Er is verandering op komst, Deel 1 Wayne Matthews 31 Oktober, 2015 De titel van de preek van vandaag is Er is verandering op komst, en dit is Deel 1. Zoals we zien in de wereld vandaag, vinden er heel wat veranderingen plaats. Miljoenen mensen zijn door deze veranderingen beïnvloed. De wereld begrijpt niet echt welke grote verandering er spoedig naar deze wereld zal komen. Dood en massale vernietiging zijn op komst, gelijk met grote fysieke vernietiging die de mensheid zal beïnvloeden. We zijn ons aan het voorbereiden op deze fysieke verandering, en wij zijn ons geestelijk aan het voorbereiden. Het geestelijk level dat we hebben voorbereid is deze transformatie die plaatsvind in ons denken. We weten (we begrijpen) dat alle fysieke veranderingen, alle fysieke zaken die zich voor doen in het leven (met ons en met anderen), een geestelijk component hebben. Hoe wij dit zien veranderen om ons heen zal belangrijk zijn, dat is hoe wij het ‘’zien” op geestelijk vlak. Want hoewel deze fysieke veranderingen nu plaatsvinden, en zijn begonnen, zit er een geestelijk component aan verbonden. De mensheid heeft 6000 jaar verandering gehad. Er is altijd verandering geweest. Maar iedereen gaat anders om met verandering. Het belangrijk aspect van dit geheel is dat verandering belangrijk is. Wij weten dat verandering in onszelf belangrijk is, de manier van ons denken veranderen. Goed, de mensheid zal door dat proces heen moeten gaan. God heeft ervoor gekozen dat een grote fysieke verandering opkomst is. Nou, we zien dat verandering iedereen beïnvloed. Mensen om ons heen worden beïnvloed door verandering, en hoe ze reageren op die verandering verschilt, net zoals het gebeurd met ons. Wanneer iets gebeurd in ons leven dat echt een grote verandering is op fysiek vlak, reageert iedereen anders vanwege ons achtergrond, of vanwege wie we echt zijn. Bijvoorbeeld, er is een grote verandering in Europa gaande waarbij we miljoenen mensen zien verhuizen. En er zijn honderd duizenden mensen die ook echt de oceaan zijn overgestoken en plaatsen zoals Griekenland zijn binnengedrongen, en op weg zijn naar Duitsland. Goed, dat is een grote verandering op fysiek vlak. Nou, wat er gebeurd met deze verandering, niet alleen worden deze mensen beïnvloed, de kinderen, moeders, vaders, de jonge mannen, iedereen, ze verhuizen allemaal vanwege een bepaalde manier van denken, de mensheid zal beïnvloed worden door al deze veranderingen, want terwijl deze verandering gaande is en deze mensen naar andere landen verhuizen beïnvloed het andere mensen. Daarom, is er een verandering die zal plaatsvinden in hun leven, en ieder individu reageert er anders op. Bijvoorbeeld, hier in Australie, in een provinciestad, hetgeen een stad heet, de stad Bendigo, is er een moskee die geplant staat en toestemming heeft gekregen. Goed, dat is een verandering voor de samenleving. Nu zien we, vanwege deze verandering (hetgeen iets fysieks is), heeft invloed op mensen hun denken, en wat er plaatsvindt zijn demonstraties. Tussen de twee groepen, die zijn nu in strijd met elkaar. Een groep wilt niet dat de moskee gebouwd wordt en zij nemen het feit aan dat de religie slecht is en vele andere dingen, en zij demonstreren. Mensen reizen van verschillende delen van het land om de demonstratie bij te wonen vanwege een ideologie die er plaatsvindt. Het is iets dat het stadje zal beïnvloeden. Maar in het denken van de mens, willen ze deze verandering niet. Anderen zeggen dat door het niet bouwen ze zouden gaan demonstreren en dat ze racistisch zouden zijn. Dus een groep zegt, “Bouw het niet!” een andere groep die zegt, “Doe niet racistisch, bouw het. Het is geen probleem; we accepteren alle soorten in deze samenleving”. Goed, dat is een verandering die plaats neemt en het heeft invloed en zal invloed blijven hebben op iedereen in dat gebied. Verandering Gaat Komen, Deel 1
1
Nou, we zullen heden zien, we gaan kijken naar aspecten van verandering die in mensen hun leven hebben plaatsgevonden voor een reden. En de kern hiervan is om te zien dat God dikwijls betrokken is in gebieden van de mensheid waar Hij deze verandering uitvoert. En wij zullen gaan kijken naar het verhaal van Jozef, het leven van Jozef. En het leven van Jozef gaat echt over deze verandering die gaande is. Een gedeelte ervan had verschrikkelijke uitkomsten in anderen hun leven. En kijkend naar de manier hoe Jozef ermee omging, hoe Jakob ermee omging, hoe de broers met deze verandering omgingen, omdat God een uitkomst aan het uitwerken was voor deze verandering die er gaande was. Het betekent niet dat God in elke gedachte, woord, en handeling was die plaats nam, maar God gebruikte deze verandering met een doel. En dat was, natuurlijk, om Israel en de stammen van Israel Egypte in te leiden om verlost te worden van Egypte zodat God’s plan voldaan werd. God zou een natie vestigen via Abraham, Izaak en Jakob. Genesis 37:1 -‐ Jakob echter, die Israel is, woonde in het land der vreemdelingschap van zijn vader, zijn vader Izaak, in het land Kanaan. Dit is de geschiedenis van Jakob. Jozef, zijnde een zoon van zeventien jaren, hij was dus nog jong, weidde de kudde met zijn broeders. En hij was met de zonen van Bilha, en de zonen van Zilpa, zijns vaders vrouwen; en Jozef bracht hun kwaad gerucht tot hun vader. Dit is het begin van dingen, wanneer een slecht gerucht gemeld wordt bij zijn vader. Nou, dit slecht gerucht, natuurlijk, gaat om het praten over zijn broers. Nou, dat kan alleen maar problemen veroorzaken binnen de relatie van de broers en de relatie tussen de vader en de zonen. En Israel had Jozef lief, boven al zijn zonen. Probleem; groot probleem. Het feit dat ‘’Jakob meer van Jozef hield dan al zijn kinderen.’’ Waarom? ...want hij was hem een zoon des ouderdoms; en hij maakte hem een veelvervigen rok. Er is hier een vertoning van het probleem binnen Israel’s (Jakob’s) denken. Want wanneer wij iemand meer lief hebben dan een ander komt het uit of in woorden of handelingen of daden. En hier is een vertoning van, dat Jakob meer van Jozef hield. En de reden daarvoor was “hij was hem een zoon des ouderdoms”. Ook, had hij iets voor hem gemaakt. Hij maakte hem een veelvervigen rok, met als doel het tonen van zijn liefde, of deze gunst die hij heeft gedaan. Dit partijdig zijn of het verkiezen van een boven de ander is een groot probleem. En God waarschuwt ons doormiddel van het boek Deuteronomium en Leviticus, over het niet tonen van voorliefde, omdat het een probleem zal veroorzaken. Dit zal blijken vanwege deze vertoning die er plaats vind, dat het wel degelijk spanning veroorzaakt binnen de relaties en dat de vader voorkeur of voorliefde of partij kiest voor een van de zoons boven de ander. Als nu zijn broeders zagen, dat hun vader hem boven al zijn broederen liefhad, haatten zij hem, en konden hem niet vredelijk toespreken. Wat dit hele gedoe is met de spanning die zich opbouwt omdat hij de favoriet is. Dit kan vaak vertoond worden op schoolpleinen waar mensen zeggen, “Ach, jij bent de leraars lieveling”, etcetera, of “Jij bent de baas’ favoriet.” Dus het toont bevoorrechting. We weten niet altijd wanneer we dit doen in ons eigen leven, en we weten niet dat we het tonen. En we tonen het via woorden, we kunnen het tonen via handelingen, of in de wereld kan het vertoond worden doormiddel van gedrag. En we kunnen het zien in de hedendaags samenleving waarbij een ouder of ouders voorliefde tonen of meer houden van (dat is meer geven) de een dan de ander. Vers 5 -‐ Ook droomde Jozef een droom, dien hij aan zijn broederen vertelde; daarom haatten zij hem nog te meer. Dus deze haat is nu aan het opbouwen. Omdat hij deze droom heeft gehad waarbij hij zichzelf gaat opheffen. Hij gaat zichzelf verheffen boven zijn boers. Deze droom is van God, dit is God aan het werk, die met Jozef werkt met als doel om hem naar een plek te leiden waar God met hem kan werken met als doel Israel (Jakob en zonen) naar Egypte te brengen. Dit gaat terug in de tijd wanneer Jozef nog maar zeventien is. Blijkbaar heeft hij de houding van een zeventien jarige en heeft hij een bepaalde zelfvertrouwen en dan gaat hij nu iets zeggen dat voor nog meer problemen gaat zorgen binnen zijn familie. Verandering Gaat Komen, Deel 1
2
En hij zeide tot hen: Hoort toch dezen droom, dien ik gedroomd heb. En ziet, wij waren schoven bindende in het midden des velds; en ziet, mijn schoof stond op, en bleef ook staande, en ziet, uw schoven er is een duidelijk verschil tussen hen hier, kwamen rondom, en bogen zich neder voor mijn schoof. dus dit nu, natuurlijk, zal vrij gemakkelijk geïnterpreteerd worden door de broers, omdat zij zouden zeggen, “Nou, jij staat rechtop en wij buigen neer, mijn schoof tegen de jouwe!” dus is het heel erg duidelijk waar hij over praat. Toen zeiden zijn broeders tot hem, Zult gij dan ganselijk over ons regeren? Dus ze pakten het aardig snel op, dat hij hier zegt dat hij beter is dan hen, in hun ogen. Ze zijn menselijk. Ze horen gewoon simpelweg iets en zeggen dan, “Jij bent gewoon een opschepper, een wijsneus, en jij zegt eigenlijk gewoon dat je over ons gaat regeren?!” nou, je kan je de houding hierbij voorstellen. Ze mochten hem al niet vanwege favoritisme en vanwege zijn houdingen en omdat hij hun verklikt heeft bij hun vader. Weet je, wat hun betreft is hij een verklikker. Zult gij dan ganselijk over ons heersen? “zal jij over ons regeren? Jij bent de jongste van ons allemaal. Jij bent gewoon een broekie. Jij bent gewoon een kleintje, en toch zeg jij dat jij heerschappij zal hebben, jij gaat over ons heersen?” Zo haatten zij hem nog te meer om zijn dromen en om zijn woorden. Dit is dus grote spanning binnen een familie. Deze spanning zou zijn opgepikt door Jakob (Israel) en ook de moeders die bij deze relatie betrokken zijn. Vers 9 -‐ en hij droomde nog een andere droom, en verhaalde dien aan zijn broederen, en hij zeide, Ziet, ik heb nog een droom gedroomd, Deze dromen komen van God. ze demonstreren eigenlijk iets dat gaat gebeuren. Maar voor zover degene die hier bij betrokken zijn, die kunnen God niet in herkennen. Zij zouden gewoon een zeventien jaar oude wijsneus zien die zichzelf boven hen opheft en hen allerlei dingen verteld, en zij zouden gewoon simpelweg op een menselijke manier reageren. De zon, en de maan, en elf sterren bogen zich voor mij neder. Wat betekent dat de moeder en de vader en ook de elf zonen van Jakob hier zouden neerbuigen voor Jozef. En als hij het aan zijn vader en aan zijn broederen verhaalde, bestrafte hem zijn vader, en zeide tot hem, Wat is dit voor een droom, dien gij gedroomd hebt? Zal uw moeder (de maan) en ik (de zon) en uw broers dan ganselijk komen om ons voor u ter aarde te buigen? Jakob raakt erbij betrokken en zegt eigenlijk, Wat is dit dat je zegt? Hij begint hem te ondervragen. Zijn broeders dan benijdden hem, ze werden heel erg jaloers op hem vanwege hetgeen hij zei, doch zijn vader bewaarde deze zaak. Waarmee bedoelt wordt dat hij het beschermde, hij hield het in gedachte, hij was er zich van bewust. Hij was er van bewust dat het een andere betekenis had en hij zou “het bewaren” dat is “beschermen of ontfermen.” Dat woord daar dat is, “hij bewaarde deze zaak,” hij beschermde het in zijn gedachte, hij is ervan bewust, hij heeft het niet uit zijn hoofd gezet, hij gaat het niet vergeten. Hij weet dat het een echt doel of intentie heeft. Hij zou niet begrijpen wat het echt betekent, en er is iets belangrijks daar, maar wat het echt betekent, zou hij op dat moment niet hebben geweten. En zijn broeders gingen heen, om de kudde van hun vader te weiden bij Sichem. Zo zeide Israel tot Jozef, weiden uw broeders niet bij Sichem? Kom, dat ik u tot hen zende. En hij zeide tot hem, Ga toch heen, zie naar den welstand van uw broederen, en naar den welstand van de kudde, ga en kijk als alles oke is, dat het wel is met je broers en dat ze beschermt zijn en er geen drama is, en dat het prima is met de kudde, en dat er genoeg voedsel is.” Eigenlijk, “Kom terug en laat het me weten. Vertel me erover.”...en breng mij een woord wederom. Dus hij was nu een vader die zich zorgen maakte om de broers omdat ze allemaal weg waren (zijn eigen zonen waren weg), ze hebben de kudde meegenomen op zoek naar voedsel, en ze zijn in een ander gebied dan hij is en hij wilde dat Jozef hem op de hoogte hield, hem op de hoogte stelde. Zo zond hij hem uit het dal Hebron, en hij kwam te Sichem. En een man vond hem, vond Jozef, want ziet, hij was dwalende in het veld, zoekende naar zijn broers.
Verandering Gaat Komen, Deel 1
3
Zo vraagde deze man hem (Jozef), zeggende, wat zoekt gij? En hij zeide, ik zoek mijn broederen. Geef mij toch te kennen waar zij weiden. Zo zeide de man, zij zijn van hier gereisd, waar ze voorheen waren en ze aan het grazen waren en ze door reisden, want ik hoorde hen zeggen, Laat ons naar Dothan gaan. Jozef dan ging zijn broederen na, en vond hen te Dothan. Dothan is Do-‐ Thawn een andere manier van uitspreken, en het betekent “twee putten”. Dus er is water daar en voeding. En zij zagen hem van verre, dus zei zien hem van een afstand, en hij heeft deze mantel om (zijn tuniek) en eer hij tot hen naderde, sloegen zij tegen hem een listigen raad om hem te doden. Want diep van binnen haatten zij hem, verachtten zij hem, ze waren jaloers op hem, ze waren jaloers op de relatie die hij had met zijn vader en het feit dat Jakob hem genade toonde, hij was de favoriet. Hij was de jongste en deze vertoning zorgde voor afgunst of jaloezie en haat. Zo erg dat ze hem nog liever dood zagen zodat hij geen invloed meer had op de familie, want ze zagen hem als een wijsneus die dromen had en zichzelf ophief en hij was de jongste. En zij zeiden de een tot den ander, ziet, daar komt die meesterdromer aan! En het woord daar, “de meester van dromen.” Ze maken hem belachelijk en kijken terug naar wat hij had gedaan, wat hij getoond had, wat hij beleefd had door deze droom, en dat hij zich ophief in de droom. Nu komt dan, en laat ons hem doodslaan, en hem in dezer kuilen werpen, en wij zullen zeggen, wij moeten dit aan Jakob vertellen, wat gebeurd is, zodat wij een antwoord aan vader en een antwoord aan de moeders kunnen geven, een boos dier heeft hem opgegeten. Dat is wat ze van plan waren te zeggen. Dat was hun intentie, laten we hem doden, laten we ons van hem af doen. En wat zullen we zeggen, we zullen liegen. We zullen eigenlijk zeggen tegen Israel (tegen Jakob) dat een dier hem verscheurd heeft, zodat er geen schuld zou rusten op hen. Zo zullen wij zien, wat van zijn dromen worden zal. Zo, dit toont nu een houding, een verhard hart. Het is als kleineren. Ah, we zien wel. Hij heeft al deze dromen denkend dat wij voor hem gaan neerbuigen. Nou, we zullen zien. We zullen hem doden, we zullen ons van hem ontdoen. Dan zullen we zien hoe al zijn dromen uitkomen. Hij is zo wijs dat we hier een punt zullen maken. En zijn dromen en het feit dat hij deze dingen gezegd heeft, nou, we zullen zien. We zullen dit bewijzen. En je kan deze houding zien die hier naar boven komt dat mensen bepaalde dingen zeggen en andere mensen zeggen, “Ja, nou, we zullen zien.” Met andere woorden, “we zullen je aanpakken.” “Al deze dingen die je zegt zullen niet uitkomen omdat je dood bent.” Verse 21-‐Ruben hoorde dat. Zo, Ruben is de oudste broer hier. Hij hoorde dat, en verloste hem uit hun hand, vanwege hetgeen hij zei, en hij zeide, laat ons hem niet aan het leven slaan. Ruben red Jozefs leven hier omdat hij ingrijpt, omdat hij een andere houding er tegenover heeft. Hij wilde niet betrokken zijn bij het doden. Hij wilde dat liever niet. En hij wilde eigenlijk ook niet zijn eigen broer vermoorden. Ook zeide Ruben tot hen, vergiet geen bloed werpt hem in dezen kuil die in de woestijn is, en legt de hand niet aan hem, “Laten we hem niet doden.” Zo hij zegt nu, “Laten we hem gewoon in de kuil zetten en hem op geen enkel manier wat aan doen. Laten we hem gewoon een lesje leren.,” met andere woorden. Zo, de reden dat hij dit deed, de reden dat Ruben dat heeft gezegd -‐ opdat hij hem uit hun hand verloste, om hem tot zijn vader weder te brengen. Dus de intentie van Ruben hier is, “nou, laten we hem gewoon een lesje leren. Laten we hem in de kuil zetten, en daarna brengen we hem later weer gewoon naar Jakob terug.” Verse 23 – en het geschiedde, als Jozef tot zijn broederen kwam, zo togen zij Jozef zijn rok uit, den veelvervigen rok, dien hij aanhad. Dus ze hebben het afgedaan. Hij moest wel heel erg bang zijn geweest op dit moment omdat zijn broers hem aanpakten en zijn tuniek afdeden die hij aanhad. Hij zou wel een beetje verontrust erover zijn geweest en zich gerealiseerd hebben dat iets niet pluis was. Er is een verandering die plaats neemt voor Jozef, en degene die deze verandering uitvoeren vertonen een houding. Ze vertonen een gedrag vanwege een gedachtegang dat leid tot een
Verandering Gaat Komen, Deel 1
4
handeling. En zij namen hem, en wierpen hem in den kuil. We kunnen ons voorstellen wat Jozef hier meemaakte toen hij zo hard handig werd behandeld door zijn broers, ze deden hem zijn tuniek af die zijn vader hem had gegeven, en hij zou deze bepaalde tuniek hebben gekoesterd en het zou een bepaald betekenis voor hem hebben gehad. Nu dat ze het afgedaan hebben en hem in de kuil hebben gegooid waren zijn gedachten aan het razen. En de gedachten van de broers vervulden ook de intentie die ze hadden, wat kwaadwilligheid was, wat haat was, wat deze afgunst of jaloezie die ze voor hem hadden was. Ze zouden eigenlijk een egoistisch vermaak hieruit krijgen. Doch de kuil was ledig; er was geen water in. Dus het is een lege kuil en zij hebben hem erin gegooid. Daarna zaten zij neder om brood te eten, Ruben is op dit moment niet hier, maar zij hebben hem in de put gezet, ze zijn aan het zitten, en ze zijn aan het eten. En ze zullen erover gesproken hebben. En eigenlijk is er een zelfzuchtigheid hier omdat ze eigenlijk van een probleem af zijn”; ze zeggen dat ze hem in de kuil gegooid hebben. En hieven hun ogen op, en zagen en ziet een reisgezelschap van Ismaelieten kwam uit Gilead, en hun kemelen droegen specerijen en balsem, en mirre en reizende om dat af te brengen naar Egypte. Toen zeide Juda tot zijn broederen... Juda is de vierde zoon van Leah, en Leah had 6 zonen. Zo is hij de vierde zoon. En hier zien we de houding die hieruit komt, die er een van verwerven is. Het is een manier van denken. Het is een manier van krijgen. “Laten we iets hieruit halen. Laten we iets halen uit onze handelingen.” Toen zeide Juda tot zijn broederen, wat gewin zal het zijn, “wat krijgen we hieruit,” dat we onzen broeder doodslaan, en zijn bloed verbergen? Dus wat is het punt daarvan, want het gaat voor meer problemen zorgen. Er is een andere manier om het te bewerkstelligen. Er is een andere manier om hiermee om te gaan. Komt, en laat ons hem aan deze Ismaelieten verkopen, en onze hand zij niet aan hem. “Laten we hem niet doden. Laten we dit bloed niet aan onze handen hebben, want hij is onze broer.” ...Want hij is onze broeder, ons vlees. Dus nu heeft hij dezelfde houding als Ruben, maar met een andere intentie. Ruben’s intentie was het redden van Jozef, waar we Juda’s intentie zien. Hij zegt, “Nou, laten we hem niet doden,” want zijn intentie was, “Laten we hem niet doden omdat we er iets voor terug kunnen krijgen. Hij is onze broer. Hij is ons vlees.” En zijn broederen hoorden hem, omdat zij zagen dat er een voordeel uit te halen viel, het veranderen van, “Laten we hem niet doden, “naar, “Laten we hem gewoon verkopen.” Als nu de Midianietische kooplieden voorbijtogen, zo trokken en hieven de broederen Jozef op uit den kuil, en verkochten Jozef aan deze Ismaelieten voor twintig zilverlingen; die brachten Jozef naar Egypte. God is nu hier aan het werk waar zij helemaal geen idee van hebben wat er gaande is. Maar God zet echt iets voort. Zijn plan wordt voortgezet naar het punt dat op een gegeven moment Israel (Jakob) naar Egypte heen verplaatst. En dit is een geweldige verandering die plaatsneemt. Deze verandering heeft invloed op Jozef. Dit is een zeer grote verandering. Jozef was in een omgeving waar zijn vader heel veel van hem hield en hij had een moeder die van hem hield, en hij had broers waarmee hij vaak werkte en mee te maken had, en hij zou ze hebben leren kennen en gewend aan ze geraakt zijn. Wel, opeens werd hij de kuil in gegooid, weer eruit getrokken en hij werd verkocht en word nu meegenomen naar Egypte. Dit is een grote verandering in denken. Nou, al deze tijd (hij is maar zeventien jaar oud), zijn gedachten moesten hebben geraasd. Toen hij op de kamelen gezet word of hij achter de kamelen aan moest lopen richting Egypte, gaan zijn gedachten door een zeer grote verandering. Nou, hoe hij met deze verandering omgaat is interessant, omdat hij door dit punt van het ermee kunnen omgaan heen moet (zo geheten) wraak nemen. Hij zou deze gedachten hebben gehad, “Waarom hebben mijn broers dit gedaan? Om een gegeven moment neem ik wraak.” We weten niet wat hij heeft gedacht, maar hij was een normale zeventien jarige, dat zijn gedachten zouden hebben geraasd en dat hij al deze verschillende gedachten zou hebben. “waarom hebben mijn broers dit gedaan? En hoe kunnen ze dit gedaan hebben?” al deze manieren van denken zouden plaats hebben
Verandering Gaat Komen, Deel 1
5
genomen. Zo hij is dus meegenomen en zijn andere broers zijn er nog, en Ruben is er niet op dat moment. Vers 29 -‐ als nu Ruben tot den kuil wederkeerde, omdat hij al van plan was terug te gaan, Jozef eruit trekken, en Jozef terug naar zijn vader brengen, zodat hem niets overkwam, hem een les geleerd; nu brengen we hem gewoon weer terug. Hij is terug naar de kuil gegaan, zo was Jozef niet in den kuil; toen scheurde hij (Ruben) zijn klederen, dat een uitwendig teken is van verdriet. Vers 30 -‐ En hij keerde weder tot zijn broederen, en zeide: De jongeling is er niet; en ik, waar zal ik heengaan? Wat zegt hij, “Hij is niet daar! Wij zijn in grote problemen! Wat zal ik doen? Ik kan niet terug naar Jakob (Ik kan niet terug naar Israel) en hem vertellen, ‘Dat Hij is weg!’ Het is mijn verantwoordelijkheid. Ik ben de oudste broer. Ik draag deze verantwoordelijkheid en ik heb de leiding, daarom, moet ik terug naar Israel en hem vertellen, ‘Hij is verdwenen!’ Wat ga ik zeggen. Waar kan ik naartoe? Wat kan ik doen? Wat ga ik doen? Dit is iets verschrikkelijks! Het gaat invloed op mij hebben.” Dit is een zeer grote verandering in Rubens leven omdat hij terug moet gaan en aan Israel vertellen dat hij Jozef kwijt is, Jozef is verdwenen. Toen namen zei Jozefs rok, en zij slachtten een geitenbok, dit is een verdoezeling. en zij doopten den rok in het bloed. Vers 32 -‐ En zij zonden en veelvervigen rok, en deden hem tot hun vader brengen, en zeiden, dezen hebben wij gevonden, dit is een totale leugen!...beken toch, of deze uws zoons rok zij, of niet. Nou dit bedrog is nogal onaannemelijk, echt, want ze wisten precies. Ze wisten dat zij Jozef verkocht hebben aan de Midianieten en dat Jozef naar Egypte gebracht is. Zij hebben met opzet deze zonde verdoezeld. En de enige manier waarop ze dit konden doen, ze hebben het tuniek gepakt, waarvan ze wisten (dat Jakob die Jozef heeft gegeven vanwege voorliefde), en zij hebben het in geiten bloed gedoopt om te laten zien dat waarschijnlijk een wild dier hem heeft gedood en dat hij dood is. Zij weten dit, maar toch moeten ze Jakob confronteren. En wat doen ze? Ze stellen hem een directe vraag, “weet jij of het jou zoons tuniek is of niet? Dit is ronduit een leugen, en dit zou moeilijk zijn. Hun gedachten moesten hebben geraasd omdat zij deze zeer grote verandering in Jozefs leven hebben geimplementeerd, nu brengen ze een grote verandering in Jakobs leven. Jakobs leven gaat veranderen. En hij (Israel) bekende hem en zeide, het is mijns zoons rok. Een boos dier heeft hem opgegeten. Voorzeker is Jozef verscheurd. Ze zouden hiervan een bepaalde vorm van voldoening hebben gehad, het feit dat Israel deze verklaring gaf. “het is mijn zoons tuniek.” Nou, ze wisten dat. En dan Israel die dan zei, “Een wild beest heeft hem verscheurd. Zonder enige twijfel is Jozef aan stukken gescheurd.” Ze hadden een bepaalde voldoening want dat is wat hun bedrog, dat is wat de intentie van de leugen was, het was om te suggereren dat Jozef gedood was door een wild dier. En het feit dat Israel het verklaard heeft, het zet eigenlijk hun leugen om in waarheid, want nu is hun leugen waarheid geworden in de gedachten van Jakob. Dat is precies wat ze wilden. Ze wilden geen schuld, geen verantwoordelijkheid, dat niets hun zou beinvloeden. Ze wilden de verandering die ze hadden doorgevoerd – het Jozef zou beinvloeden en Jakob zou beinvloeden – maar het hun niet zou beinvloeden. Maar in werkelijkheid wel, omdat het in hun gedachten is. Zo deze verandering die ze hebben veroorzaakt zal in hun gedachten zijn hun hele leven lang. Ze wisten wat zij gedaan hadden en nu waren ze aan het liegen tegen hun vader. Dat is iets ongelofelijks, en om met die leugen te leven. Toen scheurde Jakob zijn klederen, en legde een zak om zijn lenden, en bij bedreef rouw over zijn zoon vele dagen. Er is een overlijden in de familie en nu gaat hij in een rouwproces. En al zijn zonen, en al zijn dochteren maakten zich op, om hem te troosten, Ze proberen hem te troosten vanwege
Verandering Gaat Komen, Deel 1
6
dit overlijden. ...maar hij weigerde zich te laten troosten, zo dit moet echt verontrustend zijn geweest voor hen want zij proberen Jakob te troosten door bepaalde dingen te zeggen en proberen hem emotioneel op te vrolijken. Maar hij weigert. Hij is eigenlijk in een diepe rouw, en zij weten dat zij de oorzaak zijn. Maar hij weigerde getroost te worden,” en zeide, want ik zal rouw bedrijvende tot mijn zoon in het graf nederdalen. Met andere woorden, “ik ga dood met dit verdriet.” Alzo beweende hem zijn vader. Jakob is heel erg van streek en hij rouwt en hij heeft het er moeilijk mee om zich over dit verdriet heen te zetten. Nou, dit zou de familie beïnvloed hebben, want een vader hebben die in diepe rouw is en voortdurend lijdt, en te weten (de andere zoons wisten) dat ze de oorzaak daarvan waren. En de Midianieten verkochten hem in Egypte, aan Potifar, een hoveling van Farao, overste der trawanten. Genesis 38 gaat over het verhaal van Juda en Tamar. Maar we gaan er niet op in omdat we het leven van Jozef en de verandering die er gaande is in Jozefs leven volgen en hoe deze verandering iedereen gaat beinvloeden. Genesis 39:1 -‐ We begrijpen hier dat op dit moment Jozef is meegenomen naar Egypte en hij nu bij Potifar is, een officier van Farao en de opzichter der lijfwachten. Jozef nu werd naar Egypte afgevoerd, en Potifar, een hoveling van Farao, een overste der trawanten, een Egyptisch man, kocht hem uit de hand der Ismaelieten, dus hij wordt nu verkocht als slaaf, die hem derwaarts afgevoerd hadden. hij is nu slaaf. Hij werkt nu voor Potifar. Vers 2 -‐ En de HEERE (De Eeuwige) was met Jozef. Dit is een geweldig iets als we het begrijpen op geestelijk vlak wat God aan het doen is. Want “De Eeuwige was met Jozef.” God heeft Jozef nooit verlaten. God had een plan. En God zou Jozef in dit plan gebruiken. De uitkomst is dat ondanks deze zeer grote verandering gaande is in Jozefs leven, God altijd met hem was. Nou, voor ons broeders, geld het zelfde. Wanneer deze verandering in ons leven plaats neemt, en wanneer de wereld beïnvloed gaat worden door grote veranderingen, moeten we deze specifieke verklaring onthouden, “De HEERE was met Jozef.” De Eeuwige (Yahweh Elohim) is met ons. God is met ons en we kunnen erop vertrouwen dat God met ons is. Hij heeft ons geroepen om een relatie met ons aan te gaan met als doel met ons te zijn, met als doel Zijn wil te vervullen. Dit is hetzelfde met Jozef. God zou Zijn wil gaan vervullen in Jozefs leven en Jozef was niet bewust van in hoeverre God betrokken was in zijn leven. Nu, wanneer je terug gaat en kijkt naar de dromen die Jozef had, waren ze eigenlijk een profetie van iets dat zou gaan plaats nemen in de toekomst. Jozef zou niet volledig de implicaties van deze dromen hebben begrepen, net zoals de broers het niet zouden snappen, net zoals Jakob, net zoals de vrouwen het niet zouden snappen, want vanwege dit bijzonder feit dat God de werken hier aan het doen is. Het is Gods plan die vervult wordt, en Jozef was nu in een situatie die echt een grote verandering in zijn leven is. Hij is nu een slaaf. Wanneer je kijkt naar de achtergrond van waar hij vandaan komt, hij komt uit een familie relatie met broers en zussen. Hij komt uit een relatie waarbij hij zijn vaders favoriet was, waar zijn vader zijn liefde uitte door hem een kleuren tuniek te geven – een demonstatie van voorliefde. Want geen van de andere broers werd deze bepaalde keuren tuniek gegeven, alleen Jozef. Jozef komt uit deze omgeving, hij is verkocht, zijn gedachten moeten hebben geraasd, hij is zeventien jaar oud, zijn gedachten moeten hebben geraasd, “Waarom hebben mijn broers dit gedaan? Ik ben nu verkocht als slaaf!” Maar hij heeft wel een relatie met God en God is met hem. En hij zou wel gerealiseerd hebben dat deze dromen een betekenis hadden, maar hij heeft misschien niet de diepte van deze bepaalde dromen begrepen. Net als hoe de wereld niet volledig de echte betekenis van de dromen die hebben plaats gevonden van Gods apostelen en profeten heeft begrepen, waar God deze dingen met een doel gebruikt.
Verandering Gaat Komen, Deel 1
7
zodat hij een voorspoedig man was. God was met hem in alles wat hij deed en God toonde hem genade, want God is almachtig, God is almachtig. En hij was in het huis van zijn heer, den Egyptenaar. Alles wat hij doet, werken voor Potifar, veranderd in succes. Als nu zijn heer zag, dat de HEERE met hem was, en dat de HEERE al wat hij deed, door zijn hand voorspoedig maakte, wat verwijst naar het feit dat er bewijs was dat het niet normaal was. Dat alles wat hij aanraakte succesvol veranderde en dat Potifar realiseerde dat hij niet met gewoon een man te maken had, er was eigenlijk een invloed aanwezig dat alles wat hij deed goed terecht kwam. En dit moet een vertrouwen opgebouwd hebben; dat alles wat hij deed, al zijn manieren demonstreerden dat Potifar Jozef kon vertrouwen. Zo vond Jozef genade in zijn ogen. Jozef wordt genade getoond omdat God erbij betrokken is. God kan ieder van ons genade tonen op dezelfde wijze, broeders, dat ons handelen en de manier hoe wij leven, dat is als God verlangd ons genade te tonen, zal Hij. God kan mensen beïnvloed om ons genade te tonen, en daarom, wanneer er staat, Zo vond Jozef genade in zijn ogen en diende hem en hij stelde hem over zijn huis, en al wat hij had, gaf hij in zijn hand. Hij zette het onder Jozefs gezag of Jozefs zorg. Waarom? Omdat hij wist dat het goed zou worden onderhouden en dat Jozef een ijverig persoon was, een eerlijk persoon, en de dat genade er was, dat hij alles met ijver deed, met de gedachte waarmee hij het deed, dat het gezegend zou worden en zou gedijen. Dus waarom niet alles overdragen aan iemand die je vertrouwt? En dat is de sleutel. De sleutel is dit vertrouwen. Waarom niet alles dat we hebben overhandigen aan degene die we vertrouwen? Omdat er iets uit te halen viel, voor Potifar. Hij zag dat er een voordeel aanzat. Hij kon eigenlijk de persoon vertrouwen, daarom, alles overhandigen en geen zorgen hoeven te maken omdat iemand anders zich zorgen over maakt voor jou, iemand anders komt ertussen. We kunnen dit principe nemen in ons leven over dit vertrouwen. -‐ 2 Samuel 22:1 We kijken hiernaar vanuit het oogpunt op vertrouwen. Want terwijl Potifar Jozef vertrouwde, en God in Jozefs leven was, is er een bepaalde mate van vertrouwen, een bepaalde mate van vertrouwen. Nou, wij, broeders, vooruit gaand, gaan grote veranderingen zien, wij gaan grote fysieke veranderingen zien plaatsnemen in ons leven, en hoe wij daarmee omgaan zal zo belangrijk zijn. Omdat grote ellende naar deze wereld komt en het zal niet makkelijk zijn voor Gods mensen. Of het nou te maken heeft met kleding, huizing, voedsel, fysiek leven, al deze dingen, het gaat schrijnend zijn voor de mensheid. Grote ellende gaat komen. Grote veranderingen gaan komen. We moeten klaar staan voor deze verandering. Wij moeten klaar staan voor deze verandering. Omdat al deze fysieke veranderingen een geestelijke samenstelling hebben. Net als Jozefs leven waar hij in de kuil gezet is, hij begrijpt niet volledig wat het te betekenen heeft. Nou, we zijn erg gelijkwaardig, broeders. Wij begrijpen niet volledig wat het betekent. Wij zijn ons bewust van bepaalde dingen. Wij zijn ons bewust van bepaalde uitkomsten, maar tussen alles in weten we het volledige nog niet. We hebben hoofdlijnen en korte dingen die we zien veranderen en er zal meer verandering zijn. Wij begrijpen aspecten van verandering. Maar echt op percentuele wijze, wij weten weinig van de directe verandering die er plaats gaat vinden. Want als verandering komt heeft het invloed op ons, net zoals het invloed had op Jozef, net zoals de verandering invloed had op Israel – zijn denken veranderde. Hij ging in rouw. Hij ging in rouw vanwege het verlies, het was zo groot. Nou, wij kunnen niet zo zijn. We kunnen niet in de staat van het willen opgeven zijn. We willen ons niet terugtrekken van God. Wij willen ons niet terugtrekken van God, we willen dichter naar God toe trekken. Zo dit alles komt neer op dit aspect van vertrouwen. Vertrouwen we op God of niet? Vertouwen we echt op God of niet? En we gaan nu door het aspect heen van waar David zijn vertrouwen op God schetst. Want op een fysiek vlak kunnen we niet veel beheersen, echt. We mogen dan wel denken dat we controle over dingen hebben, maar de realiteit is dat we op God
Verandering Gaat Komen, Deel 1
8
moeten vertrouwen in alles omdat dingen gaan veranderen, onze salaris gaat veranderen, onze levensstijl gaat veranderen, alles om ons heen gaat veranderen. Mensen om ons heen gaan veranderen. Net als in Jozefs leven was er grote verandering met zijn broers en met Jakob en zijn familie en het had invloed op iedereen. En iedereen ging er anders mee om. Omdat het grote ellende zou hebben veroorzaakt, omdat het allemaal gebaseerd was op een leugen. Maar wij kennen de waarheid. We weten wat er komt. We weten dat er verandering gaat komen. Dramatische verandering, op een bepaald moment, zal dramatische verandering invloed hebben op ons allen. Wij moeten klaar staan op geestelijk vlak omdat we het fysieke niet kunnen bedwingen. Wij kunnen het fysieke niet bedwingen. De realiteit is wij, ons leven, zijn in Gods handen. Net zoals God met Jozef was is God met ons, en daarom, moeten wij verder dichter naar God toe trekken en realiseren dat ja, we kunnen fysieke plannen hebben, maar de realiteit is dat we op God moeten vertrouwen. 2 Samuel 22... En David sprak de woorden dezes lieds tot den HEERE, ten dage als de HEERE hem verlost had uit de hand van al zijn vijanden, en uit de hand van Saul. Hij zeide dan... Dus dit is David die nu iets weerspiegelt naar God toe, wat wij moeten doen. Wij moeten nadenken en ons leven plaatsen in Gods handen omdat God alles onder controle heeft. En God zal onze situatie in ons voordeel gebruiken op geestelijk vlak – niet bepaald op fysiek vlak, maar op geestelijk vlak. Elke verandering die gaat komen heeft een uitkomst. En zoals we aan het begin van de preek hebben gezegd, al het fysieke heeft een geestelijke samenstelling, en daarom, de manier hoe we met de verandering die komen gaat omgaan in ons leven zal op geestelijk vlak behandeld moeten worden. We moeten God erin “zien”.wij moeten dichter naar God toe trekken ongeacht of het nou een opbeuring of een vernedering is. Ongeacht welke situatie wij in geplaatst worden, fysieke ellende, wij moeten God in ons leven zien. Wij moeten deze relatie met God hebben. De HEERE is mij mijn Steenrots, dat naar geestelijke bescherming wijst, “de Eeuwige is mijn rots” hij is de fundering. Dat is waar wij opgebouwd hebben, dit vertrouwen in God. Wij zijn geroepen om God te vertrouwen. Zo “de Eeuwige is mijn rots.” Deze rots, deze fundering waar wij op staan, wij zullen niet vallen omdat God onze fundering is. Mijn Burg. Wij weten wat een fort is, het is als een hoge toren. Het is een manier van verdedigen. Wij zijn in de toren. God is onze fort. Wat wij hebben geleerd van Gods manier van leven, dat is ons kracht, ons fort. ...mijn Uithelper. God is de gene die ons kan verlossen van alles. er moet geen zelfvertrouwen zijn in ons leven. Dus “God is mijn rots, mijn fort, en mijn verlosser.” Dit gaat over vertrouwen in God hebben. Wat David zegt is, “Ik vertrouw op God. God is mijn fundering. God is de gene die mij zal verlossen uit elke situatie.” Wij moeten hiernaar kijken op een geestelijk vlak; niet alleen op een fysiek vlak, maar op geestelijk vlak, omdat dat belangrijker is. De realiteit is dat Jozef verlost wordt! Jozef wordt verlost, met als doel wat God zou doen in zijn leven. Op dat moment, zeventien jaar oud en in de kuil, afgevoerd worden door twee kamelen, door een groep mensen die je niet echt kent en verkocht worden als slaaf (of gekocht worden om voor iemand te werken), op dat moment zien we het niet meteen. Maar uiteindelijk gaat het om het leunen op God, vertrouwen op God. Wij vertrouwen op God. “de Eeuwige is mijn rots, mijn fort, mijn verlosser.” God is mijn Rots. God is onze kracht. God in ons is onze kracht. Wat wij hier hebben, de waarheid die we hebben, de manier die we kennen waarop wij moeten denken, het vechten tegen zelf, die dingen zijn onze kracht want het is God in ons die de werken zal verrichten. ...Ik zal op Hem betrouwen. Nu dit, broeders, is het antwoord dat naar ons toekomt. Nu, deze vers is zo belangrijk voor ons. Wanneer we de preek “ be strong and of good courage,” hebben beluisterd, is dit hetzelfde. “De Eeuwige is mijn kracht, en in Hem zal ik vertrouwen.” Want als we op iets anders vertrouwen. Als we vertrouwen op het worden verlost op fysiek vlak, als we erop vertrouwen dat ons voedsel er ons doorheen zal brengen, als we erop vertrouwen dat we geld op de bank hebben,
Verandering Gaat Komen, Deel 1
9
zullen we vallen. En het feit is dat we niet in het fort zijn omdat het allemaal fysiek is. En we zullen niet verlost worden vertrouwend op iets dat ons niet kan redden. “De Eeuwige is mijn kracht.” Het denken van God, God in ons, God die met ons werkt. Wij zijn deel van het Lichaam van Christus, de Kerk van God. Wij zijn van God. We behoren tot God. God is met ons net als met Jakob. God toonde Jakob genade. God toonde Jozef genade. God toont ons genade. “De Eeuwige is mijn kracht; in Hem zal ik vertrouwen.” Mijn schild en de Hoorn mijns heils, de verdediging. God is onze Redder. Mijn Hoog vertrek en mijn toevlucht, dat een veilige plek is, “mijn hoge toren,” Mijn Verlosser. Mijn Verlosser, van geweld hebt Gij mij verlost. Verse 4 -‐ ik riep den HEERE aan, Die te prijzen is. Laten wij hierop teruggaan. Wat David hier zegt is dat hij totaal op God vertrouwt. Het betekent niet dat er geen lijden is op fysiek vlak. Dat zegt het helemaal niet. We kijken hiernaar op spiritueel vlak. “Mijn schild en de hoorn mijns heils.” Nou dit is God onze verdediging en het is God die ons kan redden. Hoe worden wij gered? vanwege de straf van de zonde, dat is doormiddel van berouw. Wij begrijpen dat Jezus Christus de boete heeft betaald voor de zonde; “het loon van de zonde is de dood.” Nou, Jezus Christus heeft de boete betaald, daarom, kunnen we gered worden, en dat kan allemaal door je te bekeren, de mogelijkheid om voor God te komen in gebed, je te bekeren tegen verkeerd denken. Je bekeren van zonde is ons verdediging, omdat God genadig is, God is liefhebbend. Hij verlangd ernaar om een Familie te hebben. Hij verlangd ernaar dat wij in Zijn Familie komen. God verlangd ernaar om ons te vergeven als we andere vergeven. “Mijn hoogvertrek en mijn toevlugt.” Dat dit hoogvertrek is, dat een hoge toren is. Omdat ze in die dagen in staat waren hoge torens of forten te bouwen en de vijand dan kwam en ze pijlen op hun konden schieten of water over ze heen konden gooien, ze konden allerlei dingen met hun doen omdat het een manier van verdedigen was. “en mijn toevlugt.” Dit is als een veilige plek, een plek om heen te vluchten, dat een toevlucht is, of een plek om heen te vliegen. We begrijpen van de bijbel dat God dit allemaal doet, dat God dit kan doen. “Mijn hoogvertrek en mijn toevlugt, Mijn Verlosser.” Het is God die red. Of we nou gered worden of niet het komt neer op de keuzes die we maken, omdat we een vrije wil hebben en we kunnen kiezen. Zullen we zeggen , “De Eeuwige is mijn rots, mijn fort, mjin verlosser, mijn kracht. Op Hem vertrouw ik.” Nou, broeders, ik weet dat we op God vertrouwen, dat we God vertrouwen omdat we weten dat de enige manier om gered te worden is op God vertrouwen. We weten dat we toegang tot God de Vader hebben op elk tijdstip dat we kiezen door gebed. En we weten dat als we gewillig verlangen te bekeren, niet verlangen vast te houden aan zonde maar ervan af willen, dat God onze kracht zal zijn omdat hij ons wil vergeven als wij ons willen bekeren. Verse 4 -‐ Ik riep den HEERE aan, wij doen dat in gebed. ...Die te prijzen is. Ja, alle eer moet aan God gegeven worden voor Zijn grote genade, voor Zijn grote plan, voor alles dat hij doet. Wanneer deze verandering komt naar deze wereld kunnen wij blijven veranderen op geestelijk vlak en kunnen we roepen naar de Eeuwige. We kunnen roepen tot Yahweh Elohim, “die het waard is te prijzen”, omdat hij almachtig is, hij is almachtig, hij is onze kracht, hij is onze verzorger, hij is onze beschermer. Dit allemaal op fysieke maar ook op geestelijk vlak. God is waardig om te prijzen vanwege wie hij is. en ik werd verlost van mijn vijanden. Wij begrijpen dat onze vijanden Satan en de demonen zijn, en we kunnen gered worden van de zonde. Verse 5 -‐ Want baren des doods hadden mij omvangen, beken Belials verschrikken mij. Hij werd angstig. We begrijpen dat overstromingen verwijzen naar valse doctrines, die valse doctrine kan als Verandering Gaat Komen, Deel 1
10
golven over mensen heen walsen, en deze “goddeloosheid”, dit gedrag die uit deze valse doctrine komt, geloven wat niet waar is of vechten tegen de waarheid die God in zijn kerk plaatst, nou, zulke dingen kunnen invloed op ons hebben. Er is altijd verandering op geestelijk vlak gaande in Gods kerk. We worden continu gevoed met de waarheid, en deze dingen die de Kerk binnenkomen, moeten we ervoor zorgen dat we de juiste houding en de juiste benadering er toe hebben, dat we niet angstig zijn voor verandering. Omdat ons leven verandering is. Wij zijn geroepen in het Lichaam van Christus met als doel geestelijke verandering. Maar wat er komen gaat is groot, grote fysieke verandering. Wat we met die verandering doen op geestelijk vlak is belangrijk. Hoe wij reageren op die verandering zal belangrijk zijn. Banden der hel omringden mij. Het lijkt op de dood. Het lijkt erop dat de dood er is. Die “Banden der hel,” dat het graf is, hem omringde. Zo het leek erop dat hij in een positie was, waarschijnlijk, te sterven. Er was een heleboel dood rondom. Met ons hetzelfde. Wij gaan dood om ons heen zien en ermee omringd worden, broeders. Dood gaat overal om ons heen zijn. Hoe wij reageren is de sleutel..hoe wij reageren. Hoe wij denken over deze verandering -‐want dood is verandering; ene minuut is iemand in leven, daarna is die dood – dat is een grote verandering. Nou, het heeft invloed op de persoon die overlijd. Die weet het niet. Die is dood. Maar het heeft invloed op degene die in leven zijn. Dus dat is waar we ons bewust van moeten zijn. Het heeft invloed op degene die leven. Het kans ons en fysiek en geestelijk beïnvloeden. Strikken des doods bejegenden mij. Vers 7 – als mij bange was riep ik den HEERE aan, en riep tot mijn God. En Hij hoorde mijn stem uit Zijn Paleis. God hoort alles. God hoort ons bidden. En het is allemaal gebaseerd op of het oprecht is of niet en het motief erachter. Dus wanneer we bidden, broeders, is het belangrijk dat onze motieven rechtvaardig zijn, dat onze motieven juist zijn. Omdat we kunnen bidden en er egoisme in de gebeden zit. Dus onze gebeden gaan over God vertrouwen, dat God die gebeden zal horen, en het eindresultaat zal dan hetgeen zijn die geestelijk het beste voor ons is, die geestelijke groei mogelijk maakt of Gods uitkomst, of Gods wil in ons leven, of Gods wil in andermans leven, dat God wil horen. En God antwoord gebeden. Ik herinner me dat er vaak gezegd wordt dat God niet luistert naar wat mensen zeggen. Mensen bidden over bepaalde dingen en dan schijnt er geen verandering of geen echte vorderingen in zaken te zijn. En het kan vaak toegepast worden op situaties zoals genezing, waar mensen naar een minister kunnen gaan en vragen om gezalfd te worden, en ze doen het twee of drie keer voor dezelfde kwaal of hetzelfde probleem in hun leven en ze zien dat er geen verandering, dat er geen genezing is op dat moment. Nou, ze kunnen zeggen en denken dat God het gebed niet heeft gehoord, maar de realiteit is dat God het gebed de eerste keer heeft gehoord, God hoort het gebed als het oprecht en eerlijk is gedaan, maar het antwoord wordt niet altijd geaccepteerd. Het antwoord is dat God niet op dat moment gaat ingrijpen om te genezen. Dat is het antwoord. God heeft het gehoord en God heeft een beslissing genomen en dat is het antwoord. Maar wij, natuurlijk, willen niet altijd het antwoord horen. Wij willen het antwoord niet horen op spiritueel vlak, want het antwoord is dat er geen genezing is omdat het beste voor ons als individu is dat we voortzetten in die situatie. En God heeft meerdere uitkomsten die Hij bereikt, en de hoofd uitkomst die Hij aan het bereiken is in ons leven is spirituele groei. Om terug te gaan naar het belangrijkste punt van deze preek, echt, gaat om “ik zal op Hem vertrouwen.” Onze vertrouwen in God. Dit is de sleutel tot elke relatie, het vertrouwen op God, of vertrouw. We moeten geloven dat God ons hoort en dat God antwoord. Ongeacht welke fysieke situatie we ons in bevinden God is met ons. Net als hoe Jozef begon in te zien dat zijn fysieke situatie-‐ op een bepaald punt – hij zich begon te realiseren dat alle fysieke dingen die hij meemaakte, wat zijn broers met hem deden en zijn verplaatsing en dat hij als slaaf werd aangesteld, dat op een bepaald punt in de toekomst hij zou zien, hij zou begrijpen dat God met hem werkte. Dat God deze dingen heeft toegestaan met een geestelijk voordeel. En een
Verandering Gaat Komen, Deel 1
11
groot deel van dit geestelijk voordeel ging om ons, broeders, om geestelijk Israel en de lessen die we kunnen leren van wat Jozef meemaakte, wat God Jozef liet meemaken. Teruggaand naar vers 7, David zegt. “Als mij bange was, riep ik den HEERE aan, en riep tot mijn God. En Hij hoorde mijn stem uit Zijn paleis.” En mijn geroep kwam in Zijn oren. Dus God hoort en God antwoord echt. God antwoord echt. Toen daverde en beefde de aarde; de fondamenten des hemels beroerden zich, en daverden, om dat Hij ontstoken was. Dit is symbolische taal en het gaat over hoe God het gebed beantwoord. God gaat ingrijpen. Dit is iets dat we niet altijd “zien,” dat God ingrijpt in ons leven. We zien God niet meteen ingrijpen, maar God is bewust van ons bestaan, God is voor ons, God houd van ons, daarom, hoort God ons echt en antwoord God ons echt. Het antwoord op gebeden is niet altijd de manier waarop we denken dat het antwoord zal komen. We kunnen bidden voor bepaalde dingen die God misschien niet zou willen bewerkstelligen. We zullen misschien niet volledig begrijpen wat God aan het bewerkstelligen is in een situatie. Het enige dat we kunnen bidden is, “Uw wil worde gedaan.” Dat Gods wil gedaan wordt. God kan de hemel doen beroeren en de aarde doen beven en het fundament doen beroeren, en Hij kan boos worden om een situatie, op een natie vanwege hun zonde, hun onbekeerde zonde. En God zal in zijn genade een uitkomst bewerkstelligen. Wij zien niet altijd de uitkomst van wat God doet, maar op lange termijn gaat het om “vele zonen tot heerlijkheid brengen”. Gods doel en intentie is om vele zonen tot heerlijkheid te brengen. God die ingrijpt in naties hun leven, God die ingrijpt in ons leven gaat allemaal om deze ene uitkomst, “om vele zonen tot heerlijkheid te brengen.” Rook ging op van Zijn neus, en een vuur uit Zijn mond verteerde; kolen werden daarvan aangestoken. En hij boog den hemel en daalde neder en donderheid was onder Zijn voeten. En hij voer op een cherub, dat is een engel, en vloog, en Hij werd gezien op de vleugelen des winds. En hij zette duisternis rondom Zich tot tenten, een samenbinding der wateren, wolken des hemels. Van den glans voor Hem henen werden kolen des vuurs aangestoken. Dit is symbolische taal sprekend over God en hoe God ingrijpt, en God gaat nu over tot handelen, en al de dingen waar God controle over kan hebben, en al de dingen waar God controle over heeft. Hij kan de hemelen veranderen. Hij kan duisternis onder zijn voeten plaatsen. Zoals we begrijpen uit de bijbel dat God verplaatst kan worden door engelen, Hij kan de wind veranderen. Hij kan Zichzelf omringen met wit licht of met duisternis. Hij kan al deze dingen doen. “Van den glans voor Hem henen werden kolen des vuurs aangestoken.” Omdat hij deze kracht heeft. Hij kan al deze dingen doen. God kan handelen en ingrijpen in het leven van de mens. God kan verandering brengen in alles. God kan alles veranderen. Vers 14 – De HEERE donderde van den hemel, en de Allerhoogste gaf Zijn stem. En Hij zond pijlen uit en verstrooide ze; bliksemen, dit verwijst naar het feit dat God kan ingrijpen en vechten. God kan oorlog voeren. God kan een oorlog veranderen. God kan de uitkomst van een oorlog tot stand brengen. Gods wil worde gedaan. En verschrikte ze. Vers 16 – En de diepe kolken der zee werden gezien, die werden geopend. de gronden der wereld werden ontdekt, door het schelden des HEEREN, van het geblaas des winds van Zijn neus. Hij zond van de hoogte, Hij nam mij, Hij trok mij op uit grote wateren. Dat betekent dat hij hem redt van benarde situaties. Hij verloste mij. hij verloste hem van de beproevingen. Hij verloste hem van omringende legers; gered worden” om het anders te zeggen. Hij verloste mij van mijn sterken vijand, dat is iets dat met ons gebeurd is. We zijn verlost van een sterke vijand. De vijand van de zonde, die vernietigd gaat worden aan het eind. Van mijn haters, omdat zij machtiger waren dan ik. Vers 19 – Zij hadden mij bejegend ten dage mijns ongevals, maar de HEERE was mij een Steunsel. Ja, wij vertrouwen op God dat Hij ons verlost. Ja wij vertrouwen op God dat Hij ons zal verlossen. Op geestelijk vlak weten we dat God ons verlost door bekering en vergiffenis. En Hij voerde mij uit in de ruimte, dit gaat om bescherming. HIJ (Yahweh Elohim) rukte mij uit. We zijn verlost van de zonde. Verandering Gaat Komen, Deel 1
12
En wat we verderop tegenkomen, God zal ons verlossen. En het belangrijkste is dat we moeten onthouden dat alle fysieke een geestelijke component heeft. En rukte mij uit, want hij (Yahweh Elohim) had lust aan mij. Dit lijkt heel erg op onze roeping, broeders, het feit dat we worden verlost. Wij zijn op het pad van verlossing en we worden verlost, omdat Hij (God de Vader, Yahweh Elohim) ons geroepen heeft tot verlossing. “Hij had lust aan mij.” voorwaarts gaand (weten we) dat God zich verlustigd in ons omdat wij geroepen zijn om een relatie met Hem aan te gaan, we zijn deel van het Lichaam van Christus, en God verlost ons van de zonde met als doel vele zonen tot heerlijkheid te brengen. Voortgaand met alle verandering die er om ons heen gaande is, met dood en verderf en al de verandering die er komen gaat op deze aarde, kunnen we verlost worden op geestelijk vlak – niet bepaald op fysiek vlak, maar op geestelijk vlak als we gefocust blijven op het geestelijke. Vers 21 – DE HEERE vergold mij naar mijn gerechtigheid. Dit gaat om het overgeven aan God. Niet dat hij rechtvaardig is, maar God verlost hem met als doel rechtvaardigheid in hem op te brengen, God in ons. Zodat we rechtvaardig kunnen leven en we om ons rechtvaardigheid beloond kunnen worden – niet ons eigen rechtvaardigheid, God in ons. Wij die ons overgeven aan God dat is ons rechtvaardigheid. Omdat het God is die rechtvaardig is, wij niet. Maar als we ons overgeven aan God en we God toestaan in ons te leven, maakt dat het rechtvaardig. Hij gaf mij weder naar de reinigheid mijner handen, dat is de intentie van de handelingen. “Hij gaf mij weder naar de reinigheid mijner handen,” dat is beginnen met denken, beginnen met de handelingen, de manier hoe we reageren op situaties, de manier hoe we reageren op verandering door het toestaan van God in ons, door overgeven aan God, door het vertrouwen op God ongeacht wat er met ons gebeurd. En wanneer verandering plaatsvind in ons leven, wanneer verandering plaatsvind binnen ons familie, wanneer verandering plaatsvind in de samenleving, wanneer verandering plaatsvind in de wereld, gaat het allemaal om de manier hoe wij reageren. Het gaat om “de reinigheid mijner handen,” dat te maken heeft met de intentie, waarom we doen wat we doen, onze handelingen. Wat motiveert onze handelingen? Het gaat om de manier hoe we denken. En het gaat terug naar dit punt, dat we gelezen hebben in Genesis, dat God met Jozef was. Nou, God is met ons. En het gaat terug naar het punt in vers 3 waar het zegt, “God is mijn kracht, en op Hem vertrouw ik.” Nou dat is het antwoord, wij geloven en vertrouwen op God. En of we leven of we sterven op fysiek vlak is niet belangrijk. Of we overvloed aan eten hebben gedurende lange periode of niet het zal niet veel uitmaken want we zullen nog steeds op God vertrouwen. Omdat God weet wat het beste voor ons is, God houd van ons. God werkt met ons aan een uitkomst, dat we op een bepaald punt zijn Familie zullen betreden. Naar de reinigheid mijner handen, dat zijn die handelingen, dat is deze juiste intentie, spirituele intentie, Hij (God) heeft mij vergolden. Het is een beloning. Er is een geestelijke beloning en wij begrijpen die geestelijke beloning. Vers 22 – want ik heb de wegen des Heren gehouden, dit is het deel waar we bij betrokken zijn. Wij verlangen ernaar gehoorzaam te zijn. Wij verlangen om de wegen van de Eeuwige te volgen, dat allemaal begint in ons denken. …en ben niet goddeloos afgeweken van mijn God, omdat we God vertrouwen, bekeren we van de zonde. Dus als we van God afstand nemen zijn we in een staat van geen berouw. Dus als we in een staat van bekeren blijven nemen we afstand van zonde, ontdoen we ons van de zonde, en we zijn niet goddeloos afgeweken van God omdat we ons bekeren. Nou, niet van God afwijken betekent dat we ons bekeren en we blijven vechten tegen onszelf. Van God afwijken betekent onbekeerde zonde. Omdat we deze relatie niet aan kunnen gaan met God vanwege onbekeerde zonde. We moeten blijven vechten tegen onszelf voor de rest van ons fysieke leven.
Verandering Gaat Komen, Deel 1
13
Vers 23 – want al zijn verordeningen stonden mij voor ogen en van zijn inzettingen week ik niet af. Dus hij is gehoorzaam. Hij verlangt ervoor te kiezen gehoorzaam te zijn. Hij verlangt te kiezen om Gods wetten te gehoorzamen, Zijn inzettingen, en Zijn Geboden. Vers 24 – maar ik was onberispelijk voor Hem (voor Yahweh Elohim), omdat het God in hem was, hij had deze intentie of dit verlangen om God gehoorzaam te zijn, om tegen zichzelf te vechten. En wachtte mij voor ongerechtigheid, van zijn egoisme, van zijn zonde. De HERE heeft mij vergolden naar mijn gerechtigheid, dat is gehoorzaamheid, het verlangen te gehoorzamen, naar mijn reinheid voor Zijn ogen. Vers 26 – Jegens de getrouwe toont Gij U (Yahweh Elohim) getrouw, dat heeft betrekking op een houding. “Met de genadevolle”; we moeten deze genadevolle houding hebben. We moeten deze liefdevolle vriendelijkheid naar elkaar hebben. We moeten het in praktijk brengen aangestuurd door Gods geest. “God Zich getrouw toont.” Hij heeft dat al naar ons toe gedaan. Het feit dat Hij ons heeft geroepen en dat we het proces begrijpen van deze roeping, de bekering die erbij hoort, en de vergeving van de zonde, en de kracht van Gods heilige geest in ons, die gerelateerd is aan het hele proces van genadevol leven. “Jegens de getrouwe toont Gij U getrouw.” Nou, God heeft het al gedaan. Dit gaat om een houding die we leven of laten zien aan anderen, hetgeen genade is. Dat als iets fout gaat in een persoons leven en ze zijn oprecht in de zin van dat ze berouw tonen, nou, wij, broeders, moeten ze vergeven en verder gaan. We kunnen het niet tegen ze houden of wrok koesteren of het onthouden, dat we iets in onze geest hebben gebrand hebben dat we denken, “Ah, ze zijn altijd zo.” Nee, als ze oprecht zijn en ze eerlijk zijn en ze het juiste proberen te doen. Maar we moeten genade tonen. We moeten zachtheid en vriendelijkheid tonen aan de gene en verder gaan. Jegens de onberispelijke toont Gij U onberispelijk. Jegens de reine toont Gij U rein, hetgeen te maken heeft met oprechtheid. “Rein” betekent “schoon.” Dus “met de schone,” met degene die een schoon hart of oprecht hart, “Gij,” Yahweh Elohim, “Gij U rein toont,” hetgeen te maken heeft met motief en intentie. Maar jegens de verkeerde toont Gij U een tegenstander. Dus iemand die eigenlijk een verkeerde intentie heeft (ze zijn slinks, ze zijn niet oprecht) God zal ze op een sluwe wijze behandelen wat niet met liegen of bedrog te maken heeft. Want een slinks persoon is iemand die liegt en bedriegt en ze zijn bedriegelijk (wat betekent dat ze niet oprecht zijn), nou, God zal sluw zijn, God zal ze rechtvaardig behandelen. Omdat God ze slimmer af kan zijn. Weet je, zoveel als ze proberen om bedriegelijk en ze proberen om slinks te zijn en hun motieven zijn incorrect, Gods motieven zijn altijd rein. Nou, God zal Zichzelf tonen, God zal een bepaalde manier naar ze toe leven, hetgeen zal zijn van hogere intellegentie. God is niet bedrieglijk. Er is geen bedrog in God. God hoeft niet voor de gek te houden of iets tonen dat vals is. Het ellendige volk verlost Gij. Dit verwijst naar ons, God zal het ellendige volk verlossen. En uw ogen zijn tegen de hovaardigen, gij zult hen vernederen. Dit is waar we heen gaan. De verandering die er komt gaat hierom, de nederige en de hoogmoedigen. Want God zegt dat Hij tegen de hoogmoedigen is en Hij gaat de hovaardigen (hoogmoedigen) naar beneden halen om ze tot vernedering te brengen, om ze tot bekering te brengen. “Het ellendige volk verlost Gij.” Nou, wij, broeders, zouden die nederige mensen moeten zijn. Wij zouden de nederigen zijn want we hebben Gods heilige geest en we vertrouwen op God, we hebbens ons vertrouwen op God geplaatst en God is voor ons. Dus God zegt dat Hij ons zal redden, verwijzend naar iets op geestelijk vlak. Het betekent niet fysiek. Hier verwijst David naar iets fysieks de manier waarop hij deze dingen zegt, dat God de nederige gaat redden. Als we dat op geestelijk vlak bekijken, dat wij broeders, wij de nederige mensen zijn, omdat we verdrukt zijn; we vernederen onszelf. Omdat het woord daar, “nederig,” betekent “ het vernederde volk. ‘Het vernederde volk verlost Gij.” Nou, wij verdrukken onszelf door onze gedachten te controleren. Daarom, als we dat doen dan verdrukken wij onszelf. Onze gedachten controleren, ze op een lijn met God brengen, we demonstreren nederigheid omdat we onszelf verdrukken. We brengen zelf naar beneden.
Verandering Gaat Komen, Deel 1
14
“Maar.” Het tegenovergestelde daarvan is iedereen die niet tegen zichzelf vecht, die zichzelf niet verdrukt, als ze niet nederig zijn in hun houding. “Maar,” degene die niet vechten, “Gods ogen zijn tegen de hovaardigen,” dat zijn degene die trots zijn. Nou, God kent ze. God is zich van hun bewust. “Gij zult hen vernederen,” hen vernederen zal. God zal Zijn grote macht laten zien dat Hij het vermogen heeft om de mensheid te vernederen. Deze verandering die komt is omdat de mensheid moet veranderen. De mensheid moet veranderen. Er is grote fysieke verandering opkomst allemaal met als doel geestelijke verandering. Grote fysieke verandering gaat er plaatsvinden in mensen hun leven net zoals het in Jozefs leven ging, alles voor een geestelijke uitkomst. Deze geestelijke uitkomst zal uitgevoerd worden door degene die God toelaat om te leven in, die God zal kiezen te leven in het Millennium. En dan neemt de echte verandering plaats door de kracht van Gods heilige geest. De regering van Jezus Christus en de 144.000 is een grote verandering. Het is een gigantische verandering, iets dat de mensheid niet kan bevatten, zelfs niet over kan nadenken. Te bedenken dat alles wat er bestaat vandaag de dag, ondersteund door Satan (het is Satan’s systeem, hij is de de overste van de macht der lucht, de heerser van deze huidige tijd), dat hij verwijderd zal worden? Nou, dat is een grote verandering! Als je het hebt over verandering gaat komen, de grootste verandering die gaat komen is geestelijk. Omdat de verwijdering van Satan en de demonen een fysieke uitkomst zal hebben, wat een fysieke verandering is, omdat de invloed niet aanwezig is. Maar het is een geestelijke verandering eerste instantie. De terugkomst van Jezus Christus naar deze aarde, (ondersteund door Gods), met de 144.000 is een grote en gigantische verandering dat de menselijke geest niet kan bevatten op dit moment. Het is niet mogelijk. Wij, in het Lichaam van Christus, de Kerk van God, geloven dat deze verandering komt, maar kunnen we het allemaal volledig bevatten? Kunnen we over deze komende periode de hoeveelheid verandering en alle veranderingen begrijpen op fysiek vlak, allemaal met een geestelijke uitkomst? De geestelijke uitkomst is de mogelijkheid voor de mens om vernedert te worden zodat ze veranderd kunnen worden, hun denken, dat ze zichzelf kunnen verdrukken (ondersteund door Gods heilige geest), en dat God tegen de hoogmoedigen zal vechten, wat Hij zal doen tijdens de komende periode en de dag des HERE. Die plaats zal vinden. Dan zal de grootste verandering van allen plaatsvinden, de verwijdering van Satan en de uitvoering van de rechtvaardigheid op deze aarde. Dat is een grote verandering! En onze geest kan het vaag zien, maar de realiteit is hoevaak we ook de bijbel lezen en geloven dat we al deze dingen begrijpen, totdat we het hebben geleefd, totdat we in deze situatie van deze ellende zijn geplaatst, met de terugkomst van Jezus Christus naar deze aarde als uitkomst en de uitvoering van Gods manier van leven op deze aarde voor 1100 jaar, we kunnen het maar kort begrijpen. We kunnen het maar kort verbeelden. We kunnen het geloven en vertrouwen we erop dat God het gaat vervullen, maar kunnen we het echt zien? Nou, het antwoord is dat we niet kunnen. We kunnen het geloven maar niet volledig zien. We zien het vaag. Omdat we het moeten leven. Net als de verandering die er komen gaat op fysiek vlak, kunnen we er min of meer op voorbereiden, maar de realiteit is dat wanneer we erin zitten zullen we net als Jozef beneden in de kuil zijn, omdat de geest zal razen. We zullen weten dat God het doet, dat we op God kunnen vertrouwen, en dat Hij ons kracht is, dat Hij onze Redder is en Hij gaat zich over ons waken, dat Hij met ons is omdat wij Zijn volk zijn en wij ons hebben vernederd voor Hem, en we begrijpen dat, maar we zullen nog steeds erdoor heen moeten. Er gaat heel veel pijn en verdriet zijn in deze wereld en we gaan er beinvloed door raken. En de wereld zal liegen; de wereld zal allerlei dingen doen. Ze zullen vechten to het einde. Omdat dat de menselijke geest is, het zal vechten tot het einde. Het zal God tot het einde toe weerstaan. De mensheid zal God tot het einde toe weerstaan. En we zien dat door de bijbel.
Verandering Gaat Komen, Deel 1
15
Hier staat het in vers 28, “Gij, (God, Yahweh Elohim), verlost het ellendige volk,” het verdrukte volk. Dat zijn wij, broeders. We kunnen gered worden en we we worden nu gered. Het betekent niet noodzakelijk fysiek, maar geestelijk is dat God’s doel en intentie. Maar het tegenovergestelde daarvan is dat Gods ogen, God zich bewust is van de hoogmoedigen. God kent de hoogmoedigen. Hij weet het. En hij weet hoe hij ze nederig moet maken. En hij zal ze laag brengen. Nou, dat is de periode die we nu meemaken. Deze bijbel zal tot leven komen meer dan we hebben kunnen inbeelden, dat het nederig volk (Gods volk), degene die God nederig maakt en gekozen hebben zichzelf te vernederen, verdrukken zichzelf zodat ze zelf niet kunnen opheffen hoogmoedig te worden, maar om nederig te zijn, kiezen om nederig te zijn (ondersteund door Gods heilige geest), de mensen waarmee God zal werken, God zal gebruiken en Hij zal ons redden. God zal ons redden, broeders, op geestelijk vlak. Maar het tegenovergestelde daarvan is dat we gaan zien. We gaan een gigantische verandering zien plaatsnemen, omdat God’s ogen op de hoogmoedigen zijn en Hij heeft de mogelijkheid ze laag te brengen. Nou, dat is de komende periode. De hooghartigen, de hoogmoedigen zullen laag gebracht worden. De mensheid zal laag gebracht worden. En om door dit nederig proces heen te leven voor de mensheid zal heel, heel moeilijk zijn. Het zal zijn als Jozef in de kuil en dan weer eruit gehaald worden en dan verkocht worden als slaaf, omdat het een grote verandering is! Niet dat we als slaaf verkocht gaan worden, omdat we er uit zijn gekomen, maar de verandering die plaats vind en de dingen die om ons heen gebeuren, we zijn zo gezegend dat we de waarheid kennen. We kennen nu het einde. We kennen de uitkomst ervan maar we gaan nog steeds erdoor heen moeten en het zal niet gemakkelijk zijn. Het zal niet gemakkelijk zijn voor God’s mensen. Het zal voor niemand in deze wereld gemakkelijk zijn. Vers 29, Want Gij (Yahweh Elohim) zijt mijn lamp, O Here; en de Here doet mijn duisternis opklaren. Vers 30 – Met U immers loop ik op een legerbende in; met mijn God spring ik over een muur. Maar voor El, (maar voor God) Zijn weg is volmaakt. Er is geen smet. Des Heren woord is zuiver; het staat vast, het kan erop vertrouwd worden. Hij is een schild voor allen die bij Hem schuilen. David zegt hier dat zijn kracht God is. Hij vertrouwt op God. En Gods woord wijst de weg, wijst de weg voor de menselijke geest, en de wet, de Geboden zijn Zijn kracht. En het komt door God dat hij deze kracht heeft. Omdat hij in vers 30 zegt, “Met U,” door met U, door God, door God die in ons woont, “Ik (David) loop op een legerbende in.” dus hij kan vechten tegen zichzelf. Hij kan vechten tegen Zijn vijanden. “met mijn God spring ik over muren.” We hebben deze grote geestelijke kracht – geen fysieke kracht, grote geestelijke kracht zodat wanneer verandering komt we deze geestelijke kracht hebben om deze relatie met God te hebben, om te weten wat God aan het doen is. Een van de krachten die we hebben (de kracht van God in ons, God in ons)… een van de krachten die we hebben is dat we begrijpen, hoewel vaag in bepaalde gebieden, maar we begrijpen het, we weten wel wat God aan het doen is. We weten waarom dingen gebeuren. Omdat de wereld het niet wil. De wereld wil niet. Er zijn velen in de wereld die geen idée zullen hebben wat God aan het doen is. Ze zullen het niet weten. Maar er zijn er velen die het zullen weten. Ze zullen een kans hebben gehad een getuige te hebben. Maar er zullen velen zijn die niet zullen. Ze zullen niet begrijpen. Ze zullen niet weten waarom de verandering plaats neemt. Ze zullen fysieke dingen zien en ze zullen weten dat er oorlog is en ze zullen weten dat er grote ellende is en iedereen zal heel erg gefocust zijn op fysieke persoonlijke overleving. Nou, we hebben een afzonderlijke kracht. We hebben een kracht om tegen een legerbende in te lopen. We hebben die kracht. Nou, die legerbende – en we kijken er nu naar op een geestelijk vlak – we hebben de kracht met God, “met U immers, Yahweh Elohim, loop ik op een legerbende in.” Wij kunnen vechten tegen Satan en zijn demonen. We kunnen vechten tegen onszelf. We kunnen op
Verandering Gaat Komen, Deel 1
16
een legerbende inlopen. Een hoopje van hun daar, nou, we kunnen tegen ze vechten vanwege God’s grote kracht in ons. “met mijn God spring ik over een muur.” Ja, we kunnen de zonde overkomen. We hebben deze enorme kracht van God, dat we zijn geroepen in een relatie met God om tegen zelf te vechten, daarom, kunnen we over een muur springen, we zijn sterk. We hebben God in ons wat onze kracht is. We vertrouwen op God. We geloven God. Dat is onze kracht. Verse 31 – Gods weg is volmaakt. er is geen vlek. De rede des HEEREN is doorlouterd, staat al vast. Dus God zegt dat Hij een familie zal hebben, God zal een familie hebben. Gods woord is betrouwbaar. Het is betrouwbaar. Het is bewezen. Het staat vast. En daarom, wat God in zijn woord heeft vast staan zal gerealiseerd worden. “Wat betreft God, Hij is perfect. Het woord van de Eeuwige is bewezen. Hij is een schild (Hij is een verdediger) voor allen die Hem vertrouwen.” Nou, dat zijn wij. God beschermt ons. God is voor ons, net als Hij voor Jozef was. God was met Jozef, God is met ons. Vers 32 – Want wie is God, “Wie is Elohim,” behalve de HEERE, (behalve Yahweh)? Er is maar een ware God. “Want wie is God behalve de HEERE? Dat is de vraag. Nou, we kennen Yahweh Elohim. We kennen hem. Op dit moment weet de wereld het niet. De kerken die verspreid zijn weten het niet. Maar wij wel. We kennen Yahweh Elohim persoonlijk. We kennen de enige ware God. We kennen zijn plan. We weten wat Hij voor ons heeft gedaan. Welke kracht is dit om te weten wie God is? Om te weten dat Hij van ons houdt? Om te weten dat Hij ons gaat beschermen, dat Hij een plan voor ons heeft? Dit is geweldige kennis en het is een geweldige kracht waar we op kunnen vertrouwen. We kunnen op Yahweh Elohim vertrouwen. “Want wie is God, behalve de HEERE?” En wie is een rotsteen, behalve onze God? Dat is de vraag. Nou, er is niets anders om op te vertrouwen. Als we op wat anders vertrouwen is dat een dwaze vertrouwen. Als we op het fysieke vertrouwen, is dat dwaas. Al het fysieke gaat voorbij. We kunnen er niet op vertrouwen. Het gaat ons niet redden. Alhoewel we wel een voorraad moeten hebben zoals we aangemoedigd zijn te doen, en het bij houden omdat er een tijd zal komen waar verandering ons zal beinvloeden. Een periode, over een tijd, voor een bepaalde tijd, ja, er gaat een verandering komen in de fysieke omstandigheden en eten zal belangrijk zijn gezondheid zal belangrijk zijn. Die dingen zijn belangrijk. Aan het eind, “ Want wie is God, behalve de Here? Wie gaat ons lichamelijk en geestelijk redden behalve God? Zo dat is de vraag. Er is maar een Yahweh Elohim. Er is maar een God. Er is geen andere god dan Hem. Niemand heeft de kracht als Hij. Zoals we gelezen hebben in het boek van Job, over alle dingen die God kan doen, de macht die God heeft. Dus wie is onze kracht? Nou, God is sonze kracht. “Wie is mijn kracht en macht?” God in ons. De macht van Gods heilige geest in ons is onze kracht. Dat is onze bescherming. God is onze Hoge Toren. God is onze kracht. God is onze bescherming. Dus wanneer alle verandering die er komen gaat plaatsvind moet we terug naar de kracht die we hebben. Dit is wie we moeten vertrouwen, Yahweh Elohim. De macht over leven en dood is bij God. De macht over geestelijk leven is bij God. En hij heeft mijn weg volkomen geopend. Het is God die ons wegen puur of schoon maakt, dat wordt gedaan door bekering. Hij maakt mijn voeten gelijk als der hinden, God is degene die ons snel maakt, snel in denken, snel in gedachten, en stelt mij op mijn hoogten. Hij leert mijn handen ten strijde, zodat een stalen boog met mijn armen verbroken is. Zo dit is oorlog die er gaande is. Hij praat over iets hier dat betrekking heeft op fysieke oorlogvoering. Nou, we kunnen hiernaar kijken en zeggen dat de geestelijke oorlogvoering die we hebben door Gods grote macht komt. Het is God’s heilige geest die in ons leeft die ons toont, die ons leert hoe oorlog te voeren, te vechten tegen onze egoisme, te vechten tegen Satan en Zijn demonen. En het is God die ons kan helpen vechten. Het is God in ons die ons helpt vechten. Dus deze geestelijke oorlogvoering die we hebben, die we elke dag op ons nemen, wordt aangedreven door Gods heilige geest. “God is mijn sterkte en kracht. En mijn weg effen maakt.” Omdat het God in ons is die de werken verricht.
Verandering Gaat Komen, Deel 1
17
Vers 36 -‐ Ook hebt Gij mij gegeven het schild Uws heils. Wat we begrijpen van Efeziers 6 wat dat schild van heil is. We begrijpen dat we de hele wapenrusting van God aan moeten nemen, en dat is allemaal geestelijk denken of geestelijke details van het leven. En door Uw verootmoedigen hebt Gij mij groot gemaakt. Dit is God in ons die ons groot maakt. Het is Gods heilige geest die in ons leeft en ons maakt wat we zijn. Vers 37 – Gij hebt mijn voetstap ruim gemaakt onder mij ; en mijn enkelen hebben niet gewankeld. Het is God die ons ondersteund. Het is God die om ons geeft. Het is God die ons door deze verandering heen zal helpen. Ik vervolgde mijn vijanden, en verdelgde hen. Onze vijanden zijn de zonden. Dus we hebben de zonde in ons leven achtervolgd en wij hebben ons ervan ontdaan door bekering. En keerde niet terug, dus we keerden niet terug naar die zonde, totdat ik ze verdaan had. Dus we moeten niet op geven. Wij moeten nooit op geven. We moeten nooit terug gaan. We moeten niet om keren en terug gaan naar de wijze van de wereld, de manier van denken, deze leugen, deze leugens en bedrog die in ons kunnen leven. We moeten zoeken om van de zonde af te komen. We moeten nooit opgeven. Wanneer fysieke verandering gaande is zal er verwarring zijn in de geest op lichamelijk vlak. Wat moeten we doen? Hoe moeten we het doen? De sleutel hiertoe is nooit van God af te keren, nooit afkeren van de zonde te overwinnen. We moeten nooit opgeven totdat het volledig vernietigd is. Wanneer is het volledig vernietigd? De zonde zal totaal vernietigd worden aan het eind. Dus gedurende ons hele leven moeten we altijd ons afdoen van de zonde, en we moeten nooit opgeven te vechten tegen ons eigen egoisme. Vers 39 – en ik verteerde hen, en doorstak ze. Ja, wij verwonden hen. Soms vernietigen we bepaalde houdingen van zonde, denkwijze, en het kan vervangen worden met Gods denken, dat is het vernietigen. Want wanneer we egoisme of de denkwijze van egoisme vernietigen hebben we het vernietigd en heeft God het vervangen met de macht van Zijn denkwijze. “en verwonden hen,” want er zijn vaak dingen waarvan we denken ze te hebben vernietigd, maar we ze slechts verwond hebben. We dachten dat we van ze af waren en we wilden niet meer op die manier denken, maar in een bepaalde situatie geplaatst denken we weer op die manier. Het is alleen maar gewond en het komt terug; het leeft nog steeds in ons. Dat zij niet weder opstonden; dus ze zijn gewond dus kan het zichzelf weer optrekken. Maar zij vielen onder mijn voeten, dat is deze bekering of door bekering. We kunnen zonde in ons leven vernietigen door bekering. En als we zonde hebben en we bekeren en het komt terug (omdat het aanwezig is en het kan een tijdje gewond zijn geweest, het kan terugkeren, zonde kan weer terugkeren in ons) nou, we kunnen het de kop indrukken door bekering zodat het niet weer opstaat. Want Gij omgordde mij met kracht ten strijde, dat verwijst naar de macht van Gods heilige geest. Gij deed onder mij nederbukken, die tegen mij opstonden. En Gij gaaft mij den nek mijner vijanden, mijner haters, en ik vernielde hen. Wij begrijpen wie ons echt haat. De mensheid, ja, ze zijn misschien vijandig naar ons toe en haten ons, tot een bepaalde hoogte, net als wat de broers deden met Jozef waar ze hem haatte en verachten en op hem neerkeken en echt van hem afwilden en hem een les leren omdat ze vonden dat hij gewoon een wijsneus was, dus “Wij zullen hem een les leren.” Nou, niet anders hier, broeders, dat mensen ons wel degelijk haten en verachten. Dit verwijst naar degene die ons haten op geestelijk vlak – Satan en de demonen. Ze haten ons echt. In vers 41 hier waar het staat dat David heeft gezegd dat, “Gij (God), gaaft mij den nek mijner vijanden”, dat is dat hij de mogelijkheid heeft om ze te vernietigen en om van ze af te komen. Nou, wij hebben hetzelfde. “en ik vernielde hen die mij haten.” Nou, we doen dat door bekering. En er komt een tijd aan waarbij ze verwijderd zullen worden (aan het einde van 6.000 jaar zelfbestuur van de mens worden ze verwijderd), en echt vanaf dat punt zijn ze vernietigd omdat ze helemaal geen invloed op de mensheid hebben. Maar hun einde is aan het eind van 7.100 jaar waar ze vernietigd
Verandering Gaat Komen, Deel 1
18
zullen worden. Zij zagen uit, maar er was geen verlosser, naar den HEERE, maar Hij antwoorde hun niet. Omdat het God is die de rechtvaardigen red. God zal niet de goddelozen redden, maar God zal de rechtvaardigen redden. Toen vergruisde ik hen als stof der aarde, ik stampte ze, ik breidde hen uit als slijk der straten. Met andere woorden, hij vernietigde hen. Ook hebt Gij mij uitgeholpen van de twisten mijns volks. Wat te maken heeft met twisten of angst. Dat er twist onder de mensen was en hij zegt, nou, hij is ervan verlost. Hij hebt mij bewaard tot een hoofd der heidenen. Hij was koning. Hij was koning van Israel. Het volk, dat ik niet kende, heeft mij gediend. Vreemden hebben zich mij geveinsdelijk onderworpen. Dus hij heeft nu de strijd gewonnen en hij regeert. “vreemden hebben zich mij geveinsdelijk onderworpen”. Zo haast als hun oor van mij hoorde, hebben zij mij gehoorzaamd. Vreemden zijn vervallen, en hebben zich aangegord uit hun sloten. De HEERE leeft! En geloofd zij mijn Rotssteen! En verhoogd zij God, de Rotssteen mijns heils! De God, die mij volkomene wraak geeft, en de volken onder mij nederwerpt. En die mij uitvoert van mijn vijanden, en Gij verhoogt mij boven degenen, die tegen mij opstaan, Gij redt mij van den man alles gewelds. Daarom zal ik U, o HEERE, loven onder de heidenen, en Uw Naam zal ik psalmzingen. Vers 51 – Hij is een Toren der verlossingen Zijns konings, dat is David. God is David’s KONING,en Hij doet goedertierenheid aan Zijn gezalfde, dat verwijst naar David. God toont genade naar hem toe net als God naar ons toe genade toont. …aan David en aan zijn zaad, tot in eeuwigheid. We kunnen deze principes nu toepassen op onszelf, dat we God danken, Yahweh Elohim, omdat Hij ons heeft opgetrokken, Hij heeft ons uit Babylon geroepen, uit de verwarring (geestelijke verwarring) en Hij geeft ons een mogelijkheid om gedurende de verandering die er komen gaat te leven, deze gigantische verandering die er gaat plaatsvinden in de levens van de mensheid – de hele mensheid – inclusief wij. Er is grote fysieke verandering opkomst en we moeten geestelijk veranderen gedurende deze periode. Want als we opgeven geestelijk te veranderen, is het allemaal tijdverspilling. Dus ongeacht welke fysieke verandering over ons heen komt en invloed op ons zal hebben, net als Jozef in de kuil, net als Jozef in slavernij, moeten we op God vertrouwen. We moeten voortzetten tegen ons egoisme te vechten. We moeten scherp blijven tegen onszelf, tegen verkeerd denken, het hebben van verkeerde motieven en verkeerde intenties, het niet willen zelf te redden, maar verlangen zelf te vernietigen zodat we God kunnen dienen, zodat God in ons kan blijven leven.
Verandering Gaat Komen, Deel 1
19