Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk Algemene Ledenvergadering Datum:
24 juni 2010
Locatie:
Fundatie van de Vrijvrouwe van Renswoude, Agnietenstraat 5 te Utrecht
Verslag:
Jannie de Boo van Het Notuleercentrum
Aanwezig: • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
M. Ernsting (voorzitter) J.E.M. Berman (secretaris) M. van Westerlaak M. Sini M. van der Ham-Sonnenschein L.M.A. van der Sloot-van der Heijden W. de Vries S. Kortbeek M. Meeuwsen R. Hetern E. Huisman P. van Loon G. Bunnik W. Richter L. Bruijnes R. Kraaijenoord C. Baarsma A. Hudepohl MA I. van Donkelaar A. de Koning G. Remerij-v.d. Nood H. den Otter-Gierveld M. de Leeuw K. Ammerlaan C. Linzel F. Boersma W. Meershoek P. Merkus M. Bloedjes H. Bart
Bestuur vereniging NOV Bestuur vereniging NOV Bestuur vereniging NOV Bestuur vereniging NOV Bestuur vereniging NOV Bestuur vereniging NOV Bestuur vereniging NOV MOVISIE MOVISIE MOVISIE MOVISIE MOVISIE MOVISIE Alzheimer Nederland Slachtofferhulp Nederland Vluchtelingenwerk Nederland AGORA Humanitas De Medewerker, Ede IVN-vereniging Natuur- en Milieueducatie NBvP, vrouwen van nu Passage chr. vrouwenbeweging Vrijwilligersnetwerk Veenendaal Landelijk Bureau Jong Nederland De Zonnebloem Scouting Nederland Scouting Nederland NOC*NSF VWC Dronten VPTZ
1. Opening en vaststellen agenda De voorzitter opent de vergadering om 13.40 uur en heet de aanwezigen welkom. Bij de rondvraag komt een stuk over verzekeringen aan de orde. De agenda wordt vastgesteld.
2. Verslag Algemene Ledenvergadering van 26 november 2009 Tekstueel Aan de lijst van aanwezigen wordt H. Beumer toegevoegd. Het verslag wordt vastgesteld. Naar aanleiding van Er zijn geen opmerkingen.
Algemene Ledenvergadering NOV 24 juni 2010
pagina 1/7
3. Verantwoording over het jaar 2009 a. Jaarverslag 2009 Het jaarverslag is zo opgesteld dat het ook een informatieve functie kan vervullen voor geïnteresseerden. Er zijn geen opmerkingen. Het jaarverslag wordt vastgesteld onder dank aan Els Berman. b. Jaarrekening 2009 met toelichting De penningmeester licht de jaarrekening toe aan de hand van de resultatenrekening op pagina 8. Contributie: Het ledenaantal groeit wel gestaag, maar door de correctie voor lidorganisaties die iets lager ingeschaald worden, zijn de baten iets lager. Organisatiekosten: De accountantskosten waren erg hoog in verhouding tot de omzet van de NOV. Het bestuur denkt dat het beter is een andere accountant kan zoeken. De vergadering gaat ermee akkoord dat het bestuur een andere accountant zoekt. In de drukkosten zijn ook de bordjes met het keurmerk verwerkt. Dotatie voorziening debiteuren: deze is voor een aantal heel lang uitstaande debiteuren. De post contributies en bijdragen is hoger, omdat de NOV lid geworden is van de Europese vereniging en omdat de NOV deelneemt in de Buurtalliantie. Bij de overige organisatiekosten zitten ook notariskosten. Die hadden eigenlijk onder advieskosten opgenomen moeten worden, omdat het ging om een advies over de statutenwijziging. Activiteiten: Het afgelaste congres heeft uiteindelijk niets gekost. Onder meer omdat de locatie nog aan anderen verhuurd kon worden en er geen annuleringskosten in rekening zijn gebracht. De post lobbyactiviteiten is hoger door de gemeenteraadsverkiezingen. Het resultaat is positief door de vrijval van een aantal openstaande debiteuren uit voorgaande jaren. De vergadering wordt gevraagd akkoord te gaan met het voorstel voor de resultaatbestemming en de jaarrekening goed te keuren. De vergadering keurt de jaarrekening goed. Daarmee wordt het bestuur decharge verleend voor het gevoerde beleid. c. Accountantsverklaring Enkele jaren geleden is er gekozen om jaarlijks een accountantsverklaring aan te vragen.
4. Actuele informatie Mededelingen en actuele ontwikkelingen •
• •
De minister van Justitie biedt vandaag de nieuwe beleidsvisie op vrijwilligerswerk in justitieel verband aan aan de organisaties die aan de totstandkoming hebben meegewerkt. Deze organisaties kijken met goede gevoelens terug op de totstandkoming. Ze zijn zeer serieus genomen. Hiermee wordt expliciet de toegevoegde waarde van vrijwilligerswerk in dit verband erkend. De NOV is ook regelmatig betrokken geweest. Het is een voorbeeld voor andere ministeries en het is de moeite waard om er een compliment over te geven. Het bestuur zal het compliment doorgeven namens de NOV. NL-doet en MADD: In Europa wordt alleen de naam MADD gehanteerd. Het lijkt daarom beter om deze naam ook in Nederland vast te houden. Els Berman vertelt over de stand van zaken van het Europees jaar van het Vrijwilligerswerk 2011. Het is nog niet duidelijk wat er precies gaat gebeuren. VWS is het landelijk contactorgaan, MOVISIE is gevraagd de uitvoering op zich te nemen en er worden verschillende stuurgroepen ingericht, waarin ook NOV deelneemt. Er wordt een nationaal comité opgericht met bekende Nederlanders, mensen vanuit politiek, sport, media en bedrijfsleven. Verder wordt er een brede klankbordgroep met mensen uit allerlei organisaties in het leven geroepen als denktank. Dit moet leiden tot een agenda van activiteiten door het hele jaar heen. VWS wil zelf een openingsactiviteit doen, er komt een grote manifestatie voor vrijwilligers halverwege het jaar en een eindconferentie die ook dient om het stokje door te geven aan Active Ageing, het thema van het Europees jaar van 2012.
Algemene Ledenvergadering NOV 24 juni 2010
pagina 2/7
Vanuit MOVISIE wordt gemeld dat de minister heeft besloten om de verplichtingenstop heen te gaan, zodat er verplichtingen aangegaan kunnen worden. Er ligt al een plan, waarvoor morgen de bijgestelde begroting wordt ingediend, volgende week komt daarover de beschikking. Het geld dat uit Europa komt is voor de organisatie. Als de website en de nieuwsbrief er zijn, wordt alles gepubliceerd. Er komt nog een extra budget voor twee grote projecten met uitstraling. Organisaties kunnen die rechtstreeks indienen. NOV zal daarover haar leden nog nader informeren. VWS heeft gekozen voor het oorspronkelijke budget (€ 600.000 over drie jaar) voor activiteiten. De VNG gaat een tour organiseren en heeft videocamera’s verspreid met het verzoek om vrijwilligerswerk onder de aandacht te brengen, met name maatschappelijke stage. De filmpjes zijn op Youtube (Europees jaar 2011) te zien. De VNG laat voor de tour een bus rondgaan voor activiteiten rond vrijwilligerswerk. Gemeenten kunnen die laten komen. Er komt ook nog een Europese karavaan, aansluitend op de VNG-karavaan. Dat zal in november zijn en er wordt een stad aangedaan voor een aantal dagen. Als er concreter zaken te melden zijn, worden die per mail toegestuurd aan de leden en op de website gezet. De NOV gaat ook bekijken wat ze kan doen in dat jaar. Jaarverslag Bijzondere Leerstoel A.s. woensdag vergadert het bestuur van de leerstoel (de voorzitter van NOV is ook voorzitter van de leerstoel). Lucas Meijs bekleedt intussen nog een andere leerstoel (voor Strategic Philanthropy). Het bestuur gaat bespreken hoe dit het best georganiseerd kan worden. De kosten voor de NOV zijn € 1000,- per jaar Het grootste deel wordt gefinancierd door het Oranjefonds. Humanitas, NOV en het Rode Kruis dragen een klein deel bij. Er wordt gevraagd naar de thema's en de opdracht voor 2011 en de wetenschappelijke waarde. De voorzitter meldt dat er een soort visie komt voor de onderwerpen die voor de komende twee of drie jaar prioriteit zouden moeten genieten. De drie hoofdlijnen daarvoor zijn in het verslag terug te vinden. In het najaar wordt gekeken wat activiteiten zijn die relevant zouden kunnen zijn in het kader van het Europees jaar. Lucas Meijs heeft bij het jubileum van De Zonnebloem al wat cijfers gemeld over de economische waarde van vrijwilligerswerk en er komen nog enkele andere onderzoeken, met name kerkelijke. De heer Cees van den Bos (VWC Arnhem) gaat promoveren bij de leerstoel. Een eerste versie van zijn proefschrift is klaar. Hij heeft onderzocht waarom overheden van acht landen, waar ook vrijwilligerscentrales zijn, in de jaren 70 zich gingen bemoeien met vrijwilligerswerk.
5. Voorstel toekomst NOV de brancheorganisatie vrijwilligerswerk Advies bestuurscommissie De voorzitter licht het advies toe. In november is het uitvoerig besproken. De pregnante punten uit twee onderzoeken zijn meegenomen in de opdracht aan de bestuurscommissie. Het eerste punt is hoe beter gefocust en gestuurd kan worden op de kernactiviteiten van de brancheorganisatie NOV (visieontwikkeling, het genereren van deskundigheid en het optreden voor de belangen van de sector vrijwilligerswerk). Het tweede punt was het helderder maken van de relatie NOV-MOVISIE. Het advies probeert een richting aan te geven waar de NOV de komende tijd mee verder kan. Het moet nog handen en voeten krijgen. Er is geredeneerd vanuit de inhoud en gekeken wat voor type organisatie NOV dan zou moeten zijn. De nadruk is sterk gelegd op het gegeven dat er veel brede en diverse kennis in de achterban aanwezig is. Daar wordt eigenlijk relatief weinig mee gedaan. Die kennis zou veel meer benut moeten worden door een goede, op de leden georiënteerde organisatie te zijn, die in staat is deze kennis te mobiliseren. In het derde deel wordt gekeken naar de functies die daarvoor nodig zouden zijn. In het vierde deel is een indicatieve begroting gegeven, die verder uitgewerkt moet worden. Vragen en opmerkingen Een van de aanwezigen complimenteert de commissie voor de preambule. Leden kunnen hierin een bron vinden voor het voeden van hun eigen missie en visie. Hij zou de preambule alleen willen aanscherpen waar het gaat om de intrinsieke maatschappelijke waarde van vrijwilligerswerk. Die zit daarin dat een vrijwilliger vanuit een andere houding werkt. De aanscherping kan nuttig zijn om aan externe partijen de missie duidelijk te maken. Dit wordt meegenomen.
Algemene Ledenvergadering NOV 24 juni 2010
pagina 3/7
In het document wordt enkele keren gesproken over werkeloze(n). Dat moet zijn werkloze. Dit wordt aangepast. Opgemerkt wordt dat de begroting ambitieus is. De voorzitter legt uit dat deze taakstellend bedoeld is en om aan te geven dat de NOV niet voor bijna 100% afhankelijk wil zijn van externe financiering. Contributieverhoging is een moeilijk punt, omdat de ene organisatie veel kleiner is dan de andere. Er is over gedacht om gerichter een appel te doen op een aantal grote, krachtige organisaties om de inkomsten van de NOV te versterken. Met de NOC*NSF is een aparte regeling. Bij een aantal grotere, koepelachtige organisaties zou het ook op die manier geregeld moeten worden. De ambitie is te groot om uit uitbreiding van het aantal leden te komen. De suggestie wordt gedaan om sponsors aan te trekken en te kijken of bijvoorbeeld voor conferenties en dergelijke gebruik gemaakt kan worden van hun faciliteiten. Het voorstel is om de NOV en MOVISIE te ontkoppelen. Dat wil niet zeggen dat de relatie wordt verbroken, maar dat die gezond wordt gemaakt. Veel van de aanwezige lidorganisaties zijn ervoor. De voorzitter licht toe hoe de huidige relatie met MOVISIE tot stand is gekomen. In 1987 bij de herstructurering landelijke organisaties (commissie Vink) was NOV de vereniging van vrijwilligersorganisaties met een eigen werkorganisatie en daarnaast was er SVM, de professionele adviespoot. Op een gegeven moment is besloten de werkorganisatie van NOV en SVM samen te voegen tot CIVIC. Later is CIVIC gefuseerd met vier andere organisaties en werd MOVISIE. Daardoor werd de sterke band met NOV wat afstandelijker en door de onderlinge dienstverlening gingen dingen steeds meer door elkaar lopen. Het was niet meer duidelijk welke dingen vanuit NOV en welke vanuit MOVISIE gedaan werden. Door de verschillende rollen liepen ook verschillende taken door elkaar. MOVISIE is een kennis- en adviesinstituut en geen belangenbehartiger, maar deed soms ook zaken die met belangenbehartiging te maken hebben. MOVISIE krijgt ongeveer 45% subsidie van VWS, de rest wordt uit de markt gehaald. MOVISIE vindt het advies een enorme stap vooruit, maar is benieuwd naar de planning en wil wel nauw blijven optrekken met NOV. Het wordt een zakelijker verhouding. Hoe die wordt ingevuld, moet verder uitgewerkt worden, maar er is geen automatisch gedwongen winkelnering meer. De voorzitter en de secretaris zijn bij VWS geweest. De inzet van dit advies wordt door VWS gedeeld. VWS vindt het ook belangrijk dat de relatie tussen NOV en MOVISIE op een inzichtelijke manier gestalte krijgt. Er komt een gesprek van VWS met MOVISIE en NOV. Gepleit wordt door een van de aanwezigen om de band met MOVISIE te behouden vanwege de kennis. Het bestuur hecht eraan dat de samenwerking zodanig is dat het deel van MOVISIE waar NOV in de toekomst een beroep op doet ook een herkenbaar NOV-bestanddeel is. Het is goed als NOV zelf de uren bij MOVISIE inkoopt. Dat moet niet in een contract geregeld worden. Eigenlijk moet NOV de keuze hebben om voor het één MOVISIE in te schakelen en voor een ander deel een andere partij. Dat kunnen vooral ook leden zijn, want daar is veel kennis aanwezig. Een van de aanwezigen vindt de begroting en de richting van de ambitie goed, maar pleit toch voor contributieverhoging voor de grootst mogelijke onafhankelijkheid. Hij is ook van mening dat er met de grote partners iets gedaan zou moeten worden.Verder is hij van mening dat er op de verhouding gelet moet worden. Organisaties moeten geen projecten gaan doen, omdat ze nu eenmaal een bureau met een vaste medewerker hebben. VWS moet NOV in principe de ruimte geven om haar eigen beleid te voeren en de basis te ondersteunen met maar een klein deel projecten om de afhankelijkheid te beperken. Opgemerkt wordt dat in de toelichting bij de begroting staat dat VWS steeds minder geneigd zal zijn om belangenbehartiging te financieren. Netwerkversterking (website, publicaties) is echter iets waarvoor bij uitstek externe fondsen kunnen worden ingeschakeld. Het is misschien beter om dat onderscheid niet zo strikt te maken, maar bijvoorbeeld 50% netwerkversterking van VWS en 50% van fondsen en voor belangenbehartiging ook, zodat beide activiteiten toch uitgevoerd kunnen worden, ook als er minder subsidie komt. De voorzitter is het daarmee eens. De zin is mogelijk voorbarig. In het laatste gesprek werd aangegeven dat VWS het belang wel ziet van een goede counterpart op het gebied van civil society. Vanuit VWS-optiek zal mogelijk eerder dienstverlening niet gefinancierd worden dan belangenbehartiging. Het is daarom beter om het open te houden. De vertegenwoordiger van Natuur en Landschap heeft de indruk dat de preambule heel erg vanuit de zorgsector is geschreven en dat het heel erg gaat over wederkerigheid. Dat is bij Natuur en Landschap anders.Het woord zorginstelling op pagina 2 wordt vervangen door een ander woord (instelling/organisatie). Hij stelt voor om op pagina 4 in het kader iets toe te voegen over de natuur. Dat wordt gedaan. Over de formulering wordt nog nagedacht.
Algemene Ledenvergadering NOV 24 juni 2010
pagina 4/7
De voorzitter vraagt of de vergadering instemt met het advies en de vervolgstappen. Binnenkort is er een extra bestuursvergadering om voor 2011 een aantal zaken al in gang te zetten. Het komt terug in de novembervergadering. De vergadering stemt hiermee in. De voorzitter bedankt de bestuurscommissie en met name de externe leden voor het werk dat zij hebben verzet. Ze ontvangen een blijk van waardering.
6. Rondvraag en sluiting Er wordt een stuk over verzekeringen uitgereikt. Er zijn verschillen in de interpretatie van de uitvoering van de vrijwilligersverzekering. Het voorstel is om de deskundigen bij elkaar te roepen om te bespreken waar die verschillen zitten en hoe gezorgd kan worden dat het in de uitvoering goed voor elkaar komt. Mensen en organisaties worden soms het bos in gestuurd. Ook overheden interpreteren het verschillend. De Zonnebloem heeft contact gehad met de grootste uitvoerder, de VNG-verzekering. Iemand die vrijwilligerswerk doet, is verzekerd bij de gemeente waar hij/zij woont en van waaruit deze persoon in het algemeen het vrijwilligerswerk doet. Nog niet alle gemeenten zijn daarop aangesloten. De VNGverzekering is heel goed, er zitten wel een paar lastige dingen in (o.a. vervoer). De secretaris vult aan dat inmiddels alle gemeenten een verzekering hebben, maar niet allemaal de VNG-verzekering. Dat maakt het soms lastig. De verschillende verzekeringen moeten naast elkaar gelegd worden. Het gaat om uitvoeringskwesties en bij gemeentes weet men vaak ook niet hoe het zit. Daar moet aandacht voor gevraagd worden. Er is een document dat het gemakkelijk maakt om de eigen verzekering naast de VNG-verzekering te leggen. De VNG-verzekering is een tertiaire verzekering: eerst geldt de verzekering van de verzekerde zelf, dan van de organisatie en dan pas van de gemeente. VNG heeft gezegd dat men zich het best meteen bij de VNG kan melden, zij zoeken het dan uit. VNG heeft ook aangegeven dat het niet uitmaakt welke verzekering het is. De ervaring is dat dit heel goed werkt. Er wordt een factsheet gemaakt met alles wat vaststaat, ook van de andere verzekeraars. Daarna kan gekeken worden of er voor de overblijvende vragen nog deskundigen nodig zijn. Opgemerkt wordt dat de adviestaak eigenlijk bij de verzekeraar moet liggen. De voorzitter sluit het huishoudelijk deel van de vergadering. Pauze 14.50 – 15.05 uur De voorzitter opent het inhoudelijk deel van de vergadering en introduceert het onderwerp. Jeroen Joon vertelt iets over zijn achtergrond en geeft een presentatie over Maatschappelijk Verantwoord Verenigen. De presentatie wordt bij de notulen gevoegd en komt op de website. Vragen en opmerkingen De Stichting Platform MMV heeft een bestuur dat bestaat uit drie personen. Jeroen Joon probeert zo breed mogelijke ondersteuning van zijn visie te krijgen vanuit de verschillende branches, zowel in het comité van aanbeveling als in het bestuur. Door de rol van de maatschappelijke betrokkenheid kreeg de sportvereniging die Jeroen Joon opzette een enorm sterke positionering. Hij licht dit toe aan de hand van voorbeelden. De sfeer en cultuur in de vereniging wordt zo aantrekkelijk gemaakt dat de vrijwilliger bereid is een uurtje extra in de vereniging te stoppen. Ouders zijn daardoor ook eerder bereid om iets te doen. Het is een andere manier van naar de organisatie kijken en denken in mogelijkheden. Bestaande verenigingen / organisaties moeten hiervoor een hele cultuuromslag maken. Jeroen Joon raadt aan klein te beginnen, bijvoorbeeld door eerst een aantal quick wins te implementeren. Bestuur, commissies en leden worden meegenomen in het hele traject. Er komen allerlei krachtige samenwerkingsverbanden. Jeroen Joon heeft een aantal vragen opgesteld over positionering. Hij is van mening dat positionering voor de levensvatbaarheid van een organisatie belangrijk is. Andere vergelijkbare verenigingen / organisaties moeten niet gezien worden als concurrenten. Als vereniging / organisatie moet je wel onderscheidend zijn. Het zit in de cultuur en de sfeer van de organisatie, niet in de kernactiviteit. Een van de aanwezigen is voorzitter van de Stichting Beeldverhaal Nederland. De stichting organiseert tweejaarlijks de stripdagen in Haarlem. Dat is naar binnen gericht, omdat de leden
Algemene Ledenvergadering NOV 24 juni 2010
pagina 5/7
allemaal liefhebbers van strips zijn. Het bestuur heeft zich op de positie van de stichting beraden. Geconcludeerd werd dat de stichting partner is van een aantal partijen. Vanuit de positionering is de stichting toen partnerrelaties aangegaan en heeft daarmee een professionalisering van het festival kunnen bereiken die anders nooit bereikt zou zijn. Opgemerkt wordt dat de integrale benadering heel goed is. Spreker vraagt zich af of dit in het vrijwilligerswerk gemist wordt en waar de ideeën van Jeroen Joon vandaan komen. Hij is het ermee eens dat de meeste lokale organisaties naar binnen gericht zijn en dat het goed is om verder te kijken. Door de complexiteit van alles wat er om een vereniging / organisatie heen zit, heeft men echter vaak koudwatervrees om naar buiten gericht te zijn. Er is veel behoefte om daarin ondersteund en begeleid te worden. Opgemerkt wordt dat er bij de scouting veel van de genoemde activiteiten al gebeuren, maar dat de verenigingen zich vaak niet bewust zijn van de maatschappelijke activiteiten. Daarmee moet de scouting meer naar buiten komen. Jeroen Joon denkt dat het goed is om in kaart te brengen wat de totale organisatie op dat gebied doet en dat door te vertalen naar de lokale verenigingen. Jeroen Joon antwoordt op de vraag waar het vandaan komt, dat hij een breed maatschappelijke hockeyvereniging wilde oprichten. Hij heeft er veel over gelezen en heeft met veel verenigingen gepraat. Vanuit zijn achtergrond was hij altijd al met positionering bezig. Er waren veel losse brokjes en hij heeft er één verhaal van gemaakt. Hij heeft daarna gemerkt dat het vrijwilligers professioneler maakt en dat een vereniging er gezond door gemaakt kan worden. Het is langzaam in elkaar geschoven, zo'n integrale visie was er niet. De voorzitter licht toe waarom het bestuur Jeroen Joon heeft uitgenodigd. Het bestuur is al een tijd bezig met wat aan de orde is in het boek ‘De vereniging op survival’. Als het niet zo goed gaat, willen we er altijd meer effort instoppen, terwijl het misschien beter is om even een stapje opzij te doen en met andere ogen naar de vereniging te kijken. Met dezelfde effort komen er dan andere resultaten. De vraag wordt gesteld wat bij de sportvereniging van Jeroen Joon het effect is van alles wat er om de kernactiviteit (hockey) heen gedaan wordt op de kwaliteit van het hockey. Een goede sfeer zou kunnen betekenen dat er beter gepresteerd wordt. Jeroen Joon licht toe dat de organisatie wel goed presteert, maar dat dit niet het belangrijkste is. Plezier is een must, prestaties een keuze. De maatschappelijke visie wordt aan anderen dingen getoetst (selectiebeleid, hoe wordt omgegaan met de jeugd etc.). De goede sfeer versterkt wel, maar op een andere manier. Gevraagd wordt wat Jeroen Joon met de stichting wil: een soort consultancyachtige organisatie die zichzelf terugverdient of een platform van organisaties die van de deskundigheid gebruik kunnen maken door zich aan te sluiten. Jeroen Joon legt uit dat de organisatie niet commercieel, maar ideëel is. Nu krijgt hij de trajecten nog betaald door gemeentes of direct door verenigingen. Hij hoopt dat hij het hele implementatietraject ideëel in de stichting kan houden en gratis kan aanbieden. Er zit ook een certificering aan gekoppeld, zodat de kwaliteit structureel geborgd wordt. Zijn ideaal is om uit lidmaatschappen voor het certificeringtraject zijn salaris te halen en de advisering gratis te doen. De voorzitter vraagt of een vereniging het ook zelf kan doen? Jeroen Joon vraagt zich af of dat verstandig is. Hij stelt de open vraag of NOV een rol kan spelen bij de positionering van de aangesloten organisaties. De voorzitter merkt op dat er ook al een keurmerk is. Dat hebben nu twee organisaties. Helaas denkt men altijd dat het meer werk geeft. NOV moet laten zien dat het alleen om een andere manier van werken gaat. Opgemerkt wordt dat een keurmerk eigenlijk een toetsing achteraf is, waar ook sancties op zitten. Wat Jeroen Joon aanreikt is stimuleren. Er moet wel altijd een identificeerbaar persoon zijn die anderen meeneemt in zijn enthousiasme. Jeroen Joon geeft aan dat hij het traject altijd alleen doet met het hele bestuur van een vereniging. Ze moeten er allemaal achter staan. Op een gegeven moment is wel een trekker nodig. Maar het is niet altijd goed om dat in één functie te stoppen. NOV is een vereniging van landelijke organisaties die hun eigen positionering vanuit landelijke optiek bekijken, maar op lokaal niveau allemaal anders zijn, met andere krachtenvelden en andere maatschappelijke contexten. Het zou ook mooi zijn om de afdelingen zo’n traject te laten doen. Afdelingen moeten veel meer kijken naar de omgeving waar ze actief zijn. De meerwaarde van dit verhaal is dat het veel breder getrokken wordt dan het keurmerk. Opgemerkt wordt nog dat het erom gaat dat we dingen doen die we leuk vinden. Dat is soms bij vrijwilligersorganisaties weg. Er moet zo veel. De voorzitter denkt dat NOV tips en adviezen aan de leden kan geven die benut kunnen worden om naar de toekomst te kijken. Dit is een manier van kijken die daarbij kan helpen en het ook weer leuk
Algemene Ledenvergadering NOV 24 juni 2010
pagina 6/7
kan maken. Organisaties hebben vaak hele grote netwerken. Mensen beseffen vaak niet wat ze daarmee kunnen. Het maakt wel verschil om wat voor organisatie het gaat (belangenorganisatie, dienstverlenende organisatie of eigenbelangorganisatie). De positionering is wel heel belangrijk voor de aantrekkelijkheid van een vereniging. Het zou interessant zijn om het verhaal van Jeroen Joon door te vertalen naar de drie soorten organisaties. Dat zou een aantal varianten geven. Jeroen Joon beaamt dat. Hij deelt tenslotte aan iedereen een exemplaar uit van het wiel. De voorzitter dankt Jeroen Joon voor zijn presentatie en sluit de vergadering om 16.20 uur
Algemene Ledenvergadering NOV 24 juni 2010
pagina 7/7