "Meer effect, meer hulp" met bijbehorend effectiviteitsprogramma afgesloten met BJzO en de door ons gesubsidieerde jeugdhulpverleningsinstellingen. Een totaaloverzicht, gerubriceerd naar thema, van de gemaakte prestatieafspraken luidt als volgt: > Ontwikkeling resuftaat- en prestatie-indicatoren • indicatoren voor effectiviteit, efficiency en kwaliteit; • kritische succesfactoren en prestatie-indicatoren. > Ontwikkeling transparantie meting jeugdproblematiek; beleidsinformatie t.a.v. de instroom van BJzO; beleidsinformatie t.a.v. clienttevredenheid, klachtenbehandeling en clientvertrouwenspersoon en doelrealisatie. Daaraan moet worden toegevoegd de mate van autonomie d.w.z. hoelang kan de client na uitstroom zonder hulp of met lichtere hulp; • ordening (o.a. qua duur, intensiteit en opleidingseisen) van het complete productenaanbod met kostprijzen in Overijssel. > Ontwikkeling sturingsinstrumenten • planning en controlcyclus zodat sturing, beheersing en verantwoording kan plaatsvinden voor een effectievere, efficiente en klantgerichte werkwijze; afstemming van het aanbod op de vraag naar jeugdzorg; • ontwikkeling van een vraagsturend en financieel prikkelend sturingsinstrument. > Verbetering afstemming en samenwerking • crisisaanpak; • casemanagement in vrijwillig kader; • verbetering van de afstemming en samenwerking tussen de door de provincie gefinancierde jeugdzorginstellingen; verbetering van de intersectorale afstemming en samenwerking. > Ontbureaucratisering • toetsing van instrumenten, afstemmings- en samenwerkingsafspraken op bureaucratisch gehalte; • Ontbureaucratisering door digitale uitwisseling van protocollen; • instellen meldpunt. > Verhoging kwaliteit • certificering van zorgaanbieders jeugdhulp; • hulpverleningsplannen. > Efficientere werkwijzen toepassing van de doorbraakmethode. > Effectievere hulp onderbouwing van de effectiviteit van de provinciaal gesubsidieerde hulpvormen; prijs voor het beste effectiviteitidee. In deze bestuursovereenkomst is als ambitie opgenomen de inrichting van een transparent, effectief, doelmatig, keten- en klantgericht samenhangend stelsel van jeugdzorg met aanvaardbare wachttijden en waarin sturen op resultaat mogelijk is. In deze bestuursovereenkomst hebben wij afspraken gemaakt over de ontwikkeling van meer "evidence en practise based hulp", d.w.z. hulp waarvan wetenschappelijk, dan wel in de praktijk is aangetoond dat deze effectief is. Ook hebben wij met de instellingen afgesproken met ingang van 2006 een prijs voor het beste effectiviteitidee vanuit clientperspectief in te stellen. We stellen in 2006 hiervoor € 1.000 beschikbaar. Daarnaast is ruimte nodig voor innovatie. Zoals met de instellingen is afgesproken hebben wij besloten een innovatie- en stimuleringsfonds in te stellen en reserveren voorlopig als eerste
18
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
storting een bedrag van € 100.000. Wij zijn ons ervan bewust dat hiermee nog geen grootschalige innovatietrajecten mogelijk worden, maar het is een eerste begin. Wij overleggen in 2006 met BJzO en de zorgaanbieders over de condities voor de besteding van dit fonds. Het is niet onze bedoeling hieruit aanbod te subsidieren, maar wel activiteiten/onderzoeken die innovatie stimuleren. De bestuursovereenkomst richt zich ook op het terugdringen van onnodige bureaucratie. Wij zoeken daarbij uiteraard afstemming met de jeugdzorgbrigade. In juli 2005 hebben wij via onze website een Meldpunt onnodige bureaucratie jeugdzorg geopend voor medewerkers, clienten en anderen, waarop inmiddels de eerste meldingen zijn ontvangen. Wij publiceren via onze site regelmatig een (geanonimiseerd) overzicht van deze meldingen en onze reactie/actie daarop. Ook is de bestuursovereenkomst gericht op de ontwikkeling van sturing op resultaat. Wij willen toe naar een sturing die financieel prikkelend en uitdagend is, met als enig resultaat een zo effectief mogelijke inzet van de beschikbare subsidie. Als uitgangspunt is in de bestuursovereenkomst opgenomen dat dit mogelijk is wanneer sprake is van (naar ons oordeel) voldoende transparantie. Dit beleid past bij het voornemen van de jeugdzorgbrigade om ontwikkelingen op het niveau van de bestuursstijl in de jeugdzorg te stimuleren. De uitwerking van een dergelijk sturingsmodel vraagt om het ontwikkelen van geeigende sturingsinstrumenten, resultaatindicatoren en transparantie in o.a. resultaten, prestaties, effectiviteit en kosten. Wij overleggen met de instellingen jeugdzorg over de ontwikkeling van een sturingsmodel dat prikkelend is en ruimte biedt voor innovatie. Flexibilisering van de prestatiesubsidie met ingang 2007 (zoals in december 2004 al aangekondigd in het Beleidskader Jeugdzorg Overijssel 2005-2008) is daarvan onderdeel. Wij gaan met de zorgaanbieders in 2006 snel aan de slag om dit goed vorm te geven. Wij maken met de Steunfunctie jeugdzorg Overijssel afspraken over de hierbij in 2006 te verlenen ondersteuning. Ons beleid van 2003/2004 met een efficiencytaakstelling per 2007 is onderdeel van dit effectiviteitsen efficiency beleid. Als indicator voor de mate van succes hanteren wij voorlopig als indicator de toename van het aantal behandelde clienten. Wij hebben het volgende resultaat voor ogen:
2005 5%
2006 10%
2007 12%
2008 13%
Het kan uiteraard niet zo zijn dat deze percentages worden gehaald door selectie van jeugdigen met relatief eenvoudige problematiek ten koste van zwaardere doelgroepen. Wij overleggen in 2006 met de zorgaanbieders om deze indicator te verbijzonderen naar specifieke doelgroepen respectievelijk voorzieningen en ontwikkelen zo snel mogelijk een betrouwbaar meetsysteem voor deze indicator. In 2004 en 2005 hebben wij incidentele wachtlijstprojecten gesubsidieerd, die onder andere bedoeld waren de jeugdhulpverleningsinstellingen in staat te stellen een versnelling te geven aan het halen van de in 2004 gegeven efficiencytaakstelling om per 2006 met hetzelfde budget 12% meer hulp te bieden. Ons doel is dat de met deze projecten bereikte resultaten met ingang van 2006 structureel worden behaald binnen de reguliere budgetten. De wachtlijsten en wachttijden voor zorg voor kinderen met Autistisch Spectrum Stoornissen ontwikkelen zich verontrustend. De risico's tijdens de wachttijd zijn ontoelaatbaar hoog, zowel voor de kinderen zelf, hun ouders/opvoeders als hun omgeving. Om hiervoor een oplossing te bieden hebben wij in het najaar 2005 het Noodplan ASS opgesteld, waarvoor Provinciale Staten ons een incidenteel budget beschikbaar stelde van € 2 miljoen. Dit wordt op zo kort mogelijke termijn ingezet voor de uitbreiding van hulpcapaciteit (leefgroep en kamertrainingen) en voor flankerende maatregelen, omdat ook aanpalende sectoren all zorgkantoren kunnen bijdragen in de oplossing. Provinciale Staten gaven in 2005 ook een forse financiele impuls van € 1,3 miljoen aan een integrale crisisaanpak in Overijssel. BJzO heeft daarop concrete plannen ontwikkeld/uitgevoerd ten behoeve van crisisinterventie en crisiscoordinatie in 2005 en 2006. Wij hebben deze plannen in 2005 met een bedrag van € 0,75 mln gesubsidieerd. Voor de tijdelijke uitbreiding van het benodigde zorgaanbod tot eind 2006 hebben wij zorgaanbieders gesubsidieerd met een bedrag van € 0,55 mln. De structurele effecten hiervan moeten - ook voor de reguliere werkprocessen - met ingang van 2006 merkbaar worden. Als indicator voor succes hanteren wij de ontwikkeling van de wachtlijsten voor crisisplaatsingen. Wij gaan daarbij uit van de volgende ten minste te realiseren daling:
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
19
31-12-2005 55
31-12-2006
31-12-2008 15
25
45
Verder beogen wij positieve resultaten voor de wachtlijsten door een betere samenwerking met onze intersectorale partners in jeugdzorg. Dat zijn primair onze medefinanciers en uitvoerders in de J-GGZ, J-LVG en de JJI, MEE en Raad voor de Kinderbescherming. Deze samenwerking is van belang voor inzicht in de mogelijkheden van betere afstemming van het aanbod op de vraag. Ook is de intersectorale samenwerking van belang voor clienten met meervoudige problematiek en meestal ernstige gedragsproblemen. Onder de regie van het OJO (voorgezeten door de gedeputeerde jeugdzorg) zijn diverse opdrachten in uitvoering voor verbetering van deze intersectorale afstemming, zoals het organiseren van werkconferenties "Ketens in de jeugdzorg" met als doel een intersectorale jeugdzorgagenda 2006. In 2006 wordt dit verder uitgebouwd en wordt met nog meer nadruk de verbinding met de maatschappelijke hulpverlening gerealiseerd. Wij maken met de Steunfunctie jeugdzorg afspraken over de hierbij in 2006 te verlenen ondersteuning. In 2004 hebben wij op basis van hun instellingsplannen met de Overijsselse jeugdzorgaanbieders afspraken gemaakt over de ontwikkeling van hun aantallen clienten. Afgesproken is dat het hun inzet is om met hetzelfde budget in 2006 circa 12% clienten meer te helpen dan in 2004, als volgt gespecificeerd: Prestaties instellingsplannen*
Instelfing
Trias
Jaar
2004
Residential
Daghulp
clienten
Clienten
89
Jarabee
2004
108
91
2006
Totaal
2004
282
2006
127 324
"
347
109
902
8
200
15
1,754
712 448
16
174
89
413
865 835
596
-
Toename ln%
745
546
-
Totaal digital
143
-
195 -
85
clienten
448 -
181 111
2006
Commujon 2004
152
OlKHIfif*
77
433
146 122
2006
Pteegzorg clienten
848
1,907
*) aantal clienten voor residentiele en seni-residenti&le hulp geschat op basis van capaciteit en verblijfsduur **) bestaat vooral uit intensiefambulante hulp Zoals uit deze tabel blijkt varieert de afgesproken groei tussen 8 en 16%. Het resultaat bij Jarabee lijkt beperkter, maar dat komt doordat hier in 2004 al sprake is van een kortere verblijfsduur voor daghulp en residentiele hulp ten opzichte van de andere instellingen. De gemiddelde verblijfsduur in maanden en het aantal clienten worden nauwkeurig gevolgd in de "Monitor jeugdzorg Overijssel". Uit de medio november ontvangen rapportage over het eerste en tweede kwartaal 2005 blijken de volgende ontwikkelingen:
20
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
12
Hulpvorm
STREEF
2003
DUUR
2004
1*hj2005
Duur
Ciienten
193
11,8
44
76
15,3
28
134
12,1
33
16,2
85
18,1
27
25,3
84
17,3
15
Duur
Clienten
Duur
Clienten
11,8
167
12,7 12,6
JARABEE - daghulp
11
- residentieel
14
TRIAS
- daghulp
12
- residentieel
IS
13,1
80
14,9
COMMUJON - residentieel
IB
22,1
57
In de meeste gevallen blijken de werkelijke waarden zich richting het streefgetal te bewegen. Volgens deze monitor neemt de residentiele verblijfsduur bij Trias en Jarabee toe, bij Commujon af. Wij volgen de ontwikkelingen op de voet. Ondanks onze inspanningen tot en met 2005 blijkt het wachtlijstprobleem hardnekkig te zijn, zoals blijkt uit de volgende tabel. De gegevens hierin zijn ontleend aan de door BJzO opgestelde beleidsinformatie:
Totaal aantal wachtenden per zorgvcHW
$14* 2004
30-62004
3042004
31-12-2004
96
92
92
Daghulp
113
128
Residentiele hulp
214
Pleegzorg TOTAAL
Ambulante hulp
wwm 2005
2005
122
106
141
166
102
99
75
112
101
184
170
151
111
178
182
102
55
85
74
89
130
127
525
459
449
446
381
561
576
Tot en met 2004 werd ook de gemiddelde wachttijd voor deze zorgvormen geregistreerd. In de nieuwe opzet van de (landelijk) vormgegeven beleidsinformatie wordt dit niet meer bijgehouden, maar wordt de wachtlijst opgesplitst in 3 categorieen: aantal wachtenden < 4 weken, tussen 4 en 9 weken en langer dan 9 weken. De ontwikkeling van het reiatieve aantal clienten dat langer dan 9 weken wacht luidt als volgt:
to^m^^wwtm$wm
314-2($$
304-2$3$
3G$-1W£
Ambulante hulp
30%
50%
65%
Daghulp
28%
53%
63%
Residentiele hulp
27%
64%
66%
9%
58%
56%
Pleegzorg
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
21
Uit deze cijferreeksen blijkt dat niet alleen het totale aantal wachtende clienten toeneemt, maar ook (voor alle zorgvormen) het procentuele aandeel clienten dat langer dan 9 weken moet wachten. Wij vinden dit een zorgwekkende ontwikkeling. Daarom blijft de bestrijding van de wachtlijsten ook voor 2006 ons belangrijkste speerpunt.
22
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
8
Zorgaanbod op maat
Op 1 december 2005 hebben wij van BJzO het advies ontvangen over de afstemming van het aanbod jeugdhulpverlening op de vraag. Wij zijn van plan om dit advies in januari 2006 te bespreken met BJzO en de betreffende zorgaanbieders. Mede op basis van dit advies en de door het rijk genoemde oormerking nemen wij zo spoedig mogelijk een besluit over de inzet van de extra rijksmiddelen 2006. Hierop vooruitlopend hebben wij - in het belang van de continuiteit van het aanbod - besloten de tot en met 2005 incidenteel gesubsidieerde extra capaciteit pleegzorg (€ 317.000) met ingang van 2006 op structured basis te verlengen. In het belang van het kind is een zorgvuldige afbouw van en begeleiding na behandeling nodig, ook ter voorkoming van onnodige recidive. Nazorg moet daarorn een integraal onderdeel zijn van het hulpverleningsplan resp. de zorgprogramma's. In ons overleg met de jeugdzorgaanbieders stellen wij dit in 2006 aan de orde. Uiteraard kan er variatie bestaan in de zwaarte van interventies die nodig zijn. Wij menen echter dat ondersteuning vanuit de sociale omgeving niet altijd in de vorm van een intensief zorgaanbod hoeft plaats te vinden. De betrokkenheid van en de overdracht naar lokale partners dient onderdeel uit te maken van een nazorgplan. Op andere terreinen (zoals onderwijs) wordt ervaring opgedaan met vrijwillige vormen van coaching of mentoring. Wij zijn van plan om dit in 2006 in ons overleg met de jeugdzorgaanbieders aan de orde te stellen en dergelijke mogelijkheden voor nazorgtrajecten te onderzoeken. Wanneer er sprake is van de noodzaak van gemdiceerde zorg zullen wij meewerken aan praktische oplossingen m.b.t. registratie, leeftijdsgrenzen e.d. Op basis van de ervaringen en resultaten van het experiment met jeugdzorg op boerderijen kan er een vervolg komen van dit product binnen de jeugdzorg. Meer in het bijzonder worden voorbereidingen getroffen om jeugdzorgboerderijen als module (pleegzorgvariant) binnen de jeugdzorg te ontwikkelen. Wij hebben Trias, BJzO en Stimuland gevraagd dit voor te bereiden. Uiterlijk 1 mei 2006 vindt rapportage plaats, waarna wij een besluit nemen over al dan niet voortzetting van jeugdzorgboerderijen als module in de jeugdzorg. Belangrijk criterium daarbij is de doelmatigheid en effectiviteit van de module in relatie tot andere jeugdzorgmodules. Zoals in hoofdstuk 1 omschreven hebben wij met Gelderland een akkoord bereikt over de budgettaire gevolgen van de gebiedsaanpassing. Wij hebben met Gelderland afgesproken dat bij de overgang continuTteit van de hulpverlening van belang is, evenals continuiteit van beleid voor de hulpverlenende instellingen. Wij maken met deze Gelderse zorgaanbieders (KIJ/Latijnse School, Pactum en GSJ Lindenhout) prestatieafspraken over de bested ing van de hen te verstrekken subsidies 2006 voor een totaalbedrag van € 3.150.000. Wij gebruiken het jaar 2006 om ons te bezinnen op hun positie op langere termijn op;dp Overijsselse jeugdzorgmarkt. In het Beleidskader 2005-2008 hebben wij uitgesproken dat wij in principe terughoudend zijn bij het introduceren van marktwerking in de sector jeugdzorg. Ketensamenwerking achten wij van groot belang voor een effectieve jeugdzorg. Wij onderkennen dat scherpe concurrentieverhoudingen deze beoogde samenwerking negatief kunnen bemvloeden. Het kostenaspect zal dan ook niet het enige criterium zijn waarop een zorgaanbod wordt beoordeeld. Effectiviteit, innovatief vermogen, klanttevredenheid, flexibiliteit en de bereidheid tot ketensamenwerking zijn voorbeelden van kwaliteitscriteria waarop zorgaanbod kan worden gewogen. Wij staan positief tegenover de wens van de zorgaanbieders om over dit onderwerp met hen in gesprek te gaan. Echter, dit laat onverlet dat wij, mede gezien de onvermijdelijke inbedding van het voorheen Gelderse aanbod van jeugdzorg
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
23
voor Overijsselse jeugdigen, de deur in 2006 en later niet gesloten houden voor nieuwe aanbieders van gemdiceerde zorg, mits zij kunnen aantonen de hulp op een efficiente en effectieve manier te verlenen.
24
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
Accommodatiebeleid
Ook voor het jaar 2006 moet deconcentratie van huisvestingsaccommodatie van het hulpaanbod op basis van in te dienen (her)huisvestingsplannen vooraf onze toestemming hebben en wordt dit getoetst aan het "zo-zo-zo-beleid'. Zonder onze toestemming komen de kosten van de (her)huisvesting niet voor subsidie in aanmerking. Er wordt toestemming gegeven wanneer het aan het "zo-zo-zo-beleid' voldoet op voorwaarde dat er sprake is van budgettaire neutraliteit binnen de huisvestingskosten. De extra kosten van de deconcentratie komen niet voor subsidising in aanmerking, ook niet wanneer deze ten laste van het eigen zorgbudget worden opgevangen. Nieuwe accommodaties dienen in principe in eigendom te worden gerealiseerd. Dit beleid is gebaseerd op de financiele overweging dat accommodaties in eigendom per saldo voordeliger zijn dan gehuurde accommodaties omdat: de verhuurder immers ook huur in rekening brengt voor accommodaties die geheel zijn afgeschreven; • de verhuurder jaarlijks een huurverhoging in rekening brengt, die ook wordt berekend over de gelijkblijvende rente- en afschrijvingslasten; de geschiedenis leert dat er over een lange termijn gerekend bij verkoop van accommodaties boekwinsten worden gemaakt. Bij de verkoop van een pand komt deze boekwinst toe aan de eigenaar. Wanneer de huisvesting flexibel moet worden ingevuld dan heeft het (tijdelijk) huren van accommodatie de voorkeur. Wij toetsen de (her)huisvestingsplannen op de afweging om te kopen of te huren. Deze afweging moet voldoende onderbouwd worden opgenomen in de ingediende plannen. Het overleggen van een gebruiksverklaring voor een door een instelling gebruikt pand blijft onverkort van kracht. Voor 2006 maken wij verder de volgende afspraken: • JHV-instellingen en BJzO hebben spreiding van voorzieningen ten behoeve van een goede toegankelijkheid hoog op de prioriteitenlijst staan; • Commujon zet in 2006 belangrijke stappen voor de verhuizing van haar totale jeugdzorgaanbod van Borculo naar Almelo; Trias presenteert in 2006 haar plannen voor een evenwichtige spreiding van haar aanbod in de regio West-Overijssel; Jarabee zet in 2006 vervolgstappen in de spreiding en herhuisvesting van haar aanbod in Twente; • BJzO gaat uiterlijk in 2006, na de gerealiseerde decentrale werklocaties in Twente, mede n.a.v. het aflopende huurcontract voor de hoofdto€atie in Zwolle, plannen voor decentrale locaties in West Overijssel ter hand nemen. Wij gaan ervan uit dat de herhuisvesting niet tot meerkosten zal leiden ten opzichte van 2005.
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
25
10
Kwaliteits- en clientenbeleid
Met de Inspectie Jeugdzorg bespreken wij jaarlijks onze toezichtwensen. Voor 2006 hebben wij gevraagd om een hertoets crisisinterventie, een toets van de vertrouwenspersoon en klachtrecht en een vervolgonderzoek naar de jeugdzorgboerderij. De formele besluitvorming hierover door de Inspectie moet nog plaatsvinden. Wat betreft HKZ-certificering sluiten wij aan bij landelijke trajecten. In 2005 is een schema voor certificering van instellingen in de jeugdzorg opgeleverd en konden de instellingen starten met het traject leidend tot certificering. In de bestuursovereenkomst van 21 april 2005 is de afspraak vastgelegd dat BJzO en de instellingen jeugdhulpverlening uiterlijk op 1 januari 2007 HKZgecertificeerd zijn. Overigens beschouwen wij de certificering als een minimumvereiste van kwaliteit en niet als eindpunt van een (daarna) volledig doorgevoerd en geborgd kwaliteitsproces. Wij vragen de instellingen ons in 2006 te informeren over het verloop van hun certificeringstraject. Het is voor de kwaliteit en effectiviteit van de zorg van belang dat clienten bij het hulpproces betrokken worden. In 2006 stimuleren wij de participatie van jongeren binnen onze jeugdzorginstellingen via een stimuleringssubsidie van € 6.000 aan het JeugdWelzijnsBeraad, een landelijk platform voor jongerenraden van Jeugdzorginstellingen. Daarnaast stimuleren wij in 2006 de verankering en doorontwikkeling van de door de Intersectorale Stuurgroep Clientenbeleid op het gebied van clientenbeleid ontwikkelde instrumenten als de "waaier clientenbeleid" en de visitatiecarrousel "hoe doen jullie dat nou?". Wij maken afspraken met de Steunfunctie jeugdzorg over de inzet in 2006 op dit terrein. De WJZ bepaalt dat wij zorgen voor een onafhankelijke vertrouwenspersoon voor clienten in de jeugdzorg. Wij vullen dit in door het AKJ te subsidieren voor de functie van een onafhankelijke achtervang-vertrouwenspersoon, als aanvulling op de vertrouwenspersonen die de Overijsselse instellingen, in het kader van hun eigen clientenbeleid, zelf hebben. Deze manier van werken is nieuw en vraagt in de praktijk om de nodige afstemming. Wij evalueren in 2006 deze werkwijze en stellen zo nodig ons beleid voor 2007 e.v. bij. Voor 2006 hebben wij een bedrag van ca € 43.000 gereserveerd als prestatiesubsidie aan het AKJ. Met de inwerkingtreding van de WJZ is de (interprovinciale) klachtencommissie Jeugdzorg komen te vervallen: de verantwoordelijkheid voor een onafhankelijke klachtenbehandeling ligt nu bij de instellingen zelf. Zij hebben daarom gezamenlijk een onafhankelijke klachtencommissie in het leven geroepen. Wij ontvangen het jaarverslag van deze commissie. Onderdeel van de prestatieafspraken 2006 is dat de instellingen ons over 2006 rapporteren over de uitspraken die de klachtencommissie over hun instelling heeft gedaan en de acties die zij daarop hebben ondernomen.
26
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
11
Beleidsinformatie
In het in hoofdstuk 7 genoemde effectiviteitsprogramma is voor 2006 de afspraak opgenomen dat wij uiterlijk 1 januari 2007 beschikken over cijfers die inzicht geven in de Overijsselse jeugdproblematiek op basis waarvan adequate beleidskeuzes gemaakt kunnen worden. In Staatsblad 2005-291 is het Besluit Beleidsinformatie jeugdzorg van 2 mei 2005 gepubliceerd. Dit besluit betekent dat in 2006 de volgende beleidsinformatie moet worden verstrekt:
Informatie gerelateerd aan
Vanwie*) Aanwie
Omvang jeugdzorg
BJzO
Provincie Zorgkantoor
Omvang jeugdzorg
BJzO
Omvang jeugdzorg
Provincie
Omvang jeugdzorg
BJzO
Provincie Zorgkantoor VWS Justitie Provincie Zorgkantoor
Omvang jeugdzorg BJzO Provincie Zorgkantoor Beleidsdoeleinden Doelgroepen VWS Omvang jeugdzorg Provincie Beleidsdoeleinden Justitie Doelgroepen *) geldt ingeval van BJzO ook voor LHJR
Welke informatie
Uiterlijk
Gegevens 4e kwartaal 2005 en Cumulatief gegevens le t/m 4e kwartaal 2005 Gegevens eerste kwartaal 2006
1-3-2006
April 2005 t/m maart 2006
1-7-2006
Gegevens 2e kwartaal 2006 en Cumulatief gegevens le en 2e kwartaal 2006 Gegevens 3e kwartaal 2006 en Cumulatief gegevens le t/m 3e kwartaal 2006 Oktober 2005 t/m September 2006
1-9-2006
1-6-2006
1-12-2006
1-1-2007
Volgens (landelijke) afspraken wordt ook tussen BJzO, zorgkantoren, rijk en provincie beleidsinformatie uitgewisseld die ons in staat stelt onze regieverantwoordelijkheid waar te maken voor de afstemming van het aanbod op de intersectorale vraag. Wij maken daarover afspraken met deze partijen. Naast deze (landelijke) standaardleveringen kunnen rijk en provincies om aanvullende informatie verzoeken voor het beantwoorden van Kamervragen, actuele beleidsvraagstukken of evaluatieonderzoek. Voor het leveren van de gevraagde informatie.zijn ook gegevens nodig van zorgaanbieders en andere bij jeugdzorg betrokken instellingen en instanties. Op basis van de structuur en mogelijkheden die het landelijke en provinciale informatieprotocol hiertoe bieden, agenderen wij bovenstaande beleidsinformatie in het OJO. In 2005 hebben alle provincies en grootstedelijke regio's in IPO-verband besloten mee te doen aan een benchmark provinciale jeugdzorg. Het gaat om een adequate beschrijving van de jeugdzorg per provincie op een zodanige manier dat een zinvolle en reele vergelijking onderling mogelijk wordt. Het beeld van de provinciale jeugdzorg moet zodanig scherp worden neergezet dat wij daarmee een instrument in handen krijgen om tijdig ons beleid bij te stellen. We weten dan waar we
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
27
voorop lopen en waar we van anderen kunnen leren. Naar verwachting komen de eerste resultaten van deze provinciale benchmark in 2006 beschikbaar. Het jeugdzorgplein is een door ons ondersteund initiatief van de Overijsselse jeugdzorgaanbieders en BJzO. Dit plein wordt als onderdeel van de website www.overijssel.nl steeds verder vorm gegeven. Zo zijn de (overigens nog beperkte) gegevens over de wachtlijsten al via dit plein te raadplegen en worden daar in 2006 de resultaten aan toegevoegd van "De Driesprong' (de digitale beschrijving van de soorten zorgaanbod). Wij stellen hierbij steeds de voorwaarde, dat de informatie voor de ouders en kinderen te begrijpen moet zijn. Dus niet alleen een aanbodbeschrijving die interessant is voor de instellingen zelf.
28
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
12
F'mancien en subsidieregels
Voor 2006 en latere jaren gaan wij vooralsnog uit van een beschikbare doeluitkering van circa € 79 miljoen, zoals gespecificeerd in bijiage 1. Dit bedrag is inclusief OVA 2005 en de indexering van de pleegoudervergoeding. De verhoging van de doeluitkeringen 2006 als gevolg van extra rijksmiddelen (landelijk € 33 mln) is hierin niet verwerkt. Het rijk heeft aangekondigd deze verhoging als volgt te berekenen: voor de ene helft op basis van het gewogen aantal jeugdigen en voor de andere helft op basis van een eerder gehanteerde vereveningsformule. De uitkomst van de berekening is nog niet bekend. Mede op basis van de door het rijk gegeven oormerking (pleegzorg en uithuisplaatsingen) en het advies van BJzO over de afstemming van het aanbod op de vraag nemen wij zo snel mogelijk een besluit over de bested ing van het beschikbare bedrag. In dit overzicht is LHJR opgenomen omdat deze organisatie ons op 3 november 2003 gemotiveerd heeft gevraagd namens alle andere provincies als contactprovincie te willen optreden (zie ook § 7.6 van ons Beleidskader jeugdzorg) in het kader van de decentralisatie van LHJR als landelijk werkende voorziening naar een provincie of grootstedelijke regio. Op dit moment (begin december 2005) zijn wij nog met het Ministerie van Justitie in gesprek over deze overdracht en over het met alle partijen hierover af te sluiten convenant. Wij verwachten dat niet eerder dan in het le kwartaal 2006 duidelijkheid kan worden gegeven over de inhoud van dit convenant De voorlopig aan ons door Justitie uitbetaalde doeluitkering 2005 ad € 14 mln hebben wij onverkort als voorschot doorbetaald aan LHJR. De voigens de WJZ te hanteren nieuwe financieringssystematiek op basis van geleverde productie van zorg (p-maal-q) wordt landelijk voorbereid en naar verwachting niet eerder dan in 2007 ingevoerd. Wij dringen er bij het rijk op aan dat dit niet wordt vertraagd omdat wij de invoering van groot belang vinden voor een adequate financiering en sturing van de jeugdzorg. Tot en met 2006 geldt voor de te leveren prestaties nog de norm- en tariefstelling voigens de systematiek van de normharmonisatie. De voor 2006 geldende (norm)tarieven zijn opgenomen in bijiage 3. Dit betekent, dat voor het genormeerde hulpaanbod het beschikbare budget wordt bepaald door vermenigvuldiging van zorgcapaciteit met het normtarief. Voor het niet-genormeerde hulpaanbod (d.w.z. ambulante hulp) verwachten wij van de zorgaanbieders in hun begroting voor 2006 een inzichtelijke kostprijsberekening en een heldere formulering van de hiervoor te leveren prestaties. Wij hebben er begrip voor dat uit een bedrijfsadministratie niet van de een op de andere dag een kostprijs voor ambulante hulp kan worden berekend, omdat de structuur van een bedrijfsadministratie om praktische redenen voorafgaand aan het begin van een registratie- en verantwoordingsperiode wordt vastgesteld. Daarbij merken wij op, dat wij tijdig de kostprijsberekening voor 2006 en het opnemen daarvan in de begroting 2006 hebben kenbaar gemaakt. Dat is in ieder geval gebeurd op een tijdstip dat de structuur voor het jaar 2006 nog gewijzigd kon worden. Als de kostprijs niet aan de huidige administratie kan worden ontleend dan nemen wij, op voorwaarde dat de bedrijfsadministratie vanaf 2007 dat wel kan, genoegen met een extracomptabele kostprijsberekening, die als bijiage bij de begroting is gevoegd. De totale prestatiesubsidie 2006 wordt berekend door aan het budget voor het hulpaanbod (de variabele kosten) een bedrag voor accommodatiekosten toe te voegen.
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
29
Tot en met 2005 heeft Jarabee onze subsidie voor een bedrag van ca € 1,75 miljoen besteed aan niet-gemdiceerd zorgaanbod. Op grand van de WJZ mogen wij alleen zorgaanbod subsidieren voorzover daarvoor door BJzO een indicatiebesluit is afgegeven. Wij hebben daarom in 2005 besloten deze subsidiering in 2006 niet voort te zetten en zijn van plan om in 2006 de betreffende gemeenten eenmalig financieel te ondersteunen bij de gevolgen hiervan, mits in een bepaalde mate sprake is van cofmanciering. Wij reserveren hiervoor in 2006 maximaal € 200.000. Over de nadere voorwaarden wordt met betrokken gemeente overlegd. Van de genoemde € 1,75 miljoen hebben wij voor 2006 incidenteel € 0,9 miljoen toegezegd voor subsidiering van door Jarabee te leveren zorgaanbod. Op basis van een evaluatie van dit aanbod besluiten wij voor de jaren daarna over de structured inzet van deze € 0,9 mln. In overleg met BJzO en de zorgaanbieders ontwikkelen wij nieuwe financiele elementen die een prikkelende werking moeten hebben op een efficiente hulpverlening, zoals een systeem van bonus/malus. Zoals in het in december 2004 vastgestelde Beleidskader jeugdzorg Overijssel 20052008 op biz. 70 is vermeld hebben Provinciale Staten besloten om met ingang van 2007 een deel van de middelen (vooralsnog 10%) aan onze uitvoerende instellingen af te zonderen. Dit afgezonderde deel zetten wij in de vorm van prestatiesubsidies voor nader door ons te bepalen doelen. Het is hierbij niet onze bedoeling om meteen grote budgettaire verschuivingen tussen de zorgaanbieders in gang te zetten. Het advies van BJzO over de afstemming van het zorgaanbod op de vraag naar jeugdzorg vormt in alle gevallen een belangrijk uitgangspunt. Wij overleggen in 2006 met BJzO en de zorgaanbieders over verdere flexibilisering van de prestatiesubsidies in de jeugdzorg per 2007 en bijbehorende prikkelende financieringsinstrumenten. Het totaaloverzicht van de voor 2006 en later geraamde besteding is opgenomen in bijiage 2. Een gedetailleerd overzicht van de geraamde subsidie per zorgaanbieder van de door hen in 2006 te leveren prestaties is opgenomen in bijiage 7. De werkelijke (in de diverse subsidiebeschikkingen 2006 op te nemen) gegevens kunnen hiervan afwijken. De gegevens van de Gelderse zorgaanbieders ontbreken nog. In het kader van Ontbureaucratisering en deregulering zijn in 2005 alle provinciale regelingen ingetrokken en ondergebracht in de nieuwe Algemene Subsidieverordening Overijssel 2005 met daaraan toegevoegd een Uitvoeringsbesluit Subsidies Overijssel 2005. Dit geldt ook voor de Subsidieverordening jeugdzorg Overijssel 2005. Inhoudelijk is deze regeling niet gewijzigd, maar wel fors ingekort. Conform het algemene provinciale uitgangspunt is alles wat al in hogere wetgeving is opgenomen (Algemene Wet Bestuursrecht, WJZ, Tijdelijk besluit uitkeringen jeugdzorg, Besluit beleidsinformatie jeugdzorg, Regeling bekostiging jeugdzorg etc) niet herhaald in provinciale regels. Algemene regels voor subsidiering zijn opgenomen in het algemene deel van het Uitvoeringsbesluit, waar voor jeugdzorg sprake is van specifieke aanvullende regels zijn deze opgenomen in paragraaf 12 (artikel 7.53 tot en met 7.64) van genoemd Uitvoeringsbesluit.
30
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
13
Bijlagen
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
31
13.1
Bijiage 1 Geraamde beschikbare bedrage n (in € 1.000)
2006
Volgens landelijk Beleidskader Jeugdzorg 20052008 is voor Overijssel beschikbaar: - Doeluitkering bureau jeugdzorg - Doeluitkering jeugdzorgaanbod Voor Overijssel beschikbaar
18.659 41.460 60.119
18.835 41.638 60.473
Beschikbaar voor Leger des Heils (landelijk) Totaal voigens Landelijk Beleidskader
11.333 71.452
11.333 71.806
734 482
734 482
863 854
863 854
2.250
2.250
275 -
p.m.
76.910
77.264
77.264
3.500 -/-1.379
3.500 -/-1.733
3.500 -1-1.733
p.m.
p.m.
p.m.
79.031
79.031
79.031
116 325 500
116
Aan te vullen met: OVA en indexering pleegvergoeding 2004 e.d.
Idem 2005 Vervallen bezuiniging Justitie (gezins) voogdij/jeugdreclassering: - BJzO - LHJR Actualisering budget jeugdbescherming (peildatum 1-10-2003 wordt 1-10-2004) Diversen, per saldo Budget JJI Totaal doeluitkeringen zorgaanbod en bureau jeugdzorg Overheveling doeluitkering Gelderland Correctie extra middelen Hoofdlijnenakkoord Extra middelen 2006
Doeluitkeringen 2006 *) Overheveling deel incidentele doeluitkering 2005 (AMK) Autonome middelen structureel Autonome middelen incidenteel preventie **) Autonome middelen incidenteel Noodplan ASS ***) Totaal beschikbaar
275
330 116 375 1.000 80.852
*) Zie ook bijiage 5. **) Totaal beschikbaar € 2 mln, waarvan voor crisisaanpak in 2005 € 1,3 mln. ***) Totaal beschikbaar € 2 mln, waarvan in 2005 € 0,5 mln besteed.
32
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
79.147
13.2
Bijiage 2 Geraamde bestedingen (in € 1.000)
2006
2007
2008
13.117 17.403 6.733 37.253 4.139 41.392 317 98 43 30 25 6
37.253 4.139 41.392 317 98 43 30 25 6
ZORGAANBOD
Jarabee Af : correctie niet-geindiceerde zorg Waarvan voor ombouw naar gemdiceerd Totaal Jarabee Trias Commujon Subtotaal Flexibel inzetbaar (10%) Subtotaal prestatiesubsidies Trias extra pleegzorg Pactum AKJ NVP (stimuleringssubsidie) TOV Jeugdwelzijnsberaad (stimuleringssubsidie) Zorgaanbod ex-Gelderland: - Pactum - GSJ Lindenhout - KIJ/Latijnse School
15.425 -/- 1-750 900 14.575 19.336 7.481 41.392 41.392 317 98 43 30 25 6 2.145 775 230
Incidenteel gemeente (niet-gemdiceerd zorgaanbod) Kosten Actieprogramma Jeugdbeleid-jeugdzorg
200 -
Effectiviteitprijs Storting in innovatiefonds Diversen Subsidie JJI
1 100 142 -
) ) )
3.150
) )
3.150
) -
-
-
53
1 100 342
p.m.
1 100 289
p.m.
Totaal zorgaanbod (excl. LHJR)
45.504
45.504
45.504
TOEG ANG BJzO (toegang, (gezins)voogdij en jeugdreclassering en AMK) BJzO - Deventer BJzO - extra voor AMK (uit doeluitkering 2005) BJzO - inzet Eigen kracht Conferenties BJzO - Steunfunctie jeugdzorg Totaal toegang (excl. LHJR)
18.394 350 330 214 117 19.405
18.394 350 214 117 19.075
18.394 350 214 117 19.075
LHJR - jeugdbescherming e.d. - zorgaanbod LHJR totaal
10.217 4.067 14.284
10.217 4.067 14.284
10.217 4.067 14.284
284 1.000 375 1.659
284 500 325 1.109
284 284
80.852
79.972
79.147
Diversen Doorbetaling Gelderland Projecten Noodplan ASS Projecten preventie
Totaal
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
33
13.3
Bijiage 3 Overzicht tarieven 2006
Justitie op basis van aantallen: gezinsvoogdij & jeugdreclassering
Jeugdzorg Residentieel
Daghulp Pleegzorg
6.066 5.057 5.108 3.701 3.806 678 260
OTS tot 1 jaar OTS overigen Voorlopige voogdij Overige voogdij Jeugdreclassering Samenloop civiel/straf Centrale overhead Op basis van aantal maanden: ITB Harde kern ITB Criem STP
Lichte variant 1 Idem 2 Idem 3 Basisvariant Intensieve variant Specialistische variant Toeslag Arbeidstijdenwet Basisvariant Plusvariant Basisvariant: - begeleiding - pleegvergoeding - werving en selectie Totaal Intensieve variant: - begeleiding - pleegvergoeding - werving en selectie Totaal
1.214 1.626 1.626 12.516 11.526 28.141 36.527 43.650 46.479 2.729 22.125 29.417 2.533 5.759 585 8.877 11.512 6.549 585 18.646
In deze bedragen - behoudens de pleegvergoeding - is de OVA 2005 verwerkt op basis van 0,792% (zijnde 80% van 0,99%). De pleegoudervergoeding is per 1-1-2005 gemdexeerd met 1,4%. De bedragen voor residentiele en daghulp zijn exclusief MKD-werkdrukmiddelen en Dijkstal- en Van Rijnmiddelen. Deze bedragen worden aan de instellingen toegerekend op basis van de tot en met 2004 gehanteerde verdeelsleutels.
34
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
13.4
Bijiage 4 Format bijiage ministeriele regeling jeugdzorg WJZ artikel 32 lid 2 sub b
VERWACHTE SUBSIDIE 2005
BUREAU JEUGDZORG
1. Bureau Jeugdzorg Overijssel *)
19.715.130
2. Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering
10.216.996
TOTAAL BUREAU JEUGDZORG
29.932.126
ZORGAANBOD
3. Zorgaanbieders 4. Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering
43.079.153 4.066.619
TOTAAL ZORGAANBOD
47.145.772
TOTAAL VERWACHTE SUBSIDIE 2005
77,077.898
*) waarvan incidenteel voor AMK € 403.507
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
35
13.5
Bijiage 5 Format bijiage ministeriele regeling jeugdzorg WJZ artikel 32 lid 2 sub c
BEGROTE SUBSIDIE 2006
BUREAU JEUGDZORG
1. Bureau Jeugdzorg Overijssel *) 2. Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering TOTAAL BUREAU JEUGDZORG
19.075.014 10.216.996 29.292.010
ZORGAANBOD
3. Zorgaanbieders 4. Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering
45.672.577 4.066.619
TOTAAL ZORGAANBOD
49.739.196
TOTAAL BEGROTE SUBSIDZE 2006
79.031.206
TOTAAL GEVRAAGDE UITKERING 2006
79.031.206
*) excl. € 330.000 uit incidentele doeluitkering bureau jeugdzorg 2005
36
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
13.6
Bijiage 6 Afkortingenlijst
afkorting
Omschrijving
AKJ AMK
Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg Advies- en Meldpunt Kindermishandeling
AMW
Algemeen maatschappelijk werk
ATW
Arbeidstijden wet
BJzO
Bureau Jeugdzorg Overijssel
CRIEM
Criminaliteit in relatie tot Integratie van etnische minderheden
EKC GGZ
Eigen Kracht Conference Geestelijke gezondheidszorg
HaH
Hulp aan huis
HKZ
Harmonisatie kwaliteitszorg
IOG
Intensieve orthopedagogische gezinsbehandeling
IPO
Interprovinciaal overleg
ITB JGZ
Individuele trajectbegeleiding Jeugdgezondheidszorg
J-GGZ
Geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen
JHV
Jeugdhulpverlening
JHVJB
Jeugdhulpverlening en jeugdbescherming
JJI
Justitiele jeugdinrichtingen
J-LVG
Zorg voor licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen
LHJR
Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering
MKD
Medisch kleuterdagverblijf
MOD
Medisch orthopedagogisch dagverblijf
NVP
Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen
OJO
Overleg jeugdzorg Overijssel
OTS
Onder toezichtstelling
OVA
Overheidsbijdrage in de ontwikkeling van arbeidskosten
STP
Scholings- en trainingsprogramma's
VG
Video gezinsbehandeling
VNG
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
VWS
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
WJZ
Wet op de jeugdzorg
WMO
Wet maatschappelijke ondersteuning
ZAO
Zorgaanbieders Jeugdhulpverlening Overijssel
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
37
13.7
Bijiage 7 Geraamde activiteiten 2006 per instelling
Specificatie bearote subsidie 2006 Prijs per eenheid
Hoeveelheid
Subsidiebedrag
n.n.b.
775.000
GS3 LINDENHOUT TOTAAL VERBLIJF TOTAAL JEUGDHULP TOTAAL OVERIGE POSTEN Overname subsidie vanuit Gelderland (effect gebiedsaanpassing) TOTAAL
775.000
PACTUM Dag- en nachthulp: Pleegzorg:
18.646
93.230 93.230
TOTAAL VERBLIJF TOTAAL JEUGDHULP Huisvesting
4.777
TOTAAL OVERIGE POSTEN
4.777
SUBTOTAAL V/H OVERIJSSELS DEEL Overname subsidie vanuit Gelderland (effect gebiedsaanpassing)
98.007 n.n.b.
TOTAAL
2.145.000 2.243.007
OKV DE KIJ/Latijnse School TOTAAL VERBLIJF TOTAAL JEUGDHULP TOTAAL OVERIGE POSTEN Overname subsidie vanuit Gelderland (effect gebiedsaanpassing) TOTAAL
38
n.n.b.
230.000 230.000
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
Specificatie beqrote subsidie 2006 Prijs per eenheid
Hoeveelheid
Subsidiebedrag
46.479
123
5.716.917
43.650 36.527
16
698.400
31
1.132.337
Basisvariant
8.877
433
3.843.741
Uit MEE
9.243
15
138.645
Boddaert
22.125
19
420.375
Boddaert
17.700 29.417
19
336.300
51
1.500.267
TRIAS JEUGDZORG Dag- en nachthulp: Specialistisch/crisisopvang PI usva riant Basisvariant Pleegzorg:
Dagbehandeling:
MKD MKD
17.700
51
902.700
Team ambulante gezinshulp, ouder/kindgroep MOD
29.417 29.417
20
588.340
14
411.838
792
15.689.860
8.402
30
252.060
4.171
40
166.840
13.377
7
93.639
TOTAAL VERBLIJF Jeugdhulp (ambulant): HaH - IOG HaH - VG
Begeleid wonen extern/roomservice TOTAAL JEUGDHULP
77
512.539
Huisvesting
1.841.632
ATW en Dijkstal en Van Rijnmiddelen
1.501.904
Vervoer
107.108
TOTAAL OVERIGE POSTEN
3.450.644
TOTAAL
19.653.043
COMMUJON Dag- en nachthulp: Specialistisch/achtervang
58.691
40
2.347.640
Specialistisch/crisisopvang Specialistisch
59.067
10
46.479
28
590.670 1.301.412
43.650 36.527
23
1.003.950
Intensief Basisvariant TOTAAL VERBLIJF
18
657.486
119
5.901.158
8
78.608
Jeugdhulp (ambulant):
-
Begeleiding/nazorg
9.826
HaH - Families First - intensief ambulant
6.980
TOTAAL JEUGDHULP
109
760.820
117
839.428
Huisvesting Dijkstal- en Van Rijnmiddelen
270.661 469.467
TOTAAL OVERIGE POSTEN
740.128
TOTAAL
7.480.714
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
39
Specificatie begrote subsidie 2006 Prijs per eenheid
Hoeveelheid
Subsidiebedrag
Specialistisch
46.479
20
929.580
Intensief
43.650
70
3.055.500
Basis
36.527
11
401.797
Licht 1
12.516
25
312.900
Licht 3
28.141
4
112.564
Plusvariant
29.417
85
2.500.445
Basisvariant
22.125
JARABEE Dag- en nachthulp:
Dagbehandeling:
TOTAAL VERBLIJF
71
1.570.875
286
8.883.661
130
1.087.450
Jeugdhulp (ambulant): HaH - IOG/VG
8.365
LOG
5.652
15
84.780
MOD
5.644
29
163.676
174
1.335.906
Subtotaal Jeugdhulp Nieuw aanbod: 10.560
32
337.920
Spelgroep
IOSC
3.375
12
40.500
Speltherapie
4.500
7
31.500
SOVA
2.925
68
198.900
Verwerkingsgroep
5.100
12
61.200
Zelfcontrole
3.100
12
37.200
Ambulante interventie
2.925
30
87.750
147
730
107.310
Flexbedden TOTAAL JEUGDHULP Huisvesting
2.238.186 1.576.525
Frictiekosten/scholing
234.439
Toeslag ATW
338.932
Vervoerskosten
314.139
Van Rijn- en Dijkstalmiddelen
989.020
TOTAAL OVERIGE POSTEN TOTAAL
40
3.453.055 14.574.902
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
Specificatie begrote subsidie 2006 Prijs per eenheid
Hoeveelheid
388 943 5 159 339 1.800 34 60 100 100
Subsidiebedrag
BUREAU JEUGDZORG OVERIJSSEL (v) OTS < 1 jaar
6.066
OTS overig
5.057
Voorlopige voogdij Overig voogdij
5.108 3.701
Jeugdreclassering
3.806
Centra le overhead
260 104 678 1.214 1.626
Idem Samenloop ITB harde kern ITB criem
2.353.608 4.768.751 25.540 588.459 1.290.234 468.000 3.536 40.680 121.400 162.600
Afrondingen Justitietaken Indicatiestelling
-/- 377 9.822.431 4.908.758
Casemanagement/contactpersoon Idem Deventer
350.000
AMK
838.891
Consultatie/deskundigheidsbevordering voorl. Voorz.
456.243
Niet-gemdiceerde ambulante zorg
2.335.987
Kindertelefoon Totaal VWS taken
31.507 8.921.386
Clientvertrouwenspersoon bureau jeugdzorg Experimenten / EKC
213.679
Steunfuncties Overige posten TOTAAL
117.518 331.197 19.075.014
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
41
Specificatie begrote subsidie 2006 Prijs per eenheid
Hoeveelheid
Subsidiebedrag
(v) OTS < 1 jaar
6.066
535
3.245.310
OTS overig
5.057
904
4.571.528
Voorlopige voogdij
5.108 3.701 3.806
22
112.376
375
1.387.875
103
392.018
260
1.800
468.000
104
139
14.456
678
38
25.764
1.214 1.626
-
-
-
-
LEGER DES HEILS JEUGDZORG EN RECLASSERING
Overig voogdij Jeugdreclassering Centrale overhead Idem Samenloop ITB harde kern ITB criem Afrondingen in doeluitkering
-/- 331 10.216.996
Justitietaken VWS taken: Pleegzorg v/h justitieel
8.877
450
Pleegzorg vrijwillig
8.877
6
3.994.650 53.262
Voortgezette hulpverlening
7.570
4
30.280
Lagere doeluitkering VWS/Justitie Totaal verblijf Overige posten TOTAAL
42
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006
-/- 11.573 4.066.619 -
14.283.615