Vergroenen van de werkplek
ArbeidÊ&ÊMilieu
Inhoudsopgave Powerpointpresentatie ‘Vergroenen van de werkplek’ _________________________ 4 Groepsopdracht ______________________________________________________ 28 Syndicale instrumenten milieu en energie _________________________________ 30 Artikels _____________________________________________________________ 34 Dossier groene werkplaatsen ____________________________________________ 35 Dossier energiebesparing in bedrijven ____________________________________ 38 Biodiversiteit en bedrijven ______________________________________________ 42 Dossier Duurzaam materialenbeheer _____________________________________ 45 Dossier Sociale innovatie _______________________________________________ 50 Vergroenen van de dienstensector _______________________________________ 52 Interviews __________________________________________________________ 57 Umicore Hoboken: een turbulente geschiedenis ____________________________ 58 Bedrijf in de kijker: Norbord _____________________________________________ 62 Delegee aan het woord: Picanol _________________________________________ 66 Vakbondsafgevaardigden maken het verschil bij Honda Europe Gent ___________ 68 Delegee aan het woord: Tuur Vanmuysen, Ave Regina ________________________ 71 Luc, Dirk en Frank: lassers en kraanmachinist bij Ellimetal _____________________ 74 Nuttige Links ________________________________________________________ 77 Notities _____________________________________________________________ 81
3
Powerpointpresentatie ‘Vergroenen Thema: Vergroening van de arbeidsmarkt
1. Voorstelling
Inhoud Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected] [email protected]
1. Voorstelling 2. Mini-quiz 3. Waarom vergroenen? 4. Kader = Rechtvaardige Transitie 5. Link met dagelijkse syndicale werking en werknemersbelangen PAUZE - 10’ (enkel bij voormiddagsessie!) 6. Vergroening in de praktijk 1. 2.
Voorbeelden top-down Voorbeelden bottom-up
7. Invalshoeken voor actie 1. 2.
Top-down bijsturen Bottom-up aansturen
8. Syndicale strategie 9. Voorbeeldacties 10. Nuttige tools GROEPSOPDRACHT - 45’ (enkel bij voormiddagsessie!)
Thema: Vergroening van de arbeidsmarkt
Vergroenen van de werkplek Jorre Van Damme | coördinator | Arbeid & Milieu vzw e-mail:
[email protected] Thijs Calu | educatief medewerker | Arbeid & Milieu vzw e-mail:
[email protected]
4
van de werkplek’ 1. Voorstelling Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Jorre Van Damme Coördinator Arbeid & Milieu
Thijs Calu Educatief medewerker Arbeid & Milieu
Arbeid & Milieu vzw • Wat?
Samenwerking tussen 3 vakbonden aan Vlaamse zijde ACV, ABVV, ACLVB en milieubeweging (Bond Beter Leefmilieu)
•
Doel? Informeren en sensibiliseren over sociale en ecologische thema’s Overleg tussen vakbonden en milieubeweging Beleidsadvisering rond gemeenschappelijke standpunten
1. Voorstelling Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
• Hoe? o o o o
Vormingen Bedrijfsbezoeken Rondetafels Magazine
• Projecten o o
Groene Jobs Green Workplaces
1. Voorstelling Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
AM Magazine
www.a-m.be
5
1. Voorstelling Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Korte voorstellingsronde cursisten
Thema: Vergroening van de arbeidsmarkt
2. Mini-quiz
2. Mini-Quiz Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
1. Hoeveel water is er nodig voor de productie van 1 kg rundsvlees? a. 1000 liter b. 5000 liter c. 20.000 liter d. 100.000 liter 2. Een Vlaams proefproject rond het mobiliteitsbudget resulteerde in: a. 3% minder autogebruik voor het woon-werkverkeer b. 18% minder autogebruik voor het woon-werkverkeer c. 24% minder autogebruik voor het woon-werkverkeer d. 37% minder autogebruik voor het woon-werkverkeer
6
2. Mini-Quiz Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
3. Insecten zijn verantwoordelijk voor de bestuiving van: a. 17% van de landbouwgewassen in Europa b. 36% van de landbouwgewassen in Europa c. 57% van de landbouwgewassen in Europa d. 84% van de landbouwgewassen in Europa 4. Als we aan het huidige tempo olie verbruiken, is er nog olie tot: a. 2023 b. 2045 c. 2080 d. 2100
2. Mini-Quiz Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
5. Hoeveel van de industriële KMO’s (in Nederland) kon in de afgelopen 3 jaar niet tijdig beschikken over voldoende grondstoffen, waardoor de productie moest onderbroken worden en producten niet tijdig konden geleverd worden? a. 1 op 20 b. 1 op 10 c. 1 op 5 d. 1 op 3
2. Mini-Quiz Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Antwoorden: 1. Hoeveel water is er nodig voor de productie van 1 kg rundsvlees? c. 20.000 liter 2. Een Vlaams proefproject rond het mobiliteitsbudget resulteerde in: d. 37% minder autogebruik voor het woon-werkverkeer 3. Insecten zijn verantwoordelijk voor de bestuiving van: d. 84% van de landbouwgewassen in Europa 4. Als we aan het huidige tempo olie verbruiken, is er nog olie tot: b. 2045 5. Hoeveel van de industriële KMO’s (in Nederland) kon in de afgelopen 3 jaar niet tijdig beschikken over voldoende grondstoffen? d. 1 op 3
7
Thema: Vergroening van de arbeidsmarkt
3. Waarom vergroenen?
3. Waarom vergroenen? Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Afhankelijkheid van niet-duurzame energiebronnen Aan de huidige verbruikssnelheden en prijzen spreekt men over conventionele voorraden van • 20 jaar voor olie • 50 jaar voor aardgas • 200 jaar voor steenkool Prognoses worden jaarlijks bijgewerkt, maar aan de finaliteit verandert weinig. Nieuwe reserves worden nog wel gevonden maar hun ontginning is veel kostelijker zodat de prijs zal blijven stijgen en de fossiele brandstoffen zichzelf uit de markt prijzen.
3. Waarom vergroenen? Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
8
Uitputting van grondstoffen
3. Waarom vergroenen? Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Uitputting van grondstoffen
3. Waarom vergroenen? Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
De klimaatproblematiek
3. Waarom vergroenen? Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Verlies van biodiversiteit • Sinds 1970: • 33% dierenbestand verdwenen • 20% zeewierenbestand en mangrovegebied verdwenen • 40% koraalriffen verdwenen
• Haagen-Dazs, de beroemde ijsproducent, sponsort een onderzoek naar bijensterfte. Reden: zo’n 50% van de ingrediënten die smaak aan ijs verlenen, worden geproduceerd dankzij bestuiving door bijen. Verschillende smaken moesten verdwijnen wegens geen grondstof meer. Een bewijs dat dit bedrijf zich heel bewust is van het gevaar op lange termijn van het verlies aan biodiversiteit, voor haar economische activiteit.
9
3. Waarom vergroenen? Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
De waterproblematiek
3. Waarom vergroenen? Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Fixatie op economische groei als bron van welvaart
3. Waarom vergroenen? Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
10
Fixatie op economische groei als bron van welvaart
3. Waarom vergroenen? Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Fixatie op economische groei als bron van welvaart
Thema: Vergroening van de arbeidsmarkt
4. Kader = Rechtvaardige Transitie
4. Rechtvaardige Transitie Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Transitie naar wat?
Minder materiaalgebruik, en andere productieprocessen
11
4. Rechtvaardige Transitie Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Transitie naar wat?
Minder energie, en andere energie
4. Rechtvaardige Transitie Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
DE NIET-ONDERHANDELBARE GRENS 8ha 2 ha Aug.22, 2012 Earth Overshoot Day
4. Rechtvaardige Transitie Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
12
4. Rechtvaardige Transitie Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Groene jobs? • Eco-industrie o Zonnepanelen / windenergie / warmtepompen o Waterzuivering / bodemsanering o Consultancy (energiebesparing)
• Vergroening/verduurzaming van de hele economie ! o 85% van de economie die moet veranderen of zal verdwijnen o Schaarste aan energie en grondstoffen / klimaat(beleid) o Energie-efficiëntie X 100 o Materiaalgebruik 10 X lager o Nieuwe productieprocessen / C2C / nieuwe businessmodellen / ...
4. Rechtvaardige Transitie Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Groene economie = groene jobs = goede jobs?
4. Rechtvaardige Transitie Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
streven naar een duurzame, sociaal rechtvaardige samenleving als einddoel ook de weg ernaartoe is belangrijk de transitie zelf moet op een sociaal rechtvaardige wijze verlopen de overheid moet ervoor zorgen dat de inspanningen die gevraagd zullen worden, haalbaar en betaalbaar zijn voor iedereen De transitie heeft het meeste kans op slagen indien er voldoende draagvlak wordt gecreëerd Het middenveld heeft hierin een belangrijke rol te spelen.
13
Thema: Vergroening van de arbeidsmarkt
5. Link met dagelijkse syndicale werking en werknemersbelangen
5. Link met syndicale werking Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Uitgangspunten 1. Bijna alle sectoren zullen grondige veranderingen doormaken 2. Kijken naar bedrijf, niet zozeer naar “bedreigde” sector(en) 3. Niet wachten op glazen bollen of deus ex machina 4. Wel organisatie richten op verandering impliceert sociale innovatie, niet alleen technologische 5. Inspraak / werknemersbetrokkenheid is cruciaal
voor succes van de noodzakelijke veranderingen an sich én voor het gewenste verloop van de onvermijdelijke veranderingen
5. Link met syndicale werking Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Vergroening = Syndicaal thema? Beschermen werkgelegenheid en belangen werknemers op lange termijn: • Eindigheid grondstoffen • Behoud milieuvergunning • Voorlopen op wetgeving die er vroeg of laat komt = concurrentieel voordeel • Bescherming werknemersbelangen bij invoering nieuwe technologieën (opleidingen? hoe wordt de nieuwe technologie ingevoerd? ...) • Gezondere en dus gelukkigere werknemers
14
5. Link met syndicale werking Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Vakbondsthema?
Planet
People
Profit
5. Link met syndicale werking Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Impact vergroening op werknemers = corebusiness van vakbond! 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Herstructurering Veiligheid en gezondheid op het werk Vorming en opleiding / werkpostveranderingen Werkzekerheid / outplacement / brugpensioen Mobiliteit Inspraak / werknemersbetrokkenheid Statuten / bescherming & arbeidsvoorwaarden, ... “Slechte” voorbeelden zijn ook leerrijk!!
Thema: Vergroening van de arbeidsmarkt
PAUZE (enkel voormiddagsessies)
15
Thema: Vergroening van de arbeidsmarkt
6. Vergroening in de praktijk
6. Vergroening in de praktijk Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
6.1 Voorbeelden TOP-DOWN vergroening
Case 1: Umicore Hoboken 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Herstructurering Veiligheid en gezondheid op het werk Vorming en opleiding Werkzekerheid / outplacement / brugpensioen Mobiliteit Inspraak / werknemersbetrokkenheid Statuten / bescherming & arbeidsvoorwaarden, ...
6. Vergroening in de praktijk Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
16
6.1 Voorbeelden TOP-DOWN vergroening
Case 1: Umicore Hoboken
6. Vergroening in de praktijk
6.1 Voorbeelden TOP-DOWN vergroening Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Case 2: Tessenderlo chemie 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Herstructurering Vorming en opleiding Werkzekerheid Werkpostveranderingen Inspraak / werknemersbetrokkenheid Statuten / bescherming & arbeidsvoorwaarden, ...
6. Vergroening in de praktijk Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
6.1 Voorbeelden TOP-DOWN vergroening
Case 3: Norbord Genk 1. Veiligheid en gezondheid op het werk 2. Vorming en opleiding 3. Inspraak / werknemersbetrokkenheid
Case 4: Bombardier Brugge 1. Veiligheid en gezondheid op het werk 2. Inspraak / werknemersbetrokkenheid
6. Vergroening in de praktijk Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
6.2 Voorbeelden BOTTOM-UP vergroening
Case 5: Picanol 1. Inspraak / werknemersbetrokkenheid 2. Mobiliteit 3. Materialen Film Picanol
17
6. Vergroening in de praktijk Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
6.2 Voorbeelden BOTTOM-UP vergroening
Case 6: Honda Europe Gent 1. Donderdag veggiedag 2. …
Case 7: AVE Regina 1. Milieuvergunning 2. …
6. Vergroening in de praktijk Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
6.2 Voorbeelden BOTTOM-UP vergroening
Case 8: Ellimetal (Genk/Meeuwen) 1. Energie 2. Arbeidsomstandigheden 3. … Film Ellimetal
Thema: Vergroening van de arbeidsmarkt
7. Invalshoeken voor actie
18
7. Invalshoeken voor actie Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
7.1 TOP-DOWN vergroening bijsturen Uitgangssituatie = het management neemt initiatief voor vergroening
Houd de vergroening op zich niet tegen, maar bepaal wel mee de voorwaarden van de veranderingen Gebruik sociale innovatie als hefboom voor een sociaal wenselijke verandering (niet louter efficiëntiewinsten) Wees waakzaam voor het verschil tussen veranderingen ten goede (ecologisch en bedrijfseconomisch) en zuivere besparingsmaatregelen Eis inspraak in het proces Kijk naar wat er verandert voor wie op de werkvloer en stuur bij waar nodig Anticipeer waar mogelijk op toekomstige evoluties Doe eventueel bijkomende suggesties (bottom-up initiatieven)
7. Invalshoeken voor actie Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
7.2 BOTTOM-UP vergroening aansturen Uitgangssituatie = het management neemt geen initiatief voor vergroening
Anticipeer op evoluties waaraan de sector onderhevig is en waar het bedrijf nalaat te vergroenen Betrek zoveel mogelijk collega’s van de werkvloer via concrete acties Leg goed uit waarom deze acties noodzakelijk zijn “Bespaar op materiaal en energie en niet op mensen” Pak niet alles ineens aan, maar start met haalbare doelstellingen, op maat van je eigen mogelijkheden en die van je collega’s Ga eerst voor de quick-wins, dan pas voor het strategische verhaal “Better, not cheaper”
Thema: Vergroening van de arbeidsmarkt
8. Syndicale strategie
19
8. Syndicale strategie Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Bestaande initiatieven rond vergroening door werkgever, vaak door:
• Imago
• Effect MVO op rentabiliteit
8. Syndicale strategie Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
“Bedrijven die duurzaamheid hebben verankerd in
hun bedrijfsvoering, doen het beter dan vergelijkbare bedrijven uit dezelfde sector die geen aandacht aan duurzaamheid besteden”
Conclusie uit onderzoek (A.T. Kearney, 2009) onder 99 bedrijven uit 18 sectoren die zijn opgenomen in de ‘Dow Jones Sustainability Index’ en/of de ‘Goldman Sachs SUSTAIN focus list’ Over een periode van 3 maanden (september – november 2008) bleken duurzame bedrijven gemiddeld 10% beter te presteren. Over een periode van 6 maanden (mei – november 2008) was dit verschil zelfs 15%
8. Syndicale strategie Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Conclusie Bestaande initiatieven zijn goed, maar zijn nog te vaak ingegeven door louter financiële belangen, waardoor bepaalde wanpraktijken bijven bestaan. Werknemers vaak weinig betrokken.
Vakbond als ondersteuner van bestaande initiatieven en katalysator van nieuwe initiatieven
20
8. Syndicale strategie Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Syndicale strategie voor het vergroenen van de werkplek Ondernemingsraad Sociaal, economisch en financieel beleid Personeelsbeleid, arbeidsorganisatie, financiële toestand en econ. situatie (EFI), arbeidsvoorwaarden, invoering van nieuwe technologieën, ... Milieu komt meestal onrechtstreeks aan bod Stel vragen rond het investeringsbeleid, opleidingen, wordt er rekening gehouden met welzijn werknemers bij invoering nieuwe technologie, ...
8. Syndicale strategie Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Syndicale strategie voor het vergroenen van de werkplek Comité ter preventie en bescherming op het werk Welzijn op het werk Veiligheid en gezondheid Hygiëne, ergonomie en milieu Verfraaiing van de werkplaats, ... Heel wat insteken/ bevoegdheden om voorstellen rond vergroening op de agenda te zetten.
8. Syndicale strategie Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Syndicale aanknopingspunten Informatie en adviesrecht via: - Milieuvergunning - Geplande milieumaatregelen en investeringen - Jaarlijks Actieplan (JAP) (vóór 1 november) - Integraal Milieujaarverslag (vóór 15 maart) - Jaarverslag milieucoördinator - Jaarlijkse toelichting milieubeleid Sta op je strepen! Betrek collega-werknemers bij de voorbereiding van bepaalde voorstellen. Zij kennen hun werkplaats en hebben vaak goede voorstellen
21
8. Syndicale strategie Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Stappenplan
Case: Duurzame catering binnen het bedrijf
Bepaal je doel • Verduurzamen van de catering op lange termijn
Informeer jezelf • Via bestaande tools zoals labelinfo.be, brochures duurzaam van 9 – 5 (www.a-m.be) • Betrek collega werknemers!
Overtuig je werkgever • Duurzaam ondernemen = economisch verantwoord
Plan een actie • Start met een haalbare actie (bvb. duurzame koffie voor het personeel)
Bepaal syndicale strategie • Via CPBW : Bevoegd voor welzijn op het werk. Maak hier een agendapunt van
Evalueer + eventueel vervolg • Is de actie geslaagd? Waar is het eventueel foutgelopen? Plan een vervolg bij succes
Thema: Vergroening van de arbeidsmarkt
9. Voorbeeldacties
9. Voorbeeldacties Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Kantine
• • • • •
22
Donderdag Veggiedag Fair Trade Koffie Vermijd plastieken bekers Kraantjeswater ipv flessen ...
9. Voorbeeldacties Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Energie • Doe een energiescan en detecteer de ‘quick wins’ • Mogelijkheid om zelf energie op te wekken via zonnepanelen, windmolens, ...? • Kan de verlichting vervangen worden door energiezuinigere verlichting? Of eventueel via een andere technologie? (bv. lichtkoepels van econation) • Is het mogelijk om restwarmte elders in het productieproces te gebruiken? Of eventueel uit te wisselen met een ander bedrijf? • Werknemers die dagdagelijks aan ‘hun’ machine staan hebben vaak goede voorstellen omtrent energiebesparing.
9. Voorbeeldacties Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Biodiversiteit • Insectenhotel • Bloemenweide in plaats van gazon (minder onderhoud) • Poel • Vermijd gebruik van pesticiden Het beheren van een bedrijventerrein kan eventueel een leuke teambuildingactiviteit vormen.
Meer info over het duurzaam beheren van bedrijventerreinen:
[email protected]
9. Voorbeeldacties Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Materialen • Ladder van lansink (afval) Preventie Hergebruiken Recycleren Verbranden (met energie- en warmterecuperatie) Storten
• Concreet: Vermijdt verpakkingen Hergebruik van grondstoffen/ reststromen Probeer zoveel mogelijk gebruik te maken van hernieuwbare en gerecycleerde/ te recycleren stoffen
23
9. Voorbeeldacties Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Materialen • MAMBO (Minder Afval Meer BedrijfsOpbrengsten) Gratis softwarepakket dat de totale afvalkost van je bedrijf berekent op basis van beschikbare gegevens. Download via www.ovam.be.mambo
9. Voorbeeldacties Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Aankopen • Hou rekening met ‘duurzaamheidslabels’ voor bepaalde aankopen (bv. kantoormateriaal, catering,...). www.labelinfo.be: oplijsting van labels per productcategorie, met info over de gebruikte criteria en of er een al of niet externe, onafhankelijke controle is gebeurd.
9. Voorbeeldacties Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Aankopen • Zorg via het CPBW voor werkkledij die in werkbare omstandigheden werd geproduceerd via www.schonekleren.be • Op www.milieukoopwijzer.be vind je tips voor duurzame aankopen per productcategorie Filmpje Basta: ‘groene labels’
24
9. Voorbeeldacties Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Water • Waterscan • Opvangen regenwater • Hergebruik (licht) vervuild afvalwater in ander productieproces • Leg een groendak aan • Gebruik ecologische kuisproducten • Vermijd gebruik hoogwaardig water bij laagwaardige toepassingen • Hergebruik thermisch verontreinigd koelwater
9. Voorbeeldacties Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Mobiliteit • IJver voor een fietsvergoeding, veilige fietsenstallingen en douches • Stimuleer carpooling door bv. voorbehouden parkeerplaatsen aan te bieden. • Laat je bedrijf zich aanmelden bij Carpoolplaza.be. Op die manier vind je medecarpoolers in de buurt. Op de website vind je ook verdere info over carpoolen (fiscale voordelen, carpoolparkings, ...) • Eventueel kan het bedrijf bedrijfsfietsen ter beschikking stellen van haar werknemers? • Stel een bedrijfsvervoerplan op. Hierbij worden alle verplaatsingen van en naar het bedrijf in kaart gebracht en geoptimaliseerd, met de nadrukkelijke bedoeling om het aantal autokilometers te verminderen. Er wordt een concreet actieplan aan gekoppeld met concrete doelstellingen.
9. Voorbeeldacties Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Mobiliteit • Laat regelmatig de bandenspanning van de bedrijfswagens nakijken. Dit kan heel wat brandstof besparen.
! Een belangrijk aanknopingspunt is de 3-jaarlijkse diagnostiek woonwerkverkeer, verplicht voor bedrijven met meer dan 100 werknemers. Dit is een analyse van het woon-werkverkeer, de bereikbaarheid en reeds genomen maatregelen. De diagnostiek moet aan de OR worden voorgelegd voor ze naar de federale overheid wordt verstuurd.
25
Thema: Vergroening van de arbeidsmarkt
10. Nuttige tools
10. Nuttige Tools Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Nuttige tools
• Brochures duurzaam van 9 to 5 (www.a-m.be projecten)
• www.voetafdrukduurzaamondernemen.be
Breng in kaart waar je het grootste succes kan boeken binnen jouw onderneming.
10. Nuttige Tools Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Nuttige tools
• Groene arbeidsplaatsen: handleiding voor vakbondsafgevaardigden
26
11. Groepsopdracht (optioneel) Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
Enkel voor voormiddagsessies !
Zie bijlage Groepsopdracht in de bundel
Tweekerkenstraat 47 1000 Brussel 02/ 325 35 00 www.a-m.be
[email protected]
27
Groepsopdracht Vergroening van de werkplek Timing: (45’) • Toelichting van de opdracht door de lesgever: 5’ • voorbereiding in groepjes: 30’ • voorstelling van 2 cases door 1 persoon per groepje en bespreking door iedereen: 20’
Verdeling in groepen: • van 4 à 5 personen • bij voorkeur van hetzelfde bedrijf / of anders van dezelfde sector / of anders van een vergelijkbare activiteit (diensten of productie) • ongeveer de helft van de groepjes neemt als uitgangspunt van de case een top-down scenario (bijsturen van vergroening); • de andere groepjes nemen een case bottom-up scenario (aansturen van vergroening)
Voorstelling van 2 cases: • 1 x Top-down (bijsturen): voorstelling van de uitgewerkte case door 1 afgevaardigde van een groepje + korte bespreking met iedereen (10 minuten) • 1 x Bottom-up (aansturen): voorstelling van de uitgewerkte case door 1 afgevaardigde van een groepje + korte bespreking met iedereen (10 minuten )
28
OPDRACHT: Kies één van de 2 mogelijke scenario’s waarbij er in jouw bedrijf/sector activiteit een vergroening plaatsvindt 1) ofwel op initiatief van het management (top-down) o neem dit scenario bij voorkeur als er in jouw bedrijf momenteel zo’n proces plaatsvindt; o (1) indien niet, probeer dan uit de voorbeelden van de cursus af te leiden wat er in jouw bedrijf zou kunnen gebeuren op termijn
a)
schat in op welke syndicale aandachtspunten het (al dan niet
lopend) proces van vergroening een invloed kan hebben
stel (waar mogelijk) een oplossing voor om deze negatieve
b)
gevolgen te beperken, en zoek waar mogelijk een win-win
TIPS VOOR ELKE GROEP
voor werknemer en bedrijf
bepaal een strategie om deze negatieve gevolgen bij te sturen
• Vertrek vanuit je eigen situatie in jouw bedrijf/sector/activiteit en vanuit je eigen mogelijkheden, je hoeft dus niet noodzakelijk heel ambitieus te zijn
c)
waar nodig (1) De lesgever zal kort peilen en in eerste instantie uitgaan van de reële situatie in je bedrijf (vindt er reeds een proces van vergroening plaats of niet) om een scenario (top-down of bottom-up) aan een groep toe te wijzen. Pas als er een groot onevenwicht is in de groepen, krijg je dit scenario opgelegd.
• Maak gebruik van wat je net hebt geleerd in de vorming (de PowerPoint presentatie)
2) ofwel op eigen initiatief als afgevaardigde (al dan niet op aangeven van een collega op de werkvloer)
• Maak eventueel gebruik van het extra materiaal achteraan in de bundel (de artikels en interviews) voor inspiratie
neem dit scenario bij voorkeur als je van oordeel bent dat er in jouw bedrijf nog te weinig initiatieven worden genomen om de activiteiten van het bedrijf duurzamer te maken
a)
overleg in groep op welk vlak een vergroening het meest
noodzakelijk is
b)
bepaal op welk thema je prioritair wil inzetten
c)
bepaal een strategie om de actie voor vergroening door te
voeren
• Probeer uit te leggen waarom je voor een bepaalde actie gekozen hebt en waarom je voor een bepaald actiemodel gekozen hebt • Schrijf geen boek, maar duidt iemand aan in de groep die net voldoende notitie neemt om het straks aan iedereen te kunnen toelichten Veel succes!
29
Syndicale instrumenten milieu en energie Als vakbondsafgevaardigde heb je informatierechten en inspraakmogelijkheden in het milieubeleid gevoerd door je bedrijf. Je kan je werkgever wijzen op bepaalde plichten en verantwoordelijkheden en je kan bepaalde zaken voorstellen via de ondernemingsraad (OR) of via het Comité ter Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW). Als je een mandaat bekleedt voor een van deze ondernemingsorganen, kan je daar maar beter gebruik van maken om je werkomgeving zo aangenaam, veilig en gezond mogelijk te maken en te houden. Als niet-afgevaardigde kan je natuurlijk altijd gaan aankloppen bij je collega’s die wel een mandaat bezitten. Zij zullen je graag helpen.
Bevoegdheden Comité voor Preventie en Bescherming op het werk Het CPBW is een overlegorgaan op ondernemingsvlak waarin zowel werkgeversvertegenwoordigers als werknemersvertegenwoordigers zetelen. Het CPBW heeft als algemene opdracht op een actieve manier bij te dragen tot de verbetering van het welzijn van de werknemers op het werk. Het begrip ‘welzijn op het werk’ omvat naast de veiligheid en de bescherming van de gezondheid van de werknemer op het werk ook maatregelen die de onderneming neemt inzake hygiëne, ergonomie en… milieu. Het CPBW moet er op toezien dat het beleid inzake welzijn op het werk rekening houdt met de behoeften en risico’s op al deze domeinen. De milieubevoegdheden waarover het CPBW wettelijk kan beschikken zijn zeer uitgebreid. Je kan gerust spreken van een volledig informatie- en adviesrecht.
30
Welke informatie moet je krijgen als lid van het CPBW? • Een kopie van de milieuvergunningsaanvraag. • Een kopie van de beslissing tot al dan niet toekenning van de vergunning. • Een kopie van het milieujaarverslag, vóór 1 april. • Jaarlijks een omstandige toelichting van de werkgever over het gevoerde milieubeleid. • Het jaarverslag van de milieucoördinator, vóór 1 april + een afschrift van zijn adviezen. • De werkgever moet alle toelichtingen met betrekking tot het milieu of externe veiligheid bezorgen waar een lid van het CPBW om vraagt.
• Maand- en jaarverslagen van de interne en externe dienst PB. Welke info moet je ter beschikking hebben? • Een kopie van de bijlagen bij het milieujaarverslag, vóór 1 april. • Alle documenten in verband met milieu en externe veiligheid die het bedrijf ter beschikking moet houden van de overheid, moeten ook ter beschikking gesteld worden van het CPBW. • Alle inlichtingen, verslagen, adviezen en documenten op het gebied van het welzijn op het werk, het intern en extern milieu. • De nodige documentatie betreffende de vraagstukken inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, het intern en extern milieu (lijst en gegevens van de emissiepunten met betrekking tot luchten waterverontreiniging en lijst en de locatie van de in de onderneming of inrichting gebruikte gevaarlijke stoffen en preparaten). Waarover moet je geïnformeerd worden? • De milieuvergunningsaanvragen van klasse 1-ondernemingen in de buurt (100 meter). • De wijzigingen aangebracht in het fabricatieprocédé, technieken of installaties voor zover ze een bedreiging vormen voor het milieu of de externe veiligheid. • Over de vrijwillige deelname aan het milieubeheer- en milieuauditsysteem. • Het personeel, de lokalen, het materiaal en de middelen die de werkgever ter beschikking stelt van de milieucoördinator en de interne dienst PB.
• Alle nodige informatie om met volledige kennis van zaken adviezen te kunnen uitbrengen.
• Opvolgen toepassing wetgeving en reglementeringen inzake preventie op het werk.
Over welke zaken heb je adviesbevoegdheid?
• Opvolgen werking van de interne en externe dienst PB.
• Het door de onderneming gevoerde milieubeleid, over de bedrijfsinterne milieuzorg;
• Opvolgen globaal preventieplan en jaarlijks actieplan.
• Het milieujaarverslag en jaarverslag van de milieucoördinator en de andere documenten alsook de toelichting en inlichtingen die het bedrijf aan het comité moet verstrekken. • Het globaal preventieplan en jaarlijks actieplan. • De keuze, de aankoop, het onderhoud en het gebruik van de individuele en collectieve beschermingsmiddelen zoals onder meer schoenen, maskers, veiligheidsbril, … • De taakverdeling tussen de interne en externe dienst PB, de samenstelling van de interne dienst en de keuze van de externe dienst PB. Over welke zaken heb je beslissingsbevoegdheid? • De aanwijzing, vervanging en verwijdering van de milieucoördinator of de aanstelling van een tijdelijke plaatsvervanger. • De aanduiding, vervanging, verwijdering en minimumprestaties van de preventieadviseur van de interne dienst PB of de aanstelling van een tijdelijke plaatsvervanger. Controletaken
Andere taken • Oprichten mobiele brigade o Het CPBW richt een ‘mobiele brigade’ op. Deze beperkte afvaardiging gaat bij noodgevallen onmiddellijk ter plaatse. De beperkte afvaardiging kan direct optreden, zonder de maandelijkse vergadering te moeten afwachten. • Regelmatig bezoek aan de werkplaats o Leden van het CPBW hebben eveneens het recht om de werkplaats te bezoeken samen de preventieadviseur en de bedrijfsarts om zodoende risico’s op te sporen. Ten minste 1 maal per jaar kan een grondig onderzoek ingesteld worden op alle arbeidsplaatsen. • Fungeren als aanspreekpunt voor andere werknemers o Informatie verlenen aan andere werknemers, uitwerken van onthaal en opleiding van werknemers. Het CPBW informeert eveneens regelmatig de werknemers over de activiteiten in het CPBW. • Doorspelen van vragen, klachten, opmerkingen van werknemers aan de preventieadviseur en aan het CPBW.
• Opvolgen milieubeleid van de werkgever.
31
Bevoegdheden Ondernemingsraad en Syndicale Delegatie De ondernemingsraad (OR) moet worden betrokken bij het sociaal, economisch en financieel beleid van de onderneming. Deze algemene bevoegdheid omvat vele terreinen: het personeelsbeleid, de arbeidsorganisatie, de financiële toestand en de economische situatie van de onderneming, de arbeidsvoorwaarden, de invoering van nieuwe technologieën,… . De OR moet informatie krijgen over de concurrentiemogelijkheden, de belangrijke aankoopcontracten en verkoopcontracten, de verkooptechnieken en distributiekanalen, de evolutie van de omzet, de kostprijzen en verkoopprijzen per eenheid, de marktpositie,… enzovoort.
gen van de OR maar ze kunnen altijd op een onrechtstreekse manier worden benaderd. Milieuvraagstukken kunnen dus altijd behandeld worden via de economische en financiële informatie (investeringsbeleid, milieulasten,…) of via sociale vraagstukken (werkgelegenheid, vorming, werkorganisatie,…).
Milieuproblemen komen meestal niet rechtstreeks aan bod in de vergaderin-
• Alle documenten inzake milieu en gezondheid.
Welke info moet je krijgen als lid van de OR? Het milieujaarverslag van de milieucoördinator Welke informatie moet je ter beschikking hebben?
• EFI (economisch-financiële informatie): deze gegevens worden jaarlijks besproken op de OR. Op die manier kan je nagaan wat de kosten, besparingen en opbrengsten zijn van milieu-investeringen zijn. • Informatie over de investeringen via de milieucoördinator Andere taken • Bezoeken aan de werkplaatsen; • Inlichtingen verschaffen aan de andere werknemers.
De syndicale De milieucoördinator delegatie (SD) Indien er geen Comité voor Preventie en Bescherming op het werk bestaat in de onderneming, neemt de syndicale delegatie (SD) alle bevoegdheden van het CPBW over. Ook wanneer er geen ondernemingsraad is, neemt de VA een aantal taken over. In dat geval genieten de afgevaardigden volledige bescherming.
32
Heel wat bedrijven hebben de verplichting een milieucoördinator aan te stellen. Dit kan een persoon zijn die werknemer is in het bedrijf maar ook een externe adviseur. In veel bedrijven wordt de functie van milieucoördinator gecombineerd met die van preventieadviseur. De milieucoördinator heeft in vergelijking met de preventieadviseur minder formeel verplichte contacten met het CPBW. Nochtans is de milieucoördinator een sleutelfiguur voor de milieuzorg in tal van bedrijven en informatie over milieuzorg op het bedrijf is een van de rechten van de leden van het comité. Via het jaarverslag van de milieucoördinator, indien goed opgesteld, kan er heel wat nuttige informatie doorstromen naar de leden van het CPBW en de OR.
Het milieujaarverslag Heel wat bedrijven moeten verslag geven van de impact van het bedrijf op het leefmilieu via het integraal milieujaarverslag (IMJV). Dat verslag moet vóór 15 maart van elk jaar overgemaakt worden aan de overheid, waarbij er dan ook een kopie moet worden voorzien voor de leden van het CPBW en de OR. De verplicht in te vullen delen van het IMJV verschillen van bedrijf tot bedrijf.
De milieuvergunning Als een bedrijf hinder kan veroorzaken aan omwonenden, hun directe omgeving of het milieu is een milieuvergunning verplicht. In het verleden werd moest een bedrijfsleider met dergelijke activiteiten dan ook verschillende vergunningen hebben zoals een uitbatings- of exploitatievergunning (geregeld via ARAB), een lozingsvergunning, een vergunning voor het oppompen van grondwater, vergunning voor de werkingsinstallaties, ... Al deze vergunningsstelsel liepen naast elkaar waardoor het afleveren van de vergunning tot zelfs jaren kan duren. Het was pas na de staatshervorming dat de beleidsbevoegdheden inzake milieubescherming werden toevertrouwd aan de Gewesten. Vlaanderen heeft een eigen beleid uitgetekend waarbij de uitbatings- of exploitatievergunning samen met andere milieugebonden vergunning geïntegreerd tot één vergunning nl. de milieuvergunning. Er werd een nieuwe procedure uitgeschreven met duidelijke termijnen. Een bedrijf mag niet functioneren zonder milieuvergunning en moet zich houden aan de opgelegde milieuregels- en voorwaarden. Het is via de milieuvergunning dat de milieulast van de maatschappelijke en economische activiteiten in Vlaanderen tot een aanvaardbaar niveau worden beperkt. In verband met milieuvergunningen zijn er een aantal informatierechten voor vakbondsafgevaardigden. Zo moet het CPBW een kopie krijgen van de aanvraag voor een milieuvergunning en van het besluit van de overheid. Die documenten bevatten heel wat informatie nuttig voor de syndicale werking.
33
Artikels
4
34
am magazine jaargang 2012 nr 1
DOSSIER GROENE WERKPLAATSEN
groene werkplaatsen
Dossier Groene werkplaatsen
ROOD, GROEN EN BLAUW VOOR EEN GROENE(RE) WERKPLEK am magazine jaargang 2012 nr 1
copyright: Aquafin
Worden er plastieken bekertjes gebruikt in het bedrijfsrestaurant? Werd je werkkledij in dubieuze arbeidsomstandigheden geproduceerd? Wordt er kwistig met dure energie omgesprongen? Wordt duurzaam pendelen niet gestimuleerd? Bij zowat iedere werkgever is op één of meerdere vlakken ruimte voor het vergroenen van de werkplek, en daar kan jij, als delegee, aan meewerken. 5
35
De groene werkplek en sociale rechtvaardigheid: een geslaagd huwelijk? Vergroenen op zich is natuurlijk nuttig, maar ook het aspect sociale rechtvaardigheid speelt een grote rol. Een vergroening mag uiteraard niet gebeuren op de kap van de werknemer, wel integendeel. Zaak is dus om te zorgen voor een geslaagd huwelijk. Op zich is vergroening nodig voor het voortbestaan van een bedrijf op middellange termijn: we stoten met z’n allen dagelijks miljoenen tonnen broeikasgassen uit, energie en grondstoffen raken uitgeput, de biodiversiteit die nodig is voor de productie van die grondstoffen gaat zienderogen achteruit,... . Vroeg of laat krijgen we de rekening voorgeschoteld van veranderingen die er hoe dan ook komen. En die rekening zal voor sommige bedrijven helaas niet min zijn. De makkelijkste weg voor het management om die stijgende kosten voor het bedrijf op korte termijn te compenseren, is om korte termijn efficiëntiewinsten te gaan zoeken. En die worden dan al te makkelijk gevonden in het loonzakje van de werknemers. Afwachten en pas reageren als het zover is, is dus geen goede strategie. Een bedrijf dat zijn werkplek vergroent, geeft zichzelf en de jobs in dat bedrijf een toekomst. Bovendien: vergroenen is vaak ook een verhaal van investeren. En een bedrijf dat investeert, is vaker ook een bedrijf dat blijft.
What’s in it for me? Natuurlijk is het de bedoeling dat ook de werknemer beter wordt van een groenere werkplek, naast die toegenomen werkzekerheid. En dat blijkt in veel gevallen ook zo te zijn: een recente studie1 toont aan dat werknemers het belangrijker vinden te werken voor een bedrijf met aandacht voor het milieu dan dat het bedrijf louter financieel succesvol is. Naast die bevinding zijn er natuurlijk een aantal concrete voordelen verbonden aan het vergroenen van de werkplek, zowel op 6
36
am magazine jaargang 2012 nr 1
individueel als op collectief niveau. Voor de individuele werknemer is het verwerven van een fietsvergoeding uiteraard een goede zaak. Het gebruik van Fair Trade producten in de personeelsrefter zorgt er dan weer voor dat eerlijke verloning wordt gestimuleerd. Vergroening van een bedrijf moet meer zijn dan het laatste nieuwtje van de PRafdeling van het bedrijf. Het moet een fundamentele keuze zijn om toekomst te geven aan het bedrijf, en dus aan de jobs. Waar het bedrijfsmanagement zelf niets onderneemt op dat vlak, is het goed om als vakbond de vergroening op de agenda van het overleg te plaatsen en actie te ondernemen. Waar het management zelf initiatieven neemt, is het heel belangrijk om je hier als vakbond voor te interesseren, te kijken welke veranderingen er op stapel staan en wat de gevolgen zijn voor de collega’s op de werkvloer. Hoe kunnen we er tegelijkertijd voor zorgen dat we “ja” kunnen zeggen tegen de noodzakelijke veranderingen, maar dat we daar als werknemers niet de dupe van worden, wel integendeel? Verschillende vragen kunnen daarbij naar boven komen: moeten we opleiding gaan volgen om in die nieuwe omgeving te kunnen blijven werken? Valt daarbij niemand uit de boot? Komen er nieuwe veiligheiden gezondheidsrisico’s op ons af? Waar nodig kan je dan de nodige bijsturingen op tafel leggen. En hoe
vroeger je hiermee begint, hoe verder je dus vooruitkijkt, des te meer hefbomen je in handen houdt om bij te sturen waar nodig. Maak dus dat je betrokken bent bij de vergroening van je bedrijf, of die nu van onderuit moet komen of van bovenaf begint!
Oproep Arbeid & Milieu wil je helpen: in het kader van ons ‘Green Workplaces’ project willen we samen met afgevaardigden bekijken hoe we dit thema onder de aandacht kunnen brengen in het bedrijf. Heb je interesse? Bekijk alvast even de toelichting van het project en vraag ernaar bij de contactpersoon binnen jouw vakbond. Hou alvast ook onze agenda in de gaten op www.a-m.be. Jorre Van Damme, coördinator A&M Thijs Calu, educatief medewerker A&M
DOSSIER GROENE WERKPLAATSEN HET GREEN WORKPLACE PROJECT KORT TOEGELICHT Wat?
Het Green Workplace project is een project van het Europees vakverbond rond vergroening van de werkplek. Op Vlaams niveau wordt dit project getrokken en uitgewerkt door Het ACV, het Vlaams ABVV, het ACLVB en de Bond Beter Leefmilieu, samenwerkend binnen Arbeid & Milieu.
Doel van het project?
1. een aantal pilootprojecten opstarten, i.e. een traject doorlopen met een kleine voortrekkersgroep van afgevaardigden, die binnen hun respectievelijke bedrijven te maken krijgen met uitdagingen van vergroening, of hierin zelf initiatieven (willen) nemen. 2. een bijdrage leveren aan de uitwerking van een beknopt handboek voor vergroening, d.w.z. een brochure van een tiental pagina’s, bruikbaar voor een brede groep van afgevaardigden die in hun bedrijf werk willen maken van vergroening. 3. een aantal workshops organiseren, waar met een bredere groep van afgevaardigden gewerkt wordt aan de bruikbaarheid van het handboek en de rond de haalbaarheid van vergroening op de werkvloer.
Hoe willen we dit project uitwerken? 1. Met een maximale betrokkenheid van afgevaardigden.
2. Vergroening van de werkplek niet alleen zien als maatregelen die de werkomgeving duurzamer maken (zoals energiebesparende maatregelen, afvalbeleid, etc…), maar ook maatregelen die raken aan de processen en activiteit zelf van het bedrijf (best beschikbare technologieën, “better, not cheaper”, nieuwe producten en productiemethoden, etc…). 3. Zowel (1) situaties waar de verandering plaats kan vinden op initiatief van de afgevaardigde(n), als (2) gevallen waar de gevolgen van een beslissing van het management om te vergroenen in goede banen moeten geleid worden, zodat veranderingen ook werken voor de werknemers.
Contactpersonen
ACV | Fredrik Snoeck |
[email protected] ABVV | Timothy Wyffels |
[email protected] ACLVB | Sara Neirynck |
[email protected]
groene werkplaatsen
tips voor een groenere werkplek
Energie Waar kan er nog energie bespaard worden? Laten we niet onnodig lichten branden? Wordt er efficiënt omgesprongen met warmte en investeert mijn bedrijf in isolatie? Maken we gebruik van kansen om reststromen te gebruiken binnen het bedrijf of vanuit andere bedrijven in de omgeving? Of kan mij bedrijf misschien zelf energie opwekken, of gezamenlijk met andere bedrijven?
Mobiliteit Controleer regelmatig de bandenspanning van het wagenpark. Door deze simpele maatregel kan tot 3% brandstof bespaard worden. Ook fietsen kan gestimuleerd worden door het voorzien van een bedrijfsfiets, een fietsvergoeding en de nodige voorzieningen. Carpoolen kan gestimuleerd worden door het aanleggen van een carpooldatabank.
Kantine Denk aan Fair Trade koffie voor het personeel, het weren van plastic bekertjes uit de kantine, het invoeren van een Veggiedag, ...
Werkkledij Veel werkkledij wordt nog steeds geproduceerd in heel slechte arbeidsomstandigheden (geen vrije vakbonden, werkweken tot 70 uur, dwangarbeid, kinderarbeid, ...). Wil je deze praktijken niet steunen? Let dan bij de aanschaf van werkkledij. Op www.schonekleren.be kom je te weten waarop je zoal kunt letten bij de aankoop. Op www.labelinfo. be kun je nagaan welke labels bestaan voor kleding, en wat ze betekenen.
Afvalbeleid Vermijden we zoveel mogelijk het gebruik van verpakkingsmaterialen? Gebruiken we steeds het meest milieuvriendelijke alternatief? Wordt er maximaal ingezet op hergebruik en recyclage?
Biodiversiteit Neem een kijkje op www.natuurpunt.be/bedrijven en laat je inspireren door een aantal voorbeelden rond het verhogen van de biodiversiteit op je eigen bedrijventerrein. Denk hierbij aan het vermijden van pesticiden, ecologisch inrichten van restgronden, aanleggen van een groendak, ... Biodiversiteit is immers van levensbelang voor heel wat grondstoffen waar bedrijven dagelijks gebruik van maken.
am magazine jaargang 2012 nr 1
7
37
copyright:V15ben
Dossier Energiebesparing in bedrijven
NIEUW ENERGIEBESPARINGSBELEID VOOR DE INDUSTRIE:
BENCHMARKING- & AUDITCONVENANT ONDER DE LOEP Eind dit jaar loopt het benchmarkingconvenant ten einde. Het auditconvenant, de tegenhanger van het benchmarkingconvenant voor de middelgrote bedrijven, loopt af eind 2013. Deze instrumenten zijn cruciaal voor ons klimaatbeleid. Ze moesten energiebesparing stimuleren en de CO2 uitstoot van onze bedrijven verminderen. Het blijft echter een groot vraagteken in hoeverre de convenanten hierin slaagden. Zonder een transparante evaluatie van de kosten en baten van de convenanten, startte de Vlaamse Regering achter de schermen echter al met onderhandeling over een nieuw convenant. Hoe dat er zal uitzien, blijft koffiedik kijken. 4
38
am magazine jaargang 2012 nr 2
DOSSIER ENERGIEBESPARING IN BEDRIJVEN
Het benchmark- en auditconvenant, wat is dat juist? Om energiebesparing in bedrijven aan te moedigen en onze bedrijven in te schakelen in de strijd tegen de klimaatverandering koos de Vlaamse regering ervoor om –naast een aantal wetgevende verplichtingen- te werken met convenanten. De convenanten zijn vrijwillige instrumenten waarbij de bedrijven zich engageren om te investeren in energiebesparing. In ruil daarvoor krijgen ze van de overheid een aantal tegenprestaties.
sector (‘de wereldtop’). In energieplannen moeten de bedrijven aangeven hoe ze de wereldtop zullen bereiken. In ruil kregen de bedrijven een aantal voordelen: gratis rechten voor de Europese emissiehandel, voorrang bij investeringssteun, gedeeltelijke vrijstelling van heffingen op elektriciteit… Het benchmarkingconvenant bestrijkt 80 procent van het industrieel energiegebruik, en is daarmee een van de belangrijkste energiebeleidsinstrumenten dat Vlaanderen rijk is. De mate waarin het convenant succesvol is, heeft dus een zeer grote impact op het klimaatbeleid van ons land.
Benchmarkingconvenant Het benchmarkingconvenant is een overeenkomst tussen de Vlaamse regering en de Vlaamse energie-intensieve bedrijven (met een verbruik van meer dan 0,5 PJ/jaar) die van start ging in 2003. De bedrijven die het convenant ondertekenden, verbonden zich er toe om te investeren in energiebesparing, zodat ze even energie-efficiënt zouden worden als de beste bedrijven uit hun
Auditconvenant Het auditconvenant is vergelijkbaar met het benchmarkingconvenant, maar geldt voor de middenmoot van de bedrijven (een verbruik van 0,1 tot 0,5 PJ/jaar). Met dit convenant, dat in werking trad in 2005, engageren ondernemingen zich een audit uit te voeren die het energiebesparingspotentieel van de vestiging bepaalt. Vervolgens moeten
convenanten
bedrijven alle energiebesparende maatregelen met een redelijk rendement1 uitvoeren. De Vlaamse overheid van haar kant verbindt zich ertoe geen bijkomende maatregelen of doelstellingen op het gebied van energie-efficiëntie op te leggen aan de betrokken bedrijven.
Wat leverden de convenanten ons op? Eind dit jaar loopt het benchmarkingconvenant ten einde. Volgend jaar eindigt ook het auditconvenant. Bij het begin van deze legislatuur engageerde de Vlaamse regering zich daarom om een verlenging en verbreding van de convenanten door te voeren en een “klimaatconvenant” in het leven te roepen. Hoe zo’n nieuw convenant er juist zou moeten uitzien, dat zou men – volgens de beleidsnota van minister van energie Freya Vandenbossche – laten afhangen van een grondige evaluatie van de huidige convenanten. Mooie woorden, maar daar bleef het helaas bij. Tot op vandaag kreeg niemand een evaluatie am magazine jaargang 2012 nr 2
5
39
“Er is nood aan meer transparantie over de werking van de convenanten. We blijven vaststellen dat de convenanten gehuld zijn in dikke mist”.
copyright: BBL
Sara Van Dyck, BBL te zien. Vlaams parlementslid Hermes Sanctorum (Groen) legde minister Vandenbossche daarom het vuur aan de schenen en vroeg haar naar de resultaten van de convenanten. En wat bleek? De minister stelde zelf dat de meerwaarde van het benchmarkingconvenant hoogst twijfelachtig is. Onze industrie heeft wel heel wat acties ondernomen om energie te besparen. Concreet zouden de benchmarkbedrijven hun energie-efficiëntie gezamenlijk met 9,6% verbeteren in 2012 ten opzichte van 2002. Het is echter zeer onduidelijk in welke mate het convenant daarmee het beschikbare energiebesparingspotentieel realiseert (gegevens over het Vlaamse energiebesparingspotentieel in de industrie bestaan gewoonweg niet) en of ze daarmee beter presteren dan de autonome evolutie (bv. door technologische vooruitgang). Bovendien is niet geweten in hoeverre de convenanten hebben geleid tot bijkomende investeringen in energieeffiëntie en technologische innovatie. Recente cijfers van de Vlaamse milieuadministratie tonen alvast aan 6
40
am magazine jaargang 2012 nr 2
dat het met het energiegebruik van de industrie de slechte kant uitgaat. Het industrieel energiegebruik lag in 2010 17% hoger dan in 2009. Hiermee ligt het energiegebruik opnieuw hoger dan in 2000 en presteerden de bedrijven minder goed dan gepland in het convenant. Het hogere energiegebruik is voornamelijk te wijten aan een heropleving van de economie na de financieel economische crisis van 2008-2009. Jammer genoeg nam het energiegebruik in industriële installaties daarbij wel sneller toe dan het algemeen productieniveau. Dit wijst erop dat onze industrie inboet op energie-efficiëntie.
Wat heeft ons dat allemaal gekost? Tegenover deze twijfelachtige baten van het convenant, staan wel grote kosten onder de vorm van tegenprestaties van de overheid. Hoe groot die kosten juist zijn, daar bestaan volgens minister Vandenbossche geen exacte cijfers over. Laat ons even inzoomen op de voordelen van het benchmarkconvenant. De belangrijkste voordelen voor energieintensieve bedrijven die het convenant ondertekenden zijn de vrijstellingen voor accijnzen op brandstoffen, een verlaagde federale bijdrage op de elektriciteitstarieven en gratis emissierechten. Er blijken echter nergens gegevens beschikbaar te zijn over de
omvang van deze federale voordelen voor Vlaamse convenantbedrijven. Volgens een zeer ruwe inschatting op basis van onvolledige informatie becijferde de sociaal economische raad van Vlaanderen (SERV) dat de federale voordelen ongeveer 90 miljoen euro per jaar bedragen. Daarnaast is er ook geen zicht op de kostenbesparingen die sommige bedrijven konden realiseren dankzij het overschot aan gratis emissierechten dat ze ontvingen. Uit een rapport van het internationaal energieagentschap en de OESO weten we wel dat ons land 1,5 miljard aan inkomsten misliep door de accijnsvrijstelling op het gebruik van fossiele brandstoffen door de energie-intensieve industrie. Ook al ontkrachten sommigen deze OESO cijfers, het mag wel duidelijk wezen dat het om aanzienlijk minder inkomsten gaat voor onze staatskas.
Ondanks grote onduidelijkheden, kiest regering weg vooruit Minister Vandenbossche erkende in haar antwoord op een parlementaire vraag dat het niet mogelijk is af te wegen of de maatschappelijke baten van het convenant groot genoeg zijn om te verantwoorden dat het bedrijf gunsten krijgt voor die inspanningen. Ondanks deze onduidelijkheden, startte de Vlaamse Regering het overleg op over een opvolger voor de convenanten. Over deze opvolger en de doelgroep, het engagement van de toetredende bedrijven en de tegenprestaties vanwege de overheid voor dat engagement blijft het koffiedik kijken. De nieuwe convenanten worden achter gesloten schermen onderhandeld tussen de werkgevers en de Vlaamse overheid zonder te weten wat de vorige convenanten ons hebben opgeleverd…
DOSSIER ENERGIEBESPARING IN BEDRIJVEN
convenanten
“Hoewel de convenanten voorgelegd moeten worden aan de Ondernemingsraad en het Comité is er weinig effectief overleg met de werknemers in de betrokken bedrijven hierover”. Nood aan een transparant en ambitieus Vlaams industrieel energiebeleid Het echte debat met alle maatschappelijke actoren over de meerwaarde van zo’n convenant blijft dus uit. Nochtans is dit essentieel. Het energiebesparingsbeleid voor onze industrie is te cruciaal om enkel over te laten aan besprekingen en petit comité. Arbeid en milieu wees er in het verleden al op dat er nood is aan meer transparantie over de werking van het convenant en blijft bij de vaststelling dat de convenanten gehuld zijn in dikke mist. Er is niet alleen weinig tastbaar bewijs dat de convenanten zorgen voor bijkomende investeringen bij van onze bedrijven, maar ook bij de uitvoering van het convenant is de transparantie zoek en laat men de vakbonden in de kou staan. Hoewel de convenanten voorgelegd moeten worden aan de Ondernemingsraad en het Comité is er weinig overleg met de werknemers in de betrokken bedrijven hierover. Het is essentieel dat bij de hervorming van het benchmarkingen auditconvenant, de ambitie wordt opgeschroefd en dat ten volle wordt ingezet op investeringen in een betere
copyright: ACV
Bert De Wel (ACV) energie-efficiëntie. Essentieel is dat dat gebeurt op basis van een deftige evaluatie van de aflopende convenanten. De evaluatie moet niet alleen de bereikte resultaten evalueren maar ook de werking van het convenant op een transparante manier tegen het licht houden. Daarnaast moet ook de opmaak van het nieuw energiebeleidsinstrument voor onze industrie op een transparante manier gebeuren. Dat nieuw instrument moet er voor zorgen dat onze bedrijven de komende jaren effectief investeren om bijkomend energie te besparen. Daarbij moet ook de inzet van innovatieve technieken, processen en bedrijfsvoering gestimuleerd worden. Om zeker te zijn dat onze bedrijven zich inschakelen in de industrie van de toekomst, zou de overheid aan onze industriële sectoren moeten vragen om een lange termijn strategie uit te zetten voor hun energiebesparingsbeleid. Die strategie moet gericht zijn op de transitie naar een groenere koolstofarmere economie en een duurzame verankering van
groene jobs in Vlaanderen. De overheid moet onze industrie zo voorbereiden en helpen om hun veerkracht te versterken zodat ze zich kunnen inschakelen in het energiesysteem van de toekomst. Als vakbond is het belangrijk om op de hoogte te zijn van wat er gebeurt met de convenanten op bedrijfsniveau. Een convenant die echte meerwaarde oplevert op vlak van energiebesparing is een convenant die goed is voor werknemers. Ook inzicht in de gevolgen van het convenant voor de werkvloer is belangrijk, al is dit zeker geen eenvoudige opdracht. Sara Van Dyck, beleidsmedewerker energie bij Bond Beter Leefmilieu Bert De Wel, adviseur bij studiedienst ACV
am magazine jaargang 2012 nr 2
7
41
BIODIVERSITEIT
Biodiversiteit & Bedrijven Natuur beschermen op het terrein van een chemisch bedrijf? Het lijkt tegenstrijdig, maar het kan! Omnichem bijvoorbeeld, ondersteunde de inrichting van een kelder voor vleermuizen op haar bedrijventerrein. Ikea liet dan weer een poel graven voor de Europees beschermde rugstreeppad op haar bedrijventerrein in Genk. De Haven van Antwerpen laat restgronden, dijken en leidingstroken ecologisch beheren.
12
Biodiversiteit en industrie hoeven elkaar niet per se uit te sluiten. Vaak valt er op een eenvoudige en goekope manier veel te bereiken – © Freddy Lesage
ARBEID 42
& MILIEU
BIODIVERSITEIT
B
Bedrijven kunnen dus perfect en vaak op een eenvoudige manier investeren in biodiversiteit. De term biodiversiteit is een samentrekking van ‘biologische diversiteit’, waarmee de verscheidenheid aan levensvormen op onze planeet wordt bedoeld: miljoenen verschillende soorten en ecosystemen. Die biodiversiteit is erg belangrijk. Elke soort heeft zijn eigen functie en betekenis in een ingewikkeld netwerk van onderlinge afhankelijkheid. Eén schakel die wegvalt, kan het verdwijnen van vele andere soorten betekenen: Denk maar aan de teloorgang van de bijensoorten, wat een serieus gevaar betekent voor de bestuiving van heel wat plantensoorten en daarmee ook voor heel wat insecten en andere diertjes die afhankelijk zijn van deze planten. De laatste tientallen jaren sterven soorten sneller uit dan ooit tevoren. Ecosystemen raken ontwricht en dieren raken hun voedselbronnen kwijt. Een evolutie die uiteindelijk ook de mens bedreigt. Dat het niet goed gaat met de Vlaamse biodiversiteit is gekend: één op drie van onze planten en dieren is met verdwijning bedreigd of reeds uitgestorven. En de opeenvolgende natuurrapporten maken duidelijk dat het tij nog niet keert.
Welk voordeel heeft mijn bedrijf bij het instandhouden of bevorderen van de biodiversiteit? ¦! Bmt! cfesjkg! pouxjllfm! kf! ffo! hspfo! jnbhp-! xbu! tegenwoordig al snel een concurrentieel voordeel kan opleveren. ¦! Cfqbbmef! nbbusfhfmfo! {pshfo! ppl! joejsfdu! wpps! winst voor het bedrijf. Groendaken (daken die voornamelijk bestaan uit levende planten) bijvoorbeeld, werken isolerend en dus energiebesparend. ¦! Obuvvs!iffgu!ffo!qptjujfg!fggfdu!pq!ef!hf{poeifje! en productiviteit van de werknermers1. ¦! Ifu! jotuboeipvefo! wbo! ef! cjpejwfstjufju! lbo! jo! sommige gevallen ook rechtstreeks van belang zijn voor het eindproduct. Concreet betekent de bijensterfte van de laatste jaren zelfs een bedreiging voor sectoren die groenten- en fruit als grondstof gebruiken. De helft van de ingrediënten die smaak geven aan ijs is afhankelijk van bestuiving door bijen, waardoor verschillende ijssmaken in het gedrang kunnen komen.2 ¦! Ifu! fdpmphjtdi! cfiffs! wbo! ffo! cfesjkwfoufssfjo! kan een leuke setting zijn voor een teambuildingactiviteit. ¦! /// Wat kan je bedrijf concreet doen? In Vlaanderen is maar liefst 12.000 hectare bedrijsterrein onbebouwd3, en daar valt op verschillende manieren heel wat ecologische winst uit te halen. Een greep uit de maatregelen die bedrijven kunnen nemen om op deze terreinen de biodiversiteit te verhogen: ¦! Wfsnjke!hfcsvjl!wbo!qftujdjefo-!ef{f!lvoofo!ef! ganse voedselketen in gevaar brengen.
Het ecologisch beheer van een bedrijventerrein kan een leuke setting zijn voor een teambuilding-activiteit – © Erik Malfait
¦! Ljft!wpps!obuvvsmjklf!cmpfnxfjefo!fo!ipvulboufo! in plaats van beton, asfalt en gazon ¦! Lvotuoftufo-! oftulbtufo-! oftuxboefo! ///! wpps! huis-, oever- of gierzwaluwen, zwarte roodstaart, steenuil, oeverzwaluw, slechtvalk... ¦! Bbomfhhfo!wbo!qpfmfo!wpps!bnßcjfo! ¦! Lbtufo-!{pmefst-!pvef!jktlfmefst!josjdiufo!bmt!wfsblijf voor vleermuizen ¦! Epf!nff!bbo!ef!dbnqbhof!Õ2!njmkpfo!cpnfo!wpps! Vlaanderen’. Met deze campagne wil de Vereniging voor Bos in Vlaanderen (VBV) in samenwerking met Groenhart en het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) 1 miljoen bomen in Vlaanderen planten. Ook bedrijven kunnen hieraan meewerken en bijvoorbeeld een leegstaand bedrijventerrein in een bos veranderen. Alle info vind je op http:// www.1miljoenbomen.be/bedrijven.aspx ¦! Mfh!ffo!hspfoebl!bbo/!Eju!xfslu!ojfu!bmmffo!jtpmfsfoe! en dus energiebesparend, maar ook als buffer voor overtollig regenwater. De planten op het dak helpen CO2 uit de lucht te halen. En tenslotte help je de fauna en flora een handje. Niets dan voordelen dus! Tip: Neem een NGO onder de arm Bedrijven die zelf iets willen ondernemen voor de biodiversiteit, kunnen de lokale natuurvereniging betrekken in hun plannen. De samenwerking biedt enorme kansen op twee fronten. Enerzijds kan de onderneming via de vereniging deskundig advies inwinnen, soms heeft de vereniging zelfs een kant-en-klaar aanbod en heeft het bedrijf de kans om zich te profileren en te werken aan een duurzaam imago. Anderzijds levert het bedrijf aan de NGO mogelijkheden en vaak ook de logistieke en financiële middelen om hun kerntaak te ondersteunen. Natuurpunt heeft meer dan 90 positieve ervaringen met bedrijven en wil die dan ook samenbrengen en verder uitbouwen in het project biodiversiteit@bedrijven, dat in februari 2010 van start ging. Daarom werkt Natuurpunt nu aan infosessies en een basishandleiding voor bedrijven en natuurverenigingen met praktische tips, juridische context en goede bedrijfsvoorbeelden. Ken je bedrijven die geïnteresseerd zijn? Contacteer dan
[email protected]
ARBEID
&
MILIEU 43
13
BIODIVERSITEIT
Het zandwinningsbedrijf Sibelco zette de verplichtingen in de milieuvergunning voor uitbreiding om in een ambitieus natuurproject voor de omleiding van de Witte Nete. Men richtte onder andere deze nestwand voor oeverzwaluwen in – © Thijs Calu
Wat kan ik doen als vakbondsafgevaardigde? Via de Ondernemingsraad heb je recht op het inwinnen van info en mag je adviseren over alles wat met het financiële te maken heeft. Heb je een voorstel van een maatregel die de biodiversiteit rond je bedrijf kan verhogen? En heeft deze maatregel een financiële impact? Dan kun je hier alvast je voorstel lanceren. In het CPBW heb je het recht om advies te geven over maatregelen inzake leefmilieu en info hierover op te vragen, indien deze maatregelen van invloed zijn op de arbeidsveiligheid, de bescherming van de gezondheid van de werknemer op het werk, de psychosociale belasting door het werk, de ergonomie, de arbeidshygiëne, de verfraaiing van de arbeidsplaatsen. Meestal is er wel een link met één van deze thema’s te vinden. In kleinere bedrijven (minder dan 50 werknemers) is het zo dat er (mits uitzonderingen) geen OR en CPBW is. In dat geval neemt de Syndicale Afvaardiging een aantal taken over van het comité en de ondernemingsraad.
14
Goede voorbeelden ¦! Ibwfocfesjkg!Hfou-!Ef!Wmbbntf!Nbbutdibqqjk!wpps! Watervoorziening, Aquafin, CBR en andere bedrijven hebben afspraken met Natuurpunt voor het beheer van bufferstroken of restgronden.
ARBEID 44
& MILIEU
¦! Bsep!)wsjftwfstf!hspfoufo!fo!gsvju*!fo!JLFB!)nfvbels) hebben hun nieuwe distributiecentra groen ingericht, rekening houdend met de aanpalende natuurgebieden. ¦! ! Tjcfmdp! ){boexjoojoh*! {fuuf! ef! wfsqmjdiujohfo! in de milieuvergunning voor uitbreiding om in een ambitieus natuurproject voor de omleiding van de Witte Nete en ontving hiervoor in 2007 de Inbev-Bailletprijs van de Stichting Behoud Natuur en Leefmilieu. ¦! Bmtupn-! Hpmefo! Hbnft! fo! wfmf! boefsf! ijohfo! kunstnesten voor huiszwaluwen tegen hun gebouwen. ¦! CBTG-!Wpqbl!fo!Ipphf!Nbfz!mjfufo!jo!ef!Bouxfsqtf! haven zandstocks (tijdelijk) ongemoeid ten voordele van broedende oeverzwaluwen Thijs Calu (Educatief medewerker Arbeid & Milieu) en Benno Geertsma (Beleidsmedewerker Communicatie Natuurdoelen Natuurpunt) Bronnen www.natuurpunt.be/bedrijven (hier kun je de brochure ‘
[email protected]’ downloaden) www.lne.be/doelgroepen/bedrijven/bedrijven-en-biodiversiteit 1 http://www.groenezorg.be/Portals/0/docs/Natuur%20en%20gezondheid.pdf 2 http://www.trouw.nl/nieuws/nederland/article2832444.ece/_Minder_ijssmaken_door_ bijensterfte_.html 3 Antwoord op parlementaire vraag van Dirk Peeters op 9 december 2009
DUURZAAM MATERIALENBEHEER: WAAROM, HOE EN WAT?
copyright wiertz sébastien
Meer duurzaam materialenbeheer is een absolute noodzaak voor ons allen. Het is één van die domeinen waar de uitdaging om spaarzaam om te gaan met ons leefmilieu al niet meer los te koppelen valt van het veilig stellen van onze welvaart in de nabije toekomst. Veel bedrijven maken op dit moment al het – soms moeilijke – leerproces mee om het werken met nieuwe materialen, productieprocessen en businessmodellen in goede banen te leiden. En dat heeft bijna altijd ingrijpende gevolgen voor de betrokken werknemers, op vlak van veiligheid en gezondheid, arbeidsvoorwaarden, vorming en opleiding, enz. … In deze editie van AM Magazine schetsen we heel ruw de uitdagingen waar we voor staan, waarom ze zich stellen, en raken we kort het begin van een aantal oplossingen aan.
4
am magazine jaargang 2012 nr 4 45
DOSSIER DUURZAAM MATERIALENBEHEER groei zouden nastreven van 2% per jaar, wil dat zeggen dat we om de 36 jaar, dus elke generatie, een verdubbeling van de wereldeconomie krijgen. En daarvoor zijn in ons huidige productieen consumptiemodel eenvoudigweg niet genoeg hulpbronnen voorradig op onze planeet (zie grafiek). Maar we recycleren en sorteren toch al, hoor ik u zeggen. Het klopt dat we in Vlaanderen heel goed scoren op vlak van gescheiden ophaling van huishoudelijk afval. Maar… sorteren is niet hetzelfde als recycleren. Recyclage zoals die vandaag gebeurt, is niet altijd een oplossing op lange termijn. Er is
“Cruciaal zijn de veranderende relaties. Er moet een verschuiving komen van eigenaar naar gebruiker. En van producent naar verantwoordelijke functie-leverancier”
Waarom is er nood aan duurzaam materialenbeheer? Tegen 2050 zal de wereldbevolking met nog eens 50% stijgen. Het aantal consumenten zal verdubbelen of verdrievoudigen, en ook hun welvaart verhoogt. Het resultaat van die evolutie is dat, indien er niets fundamenteel verandert, het huidige verbruik van (natuurlijke) hulpbronnen zal verdrievoudigen. De oplossing is uiteraard niet dat wij de vele Chinezen of Indiërs dan met de vinger gaan wijzen en ze vertellen dat zij die auto, koelkast en breedbeeld TV niet kunnen hebben omdat wij er al één willen. Ze zullen het ons ook niet vriendelijk komen vragen. De oorzaak van het probleem (én bron
van mogelijke oplossingen) ligt in ons huidig productie- en consumptiemodel. Dat is nog altijd in grote mate gebaseerd op het massaal ontginnen van eindige grondstoffen, waarmee we iets maken dat meestal niet lang meegaat, en waarvan we een groot deel nog altijd definitief verloren laten gaan als we beslissen er ons van te ontdoen. Dat resulteert in prijsstijgingen van die grondstoffen, handels- en echte oorlogen tussen landen, en talrijke schadelijke gevolgen voor milieu en gezondheid. Het systeem is ook om een andere reden verre van waterdicht: omdat we een nogal simplistische kijk hebben op welvaart, nl. altijd maar meer is altijd maar beter, is blijvende economische groei onhoudbaar. Gesteld dat we zelfs maar een bescheiden
namelijk nog heel wat downcycling, waarbij een product wel gerecycleerd wordt tot een ander materiaal, maar met een mindere functie of gebruikswaarde, en er op het einde van de rit toch weer een tekort zal zijn van de oorspronkelijke grondstof. Producten worden nog steeds onvoldoende ontworpen met het oog op recyclage, zodat het deel afval (en dus het deel niet-herbruikbare grondstoffen) nog veel te hoog blijft. En met het bedrijfsafval is het vandaag de dag op dat vlak nog veel erger gesteld. In 2013 komen er daarvoor ook nieuwe regels (zie ook kader). Feit blijft dat behalve voor een aantal metalen op wereldschaal nog bitter weinig materiaal hergebruikt wordt. En dat is vooral een probleem voor ons in Europa, aangezien er van zowat alle am magazine jaargang 2012 nr 4
46
5
belangrijke grondstoffen zo goed als geen te vinden zijn op ons continent. En landen als China houden nu al vast aan een aantal belangrijke grondstoffen die nodig zijn om, ironisch genoeg, zaken te produceren die ook wij nodig gaan hebben om onze duurzamere economie te
louter individueel gebruik en bezit; en meer hergebruik. Ten tweede zullen we moeten werken via continue kringlopen: demontage en heropbouw; en recyclage. Cruciaal in dit hele verhaal zijn de veranderende relaties. Er moet een verschuiving komen van eigenaar naar gebruiker. En van producent naar verantwoordelijke functieleverancier, dit wil zeggen dat de producent verantwoordelijk is voor het leveren van een bepaalde functionaliteit van een ding voor de gebruiker, niet langer voor het verkopen van een ding aan een koper. Het Chemical leasingconcept (zie kader) is daar een voorbeeld van, of ook de energy-services companies of ESCO’s. En daarvoor is vooral veel innovatie nodig. Een modewoord en vaak een holle slogan, maar wel levensnoodzakelijk voor onze bedrijven, onze economie en welvaart, en voor ons leefmilieu. Innovatie en verandering gebeurt continu. Op technologisch vlak is het vaak een kwestie van open staan voor totaal nieuwe ideeën, waaruit soms ook nieuwe businessmodellen kunnen voortkomen. 3-D printing is een voorbeeld. Toen een zekere Henry Ford met zijn idee voor een massageproduceerde wagen (Ford Model-T) kwam, zei hij: “als ik mijn klanten gevraagd had wat ze wilden, zouden ze me gezegd hebben “een sneller paard”. De uitdaging is nu om goede
“Zelfs met een bescheiden groei van 2% per jaar, verdubbelt de wereldecomie om de 36 jaar” bouwen (zoals batterijen, materialen voor windmolens, zonnepanelen etc…).
Waar moeten we naartoe, en hoe dan? Wat is nu precies de omvang van de uitdaging? Aan ons huidig verbruik hebben we 2 planeten nodig tegen 2040, en de meeste wetenschappers zijn het erover eens dat we maar over één leefbare planeet beschikken in onze nabije omgeving. Om die balans te herstellen én onze welvaart te behouden, moet het verbruik van grondstoffen in de industrielanden met maar liefst 90% dalen. Een daling met factor 10 dus. Om daar te geraken moeten we op een pad dat rust op twee grote pijlers. We moeten vooreerst minder materiaal gebruiken door: het loskoppelen van functie en materiaal (ecodesign); het langer gebruiken van gemaakte voorwerpen (ze letterlijk duurzamer maken dus); gedeeld gebruik in plaats van
innovatie op te schalen, waarvoor vaak een mentaliteits- en gedragswijziging nodig is, de innovatie in de juiste richting te sturen, nieuwe regelgeving te maken, enz. … Waar liggen dan de hefbomen? Bij de overheid is het een ingewikkeld kluwen, met bevoegdheden die verdeeld zijn over verschillende niveaus en de randvoorwaarde dat we in een globale, open economie leven. We moeten in elk geval uitgaan van een materialenbeleid op basis van de materialenhiërarchie (Ladder van Lansink: (1) preventie van afval; (2) hergebruik; (3) recyclage; (4) Verbranding met energierecuperatie; (5) gecontroleerd storten). Op Vlaams niveau is er de Grondstofverklaring, het materialendecreet (zie kader). Op Europees niveau zijn er de End-ofwaste criteria. Op Belgisch en Europees niveau zijn er de productnormen. Al deze zaken spelen een rol in de creatie van de juiste randvoorwaarden voor duurzaam materialenbeheer. De consument heeft ook een rol te spelen. Die zal moeten openstaan voor meer gebruik in plaats van bezit, voor de functie of de meerwaarde in plaats van voor het bezit van het “ding” alleen. Maar: daarbij komt de verantwoordelijkheid om een gezond, veilig en duurzaam product of dienst te ontwikkelen wel meer te liggen bij de aanbieder in plaats van de gebruiker, omdat het product dat bij een dienst hoort na gebruik terug in handen komt van de aanbieder. Er zal weliswaar veel sturing gebeuren op basis van de
Nieuw materialendecreet Eind 2011 werd het nieuwe materialendecreet goedgekeurd. Dit vormt een voorlopig sluitstuk om het duurzaam materialenbeheer in Vlaanderen op de kaart te zetten. Het afvalstoffendecreet uit 1981 komt hiermee volledig te vervallen. Het decreet veronderstelt dat een integrale kijk op de materiaalketen onontbeerlijk is om een blijvende oplossing te vinden voor het afvalvraagstuk. Het nieuwe decreet legt niet alleen een nieuwe basis voor het beter sluiten van de materialenkringlopen in Vlaanderen, maar maakt een groen aankoopbeleid door de overheid mogelijk en zet het licht op groen voor Plan C, een samenwerkingsverband rond duurzaam materialenbeheer tussen bedrijven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en overheidsinstanties Het decreet sluit voorts de deur voor uitvoer van ongesorteerd afval naar het buitenland, dat een nefaste
6
invloed kan hebben op de eigen Vlaamse verwerkingsindustrie. Omdat het materialendecreet een kaderdecreet is, geven de meerderheidsfracties de Vlaamse regering ook reeds een aantal richtlijnen voor de uitvoering. Zo dient er op basis van het lopend proefproject regelgeving te komen voor de gescheiden pmdinzameling in bedrijven. De regering dient ook te onderzoeken of een systeem van verhandelbare afvalverwerkingsrechten voor meer performante installaties kan zorgen met behoud van de krappe planning tussen vraag en aanbod. Er moet ook meer aandacht komen voor energierecuperatie bij afvalverbranding en voor een mobiliteitsvriendelijke inplanting van nieuwe installaties zodat de aanvoer via het water en/of per spoor kan gebeuren.
am magazine jaargang 2012 nr 3 47
Duurzaam materialenbeheer in de Chemie
DOSSIER DUURZAAM MATERIALENBEHEER
FISCH Ook in de chemische sector beweegt heel wat op het vlak van materialen. De vzw FISCH (Flanders Innovation Hub for Sustainable Chemistry) werd opgericht door Essenscia Vlaanderen en VITO samen met verschillende bedrijven uit de sector en alle Vlaamse universiteitsassociaties FISCH heeft de opdracht de fundamentele transitie binnen de sector in elk onderdeel van de waardeketen (grondstoffen, processen en producten) mogelijk te maken, door het oprichten van een platform voor open innovatie. Concreet ontstaan in het kader van FISCH enkele projecten rond bv. het valoriseren van nevenstromen, ontwikkelen van kennistools, micro-algen, ...
Meer info op www.fi-sch.be/nl/
Chemical Leasing Economisch gezien is het in het belang van de producenten van chemische producten om zoveel mogelijk producten te verkopen. Op die manier wordt inefficiënt gebruik van chemicaliën eigenlijk beloond. Een duurzamere oplossing ligt een nieuw business model voor de chemische sector: Chemical Leasing. Hierbij betaalt de gebruiker enkel voor de dienst, en niet langer voor de chemische producten op zich. Een bedrijf betaalt hierbij bijvoorbeeld voor het behandelen van x volume aan afvalwater of x aantal onderdelen dat geverfd wordt . Op die manier wordt efficiënter gebruik van materialen gestimuleerd. Hoe minder materialen gebruikt worden hoe kostenefficiënter de dienst wordt voor de dienstverlener en dus zowel financieel als ecologisch een goede zaak. Bovendien worden hierdoor ook de gezondheidsrisico’s verminderd.
copyright QIAGEN_PR
Meer info op http://www.chemicalleasing.com
Op zoek naar grondstoffen ... Urban Mining
Bron: www.ovam.be Meer info over het materialendecreet op www.ovam.be/jahia/Jahia/ pid/2509 Meer info over Plan C op www.plan-c.eu
Grondstoffen en eigen mijnen hebben we niet in Europa, maar door de stad als moderne mijn te zien kan daar verandering in komen. Computers, GSM’s, smartphones en andere technologische producten zitten immers vol zeldzame edelmetalen, die teruggewonnen kunnen worden bij het einde van hun leven. Bedrijven als Umicore zijn koploper in het recupereren van deze materialen. Enhanced Landfill Mining (ELFM) is een proces waarbij in het verleden opgeslagen afvalstoffen omgezet worden in energie aan de ene kant en herbruikbare grondstoffen aan de andere kant. Momenteel loopt een transitieproject rond ELFM op de Remo-site van Machiels in Houthalen-Helchteren.
Meer info op http://goo.gl/OGzAC
copyright: http://www.exzellenz.nrw.de
am magazine jaargang 2012 nr 4 48
7
copyright Peter Stouthuysen, Plan C, Vlaams transitienetwerk voor duurzaam materialenbeheer, www.plan-c.eu
Born in 2010: How much is left for me? 2010 Energy
2020
2030
2040
2050
2060
2070
2080
2090
Oil
2100
2136
Coal Gas Uranium Metals used in Antimony renewable energy solutions Lead Indium
2856
Rare earths cerium, dysprosium, erbium, europium, gadolinium, holmium, lanthanum, lutetium, neodymium, praseodymium, samarium, terbium, thulium, ytterbium, yttrium, ferrocerium, monazite, bastnasite, mischmetal
Other industrial metals
Zinc Silver Gold
Gold production is declining
Copper
Calculations based on known reserves: Years remaining if production continues to grow at current rates Years remaining if production remains static Sources: US Geological Survey, Adroit Resources, World Bureau of Metal Statistics, International Copper Study Group, World Gold Council, Minormetals.com, Roskill Nickel Report, Cordell et al (2009), Smil (2000), Silver Institute, World Nuclear Association, International Lead and Zinc Study Group, Wikipedia. Source (fossil fuels): BP Statistical Review of World Energy 2010.
(stijgende) kostprijs. Reden te meer om de sociale gevolgen hiervan goed in te schatten en niet zomaar elke aangeboden oplossing zonder meer te omhelzen.
wil en waar zou het naar toe moeten
Where to find thegaan leftovers? om te overleven?. Wil mijn bedrijf
Wat betekent duurzaam materialenbeheer voor mijn bedrijf? In het bedrijf zal vooral goed moeten gekeken worden naar de richting die de betreffende sector zal moeten uitgaan, en of het bedrijf nog wel op het juiste, volhoudbare spoor zit. Is mijn bouwbedrijf bezig met nieuwe bouwmaterialen, met recyclage van bouwafval, met nieuwe vormen van bouwen (modulair/dynamisch, …), enz. Is mijn chemisch bedrijf bezig met nieuwe concepten als FISCH of Chemical Leasing (zie kader)? Als afgevaardigde zal je in het bijzonder goed moeten uitkijken naar gevolgen voor veiligheid en gezondheid. Voor veranderende inhoud van werk en vorming en opleiding. Aandacht voor het blijvend in vraag stellen van de bedrijfsstrategie: kan ik uit de info die ik krijg aflezen waar mijn bedrijf naartoe
8
Reserves Resources (undiscovered)
veranderen met de werknemers of ondanks de werknemers? Is er ruimte voor inspraak van werknemers om innovatie te suggereren, te bekijken hoe die best kan doorgevoerd worden? Met andere woorden: gaat de technologische innovatie op de bedrijfsvloer ook gepaard met de nodige sociale innovatie? En gebeuren deze noodzakelijke veranderingen op een sociaal rechtvaardige manier en evolueren we naar waardige jobs? Jorre Van Damme, Coördinator Arbeid & Milieu Werkten mee aan dit artikel: Jeroen Gillabel, beleidsmedewerker materialen BBL Thijs Calu, educatief medewerker A&M
Resource base (too energy intensive to extract)
Actiebrochure ACV Duurzaam beheer van duurzame materialen Deze brochure probeert op een overzichtelijke manier een beeld te schetsen van het bestaande (wettelijke) kader op het vlak van duurzaam materialenbeheer en heeft als doelstelling om werknemers en militanten een antwoord te bieden op een aantal cruciale vragen over hoe je dit thema in de praktijk kunt brengen. Achtereenvolgens wordt gekeken naar de uitdagingen en hinderpalen die afval- en materialenbeheer met zich meebrengen, gevolgd door de motivatie voor werkgevers en werknemers om werk te maken van dit thema. Achteraan de brochure vind je een praktisch stappenplan en een lijst met handige instrumenten om aan de slag te gaan in de eigen onderneming.
De brochure kun je downloaden op http://www.groenejobs. be/uploads/Documenten/acv_ actiebrochure_duurzaam_beheer_ van_materialen.pdf
am magazine jaargang 2012 nr 4 49
copyright sea turtle
SOCIALE INNOVATIE: NIEUWSTE HYPE, OF MOTOR VOOR EEN DUURZAME ECONOMIE? Sociale innovatie is een begrip dat we meer en meer tegenkomen, zowel in het bedrijfsleven als in het maatschappelijke middenveld. Het is ook een beetje een modewoord, dat de wenkbrauwen doet fronsen als het te pas en te onpas in toespraken en publicaties wordt gebruikt zonder het concreet te maken. Voor Arbeid & Milieu reden genoeg om hier een nummer van zijn magazine aan te wijden, waarin we een poging doen om uit te leggen wat het precies kan betekenen en waarom het belangrijk kan zijn voor arbeid én milieu. 4
50
am magazine jaargang 2013 nr 1
DOSSIER
SOCIALE INNOVATIE
Het bos door de bomen Wat moeten we verstaan onder sociale innovatie? Ongeveer elke academische instelling, overheid, adviesraad of middenveldorganisatie die ermee aan de slag gaat, geeft er meteen ook een heel eigen definitie aan. Zo zal de invalshoek vanuit vakbondsoogpunt anders zijn dan die van de milieubeweging, omdat men met andere middelen in een verschillende omgeving werkt. We gaan hier niet alle mogelijke definities opsommen, maar geven toch graag de belangrijkste invalshoeken mee. Binnen de SERV kwamen de sociaaleconomische partners in 2009 tot de volgende definitie: “Sociale innovatie (op organisatieniveau) omvat concepten en toepassingen met betrekking tot de processen inzake arbeidsorganisatie en bedrijfsvoering. Doel is zowel de performantie als de kwaliteit ervan duurzaam te verhogen. Deze concepten en toepassingen vloeien voort uit de visie en missie van de organisatie en komen tot stand in overleg met de (rechtstreeks) betrokkenen. ” Dit beperkt zich dus voornamelijk tot de werkplaatsinnovatie. De Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie ziet daarnaast ook een bredere invulling van het begrip sociale innovatie: “In aanvulling op de traditioneel technologische en commerciële invalshoeken wijst sociale innovatie naar innovatieve antwoorden op sociale uitdagingen, waarbij stakeholder relaties centraal staan. (…) Organisaties in de civiele maatschappij geven antwoorden op markt- en overheidsfalen en structuren zoals sociale en coöperatieve ondernemingen innoveren door stakeholders aan te zetten, bijeen te brengen en te empoweren tot zelfhulp. Sociale innovatie is dus een zaak van individuen, groepen en organisaties.” Ook de Vlaamse overheid, bij monde van Vlaams minister van Innovatie, Ingrid Lieten, erkent in haar beleid dat niet alle maatschappelijke en economische uitdagingen opgelost kunnen worden met alleen maar technologie. De manier waarop mensen samen leven,
wonen, werken, onderwijs genieten en participeren aan de samenleving moet ook innoveren. Ze stelt ook dat niet elke innovatie hoeft te ontstaan bij de overheid of uit de markt. “Innovaties kunnen ook van onderuit opborrelen, vanuit de wijken, vanuit het middenveld en de vrijwilligersorganisaties”.
De link met milieu: rechtvaardige transitie Sociale innovatie is dus én werkplaatsinnovatie én de bredere maatschappelijke innovatie. Maar waarom moeten we dit thema aansnijden in een magazine van Arbeid en Milieu? Het antwoord is: de noodzaak aan een rechtvaardige transitie. En de rode draad daarbij is die van verandering en betrokkenheid. Bedrijven die zich willen inschakelen in een duurzame economie, zullen vaak grondige veranderingen moeten doorvoeren. In veel gevallen is het zelfs zo dat een bedrijf dat zich niet weet aan te passen aan de nieuwe realiteiten zoals energie- en materialenschaarste, geen toekomst heeft. Die veranderingen kunnen dan ondanks werknemers gebeuren, of mede dankzij werknemers, door actieve betrokkenheid en mogelijkheid tot bijsturing in die veranderingen. Sociale innovatie heeft dus niet noodzakelijk met milieu te maken op bedrijfsniveau, maar het kan wel een middel zijn om noodzakelijke veranderingen op een meer sociaal wenselijke, of menselijke manier te laten verlopen. Omgekeerd is het ook
sociale soci so cial ci ale al e innovatie inno in nova no vati va tie ti e sociale innovatie
zo dat bedrijven die bezig zijn met sociale innovatie, als organisatie sneller en veel beter met verandering kunnen omgaan, en dus ook meer gewapend zijn om ook die veranderingen die op de weg naar meer ecologische duurzaamheid moeten gebeuren ook veel sneller kunnen en willen introduceren, ook mét en dankzij de werknemers. Daarvan vinden we voorbeelden bij Volvo Cars Gent en TE Connectivity, verderop in dit magazine. De sociale innovatie in de betekenis van maatschappelijke innovatie is minstens even belangrijk. Dat is zo in de ogen van de milieubeweging, maar zeker ook voor de vakbonden. Vaak schiet de markt tekort in het bieden van antwoorden op sociale en ecologische noden. Dan is het aan mensen , organisaties en overheden om een alternatief te bedenken en dit mogelijk te maken via concrete acties en het uitwerken nieuwe modellen van sociaaleconomische interactie. Deze invalshoek wordt ook verder in dit magazine uitgediept door Danny Jacobs van de BBL. Jorre Van Damme, Coördinator A&M
Bronnen: VRWI, Een pleidooi voor verdere beleidsvorming rond sociale innovatie. Eindrapport Innovatieregiegroep sociale innovatie. Brussel, 17 maart 2011, p.11. tSERV, Briefadvies met betrekking tot sociale innovatie en werkbaarheid, gericht aan de heer Frank Vandenbroucke, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming. Brussel, 2008, p.2. t Groen licht voor Sociale Innovatiefabriek. Persmededeling van ViceministerPresident Ingrid Lieten, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, media en Armoedebestrijding van 7 december 2012, p.1.
begrippenwolk - maatschappelijke innovatie am magazine jaargang 2013 nr 1
5
51
copyright wiertz sébastien
Dossier Vergroening in de dienstensector
VERGROENEN VAN DE DIENSTENSECTOR, HOE DOE JE DAT? 4
52
am magazine jaargang 2012 nr 3
DOSSIER VERGROENING IN DE DIENSTENSECTOR
diensten
Op economisch vlak is handel & diensten veruit de grootste sector in Vlaanderen. Bovendien zorgt hij voor een groot deel van de werkgelegenheid. (Bron: Mira)
Welke impact op het milieu? Op milieugebied is de impact van de tertiaire sector ook niet te onderschatten. De sector handel & diensten produceert bijna een vijfde van de totale hoeveelheid primair afval in Vlaanderen. Als we ook het secundair afval, afkomstig van afvalverwerkende bedrijven, meetellen, bedraagt het aandeel van handel & diensten in de afvalproductie in Vlaanderen zelfs 40%. Het energiegebruik van handel & diensten is minder belangrijk t.o.v. de andere sectoren (aandeel van 7 % in 2009). Tegenover 1990 is er echter een sterke toename in het gebruik van aardgas en elektriciteit, met als gevolg zowat een verdubbeling van het totale energiegebruik. (Bron: Mira). Daarom is het toch belangrijk om even stil te staan bij dat energieverbruik.
Woorden als ‘verduurzamen’ en ‘vergroenen’ van de economie roepen vaak nog een clichébeeld op: dat van de grote fabriek waar de schoorsteen slecht riekende zwarte rook spuwt en dode vissen komen bovendrijven in de langslopende rivier, en waar na enige inspanning diezelfde fabriek een filter in de schouw en zonnepanelen op het dak heeft geplaatst, en waar de vissen terug vrolijk in het gezuiverde water rondzwemmen. Dat zo’n beelden in ons opkomen wijst er op dat we misschien nog een te beperkt idee hebben van waar en hoe we onze economie (verder) kunnen vergroenen. Die bestaat nu immers voor het grootste deel uit diensten, en ook daar willen we een transitie naar een ecologisch, economisch en sociaal duurzame activiteit. Wat is nu precies die dienstensector? De ‘tertiaire sector’ kan ingedeeld worden in zes deelsectoren: (1) handel, (2) hotels en restaurants, (3) kantoren en administratie (overheden, financiële instellingen...),
(4) onderwijs, (5) gezondheidszorg, maatschappelijke dienstverlening en gemeenschapsvoorzieningen, en (6) sociaal-culturele en persoonlijke diensten. Deze laatste deelsector bevat ook de activiteiten rond afvalverzameling en -verwerking en afvalwaterzuivering.
Energie en gebouwen Een groot deel van wat we minder en duurzamer kunnen verbruiken aan energie in de dienstensector heeft uiteraard alles te maken met de gebouwen waar we in werken. Maar aan welke regels en normen moeten we nu en in de toekomst voldoen? De laatste tijd beweegt er heel wat op dit domein en is het soms moeilijk om te volgen. Hieronder vind je alvast wat info over relevante energiebesparingswetgeving en –maatregelen die (ook) betrekking hebben op de dienstensector. - Het energiedecreet en energiebesluit leggen op dat alle nieuwe gebouwen tegen 2021 bijna energieneutraal moeten zijn. Overheidsgebouwen moeten al tegen 2019 voldoen aan deze norm. In aanloop naar de bijna-energieneutrale verplichting werd het E-peil in 2012 al am magazine jaargang 2012 nr 3
5
53
Het Pendelfonds subsidieert projecten die een duurzaam woon-werkverkeer bevorderen. Projecten die tot doel hebben om het aantal autoverplaatsingen op het vlak van woon-werkverkeer te verminderen kunnen in aanmerking komen voor subsidiëring uit het fonds.. Het bedrag van de subsidie is afhankelijk van de duur van het project, die maximaal vier jaar kan belopen. De subsidie bedraagt maximaal de helft van de kosten die aan de projectuitvoering verbonden zijn.
-
-
-
-
-
verstrengd naar E70 en in 2014 zal dit peil worden aangescherpt naar E60. Voortaan zal een energieprestatiecertificaat, dat een indicatie geeft van de energieperformantie van bestaande gebouwen, niet alleen in publieke gebouwen moeten worden geafficheerd, maar in alle gebouwen groter dan 500 m² die frequent door het publiek worden bezocht (banken, winkels...). In Vlaanderen is er ook een actieplan “bijna energieneutrale gebouwen” in de maak met heel wat maatregelen om energiezuinig bouwen en verbouwen te stimuleren. Er is nieuwe wetgeving, die een minimumaandeel hernieuwbare energie voor nieuwe gebouwen oplegt. De Vlaamse overheid streeft er met het Vlaams energierenovatieprogramma 2020 naar dat alle bestaande gebouwen tegen 2020 beschikken over dakisolatie, superisolerende beglazing en energiezuinige verwarming. Om die doelstelling te halen worden (via de netbeheerders) heel wat premies uitgereikt. Daarnaast is ook de nieuwe Europese energie-efficiëntierichtlijn relevant, die nog moet omgezet worden in nationale wetgeving. Relevant in deze richtlijn: - 3% van de overheidsgebouwen van
6
54
am magazine jaargang 2012 nr 3
De volgende instanties kunnen projectaanvragen indienen: - individuele bedrijven - groepen van bedrijven - lokale of provinciale overheden, in samenwerking met een private partner - andere private organisaties of partnerschappen tussen private en publieke organisaties. Meer info op www.pendelfonds.be
Wie naar het werk fietst, kan een fietsvergoeding krijgen van zijn werkgever. Je baas heeft de mogelijkheid je te betalen om van je thuis naar je werkplek te fietsen. De fiscale vrijstelling van de fietsvergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd. Vanaf 2011 bedraagt deze 0,21 euro per kilometer. Voorlopig is je werkgever niet verplicht om een fietsvergoeding te geven. Meer info over de fietsvergoeding: www.fietsersbond.be/fietsvergoeding
copyright acv
“centrale overheden” moet jaarlijks gerenoveerd worden. - Lidstaten moeten een langetermijn stappenplan opmaken voor het energiezuinig maken van hun gebouwen. - Energieleveranciers moeten jaarlijks 1,5% energie besparen, wat er op neer komt dat zij via subsidies en
Tijdens de week van de mobiliteit organiseerden de LBC-militanten van Aeropolis, het hoofdkantoor van de christelijke arbeidersbeweging (ACV, ACW, CM, …) een ‘Car Free Day’. De oproep ‘laat je auto een dag thuis en probeer eens een alternatief uit’ kende succes. Vooral de fiets werd gepromoot als alternatief voor de auto. 9 ‘fietsgidsen’ loodsten hun collega’s via een veilige route naar Schaarbeek. De fietsparking was dan ook goed gevuld met fietsen van allerlei pluimage: plooifietsen, elektrische fietsen, damesen herenfietsen, koersfietsen, mountainbikes. Ook de Villo-fietsen waren van de partij. Tijdens de week van de mobiliteit konden liefhebbers de zeer herkenbare gele fietsen gratis uittesten. De eerste indrukken zijn zeer positief: praktisch en een snelle manier om zich door Brussel te verplaatsen. Een pluim voor iedereen die fietste, het openbaar vervoer nam of carpoolde.
andere instrumenten hun afnemers moeten aanzetten tot een lager gebruik.
Mobiliteit Vanzelfsprekend is een duurzamer woonwerk en werk-werkverkeer een belangrijke hefboom om energie te besparen en ons leefmilieu gezonder te maken. In
With financial support of the European Commission
DOSSIER VERGROENING IN DE DIENSTENSECTOR
diensten
een grote plastieken fles komen en uit plastieken bekertjes gedronken worden? Of is een glas water uit de kraan ook goed, als je weet dat dit vaak precies hetzelfde water is?
Duurzaam beleggen Heel wat werknemers bouwen via hun werkgever of sector een aanvullend pensioen op, omdat ze aangesloten zijn hetzij bij een groepsverzekering, hetzij bij een pensioenfonds. De premies of bijdragen van deze pensioensystemen worden grotendeels belegd in aandelen en obligaties, met de bedoeling het geld te laten renderen. Bij de keuze van de beleggingen wordt doorgaans
copyright purplemattfish
2010 was de transportsector goed voor 11.2 % van het totale energieverbruik in Vlaanderen. In 2009-2010 werd 71 % van de woon-werk verplaatsingen per auto gedaan. Dat cijfer naar beneden krijgen door meer mensen met het openbaar vervoer te laten rijden, samen te rijden (carpooling) of op de fiets te krijgen als ze naar het kantoor rijden of dienstverplaatsingen doen, blijft ook een grote uitdaging.
Duurzaam aankopen en materialenbeheer Kantoren gebruiken niet alleen energie, maar bijzonder veel materialen. Hier zijn talloze mogelijkheden om iets te doen voor het milieu en vaak in één beweging voor het budget, altijd goed om de baas te overtuige. Enkele mogelijkheden. Gebruik je niet te snel de printer? En rolt daar duurzaam papier uit? Waar spreek je af voor een vergadering (zie kader over groene meetinglocaties)? Wat met de duurzaamheid van het meubilair van je kantoor? Gebruik je tassen of wegwerpbekers voor de koffie? En is die koffie zelf ook gemaakt met respect het milieu én voor de mensen die de koffie maken? Moet dat water per se uit
Have a green meeting! Dankzij het ecolabel De Groene Sleutel voor Meetinglocaties! Het is een feit dat in de meetingindustrie steeds meer belang gehecht wordt aan de impact op het milieu. Bedrijven kiezen steeds vaker om events te laten doorgaan op locaties die inspanningen doen om het milieu te sparen. Het dragen van een erkend ecolabel is dé ideale manier om de groene waarden van het bedrijf in de spotlights te plaatsen. Bovendien is de Groene Sleutel zonder twijfel een troef om nieuwe, milieubewuste klanten aan te trekken. Het internationale ecolabel De Groene Sleutel – The Green Key is dan ook de kans voor meetinglocaties om milieu hoog op de agenda te zetten. Have a green meeting! Doe de zelftest! Waar staat u vandaag? Hoe ‘groen’ is uw meetinglocatie? Doe de zelftest op www.groenesleutel.be/uitbaters.php/93 Meer weten? Uitgebreide tekst en uitleg over deelname, voordelen, criteria, praktijkvoorbeelden, wetten en subsidies en meetinstrumenten vind je op: www.groenesleutel.be/uitbaters.php/8 of contacteer Bond Beter Leefmilieu voor informatie op maat via Tine Claus:
[email protected]
am magazine jaargang 2012 nr 3
7
55
enkel naar factoren van rendement en risico gekeken. Daardoor is het best mogelijk dat de pensioengelden terecht komen bij ondernemingen die zich op maatschappelijk en ecologisch vlak allesbehalve verantwoord gedragen, bijvoorbeeld omdat ze betrokken zijn bij schendingen van mensenrechten, kinderarbeid, of ecologisch onverantwoorde projecten financieren. Nochtans is al veelvuldig aangetoond dat het rekening houden met duurzame criteria zeker niet ten nadele hoeft te gaan van het rendement. (Bron: A&M, Duurzaam van 9 to 5: Brochure duurzaam beleggen)
productiemethodes of gulzige overnames, dan aan opleiding voor werknemers of het investeren in werkzekerheid (bv. in de vorm van vaste contracten). In tijden van economische crisis is het als werknemer belangrijk om weerbaar te zijn op de arbeidsmarkt. Dit kan met harde afspraken over het personeelsbeleid. Een argument voor opleiding en goede omkadering van ontslagen. Met een duurzaam personeelsbeleid staat het welzijn van de werknemers voorop en gaat insluiten voor op uitsluiten en solidariteit op concurrentie. (Bron: A&M, Brochure duurzaam van 9 to 5: Duurzaam personeelsbeleid)
Een duurzaam personeelsbeleid
De duurzaamheidsrapportering
Werkgevers grijpen economisch moeilijke tijden aan om meer belang aan bedrijfsdoelen dan aan mensen te hechten. Een faillissement zal nochtans eerder aan slecht ondernemerschap liggen dan aan een menselijk personeelsbeleid. Het zal eerder liggen aan het te laat inspelen op energiezuinige
Een duurzaamheidsverslag van een onderneming of een organisatie beschrijft de prestaties van een onderneming met betrekking tot duurzame ontwikkeling. Nog anders gezegd: een duurzaamheidsverslag beschrijft welke effecten de activiteiten van een onderneming hebben op:
1. de werknemers en andere belanghebbenden van de onderneming, 2. de sociale en economische ontwikkeling van de landen waar de onderneming actief is, 3. het leefmilieu. Het duurzaamheidsrapport, en de het stellen van de juiste vragen hierover, kan een extra hefboom zijn om je werkgever aan te zetten tot meer inspanningen om bij te dragen tot een duurzame ontwikkeling. Bron: A&M, Brochure duurzaam van 9 to 5: Duurzaamheidsrapportering)
Werkten mee aan dit artikel: Jorre Van Damme, Coördinator A&M Sara Van Dyck, Beleidsmedewerker energie BBL Tine Claus, projectmanager BBL Thijs Calu, Educatief medewerker A&M
Wil je weten hoe jij en je collega’ s ecologisch, economisch en sociaal duurzamer kunnen werken? Kijk op www.groenejobs.be/nl/over-groene-jobs/wat-kan-jij-doen_26.aspx en download onze brochures Duurzaam van 9 to 5
8
56
am magazine jaargang 2012 nr 3
Interviews
4
am magazine jaargang 2012 nr 1 57
BEDRIJFSDOSSIER
Umicore Hoboken: een turbulente geschiedenis Arbeid & Milieu was onlangs te gast in Hoboken, waar de grootste site van Umicore gevestigd is. De laatste jaren is Umicore Hoboken geëvolueerd naar een gevarieerd technologiebedrijf waar men onder andere zonnecellen, autokatalysatoren, poeders voor batterijen en zinkproducten voor gebouwen produceert. Daarnaast heeft het bedrijf ook een grote recyclageactiviteit in Hoboken, waarbij in totaal 17 metaalsoorten gerecycleerd worden. Op jaarbasis produceert men bovendien 140 à 150.000 ton slakken, die grotendeels gebruikt worden als toevoegmateriaal in de betonindustrie; Dit maakt dat het productieproces slechts 3 à 4 procent afval genereert. Een b(l)oeiend bedrijf dus, waar we 5 enthousiaste vakbondsmilitanten ontmoeten: Danny Janssens (ABVV Metaal), Jan Verrept (ACV), Mohamed Siyahya (ACV), Frank Van Hoof (LBC) en Erika Van den Bossche (BBTK). Doordat de ACLVB afgevaardigden die dag op vorming waren, konden ze spijtig genoeg niet deelnemen aan het interview. Starten doen we met een inleiding door personeelschef Geert Verstraeten. “Het laatste waarin we zwaar hebben geïnvesteerd is onze zogenaamde ‘kronkel’, een ‘facelift’ van het hoofdgebouw en een verfraaiing van onze site”, aldus personeelschef Geert Verstraeten.
D
“Umicore is aanwezig in een 35-tal landen ( met een 85 sites) en stelt in totaal een 15.000-tal mensen tewerk. Ongeveer 10% hiervan is werkzaam in Hoboken. De 2e grootste site is Olen.”, vertelt Geert. “Ondanks de economische crisis gaan kent de site Hoboken een hoge activiteit”, vervolgt hij. “We hebben de laatste jaren zwaar geïnvesteerd in nieuwe procédés en maken nu winst. Dat was een aantal jaar geleden wel anders – toen waren we bijna failliet – maar dankzij een goed industrieel plan onder leiding van Karel Vinck, kregen we het hoofd weer boven water. Het was een zwaar sociaal plan, maar de nieuw ingeslagen weg heeft gezorgd voor het overleven van het bedrijf”. “Het laatste waarin we zwaar hebben geïnvesteerd is onze zogenaamde ‘kronkel’, een ‘facelift’ van het hoofdgebouw en een verfraaiing van onze site (zie foto). We hadden al nieuwe installaties, maar vanbuiten zag alles er heel oud en droevig uit.” Ook qua tewerkstellingen gaan de zaken goed bij Umicore Hoboken. “We werven momenteel aan aan een ritme van 150 mensen per jaar, contracten van onbepaalde duur. Nieuwe installaties moeten bemand worden, gepensioneerden vervangen en een deel van onze de productie in Duitsland komt naar hier”, besluit Geert.
Saneren van historische vervuiling Tijd nu voor ons gesprek met vakbondsafgevaardigden Danny, Jan, Mohamed, Frank en Erika. Ze 58
am | arbeid & milieu
17
BEDRIJFSDOSSIER
Vlnr.: Danny Janssens (ABVV Metaal), Erika Van den Bossche (BBTK), Jan Verrept (ACV), Mohamed Siyahya (ACV) en Frank Van Hoof (LBC) (© Thijs Calu)
18
am | arbeid & milieu
vertellen ons over hun ervaringen in het bedrijf waar ze al jaren werken en dat ze door en door kennen. “Ik ben een 6-tal jaar werkzaam als polyvalente operator bij Umicore Hoboken, waarvan reeds een aantal jaar als militant bij ABVV Metaal en anderhalf jaar als vervangend lid in het Comité ter Preventie en Bescherming op het Werk”, aldus Danny. Mohamed: “Ik werk hier al 33 jaar en ben vanuit de vakbond reeds 12 jaar lid van het Comité (CPBW). Mijn functie op het bedrijf is sectie-operator.” Ook Jan werkt hier al een tijdje: “Ik werk reeds 28 jaar op deze site en in de dienst bemonstering. Ik ben al 12 jaar delegee van het ACV. Een andere delegee met ervaring is Frank: “Ik werk al 32 jaar op het bedrijf , waarvan 12 jaar als militant voor het LBC en sedert een aantal jaar hoofddelegee. Ik ben actief in de Ondernemingsraad en de Syndicale Afvaardiging. Verder heb ik er ook al 8 jaar Comité opzitten”. Erika tenslotte, heeft de langste staat van dienst: “Ik ben in 1974 begonnen in het analyselabo. In 1985 stond ik voor het eerst op de BBTK lijst, vanaf 2000 ben ik effectief gemandateerd in het Comité en nu ook hoofddelegee voor BBTK”. “Wat het milieu betreft, is de erkenning van de historische vervuiling één van de belangrijkste zaken in de geschiedenis van Umicore geweest”, vervolgt Erika. “Die erkenning kwam er door de komst van Thomas Leysen in de jaren ’90, die op vlak van milieu een belangrijke beweging in gang heeft gezet. Het probleem stond jaren op de agenda van de overheid, de vakbonden binnen het bedrijf
en verschillende milieu- en politieke bewegingen. Men heeft toen zowel het bedrijf als de omgeving gesaneerd. Een positieve evolutie waaraan constant wordt verder gewerkt. Volgens Frank is de eerste kentering er al gekomen door het omschakelingsprogramma van Karel Vinck “Hij introduceerde nieuwe technologieën die milieuvriendelijker zijn. De doorbraak naar de buitenwereld toe is er inderdaad gekomen door Thomas Leysen, die de media heeft weten te bespelen. Het blijft wel uniek wat we hier op dat vlak presteren. Elders in de wereld gebeurt wat wij doen in woestijnen, tegen de oceanen, in gebieden waar geen kat woont. Hier gebeurt alles gewoon in de bebouwde kom, én hebben we nu een goede relatie met de buurtbewoners.”
Green Plan Award Vorig jaar werd een ‘Green Plan Award’ uitgereikt aan Umicore, een award die duurzaam vlootbeheer beloont. Over de waarde van die uitreiking bespeuren we toch enkele twijfels: “Ik vind het knap dat ze dat op die manier kunnen verkopen. Wij hebben altijd gezegd dat ze eigenlijk niet zo milieuvriendelijk bezig zijn op dat vlak, gezien de tankkaarten voor een onbeperkt aantal kilometers voor alle kaders. Eigenlijk is dit een vorm van ‘windowdressing’”, klinkt het,“hier betreft het enkel wagens van leidinggevenden en het kader. Wat het voertuigenpark op het bedrijf zelf hier betreft, gebeurt te weinig op vlak van het beperken van de CO2-uitstoot.” 59
BEDRIJFSDOSSIER MVO bij Umicore Hoboken Men is het er wel over eens dat er bij Umicore Hoboken heel wat milieu-inspanningen worden gedaan. “Op vlak van uitstoot van schadelijke stoffen doet Umicore wel z’n best om overal onder het wettelijke minimum te blijven en dus zelf strengere normen te hanteren. Daar besteedt men heel veel aandacht aan. Ook van de veiligheid en gezondheid van de werknemers maakt men hier een prioriteit”, zegt Jan. “Met al onze vragen rond milieu kunnen we terecht bij de milieucoördinator. Die houdt ons maandelijks op de hoogte van zijn bezigheden. ”, aldus Mohamed. Dat kan Danny bevestigen: “De info wordt gemakkelijk ter beschikking gesteld. We moeten er maar om vragen. Als er zich onveilige situaties voordoen of we merken dat een bepaalde job zeer verontreinigend is, dan brengen we dat aan en wordt er meteen aandacht aan besteed. Men zal er alles aan doen om die problemen zo snel mogelijk op te lossen.
5 milieudoelstellingen Umicore hanteert 5 milieudoelstellingen die tegen 2010 behaald moeten zijn, gaande van het opstellen van energie-efficiëntieplannen tot het implementeren van een onafhankelijk gecertificeerd milieubeheersysteem – voor alle vestigingen. We polsen bij de militanten of ze hier iets meer over kunnen vertellen. “In de Ondernemingsraad heeft men ons onlangs verteld dat de doelstellingen zo goed als behaald zijn.”, vertelt Frank. “Men heeft zelfs al een plan opgesteld met nieuwe doelstellingen. We zullen natuurlijk altijd een grote CO2-verontreiniger blijven, maar dat is nu eenmaal inherent aan onze processen. Maar wat wij doen op vlak van uitstoot en milieu in het algemeen, zullen we altijd beter trachten te doen dan dat een ander het zou doen. Onze technologie is de properst en best beschikbare, maar je kan er niet omheen dat we altijd CO2 zullen blijven produceren.”
Veiligheid en gezondheid Als leden van het CPBW zijn de militanten natuurlijk ook zeer begaan met de veiligheid en gezondheid van de werknemers. Mohamed legt uit: “Ook dat aspect van het bedrijfsbeleid is in er in één beweging gekomen met de omschakeling. Als men hier merkt dat je onveilig werkt, tilt men daar zeer zwaar aan. Dat is een bewijs dat ze het met dit thema ook menen, en daar zijn geen imagobelangen mee gemoeid. Ook hier probeert men onder de wettelijke norm te blijven. Momenteel loopt hier het project ‘SALUS’, waarbij we streven naar 0 ongevallen tot 2015”
vernieuwend bedrijf: “We zitten met een heel pak nieuwe technologie, die nog niet algemeen verbreid is. De risico’s moeten soms spijtig genoeg eerst aan den lijve worden ondervonden”.
Aangepast werk De omschakeling bij Umicore ging niet van een leien dakje. Als gevolg van de herstructurering zijn een groot aantal mensen vanaf 50 jaar op brugpensioen gestuurd. “Misschien was het voor een deel van de mensen die zijn afgevloeid moeilijk om hen hier toch aan het werk te houden. Maar het verlies aan kennis en ervaring heeft zich nog lang laten voelen. De technische evolutie blijft verder gaan. De laatste jaren krijgt opleiding een belangrijke plaatst om de verandering van en mutaties binnen het bedrijf mogelijk te maken. Velen hebben werk gekregen op een nieuwe dienst, waar ze zich goed voelen. Het ontstaan van het zogenaamde ‘Green Team’ is een goed initiatief gebleken. Dat is een dienst voor aangepast werk, waarbij we als vakbonden een adviserende rol spelen. De mensen die niet meer meekunnen, om allerlei redenen, komen terecht bij ons, de delegees. Wij zijn dan onderhandelaar voor de mensen, naar de werkgever toe.”, zegt Mohamed. Frank vervolgt: “Dat zijn de mensen die je hier ziet rondrijden met sproeiwagens, om de wegen te bevochtigen zodat er geen opwaaiend stof is. Dat is eigenlijk wel een fantastisch project, en we zijn er fier op dat we als vakbond bij dergelijke initiatieven betrokken zijn.” Dit wil niet zeggen dat hier alles van een leien dakje loopt. De comité leden en de directie hebben ieder hun eigen visie op hoe verder werken aan een veilig en milieubewust bedrijf. Dat kan wel eens flink botsen. Door gebruik te maken van de bestaande kanalen en mogelijkheden, kunnen we onze rol als werknemersafgevaardigde ten volle spelen. Dat is voor ons heel belangrijk. Tot besluit willen de delegees nog een lans breken voor het eenheidsstatuut, want vele voordelen die de bedienden krijgen gelden niet voor de arbeiders, ook al hebben die voordelen niets te maken met het werk dat ze verrichten. En daar zijn zowel de bedienden als de arbeiders rond de tafel het mee eens. Interview: Jorre Van Damme (Coördinator A&M) & Thijs Calu (Educatief medewerker A&M)
Danny kaart aan dat de organisatie van de veiligheid niet altijd even simpel is bij een dergelijk 60
am | arbeid & milieu
19
61
DOSSIER DUURZAAM MATERIALENBEHEER
bedrijf in de kijker
Norbord investeerde zo’n 12 miljoen euro in een biomassacentrale, wat het aardgasverbruik tot quasi 0 heeft herleid
Bedrijf in de kijker:
Norbord Bedrijfsfiche Sector: Houtindustrie Tewerkstelling: Norbord Inc. is een Canadese international met wereldwijd 11 OSB-vestigingen, 2 spaanfabrieken, 1 MDF-vestiging, en 1 klein meubelbedrijf. In Genk zijn een 100-tal personen tewerkgesteld. Wereldwijd zijn er 2030 mensen tewerkgesteld. Activiteit: Productie van OSB-platen. OSB-platen worden van naaldhout gemaakt en worden voornamelijk in de bouw gebruikt (bekisting, houtskeletbouw, ...). In 2004 werd AGGLO overgenomen door Norbord. Na een herstructurering in 2008 is men gestopt met de spaanactivtiteiten.
am magazine jaargang 2012 nr 4 62
11
Bedrijf in de kijker:
Norbord Een interview met Carlo Aerden (ACV)
Alain Antkowiak (ACV) Jean-Paul Bunckens (ABVV)
Norbord, toen nog Agglo, was vroeger niet onbesproken als het over milieuthema’s en veiligheid en gezondheid ging. Sinds de overname in 2004 is er echter een complete omslag gekomen: elke werknemer kreeg een vestje, helm en veiligheidsbril en vanop elke hoek in het bedrijf of het bedrijventerrein hangen sensibiliserende affiches rond veiligheid. Sinds de overname gaan investeringen in milieu en veiligheid en gezondheid hand in hand. Opleidingen en werknemersbetrokkenheid spelen hierin een cruciale rol. We praten erover met Carlo Aerden, Alain Antkowiak en JeanPaul Bunckens. A&M: AGGLO was op vlak van milieu geen onbesproken blad, en ook op vlak van veiligheid en gezondheid van de werknemers is sindsdien veel veranderd. Hoe was de situatie ten tijde van AGGLO? Alain: Voor Agglo stond productie boven alles. Ongevallen werden wel geregistreerd, maar dat was puur voor de verzekering. Voor de overname door Norbord hadden we hier een gemiddelde van 1 arbeidsongeval per dag. Concreet betekende dat toen dat iedere werknemer gemiddeld tussen de 2 en de 3 arbeidsongevallen per jaar had. We hadden ook te kampen met heel hoge stoffemissies en het bedrijf kreeg verschillende processen -verbaal voor milieu-inbreuken. De milieu-inspectie kwam geregeld langs en op een bepaald moment is er zelfs met sluiting gedreigd.
12
A&M: Wanneer en hoe is de situatie veranderd? Carlo: In 2004 is Agglo overgenomen door Norbord, die gelukkig inzag dat de problemen te groot werden om op lange termijn open te blijven. Zowel op vlak van milieu als op vlak van veiligheid en gezondheid zijn de zaken sindsdien volledig gekeerd. Een dodelijk ongeval in 2007 heeft de reeds lopende zaken in een stroomversnelling geplaatst. Het resultaat hiervan is dat we op een bepaald moment zelfs bijna 3 jaar zonder arbeidsongeval met werkverlet werkten. Alain: Ik weet nog dat onze directeur toen zei ‘Een OSB-plaat kunnen we maken, een mensenleven niet’, en dat is bij iedereen hard aangekomen. Dat was voor ons het teken dat het echt menens was voor iedereen om van veiligheid een prioriteit te maken.
Snuffelneuzen A&M: Maakt Norbord die prioriteit ook waar in de praktijk? Welke maatregelen werden genomen om de veiligheid en gezondheid te verhogen? Alain/Jean-Paul: Ik schat dat er sedert 2006 al zo’n 12 miljoen euro geïnvesteerd is in veiligheidsmaatregelen. Wij krijgen als vakbondsafgevaardigden ook expliciet toegang tot de rekeningen en de investeringsstrategie van het bedrijf. Er heerst een open communicatie en we krijgen voldoende inspraak. Eén van de speerpunten in ons veiligheidsbeleid is ons ‘Norbord Safety Star’- programma (NSS), een programma dat Norbord opgezet heeft om tot de wereldklasse te behoren op vlak van veiligheid. Het NSS wordt ook onafhankelijk gecontroleerd door een externe controle-organisatie. Concreet zijn er heel wat maatregelen genomen: in het verleden waren er veel problemen met geurhinder, maar nu wordt er gewerkt volgens het principe van de snuffelneuzen. Dat zijn externe mensen die bekend zijn met verschillende geuren en regelmatig een rondgang doen en op basis hiervan rapporten opstellen. Bij meldingen aan het bedrijf van geurhinder zal er meestal een bezoek ter plaatse volgen door een interne medewerker. Natuurlijk zijn er ook de
am magazine jaargang 2012 nr 4 63
DOSSIER DUURZAAM MATERIALENBEHEER metingen die door een gecertificeerde instantie worden uitgevoerd. Het is natuurlijk altijd mogelijk dat de geurhinder niet door Norbord is ontstaan, maar door een ander bedrijf in de buurt. Voor de buurtbewoners is er een ‘groen nummer’ in het leven geroepen, dat ze kunnen bellen bij problemen. Jaarlijks wordt de buurt ook geïnformeerd over de vorderingen die werden gemaakt om de milieu-impact van Norbord te reduceren. Carlo: In het bedrijf staat nu ook alles veilig opgeslagen: gastonnen in kooien, olievaten apart bij de gevaarlijke producten, lekbakken waar nodig, ... . Dat was vroeger wel even anders, toen stond alles gewoon door elkaar. Er werd in 2005 ook overgegaan tot het behalen
van het ISO 14001 certificaat dat de garantie biedt dat er een gestructureerd milieumanagementsysteem aanwezig is. Alle machines staan ook veilig afgeschermd met hekken. Voor de productie van de OSB-platen wordt gebruik gemaakt van lijm om de houtschilfers aan elkaar te binden. Van die lijm is geweten dat hij geen formaldehyde bevat en dus niet kankerverwekkend is. De lijm die momenteel wordt gebruikt kan mogelijk in uitzonderlijke gevallen voor een allergie zorgen en daarom worden in de productiehal enkel mensen met een beschermend pak en masker binnengelaten. Het bedrijf hanteert hier dus het voorzorgsprincipe. Men gaat zelfs verder en op sommige vlakken zijn de veiligheidsmaatregelen
“Elke dag is er een ochtendmeeting waarbij de veiligheidsaspecten eerst aan bod komen, pas daarna wordt de productie besproken”
bedrijf in de kijker
strenger dan er in de wet voorgeschreven staat. A&M: Welke maatregelen zijn er nog genomen om de de milieuimpact te verlagen? Carlo/Jean-Paul: Norbord heeft met de overname meteen geïnvesteerd in twee natelektrofilters, één voor de droger en één voor de pers. Daarmee kunnen we onze stofemissies onder controle houden. Vroeger werd rechtstreeks in de lucht uitgestoten, zonder filter. Dat was een investering van ongeveer 5 miljoen euro. Verder investeerde Norbord ook zo’n 12 miljoen euro in een biomassacentrale, wat ons aardgasverbruik tot quasi 0 heeft herleid. De biomassacentrale levert warmte die gebruikt wordt om de olie van de pers op te warmen en het vocht uit de houtschilfers (flakes) te verdampen. De biomassacentrale draait voor het grootste deel op aangeleverd biomassamateriaal, aangevuld door ons eigen houtafval zoals schors of slechte platen.
“Vroeger kwam alles per vrachtwagen naar hier. Nu hebben we schepen die via het kanaal hout vervoeren. 1 boot zorgt zo voor 100 à 120 vrachtwagens minder op de weg.”
am magazine jaargang 2012 nr 4 64
13
Alain: Men heeft ooit bekeken of het mogelijk was om er ook een generator voor elektriciteit bij te plaatsen, maar dan zijn we volledig afhankelijk van de groenestroomcertificaten. Norbord kiest ervoor om onafhankelijk te kunnen werken van vaak onzekere subsidies op lange termijn. Een groot deel van het hout dat gebruikt wordt voor de productie van onze OSBplaten is FSC of PEFC gecertificeerd, wat betekent dat het hout afkomstig is uit duurzaam beheerde bossen. Carlo/Jean-Paul: Vroeger kwam alles per vrachtwagen naar hier. Nu hebben we schepen die via het kanaal hout vervoeren. 1 boot zorgt zo voor 100 à 120 vrachtwagens minder op de weg. Nog iets wat Norbord heeft geïntroduceerd is een systeem van interne milieurapportering: iedere werknemer die een milieu-incident vaststelt wordt geacht een intern milieurapport op te stellen. De bedoeling is niet alleen melden dat er zich een probleem heeft voorgedaan, maar ook voorstellen formuleren om dit op te lossen of nog beter “te voorkomen”. A&M: Worden jullie als werknemer of vakbondsafgevaardigde ook bij dit doorgedreven veiligheids- en milieubeleid betrokken? Alain: Dat is het minste wat je kan zeggen, wij willen niet alleen betrokken worden, maar de directie vraagt zelf aan ons om regelmatig zogenaamde Safety tours of veiligheidsrondgangen te doen. Als lid van het comité moeten wij elke afdeling bezoeken, praten met de mensen over de veiligheidsaspecten van hun werkplaats en nagaan of alles in orde is. Zo werd ook samen het OHSAS 18001 veiligheid certificaat behaald dat aantoont dat veiligheid binnen Norbord op een gestructureerde en doorgedreven wijze wordt aangepakt. En door in te stappen in het Norbord Safety Star programma gaan we nog een stap verder omdat hier bij een audit minstens 50% van de werknemers aan het woord komen. Carlo: Elke morgen als ik hier aankom krijg ik een soort verslag, met onder andere een aantal veiligheidsaspecten. Om half 9 is er een ochtendmeeting, waarbij die veiligheidsaspecten telkens eerst aan bod komen, pas daarna wordt 14
de productie besproken. Iedereen wordt hier ook geacht om alle bijna-ongevallen te vermelden, dat is één van de zaken die we op die ochtendmeeting bespreken. Ook milieuzaken komen hier aan bod. Alain: In het kader van het Norbord Safety Star-programma zijn hier ook een 25-tal werkgroepjes rond verschillende thema’s opgericht. Dat kan gaan over ergonomie, werken in gesloten ruimtes, water, ... . Die werkgroepjes bestaan zowel uit mensen vanop de werkvloer als mensen uit het middenkader en het kader. Daarnaast krijgt iedereen verschillende opleidingen rond veiligheid. Ook onderaannemers zijn verplicht een aantal opleidingen rond veiligheid te volgen. Carlo/Jean-Paul: Er zijn ook regelmatig milieurondgangen door een externe milieucoördinator, samen met 5 milieubegeleiders, mensen van de werkvloer. Ook dit wordt besproken en hiervan worden verslagen van gemaakt die voor iedereen beschikbaar zijn via het intranet na rapportering aan het comité. Alain/Jean-Paul: Als iemand een overtreding maakt op de veiligheidsregels en dat wordt gezien, dan volgt er een veiligheidsonderzoek. Dit onderzoek gebeurt door een onderzoekscommissie waarin de preventie-adviseur, iemand van de vakbond als onafhankelijk lid en een leidinggevende zit. Zij formuleren een advies. De leidinggevende neemt dan een beslissing rekening houdende met een consequentiematrix. Daar wordt een rapport rond opgesteld waarbij beoordeeld wordt of die persoon effectief een zware overtreding heeft begaan en eventueel anderen in gevaar heeft gebracht. We hebben op die manier helaas al afscheid
moeten nemen van mensen omdat het risico op een mogelijk letsel te hoog werd. Dat is hard, maar het is de realiteit, en sinds ons dodelijk ongeval in 2007 laat men niets aan het toeval over. A&M: Van dagelijks een arbeidsongeval naar 0 ongevallen in bijna 3 jaar tijd: levert dat ook iets op in termen van productie? Carlo: In de periode voor de overname produceerden we 400 m³ OSB per dag. Vandaag is dat 1100 m³. (ironisch) Beantwoordt dat de vraag voldoende? A&M: Hebben jullie eventueel nog tips voor afgevaardigden van bedrijven waar de aandacht voor veiligheid er niet komt vanuit de directie? Alain/Jean-Paul: Het is belangrijk te beseffen dat veiligheid begint bij je eigen mentaliteit, 90% of meer van alle ongevallen en milieucalamiteiten zijn te wijten aan menselijke fouten. Daarnaast denk ik dat het geld dat een werkgever extra heeft door de uitgespaarde verzekeringspremies ook mooi meegenomen is. Hij kan dit terug investeren in veiligheidsmaatregelen. Ten derde is het volgens mij belangrijk dat van iedere machine een risico-analyse gemaakt wordt, in samenspraak met de mensen die aan de machine werken. Iemand die al 20 jaar met een bepaalde machine werkt kan je perfect zeggen waar de gevaren schuilen en wat er eventueel gedaan kan worden om de risico’s te minimaliseren. Thijs Calu, educatief medewerker Arbeid & Milieu Jorre Van Damme, coördinator A&M
“Iedere ochtend is er een overleg, waarbij de veiligheidsaspecten telkens als eerste aan bod komen.” telken tel
am magazine jaargang 2012 nr 4 65
DOSSIER DUURZAAM MATERIALENBEHEER
interview delegee in
Stefaan Williams
Delegee aan het woord
ACV Hoofdafgevaardigde bij Picanol (Ieper)
Bij Picanol, de West-Vlaamse weefmachineproducent, lanceerde de ACV-delegatie onlangs een boeiende campagne, die zowel leidde tot nieuwe fietsenstallingen als het gebruik van stenen tassen in plaats van plastieken bekers. A&M had een gesprek over deze opmerkelijke resultaten met Stefaan Williams, ACV hoofdafgevaardigde bij Picanol in Ieper.
Picanol stapt en trapt in ‘t groen A&M: Hoe kwamen jullie op het idee deze campagne op te starten? Stefaan: In 2010 schreef het ACV een wedstrijd uit, in aanloop naar ons congres met als thema ‘De toekomst moet groen’. Diegenen die het leukste project rond vergroening van het bedrijf indienden wonnen een trip met de zeilboot naar de windmolens van de
Thorntonbank. Toen ik daarrond met enkele delegees samenzat dachten we dat het wel een leuk idee zou zijn om een project uit te schrijven. Zo is het project ‘Picanol stapt en trapt in ’t groen’ geboren. We zaten immers met een aantal reële mobiliteitsproblematieken: verouderde fietsenstallingen, fileproblemen in de
piek-uren, een overbezette parking, ... De wedstrijd rond ons ACV-congres was een belangrijke trigger om effectief een campagne rond mobiliteit op te starten, anders was het er waarschijnlijk niet van gekomen.
am magazine jaargang 2012 nr 4 66
9
Delegee aan het woord heel wat mensen naar vroegen, maar door een gebrek aan kennis en tijd is dat er voorlopig nog niet gekomen. Ook al konden we vertellen dat die hogere vergoeding fiscaal voordelig is, toch kregen we de bal teruggekaatst en moesten we alles zelf uitzoeken. Ook de vraag naar zonnepanelen is gesteld, maar men vertelde ons dat deze investering niet rendabel zou zijn, dus ook daar botsten we op een muur. Maar toch hebben we enkelen belangrijke zaken kunnen realiseren. Zo is de fietsenstalling vernieuwd, zodat nu ook mensen met een koersfiets op een degelijke manier hun fiets kunnen parkeren. Kleine acties als deze kunnen voor sommige mensen dus wel degelijk een aantal zaken veranderen. “Met onze campagne hebben we toch enkele belangrijke zaken gerealiseerd: de fietsenstallingen zijn vernieuwd, er kwam een mentaliteitswijziging rond het gebruik van plastieken bekers en de waterdispensers zijn verwijderd ten voordele van kraantjeswater”
A&M: Wat hield de campagne juist in? We zijn heel ambitieus gestart vanuit het idee dat we een fietsdag wilden organiseren waarbij we alle werknemers te voet of met de fiets wilden laten komen. We wilden met andere woorden geen enkele auto op de parking zien die dag. Helaas moesten we al snel inzien
een groene stenen tas gegeven met de boodschap: gebruik vanaf nu deze tas in plaats van plastieken bekertjes. In de beker stak ook een enquêteformulier waarmee we de werknemers een aantal vragen stelden om te peilen naar wat ze belangrijk vinden. Willen ze een hogere fietsvergoeding? Is er vraag naar meer douches of betere fietshokken?
“Kleine acties als deze kunnen voor sommige mensen wel degelijk een aantal zaken veranderen” dat we met die doelstelling te veel hooi op onze vork namen en hebben we ons uiteindelijk vooral geconcentreerd op het informeren en sensibiliseren van de werknemers. We hebben die dag uiteraard opgeroepen om zoveel mogelijk met de fiets naar het werk gekomen, maar we hebben er nog wat andere zaken aan gekoppeld om zoveel mogelijk werknemers te kunnen aanspreken. Concreet hebben we die dag mensen opgewacht aan de poort en aan iedereen informatie meegegeven over fietsen naar het werk. We hebben ook aan iedereen
10
A&M: Welke resultaten hebben jullie bereikt met de campagne? We hebben uiteindelijk toch wel wat kunnen bereiken: meer dan 60% van de mensen hebben de enquête ingevuld en terugbezorgd. Dat is veel als je rekening houdt met het feit dat het toch iets is waar ze moeite voor moeten doen. Met die resultaten zijn we naar de werkgever gestapt, die ervoor openstond een aantal van de gevraagde maatregelen te nemen, op voorwaarde dat we alles zelf uitzochten. Dat zorgde bij ons wel voor een drempel om een aantal zaken te realiseren. Een hogere fietsvergoeding was iets waar
De stenen tassen bleken een echt succesverhaal. Er is een echte mentaliteitswijziging ontstaan bij heel wat mensen die nu de tassen gebruiken in plaats van plastieken bekers. Daarnaast zijn ook de waterdispensers verwijderd ten voordele van kraantjeswater. We hebben rond de kostprijs van plastieken bekers en waterdispensers ook enkele cijfers opgevraagd. Het was leuk om aan de werkgever te kunnen meegeven dat hij toch een redelijke kost uitspaart met deze maatregelen. Thijs Calu, educatief medewerker Arbeid & Milieu
Bedrijfsfiche: Picanol Sector: Machinebouw Aantal werknemers: +/- 1400 Activiteit: Picanol produceert voornamelijik weefmachines en weefgetouwen, maar door de jaren heen is Picanol geëvalueerd naar een Groep met een brede waaier aan activiteiten. Tegenwoordig heeft Picanol ook een gieterij en produceert het printplaten. Meer en meer gebeurt ook de afwerking van machines door Picanol zelf. Enkele grote klanten zijn Caterpillar, Case New Holland en Fent.
am magazine jaargang 2012 nr 4 67
BEDRIJFSDOSSIER
Vakbondsafgevaardigden maken het verschil bij Honda Europe Gent Honda Europe is gevestigd in de Gentse zeehaven, vlakbij grote concurrent Volvo. We spraken er 3 ABVV-delegees en hun secretaris over hun recente initiatief om ‘Donderdag Veggiedag’ te lanceren. Daarnaast kwamen ook hun inspanningen op andere terreinen aan bod, en hadden we het over het MVO-beleid van Honda. Het werd een boeiend gesprek met 3 gedreven militanten, bijgestaan door hun al even gedreven secretaris.
A
A&M: Kunnen jullie jezelf kort even voorstellen? Mark De Visscher: Ik werk reeds 23 jaar bij Honda. Mijn vakbondscarriere gaat zo’n 20 à 22 jaar terug. Na een tijdje werd ik verkozen als reserve-afgevaardigde van de syndicale delegatie. Door interne onenigheden ben ik daarna een tijdje uit de syndicale delegatie gestapt, maar een 7-tal jaar geleden ben ik hoofdafgevaardigde geworden en ben ik effectief lid van de Ondernemingsraad, effectief lid van het Comité en woordvoerder van de syndicale delegatie. Rudy Haemelinck: Ik ben 26 jaar actief bij Honda. Mijn huidige functie is polyvalent medewerker op de andere site, aan de overkant van de straat. Ik heb min of meer dezelfde loopbaan als Mark en ben ook een tijdje uit de syndicale delegatie gestapt. Momenteel ben ik effectief lid van de Syndicale Afvaardiging en de Ondernemingsraad. Mario Van de Velde: Ik ben intussen 15 jaar tewerkgesteld bij Honda en werk in de ‘Parts’-afdeling. Ik zit nog maar sinds kort bij de vakbond, op aansporen van Mark. Momenteel ben ik reservelid bij het Comité en effectief syndicaal afgevaardigde. Frank Van Dorsselaer: Ik ben Secretaris voor ABVV Metaal Oost-Vlaanderen en volg Honda sinds een jaar of 4 op.
A&M: Jullie zijn bezig met het invoeren en promoten van ‘Donderdag Veggiedag’ bij Honda. Hoe zijn jullie daartoe gekomen? Mark: Donderdag Veggiedag is een campagne van EVA (het Ethisch Vegetarisch Alternatief), die erop gericht is je te stimuleren minstens 1 dag per week geen vlees te eten. Dat heeft op vele vlakken voordelen: het is goed voor je gezondheid, goed voor het milieu (minder uitstoot van broeikasgassen), goed voor het dierenwelzijn,... . Als iedereen in België één dag vegetarisch eet, dan schrap je de CO2-uitstoot van ongeveer 500.000 wagens! A&M: Hoe ver staan jullie momenteel met deze campagne bij Honda? Mark: We hebben voorlopig nog niet bekomen dat er een volledig vleesvrije donderdag is bij Honda, maar voorlopig is dat ook nog een utopie en waarschijnlijk een stap te ver. We proberen stap per stap te werken en maken op die manier wel vorderingen. Vroeger kon je in het bedrijfsrestaurant van Honda kiezen voor een warme dagschotel, een vegetarisch menu, een koude schotel, broodjes... Door de crisis is dit echter allemaal afgebouwd. Zo is de vegetarische schotel van het menu gehaald. Op onze vraag is er nu een vegetarisch alternatief voorzien bij het gewone
Bij Honda Europe in Gent willen de delegees uiteindelijk bekomen dat er op donderdag een volledig vegetarisch menu wordt voorzien – © EVA
4
ARBEID 68
& MILIEU
DUURZAAM VAN 9 TOT 5
Honda Europe NV in Gent – © Honda Europe NV
menu. Dat is een eerste belangrijke stap geweest. We proberen de werknemers ervan te overtuigen om deze vleesvervangers te nemen op donderdag. Zo willen we op termijn komen tot een situatie dat er op donderdag een volledig vegetarisch menu is, met vlees als alternatief, dus omgekeerd aan de huidige situatie. Daarnaast hebben we informatie over de campagne geschreven in ons bedrijfskrantje – de ‘Rode Schakel’ – om mensen bewust te maken van de thematiek. Op de achterkant van ons krantje vind je de namen van alle vakbondsmilitanten. Ieder van hen trekt in meer of mindere mate aan de kar bij bepaalde thema’s. Onder onze militanten zit een overtuigd vegetariër en het is vooral die persoon die dit project in gang heeft gezet. Tenslotte hebben we ook een kookbrochure van EVA overhandigd aan de kok om wat afwisseling in zijn ‘veggie’ gerechten te brengen. Voorlopig is dit geen groot succes, maar we hebben goede hoop dat de vraag zal stijgen, en dan zal men daar wellicht wel meer moeite voor doen. Mario: Met onze inspanningen voor donderdag Veggiedag willen we vooral duidelijk maken aan onze werknemers dat er wel degelijk lekkere en gevarieerde alternatieven voor vlees bestaan. Bij de meeste mensen is er nog een grote drempel omdat het iets is wat men niet kent. Daar willen wij verandering in brengen. Frank: Het is absoluut niet onze bedoeling om van iedereen een vegetariër te maken of om het veganisme als levenswijze te gaan verkondigen.Het is er ons wél om te doen om de mensen bewust te maken
van de invloed die hun vleesconsumptie heeft op vlak van milieu. Kijk maar naar bijvoorbeeld de uitstoot van broeikasgassen. Als vleeseter heb je daar een enorme impact op! Rudy: De volgende actie in deze campagne is het uithangen en uitdelen van pamfletten met de mededeling dat ‘Donderdag Veggiedag’ eraan komt. Het is namelijk zo dat hier niemand eten moet bestellen, tenzij je vegetarisch wil eten. De pamfletten moeten de mensen eraan herinneren hun vegetarische maaltijd tijdig te bestellen.
Bedrijfsfiche Honda Europe NV werd in 1978 opgericht als dochter van het Japanse Honda Motor Corporation. Gevestigd in het Gentse havengebied fungeert Honda Europe al 30 jaar als het logistieke centrum van Honda in Europa. Vorig jaar realiseerden ruim 650 medewerkers samen een omzet van 767 miljoen euro. Binnen het Europese Honda-netwerk staat Honda Europe in voor: ¦! Mphjtujfl!wbo!xbhfot-!npupsßfutfo-!qpxfs!frvjqnfou!fo!bddfttpjsft/! De parking met wagens heeft een opslagcapaciteit van 18.500 wagens en Honda Europe kan tot 1.500 wagens per dag leveren. Daarnaast beschikt Honda Europe ook over een grote opslagruimte voor motorfietsen. Van hieruit worden per jaar meer dan 85.000 motorfietsen verdeeld . Ten slotte wordt bij Honda Europe ook de distributie van alle power equipment producten gecentraliseerd (grasmachines, zitmaaiers, motorploegen, generatoren,...- buitenboordmotoren, ...). Samen zijn ze goed voor 210.000 leveringen per jaar. ¦! Bbolppq-!lmboufocfiffs!fo!mphjtujfl!wbo!poefsefmfo!wpps!bmmf!qspevdufo ¦! Wfslppq!fo!mphjtujfl!wbo!joevtusjmf!npupsfo ¦! Pouxjllfmjoh!fo!cfiffs!wbo!JDU.tztufnfo
ARBEID
&
MILIEU 69
5
BEDRIJFSDOSSIER Frank: Honda is inderdaad een onderneming die zeer met het milieu begaan is. Daarom vonden we als ABVV-fractie dat hier wel een voedingsbodem aanwezig was voor een initiatief als Donderdag Veggiedag. De milieuthematiek is niet compleet nieuw voor Honda, wat het gemakkelijker maakt om zoiets te verkopen. De recente mislukte top in Kopenhagen heeft op de werkvloer ook één en ander teweeggebracht, wat dat bewustwordingsproces nog heeft versneld.
vlnr.: Mario Van de Velde, Mark De Visscher en Rudy Haemelinck – © Frank Van Dorsselaer
6
A&M: Is Honda ook op andere vlakken bezig rond MVO (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen)? Mark: Het gamma van Honda is het mooiste voorbeeld van hoe men inspeelt op de milieuthematiek: Honda pruduceert 4 hybride wagens en men is ook bezig met de ontwikkeling van een model op waterstof . Verder produceert Honda ook zonnepanelen in Japan, voor de Japanse en Amerikaanse markt en men kijkt om hier op de site ook met zonnepanelen te werken, naar het voorbeeld van Honda Aalst. Mario: Ook op het bedrijf zelf is men wel met MVO bezig. Tegenwoordig worden kartonnen dozen in het magazijn hergebruikt indien mogelijk. Als een doos niet meer als verpakking kan dienen, wordt ze door een machine gehaald die het karton bruikbaar maakt om als opvulmateriaal te gebruiken bij de verpakking van onderdelen. Op die manier is ons ‘afvalkarton’ drastisch gereduceerd. Mark: Als je werkt aan het milieu, werk je ook zuining voor je portemonnee, en dat is natuurlijk wat telt voor een bedrijf. Bij het voorbeeld met het karton betekent dit dat er minder afval is, er zijn minder stukken beschadigd en de kwaliteit stijgt. Dat vertaalt zich in een lagere afvalkost en een betere service naar de klant. Een rendabele investering dus! Mario: Een ander mooi voorbeeld is het gebruik van herbruikbare bekers in plaats van flessenwater. Vroeger kreeg iedereen water in flesjes van een halve liter. Het aantal flesjes dat toen werd verbruikt was 260.000 flesjes per jaar! Dat is een groot pak plastiek en bovendien zeer duur. Nu krijgt iedereen nog gratis water, maar in een herbruikbare beker van een halve liter en via een dispenser die leidingwater koelt en zuivert. De impact op het milieu is dus veel lager en bovendien is het veel goedkoper dan de dure flesjes spa. En tenslotte is er nu het hele jaar door gratis water, terwijl dit vroeger enkel in de warmste periode van het jaar zo was.
ARBEID 70
& MILIEU
A&M: Zijn er andere acties die jullie als vakbond op het getouw hebben gezet of van plan zijn op te starten? Mark: Jazeker, zo zijn we momenteel ook bezig met het organiseren van een actie ten voordele van de slachtoffers van Haïti. Dit is een idee dat volledig vanop de werkvloer zelf is ontstaan. We zijn op het idee gekomen om snoepzakken te vullen en te verkopen ten voordele van Haïti. De broer van een collega van ons is verkoopsdirecteur bij een snoepfabriek. Op die manier kunnen we zeer goedkoop snoep inkopen. De bedoeling is om de volgende dagen snoepzakjes te vullen, en die voor 5 euro te verkopen. Als we alle 600 zakken verkopen kunnen we zo’n 2700 euro aan Haïti schenken. Ik hoop dat het een succes wordt! Rudy: Vorig jaar hebben we een soortgelijke actie gedaan op de Sint-Elooisfeesten voor Music for Life. Dit was volledig op initiatief van de werknemers en bracht zo’n 2000 euro op. Ik denk en hoop dat we dit jaar met dezelfde groep die dit trok terug iets voor Music for Life kunnen doen. We hopen een project te kunnen lanceren dat nog mooier zal zijn en nog veel meer geld in het laatje zal brengen. A&M: Hebben jullie het gevoel dat jullie als vakbondsmilitanten een verschil kunnen maken bij Honda? Mario: Ik denk dat we hier zeker een verschil kunnen maken. Bij Honda werken we met zogenaamde ‘New Honda Circles’ . Dit zijn een soort kwaliteitscirkels, waar aan de arbeiders de mogelijkheid wordt gegeven om iets op te starten wat een betere werkplek creëert of de kwaliteit van het werk verbetert. Ik heb de indruk dat, als je zo’n cirkel doet en als het goed onderbouwd is, dat er wel wat inspraak is voor de werknemers. Eén van de thema’s waarrond zo’n cirkel georganiseerd kan worden is milieu. Zo heeft men in zo’n kwaliteitscirkel een project uitgedacht rond het afzetten van PC’s. Door flyers met informatie uit te hangen in de lokalen herinnert men de mensen om de stroom van de pc’s telkens af te zetten (niet enkel op standby). Hier op Honda zijn enkele honderden en misschien zelfs duizenden PC’s, dat loopt dus snel op. A&M: Bedankt voor het interview! Interview: Thijs Calu Educatief medewerker Arbeid & Milieu
DOSSIER VERGROENING IN DE DIENSTENSECTOR
interview delegee
Tuur Vanmuysen Delegee aan het woord
BBTK-afgevaardigde bij AVE Regina
Bedrijfsfiche Sector: Zorg Aantal werknemers: 200 Activiteit: AVE Regina is een zorgen begeleidingscentrum voor jongeren en volwassenen
am magazine jaargang 2012 nr 3
9
71
Ook in de zorgsector is vergroening mogelijk. Dat bewijst Tuur Vanmuysen, die zich dagelijks inzet om zijn werkplek (vaak letterlijk) groener te maken. Tuur zette tal van maatregelen op de kaart: van een dierenpark voor het verwerken van keukenafval tot het zuiveren van afvalwater dat vroeger zomaar in de beek terechtkwam. A&M: Kun je wat meer vertellen over de activiteiten van AVE Regina? Tuur: Wij zijn in alle geval helemaal verschillend van een productiebedrijf, waar jullie gewoonlijk vakbondsafgevaardigden interviewen. Hier werken we met mensen voor mensen. We zijn een instelling voor jongeren en volwassenen, met internaat en semi-internaat voor jongeren. Bij het semi-internaat gaan de jongeren ’s avonds naar huis. Er zijn ook dagateliers voor volwassenen die niet in het normale arbeidscircuit terecht kunnen. Een aantal
10
72
am magazine jaargang 2012 nr 3
van deze volwassenen wonen in studio’s met hulp van de instelling, anderen wonen in leefgroepen. Het is een divers geheel met zoveel mogelijk zorg op maat. A&M: wat is jouw functie binnen AVE Regina? Tuur: Ik werk hier als opvoeder in een leefgroep van jongeren. Ik werk ook ¼ aan een tuinproject, samen met de jongeren. Ik ben BBTK-afgevaardigde voor het CPBW (Comité ter Preventie en Bescherming op het Werk). In de ondernemingsraad ben ik plaatsvervanger.
A&M: Heb je het gevoel dat er voldoende aandacht is voor vorming en opleiding rond veiligheid & gezotndheid, milieu... Tuur: Ik mag zeker niet klagen over de aandacht voor opleidingen. Er is in de eerste plaats een groot aanbod aan interne opleidingen voor opvoeders. Ook opleidingen gelinkt aan de thematiek van het Comité, zoals hef- en tiltechnieken, komen aan bod. Rond het milieuthema zijn er minder opleiding voorzien, maar als ik een cursus hierrond wil volgen, maakt men daar meestal geen probleem van. Onlangs mocht ik ook de wetgeving rond de veiligheid van speeltuinen volgen. Daarbij kwam ik te weten dat er toch enkele pijnpunten waren in verband met de veiligheid van onze speeltuin. Toen zijn er afspraken gemaakt met de gemeente, die nu instaat voor het beheer. De inwoners van de deelgemeente maken nu ook gebruik van speelterreinen en sportvelden.
DOSSIER VERGROENING IN DE DIENSTENSECTOR
interview delegee
“We hebben onlangs een dierenpark gerealiseerd, waar we ons keukenafval kunnen verwerken.”
A&M: Welke acties heb je zoal ondernomen om de werkplek te vergroenen? Tuur: We hebben al heel wat gerealiseerd. Zo hebben we de directie erop attent gemaakt dat het sinds 2006 verboden is om afvalwater te lozen in het oppervlaktewater, als er de mogelijkheid is om aan te sluiten op de riolering. Ons afvalwater van onder andere de keuken en de wasserij wordt momenteel nog ongezuiverd in de molenbeek geloosd. Eind dit jaar sluiten we aan op de collector, en krijgt de beek eindelijk zuurstof om terug te herstellen. Ook de vijver wordt uitgebaggerd, om hem terug een functie als overstromingsgebied te kunnen geven. Ook rond mobiliteit zitten een aantal zaken in de pijplijn. Zo hebben we voorgesteld om onder andere te investeren in douches en reparatiemateriaal voor onze fietsers. Zo hopen we meer mensen te motiveren om met de fiets te komen. Momenteel komt ongeveer 10% van de werknemers met de fiets. De overgrote meerderheid komt met de eigen wagen, en enkelen komen met de trein en/of bus. Het is niet altijd evident om met het openbaar vervoer te komen door de uren van het ploegensysteem dat we hanteren. Bovendien zijn de uren vaak zo verschillend dat ook carpoolen in de praktijk lastig te organiseren is, al gebeurt dat wel op kleine schaal. Wat we ook hebben gerealiseerd is een dierenpark, waar we ons keukenafval kwijt kunnen. Momenteel zitten er 2 geiten
en 2 schapen, de kippen komen later. We zouden dit graag nog wat uitbreiden, maar het probleem hierbij is dat we sterk afhankelijk zijn van vrijwilligers om de dieren te verzorgen. Die vrijwilligers vinden we niet altijd even snel. Dit jaar gaan we hoogstwaarschijnlijk
onder andere voor gezorgd dat al onze gebouwen geoptimaliseerd zijn op vlak van energie-efficiëntie, door het installeren van gasketels, dakisolatie, dubbel glas, ... Als er al een drempel is, dan is die altijd financieel van aard. Wij hangen af van subsidies van de Vlaamse
“Het sociale en milieu zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Investeren in groene maatregelen is soms een noodzaak om onze jobs te behouden.” van start met een ‘Veggiedag’, waarbij we 1 keer per week de ganse instelling vegetarisch laten eten. Op die manier geven we ook een aantal belangrijke waarden door aan de kinderen. Deze veggiedag was een voorstel van Stef Windelinckx, die ook kandidaat was bij de sociale verkiezingen. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van de vele zaken die we hier in gang gezet hebben. A&M: Hebben jullie als vakbond het gevoel dat je voldoende inspraak hebt? Tuur: De Laatste vier jaar hebben we in het CPBW zeker onze zeg mogen doen. Er wordt ook rekening mee gehouden en er wordt samen gezocht naar oplossingen. A&M: Zijn er bepaalde drempels die de directie tegenhouden om te investeren in vergroening? Tuur: Nee, integendeel, men staat er heel open voor. Zo heeft men er
Gemeenschap, waarmee we uiteraard een aantal zaken moeten realiseren. Veel overschot is er dus niet. A&M: Wat drijft jou om hierop in te zetten als vakbondsafgevaardigde? Tuur: Het sociale en milieu zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Investeren in groene maatregelen is soms een noodzaak om onze jobs te behouden. Concreet: als we ons hier niet aan de wetgeving houden, bv. rond het afvalwater, dan had men ook de instelling kunnen sluiten en waren we onze jobs sowieso kwijt geweest. Investeren in vergroening is dus op lange termijn investeren in werkzekerheid.
Interview: Thijs Calu, Educatief medewerker A&M Jorre Van Damme, Coördinator A&M
am magazine jaargang 2012 nr 3
11
73
luc, dirk en frank Lassers en kraanmachinist bij Ellimetal (Meeuwen/Genk) Ellimetal Meeuwen/Genk Naam bedrijf: Ellimetal Activiteit: Productie van silo’s, drukvaten, opslagtanks, warmtewisselaars, reactoren, ... . De apparaten worden in aluminium, staal of inox gemaakt en de eindproducten komen vooral in de chemische sector terecht. Ellimetal heeft heel wat internationale klanten. Tewerkstelling: 170 vaste arbeiders, 30-40 interimmers, 50 bedienden Vestigingen: in Meeuwen en Genk
vlnr: Dirk Leekens, Frank Maggen en Luc Vanderydt
8
74
am magazine jaargang 2012 nr 2
With financial support of the European Commission
DOSSIER ENERGIEBESPARING IN BEDRIJVEN
In de vakbondslokalen van ABVV-metaal in Tongeren ontmoeten we onze interviewees: Luc Vanderydt is lasser en hoofdafgevaardigde in de vestiging in Genk. Ook Dirk Leekens is lasser, maar dan in het bedrijf in Meeuwen. Frank Maggen tenslotte houdt zich vooral bezig met het intern transport als kraanmachinist, op beide sites. Zowel Luc, Frank als Dirk zijn afgevaardigd in het Comité (CPBW), de ondernemingsraad en de Syndicale Afvaardiging (SA). A&M: Laat de crisis zich voelen bij Ellimetal? Frank: De directie geeft ons maandelijks werkvooruitzichten, maar die gaan niet verder dan 3 maand. Ook al weten we zelf wel dat bepaalde projecten vele keren langer duren. Op die manier bouwt de directie altijd een buffer op om het gevoel te geven dat het toch niet zo schitterend gaat. Wij vinden dat als het goed gaat de werknemers daar ook wat bij betrokken mogen worden. Het is ons de voorbije 2 jaar gelukt om CAO 901 door te voeren, maar daardoor krijgen we vaak wat meer tegenwind en moeilijker toegang tot bepaalde informatie. We lieten ons onlangs bijstaan door experten in de EFI (Economisch Financiële Informatie, nvdr. ), die ons duidelijk gezegd hebben dat ons bedrijf in de top 3 zit voor onze sector. De zaken gaan dus zeker niet slecht. Luc: Nieuwe wetgeving zorgt er ook wel voor dat we de laatste jaren strengere controles krijgen op onze milieu-impact, vooral om dat we in een woonwijk liggen. Maar diezelfde wetgeving, en dan vooral op vlak van klimaateisen is ook goed voor onze tewerkstelling. Bedrijven hebben nieuwe producten nodig zoals 1
warmtewisselaars en omvormers om aan de eisen te voldoen. Die apparaten produceren wij.
interview delegees
onderdeel van een fabriek en zou men daar dus sowieso niet in moeten investeren? Frank: Wat wel is doorgevoerd, is mijn voorstel om de poorten automatisch te kunnen openen en sluiten. Dit heeft een groot voordeel op vlak van verwarmingskosten: als je als heftruckchauffeur tien keer naar buiten en binnen moet rijden, dan deed deze vroeger geen moeite om telkens de poort open en dicht te doen, omdat hij dan telkens van z’n voertuig moest stappen. Bovendien zijn sommige van onze poorten tot wel 16 meter hoog. Nu kan men in dergelijke situaties met een simpele druk
“De alsmaar strenger wordende klimaateisen zijn onrechtstreeks goed voor onze tewerkstelling. Er is veel meer vraag naar door ons geproduceerde warmtewisselaars en omvormers, die nodig zijn om aan de nieuwe eisen te voldoen.” A&M: Hebben jullie zelf ook een aantal energiebesparende voorstellen gedaan aan het bedrijf? Luc: Inderdaad, vorig jaar heb ik gesuggereerd om ons plat dak te verhuren aan een bedrijf dat er zonnepanelen op zou plaatsen. Die kosten en de energie die wij niet verbruiken zijn voor hen, maar uiteraard profiteert het bedrijf ook van deze gratis energie. Het antwoord van onze directie was teleurstellend: voor de plaatsing van de zonnepanelen moet het dak nog 20 jaar in orde zijn, en in dat geval moest het dak hersteld worden. Dan stel je toch vragen: is een dak geen belangrijk
op de afstandsbediening de poort tot een 3-tal meter openen, en eens men er voorbij is meteen weer sluiten. Dit betekent op jaarbasis een gigantische mazoutbesparing. Als je als arbeider elke dag op een bepaalde plaats werkt, kun je daadwerkelijk zeggen waar de voordelen liggen. Soms kunnen we door druk te zetten toch iets bereiken. Luc: We zitten ook met een nachtpost en een middagpost waarbij vaak maar 2 of 3 mensen werken. Maar voor die paar mensen branden ook alle lichten en staat de verwarming overal aan. Daar zou eigenlijk ook iets aan veranderd moeten worden.
CAO 90: “Niet-recurrent resultaatsgebonden voordeel”, een premie die werknemers onder bepaalde voorwaarden kunnen verwerven, en die o.a. gekoppeld wordt aan de behaalde resultaten.
am magazine jaargang 2012 nr 2
9
75
A&M: Welke zijn volgens jullie de grootste drempels om de directie te overtuigen van energiebesparende maatregelen? Frank: Ik denk dat de crisis wel een rol speelt bij het vastkrijgen van een lening voor bepaalde investeringen bij de banken, die heel wat geld verloren hebben. Maar dat verklaart bijvoorbeeld niet waarom ons voorstel om zonnepanelen te laten installeren werd afgeschoten. We worden altijd een beetje als de boemannen gezien terwijl we toch allemaal goede bedoelingen hebben. Luc: De directie geeft ons vaak de indruk dat we ons niet moeten moeien als het om het milieu gaat, ze nemen ons niet serieus. Wij moeten vaak al hard onderhandelen om ons prioritaire vakbondswerk te kunnen doen, waardoor het milieu noodgedwongen op de achtergrond wordt geschoven.
“Als je als arbeider elke dag op een bepaalde plaats werkt, kun je daadwerkelijk zeggen waar de voordelen liggen.” moeten vragen dat die dampen uit de buitengaande lucht gefilterd worden, maar dan voelen we aan dat we meteen te veel eisen, en het deksel op de neus zullen krijgen. We willen er eerst en vooral voor zorgen dat onze werknemers niet in de giftige dampen staan. Maar we zitten wel midden in een woonwijk, dus op termijn zou daar ook iets aan moeten gebeuren. Luc: Daarnaast is het ook zeer moeilijk om de doorsnee arbeider te overtuigen van het nut van milieu-investeringen. Zij kijken vaak niet verder dan hun eigen directe belang: zolang de lonen op tijd betaald worden zijn de mensen tevreden.
“Het is een uitdaging om de doorsnee arbeider te overtuigen van het nut van energiebesparende investeringen op langere termijn. Het valt niet mee om hen bij te brengen dat dit in hun eigen belang is.” Dirk: Inderdaad, Zo hebben we nu alle moeite om ervoor te zorgen dat er rookafzuiginstallaties bij de lassers staan die de dampen naar buiten sturen. Eigenlijk zouden we meteen
10
76
am magazine jaargang 2012 nr 2
Het valt niet mee om hen bij te brengen dat investeren in energiezuinigheid ook in hun belang is. Als vakbondsafgevaardigde wordt je door de werknemers vaak afgerekend op zaken die op korte termijn effect hebben, dat maakt het er ook niet
makkelijker op. Maar als arbeider is het hier zeker niet slecht werken: er is een goede werksfeer, de lonen worden op tijd betaalt, ... .Als syndicalist bekijk je natuurlijk ook het bredere plaatje. Frank: Iets waar we geen zicht op krijgen zijn de jaarlijkse budgetten voor investeringen, en de investeringstermijn. Dat maakt het ook moeilijk voor ons om de mogelijkheden in te schatten. Dirk: Zeggen dat Ellimetal niet investeert in milieumaatregelen, is ook niet helemaal waar. Dat gebeurt wel als het echt moet, maar niet op een vooruitziende manier.. Luc: Dat klopt, zo heeft men onlangs beslist dat mensen hun lasposten moeten afzetten als mensen gaan eten of naar het toilet moeten. Op zich een zeer goed voorstel van onze directie, maar als wij het zouden voorstellen zou men het weglachen. Ze geven ons niet het gevoel dat we op milieuvlak iets kunnen toevoegen, maar die ingevoerde maatregelen houden we wél mee in het oog. Interview: Jorre Van Damme, coördinator A&M Thijs Calu, educatief medewerker A&M
Nuttige links Algemeen www.a-m.be Website van Arbeid & Milieu vzw. www.groenejobs.be Website ‘Groene Jobs’, een project van Arbeid & Milieu. Je vindt er heel wat info over vergroening, met handige brochures, interviews met collegadelegees, studies en rapporten, ... www.aclvb-vlaanderen.be/themas/milieu-energie/ Milieuwebsite ACLVB www.ecolife.be/bereken-je-ecologische-voetafdruk Met deze calculator kan je aan de hand van enkele vragen je ecologische voetafduk berekenen, én je engageren tot een aantal acties om hem te verkleinen. www.mvovlaanderen.be Website van het Kenniscentrum Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. MVO Vlaanderen inspireert en informeert over maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ze richten de spots op voorbeeldige bedrijven, laten experten aan het woord en reiken instrumenten aan om MVO nog beter te integreren in bedrijven. www.vmm.be Website van de Vlaamse Milieumaatschappij. Van de bedrijven die een integraal milieujaarverslag moeten opstellen vindt je hier alle gegevens met betrekking tot de emissies terug. Je vindt er ook heel wat milieurapporten over allerhande thema’s, en de rol van de bedrijven in de evoluties (water, lucht, afval, klimaatverandering, ...).
Energie www.energiesparen.be Website van het Vlaams Energieagentschap (VEA). Het VEA geeft uitvoering aan een duurzaam energiebeleid. Haar belangrijkste taken zijn het stimuleren van rationeel energiegebruik en milieuvriendelijke energieproductie. Ze richten zich daarbij op beleidsvoorbereiding en -implementatie, draagvlakverbreding, handhaving van de regelgeving en beleidsevaluatie. De website staat boordevol tips en info over alle mogelijke aspecten van het energiethema. www.vreg.be Website van de Vlaamse energieregulator. Ook hier vindt je heel wat info terug over het energiethema. Je kan er ook de V-test doen, waarbij je door je verbruik te simuleren kunt nagaan welke energieleverancier het best bij jouw situatie past. Je kunt er ook nagaan hoe groen je elektriciteitscontract is. 77
Biodiversiteit http://bedrijven.natuurpunt.be/ De website van natuurpunt rond biodiversiteit, gericht naar bedrijven: • Vind meer dan 90 voorbeeldbedrijven die samenwerkten met Natuurpunt rond biodiversiteit. • Ontdek tips zoals groendaken, teambuildingsdagen in een natuurgebied, geen pesticides gebruiken, restgronden ecologisch inrichten, streekeigen planten, enz. • Ontdek de voordelen zoals een groen imago, goedkoper groenonderhoud en een aantrekkelijke werkomgeving • Download de Biodiversiteit@bedrijven-handleiding, praktische fiches en de brochure.
Materialen www.plan-c.eu Plan C is het Vlaamse transitienetwerk voor duurzaam materialenbeheer. Individuen, bedrijven, consumenten, overheidsinstanties, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties werken er samen aan een economie en maatschappij die op duurzame wijze met materialen omgaat. www.ovam.be Website van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij.
Aankopen www.labelinfo.be Deze databank, instrument voor bewuste verbruikers, is een lange termijn project omtrent labels dat het Netwerk Bewust Verbruiken vzw (NBV) in samenwerking met een reeks partners begon in 2007. Het doel is een inventaris van de verschillende productlabels op te stellen en rond dit thema consumenten en organisaties te informeren, sensibiliseren. Je vindt er per productcategorie informatie over heel wat labels, hun betekenis, de gehanteerde criteria, controlemechanisme, enz. www.milieukoopwijzer.be Het project Milieukoopwijzer is een initiatief van Bond Beter Leefmilieu en geeft concrete en praktische milieuinformatie over meer dan 50 verschillende producten, opgedeeld in zeven productcategorieën. Voor elk product geeft de Milieukoopwijzer een rangorde - aangegeven met duimpjes- op basis van de belangrijkste milieucriteria.
78
Water www.watervoetafdruk.be Een initiatief van Ecolife, VELT en WWF. De website geeft informatie weer over de watervoetafdruk, een maat voor het watergebruik van een product, gemeten over de hele productieketen. De watervoetafdruk geeft dus een beeld van de hoeveelheid verborgen water in een product. www.vmm.be/water De VMM coördineert het integraal waterbeleid. Ze volgt de toestand van de watersystemen op, beheert de onbevaarbare waterlopen van eerste categorie en het grondwater, plant en houdt toezicht op de zuiveringsinfrastructuur en ontwikkelt beleidsinstrumenten om de gewenste milieudoelstellingen voor water te bereiken. www.waterloketvlaanderen.be Hier vind je heel wat info over de waterfactuur en tips om water te besparen.
Mobiliteit www.slimweg.be Slimweg is een initiatief van de Vlaamse overheid, in samenwerking met een aantal duurzame partners en de provincies. Zowel particulieren als bedrijven kunnen bij Slimweg terecht voor gratis informatie en advies omtrent duurzame mobiliteit. Je wilt wel met de bus naar het museum, maar waar vind je die dienstregelingen? Er ligt een station om de hoek, maar raak je op je bestemming met de trein? Je wilt je op een duurzamere manier naar je werk verplaatsen? Welke fiscale voordelen kun je genieten bij het gebruik van openbaar vervoer? Slimweg wijst je de weg! www.carpoolplaza.be Een website boordevol info over carpoolen. Je kunt er je fiscale voordeel mee berekenen en carpoolpartners vinden. www.mobimix.be Mobimix.be is een digitaal platform voor vlootbeheerders, aankopers, mobiliteitsverantwoordelijken en andere professionals actief inzake mobiliteit en transport. De website bevat heldere info over eco-driving, duurzaam vlootbeheer, fiscaliteit, mobiliteitsbudget, slimme logistiek en mobiliteitsmanagement. www.mobielvlaanderen.be De website van het departement mobiliteit en openbare werken van de Vlaamse overheid. Je vindt er alle mogelijke informatie over verkeer, mobiliteit en openbare werken in Vlaanderen, België en Europa.
79
www.mobiliteitsmanagement.be Op deze website vind je een “toolbox voor mobiliteitsmanagement in ondernemingen”. De Toolbox is een zoekfaciliteit, die bedrijven en hun werknemers helpt bij het oriënteren en ontwikkelen van een eigen vervoerplan en bij het succesvol stimuleren van openbaar vervoer, collectief bedrijfsvervoer, carpool en fietsen in het woon-werk en zakelijk verkeer. De Toolbox werd in 2000 ontwikkeld door een consortium van Europese specialisten in mobiliteitsmanagement. Deze geactualiseerde versie is bestemd voor Vlaamse werkgevers en werknemersorganisaties en is de vrucht van een samenwerking tussen de auteurs en de Vlaamse Stichting Verkeerskunde. www.fietsjewerkweg.be Deze website is een initiatief van Peeters & Pichal, Bond Beter Leefmilieu en Fietsersbond en zette de beste fietsroutes voor woonwerkverkeer op de kaart. Je kan de routes raadplegen op een digitale kaart, en ook zelf routes toevoegen. www.fietsersbond.be Website van de fietsersbond, de ‘vakbond van de fietsers’. De Fietsersbond ijvert voor meer mensen veilig op de fiets en behartigt de belangen van fietsers in Vlaamse en Brusselse gemeenten. www.s-move.be S-MOVE staat voor smart move, sustainable move, smiley move, kortom Smove en is een initiatief van Komimo (Koepel Milieu en Mobiliteit) en Vlaamse duurzame mobiliteitsorganisaties. De website bundelt ideeën en voorstellen rond duurzame mobiliteit en brengt gebruikers met elkaar in contact. Je vindt er acties en initiatieven rond duurzame mobiliteit.
80
Notities
81
82
83
84
85
86
ArbeidÊ&ÊMilieu
Worden er plastieken bekertjes gebruikt in het bedrijfsrestaurant? Werd je werkkledij in dubieuze arbeidsomstandigheden geproduceerd? Wordt er kwistig met dure energie omgesprongen? Wordt duurzaam pendelen niet gestimuleerd? Heeft je bedrijf beslist te vergroenen, maar heb je bedenkingen bij de manier waarop? Bij zowat iedere werkgever is op één of meerdere vlakken ruimte voor het vergroenen van de werkplek, en daar kan jij, als vakbondsafgevaardigde, aan meewerken. Deze brochure ‘vergroenen van de werkplek’ legt je uit waarom deze vergroening noodzakelijk is en zet je op weg met enkele concrete tips voor syndicale actie.
Deze brochure werd opgesteld door Arbeid & Milieu vzw, voor de vakbondsmilitanten van het ALCVB.