Low Vision en Revalidatie
Dr. wet. Tanja Coeckelbergh Vervolmakingscursus Verzekeringsgeneeskunde 11 maart 2009
Inhoud 1. Begeleiding slechtzienden en blinden 1.1 Een versnipperd landschap 1.2 RIZIV conventie: een poging om begeleiding te stroomlijnen 1.2.1 Inclusiecriteria Gezichtsscherpte Gezichtsveld Cerebrale pathologie Andere parameters: contrast, glare 1.2.2 Inhoud revalidatie-overeenkomst 1.2.3 Praktische uitwerking 2. Terugbetalingen en tegemoetkomingen 2.1 RIZIV 2.2 VAPH 2.3 Ziekenfonds 2.4 FOD sociale zekerheid 3. Tekortkomingen wetgeving 3.1 Erkenning multidisciplinaire teams 3.2 Besluitvorming zelfredzaamheid
Begeleiding slechtzienden en blinden
1.1 Een versnipperd landschap
Pelikaanstraat?
VAPH? beroepsheroriëntering vs invaliditeit?
FORMULIEREN 3+4, 5?
RIZIV?
verhoging zelfredzaamheid = verlaging inkomsten?
Zwarte Lievevrouwstraat? Ziekenfonds?
•
Heropleidingscentra, tewerkstelling – De Markgrave, Sint Rafaël Instituut, Brailleliga, Centre Pouplin, …
•
Scholen – Centrum Ganspoel, De Markgrave, De Pottelberg, Kasterlinden, KI Spermalie, KI Woluwe, IRHOV (Liège), IRSA (Uccle), …
•
Tehuizen, begeleid wonen – De Markgrave, De Sperwer, Huis 45 (BLL), …
•
Vroegbegeleidingsdiensten – KI Spermalie, MPI Ganspoel, IRSA, …
•
Low vision centra – Koninklijke Maatschappij voor Blinden en Slechtzienden (KMBS), Blindenzorg Licht en Liefde (BLL), Brailleliga, … – Commerciële initiatieven: hulpmiddelenleveranciers, opticiens
1.2 RIZIV conventie •
sinds 2004
•
door RIZIV erkende revalidatiecentra: – – – – – – – –
9.69.001.29 9.69.002.28 9.69.003.27 9.69.004.26 9.69.005.25 9.69.006.24 9.69.008.22 9.69.009.21
La Lumière (Liège) Les amis des aveugles (Ghlin) Points de Vue (Ottignies) UZ Leuven Horus (Brussel) AZ Middelheim (Antwerpen) UZ Gent UZ Antwerpen
1.2.1 Inclusiecriteria • • • •
Gezichtsscherpte = of < 0.3 Gezichtsveld < 20° of minder dan 50% van de centrale 30° Altitudinale hemianopsie, oftalmoplegie, oculomotorische apraxie, oscillopsie Ernstige gezichtsstoornis t.g.v. geobjectiveerde cerebrale pathologie
→ waarvoor geen spontane verbetering of medische behandeling → geen bijzonder onderwijs type 6
Gezichtsscherpte
Gezichtsscherpte of visus = kleinste detail dat iemand kan onderscheiden. Iemand met een standaard gezichtsscherpte kan twee punten, gescheiden door 1 boogminuut, onderscheiden. MAR (Minimum Angle of Resolution) Hoe hoger de MAR, hoe slechter de gezichtsscherpte bijv. MAR 1’ = standaard MAR 10’ = ‘legal blindness’ 1’
•
Detection acuity
•
Localization acuity
•
Resolution acuity
•
Identification acuity
•
Identification acuity = kleinste (complex) detail dat kan herkend worden
• •
meest gebruikte methode meest gebruikte optotype = letter – handig in de praktijk – gevoelig aan bijv. refractieve afwijkingen, media opaciteiten
Identification acuity is een vorm van resolution acuity: om een letter te kunnen identificeren moet je de details ervan kunnen onderscheiden. bijvoorbeeld, letter E
1’
5’
= standaard
Snellen fractie =
afstan d waarop testpersoo n optotype identifice ert afs tan d waarop s tan daard persoon optotype identifice ert
- Voorbeeld: gezichtsscherpte is 6/12 - Gezichtsscherpte is een relatieve maat. - Gebruik geen percentages (bijv. 50%). - MAR is inverse van Snellen fractie, bijv. MAR = 12/6 = 2’
Snellen
MAR
logMAR
Decimaal
6/4.9
4.9/6=0.82
-0.09
1.2=12/10
Jongvolwassene
6/6
6/6=1.0
0.00
1.0=10/10
Standaard
6/12
12/6=2
0.30
0.5=5/10
Rijbewijs
6/21
21/6=3.5
0.54
0.3=3/10
Slechtziendheid
6/60
60/6=10
1.00
0.1=1/10
Legal blindness
6/150
150/6=25
1.40
0.04=4/100
Ernstige visuele beperking
Gezichtsveld Gezichtsveld = het deel van de buitenwereld dat het stilstaande oog kan waarnemen.
Cerebrale pathologie Area V1: Area V2 & V3: Area V4: Area V5:
Anton syndroom blindsight Riddoch fenomeen homonieme quadranopsie cerebrale achromatopsie akinetopsie
Ventrale route - occipitotemporaal - “what” - perceptie van kleur en vorm Dorsale route - occipitopariëtaal - “where” - visuospatiële analyse - localisatie van voorwerpen geen dichotomie! (Mishkin, Ungerleider, & Macko, 1983)
Ventrale route: visueel-verbale disconnectie pure alexie kleuranomie objectanomie visueel-visuele disconnectie objectagnosie prosopagnosie visueel-limbische disconnectie visuele amnesie visuele hypo-emotionaliteit
Dorsale route: Bálint syndroom simultaanagnosie oculomotore apraxie optische ataxie neglect visuele allesthesie / rotatie
CVI: cerebral visual impairment •
Cerebral visual impairment (CVI) in children is a condition of reduced visual capacity resulting from damage to the visual pathways and projection areas posterior to the optic chiasm (Stiers et al., 1997).
•
Oorzaak: – neonatale hypoxia-ischemia – periventricular leukomalacia – congenital brain malformation – hydrocephalus – infections (meningitis/encephalitis) – trauma
•
Uitingsvorm: zeer divers – – – – –
gezichtsscherpte gezichtsvelden dieptezien ‘crowding’ hogere orde stoornissen
Andere parameters: contrast •
Contrastgevoeligheid is het vermogen om het verschil tussen twee helderheden waar te nemen.
Afbeelding: Rudi Leysen
Andere parameters: glare Strooilichthinder (glare) = verminderd comfort of gereduceerd gezichtsvermogen dat wordt veroorzaakt door lichtverstrooiing in het oog.
1.2.2. RIZIV-conventie: inhoud 1) fundamentale sensomotorische oriëntatie 2) algemene of detailwaarneming van de omringende ruimte restvisus, niet-visuele zintuigen, optische hulpmiddelen 3) oriëntatie en mobiliteit stoklopen 4) kennisname van documenten niet-optische hulpmiddelen, verlichting, software 5) uitwisselen van schriftelijke info braille, dactylo 6) uitvoering van dagelijkse activiteiten hygiëne, adminstratie 7) psycho-sociale begeleiding (geen aparte vergoeding)
• Personeelsbestand – Verantwoordelijke arts, oogarts gespecialiseerd in revalidatie – Psychomotorisch therapeut – Therapeut voor low vision – Therapeut voor oriëntatie en mobiliteit – Therapeut voor activiteiten van het dagelijks leven – Psycholoog – Sociaal assistent – Eventueel: oogarts – Eventueel: informaticus
•
Doel: functionele toestand verbeteren en autonomie verhogen
•
Multidisciplinaire revalidatie – minstens 3 verschillende therapeuten per 20 sessies – nooit uitsluitend low vision therapeut – per jaar: maximaal 15% van de bilans wordt niet gevolgd door een revalidatiezitting
•
Oogarts, gespecialiseerd in revalidatie
1.2.3 RIZIV-conventie: praktisch Bilan (aanvangsbilan of intermediair bilan): -
oogarts-revalidatiearts (30 minuten) orthoptist/low vision therapeut (60 minuten) psycholoog (30 minuten)
-
(evolutie) van de bekwaamheden noden en wensen actuele sociale situatie psychologische problematiek
•
Aanvraag tot tegemoetkoming van de verzekering in de kosten voor revalidatieverstrekkingen
•
Medisch verslag
•
Informed consent
→ college van geneesheren-directeurs of adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling waarbij de rechthebbende is aangesloten → begindatum van de periode en de duur van de periode
Revalidatiezittingen: zittingen van 60 minuten zittingen in zittingen out groepszittingen Aantal zittingen afhankelijk van leeftijd aard van aandoening
Algemene regel 0-3 jaar
4-17 jaar
18-64 jaar
> 65 jaar
max 1 periode
max 3 periodes
max 6 periodes
max 2 periodes
max 4 jaar
max 3 jaar
max 3 jaar
max 3 jaar
intermediaire bilans
2
4
3
1
zittingen
80
80
50
15
Acute aandoening < 65 jaar > 65 jaar en WGO blindheid (visus <1/20 of gezichtsveld <10°) eerste periode: 120 zittingen, 4 intermediaire bilans volgende periode(s): cfr tabel
•
Vergadering van therapeutisch team – –
•
individuele gevallen theoretische grondslagen van de revalidatiemethodes
50 nieuwe rechthebbenden per 2 opeenvolgende kalenderjaren
•
Jaarverslag
•
Aanwezigheidsregister (facturatie)
•
Activiteitenboek
Terugbetalingen en tegemoetkomingen
2.1 RIZIV •
Terugbetaling revalidatiezittingen – Multidisciplinaire revalidatie (conventie) – Monorevalidatie (orthoptische verstrekkingen) • 771551-771562 – uur – oogarts, gespecialiseerd in revalidatie – voorwaarden qua indicatie (cf conventie) • 771536-771540 – half uur – oogarts – geen voorwaarden qua indicatie – Beperking van cumul
•
Inhoud orthoptische verstrekkingen: – – – –
orthoptische oefeningen; amblyopiebehandeling; visuele stimulatie van slechtziende rechthebbenden; stimulatie van de visuele functies van rechthebbenden met neurofysiologische stoornissen; – aanpassen van prismaglazen; – aanpassen en leren manipuleren van ″low-vision″ hulpmiddelen
2.2 VAPH Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) wil de participatie, integratie en gelijkheid van kansen van personen met een handicap bevorderen in alle domeinen van het maatschappelijk leven. Het doel is dat zij de grootst mogelijke autonomie en levenskwaliteit bereiken. Hulpmiddelen en aanpassingen: tussenkomst voor een hulpmiddel of een aanpassing aan woning of wagen. Diensten en voorzieningen: subsidiëring diensten en voorzieningen die zorg verlenen aan personen met een handicap door begeleiding of opvang. Persoonlijk-assistentiebudget: budget om assistenten in dienst nemen voor begeleiding thuis, op school, op werk.
•
Handicap: kansen tot participatie aan het sociale leven zijn langdurig en in ernstige mate beperkt door een samenspel tussen verstandelijke, psychische, lichamelijke of zintuiglijke functiestoornissen en andere persoonlijke en externe factoren.
•
Leeftijd: jonger dan 65 jaar; enkel tegemoetkomingen voor zover die verband houden met een aandoening die patiënt reeds voor zijn 65ste had.
•
Verblijf: in Vlaanderen
• •
Individuele materiël bijstand Aanvraag via multidisciplinair team (MDT) A.001, A.002, adviesrapport Lijst 8: aanvulling zicht Lijst 9: vervanging zicht - te raadplegen via www.vaph.be - mogen gecombineerd worden
Draagbare beeldschermloepes
Beeldschermloepes
Schoolsystemen
Daisy-spelers
Voorleesapparaten
Vergrotingssoftware en spraaksynthese
Braille
Oriëntatie en Mobiliteit
Hulpmiddelen dagelijks leven
2.3 Ziekenfonds •
Corning glazen – minerale fototrope glazen – RP, albinisme, aniridie, achromatopsie, tapetoretinale degeneraties, birdshotchoriretinopathie en diabetische retinopathie met ernstige fotofobie – oogarts
•
Optische hulpmiddelen – hoge additiebrillen (verschil verte/leescorrectie minstens 5D) – loepesystemen (Kepler/Galilei) – visus na correctie maximaal 2/10 of gezichtsveld maximaal 15° – noodzakelijk voor school of beroep – voorgeschreven door oogarts
2.4 FOD Sociale Zekerheid • • • • • • •
Verhoogde kinderbijslag Inkomensvervangende tegemoetkoming Hulp aan bejaarden Openbaar vervoer, parkeerkaart Fiscale voordelen Formulieren 3+4 en 5 (oogarts) opsturen naar FOD (Zwartelievevrouwstraat) Evaluerend arts per provincie (Pelikaanstraat) voor de beoordeling vermindering zelfredzaamheid
Tekortkomingen wetgeving
3.1 Erkenning MDT •
Revalidatiecentra zijn wel bevoegd voor het uitzoeken en aanleren van hulpmiddelen maar niet voor het aanvragen van de hulpmiddelen.
•
Verwijzing naar andere instanties (bijv. mutualiteiten): – Wachtlijsten – Beperkte kennis – Herhaling werkzaamheden
3.2 Besluitvorming zelfredzaamheid •
Koppeling zelfredzaamheid en invaliditeit?
•
Negatieve spiraal: revalidatie → verhoogde zelfredzaamheid → verlaagd inkomen?
Met dank voor uw aandacht.