DE ROL VAN DE KRIJGSMACHT IN HET SURINAAMSE $W.TSESTL
Jhr. Mr. M. Wladimiroff
Nr. M. Wladimiroff (36) heeft als reserve officLer enige jaren ‘s konings wapensrok gedragen. Sinds 1972 is hij advocaat te ‘s—Grarenhage, gespecialiseerd in de behande— ling van strafzaken. Samen met zijn kantoorgericot Mr.Spong was schrijver belast met de verdediging van de verdachten van de ‘tegen—coup’ van 93 augustus 1980, en bezocht daar toe eind vorig jaar Suriname.
43
DE ROL VAN DE KRIJGSMACHT IN HET SURINAAMSE STAATSBESTEL Na de onafhankelijkheid in 1975 schaarde Suri name zich in de rijen van de ontwikkelingslanden in het Cara ïbische gebied.Van de ongeveer 400.000 inwoners die er voor 1 nove mber 1975 hadden gewoond, zouden er nog geen 300.000 overblijven; de rest trok weg, hoofdzakelijk richting Nederland. Veel vertrouwen in de toekomst van de jonge staat bestond er kennelijk niet. De staatsinstellingen uit de nederlandse tijd bleven gelijk in de nieuwe republiek. Gouverneur Ferrier werd president; rege ring en parlement bleven aan. De troepenmacht in Suriname werd getranaformeerd in het Nationale Leger. In feit e veranderde er niet veel, de staatsmacht werd door praktisch dezelfde mensen uitgeoefend. Op 25 februari 1980 grepen een aantal onderoffi cieren de macht en brachten de regering Arron ten val. Voordien had de krijgs macht in Suriname geen enkele rol van betekenis gespeeld in de staatsrechtelijke verhoudingen van het land. Het Nationale Le ger oefende geen politieke invloed uit. Daarin kwam nu verande ring, vanaf februari 1980 zou het leger Surinam e in zijn greep houden. Het curieuze is dat de staatsgreep volgde naar aanleiding van een vakbondsgeschi]. binnen de krijgsmacht. De oorzaak van de omwenteling moet eerder in de maatschappelijke verh oudingen in Suriname gezocht worden. De kleine sociale bovenlaag was geper— verteerd door corruptie en vriendjespolitiek. Het roddelcircuit van Paramaribo was een goede graadmeter voor de te neergang van regering en administratie. De staatsgreep van 25 februari 1980 was in feit e geen omwente ling doch een ingreep in de relatie regering en parlement. Slechts de regering werd naar huis gestuurd, het parlement als ook de overige staatsorganen, zoals de president alsmede de Raad van Advies (vgl. onze Raad van State) blev en in functie. In plaats van de regering werd een Nationale Mili taire Raad (NMR) ingesteld bestaande uit het revolutionaire kader van het leger. De sergeanten gingen de dagelijkse dienst uitmaken. Het leger bemoeide zich niet alleen met het bestu ur van het land. De parlementen rden ‘onder toezicht’ geste ld. Door het persoonlijk gezag van Ferrier keerde ‘de normale toe— stand’ weer enigszins terug doordat in maart 1980 de regering Chin A Sen werd geformeerd. De NNR bleef besta an en zou een rol blijven spelen in het bestuur, nu de regering in overleg met de NMR haar regeermacht zou uitoefenen.
44
De idealen van de februari—revolutie zouden op deze wijze door de NIvIR bewaakt worden. Corruptie zou in de toekomst onmogelijk gemaakt moeten worden; corruptie uit het verleden zou aangepakt moeten worden. De nieuwe orde presenteerde zich met veel elan: in Suriname zou weer gewerkt worden aan de opbouw en de ontwik— keling van het land. Men deed een appel op de in Nederland ver blijvende Surinamers om weer terug te keren. Alras bleek dat er binnen de NNR zeer verschillend werd gedacht over de verdere ontwikkeling van het land. De scheiding der geesten had tot gevolg dat Bouterse en Horb uit de NI4R traden. Bouterse werd bevelhebber van het Nationale Leger en bevorderd tot majoor. Horb werd garnizoenscommandant in de rang van ka pitein. De groep Mijnals en Sital bleef in de NMR achter. De NNR werd langzamerhand steeds verder naar het zijtoneel ge speeld. De regering Chin A Sen trad steeds zelfstandiger op, de rol van de NMR leek uitgespeeld. Mijnals, Sital en hun mede standers kwamen tot de conclusie dat in feite de oude toestand van v65r 25 februari 1980 dreigde terug te keren. De groep Mijn— als en Sital legden verbindingen met studentengroeperingen en politieke partijen, die met hen meenden dat Chin A Sen en Bou terse c.s. bezig waren hun macht op de wijze van ‘het ancien regiem’ te stabiliseren. De februari—revolutie leek voor niets te zijn gemaakt. Toen Bouterse en Horb dan ook lucht kregen van deze contacten, aarzelden zij geen moment, Op 13 augustus 1980 werden de ser— geanten Mijnals, Sital en Joeman, alsmede een viertal burgers gearresteerd. De regering Chin A Sen werd naar huis gestuurd en de president werd afgezet. De legerleiding gaf deze tweede staatsgreep een Tegistisch door bij decreet de noodtoestand af te kondigen. Tegelijkertijd werd de grondwet buitenwerking gesteld, het parlement ontbonden en de Raad van Advies opgeheven. Alle staatsmacht kwam te lig gen in de handen van het militaire gezag ofwel de legerleiding bestaande uit Bouterse en Horb. Vanaf dat moment zou het land verder bij decreet geregeerd wor— den. Suriname was terechtgekomen in een regelrechte militaire dictatuur. De rechtsstaat Suriname had opgehouden te bestaan. Anders dan de februari—staatsgreep was er thans wel sprake van een omwenteling. Vanaf 13 augustus 1980 komt in Suriname de macht uit de loop van een geweer. Het militaire gezag poetste vervolgens haar prestige op door Chin A Sen aan te wijzen als nieuwe president, tevens als pre mier belast met de regering van het land. Het machtscentruin werd uitgebreid met de nieuwkomer Haakmat, die vice—premier werd, tevens minister van buitenlandse zaken, van Justitie, van
45
leger en van politie. Bij algemeen decreet werd bepaald dat in het vervolg de decre ten medeondertekend zouden worden door de legerleiding. Bouter— se en Horb behielden aldus grip op de nieuwe regering Chin A Sen. De legerleiding moest voortaan voor alle besluiten van de regering toestemming geven. Hiermee werd de positie van het le ger in het surinaamse staatsbestel verankerd. Door voormelde vermenging van functies en bevoegdheden en het buitenwerking stellen van de grondwet is in Suriname de feite lijke macht belangrijker geworden dan de juridische verdeling daarvan bij deareten. Daarnaast is de uitoefening van bevoegd heden steeds meer op drift geraakt omdat het parlement is weg gevallen en de rechterlijke controle niet goed meer functio neert. Daarmee werd tevens de kiem gelegd voor een onderlinge machts strijd, met als gevolg dat de bevolking van Suriname steeds meer werd geconfronteerd met machtswillekeur. Aanvankelijk leek de rol van Chin A Sen uitgespeeld te zijn doordat Haakmat zich zelf steeds meer naar de voorgrond speelde. Binnen de regering oefende Haakmat immers de meeste macht uit; alle belangrijke beslissingen werden door hem genomen. Daarnaast ontstond er bin nen de legerleiding een verwijdering tussen Bouterse en Horb. Horb gaat steeds meer buiten Bouterse om zijn eigen gang. Bou terse lijkt niet bij machte te zijn Horb in de hand te houden. Typerend voor hun onderling wantrouwen is wel dat Bouterse zich in de stad ongewapend vertoont, maar zich in de M. Boekoekazer— ne laat begeleiden door gewapende militairen. Door deze ontwikkelingen was de macht verdeeld over een aantal centra: Bouterse en Chin A Sen enerzijds, Haakmat en Horb ander zijds, met daarnaast de zwakkere machtspool de NNR. Een situa tie die sterk doet denken aan die van Iran. Inmiddels is de machtsstrijd voorlopig beslecht ten gimste van Bouterse en Chin A Sen. Haakmat is van al zijn functies ontheven en naar het bin nenland verbannen; Horb schijnt intern aan banden gelegd te zijn. Door al deze ontwikkelingen verkeert de bevolking van Suriname in grote onzekerheid. Wie is de baas: de regering of de mili tairen? Men wordt immers geconfronteerd met afwisselend vertoon van macht van een van beide partijen. Bouterse en Horb laten naar willekeur mensen oppakken. De mees ten komen vrij snel weer vrij. In de meeste gevallen is het vol strekt onduidelijk waarom de aanhouding plaatsvond. De regering is niet bereid of in staat deze willekeur te weerstaan of zelfs maar te voorkomen. Haakmat heeft destijds door aan de militaire politie algemene opsporingsbevoegdheid toe te kennen dit machts— misbruik bevorderd. Zo langzamerhand kennen vele in Paramaribo wel iemand uit hun omgeving, die al eens een keer is opgepakt.
46
Het is duidelijk dat hierdoor de schrik er bij de bevolking wel in zit; men wacht gelaten af. In Suriname zijn na de afkondiging van de noodtoestand op 13 augustus slechts een geleide uitvoerende en een gekortwiekte rechtsprekende macht overgebleven. Doordat de grondwet buiten werking is gesteld en door de feitelijke macht van de militairen is de onafhankelijke positie van de rechter ondergraven. Ook de regering laat de rechterlijke macht in de kou staan. Burgers worden voor een nieuw opgericht, grotendeels door militairen bemand, “bijzonder gerechtshof” gebracht. Kapitein Horb treedt op als openbare aanklager! Dit stelt de rechter in Suriname voor een dilemma. Moet hij in zijn wankele positie berusten en pogen de burgers in deze moeilijke tijden toch nog enige rechts— bescherming te bieden? Sommigen trekken de consequenties uit het een en ander en leggen hun ambt neer en vertrekken naar Nederland om niet weer te keren. Zij achten een verantwoorde uitoefening van hun ambt in Suriname onder het huidige regiem niet langer verantwoord. Het proces tegen de vermeende samenzweerders Mijnals en Sital c.s. heeft duidelijk gemaakt, dat de rechter niet meer vrij staat. De machtshebbers hadden tevoren te kennen gegeven dat zij die zelf door een staatsgreep aan de macht waren gekomen in elk geval een veroordeling verlangden. Door de sfeer van in timidatie, zoals die inmiddels in Suriname is ontstaan, zal de rechter naar men mag aannemen zijn positie bepalen in het licht van de vele arrestaties. De militairen zijn inmiddels veroordeeld tot 2* jaar gevangenisstraf; de burgers zijn er milder afgekomen Allen zijn echter in beroep gegaan, omdat zij menen geen strafbare feiten gepleegd te hebben, in feite hebben de militaire rnachtshehbers met dit proces het bedrijven van politiek in Suriname strafbaar gemaakt. In Suriname duikt de oude leer op: zij die niet voor mij zijn, zijn dus tegen mij. Tegenstanders worden veroordeelt op verordening van samenzwe ring. —
—
—
-
Bij een vrij sprekend oordeel heeft de rechter overigens geen enkele zekerheid of de militairen zijn beslissing wel zullen respecteren. Toen bijvoorbeeld enige tijd geleden de rechter— commisaris een aantal verdachten van een werkelijke geplande coup (de groep Ormskerk), onder wie de Nederlander Krol, over— eenicomstig de wet in vrijheid stelde, namen de militairen daar geen gencegen mee. Zonder enige rechtsgrond pakten zij deze mensen weer op en zetten hen opnieuw gevangen. In juli vorig jaar meldde de Surinaamse regering aan de Com missie voor de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties nog dat het met die rechten, ondanks de resolutie van 25 februari
47
1980,best gesteld was. Na 13 augustus van dit jaar kan men dit niet langer zeggen. Helaas moet geconstate erd worden dat in Suriname de rechtsstaat in staat van ont binding verkeert door dat de grondwet buiten werking is gesteld en de staatsorganen zijn opgeheven. De machtshebbers zijn niet langer aan de wet gebonden. Zij regeren, niet gehinderd door een parlement, bij decreet. Het is dan ook duidelijk dat daar mee de Surinamers hun basisrecht, namelijk de rechtszeker heid, is ontnomen. De gevolgen zijn inmiddels duidelijk geworden. In Suriname wor den mensen willekeurig aangehouden en zonder in staat van be schuldiging te zijn gesteld langere of kor tere tijd van hun vrijheid beroofd. Wie geluk heeft word t aangehouden door ge wone politie en heeft daardoor enige zek erheid, dat de regels zullen worden nageleefd. Degenen, die enkel voor ‘een nachtje? worden opgepakt, worden doorgaans naa de r militaire politie— kazerne gebracht. Het slechts af zijn zij die naar de Mernre Boekoekazerne worden overgebracht. Uit ziek enhuisrapporten kan men opmaken dat er mensen door de mil itairen mishandeld worden. Niet lang geleden werd een in Suriname bekend figuur als pater Mulder door de sergeant van de militaire politie De Zeeuw in elkaar geslagen, louter en alleen omdat hij mensen bij stond die op bevel van kapitein Horb uit hun huis waren ge zet zonder dat er een rechtelijk vonn is tot ontruiming was. Surinamers kunnen hun land niet meer vrijelijk verlaten. Vliegtuigmaatschappij en bijvoorbeeld moeten hun passagiers— lij sten inleveren bij de militairen De . militaire machtshebbers beslissen of iemand al dan niet het land uit mag. De publici— teitsmedia kunnen niet vrij en onafha nkelijk hun werk doen. De televisie en de radib worden ‘geleid ’, de pers gecensureerd. Het is in Paramaribo een publiek geheim dat de telefoon wordt afgeluisterd. De rechten van een verdachte op een eerl ijk proces worden ge frusteerd. De advocaten van de verdac hten van de vermeende augustus-coup moesten de verdediging in vijf dagen voorbereiden. De dagvaarding werd te laat uitgebrach t. Het dossier was te kort beschikbaar voor de advocaten. In een politiek proces is de Vrije keuze van raadsman een van de pijlers waar een hechte verdediging op rust. Om die reden had een aantal verdachten te kennen gegeven dat zij een in Surinam e bekende strafpleiter uit Nederland als advocaat wilde hebben. De Surinaamse wet biedt de mogelijkheid voor een dergeli jk verzoek. Ondanks of— ficiel verkregen toestemming van de president van het hof van justitie mocht de gekozen raadsman mr. Spong van de toenmalige minister Haakmat niet als advocaat in het proces optreden. Men ging zelfs zover om hem op de dag van het proces ‘s-morgens vroeg te arresteren, zodat hij ter zitt ing niet aanwezig zou
4
kunnen zijn. Het lijkt er op dat Suriname op dit moment niet bij machte is de problemen zelf op te lossen. In Paramaribo belu istert men een zekere moedeloosheid. Niemand weet hoe aan deze toestand een einde gemaakt kan worden. Sommigen vrezen dat de spanningen zo hoog zullen oplopen dat er weer een greep naar de macht zal worden gedaan. De afzetting van Haakmat is misschien een zoen offer om het tij te keren. Onderwijl gist het toch door; komt het tot een nieuwe actie dan zou er wel bloed kunn en gaan vloeien. Zonder uiteraard in het staatsbestel van Suriname in te grijpen zou Nederland zich toch eens moeten beraden over zijn positie ten opzichte van Suriname. De ontw ikkelingshulp en andere vormen van (technische) bijstand bied en hiervoor de meest voor de hand liggende aanknopingspunten. Met name zou de aanwezigheid van de nederlandse militaire miss ie eens getoetst moeten worden aan haar uitgangspunten. Het zl mede van Neder land afhangen of Suriname in de komende periode de weg terug naar een normaal staatsbestel zal vinden, of toch een bananen— republiek wordt.
0—0-0—0—0-0-0
49