III Technische gegevens Type afzuigkap KD9560.0E
Kenmerken Voedingsspanning Ventilatormotor Verlichting Aantal vetfilters Snelheidstrappen Breedte [cm] Diepte [cm] Hoogte [cm] Uitlaat [ø mm] Capaciteit [m 3/h] Vermogen [W] Bedrijfsgeluid [dBA] Nettogewicht Versies Kleur
AC 230V ~50Hz 1 Halogeenlampjes 2x20W 1 4 90 36 1274-1634 150 of 120 Max 900 240 Max. 52 32 kg Luchtafvoer of luchtcirculatie RVS INOX mat
IV Gebruiksomstandigheden 1. De afzuigkap is bedoeld om kookdampen naar buiten af te voeren en dient op een geschikt ventilatiekanaal te worden aangesloten (niet aansluiten op schoorsteen-, rook- of verbrandingsgaskanalen die in gebruik zijn). 2. De minimale afstand tussen de kookplaat en de onderzijde van de afzuigkap dient 450 mm te bedragen. 3. Geen open vuur onder de afzuigkap laten branden; tijdens het afhalen van kookpotten, pannen etc., de kleinste vuur instellen. 4. Bij gebruik van oliën en vetten constant opletten en niet weglopen omdat door oververhitting brand kan ontstaan. 5. Het is belangrijk het vetfilter van de afzuigkap ten minste om de 2 maanden schoon te maken. Anders kan ten gevolge van vetafzetting brandgevaar ontstaan. 6. Voor elke reiniging, filter vervanging of reparaties de stekker van het apparaat uit het stopcontact trekken. 7. Wanneer er zich in dezelfde ruimte als de afzuigkap ook andere toestellen bevinden die niet elektrisch worden gevoed, zoals gas, olie- of kolen- kachels, geisers, boilers, warmwaterketels, dient er voor voldoende ventilatie (luchttoevoer) te worden gezorgd. Ongevaarlijk gemeenschappelijk gebruik van de afzuigkap en schoorsteengebonden toestellen is alleen gewaarborgd, indien de onderdruk in de ruimte maximaal 0,004 mbar is (dit geldt niet wanneer de afzuigkap voor luchtcirculatie wordt gebruikt). 8. Bij aansluiting op het 230V-elektriciteitsnet moet het apparaat via een geschikte stopcontact worden aangesloten.
V Montage Het wordt aanbevolen om de installatie van het apparaat door een erkend elektro-installateur te laten uitvoeren. Om de afzuigkap te monteren, moeten de volgende handelingen uitgevoerd worden:
11.
Markeer op de muur op de juiste hoogte de bevestigingsgaten en plaats de pluggen die met de gaten overeenkomen. 12. Hang het kaplichaam A op. 13. Sluit de afzuigkap op het ventilatiekanaal aan. 14. Sluit de afzuigkap op het elektriciteitsnet aan. 15. Monteer de telescopische schouwpijp.
1. Montage van de afzuigkap 1). Trek een verticale lijn op de muur die door het midden van de kookplaat loopt, 2). Plaats de afzuigkap tegen de muur. Zorg ervoor dat hij mooi in lijn ligt met de verticale lijn op de muur en dat de aanbevolen afstand tussen de onderkant van de afzuigkap en de kookplaat wordt bewaard. Maak de afzuigkap voorlopig waterpas, teken op de muur de afstand tussen de te boren gaten af, 3). Leg de afzuigkap opzij. Boor de gaten op de gemarkeerde plaatsen met een boor met een diameter die overeenkomt met de bevestigingspluggen G en H. Sla de pluggen in de muur en schroef vervolgens de afzuigkap aan de muur vast (voor meer stabiliteit kunnen ook de bijkomende gaten in het midden van het achtergedeelte van de afzuigkap worden gebruikt), 4). Monteer, altijd indien mogelijk, een geschikte buis, pijp etc. om de lucht naar het ventilatiekanaal af te voeren, 5). Plaats de telescopische schouwpijp op de opgehangen afzuigkap. Door het onderste deel van schouwpijp vast te houden, schuif het bovenste deel uit tot de gewenste hoogte en markeer de maximale uitgeschoven lengte. Haal de schouwpijp eraf. 6). Plaats de ophangbeugel E van de bovenste schouwpijp tegen het midden lijn (Fig. 1),
7). Teken op de muur de afstand tussen de te boren gaten af. Boor de gaten in de muur met een boor met een diameter die overeenkomt met de meegeleverde bevestigingspluggen. 8). Plaats de bovenste schouwpijp en maak hem met de juiste schroeven vast aan de onderste schouwpijp en de ophangbeugel, 9). Sluit de afzuigkap op het elektriciteitsnet aan. 2. Aansluiting op het elektriciteitsnet en controle van de werking Controleer na het aansluiten op het elektriciteitsnet (onder de eerder gestelde voorwaarden) of de kapverlichting werkt en of de motor goed loopt. Na het installeren van de afzuigkap moet de stopcontact toegankelijk blijven om de stekker uit te kunnen trekken. 3. Het instellen van de bedrijfsmodus 3.1 Het instellen van de bedrijfsmodus met luchtafvoer Bij gebruik van de afzuigkap met luchtafvoer wordt de kookdamp naar buiten geleid via een speciaal kanaal. Bij deze instelling moeten de eventueel aanwezige koolstoffilters worden verwijderd. De afzuigkap wordt op de luchtafvoeropening aangesloten met behulp van een onbuigzame leiding of een flexibele buis met een diameter van 150 of 120 mm en speciale klemmen voor buizen die in een winkel met installatie-materiaal moeten worden aangeschaft. De aansluiting dient door vakkundig personeel te worden uitgevoerd. 3.2 Het instellen van de bedrijfsmodus met luchtcirculatie Bij deze optie komt de gefiltreerde lucht terug in de keuken via de roosters aan beide kanten van de bovenste schouwpijp. VI Bediening en onderhoud Bij luchtcirculatie moet een koolstoffilter worden gebruikt en het wordt aanbevolen om een luchtuitblaas-deflector te monteren. 3.3 Snelheden van de ventilator De laagste en de middelste snelheden worden bij normale omstandigheden en een lage intensiteit van de kookdampen toegepast. De hoogste snelheid moet alleen bij hoge kookdampconcentratie, bv. bij bakken of grilleren worden toegepast. 1. Gebruiksveiligheid Neem alle in deze gebruiksaanwijzing vermelde veiligheidsvoorschriften onvoorwaardelijk in acht!
Maak vetfilters en actieve koolstoffilters schoon of vervang ze na de door de fabrikant aanbevolen periodes of vaker bij intensief gebruik (meer dan 4 uur per dag). Laat bij gebruik van een gasfornuis GEEN open vuur onder de afzuigkap branden. Zet tijdens het afhalen van kookpotten, pannen etc. van het gas de gaspit op het kleinste vuur. Controleer altijd of de vlam niet buiten de kookpot (pan etc.) uitsteekt omdat dit voor onnodig energieverlies en gevaarlijke warmteconcentratie zorgt. Gebruik de afzuigkap niet voor andere doeleinden dan waarvoor hij bestemd is. 2. Bediening 2.1 Bedieningspaneel De werking van de afzuigkap wordt gecontroleerd door middel van een gecombineerde schakelaar (Fig. 5) - Toetsen "–" en "+" - dienen om de snelheid van de ventilator in te stellen, - Toets "+" - om de snelheid van de ventilator te verhogen - Toets "–" - om de snelheid van de ventilator te verlagen Houd deze toets ca. 2 seconden ingedrukt om de motor in elke stand uit te schakelen. Timer toets en Ventilator toets "T" - dient om de uitschakeltijd van de ventilator te programmeren - houd de letter "T" ingedrukt om de toetsenbord te blokkeren (deze functie is handig bij het schoonmaken van de afzuigkap) - dient om de knipperende letter "F" of "C" en de afzuigkapvergrendeling te annuleren - Verlichting toets "L" - dient of de verlichting in de afzuigkap in- en uit te schakelen, onafhankelijk van de werking van de motor. Druk kort op deze toets om de verlichting in of uit te schakelen, druk deze toets voor ca. 2 seconden om de verlichting van het maximale niveau naar een lager niveau in te schakelen
2.2. Programmafunctie Programmafuncties. · Timer. Het is mogelijk om automatische uitschakeling van de ventilator te programmeren op een willekeurig gekozen tijd binnen het bereik van 10 tot 90 minuten op tijdafstanden van 10 minuut. Om de programmafunctie te starten, schakel de motor van de afzuigkap in de gewenste trap met de toets + in en druk vervolgens op de timer toets. Op het display verschijnt een knipperend cijfer "0" dat aangeeft dat de besturing zich in de tijdprogrammering modus bevindt. Kies de tijd van automatische uitschakeling van de motor met behulp van de toets "+". Let op: om de uitschakelvertragingstijd van de motor te berekenen moet u het op het display weergegeven cijfer met het tijdsinterval van 10 minuten vermenigvuldigen (bv. cijfer 1=10 min, cijfer 2=20 min, cijfer 3=30 min, etc.). Na het instellen van de uitschakelvertragingstijd moet deze worden bevestigd door opnieuw op de Timer toets te drukken, daarna stopt het display met knipperen en geeft de eerder ingestelde trap weer, de knipperende punt naast de trap-aanduiding geeft aan dat het aftellen van de uitschakeltijd van de motor is geactiveerd. Om van de automatische uitschakeling van de motor af te zien moet u nog een keer op de Timer toets tijdens het aftellen drukken. Opmerking: De functie van automatische uitschakeling (Timer) moet binnen 20 seconden worden ingeschakeld, of anders, als er geen handeling wordt uitgevoerd, gaat de afzuigkap automatisch in de normale bedrijfsmodus. ·
Filter onderhoudsmelding: De afzuigkap is voorzien van een automatische meldingsfunctie die de gebruiker informeert over de noodzaak om bepaalde filters in de afzuigkap schoon te maken of te vervangen. - Melding dat het koolstoffilter vervangen moet worden - na 100 uur van de totale arbeidstijd van de afzuigkap verschijnt er op het display de letter C. De melding is automatisch en wordt weergegeven ongeacht of er filters werkelijk worden gebruikt of niet. - Melding dat het aluminium filter vervangen moet worden - na 220 uur van de totale arbeidstijd van de afzuigkap verschijnt er op het display de letter F. De melding is automatisch.
Beide functies staan de werking van de afzuigkap niet in de weg maar zolang de weergegeven letter C of F niet geannuleerd wordt, blijft het trap-cijfer (0 t/m 3) onzichtbaar. Om de melding na het vervangen of schoonmaken van een filter te annuleren, moet op de Timer toets worden gedrukt. ·
Besturingsblokkering. De afzuigkap is voorzien van een praktische blokkeringsfunctie tegen toevallig inschakelen van de besturing tijdens reiniging. Raak de Timer toets aan en houd uw vinger ca. 3 seconden erop om de besturingsblokkering in/uit te schakelen. ·
Verlichtingsdimmer. De afzuigkap is ook voorzien van een functie waarmee de lichtsterkte kan worden ingesteld. Er zijn 3 lichtsterkteniveaus mogelijk: maximaal - na het inschakelen van de verlichting, gemiddeld - houd de verlichting toets L ca. 2-3 sec., minimaal houd de verlichting toets L alweer ca. 2-3 sec. De elektronische componenten worden beveiligd door een zekering 250V -1,6A / snel (glaszekering 5x20). 3. Onderhoud Regelmatig onderhoud en reiniging van het apparaat zorgen voor optimale en storingsvrije werking van de afzuigkap en verlengen zijn levensduur. Het is in het bijzonder belangrijk dat de vetfilters en actieve koolstoffilters (indien gebruikt) overeenkomstig de aanbevelingen van de fabrikant worden 3.1 Metalen vetfilters vervangen. De vetfilters zijn onder de decoratieve afdekkap gemonteerd. Trek de afdekkap naar buiten zoals te zien op de afbeelding hieronder om hem te openen. 1. Reiniging. De vetfilters dienen minstens 1 keer per maand te worden schoongemaakt. De vetfilter kan in een afwasmachine of met de hand worden gereinigd met behulp van een mild detergent of vloeibare zeep. 2. Uithalen/Vervangen (Fig. 6). Om de filters uit te halen: a) open de filterafdekkap, b) maak de vergrendeling van het aluminium filter los, c) maak de vergrendeling van het vetfilter los.
3.2. Koolstoffilter 3. Werking. Koolstoffilters worden alleen gebruikt als de afzuigkap niet op het ventilatiekanaal is aangesloten. Filters met actief kool blijven geuren adsorberen totdat zij verzadigd worden. Ze kunnen niet worden gereinigd of geregenereerd en dienen vervangen te worden minstens om de 2 maanden of vaker bij bijzonder intensief gebruik. 2. i) j) k)
Vervanging. Neem het koolstoffilter uit de verpakking Haal het vetfilter uit de afzuigkap. Steek de kunststof knipsluitingen van het koolstoffilter onder het frame van het aluminium filter, (zie Fig. 7, ook de afbeelding op de filterverpakking). l) Plaats het vetfilter opnieuw in de afzuigkap.
3.3. Verlichting. De 20 Om f)
verlichtingsinstallatie bestaat uit twee halogeenlampjes van W. de halogeenlamp te vervangen: Til de ring die het glas van de halogeenlamp vasthoudt (Fig. 8) op met behulp van een plat gereedschap of een schroevendraaier. Trek hem uit en houd hem daarbij vast. g) Vervang de halogeenlamp, gebruik makend van een doek of papier. h) Zet de ring weer terug samen met het glas in door de handelingen in de omgekeerde volgorde te verrichten.
Opmerking: Let erop dat u de nieuwe halogeenlamp niet direct met uw vingers aanraakt!
3.4. Reiniging Gebruik bij reiniging van de afzuigkap GEEN: · natte doeken of sponsen of waterstraal. · oplosmiddelen of alcohol. Zo voorkomt u dat de gelakte oppervlakken mat worden. · bijtende stoffen, in het bijzonder voor reiniging van roestvrijstalen oppervlakken. · hard, ruw doek. Het wordt aanbevolen om speciale reinigingsmiddelen voor chroomnikkel en glazen oppervlakken te gebruiken die bij winkels voor huishoudelijke artikelen verkrijgbaar zijn.