Verantwoorde hoefverzorging en revalidatie van chronische hoefproblemen Wij hebben het onderwerp ”natuurlijk versus traditioneel” op de website van de Vrijruiter gezien die doorverwijst naar een andere website. Als wij de artikelen of advertenties van de Vrijruiter lezen, geloven wij dat de meerderheid van de lezers hun paarden ijzerloos houden zoals wij. Maar er zijn zeker mensen die tegen zijn of die nog aan het twijfelen zijn. De mensen die nog twijfelen, hebben waarschijnlijk vaak tegenstrijdige meningen gehoord van hun dierenarts, smid of andere bekappers. Wij hebben ook dergelijke discussies meegemaakt. Het zou wenselijk zijn als al die deskundige mensen gaan samenwerken om de beste oplossing te vinden. Want het gaat uiteindelijk erom wat de beste manier is voor een bepaald paard die op een bepaalde manier gehouden wordt voor een bepaald doel. Wij zijn van mening dat er voor de 500.000 paarden in Nederland, niet één methode of oplossing bestaat. Dit artikel is grotendeels gebaseerd op onze ervaringen, met onze paarden of paarden van onze klanten. Wij bekappen volgens de zogenaamde methode van de witte lijn. Deze is ontwikkeld door hoefsmeden zoals Jaime Jackson en Pete Ramey omdat zij niet tevreden waren met de resultaten van de reguliere benadering. Ze hebben de hoefvorm van vrijlevende paarden bestudeerd en toegepast bij probleemhoeven. De resultaten waren opvallend goed. Pete Ramey heeft zich voortdurend verder verdiept in inzichten en methoden van andere hoefdeskundigen. Soms heeft hij deze ingepast in zijn eigen werkwijze, waardoor zijn successen op het gebied van rehabilitaties steeds beter werden. Net zoals de actuele discussie rondom het natuurlijk bekappen in Nederland, is er ook veel discussie geweest in de V.S. Maar de DVD serie van Pete en Kathryn Ramey ‘Under The Horse’ wordt nu aanbevolen door zowel het gezaghebbende tijdschrift voor smeden ‘The American Farriers Journal’ en Het Staatsorgaan voor Dierenartsen ‘American Association of Veterinary State Boards’. Dus daar wordt hun methode geaccepteerd door de gevestigde professionals. De methode van de witte lijn respecteert de anatomie, fysiologie en biomechanica van de ondervoet van het paard en is daarom geschikt voor het creëren van de gewenste hoefvorm. Deze vormt hij ook als hij vrij in de natuur met veel harde ondergrond leeft. In de natuur slijt de hoef zelf af en ontwikkelt zo de ideale vorm. Een dergelijke hoef kenmerkt zich door een korte toonlengte, lage hielen, goed ontwikkelde straal, losliggende kwartieren en een dikke wand en - zool. De methode van de witte lijn gaat dus deze natuurlijke slijtage nabootsen. De gewenste hoefvorm wordt in de praktijk via de weg der geleidelijkheid bereikt door regelmatig de hoef bij te houden. Natuurlijke slijtage vindt in feite dagelijks plaats. Alleen de sterke zool is een ander verhaal. Als uw paard voornamelijk op een zacht weiland leeft, zal het voor hem moeilijk (pijnlijk) blijven zonder hoefbescherming op harde - of kiezel paden te lopen. Bij de overgang naar ijzerloos kan er ook gevoeligheid ontstaan. Wij kunnen het vergelijken met de mens die opeens op blote voeten gaat lopen. Hij zal in eerste instantie veel pijn hebben omdat de voeten niet gewend zijn om zonder bescherming te lopen. Maar hoe meer hij op blote voeten loopt hoe sneller hij geen pijn zal voelen. Het komt omdat hij onder zijn voeten eelt heeft gekweekt. Dus een paard dat in zijn leven met ijzers heeft gelopen of alleen maar op de zachte ondergrond gewend is, moet ook een soort eelt ontwikkelen. Om dit proces te verkorten, kunnen wij het volgende doen: de ‘hang en eetplaats’ verharden, verharde looppaden in het weiland aanleggen en op een harde ondergrond trainen en rijden. Ook nog, als het paard op harde ondergrond leeft, zal er minder onderhoud nodig zijn. Als
bovengenoemde omstandigheden niet te realiseren zijn en uw paard op kiezel paden gereden moet worden, zijn de moderne generatie hoefschoenen ook goed te gebruiken. Het voordeel van schoenen is dat ze alleen worden gebruikt als het nodig is. Kortom een goede hoefverzorging is niet alleen een kwestie van de bekappingmethode, maar ook het leefmanagement is een zeer belangrijke factor voor een goede afloop. De bekapping die Pete uitvoert, is niet volgens vastgestelde hoeken of maten, maar is afhankelijk van gebruik, ondergrond, zooldikte en hoefgezondheid. Als wij een korte omschrijving geven van deze methode van de witte lijn, dan kunnen de volgende kenmerken benoemd worden. Er wordt niet in de zool gesneden of geraspt omdat het paard hierop moet lopen en eelt moet kweken. De wand wordt gedeeltelijk vrij gehouden van de grond en rond gevijld zodat hij niet gaat flaren, brokkelen of scheuren. De gezonde straal wordt gespaard zodat hij beter trillingen kan opvangen en de doorbloeding van het straalkussen kan stimuleren. Het maken van kwartierboogjes zodat de toon en hiel flexibel kunnen bewegen. Het hoefbeen bijna parallel aan de bodem zetten zodat het paard op de hiel gaat landen. De steunsels worden op zoolniveau ingekort zodat ze niet gaan overgroeien. Sommige paarden lopen beter op iets langere steunsels, terwijl andere hier juist gevoelig door lopen. De afwerking van details kan variëren. De goede hoefverzorger kan een hoef ‘lezen’. Door een hoef te bestuderen, zal hij/ zij een beeld van de inwendige hoef kunnen vormen. De volgende aspecten zijn van belang: Zooldikte: Een platte zool is niet altijd een dunne zool. Als er altijd op hard en vlak terrein gelopen wordt, zal de zool gaan ‘opvullen’ om ondersteuning te geven aan het hoefbeen. Een stevige dikke zool ontwikkelt zich dus door beweging op het harde. De zool moet overal even dik zijn. Om dit te bepalen is heel veel ervaring nodig. Regelmatige controle hiervan door een deskundige bekapper is sterk aan te bevelen. De kwaliteit van de witte lijn: De witte lijn, die zichtbaar is aan de onderkant van de hoef, is een voortzetting van de laminae. Deze vormen de levende verbinding tussen hoefwand en hoefbeen. Als de laminae door mechanische en/of stofwisseling factoren zijn verzwakt, gaat het hoefbeen zakken (‘sinker’). Een dergelijk paard zal zelfs met hoefschoenen gevoelig blijven lopen De mechanische factor komt door de hoefwand die gaat afwijken (‘flare vorming’). De flare komt vaak door een te lange wand waardoor het gewicht van het paard deze wegdrukt, net zoals een te lange nagel, die losscheurt van het nagelbed. Als de flare verder gaat begint de hoefwand te brokkelen en te scheuren. De hoefverzorger probeert dit stadium te voorkomen door de wand regelmatig bij te raspen, zodat er geen tegendruk van de bodem is. Gezonde laminae kunnen afgelezen worden door de witte lijn die een wasachtige structuur heeft en een hechte verbinding vormen met de hoefwand. Alleen, dit is niet het actuele beeld van de laminae (‘een blik in het verleden’). De stofwisseling factoren (o.a. insuline resistentie) zullen wij een andere keer bespreken. De stand van het hoefbeen: Heel diepe straalgroeven aan de achterkant zijn onder andere een teken van hoge hielen. Het is ook zien aan de kroonrand die parallel loopt met de bodem. Zoals in de foto’s van Swifty te zien is, gaat het hoefbeen naar voren kantelen. Dit voelt net zoals onze voet in pumps, waarbij de tenen bekneld raken. Het paard met hoge hielen duwt met de punt van zijn hoefbeen in de gevoelige vleeslamellen. Hoge hielen zijn o.a. daarom ongewenst en de hoefverzorger zal geleidelijk aan het “ hoefbeen” meer parallel aan de bodem zetten door de hielen te verlagen, dus de “ kroonrand” gaat naar achteren schuiner
aflopen. Een ander nadelig gevolg van hoge hielen is het toonlanden en te veel druk op de inwendige structuren van de achterkant. Ook ontstaat er een schouder probleem door de verkeerde houding. Het verlagen van hoge hielen en de beoordeling hiervan is een zaak voor de deskundige hoefbekapper. Voor de onderschoven hiel geldt een andere verklaring en een andere oplossing. Kroonrand bij de kwartieren: Als het kwartiergedeelte onder teveel spanning komt te staan (door een te lange wand), wordt de kroonrand opgedrukt. Daardoor verliezen toon en hiel hun flexibiliteit. Als de druk in de kwartieren te hoog blijft, gaat deze flaren, brokkelen en scheuren. Dit is te vergelijken met platvoeten bij de mens. Daarom moet het kwartiergedeelte vrij gehouden worden van de bodem. Ontwikkeling van kraakbeenderen en straalkussen: Deze moeten stevig en robuust aanvoelen. Kwetsbare gebieden worden namelijk door hen beschermd. Hiellanden op harde ondergrond, stimuleert de ontwikkeling van kraakbeenderen en straalkussen. Een straal van goede kwaliteit is hiervoor enorm belangrijk. Bijvoorbeeld, door rotstraal kan een paard toonlanden en kreupel lopen. Soms wordt dit verward met hoefkatrolontsteking. Regelmatige controle op straalkwaliteit is essentieel. Bovenstaande gegevens zijn o.a. zeer belangrijk om een plan uit te stippelen voor hoefverzorging of revalidatie. Kennis van beweging, houding en stand is hierbij nodig om tot de juiste conclusie te komen. Eén van de wetenschappers die de verantwoorde hoefvorm heeft bestudeerd is Dr. Rooney. Hij is veterinair patholoog en biomechanicus. Hij ontdekte het verband tussen hoefvorm en inwendige ziekelijke veranderingen, die hij via de biomechanica kon verklaren. Hij schreef dat hoge hielen en toonlanden een belangrijke oorzaak van slijtage in het hoefkatrolgebied zijn. Ondergeschoven hielen in combinatie met een lange toon heeft ook dezelfde negatieve invloed. Dr. Bowker onderzocht de inwendige structuren van de hoef tijdens de ontwikkeling vanaf veulen hoef tot ‘ouderdom’. Hij ontdekte het belang van bepaalde omgevingsfactoren, zoals beweging en harde bodem, voor een sterke ontwikkeling van structuren in het achterste gedeelte van de hoef. Het landen op de achterkant van de hoef (straal en hielen) leidt tot een steviger straalkussen, sterkere hoefkraakbeenderen en een betere doorbloeding van de inwendige hoefstructuren. Hij toonde aan dat ‘hoefkatrolontsteking’ geen diagnose is, maar een slechte en zeer ontoereikende beschrijving van een ziekteproces. Als wij het werk van bovenstaande onderzoekers bestuderen, kunnen wij concluderen dat de methode van de witte lijn in overeenstemming is met dit wetenschappelijk onderzoek. Wij zijn in principe niet voor ijzers. Maar wij zien ook heel goed beslagen paarden (vaak 20 +) met ruim gelegde ijzers en aandacht voor het hoefmechanisme. Goede smeden adviseren ook om het paard buiten het wedstrijdseizoen hoefijzerloos te laten zijn, om de hoef de gelegenheid te geven om te herstellen. Ook adviseren zij achterhoeven slechts bij hoge uitzondering te beslaan. Ook zullen ze nooit ijzers onderslaan bij een paard dat jonger dan 5 jaar is. Wij vinden de gevolgen van verkeerde bekapping veel erger dan het al dan niet op ijzers zetten. Maar wij zien nog veel te vaak ‘orthopedisch’ beslag zoals verhoogde takken, wigjes, ‘egg bars’ e.d, waarvan de functionaliteit allang weerlegd is. In feite wordt het probleem daarmee alleen nog maar verergerd omdat het enkel symptoom bestrijding is. Ook vragen ons af wat gaat gebeuren met de gewrichten als een hoef niet evenwichtig wordt bekapt en daarna wordt
beslagen. Een groot voordeel van een niet goed uitgebalanceerde naakte hoef is, dat deze zich na 300 meter asfalt vanzelf gecorrigeerd heeft, op de manier zoals het paard wil . Er zijn vele redenen om geen ijzers onder onze paarden te slaan. Het zou hier te ver gaan om alle redenen te gaan bespreken. Conclusie Wij worden geroepen als er problemen zijn die niet op een gangbare manier opgelost kunnen worden. Wat hoefproblemen betreft, gaan we altijd de ijzers verwijderen en bovenstaande manier bekappen om te kijken welke problemen het paard over zou houden. Wij geven ook adviezen over management zoals beweging, ondergrond, hoefbescherming, voeding en natuurlijke hulpmiddelen. Maar voordat wij deze behandeling gaan doen, praten wij altijd met een eigenaar om te weten of zij of hij achter onze inzichten staat. Er zijn altijd mogelijkheden om zonder ijzers een paard te houden. Maar de keuzen die mensen dagelijks maken, staan soms in de weg om deze mogelijkheden kans te geven. Zoals bij ons gebruiken wij hoefschoenen omdat onze paarden maar één uur per dag op een kiezelpad hoeven te lopen. De resterende 23 uur staan ze in een zacht weiland waar zij geen probleem hebben. Het kost wel even tijd om de schoenen aan te doen. Maar het zou toch zonde zijn om maar voor één uur hun hoeven te laten beslaan, omdat wij niet de moeite willen nemen om schoenen aan te doen? Het gaat er niet om wie wat zegt, maar het gaat erom wat u zelf kiest. Als u een keuze gemaakt heeft of een keus wilt maken, verdiep uzelf eerst in de materie. Want de beoordeling van de methode moet u zelf geven, samen met uw paard. Zonder inhoudelijke kennis, kan men volgens ons nooit goede kritiek geven. Er bestaan zo veel verschillende manieren van natuurlijke bekappen en adviezen hiervoor, maar degene die hem uitvoert, is beslissend voor de praktijk. Zonder begrip, moeite en medewerking van de eigenaar zal geen enkele therapie of een methode slagen. Waarschuwing: dit artikel is geen aanmoediging om zelf maar te gaan bekappen. Dit vergt inzicht en vaardigheid. Laat u eerst voorlichten door een deskundig bekapper die wilt begeleiden. Regelmatige controle is bij het zelf bekappen noodzakelijk. Casussen DJ (Paint ruin) Hij is in juni 2006 bij ons gekomen, met het verhaal kreupelheid en ‘hoefkatrol 4+’. Zijn vorige eigenares heeft eerder bij ons de cursus natuurlijk bekappen gedaan en heeft DJ direct naar ons overgedaan, om hem een tweede kans te geven. We zijn blij met zulke bewuste mensen, omdat zoveel paarden eerst uitzichtloze behandelingen moeten doorstaan zoals orthopedisch beslag e.d. Toen hij bij ons aangekomen was, kon hij moeilijk zijn ene voet voor het andere zetten. Zijn stand (gewicht op de achterhand), leek meer op ‘bevangenheid’. Zijn hoeven waren te omschrijven als ‘kwetsbaar’, met een dunne zool en een dunne wand, ondergeschoven en ongelijk met ‘flares’. Bij de kroonrand zat een rare knik die ons een beeld gaf van een gezonken hoefbeen. Hij had een ernstiger problemen of althans…zijn revalidatie duurde langer dan bij andere paarden. Een moeilijk punt bij Paint/Quarters is volgens ons dat hun hoeven veel te klein zijn in verhouding tot hun spiermassa. Ondanks regelmatige bekappen, bleef zijn toon aan de lange kant en de hielen bleven toch nog ondergeschoven. Daarom hebben wij besloten om het afwikkelpunt drastisch naar achteren te verleggen (dus in de zool raspen). Dit gaf direct een verbetering. De toon begon
korter te worden en de hiel ging als het ware staan. Zijn kreupelheid werd ook minder. Na 2 jaar kon hij lange buitenritten maken. Zijn klinisch beeld is dus sterk verbeterd. Maar de röntgen foto’s in 2007 laten ons zien dat zijn straalbeentje nog cysten en onregelmatigheden aan de onderkant (glijvlak diepe buiger). Het was ons bekend dat bij dit soort revalidaties eerst een klinische verbetering optreedt, waarna het röntgen beeld volgt. Niet alleen DJ, maar ook andere revalidatie paarden die klinisch sterk verbeterden, bleven toch gevoeligheid houden tijdens buitenritten, omdat wij hier in Limburg vaak kiezelpaden hebben. Daarom hebben wij in april 2008 een 400 m² verharding (gemalen puin) aangebracht waar ze hooi krijgen en vaak staan. Het idee hebben wij van Pete Ramey overgenomen. Hij ontdekt dat hij dankzij de verharde ‘eet – en hangplaats’ zijn revalidatietijd aanmerkelijk korter kon maken. Sindsdien heeft de hoef van DJ de gewenste hoefvorm gekregen en zijn hoefwand is enorm dikker geworden. Einde vorige winter merkten we dat DJ met meer elasticiteit en schoudervrijheid bewoog. We lieten dit jaar weer een röntgenfoto maken: het grote verschil met de vorige keer was, dat er meer botdichtheid (met strakke belijning) aan de onderkant van het straalbeen te zien was. Dit is een aanwijzing dat de gewrichtsoppervlakte aan het genezen is. Dus er was ook meer genezing op de foto zichtbaar. Op dit moment beweegt DJ erg goed. Veel souplesse, cadans en voortstuwing. Soms heeft hij nog wel hoefschoentjes nodig als het weiland langere tijd nat en zacht is. Sinds zomer 2008 loopt DJ mee met de kinderles. Eén uur per dag 5 dagen per week in de bos rijden. Op de Engelstalige website is een video te zien van de beweging van DJ. Tanya (Tinker merrie) Haar eigenaren hebben ons februari 2008 geconsulteerd. Ze waren wanhopig om een oplossing te vinden voor hun geliefde paard. Na 3 smeden en 2 dierenartsen zagen haar vier voeten er als volgt uit: • vocht kwam uit de kroonranden • wildgroei van straalweefsel met spoorvorming • hoge hielen met als gevolg zeer diepe straalgroeven, waar een overweldigende stank uit vandaan kwam • hoornoppervlak was zeer onregelmatig, met groeven, scheuren en randen. Dit was overduidelijk een geval van straalkanker in vergevorderd stadium. Haar voeten waren letterlijk aan het ‘vergaan’. Het kankerweefsel is als geitenkaas, bloed gemakkelijk en is betrekkelijk gevoelloos. Straalkanker is volgens ons een vervolg op rotstraal. Een anatomisch afwijkende hoef (hoge verzenen) en een niet functionerend hoefmechanisme veroorzaken dit soort straalafwijkingen. De hoefijzers van Tanya werden direct verwijderd. Vervolgens zijn we haar hielen gaan verlagen tot een punt waarbij een gezonde straal zou hebben gezeten en er een solide verbinding was tussen wand en zool. We hebben droogzetantibiotica (Orbenin Dry Cow) in combinatie met Canesten voetzalf gebruikt om uitwendig te behandelen, nadat het geheel met waterstofperoxide schoon gemaakt is. Verder is ze naar een groter buitenverblijf verplaatst om meer beweging te kunnen geven. Daarnaast hebben ze haar heel vaak over het asfalt laten lopen. Ook is het belangrijk ‘bloedverdunnende’en ‘opschonende’ kruiden als brandnetel en paardebloem te geven om de bloedkwaliteit te verbeteren. Het is nu meer dan een jaar geleden. De eigenaren van Tanya houden de hoeven zelf bij. Bij de laatste inspectie was de straal bijna genezen. De dochter van de eigenaren heeft onlangs met Tanya een dressuurwedstrijd gewonnen!!! (zie. www.youtube.com/watch?v=CKu2rrWuCGo)
Eriko en Willem de Leeuw Dierenartsenpraktijk Bio Mentor www.biomentor.org Academie voor Natuurlijke Paardenhouderij www.paardenacademie.nl Stichting Biomentor www.biomentorfoundation.nl