Open boek
Verbod van slavernij -‐ Artikel 4 EVRM Achtergrondinformatie à Tussen 12 en 27 miljoen slaven wereldwijd à Recentere cijfers spreken van 35,8 miljoen à zit er het dichtst bij à Volgens Internationale Arbeidsorganisatie: 21 miljoen Grootste aantal slaven bevindt zich in Zuid(-‐Oost) Azië en Afrika. Je herkent slaven aan de (koperen) enkelband. Slaven doen allerlei werk: werken op veld, in bordelen, in woningen, mijnen, sweatshops, resto’s,… Het gaat voornamelijk om arbeidsexploitatie (14,2) en exploitatie van personen in handen van de staat (2,2 miljoen). 2,5 miljoen slaven in Europa, vnl. in seksuele exploitatie (43%), op veld, sweatshops en private huishoudens (32%). 61% van slavernij is verspreid over een beperkt aantal landen. Nochtans is slavernij overal illegaal, soms is het wel vrij laat afgeschaft. Wij gebruiken van producten die aangemaakt worden door slaven. Het gaat om vrij veel producten, o.a. die van IKEA, Apple, Siemens, Aldi, Primark,… Het land dat momenteel zeer veel dwangarbeiders heeft is Noord-‐Korea, waar het gaat om tienduizenden mensen die in dwangarbeiderskamper zijn opgesloten.
Tekst artikel 4 EVRM “1. 2. 3.
Niemand mag in slavernij of dienstbaarheid worden gehouden. Niemand mag gedwongen worden dwangarbeid of verplichte arbeid te verrichten. Niet als ‘dwangarbeid of verplichte arbeid’ in de zin van dit artikel worden beschouwd: a. elk werk dat gewoonlijk wordt vereist van iemand die is gedetineerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 5 van dit Verdrag, of gedurende zijn voorwaardelijke invrijheidstelling; b. elke dienst van militaire aard of, in het geval van gewetensbezwaarden in landen waarin hun gewetensbezwaren worden erkend, diensten die gevorderd worden in plaats van de verplichte militaire dienst; verplichte burgerdienst valt hier ook buiten; c. elke dienst die wordt gevorderd in het geval van een noodtoestand of ramp die het leven of het welzijn van de gemeenschap bedreigt; d. elk werk of elke dienst die deel uitmaakt van normale burgerplichten.”
Absoluut recht, hier zijn geen beperkingen op mogelijk. Er is geen sprake van een evenredigheidstoets. Staten worden geen marge of appreciation toegelaten. Toch zijn er een aantal situaties uit de beschermingssfeer van artikel 4 hebben gehaald, je moet die niet als beperkingen zien maar als verschillende soorten situaties die uit de bescherming worden gehaald.
‘Slavernij’ en ‘dienstbaarheid’ Het Hof heeft een definitie gegeven aan slavernij: “slavery is the status or condition of a person over whom any or all of the powers attaching to the right of ownership are exercised”. “(The Court) notes that this definition corresponds to the ‘classic’ meaning of slavery as it was practised for centuries.”
Yasmine Ghys
2015
Open boek
Het Hof verwijst daarmee naar een verdrag dat reeds van 1926 dateert, het slavernijverdrag van ’26. Dat ten tijde van de Volkenbond tot stand is gekomen. Dienstbaarheid: “(…) for Convention purposes, “servitude”, what is prohibited is a “particularly serious form of denial of freedom’ (…). It includes, ‘in addition to the obligation to perform certain services for others ... the obligation for the 'serf' to live on another person's property and the impossibility of altering his condition”. Dienstbaarheid is een mildere vorm van slavernij. Het Hof heeft er enkele kenmerken aan gegeven: i. U bent ernstig in uw vrijheid aangetast. ii. U moet bepaalde diensten verlenen. iii. U moet ook op de eigendom van de persoon gaan wonen voor wie je die diensten verricht. iv. U kunt heel moeilijk of helemaal niet ontkomen aan de situatie waarin je verkeert. Wat is het verschil tussen slavernij en dienstbaarheid? Bij slavernij ben je pure eigendom van je eigenaar. Je juridische persoonlijkheid bestaat niet, je verliest die volledig. Bij dienstbaarheid ben je geen eigendom van iemand maar je bent zwaar aangetast in je vrijheid. In beide gevallen moeten wel diensten worden verricht. Het stigma dat aan slavernij hangt is groter dan dat van dienstbaarheid. • Van Droogenbroeck t. België (1982) Hij was veroordeeld wegens diefstal. Hij kreeg een basisstraf, x aantal jaren. Het kan zijn dat je na het uitzitten van je straf nog steeds ter beschikking worden gesteld van de regering. “de terbeschikkingstelling” dat is een bijkomende straf en kan oplopen tot 10-‐12 jaar. Hij zat in zo’n situatie en hij werd overgeleverd aan de “wings of administration”. Hij voerde voor het Hof aan (i) schending van art. 5 EVRM: recht op persoonlijke vrijheid (ii) hij vond dat het ook een vorm van dienstbaarheid is. Het Hof wees de eerste klacht naar de prullenmand, geen schending van art. 5 en het ging in op de dienstbaarheid. Het Hof zei dat je enkel van dienstbaarheid kan spreken als het gaat om een erge vorm van vrijheidsberoving. In het geval van Van Droogenbroeck was dat niet zo omdat hij in een systeem zat van halve vrijheid waarvan hij in een instelling verbleef maar in de weekends gewoon naar huis mocht.
‘Dwangarbeid’ en ‘verplichte arbeid’ Wat is het verschil tussen dwangarbeid en verplichte arbeid? Het gaat in beide gevallen om dwang. Bij dwangarbeid kan het ook fysieke of mentale dwang zijn. Bij verplichte arbeid is het typisch dat men u bedreigt. Er kan wel sprake zijn van verplichte arbeid, ook als u wordt betaald voor de arbeid. • Van der Mussele t. België Hij was een jonge advocaat aan de balie, die bepaalde taken moest verrichten zoals pro deo zaken. Hij vond dat dat strijdig was met art. 4 EVRM. Hij zei dat dat een vorm van verplichte arbeid is. Het Hof had daar geen oor naar, het zei dat het behoort tot de gewone taak van een advocaat. Er zit bovendien een compensatie aan: je wordt op het tableau van de orde opgenomen. Je houdt er iets aan over, het ‘vormt’ u als advocaat. Er zit een element van solidariteit achter, mensen die minder begoed zijn kunnen zo ook toegang hebben. Toch zei het Hof dat er nog sprake kan zijn verplichte arbeid. Van der Mussele was nochtans vrijwillig toegetreden tot de balie. Er kan een onredelijk evenwicht zijn tussen enerzijds het doel dat u nastreeft en anderzijds de verplichting die dat met zich meebrengt. Het Hof zei dat er geen probleem was.
Yasmine Ghys
2015
Open boek
“Van der Mussele had voluntarily entered the profession of avocat with knowledge of the practice complained of. This being so, a considerable and unreasonable imbalance between the aim pursued -‐ to qualify as an avocat -‐ and the obligations undertaken in order to achieve that aim would alone be capable of warranting the conclusion that the services exacted of Mr. Van der Mussele in relation to legal aid were compulsory despite his consent. “No such imbalance is disclosed by the evidence before the Court, notwithstanding the lack of remuneration and of reimbursement of expenses -‐ which in itself is far from satisfactory. Having regard, furthermore, to the standards still generally obtaining in Belgium and in other democratic societies, there was thus no compulsory labour for the purposes of Article 4 § 2 of the Convention.” Kunt u gedwongen worden om te werken voor werkloosheidsuitkering, moet u bepaalde inspanningen doen? • Talmon t. Nederland (1997) It does not appear, however, that the applicant was in any way forced to perform any kind of labour or that his refusal to look for other employment than that of independent scientist and social critic made him liable to any other measures than the reduction of his unemployment benefits. In these circumstances, the Commission cannot find that the present complaint raises any issues under Articles 4 para. 2 (…) of the Convention. • Schuitemaker t. Nederland (2010) Ging om algemeen sociaal aanvaard werk. Ook hier heeft het Hof gezegd dat landen verplichtingen mogen opleggen. Dat je aantoonbaar inspanningen moet doen en algemeen sociaal aanvaard werk moet doen, dat is niet onredelijk vindt het Hof. Wat er ook vaak gebeurt is dat ondernemingen herstructureren, dat kan gepaard gaan met het feit dat u een nieuwe job binnen de onderneming krijgt. • Antonov t. Rusland (2005) De eis van een werkgever t.a.v. werknemer dat deze binnen zijn bedrijf een andere job uitoefent, maakt op zich geen schending uit van art 4. Domestic slavery is iets typisch voor Europa en dat valt eigenlijk ook onder bescherming van art. 4. Het legt dus niet enkel een negatieve verplichting op om iemand niet tot slaaf te degraderen maar ook een positieve verplichting. • Siliadin t. Frankrijk (2005) Siliadin was een 15-‐jarige Congolese die aankomt in Parijs met toestemming van haar familie. Ze gaat werken voor een echtpaar dat haar thuisonderwijs zal geven, de vrouw zou ook officiële verblijfspapieren in orde brengen. Ze zou ook betaald worden tot het moment dat ze haar ticket dat was voorgeschoten zou kunnen terugbetalen en terugkeren met wat extra inkomsten. Ze werd inderdaad tewerkgesteld bij dat echtpaar, maar haar paspoort werd afgepakt, ze moest constant werken. Na 6 maanden werd ze overgedragen van het ene echtpaar naar het andere. De situatie ging van kwaad naar erger. Zij moest niet alleen 15 uur per dag werken, 7/7. Ze moest ook zorgen voor 4 kinderen. Ze mocht enkel het huis verlaten als ze 1 van de kinderen ergens heen bracht. Ze had niks van vrije tijd, mocht niet naar buiten, en kreeg niets van geld. Na een tijd is zij kunnen ontsnappen, heeft ze haar paspoort weten te bemachtigen en is ze naar een buur gelopen die haar met een NGO en rechterlijke instanties in contact heeft gebracht. Dat echtpaar is veroordeeld wegens het misbruik maken van iemand in een precaire situatie. Echtpaar gaat in hoger beroep en de rechter doet de lagere uitspraak teniet. Ze stapt naar Yasmine Ghys
2015
Open boek
Straatsburg en het Hof veroordeeld Frankrijk op basis van art. 4. Het Hof gaat in zijn beoordeling verwijzen naar andere internationale verdragen, in dit geval het VN-‐verdrag inzake rechten van het kind. Het ging hier om dienstbaarheid, en niet om slavernij want ze werd niet gezien als eigendom. Het Hof ging nog verder, niet enkel dienstbaarheid, maar ook dwangarbeid. • Rantsev t. Cyprus & Rusland (2010) Een jongedame Rantseva wordt verhandeld en ingevoerd. Ze gaat naar Cyprus met een visum als cabaretartieste. Zij komt in een cabaret terecht en na enkele dagen stapt ze naar de politie en het enige wat zij doen is de eigenaar van de cabaret opbellen die haar komt halen. Ze brengen haar naar een woning en de volgende ochtend wordt zij dood aangetroffen. De Cypriotische autoriteiten voeren niet eens een deftig onderzoek. Haar vader begint een zaak tegen Cyprus & Rusland. Valt vrouwenhandel wel onder art. 4? Het Hof gaat daar niet op in en zegt dat het onder de beschermingssfeer valt. Cyprus en Rusland worden veroordeeld, omdat zij onvoldoende maatregelen hadden genomen. (i) In Cyprus bestond er wel wetgeving die bepaalde handelingen strafbaar stelde, maar er werden geen aanzetten gedaan om al die ‘bedrijfjes’ te onderzoeken. (ii) Voor bescherming van slachtoffers was niets voorzien. (iii) Onderzoek naar mensenhandel moet voldoen aan een aantal kwaliteitsvereisten: -‐ moet onafhankelijk zijn -‐ moet doeltreffend zijn -‐ moet zo snel mogelijk Cyprus wordt veroordeeld omdat het had moeten weten dat Rantseva naar de politie is gestapt en niks hebben gedaan. Rusland is veroordeeld omdat ze nooit onderzoek hebben gedaan naar mensenhandel.
Mensenhandel: quid België? Gent: Vande Lanotte & De Ruyver zijn voorzitter geworden van de parlementaire onderzoekscommissie inzake mensenhandel. Ze hebben in ’92 feiten onderzocht die zich afspeelden bij het Glazenstraatje. Hierin waren ook politie betrokken, de commissie heeft heel de zaak aan het licht gebracht. Er zijn een aantal aanbevelingen aangenomen die werden omgezet in wetgeving. 1992 à Commissie Mensenhandel à aanbevelingen 1995 à (‘mensenhandel’ à) ‘mensensmokkel’ (°art. 77bis E.v. Vreemdelingenwet & dus niet in het Sw.) à 1-‐5 jaar /500-‐50.000 € + verzwarende omstandigheden 2005 à ‘mensenhandel’ (art. 433quinquies e.v. Swb) 1994 à Bijstand slachtoffers (omzendbrieven à art. 61/2-‐5 VW) à Politie informeert DVZ à DVZ: verblijfsvergunning mits samenwerking met OM à DVZ gaat ook slachtoffers in contact brengen met een erkend onthaalcentrum mits samenwerking à DVZ: incentive bevel grondgebied te verlaten + eenmaal de klacht is ingediend krijgen ze een verblijfsvergunning van 3 maanden, die kan verlengd worden met 3 maanden, en later eventueel met 6 maanden. Als het komt tot een veroordeling kunnen ze een vergunning van onbeperkte duur krijgen. Betekent dat in de praktijk dat België niet meer op lijsten staat van plaatsen waar veel mensensmokkel gebeurt? Helaas niet, België is een transitland, eindbestemming voor bepaalde mensenhandelaars.
Yasmine Ghys
2015
Open boek
Kan ik mij baseren op het EVRM om een uitwijzing tegen te gaan omdat ik gemeend slachtoffer denk te zijn eens ik terug naar mijn land van oorsprong zou gaan in de slavernij terug zou komen? Enkel als er aanwijzingen daartoe zouden zijn.
Slavernij in andere landen: quid? •
Ould Barar/Zweden (2005)
Geen dwangarbeid of verplichte arbeid Gevangenisarbeid • De Wilde e.a./België Het ging niet om gevangen, maar om ‘clochards’, landlopers. Er was wetgeving die de overheid de mogelijk gaf mensen op te pakken en tijdelijk onder te brengen in landloopkolonies. Die zaten niet het hele jaar opgesloten, wanneer het zomer en warm was, en ze ook met succes konden bedelen, leefden ze op straat. Vanaf het kouder werd lieten zij zich oppakken door de Rijkswacht en werden zij afgevoerd naar 1 van die kolonies. Daar konden ze verplicht worden enkele klusjes te doen. Dat kon op het veld werken zijn, maar ook andere taken. Daar werden zij voor betaald, maar heel weinig. Eenmaal zij dan de winter hadden doorgebracht gingen zij weer op pad. De zaak is voor het Hof gekomen. Het Hof heeft die zaak afgewezen omdat die klusjes als gewoonlijk werk kan worden gezien dat kan worden vereist. Bovendien was het werk dat zij moesten verricht niet overdreven ‘hard’, het was gewoon normaal werk. De wetgeving rond landloperij is in de jaren ’90 afgeschaft. • Stummer/Oostenrijk (2011) “Als wij moeten werken, hebben wij toch ook recht op een pensioen.” De Europese gevangenisregels worden beschouwd als soft law. Het zijn aanwijzingen voor gevangenisdirecties om goed te handelen, maar die zijn niet opgesteld in de wet of in de vorm van een int’l verdrag. De advocaten voerden dit wel aan en het Hof nam dit zich wel mee in zijn beoordeling. Die zaak werd afgewezen.
Legerdienst • Batanyan/Armenië (2009) Verplichte legerdienst kan je niet aanvechten op basis van art. 4.
Dienst bij noodtoestand/ramp • Iversen/Noorwegen (1963) Afgestudeerde tandartsen moeten 1 jaar gaan werken in het Noorden van Noorwegen al standaard. Dit werd aangeklaagd in Straatsburg. Die zaak is nooit voor het Hof gekomen, maar voor de Commissie. Die heeft geoordeeld: (i) het feit dat de wetgever het had ingevoerd (ii) er kon over een noodtoestand gesproken worden in het Noorden (iii) 1 jaar is vrij beperkt. Dus de commissie heeft het proportionaliteitsbeginsel toegepast waarbij het een ruime appreciatiemarge aan de staat heeft overgelaten en beslist dat dat een normale verplichting was die opgelegd kon worden in het kader van een noodtoestand in een bepaald land.
Normale burgerplichten •
Schmidt/Duitsland (2006)
Yasmine Ghys
2015
Open boek
In bepaalde deelstaten van Duitsland bestaat de plicht bij de brandweer een bepaalde tijd dienst te nemen. Ook hier zegt het Hof dat dit tot de normale burgerplichten behoort. • Zarb Adami/Malta (2006) Als je opgeroepen om als jurylid te zetelen, dan behoort dat tot de normale burgerplichten.
Yasmine Ghys
2015