DE KLAS ALS TEAM (DOCENTENBOEK) INHOUDSOPGAVE
INLEIDING / VERANTWOORDING………………………………………………….
3
DE METHODE……………………………………………………………………………
9
HET PERSOONLIJKE IN HET DOCENTSCHAP EN DE ROL VAN 11 BEGELEIDER……………………………………………………………………………... RICHTLIJNEN EN HULPMIDDELEN VOOR DE DOCENT ALS 14 BEGELEIDER……………………………………………………………………………... SFEER / SCHOOLCULTUUR…………………………………………………………...
17
WAARVOOR WILT U VERANTWOORDELIJK ZIJN………………………………… 19 WAT IS HET LEUKSTE VOOR DE DOCENT?...........................................................
25
THEMA AANPAK EN SFEER IN LESBRIEVEN EN ONDERWIJSLEERGESPREKKEN……………………………………………………...
29
STORINGEN………………………………………………………………………………. 31 WERKEN MET HET LEERLINGBOEK IN GEDEELDE 33 VERANTWOORDELIJKHEID…………………………………………………………... SCHRIJVEN IN HET LEERLINGBOEK ALS OPDRACHT VOOR AFRONDING.
34
DIDACTISCHE AANPAK VAN DE KLAS ALS TEAM………………………………...
37
IN DE LES………………………………………………………………………………….
39
SOCIOGRAM VAN DE KLAS…………………………………………………………….
43
FEEDBACKSPEL………………………………………………………………………….. 45 OMGAAN MET KRITIEK………………………………………………………………...
48
DE ROL VAN DE BEGELEIDER BIJ ONDERWIJSLEERGESPREKKEN………...
51
KIJKEN NAAR HET PROCES…………………………………………………………...
52
HULPVRAGEN…………………………………………………………………………….
53
GOUDEN REGELS BIJ HULPVRAGEN……………………………………………….
55
CALAMITEITEN, STORINGEN, EMOTIES, HULPVERLENING………………… 57 DE GRENZEN VAN HULPVERLENING……………………………………………... 60
© 2003 – Stichting Decennium Meppel. Voorbeeld van inhoud De klas als team (docentenboek)
1/9
GESPREKSSCHEMA……………………………………………………………………… 63 VOORBEELDVRAGEN VAN EEN GESPREK MET SIMON………………………..
64
PSYCHOTHERAPIE EN VERWIJZING………………………………………………..
66
HULPVRAGEN VANUIT DE GEZINSSITUATIE…………………………………….
69
DOOD EN VERDRIET…………………………………………………………………… 71 GRONDHOUDING VAN EEN HULPVERLENER…………………………………... 73 DE ESSENTIE VAN DE AANPAK VAN EEN GEZINSHULPVRAAG……………...
74
OUDER / DOCENTGESPREK………………………………………………………….. 76 OUDERAVONDEN EN UITGANGSPUNTEN………………………………………..
© 2003 – Stichting Decennium Meppel. Voorbeeld van inhoud De klas als team (docentenboek)
78
2/9
DE METHODE DIALOOGMODEL Deze methode houdt een training in voor leerlingen individueel en voor de groep waarvan zij deel uitmaken. Door middel van de dialoog ontstaat het inzicht. Een training is een methode waarbij naast cognitieve aspecten van het samenleven ook affectieve belevingen een plaats hebben. Het doel van een training is altijd meer inzicht krijgen en meer verantwoordelijkheid dragen voor het geheel. Het is sterk gerelateerd aan het doel. Vergelijk het met de training van een sportteam. Leerling doelstellingen zijn: Zij leren verantwoordelijkheid te dragen voor hun eigen gedrag en medeverantwoordelijkheid voor de groep. Zij ontdekken het plezier van zelfstandig te kunnen denken en werken. Zij luisteren en zoeken en kunnen hun eigenheid ontdekken. Zij leren initiatief te nemen. Zij ontdekken de mogelijkheden van het samenwerken. Zij leren binnen de gestelde kaders hun vrijheid goed te gebruiken. Zij leren over oorzaak en gevolg. Zij leren deelnemers te zijn en medeverantwoordeljkheid te dragen voor omgang en sfeer in de klas en op de school. DE KLAS ALS TEAM
Als je kinderen vraagt wat zij het liefste willen is het antwoord, het leuk hebben. Ze bedoelen dus gelukkig zijn. Als klein kind moesten ze veel leren. Ze deden dat met vallen en opstaan. Zij mochten fouten maken. Deel zijn van een gemeenschap Nu de leerlingen deel uitmaken van een grote scholengemeenschap worden er opnieuw eisen aan hen gesteld. Zij denken zelf dat ze geen fouten mogen maken. In hun ogen is de school veeleisend. Zij kunnen niet helemaal overzien waar de school en de te verrichten arbeid allemaal toe dient. Ergens zullen er beelden zijn die te maken hebben met geld verdienen, een beroep uitoefenen of rijk en gelukkig zijn. Hun directe doelen zijn het leuk hebben en goed schoolwerk verrichten en zo dus aan de eisen van de school te voldoen. Wat ze niet kunnen weten is wat het betekent als volwassene door het leven te gaan. Zij weten ook niet welke eisen de maatschappij aan hen stelt. Vanzelfsprekendheid Meestal gaan volwassenen nogal vanzelfsprekend om met de eisen die aan kinderen en jong volwassenen worden gesteld. We kunnen het anders zien en ze helpen hun weg te vinden in de omgang met anderen.
© 2003 – Stichting Decennium Meppel. Voorbeeld van inhoud De klas als team (docentenboek)
3/9
DE LEERLINGEN LEREN DOOR MIDDEL VAN PARTICIPATIE IN HET GROEPSPROCES Iedere leerling moet verantwoordelijkheid leren dragen voor zichzelf en zijn omgeving. Iedere leerling heeft belang bij het ontdekken van eigen keuzes, mogelijkheden en talenten. Iedere leerling zal in een proces van omgaan met anderen de eigen mogelijkheden en grenzen ontdekken. Iedere leerling heeft het recht om te leren en dus fouten te mogen maken. Iedere leerling is op weg en lerende om zijn plek te veroveren. Iedere leerling leert samen te werken. TIJDSTIP/TIJDSDUUR
Het is verstandig deze methode te gebruiken in het begin van een schooljaar en in een nieuwe klassensamenstelling. Het verdient aanbeveling om de tijdsduur te beperken tot 3 of 4 maanden. Een training moet intensief zijn, wil het een doorwerkend effect hebben.
© 2003 – Stichting Decennium Meppel. Voorbeeld van inhoud De klas als team (docentenboek)
4/9
HET PERSOONLIJKE IN HET DOCENTSCHAP EN DE ROL VAN BEGELEIDER Iedere docent heeft zijn eigen kleur en vorm in de aanpak.Iedereen heeft bepaalde ervaringen met klassen. Het belangrijkste element in leerlinggericht onderwijs is het plezier willen beleven aan de vorming en groei van de kinderen en jonge mensen. En zelf als docent willen leren over leven en samenleven. Procesgericht in plaats van productgericht werken Het leren van docenten om procesgericht te denken en te handelen is lastig maar het geeft wel meer vreugde en voldoening. Ieder mens heeft recht op het maken van fouten zou je kunnen zeggen. Deze regel kan als hulpmiddel ingezet worden. Verbazing en verwondering ervaren over de veelzijdige processen die ontstaan is niet het minst voldoeninggevend in het onderwijs. Net als in het cognitieve leerproces zijn er overwinningen te behalen. Rapportage van een team docenten Iedere docent kan zijn bevindingen signaleren en rapporteren aan collega's die een team vormen, dat les geeft aan dezelfde groepen. Het is belangrijk dat meerdere docenten zich verantwoordelijk voelen voor individuele leerlingen en de groepen of klassen waaraan zij les geven. Meerdere docenten die les geven aan dezelfde groepen kunnen een leerlingbegeleidingsteam vormen. Docenten met taken elders Twee of drie docenten die wel les geven aan deze groepen kunnen zonder dat zij met de lesbrieven werken tot het team behoren. Mogelijk hebben zij andere taken elders. Zij zijn echter zeer op de hoogte van doelen en strategieën en dragen bij aan het geheel. Blijf betrokken Een deel van de mensen uit een team zal misschien stoppen op deze bladzijde. Ik ben toch niet de mentor en hoef niet de lesbrieven uit te werken? LEERLINGBEGELEIDING
Het zou toch jammer zijn om uw rol zo te beperken dat het meest boeiende van het docentschap aan je voorbij gaat? Het is niet de beroerdste taak: kinderen begeleiden die het leerproces aangaan hoe ze mens kunnen zijn? Bovendien worden aan mensen andere eisen gesteld vanuit een veranderende maatschappij. Begint u op jonge leeftijd al aan te geven wat u met de leerlingen wilt bereiken dan zult u beslist in een later stadium daarvan de zoete vruchten plukken. De keuze Dat het aanbieden van keuzes en het observeren hoe die keuzes ingevuld worden vreugdevolle momenten kunnen opleveren voor een docent mag duidelijk zijn. U weet hoe essentieel het voor
© 2003 – Stichting Decennium Meppel. Voorbeeld van inhoud De klas als team (docentenboek)
5/9
mensen is bewuste keuzes te leren maken. Help jonge mensen daarbij. Dat moet u voldoening geven.
Mogelijkheden van docenten werkend in teamverband Niet iedere docent kan elke taak uitvoeren. Niet elke taak is voor iedere docent geschikt. In overleg kunnen de taken en lesbrieven verdeeld worden onder diverse docenten. Elke docent kan bepalen welk onderwerp het beste bij hem of haar past. Iedere docent neemt een stukje verantwoordelijkheid op zich. Dat is teamwerk. TAAKVERDELING IN EEN TEAM
Iedere docent is leerlingbegeleider en moet ongeveer weten hoe leerlingbegeleiding in elkaar steekt. In elke les, in iedere gebeurtenis is de docent begeleider. Leerlingbegeleiding betekent niet in de eerste plaats hulpverlener zijn. Hulp geven aan leerlingen die "moeilijk zitten' is voor iedere volwassene een verantwoordelijkheid en staat niet ter discussie. Wel de manier waarop die hulpverlening geschiedt en wat de grenzen daarin zijn is een onderwerp van gesprek van een team. Over de manieren van hulpverlening of verwijzing moet een team overleg plegen en zaken vastleggen. Leerlinggericht onderwijs is onderwijs waarin alle mogelijkheden van leerlingen benut en uitgebouwd worden. Het vraagt sterk medeverantwoordelijkheid van de leerlingen. Het begint altijd bij dat wat de volwassenen als zinvol en doelmatig zien. MENS EN OMGEVING
Begeleiding geven aan leerlingen heeft als eerste doel jonge mensen vertrouwd te maken met de samenleving. Dat kan op velerlei gebieden en verschillende wijzen geschieden. De manier waarop het gebeurt is afhankelijk van de individuele mogelijkheden van de docent en van de afspraken die een groep docenten met elkaar maakt over leerlingbegeleiding. Verantwoordelijkheden op je nemen en taken verdelen is het uitgangspunt van goed onderwijs.
© 2003 – Stichting Decennium Meppel. Voorbeeld van inhoud De klas als team (docentenboek)
6/9
© 2003 – Stichting Decennium Meppel. Voorbeeld van inhoud De klas als team (docentenboek)
7/9
DIDACTISCHE AANPAK van DE KLAS ALS TEAM HOE HET PROCES BEGELEIDEN?
VOORBEREIDEN EN DISCUSSIE EN EVALUATIE Het leerlingboek is het eigendom van de leerling. Het kan niet worden ingenomen. Een leerling werkt er niet uit voor de docent maar voor zichzelf. Zijn/haar privacy komt eerst en is belangrijk. Immers een kind zal zich op een andere manier uiten als hij/zij weet dat er "nagekeken" wordt. Wel kan er controle uitgeoefend worden als een lesbrief als huiswerk opgegeven wordt. Ook als de leerling in de klas aan de lesbrief werkt moet de privacy gewaarborgd worden.De eindbeoordeling wordt altijd als doel genoemd. (De docent kan zich bij de kleine groepjes aansluiten. Ook hier is terughoudendheid gevraagd. Het boek moet belangrijk gevonden worden zowel door de leerling als door de docenten. Als de docent hun vorming niet serieus neemt waarom zouden leerlingen dat dan wel doen?) DE LES ZELF
Voorbereiden individueel Individuele opdracht ( 8 min.)
Het invullen van de lesbrief als opdracht vraagt ongeveer 1O minuten tijd. Zijn leerlingen eerder klaar dan kan de docent nog een meer expliciete vraag eraan toevoegen. Bijvoorbeeld: •
wat zou je willen dat er gebeurde?
•
wat denk je eigenlijk bij dat gebeuren?
•
waarom denk je zo?
•
wat vind je van de reactie?
Voorwerken in kleine groep Groepsopdracht (kleine groep 10 min.)
In de kleine groep samengesteld uit 2 tot 5 leerlingen toezien op het begrijpen en beantwoorden van de vragen. Leer de leerlingen het onderwerp vast te houden en steeds weer op te pakken. Ook de informele leiders en aangewezen woordvoerder moeten dat bewaken. De docent geeft bij herhaling de instructie dat het vragenlijstje "gehaald moet worden'. Al te strak hieraan vasthouden geeft een onvrij en schools gedrag. Wel het doel vasthouden. Dus af en toe aan henzelf overlaten hóe iets bereikt wordt. Kunnen discussiëren is een leerproces. Zorg wel dat er steeds wisselende samenstellingen zijn van de groepjes. In een later stadium kunnen ze zichzelf organiseren.
© 2003 – Stichting Decennium Meppel. Voorbeeld van inhoud De klas als team (docentenboek)
8/9
De hele groep Groepsopdracht (de hele klas 35 min.)
•
In de grote groep kunnen de volgende methoden gebruikt worden. De groep zit in de kring of carrévorm.
•
rondje met vraag uit de lesbrief om de stemming te peilen.
•
woordvoerders lezen de antwoorden en groep discussieert.
•
woordvoerders lezen de antwoorden die uit hun groepje kwamen voor en leerling(en) of docent schrijft ze op het bord. Daarna volgt puntsgewijs een borddiscussie. Nadeel hierbij is dat de leerlingen naar het bord gericht praten en minder naar elkaar. Voorwaarde bij een discussie is dat leerlingen elkaar kunnen aankijken. De concentratie zal daardoor ook beter zijn.
Open vragen die de voortgang stimuleren Bijvoorbeeld: Wil jij hierop antwoorden? Is het zo dat.....? Kan iemand misschien verduidelijken? Heb je meer tijd nodig om dit uit te leggen? Kun je iets meer vertellen wat je bedoelt? Ik denk dat we een grens overschrijden, wie wil .....? Wie vindt dat....? Wie kan een conclusie trekken....?
© 2003 – Stichting Decennium Meppel. Voorbeeld van inhoud De klas als team (docentenboek)
9/9