Verevening Dynamiek en kwaliteit in het Zeeuwse buitengebied
www.zeeland.nl
Verevening Dynamiek en kwaliteit in het Zeeuwse buitengebied
1
2
Voorwoord
wikkelingen verschillende voorwaarden gesteld. Eén daarvan is het principe van verevening, oftewel ‘groen voor rood’. Wie in het buitengebied een economische activiteit wil ontplooien en daarbij de omgevingskwaliteiten aantast, moet deze aantasting verevenen. Dit kan op verschillende manieren, maar moet altijd een investering zijn in het landschap, natuur of milieu en in verband staan met het initiatief. Kortom: Er kan méér, mits er een tegenprestatie tegenover staat.
• Harry van Waveren, Gedeputeerde van onder andere ruimtelijke ontwikkeling, recreatie en toerisme
De Provincie Zeeland is met het vaststellen van het Omgevingsplan 2006-2012 een nieuwe weg ingeslagen. Ontwikkelingsgericht in plaats van restrictief en behoudend. Initiatiefnemers wil zij meer planologische ontwikkelruimte bieden dan voorheen, om te komen tot meer economische dynamiek. Deze extra dynamiek moet echter samengaan met een versterking van de omgevingskwaliteiten. Alleen dan kan er sprake zijn van een duurzame ontwikkeling van Zeeland en boet het landelijke karakter van onze provincie niet aan waarde in. Om te voorkomen dat groei in economisch opzicht ten koste gaat van het Zeeuwse ‘groen en blauw’, worden aan nieuwe ont-
Niet alle ontwikkelingen vergroten de druk op het buitengebied in gelijke mate. Dit hangt onder meer samen met de aard en de omvang van het initiatief. Bovendien zijn bepaalde gebieden in Zeeland kwetsbaarder dan andere. Vanwege al deze verschillen is het toepassen van het vereveningsprincipe maatwerk. De gemeenten, die de verevening uitvoeren, bekijken samen met de initiatiefnemer op welke manier hieraan handen en voeten kan worden gegeven. Waar is de omgeving bij gebaat? Maar ook: wat is economisch haalbaar? Het vereveningsprincipe is nu enkele jaren van kracht en inmiddels telt Zeeland heel wat (nieuwe) initiatieven waarbij verevening is toegepast of binnenkort toegepast gaat worden. Daarbij gaat het veelal om ondernemers in de recreatiesector, die hun bedrijf hebben uitgebreid of willen gaan uitbreiden. Met deze brochure wil ik namens de Provincie een indruk geven van de mogelijkheden. Welke initiatieven zijn ontplooid, op welke manieren hebben de ondernemers geïnvesteerd in de omgeving, hoe is dat verlopen en hoe kijken zij tegen de regeling aan? Zeven Zeeuwse ondernemers vertellen over de extra ontwikkelingsmogelijkheden die zij hebben gekregen en de tegenprestaties die ze ervoor moeten leveren.
3
4
Inhoudsopgave
Voorwoord
3
Camping De Meerpaal klaar voor de toekomst
6
Authentieke fruittuin in Cadzand
9
Camping De Witte Raaf is straks niet meer terug te kennen
12
Samen investeren in een aantrekkelijke omgeving
15
Walcherse minicampings investeren samen in bunkerroute
18
Zorg voor het Zeeuwse landschap
21
Uitbreiding camping ‘Orisant’
24
5
Camping De Meerpaal klaar voor de toekomst
“De eerste gasten die hier kwamen waren veelal jongeren met tentjes. Later verschoof dit naar gezinnen en VUT-ers, die meer op comfort gesteld waren en met steeds grotere en bredere caravans, campers en tenten kwamen. Eind jaren tachtig is de camping al uitgebreid met 1 hectare, maar op een gegeven moment stonden onze gasten hutje-mutje en begonnen ze om meer ruimte te vragen. En ook de brandweer (overheid) ging strengere eisen stellen voor de veiligheid: een minimale afstand tussen kampeerders van 5 meter. Om zowel aan de wensen van onze gasten te kunnen voldoen als aan de eisen van de brandweer, moesten we onze camping gewoon uitbreiden,” licht de ondernemer toe.
• René Melis, eigenaar van camping De Meerpaal in Zoutelande, op het nieuwe speelschip.
Al 55 jaar kunnen kampeerliefhebbers terecht op camping De Meerpaal in Zoutelande, aan de voet van de Walcherse duinen. In al deze jaren veranderde er echter veel op kampeergebied. Met als gevolg dat de camping in de loop der tijd ‘uit zijn jas’ groeide en een nijpend gebrek aan ruimte ontstond. De Meerpaal moest uitbreiden. Aan het woord hierover eigenaar René Melis, die het bedrijf eind jaren tachtig overnam van zijn vader.
6
Grondaankoop René geeft aan dat zowel de gemeente Veere als de provincie vanaf het begin achter zijn plannen stonden en alle medewerking hebben verleend. Toch duurde het heel lang voor de uitbreiding een feit was: “Het grootste probleem hier op Walcheren is de grondaankoop. Hoofdzakelijk daardoor heeft het twaalf jaar geduurd voordat we met de uitbreiding konden beginnen. De eigenaar van de grond die we op het oog hadden, vroeg een prijs waaraan wij als camping eerst niet tegemoet konden komen. Door te kiezen voor het neerzetten van chalets, die een hoger rendement per kampeereenheid opleveren, konden we de grond uiteindelijk wel verwerven en is de camping het afgelopen jaar uitgebreid met 7,5 hectare.” Compleet ander aanzien Met de uitbreiding heeft de camping een compleet ander aanzien gekregen. “Er zijn 74 chalets neergezet in Zeeuwse stijl, 72 comfortplusplaatsen bijgekomen en de kampeerplaatsen op het >
• Als verevening is naast de camping een stuk bos aangeplant en een ruiterpad aangelegd.
>
7
oudere terrein worden binnen vier jaar uitgedund en ruimer gemaakt. We hebben een nieuw hoofdgebouw gekregen en voor de kinderen is er een groot speelschip gebouwd. Verder hebben we het voorzieningenniveau flink omhoog gebracht. In het hoofdgebouw hebben we nu – behalve een restaurant met snackbar – een complete wellnessafdeling, met beautysalon, massagesalon en relaxruimte en een moderne vergaderruimte. Daarmee zijn we ook voor bedrijven interessant die hier willen vergaderen of aan teambuilding willen doen. Voor wie het kampeergevoel wil combineren met het gemak van Bed & Breakfast, zijn er 14 chalets. Uniek op Walcheren.” Verevening “Nieuw zijn ook het ruime parkeerterrein op de camping en 3½ hectare nieuw aangelegde recreatienatuur met ruiter- en
• Nieuwe chalets in Zeeuwse stijl, voor de kampeerder van nu.
8
wandelpad, aansluitend op de paden van Staatsbosbeheer. Hierdoor komt de camping, net als voorheen, op termijn weer volledig in het groen te liggen. De entree van de camping is op verzoek van de gemeente verplaatst van de Duinweg naar de Werendijkseweg, om het dorp Zoutelande te ontlasten.” Met het verleggen van de entree, het aanplanten van nieuwe streekeigen natuur en de aanleg van het ruiter- en wandelpad heeft de campingeigenaar de uitbreiding helemaal kunnen verevenen op eigen terrein. Iets waar hij op zich positief over is, omdat het daarmee ook meerwaarde heeft voor zijn bedrijf. Bovendien, zo geeft hij aan, had hij ook zonder de verplichting van verevening een buffer groen aan moeten leggen rond zijn bedrijf en de entree verlegd.” Maatwerk per gebied Extra voor het bedrijf waren de kosten voor de aanleg van het ruiter- en wandelpad. Hoewel hij aangeeft dat dit pad iets toevoegt aan zijn camping, heeft hij ook moeite met de verevening: “De uitbreiding op zich kost al een vermogen en deze kosten komen daar dan nog eens bovenop.” Ook zijn volgens hem - door de schaarste aan grond - de mogelijkheden voor recreatieondernemers op Walcheren een stuk beperkter dan elders in de provincie. Hij pleit daarom voor meer maatwerk per gebied bij het toepassen van de verevening.
Authentieke fruittuin in Cadzand
“Op dit moment telt onze camping 40 seizoensplaatsen en 80 toeristische plaatsen. Daarmee zijn we relatief kleinschalig en voor continuïteit van het bedrijf te klein. Willen we het bedrijf later over kunnen doen aan een opvolger – misschien aan één van onze dochters of aan een andere ondernemer - dan moeten we de camping een stuk uitbreiden.” Tegelijkertijd geeft de ondernemer aan dat de camping op dit moment veel concurrentie ondervindt van minicampings in de omgeving, zeker nu deze hebben mogen uitbreiden naar 25 standplaatsen. “Bovendien hebben wij momenteel weinig meerwaarde te bieden ten opzichte van deze minicampings. De uitbreiding van onze camping zal daarom gepaard gaan met een aanzienlijke kwaliteitsslag.”
• Conny Almekinders: “De uitbreiding van onze camping zal gepaard gaan met een aanzienlijke kwaliteitsslag.”
Camping De Wielewaal in Cadzand laat zien dat de regeling ‘groen voor rood’ ruimte biedt voor diversiteit. Dit familiebedrijf, een voormalige boerderij gelegen langs de aanrijdroute naar de West Zeeuws-Vlaamse kust, wil de komende jaren flink gaan uitbreiden en als tegenprestatie een authentieke fruittuin aanleggen. Conny Almekinders, eigenaar, licht de plannen toe.
Uitbreidingsplannen “We hebben plannen om ons terrein uit te breiden met 7 hectare. Per hectare willen we 25 nieuwe kampeereenheden realiseren. 30 eenheden is toegestaan, maar we willen de camping graag een ruime uitstraling geven. Behalve extra eenheden, willen we het terrein een totaal nieuwe indeling geven. Met een groot centraal gebouw in het midden, een tweede sanitairblok en twee uitkijktorens op de hoeken. In het centrale gebouw is naast de receptie onder meer een horecagelegenheid voorzien.” In het kader van de regeling ‘groen voor rood’ wil de familie nog eens 7 hectare extra grond inrichten als recreatienatuur, in de vorm van een streekeigen fruittuin met hoogstamfruitbomen en plukfruit. “Samen met het aangrenzende natuurgebied Bos van Erasmus moet zo één groot en gevarieerd recreatiegebied ontstaan, waarmee we ons straks ook op de dagrecreant willen gaan richten.” >
9
• Waar nu het koolzaad bloeit, komt straks een authentieke fruittuin.
>
10
Economische benutting De grond voor de uitbreiding is inmiddels verworven en de camping heeft van de overheid toestemming gekregen. Wel moet het bestemmingsplan nog worden aangepast. Ook dit brengt volgens de campinghouder aanzienlijke kosten met zich mee. Conny: “Nu hangt het ervan af of we de financiering voor onze plannen rond kunnen krijgen. Zeker wanneer je er voor kiest om de uitbreiding te verevenen op eigen grond, maak je in feite dubbele kosten: voor aankoop van de grond en voor inrichting daarvan. Dan is het maar de vraag of het financieel haalbaar blijkt. Bij elkaar gaat het om een enorme investering. Het is goedkoper om een geldbedrag over te maken aan de overheid voor inrichting van natuur elders, iets wat in West Zeeuws-Vlaanderen ook tot de mogelijkheden behoort.” Toch heeft hij er bewust voor gekozen om op deze manier
invulling te geven aan de regeling ‘groen voor rood.’ “Alleen op deze manier kun je aan de aanleg van recreatienatuur economische benutting voor je bedrijf verbinden.” Daarbij pleit Conny voor meer differentiatie binnen de WestZeeuws-Vlaamse groen voor roodregeling. Zo zou er wat hem betreft meer gekeken moeten worden naar het te behalen rendement: “Het realiseren van toeristische plaatsen levert minder op dan bijvoorbeeld het plaatsen van chalets.” Begin op tijd Aan andere recreatieondernemers die willen uitbreiden en daarbij te maken krijgen met de regeling ‘groen voor rood’, geeft hij graag een aantal tips: “Begin tijdig met het maken van ideeën en plannen en geef bij de gemeente tijdig aan dat je wilt gaan uitbreiden, zowel bij ambtenaren als bestuurders. Laat de gemeente ook meedenken in de fase van planvorming, zodat het achteraf niet helemaal teruggedraaid moet worden.” Deze werkwijze heeft hij zelf als heel constructief ervaren, aldus de campinghouder. Natuurlijk Vitaal in West Zeeuws-Vlaanderen Binnen de regio West Zeeuws-Vlaanderen zijn tussen overheden en belangenorganisaties afspraken gemaakt over hoe er verevend moet worden. Deze afspraken zijn vastgelegd in de regeling groen voor rood, die onderdeel uitmaakt van het gebiedsplan ‘Natuurlijk Vitaal’. Uitgangspunt van deze afspraken is dat bij iedere hectare uitbreiding van een recreatiebedrijf twee hectare recreatienatuur zal worden gerealiseerd. Om hier invulling aan te geven bestaan er voor de recreatieondernemer twee mogelijkheden. Door storting van een bedrag in een vereveningsfonds of door zelfrealisatie.
• Het campingterrein, met op de achtergrond de boerderij.
11
Camping De Witte Raaf straks niet meer terug te kennen
De ondernemer geeft aan dat de camping op verschillende punten gemoderniseerd moet worden, om te voldoen aan de eisen van nu. Zo moeten – op voorschrift van de brandweer – bestaande plaatsen groter worden gemaakt om een afstand van 5 meter tussen de kampeermiddelen aan te kunnen houden. Dit vraagt om een herinrichting. En om rendabel te kunnen blijven draaien, moet dit gecompenseerd worden met extra kampeereenheden. De camping gaat daarom de komende jaren uitbreiden met 28 hectare, plus 6 hectare op de Kleine Piet. “In totaal gaan we van 600 naar 800 plaatsen. We zetten 39 dijkwaterwoningen neer, 31 paalwoningen in het water, 130 chalets voor de verhuur en 89 plaatsen voor stacaravans met eigen sanitair. Verder komen er 240 passantenplaatsen bij (open van half maart tot eind oktober), twee nieuwe douchegebouwen en over het hele terrein komt nieuwe streekeigen beplanting.” • Piet Oomen, eigenaar van camping De Witte Raaf, breidt zijn terrein uit met 34 hectare.
Camping De Witte Raaf, gelegen aan het Veerse Meer bij Arnemuiden, heeft onlangs groen licht gekregen voor een aanzienlijke uitbreiding. In 2015 moeten de plannen gerealiseerd zijn en blijft er –zelfs voor de meest verwende gast – weinig te wensen meer over. Piet Oomen, eigenaar, vertelt over de uitbreiding, over alle nieuwe faciliteiten en over de verevening.
12
Recreatienatuur “Midden op het terrein komt een groot, nieuw centrumgebouw met daarin de receptie, verhuur van fietsen en bolderkarren, een campingwinkel, een overdekt zwembad, een bowlingbaan, fitness- en wellnessfaciliteiten, een cafetaria, een kantine en een restaurant. Er komt een nieuwe tennisbaan, een volleybal- en voetbalveld, een loods voor opslag, een kleine kinderboerderij, een midgetgolfbaan en een groot aantal nieuwe aanlegsteigers en ligplaatsen voor boten.” De uitbreiding van de camping wordt verevend op eigen terrein, door de aanleg van 10 hectare recreatienatuur. Daarop wordt gedeeltelijk nieuw bos aangeplant, een deel wordt ingeplant met laagblijvende beplanting in verband met de aanvliegroute van vliegveld Midden-Zeeland en een deel wordt ontgraven en onder water gezet. >
• De verevening, de aanleg van een recreatieplas, die in verbinding staat met het Veerse Meer.
>
13
Deze recreatienatuur wordt helemaal toegankelijk voor het publiek, dat hier aan en op het water kan recreëren. Piet vult aan: “Zowel voor gasten van de camping als voor mensen uit de omgeving”. Eén hectare wordt groenwal. Goede ondersteuning De hele procedure om toestemming te krijgen voor uitbreiding, heeft acht jaar geduurd. Dit had gedeeltelijk te maken met de grondverwerving en gedeeltelijk met allerlei andere procedures die moesten worden doorlopen. Zo moesten de uitbreidingsplannen passen binnen de nieuwe gebiedsvisie voor het Veerse Meer, die pas recentelijk vastgesteld is. De campingeigenaar geeft aan bij het hele traject goede ondersteuning te hebben gehad vanuit de afdeling Ruimtelijke Ordening van de gemeente Middelburg. “De gemeente heeft me in eerste in-
• De camping.
14
stantie gewezen op de verevening en samen hebben we hier een plan voor gemaakt. Dit plan is gebaseerd op het feitelijke aantal extra kampeerheden dat er bij komt.” Een bezwaar van de verevening vindt hij de extra lasten waarvoor je als ondernemer gesteld wordt: “Je investeert al zo ontzettend veel en dan krijg je ook nog eens met verevening te maken.” Wel is hij blij dat hij hieraan op eigen terrein invulling kan geven. Op deze manier kan het volgens hem meerwaarde hebben voor zijn camping.
Samen investeren in een aantrekkelijke omgeving
“Om de kwaliteitsverbetering van ons bedrijf door te kunnen voeren, hadden we uitbreiding van de camping nodig,” lichten Jos en Leo toe. “Met deze uitbreiding hebben we extra standplaatsen kunnen realiseren én de centrumruimte van de camping vergroot. De camping is dus vooral ruimer van opzet geworden. Op deze manier willen we inspelen op de beleving van de toerist. Als je hier aankomt, moet je direct een gevoel van ruimte krijgen. Een camping met een hekwerk eromheen en een hek als entree is niet meer van nu. De camping is nu helemaal geïntegreerd in de omgeving en de grens tussen de camping en het aangrenzende duingebied is minder scherp. Het duingebied loopt als het ware door. In deze andere soort beleving hebben we de laatste tijd veel energie gestoken.”
• Leo van Damme heeft samen met zijn broer Jos ambitieuze plannen voor recreatienatuur in de duinen.
In het kustgebied van West Zeeuws-Vlaanderen, direct achter de duinen, ligt camping Groede, bedrijf van de familie Van Damme. Deze camping ondergaat op dit moment een grondige metamorfose, als onderdeel van een totale kwaliteitsverbetering. In verband hiermee is het terrein in 2008 met 8 hectare uitgebreid tot 21 hectare. In het kader ‘groen voor rood’ heeft het bedrijf vergevorderde plannen liggen voor de aanleg van recreatienatuur in het gebied grenzend aan de camping. Aan het woord hierover eigenaren Jos en Leo van Damme.
Gezamenlijke inspanning Tegelijk met de kwaliteitsverbetering van de camping, wilden de broers iets doen met de directe omgeving van het bedrijf. Jos en Leo: “Met dat idee liepen we eigenlijk al veel langer rond, al vóór er sprake was van de regeling ‘groen voor rood’. We wilden niet al onze middelen alleen in onze camping investeren, maar ook in het gebied eromheen. De ‘grote cirkel’ om onze camping is op zich vrij goed; op anderhalf uur rijden van Brussel en binnen twee uur zit je in Londen. Maar ook de directe omgeving van je camping moet interessant zijn. Toeristen moeten er bijvoorbeeld leuk kunnen fietsen en wandelen. Ook daar hebben we als bedrijf geld voor over.” Zij maken daarbij de kanttekening dat je zoiets als ondernemer niet alleen voor elkaar krijgt: “In je eentje ben je te beperkt, maar als iedere ondernemer hier investeert in de schil rond zijn bedrijf, en daarbij zoveel mogelijk aansluit bij de plaatselijke historie of natuur, krijg je een heel aantrekkelijk en afwisselend geheel.” >
15
• Het terrein waar de nieuwe recreatienatuur is voorzien.
>
16
Belevingsnatuur Met de provincie Zeeland en de gemeente Sluis zijn de broers overeengekomen dat ze gaan investeren in recreatienatuur, grenzend aan de camping. Een initiatief van de campinghouders zelf. Jos en Leo hierover: “We vinden het positief dat je als ondernemer in het kader van groen voor rood zelf met plannen kunt komen. De plannen zoals die er nu liggen, zijn min of meer een jongensdroom van ons: het aanleggen van een stuk recreatienatuur dat je écht kunt beleven. Een gebied zonder hekwerk of prikkeldraad, waar je altijd vrij in kunt wandelen. Waar kinderen en volwassenen spelenderwijs iets kunnen leren over de natuur. We willen er heel duidelijk een beleefgebied van maken, grenzend aan het al bestaande natuurgebied ‘Zwarte Gat’. Met volop speelmogelijkheden in de natuur en aandacht voor de geschiedenis van de streek. Gebiedseigen,
niet te intensief en alles met respect voor de aanwezige natuurwaarden. ” Openstaan voor ideeën Zij zien dus zonder meer de kansen die de regeling ‘groen voor rood’ biedt, maar voegen daar wel aan toe: “Als je er goed mee omgaat.” Goed omgaan met groen voor rood betekent volgens hen als overheid openstaan voor ideeën vanuit de ondernemers zelf: “De mensen hier houden van hun gebied en willen er ook zelf het beste van maken.” Daarnaast moet flexibel worden omgegaan met investeringen in het gebied. Wat hun eigen plannen betreft, hopen ze dat de nieuw aan te leggen recreatienatuur de kans krijgt te evolueren. “Het gebied moet vooral geen statisch geheel worden waar – eenmaal gerealiseerd niets meer aan kan worden veranderd. Het moet met zijn tijd mee kunnen gaan. Over tien jaar wil de toerist misschien weer heel iets anders. Sommige elementen zullen aanslaan, andere kunnen op termijn misschien beter worden vervangen. Wij hopen dat de overheid ook daar ruimte voor biedt.” Forse investering Hoewel zij enthousiast zijn over de ontwikkelingen rond hun camping, geven ze aan dat het wel om forse investeringen gaat. Investeringen die zwaar drukken op de exploitatie van de camping en waarvan het maar de vraag is hoe deze zich op termijn terug laten verdienen. “Maar als we als ondernemers niets doen, weet je zeker dat de toerist op den duur wegblijft. Alleen door te investeren in onze omgeving, voorkomen we dat onze gasten voor een bestemming elders kiezen.”
• Camping Groede is helemaal geïntegreerd in de omgeving.
17
Walcherse minicampings investeren samen in bunkerroute
Om in Veere uit te mogen breiden als minicamping, zo geeft Chris Geerse aan, moet sprake zijn van een reëele agrarische bedrijfsvoering. “Ons bedrijf heeft daarom eerst een agrarische toetsing gehad. Daarbij werd de lat behoorlijk hoog gelegd. Iets waar we op zich ook wel achter staan, omdat je je daarmee als camping toch moet blijven onderscheiden. Er moet wél wat te beleven zijn op je camping; gasten moeten ook eens een trekker weg zien gaan.” Uitbreiding van de mini-camping maakt het mogelijk om de kwaliteit van het geboden product omhoog te brengen, ook in financiële zin: “Behalve een nieuw kampeergedeelte met tien extra standplaatsen, hebben we nu ook een tweede toiletblok en een nieuwe speelplaats voor kinderen. Voor de landschappelijke inpassing hebben we extra bomen aangeplant en een aardenwal aangelegd, met daarop een uitzichtpunt en een picknicktafel. Met vijftien kampeerplaatsen is dat economisch niet haalbaar en nu kan dat wel.” • Chris en Marian Geerse van camping ’t Hommeltje, één van de initiatiefnemers.
Met de vaststelling van het Omgevingsplan 2006-2012 hebben minicampings die horen bij een boerenbedrijf, de mogelijkheid gekregen om het aantal standplaatsen uit te breiden van 15 naar maximaal 25. Familie Geerse, eigenaar van Minicamping ’t Hommeltje in Koudekerke, maakte van deze regeling gebruik en besloot bij de verevening samen te werken met vijf andere minicampings uit de regio. Dit leidde tot het plan om een ontbrekende schakel in de Walcherse bunkerroute aan te leggen en de toeristische waarde van deze route te verhogen.
18
Samenwerking Wat de verevening betreft, waren er verschillende mogelijkheden. Marian Geerse: “Je kunt het geld in een pot storten van de gemeente. Dan gaat het op aan iets collectiefs, bijvoorbeeld de aanplant van hagen in het landschap. Op zich wel een gemakkelijke optie, want je stort je bijdrage en hebt er verder geen omkijken meer naar.” Toch was dat niet wat de familie Geerse en de andere minicampinghouders wilden: “We wilden graag iets terugzien voor ons geld, iets waar ook onze gasten plezier van hebben. Een buurman, Bram Lampert van minicamping De Kiekendief, kwam toen met het idee om een stuk bunkerpad aan te leggen, als ontbrekende schakel in de bunkerroute. Met hem en nog >
• Zes Walcherse minicampings investeren in de bunkerroute.
>
19
vier andere minicampings uit de buurt zijn we vervolgens rond de tafel gaan zitten en samen met het waterschap, de provincie, de gemeente Veere en de Stichting Bunkerbehoud hebben we het plan verder uitgewerkt. Daar gaat heel veel tijd in zitten, alleen al in vergaderen en zaken regelen, maar dan héb je straks ook iets.” Omdat gezamenlijke investeringen meer mogelijk maken, wordt deze onderlinge samenwerking door de overheid gestimuleerd. Chris legt uit: “Wanneer minimaal zes campings met elkaar samenwerken, gaat de vereveningsbijdrage omlaag van 800 naar 500 Euro per extra standplaats.” Toeristische waarde De Walcherse bunkerroute is een bestaande fiets- en wandelroute langs een deel van de historische verdedigingslinie tus-
sen Ritthem en Groot Valkenisse, het zogenoemde Landfront. De zes campinghouders willen hun geld investeren in ca. 525 meter pad, tussen de Koudekerkseweg en de Zwigtmansweg. Marian: “Daar liggen nog twee bunkers en door het aanleggen van dit ontbrekende stuk pad kunnen fietsers en wandelaars straks een compleet rondje maken.” Kosten zijn er onder meer voor de aanleg, voor de grondaankoop, een veilige oversteek over de Koudekerkseweg en voor het graven van milieuvriendelijke oevers langs de Valkenisse watergang. Om de toeristische waarde van de bunkerroute te vergroten, denken de ondernemers verder aan het ontwikkelen van een wandelroute met beschrijving in samenwerking met de Stichting Bunkerbehoud, het plaatsen van een trekvlot in de naastgelegen watergang en het verbeteren van vislocaties langs deze watergang, met mogelijk de aanleg van een vissteiger voor minder validen. Promotie Met een actieve promotie van de route willen de campinghouders tegelijkertijd de aandacht vestigen op hun minicampings. Op deze manier wordt niet alleen geïnvesteerd in de omgeving, maar kan het initiatief ook nieuwe gasten aantrekken. Chris en Marian: “Langs het nieuwe pad willen we een informatiebord plaatsen met daarop de namen van alle investeerders. Dat brengt mensen misschien op het idee om een volgende vakantie op één van onze minicampings door te brengen.”
• ’t Hommeltje breidde uit van 15 naar 25 standplaatsen.
20
Zorg voor het Zeeuwse landschap
• Mardick Minnaard en Anton van der Weele werkten een plan uit voor 75 recreatiewoningen.
Even buiten Colijnsplaat, in de polder “Paardekuup” direct achter de Oosterscheldedijk, wordt binnenkort een typisch Noord-Bevelands dorpje nagebouwd met 75 recreatiewoningen. Dit dorp krijgt de toepasselijke naam Ganuenta, vernoemd naar een nabijgelegen verdronken dorp uit de Romeinse tijd. Mardick Minnaard van Minnaard Projecten en Anton van der Weele van T&W Properties vertellen over dit unieke project en over de manier waarop er verevend wordt.
“Tien jaar geleden hebben we een poldergedeelte van 11 hectare gekocht van het Waterschap. Natuur- en milieuorganisaties waren er eerst op tegen dat we hier gingen bouwen, maar toen ze zagen welke aparte ideeën we hadden voor dit gebied, hebben we toch overeenstemming bereikt. We wilden hier een typisch Zeeuws dorpje neerzetten. Maar wat is typisch Zeeuws? En wat past het beste in de omgeving? Daar hebben we een hele studie naar verricht. Het nieuwe Noord-Beveland (van na de 16e eeuw) is een vrij jong eiland met planmatig geprojecteerde dorpen en polders. Dit houdt in dat dorpen volgens een vooraf bedacht plan werden gebouwd. Ook Ganuenta wordt daarom een planmatig geprojecteerd dorp.” Een dorp, zo geven beide heren aan, compleet met marktplein, voor- en achterstraten. Behalve de plattegrond van het dorp, is ook de architectuur van de 75 recreatiewoningen typisch Noord-Bevelands. “Kenmerkend voor deze dorpen zijn de onderlinge verschillen tussen de woningen, zoals je dat bijvoorbeeld ook in Colijnsplaat ziet. Variërend van kleinere ‘arbeiderswoningen’ tot grotere boerderijen, met zwarte, gepotdekselde schuren en grote boerenerven.” Een architectuur met veel oog voor authentieke details, zoals typisch Noord-Bevelandse geveltjes, dakkapellen en gietijzeren erfafscheidingen. “Dat zie je hier straks allemaal terug.” Karrenvelden Omdat het om een plan in het buitengebied van NoordBeveland gaat, is hier het vereveningsprincipe van toepassing. Mardick en Anton lichten toe: “Het dorp zelf wordt 5 hectare groot. Van de overige grond in de polder hebben we een deel doorverkocht aan camping Orisant en 5 hectare is voor een >
21
• Polder ‘De PaardenKuup’, waar het vakantiepark wordt voorzien en 5 hectare aan karrenvelden in ere worden hersteld.
>
22
symbolisch bedrag naar Stichting Het Zeeuwse Landschap gegaan. Eenzelfde oppervlakte die we gebruiken voor de bouw van de woningen, geven we daarmee weer terug aan de natuur.” Het gaat daarbij om natuur die passend is voor de streek: “Tegen de binnendijk van de polder liggen vroegere karrenvelden, die door stichting Het Zeeuwse Landschap in ere worden hersteld. Oude natuur wordt verbeterd en versterkt. Dat doet de stichting allemaal zelf. Wél is het onze taak om voor een goede afwatering te zorgen in de polder. Daarom leggen we verschillende waterlopen aan en ondiepe, droogvallende slootjes.” Deze investeringen hebben volgens hen duidelijk meerwaarde voor het project: “Het leuke vind ik, dat de recreanten uit het dorp straks van het natuurgebied kunnen genieten. Door het
natuurgebied leggen we een schelpenpad aan en over de dijk komt een fietspad. Ook het schelpenpad maakt deel uit van het totaalpakket aan verevening, net zoals de aanplant van streekeigen begroeiing in en rond het dorp.” Twee vliegen in één klap Als liefhebber van het Zeeuwse landschap, zijn ze sterk voorstander van de ‘groen voor rood’-gedachte. “Voor projectontwikkelaars klinkt dat misschien als vloeken in de kerk, maar ons Zeeuwse landschap gaat ons bijzonder aan het hart. Er is al veel te veel verloren gegaan. Onze kleinkinderen weten straks niet meer hoe ons Zeeuwse landschap er vroeger uitzag. En het kan gewoon wél. Historie past perfect bij de natuur. Door te verevenen sla je twee vliegen in één klap.” Bij de uitwerking van het plan hebben de projectontwikkelaars ondersteuning gehad van een adviesbureau, dat is gespecialiseerd in de ruimtelijke ontwikkeling van zogenoemde ALNgebieden (Agrarisch gebied met Landschappelijke Natuurwaarden). “Dit bureau heeft ons heel goed begeleid, ook bij het stuk verevening. Daarnaast hebben we veel medewerking gekregen van alle instanties, in het bijzonder van de gemeente Noord-Beveland. Alles is eigenlijk perfect verlopen.” Nu de planfase is afgerond, hebben Minnaard Projecten en T&W Properties het project doorverkocht aan een belegger. Deze neemt de verdere realisatie van Ganuenta voor zijn rekening.
• Haven bij het vakantiepark
23
Uitbreiding camping ‘Orisant’
• Jan en Jeroen Verburg van camping Orisant: “Ook gezien de opvolging is uitbreiding noodzakelijk.’’
Direct ten oosten van het toekomstige recreatiedorp Ganuenta, nabij Colijnsplaat ligt camping ‘Orisant’ van de familie Verburg. Deze familiecamping breidt in 2009 uit met 1,6 hectare om ruimte te bieden aan 45 nieuwe chalets op ruimbemeten kavels. Beide ontwikkelingen, zowel de uitbreiding van camping ‘Orisant’ als de komst van het nieuwe recreatiedorp, maken deel uit van de integrale landschapsvisie Inlaag De Paardenkuup. Het nieuwe bestemmingsplan, gebaseerd op deze visie, bepaalt dat een deel van de inlaag natuurgebied wordt en dat de verevening voor beide ontwikkelingen aan deze lokale natuur ten goede komt. Ook camping ‘Orisant’ investeert dus in het herstel van de karrenvelden.
24
Kwaliteitsslag Vader en zoon Verburg lichten de uitbreidingsplannen toe: “De uitbreiding van de camping staat niet op zich, maar moet gezien worden binnen de kwaliteitsslag die ons bedrijf op dit moment aan het maken is. Toeristen stellen tegenwoordig steeds hogere eisen aan hun vakantiebestemming, zoals ruime standplaatsen, meer luxe en veel groen. Om daaraan tegemoet te komen, passen we onder meer de hele groenstructuur van ons bedrijf aan met bredere groenbuffers en meer bomen. Alles met streekeigen beplanting, om de camping landschappelijk zo goed mogelijk in te passen. Bestaande standplaatsen maken we waar mogelijk ruimer, bijvoorbeeld door van vier standplaatsen drie standplaatsen te maken. Nieuwe standplaatsen worden voorzien van gas, elektriciteit en water en van gescheiden afvoer van regen- en rioolwater. Daarnaast besteden we veel aandacht aan allerlei activiteiten, waarbij we nauw samenwerken met zes andere campings langs de Oosterschelde. Zo hebben we een gezamenlijke website. Om de kosten van een dergelijke kwaliteitsslag te kunnen dragen en rendabel te blijven, moeten we onze camping uitbreiden. Dit ook gezien de opvolging door de volgende generatie op het bedrijf.” Indirecte verevening Bij de door camping ‘Orisant’ geleverde vereveningsbijdrage was feitelijk sprake van een indirecte vorm van verevening. De vereveningsbijdrage was verrekend in de prijs van de grond die is aangekocht, waarbij de betaalde meerprijs wordt geïnvesteerd in het herstel van de karrenvelden. Hoewel beide heren het op zich positief vinden wanneer er met >
• De uitbreiding van de camping, waar de nieuwe chalets, zijn voorzien.
>
25
verevening een bijdrage wordt geleverd aan de kwaliteit van het Zeeuwse buitengebied, hebben ze ook hun bezwaren: “De kwaliteitsslag die we als bedrijf moeten maken drukt al flink op onze exploitatie en het stuk verevening komt daar bovenop“. Verder zouden ze graag zien dat het vereveningsgeld wordt ingezet ter versterking van de recreatiesector zelf. “Op die manier zien de ondernemers in de recreatiesector er meer voor terug en boek je winst aan beide kanten.”
.
• De camping.
26
27
COLOFON Teksten: Marjolein de Visser Eindredactie: Provincie Zeeland, afdeling Communicatie Simone Janssen Inhoudelijke begeleiding: Patrick Broekhuis, directie Ruimte Milieu en Water Toon Peters, directie Economie en Mobiliteit Fotografie: Anda van Riet Jord Stenvert (p.4) Prepress: Provincie Zeeland, afdeling I&D Druk LnO, Zierikzee