Vennootschapsbelasting ( aanslagjaren 2010 en 2011 )
Docent : Maertens Frank E.A. Inspecteur diensthoofd bij een fiscale administratie bijwerking 29 september 2011
Belastbare grondslag vennootschapsbelasting Basisbegrippen 1.
Wie is onderworpen ?
Alle verenigingen, groeperingen, met een eigen rechtspersoonlijkheid ( in tegenstelling tot PB waar enkel natuurlijke personen worden belast ) met maatschappelijke zetel in België ( territorialiteitsprincipe van de venn bel ; anders BNI Ven ) die een exploitatie uitoefenen : d.w.z inkomsten die in de PB als “winsten” worden omschreven genereren ( <--> RPB voor VZW zonder winstgevend doel ). 2.
Waarop belastbaar ?
Een vennootschap is principieel belastbaar op alles wat ze verkrijgt bovenop haar maatschappelijk kapitaal. In tegenstelling tot de PB zijn alle inkomsten als WINST te bestempelen, zoadat inzake ven bel geen onderscheid wordt gemaakt tussen onroerend, roerend, beroeps of divers inkomen. Ook “baten’behalers uit de PB worden in vennootschapsvorm “winst”behalers, wat inhoudt dat zij belastbaar worden vanaf het ogenblik waarop zij een definitief en vaststaande vordering hebben i.p.v. op datum ontvangsten. Inherent betekent dit ook dat alle winsten direct belastbaar zijn in het belastbaar tijdperk waarin ze worden gegenereerd ( tenzij de wet er expliciet van afwijkt, zoals bijvoorbeeld bij meerwaarden ) Een spreiding van belastbaarheid over diverse belastbare tijdperken zoals we dat kennen bij onroerende inkomsten, bestaat dus niet bij het begrip “winst” . 3.
Grondslagen vennootschapsbelasting
Wij onderscheiden twee soorten belastbare grondslagen inzake vennootschapsbelasting : -
de gewone aanslag vennootschapsbelasting : de bijzondere aanslagen inzake vennootschapsbelasting ( vak V van de aangifte )
Bij de gewone aanslag wordt de belastbare grondslag samengesteld volgens de aangifte + Aangroei belastbare reserves + Totaal verworpen uitgaven + Belastbare dividenden Fiscaal resultaat ( + / - ) - Aftrekken fiscaal resultaat Belastbare grondslag ( code 112 ) Minstens even belangrijk :
tarief ven bel en verrekenbare VA en voorheffingen !
4.
Belastbaar tijdperk inzake vennootschapsbelasting
In tegenstelling tot de PB , waar men klassiek over een kalanderjaar spreekt, wordt inzake vennootschapsbelasting het belastbaar tijdperk bepaald door de afsluitingsdatum van het boekjaar. Boekhoudjaren afsluitend op : - 31.12.jaar X
=
aanslagjaar X+1
- alle andere dagen van het jaar X = aanslagjaar X, ongeacht de duur van het boekjaar ( maximum twee burgerlijke jaren – 1 dag ) 5.
Verplichte bijlagen bij een aangifte vennootschapsbelasting en indieningdatum :
Bij een aangifte ven bel dienen gevoegd ( op straffe van eventuele ongeldigheid ) : -
afschrift van de gepubliceerde jaarrekening afschrift van het verslag van algemene vergadering die de winstverdeling goedkeurde
In gelijk welk stadium van onderzoek kunnen later nog de administratief voorgeschreven formulieren worden toegevoegd. ( zie vak XI van de aangifte Ven soc )
Wettelijk dient een aangifte ven. bel. ingediend tegen het einde van de maand volgend op die van de Algemene Vergadering die de winstverdeling goedkeurde, zonder dat deze termijn zes maand na afsluiten van het boekjaar kan overschrijden. In de praktijk echter verleent de minister van Financiën meestal om pragmatische redenen een verlenging van deze indieningtermijn. Voor het aanslagjaar 2011 gelden als uiterste indieningdata : - 15 september 2011 voor de aangiften op papier - 13 oktober 2011 voor de geïnformatiseerde aangiften via Biztax Principieel mag de uiterste datum van terugzending vermeld op de papieren aangifte, verlengd worden met één maand indien verwerkt via de biztax 6.
Uitzonderlijke aanslagstelsels vennootschapsbelasting ( vallen niet in het bestek van deze cursus ) Worden op een afwijkende wijze dan de normale vennootschap belast : Coördinatiecentra Beleggingsvennootschappen als BEVEK , BEVAK en VBS Reconversievennootschappen Zeescheepvaartvennootschappen Coöperatieve participatievennootschappen Inschakelingbedrijven , huisvestingsmaatschappijen , … ….
Vak
I
A
Belastbare reserves
Onder de fiscaal belastbare reserves worden opgenomen : 1.
2.
alle niet uitgekeerde “gereserveerde” winst ( uit de winstverdeling van het huidige en vorige boekjaren ) wettelijke reserve beschikbare reserves onbeschikbare reserves overgedragen resultaat … de in kapitaal geïncorporeerde “belastbare reserves “ n.a.v. kapitaalsverhogingen
Fiscaal blijven de geïncorporeerde reserves hun fiscale hoedanigheid verder bewaren. Deze hoedanigheid van de bedoelde reserves zal inzonderheid van belang zijn bij de vereffening van de vennootschap. Omgekeerd, wanneer bij een kapitaalsverlaging volgens de regels van de vennootschapswetgeving, enkel wordt aangerekend op WGK, dient in de vennootschapsbelasting in de gewone aanslag een correctie begintoestand van de reserves toegepast. 3. -
-
Onzichtbare reserves alle belastbare voorzieningen ( die niet fiscaal vrijstelbaar zijn ) alle belastbare waardeverminderingen ( o.a. onderwaardering voorraden, … ) alle overdreven afschrijvingen : o proratering tijdens eerste boekjaar investeringen voor grote vennootschappen ( in dagen i.p.v. maanden vanaf datum “activering”) o niet met het hoofdbestanddeel afgeschreven aankoopkosten bij een grote vap. o gewone afschrijvingsexcedenten ( te snelle afschrijvingen ) o activa in kosten ( in kosten geboekte uitgaven die fiscaal dienden geactiveerd ) overwaarderingen passiva : bijv. fictieve leveranciers, niet meer bestaande schulden,.. correctieboekingen n.a.v. fiscale controles : o.a. - terug te vorderen sommen via R/C ( omzet , VVAA, …) - eventuele “negatieve” reserves n.a.v. een controle , bij het te snel belasten van vrijgestelde gewestelijke kapitaalsubsidies of bij sale and lease back operaties …
4.
Correctie begintoestand reserves
Krachtens art. 74 K.B / WIB 92 kunnen de volgende correcties aan de begintoestand van de belastbare reserves worden aangebracht : A meerwaarde op personenvoertuigen ad 25 % of CO² gerelateerd percentage ( compensatie 25 % vroegere verworpen uitgaven ) B meerwaarden voor hun netto waarde ( na aftrek verkoopkosten ) of terugname van vroegere waardeverminderingen op aandelen . C “negatief” saldo aan belastingen dat niet op de positieve verworpen uitgaven kan worden gecompenseerd, D opname gestort kapitaal n.a.v. “regelmatige” kapitaalsverminderingen . E definitieve vrijstelling tax-shelter erkende audiovisuele werken. F de gewestelijke ( Vlaamse of Brusselse ) kapitaal en rentesubsidies : Sedert het aj. 2007 worden krachtens art 193 bis WIB de gewestelijke tewerkstellingsen beroepsoverstappremies , alsook de gewestelijke kapitaal en interestsubsidies fiscaal vrijgesteld in de vennootschapsbelasting en de BNI Ven. Sedert het aj. 2008 worden krachtens art 193 ter WIB 92, eveneens de gewestelijke steun voor onderzoek en ontwikkeling, eveneens fiscaal vrijgesteld in de vennootschapsbelasting. Deze fiscale vrijstellingen worden fiscaal verwerkt via een correctie begintoestand reserves. Op deze gewestelijke kapitaalsubsidies ( al dan niet gespreid belast ) dient dus evenmin een uitgestelde belasting uitgedrukt . Omgekeerd, wanneer de gesubsidieerde activa binnen de drie jaar vrijwillig worden vervreemd, vordert het gewest de subsidie terug. De fiscus voorziet alsdan dat het reeds vrijgesteld gedeelte van de subsidie in verworpen uitgaven wordt opgenomen ( ook nooit belast geweest ) Bij het te snel belasten van vrijgestelde gewestelijke kapitaalsubsidies ( die à rato de afschrijvingen dienen gespreid ) , zal de fiscus de te veel toegepaste vrijstelling corrigeren via een negatieve reserve. Concreet gaat het om de volgende vrijstellingen van het Vlaams Gewest : ( antwoord Fientje Moerman ) - groeipremies KMO's - kapitaalsubsidies Economische expansie voor grote ondernemingen - ecologiepremies - innovatiepremies toegekend door het I.W.T. ( Vlaamse instelling ) G de vrijgestelde winsten in het kader van art 48/ 1 WIB92 ( vanaf 01.04.2009 ) zijn de door de Rechter van Koophandel goedgekeurde - in het kader van de Wet inzake de Continuïteit van de Ondernemingen - kwijtschelding van schulden In hoofde van de Onderneming erkend in continuïteit.
Vak I B 1.
Vrijgestelde reserves
Waardeverminderingen op handelsvorderingen - stelsel dubieuze vorderingen en provisie voor verliezen - stelsel voor “klanten in faling” - art 48 WIB 92 en art. 22 tot 27 K.B. WIB 92 - fiscaal verplicht gebruik van de opgave 204.3 ( bijlage bij de aangifte ) Nieuw De gerechtelijke reorganisatie in het kader van de wet op de continuïteit van de onderneming ( in werking getreden op 01.04.2009 - vervangt de procedure van het gerechtelijk akkoord ) De waardevermindering op schuldvorderingen die in het kader van de wet op continuïteit worden toegestaan door een schuldeiser – MET goedkeuring door de rechter – zijn fiscaal onbeperkt te provisioneren ( = klanten in faling ) Bij de schuldenaar dient de “kwijtgescholden schuld” niet als een belastbare, maar als een vrijgestelde winst te worden beschouwd. ( zie correctie reserves (G) hiervoor )
2.
Provisies voor risico’s en kosten Art. 25 K.B. /WIB 92 wijkt expliciet af van de boekhoudkundige voorzieningen ( risico’s op datum afsluiting boekjaar versus datum algemene vergadering ) opgepast : provisioneren voor toekomstige investeringen is niet mogelijk ! Fiscaal verplichte terugname, ongeacht boekhoudkundige verwerking.
3.
Boekhoudkundige herwaarderingsmeerwaarden worden fiscaal omschreven als uitgedrukte ( nog) niet verwezenlijkte meerwaarden en bijgevolg ook niet belastbaar. Opgepast de boekhoudkundig verplichte afschrijvingen worden dan ook fiscaal niet aanvaard !
4.
Verwezenlijkte meerwaarden Terzake gaat het om vroeger gerealiseerde meerwaarden op activa ( vrijwillige en gedwongen ) die werden gerealiseerd voor 01.01.1990 en die onder wettelijke voorwaarden ( toenmalig art 35 en 36 WIB oud ) konden worden vrijgesteld . Krachtens de “onaantastbaarheidsvoorwaarde” van art 190 WIB 92, dienen deze vrijgestelde reserves behouden op één of meerdere rekeningen van het passief.
5.
Gespreid te belasten meerwaarden Toepassing van het artikel 47 WIB 92. - formulier 276 K Inzonderheid betreft het zowel vrijwillig als gedwongen meerwaarden, op materiële en immateriële vaste activa, die bij vrijwillige verwezenlijking méér dan vijf jaar voor de beroepswerkzaamheid waren belegd op datum realisatie, en waarvoor via het formulier 276 K geopteerd wordt voor uitgestelde taxatie. De uitgestelde taxatie gebeurt in het tempo van afschrijvingen op de herbelegde activa. Basisvoorwaarde is dat er tijdig wordt wederbelegd in bij wet voorgeschreven activa, binnen de door de wet voorziene belastbare tijdperken. Zeer belangrijk : toepassing art 190 WIB 92 : onaantastbaarheidsvoorwaarde Op de aangifte ven bel dienen zowel de vrijgestelde meerwaarde al de uitgestelde belasting op bedoelde meerwaarde samengeteld ( overeenstemming 276 K ) Zorg dat je de berekening van de wederbeleggingstermijnen kent ( zowel bij gedwongen, als bij de vrijwillig verwezenlijkte meerwaarden : 3 of 5 jaar ? )
6.
Meerwaarden op bedrijfsvoertuigen Toepassing art 44 bis WIB 92 - formulier 276 N Specifieke volledige vrijstelling voor “bedrijfs”voertuigen mits wederbelegging ( goederenvervoer over de weg of bezoldigd personenvervoer ) Kortere wederbeleggingstermijnen dan art 47 WIB92, maar het is voldoende dat er wordt wederbelegd in nieuwe of “tweedehands” bedrijfsvoertuigen ( minder dan 3 jaar in het verkeer gebracht.) Opgepast voor art 190 WIB 92 !
7.
Analoog wordt eveneens sedert 01.01.2007 voorzien bij art 44 ter WIB92 in de vrijstelling van meerwaarden op binnenschepen voor de commerciële vaart
8
Investeringsreserve Toepassing art 194 quater WIB 92
- formulier 275
R
Vrijstelbare reserve tot beloop van maximum 50 % van de aangroei belastbare reserves ( gecorrigeerd ) van het boekjaar – met een absoluut maximum van 37500 EUR, voor vennootschappen die niet uitgesloten zijn van het trapsgewijs tarief vennootschapsbelasting. Deze reserve moet verplicht aangewend worden voor investeringen ( afschrijfbaar en genietend van investeringsaftrek ) tijdens een wederbeleggingsperiode van 3 jaar. Opgepast voor art 190 WIB 92 ! Het functioneel nut van de investeringsreserve is sterk verminderd, omdat zij sedert het aj 2007 wordt verdrongen de fiscale aftrek voor risicokapitaal ( notionele intrestaftrek ) waarvan de voorwaarden veel soepelder zijn. Vanaf aj 2010 : enkel nog voor vennootschappen die voldoen aan art 15 Ven Wet !
9.
Meerwaarden op zeeschepen en Tax shelter erkende audiovisuele werken : zijn specifiek voorbehouden voor bedoelde sectoren en dienen hier niet besproken. Voor meer informatie circulaire 23.12.2004
10.
Andere vrijgestelde reserves : Zijn voor 01.01.1990 aangelegde vrijgestelde reserves die tot op heden nog altijd voldoen aan de onaantastbaarheidsvoorwaarde. Voorbeelden investeringsreserve aj. 1982, vroeger vrijgestelde meerwaarden, reserves sociaal passief, …
11
Toepassing artikel 64 ter WIB92 Afschrijvingen en gemaakte kosten die fiscaal aftrekbaar aan 120 %
a.
Kosten aan 120 % op voertuigen voor gemeenschappelijk vervoer van personeelsleden ( oud art. 63 Wet 10.08.2001 )
b.
Vanaf 01.01.2009 gedane kosten voor beveiliging door KMO vennootschappen - abonnementskosten vergunde alarmcentrale (voor zelfde vennootschappen die recht hebben op de verhoogde investeringsaftrek voor beveiligingsinvesteringen ) - beveiligd vervoer geldbiljetten door een vergunde bewakingsonderneming - ( al dan niet in groep of individueel ) gedane kosten voor bewaking van Winkels of gebouwen door een vergunde bewakingsfirma
c
Aftrek van kosten voor woon-werkverkeer met de fiets vanaf 01.01.2009 - bouw van fietsstallingen - voorzien van kleedruimte en sanitair voor de fietsers - verwerven en onderhoud van fietsen voor woon werk verkeer van personeel
Vak II a)
Verworpen uitgaven.
Niet aftrekbare belastingen ( art 53 en 198 WIB 92 ) In basis zijn alle betaalde belastingen en A.C.B., voorheffingen, voorafbetalingen en de erop toegepaste verhogingen en boetes en nalatigheidsintresten niet aftrekbaar ( incl. de eventuele boekhoudkundige voorzieningen ) , met uitzondering van : 1. de bijzondere aanslag “geheime commissielonen “ in toepassing art 219 WIB92 ( en eventuele provisie ) 2. de onroerende voorheffing 3. milieuheffingen 4. beroepsmatige belastingen zoals verkeersbelasting, belasting op inverkeerstelling, niet aftrekbare BTW, douane en accijnzenrechten, lokale belastingen zoals op drijfkracht, personeel, …. 5. M.I.G.B. zoals Spelen en Weddenschappen en automatische ontspanningstoestellen.
b)
Gewestelijke belastingen, heffingen en retributies ( art 198. 5 ° WIB92 ) In tegenstelling tot de federale en lokale belastingen zijn vanaf aj. 2004 de algemene “gewest” belastingen fiscaal niet meer aftrekbaar. zoals heffing oppervlaktewater, stortplaatsheffingen , …
c)
Geldboeten, verbeurdverklaringen, straffen van alle aard ( art 53.6° WIB92 ) Alle boeten en straffen die betrekking hebben op fiscaal NIET AFTREKBARE BELASTINGEN fiscaal niet aftrekbaar principe : bijzaak volgt de hoofdzaak : ( zie de circulaire van 13/08/2008 ) zoals bijvoorbeeld verkeersboetes zaakvoerders, strafrechtelijke veroordelingen, boeten milieu- , economische of voedingswareninspectie, vaste BTW boeten . Zijn echter wel aftrekbaar :
d)
- parkeer”retributies” - vonnissen zonder bestraffend karakter ( schadevergoedingen of contractuele boetes ) - boete eurovignet - proportionele boete BTW - bijdrage wegens laattijdige publicatie jaarrekening
Niet aftrekbare pensioenen, kapitalen, werkgeversbijdragen en –premies ( art. 59 en 195 WIB92 ) alle werkgeversbijdragen voor aanvullende verzekering en alle rechtstreeks uitbetaalde pensioenen aan personeelsleden, voor zover zij uitgedrukt in jaarlijkse rente boven de 80 % van de laatste normale bruto jaar bezoldiging in het laatste volledig jaar voorafgaand aan de pensionering overschrijden.
e)
Niet aftrekbare autokosten en minderwaarden op autovoertuigen ( art 66 WIB 92 ) Net zoals in de personenbelasting worden hier bedoeld : alle kosten m.b.t. personenwagens en wagens voor dubbel gebruik, die de grens van 75 % bedoeld in art. 66 WIB 92 overschrijden, uitgezonderd : intrest financiering en mobilofoonkosten. Tot 31.12.2009 mochten brandstofkosten integraal ad 100 % afgetrokken Vanaf 01.01.2010 dienen de brandstofkosten ook beperkt tot 75 %, uitgezonderd voor de zuiver elektrische wagens waarvoor alle kosten 120 % aftrekbaar zijn. Sedert 01.04.2007 voor alle nieuw geactiveerde (dus niet reeds bestaande of gehuurde) en sedert 01.04.2008 voor alle voertuigen bedoeld in art. 66 WIB 92 geldt de fiscale aftrekbaarheid INZAKE VENNOOTSCHAPSBELASTING in functie van de CO² uitstoot ( artikel 198 bis WIB92 ) Sedert 01.01.2008 geldt ook voor alle meer- of minderwaarden op personenvoertuigen dat de fiscale correctie niet meer mag gebeuren op basis van 75 % maar op basis van het CO² percentage ( 60 à 90 % ) in functie van het gewogen gemiddelde. De berekening van het kostenpercentage gebeurt per personenwagen i.f.v. de CO² uitstoot. ( cf. roze inschrijvingformulier als inschrijving in de DIV ) ) Oude wagens van voor 2004 of geen CO² uitstoot vermeld op inschrijvingsformulier DIV : automatisch 60 - 50 % aftrek beperking ( meest vervuilende wagens ) Wagens op LPG = benzinevoertuigen De beperking art. 198 bis slaat op alle kosten ( zelfs de terugbetaalde ! ) Invloed beperking autokosten en het belasten van het VVAA ( Vraag 1206 van 27.03.2006 Bourginon ) De vermindering van de verworpen uitgaven met 70 % van de belastbare VVAA is enkel toegelaten wanneer de VVAA effectief belast worden in de PB in hoofde van de genieter m.a.w. wanner de BTW wordt bepaald via sleutelformule VVAA : 1,0855 ( volgens BTW aanschrijving nr. 4 van 09.05.1996 )
Vanaf 01.01.2010 ( eindejaarswetgeving 2009 ) ( zie ook Pacioli nr. 290 ) - alle geboekte brandstofkosten ( CO² vervuilend ) dienen fiscaal beperkt tot 75 % - er zijn nieuwe schalen inzake CO² gerelateerde aftrek van toepassing nu variërend van 50 tot 100 % ( i.p.v. 60 tot 90 % ) - de kosten van de zuiver elektrische voertuigen ( dus niet hybriden ) zijn fiscaal aftrekbaar aan 120 %, waarbij de "fictieve" 20 % dient overgeboekt naar vrijgestelde reserves en daar onaantastbaar behouden. Op de installaties van elektrische oplaadpalen ( TIJDELIJK voor de jaren 2010 tot 2012 ) - kan afgeschreven over twee lineaire annuïteiten ( 2 x 50 % ) volgens art 63/1 WIB1992 - wordt de verhoogde investeringsaftrek toegestaan
f)
Niet aftrekbare receptiekosten en kosten voor relatiegeschenken ( art 53.8° WIB92) De 50 % beperking van toepassing krachtens art 53.8° WIB is ook inzake vennootschapsbelasting van toepassing. De reclame artikelen die op opvallend en op onuitwisbare wijze de benaming van de schenker dragen, vallen buiten deze fiscale beperking.
g)
De niet aftrekbare restaurantkosten ( art 53.8° WIB92 ) Uitzonderingen op de klassieke regel : restaurantkosten in de voedingssector De grens van aftrekbaarheid van 69 % voor alle kosten vanaf 01.01.2005 . Tegelijkertijd werden de vroegere gedoogde uitzonderingen afgeschaft ( bijv lesdag met lunch , hotelrekening incl. maaltijden …. )
h)
Niet aftrekbare beroepskledij ( art 53.7° WIB92 ) Niet specifieke beroepskledij is ook niet aftrekbaar inzake vennootschapsbelasting. Zuiver privé kledij aangekocht en betaald ter ontlasting van bedrijfsleiders, wordt door de Administratie nog altijd beoordeeld als een voordeel van alle aard. ( Vraag 102 Claes 29.04.2008 )
i)
Overdreven interesten ( art 54 en 55 WIB92 ) :
begrip “marktrente”
Het overdreven bedrag van de betaalde interesten van obligaties, leningen, schulden, deposito's en andere effecten ter vertegenwoordiging van schulden, die niet als dividenden moeten worden geherkwalificeerd , is niet aftrekbaar als beroepskost . Opgepast
j)
Worden deze overdreven intrestvergoedingen ( vb. creditintrest op R/C ) betaald aan de bedrijfsleider art 32 § 1.1° WIB92, dan riskeert de vennootschap de herkwalificatie van deze intrest tot dividend in functie van art. 18 WIB 92 ! ( 25 % i.p.v. 15 % RV – dividend ven bel - tarief : 13 % regel )
Interesten gedekt door bepaalde dividenden en interesten met betrekking tot een gedeelte van bepaalde leningen. ( art 198.11 ° WIB92 ) De door een vennootschap betaalde interesten tot een bedrag gelijk aan dat van de overeenkomstig als DBI aftrekbare dividenden, die de vennootschap heeft verkregen uit aandelen die, op het ogenblik van hun overdracht, niet gedurende een ononderbroken periode van tenminste een jaar werden behouden, zijn niet aftrekbaar. De bedoelde beperking is echter niet van toepassing op de verantwoorde kosten die rechtstreeks betrekking hebben op minibussen op voorwaarde dat ze slaan op het door de werkgever (of een groep van werkgevers) ingerichte gemeenschappelijk vervoer van personeelsleden tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling. Die interesten blijven niettemin aftrekbaar wanneer ze verband houden : -ofwel met aandelen in verbonden vennootschappen of in vennootschappen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat, zelfs als die aandelen de aard van geldbeleggingen hebben; -ofwel met andere aandelen die onder de financiële vaste activa zijn opgenomen.
De aandacht wordt erop gevestigd dat het maximale bedrag van de interesten dat in de verworpen uitgaven kan worden opgenomen gelijk is aan het bedrag van de DBI - aftrek (95 %) m.b.t. tot de in het eerste lid vermelde dividenden. De door een vennootschap betaalde of toegekende interesten van leningen zijn niet meer aftrekbaar : - indien de werkelijke verkrijger van die interesten niet onderworpen is aan een inkomstenbelasting of, voor die inkomsten, onderworpen is aan een aanzienlijk gunstigere belastingregeling dan die welke voortvloeit uit de toepassing van het gemeen recht in België; - en in de mate dat het totale bedrag van die leningen meer bedraagt dan zeven maal de som van de belaste reserves bij het begin van het belastbare tijdperk en het gestorte kapitaal bij het einde van het belastbare tijdperk. Die interesten blijven niettemin aftrekbaar wanneer ze betrekking hebben op obligaties en andere gelijksoortige effecten uitgegeven door een openbaar beroep op het spaarwezen.
NIEUW
De “bijzondere aangifte” artikel 307 WIB92 = integrerend gedeelte van de aangifte aanslagjaar 2010
voor alle betalingen van meer dan 100 000,00 EUR per genieter per belastbaar tijdperk gedaan sedert 01.01.2010 ( enkel voor boekjaren verbonden aan het aj. 2010 ) aan genieters gevestigd in een “vluchtland” ( = lijst van 30 landen ) Indien deze “alarmlijst “ niet samen met de aangifte aj 2010 of later werd ingediend, dan zijn deze kosten fiscaal niet aftrekbaar. Is deze bijzonder aangifte wel ingediend, dan nog dient de belastingplichtige te bewijzen dat het gaat om normale bedrijfseconomisch verantwoorde bedragen, vooraleer de fiscus zij zal aanvaarden als fiscaal aftrekbaar.
k)
Abnormale en / of goedgunstige voordelen ( art 26 en 207 WIB92 ) Wanneer de administratie van oordeel is dat er tussen verbonden ondernemingen abnormale of goedgunstige transacties gebeuren moet zij het bewijs leveren van : - het bestaan van en de hoegrootheid van het verleende voordeel - het bestaan van een onderling band van wederzijdse afhankelijkheid tussen de verkrijgende en gevende vennootschap. Bij de wet van 27.04.2007 werd art 26 WIB92 aangevuld met “ onverminderd de toepassing van het artikel 49 “ en het Grondwettelijk Hof heeft intussen de beroepen tot vernietiging verworpen.
l)
Sociale voordelen ( art 53.14 ° WIB92 ) Deze uitgaven die worden toegekend aan ( gewezen) werknemers, bedrijfsleiders of aan hun rechtverkrijgenden, zijn behoudens bij wet aangeduide uitzonderingen niet aftrekbaar als beroepskost. Recent in het nieuws
sociale voordelen ( niet belastbaar bij de genieter )
Vanaf 01.01.2006 toegekende huwelijkpremies tot 200,00 EUR ( Circ 22.09.2008 ) Filmcheques ( Circ 26.08.2009 ) Anciënniteitspremies toegekend vanaf 01.01.2006 ( Circ 12.03.2008 ) Sport en cultuurcheques met onderscheid voor en na 01.07.2006 ( Circ 02.06.2009 ) Maaltijdcheques - vanaf 01.01.2009 maximum bijdrage werkgever = 5,91 EUR - vanaf 01.02.2009 1,00 EUR per cheque is aftrekbaar (altijd ) bij de werkgever Saldo van de bijdrage ( na recup van personeel ) = Verw uitgave Ecocheques vanaf 01.03.2009 ( K.B. 14.04.2009 – B.S. 20.05.2009 ) Vanaf 01.01.2010
zie ook Pacioli nr. 290
De maaltijd - , sport- & cultuur- en de eco- cheques werden door de wet van 21.12.2009 opgenomen onder een nieuw fiscaal artikel 38/1 WIB1992. Voordeel : per categorie cheques worden de voorwaarden opgesomd zowel van toepassing op RSZ loontrekkenden als bedrijfsleiders geen verplichte link meer naar de sociale wetgeving RSZ
m)
Liberaliteiten Volgens het principe, dat kosten die voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid niet noodzakelijk zijn, geen beroepskosten vormen, kunnen de door vennootschappen gedane "giften" en "schenkingen" niet als beroepsmatig worden bestempeld. Wet van 11 mei 2007 tot bestrijding van de omkoping Steekpenningen kunnen fiscaal nooit worden afgetrokken ( = Verw. Uitgave ) en op deze bedragen geldt eveneens het aftrekverbod art 207 WIB 92. Bij gebrek aan identificatie van de genieter : toepassing aanslag geheime commissielonen Art 58 WIB92 ( forfait 20 % ) wordt definitief opgeheven vanaf 08.06.2007.
n)
Waardeverminderingen en minderwaarden op aandelen ( art 198.7° WIB 92 ) Net zomin als de meerwaarden belastbaar zijn inzake vennootschapsbelasting ( zie correctie begintoestand reserves) ; zijn de minderwaarden op aandelen evenmin fiscaal aftrekbaar in de ven bel. Hierop bestaat één uitzondering , namelijk : het verlies ten belope van het werkelijk gestort kapitaal van aandelen n.a.v. een gehele verdeling.
Tevens valt te noteren dat de verkoopkosten in mindering dienen gebracht van de verkoopprijs volgens de administratie. N.a.v. de invoering van de aftrek op risicokapitaal werd de theorie van de nettomeerwaarde opgenomen in het algemeen artikel 43 WIB 92 ( van toepassing vanaf aj. 2007 )
o)
Terugneming van vroegere vrijstellingen Vroeger ten onrechte verleende vrijstellingen of diegene die niet meer verantwoord zijn, dienen uiteraard teruggenomen. Dit is inzonderheid het geval bij niet meer verantwoorde vroegere vrijstelling aanvullend personeel KMO ‘s ( door afname gemiddeld personeelsbestand met laag loon )
p)
Werknemersparticipatie De deelnames van de werknemers in het kader van die wetgeving inzake werknemersparticipatie in het kapitaal of de winst van de vennootschap (met inbegrip van deelnames in een zogeheten "investeringsspaarplan"), zijn niet als beroepskosten aftrekbaar wanneer zij in mindering van het resultaat worden geboekt.
q) r)
Vergoeding ontbrekende coupon Kosten fax shelter erkende audiovisuele werken
) niet te bespreken ) in deze context
s)
Gewestelijke premies en kapitaal – en interestsubsidies zie de uitleg verstrekt ( onder nieuw ) bij de correctie begintoestand reserves. eventuele terugname van de ten onrechte verstrekte vrijstelling bij verkoop van de gesubsidieerde investeringen binnen de drie jaar dient hier te gebeuren.
t)
Andere verworpen uitgaven , zoals bijvoorbeeld : - uitgaven m.b.t. jacht, visvangst of andere vaartuigen - kosten voor lusthuizen - kosten die op onredelijke wijze de beroepsbehoeften overschrijden - terugname eenmalige investeringsaftrek onderzoek en ontwikkeling - de fiscaal aftrekbare giften ( latere toepassing art 200 WIB 92 )
Bijzonder bij de beoordeling van verworpen uitgaven inzake vennootschapsbelasting 1.
Kosten betaald aan niet-inwoners of buitenlandse inrichtingen met fiscale gunstbehandeling in hun land van vestiging
Net zoals inzake personenbelasting mogen niet in mindering worden gebracht : de kosten die als interesten van om het even welke obligaties of leningen, als retributies voor de concessie van het gebruik van uitvindingsoctrooien, fabricageprocedes en andere dergelijke rechten, of als bezoldigingen voor prestaties en diensten zijn betaald of toegekend : - ofwel aan niet-inwoners of buitenlandse inrichtingen die in het land waar ze gevestigd zijn niet aan de inkomstenbelasting zijn onderworpen; - ofwel aan niet-inwoners of buitenlandse inrichtingen die in het land waar ze gevestigd zijn op die inkomsten aan een aanzienlijk gunstiger belastingregeling zijn onderworpen dan in België het geval is. Die kosten -die de wet a priori als "verdacht" aanmerkt- zijn nochtans wel aftrekbaar indien de vennootschap aantoont dat ze verband houden met werkelijke en oprechte verrichtingen en de normale grenzen niet overschrijden . Merk op dat de belastingplichtige een voorafgaande beslissing ( "ruling" ) bekomen bij de Dienst voor voorafgaande beslissingen. 2.
Niet verantwoorde kosten en verdoken meerwinsten
Worden niet opgenomen in de belastbare grondslag, maar worden wel onderworpen aan een afzonderlijke aanslag van 300 % (te verhogen met 3 opcentiemen ACB): 1°
2°
de volgende kosten die niet worden verantwoord door het indienen van individuele fiches en samenvattende opgaven : a)
commissies, makelaarsionen, handeis- of andere restorno's, toevallige of niettoevallige vacatiegelden of erelonen, gratificaties of voordelen van alle aard die voor de verkrijgers beroepsinkomsten zijn;
b)
bezoldigingen, pensioenen betaald aan personeel ( incl. bedrijfsleiders ) : uitgezonderd de ( niet belastbare ) sociale voordelen
c)
vaste vergoedingen als terugbetaling van kosten eigen aan de werkgever.
de verdoken meerwinst, die niet meer voorkomen in het vermogen van de vennootschap.
Bij de bespreking van de bijzondere aanslagen wordt hierop nog teruggekomen.
Bezoldigingen personeel en bedrijfsleiders 1.
Verplichting om de belastbare bezoldigingen te verantwoorden met opgaven 325. Artikel 57 WIB 92 legt de werkgevers de verplichting op om hun loonkosten te verantwoorden met opgaven 325 en bijhorende individuele fiches 281. Enige uitzondering : De bij de genieters niet belastbare sociale voordelen. Een lijst van deze voordelen wordt opgesomd in art 38 WIB 92. Voor de werkgever zijn deze sociale voordelen niet aftrekbaar als beroepskost, m.u.v. de lijst opgesomd in het Belgisch Staatsblad. Betalingen gedaan aan “buitenlanders” dienen ALTIJD verantwoord via een fiche ( wetswijziging van 2007 als gevolg van een arrest )
2.
Specifiek inzake vennootschapsbelasting wordt nogmaals herinnerd aan het feit dat belastbare voordelen van alle aard op 2 wijzen kunnen worden bepaald : a)
op forfaitaire wijze : toepassing van het art 18 KB / WIB 92 vb ter beschikking stellen van een autovoertuig ter beschikking stellen van een woning ( of gedeelte ) ter beschikking stellen van elektriciteit, verwarming, telefoon ter beschikking stellen van PC en internetaansluiting ter beschikking stellen van geldleningen in R/C ( debetintrest )
b)
op basis van de werkelijke waarde in hoofde van de genieter ( incl. BTW ) wordt gebruikt voor alle voordelen verleend aan een persoon die een “beroepsmatige” relatie heeft met de vennootschap en voor wie de vennootschap kosten draagt ter ontlasting van …
Vanaf 01.01.2010 ( zie ook de Pacioli nr. 290 ) de forfaitaire VVAA voor verwarming en elektriciteit voor bedrijfsleiders worden aangepast in twee stappen vanaf 01.01.2010 en vanaf 01.01.2011 : verwarming 1180 --> 1480 --> 1640 EUR elektriciteit 590 --> 740 --> 820 EUR voor niet bedrijfsleiders : voormelde bedragen gedeeld door 2 )
De VVAA voor personenwagen,s worden vanaf 01.01.2010 niet berekend in functie van de fiscale PK maar volgens de formule : benzine of LPG 5000 of 7500 km x 0,0021 x CO² uitstoot diesels 5000 of 7500 km x 0,0023 x CO² uitstoot elektrische 5000 of 7500 km x 0,10 per kilometer ( = algemeen absoluut minimum )
3.
Inzonderheid voor bedrijfsleiders dienen volgende bijzonderheden aangehaald : - binnen de 80 % regel zijn hun “groepsverzekeringspremies” slechts aftrekbaar van “periodieke” bezoldigingen , wat inhoudt : - regelmatig - tenminste om de maand - voor het einde van het belastbaar tijdperk - drukkend op de resultaten van het belastbaar tijdperk. - voor statutaire bedrijfsleiders wordt de “overdreven huur” geherkwalificeerd tot wedde - krachtens het “attractiebeginsel” zijn alle door de vennootschap betaalde vergoedingen ( hoe ook genaamd ) in de persoonlijke belasting van betrokkene belastbaar als inkomsten bedrijfsleider.
4.
De hoegrootheid van de “hoogste bezoldiging toegekend aan minstens één bedrijfsleider natuurlijk persoon” ( al dan niet periodiek ) speelt een grote rol voor het tarief en de belastbare grondslag van de vennootschapsbelasting . ( vanaf het aj. 2009 minstens 36 000,00 EUR )
5.
Nieuw vanaf 01.01.2010
( zie ook Pacioli nr 290 )
Vanaf het aanslagjaar 2011 worden de forfaitaire kosten op de bezoldigingen bedrijfsleiders beperkt tot 3 % i.p.v. 5 % voordien. Ook het absoluut maximum aan forfaitaire kosten wordt beperkt tot 1555,50 EUR wetsbedrag nog te indexeren
Vak III 1.
Uitgekeerde dividenden Gewone dividenden Bij de winstverdeling kan vergoeding aan het kapitaal worden toegekend. Deze “dividenden ” zijn belastbaar op datum van toekenning ( zoals inboeking op R/C ) of betaalbaarstelling van de inkomsten ( normaliter bij goedkeuring door AV van de winstverdeling. In basis dienen deze roerende inkomsten voor de genieters onderworpen aan de roerende voorheffing, wat inhoudt dat bij “toekenning of betaalbaarstelling “ minstens een aangifte in de roerende voorheffing dient ingediend binnen de vijftien dagen ( ongeacht of effectief RV is verschuldigd ! ) Toepasselijke tarieven RV op dividenden : a) b) c)
2.
basistarief 25 % RV op de bruto toegekende inkomsten 15 % voor alle kapitaalvolstortingen in geld na 01.01.1994, mits alle voorwaarden opgesomd in art 269.2° WIB 92 worden nageleefd 0 % in bij wet voorziene gevallen, waarvan de meest voorkomende : de Europese moeder-dochter richtlijn ( recent gewijzigd )
Herkwalificatie van intresten tot dividend In toepassing van art. 18. 4° WIB 92 dient de ( credit ) intrest van voorschotten aan natuurlijke personen statutaire bedrijfsleiders en hun gezin geherkwalificeerd tot dividend in de mate dat - ofwel de marktrente bedoeld in art 55 WIB 92 is overschreden - ofwel wanneer het totaal bedrag van de rentegevende voorschotten hoger is dan totaal belastbare reserves begin belastbaar tijdperk verhoogd met het gestort kapitaal op het einde van het belastbaar tijdperk. Dit houdt praktisch in dat : - er een RV van 25 % dient ingehouden i.p.v. 15 % ( normaliter wordt de belastbare basis RV verhoogd met de niet ingehouden RV ) - inzake vennootschapsbelasting de “geherkwalificeerde intresten” worden toegevoegd aan de belastbare basis vennootschapsbelasting ( dividenden )
3.
Vereffeningstelsel van vennootschappen na 01.01.1990 Wanneer de vereffenaar zijn liquidatieresultaat uitkeert aan de aandeelhouders, wordt een gewone aanslag gevestigd. Terugbetaling gestort kapitaal = geen belasting verschuldigd Terugbetaling ten belope van reserves = gewone dividenden. Hier wordt ook de aandacht gevestigd dat de 13 % regel normaliter wordt overschreden, waardoor de vennootschap uitgesloten wordt van de trapsgewijze tarief ven bel.
Zoals vastgesteld zal in de mate dat reeds belaste reserves worden uitgekeerd de afname belastbare reserves het aangegeven dividend opheffen. Enkel de uitgekeerde vrijgestelde reserves ( schending onaantastbaarheid ) worden opgenomen in het fiscaal resultaat. Onthou ten slotte dat specifiek voor deze vereffeningen er sedert 01.01.2004 een “liquidatiebelasting” in de vorm van RV van 10 % wordt ingehouden op alles wat wordt uitgekeerd boven het werkelijk gestort kapitaal.
4.
Verkrijging eigen aandelen en uittreding van een vennoot na 01.01.1990 Belastingstelsel is vergelijkbaar met een vereffening, met dit verschil dat het in principe om een slechts gedeeltelijke vereffening gaat. De uitkering van WGK n.a.v. een dergelijke operatie wordt in de gewone aanslag gecompenseerd door een negatieve correctie begintoestand .
5.
Vereffeningen van voor 01.01.1990 waarvan de vereffening nog altijd niet is gesloten op heden : zie de bijzondere aanslagen ( vak V rubriek D )
Vak IV
Uiteenzetting van de winst
Het fiscaal resultaat van de vennootschap kan worden bepaald door de som te maken van : - aangroei belastbare reserves - totaal aan verworpen uitgaven - belastbaar dividend. Indien dit fiscaal resultaat negatief is ( code 061 ) wordt gesproken van een fiscaal overdraagbaar verlies. Hiervan is uiteraard geen enkele aftrek mogelijk. De investeringsaftrek van het boekjaar ( en in de toekomst de aftrek voor het risicokapitaal ) wordt samen met de investeringsaftrek van vorige jaren en eventuele vorige fiscale verliezen overgedragen naar de volgende belastbare tijdperken. Sedert aanslagjaar 2004 bestaat hierop één grote uitzondering ( code 067 ): In de mate dat de vennootschap in de loop van het boekjaar : - hetzij abnormale en of goedgunstige voordelen heeft verkregen, - hetzij de investeringsreserve voor een stuk of geheel belastbaar laat worden, - hetzij de werknemersparticipatie voor een stuk of geheel belastbaar laat worden, - hetzij de aftrek risicokapitaal ( vanaf aj 2007 ) voor een stuk of geheel belastbaar laat worden, dient krachtens art 207 WIB 92 de erop verschuldigde belasting direct geheven, en wordt desnoods het overdraagbaar verlies aangepast. In de mate dat het fiscaal resultaat van het boekjaar positief is ( code 061 ) kan deze worden verminderd via diverse bewerkingen : 1.
Afsplitsing van de buitenlandse inkomsten, hetzij uit buitenlandse onroerende goederen, hetzij uit buitenlandse inrichtingen ( normaal vrijgesteld via dubbelbelastingverdrag )
2.
Aftrek van de niet belastbare bestanddelen : a)
Vrijgestelde giften > 30,00 EUR of vanaf aj 2011 > 40,00 EUR ( binnen de grenzen van art 200 WIB 92: maximum van 5 % op fiscaal resultaat voor aftrek giften, begrensd tot het absoluut maximum van 500 000,00 EUR ) code 090
b)
Vrijstelling aanvullend personeel voor bepaalde doeleinden bedrag van 13 840,00 EUR ( aj 2010 ) per bijkomende personeelseenheid die wordt aangeworven en voltijds wordt tewerkgesteld in een onderneming in België ( fiscale formulieren af te halen op FINFORM ), - hetzij in de betrekking van diensthoofd voor de uitvoer - hetzij in de betrekking van diensthoofd van de afdeling Integrale Kwaliteitszorg Attesten tot staving aan te vragen bij de bevoegde Federale Diensten ( nieuw art 531 WIB 92 BS 28.12.2006 ) code 091
c)
Vrijstelling bijkomend personeel KMO Voor vennootschappen die minder dan 11 werknemers tewerkstellen kan een vrijstelling van 5 150,00 EUR ( geïndexeerd bedrag aj. 2010 ) worden bekomen per in België bijkomend tewerkgestelde personeelseenheid ( met een laag loon ) Terzake kan worden verwezen naar de administratieve circulaires 27/2003 van 29 oktober 2003 en 38/2005 van 21 september 2005 Deze “tijdelijke”maatregel werd definitief in de WIB opgenomen door De programmawet van 08.06.2008 ( B.S. 16.06.2008 ) code 092
d)
Stagebonus : De RVA kent stageboni ( 2 x 500,00 en 1 x 750,00 EUR ) toe aan werkgevers die jongeren die deeltijds werken–studeren . Deze premies ( normaal toegekend per schooljaar ) zijn belastbaar. Omgekeerd :
e)
sedert 01.01.2006 kan de werkgever de brutoloonkost fiscaal aftrekken ad 120 % mits bewijs van : bewijs van ontvangst van een stagebonus voor het betrokken personeelsleden naamlijst van de betrokken personeelsleden met bruto belastbare bezoldiging, sociale last werkgever… code 094 Andere niet belastbare bestanddelen zoals - meerwaarden op gronden door huisvestingsvennootschappen - 5/6 van de tijdens het boekjaar verwezenlijkte meerwaarden op sommige effecten die niet voldoen aan de onaantastbaarheidsvoorwaarde voorzien bij art 190 WIB92
code 095
Er valt te noteren dat de volgorde van de aftrekken terdege zijn belang geeft , gezien het fiscaal resultaat enkel kan worden verminderd met deze aftrekken tot opslorping ervan. De tot hiervoor behandelde aftrekken zijn nooit fiscaal overdraagbaar, in tegenstelling tot de hierna volgende.
WEL overdraagbare aftrekken ( naar volgende belastbare tijdperken ) 3.
Aftrek DBI ( Definitief Belaste Inkomsten ) en VRI ( Vrijgestelde Roerende Inkomsten), mits sedert aj. 2004 volgende voorwaarden zijn voldaan : - enkel nog van toepassing op inkomsten uit aandelen die “financiële activa” zijn en gedurende een ononderbroken periode van tenminste één jaar in volle eigendom worden of werden behouden - inkomsten afkomstig uit aandelen die een deelneming van 10 % in het kapitaal uitmaken ( of een aanschaffingswaarde van tenminste 1 200 000,00 EUR ) - de dividenden een “normale “ belastingheffing hebben ondergaan. - en beperkt tot de winst die overblijft na de aftrek niet belastbare bestanddelen
Verminderd met het verschil tussen - het totaal van de verworpen uitgaven bestaande uit : Geldboeten NA pensioenbijdragen NA autokosten NA restaurant en receptiekosten en relatiegeschenken NA beroepskosten niet specifieke beroepskledij Overdreven intresten Sociale voordelen Liberaliteiten De “andere” verworpen uitgaven - en het totaal van de fiscaal aftrekbare giften. Vanaf aj. 2005 mag deze laatste beperking niet meer worden toegepast op dividenden afkomstig uit landen van de EER. ( enkel nog op Belgische ) NIEUW
Arrest Cobelfret van het Europees Hof van 12.02.2009
Ingevolge voormeld arrest heeft de administratie ( Circ 23.06.2009 ) zich neergelegd bij het feit dat het overschot aan de niet tijdens het boekjaar gerecupereerde DBI aftrek afkomstig van EER – dividenden ( dus niet voor niet Europese ! ) nu nog fiscaal in mindering mogen worden gebracht. De aanrekening is niet beperkt in tijd ( tot het jaar 2002 ) en moet nu bij een aanvraag tot recuperatie vanaf aj. 2009 worden verantwoord in een bijzondere bijlage. ( = zeer technische materie en strenge administratieve interpretatie ) Vanaf het aj 2010 werd voorzien in een speciale vak VIII in de aangifte om de fiscaal overdraagbare DBI aftrek te detailleren.
NIEUW vanaf 01.01.2010
( zie ook Pacioli nr 290 )
De voorwaarden inzake " minimum participatie" werden door de eindejaarswetten 2009 : - uitgebreid naar de financiële ( banken en beursvap ) en verzekeringsinstellingen - de minimumdrempel wordt opgetrokken van 1 200 000 naar 2 500 000 EUR - eindelijk wordt het Cobelfret arrest ook opgenomen in de wettekst : dus de niet recupereerbare DBI aftrekken bij gebrek aan afdoende winst worden ( met terugwerkende kracht tot aj 2002 ) wel fiscaal overdraagbaar . NIEUW vanaf 01.01.2011 Door de Wet diverse bepalingen van 14.04.2011 valt “de verplichte boeking onder financiële vaste activa” weg en wordt E.U. veranderd inde E.E.R. ( om een Europese veroordeling te vermijden )
4.
Aftrek voor octrooi - inkomsten Vanaf het aj. 2008 bestaat voor vennootschappen de mogelijkheid om de door hen ontvangen ( of fictief berekende “zou kunnen hebben ontvangen” ) octrooi inkomsten fiscaal vrij te stellen à rato van 80 % van het “netto” octrooi inkomen. ( dit om cascade bij de fiscale aftrekken te vermijden ) De maatregel is bedoeld om het innoverend karakter van Belgische ondernemingen te stimuleren en het wetenschappelijk onderzoek in België te bevorderen of minstens te behouden. Bij de aangifte te voegen formulier 275 P
5.
De notionele intrest aftrek of aftrek risicokapitaal De notionele interestaftrek wordt berekend op het boekhoudkundig eigen vermogen van de vennootschap op het einde van het vorig boekjaar gecorrigeerd met verschillende anti misbruik bepalingen. Het formulier 275 C geeft een overzicht van alle uit te voeren correcties. ( anti misbruik aftrekken + eventuele pro rata voor wijzigingen tijdens de boekjaren ) Hou eventueel ook rekening met de abnormale duur van een boekjaar ( in dagen ) Voor het aj. 2009 bedragen de aftrekpercentages : 4,473 % voor niet KMO 4,973 % voor KMO in de zin art 15 § 1 tot § 6 Ven Wet ( niet meer dan 1 criteria overschrijdend in de 2 laatste boekjaren : omzet 7,3 – balans 3,65 en 50 werknemers Opgepast bij verbonden ondernemingen art 11 Van Wet !!! )
De nieuw ingevoerde fiscale aftrek zal vanaf het aj. 2007 BEPERKT overdraagbaar zijn naar de eerstvolgende zeven belastbare tijdperken ( = boekjaren ven bel ), waarbij de keuze wordt gelaten of eerst de aftrek van het boekjaar zelf dient gerecupereerd en pas daarna de overgedragen aftrek risicokapitaal of omgekeerd.
NIEUW vanaf aj.
2011 ( besparing geraamd op 350 mio EUR )
Door de eindejaarswetgeving wordt de notionele intrestaftrek bevroren op 3,80 % voor grote ondernemingen art. 15 Ven Wet en 4,30 % voor KMO's. Van toepassing voor de aanslagjaren 2011 en 2012
6.
Aftrek van vorige ( fiscaal overdraagbare ) verliezen De fiscale verliezen ( codes 061 ) zijn in principe onbeperkt fiscaal overdraagbaar naar de eerstvolgende belastbare tijdperken. Hierop bestaan slechts drie uitzonderingen : a)
de verkrijging van de abnormale en goedgunstige voordelen tijdens het boekjaar, die door de wetgever moeten belast worden tijdens het boekjaar zelf. Het overdraagbaar verlies wordt in voorkomend geval met het evenredig reeds belast bedrag verhoogd.
b)
Een controlewissel in de vennootschap tijdens een belastbaar tijdperk, die niet voldoet aan rechtmatige financiële of economische behoeften, maakt overgedragen aftrekken ( aftrek risicokapitaal, vorige verliezen, vorige investeringsaftrek ) onmogelijk, zowel voor het huidig als voor de volgende tijdperken.
c)
Ingeval van belastingvrije verrichtingen van fusie of splitsing, worden de overdraagbare verliezen pro rata beperkt.
NIEUW
-
De nieuwe ( Europese ) fusierichtlijn wijzigt bepaalde regels inzake aftrekbaarheid van vorige verliezen ( B.S. 12.01.2009 ) :
de “recapture”regel wanneer in België toegestane verliezen ook nogmaals in het buitenland ( woonstaat inrichting ) aanleiding geven tot recuperatie correctie op de definitie “ fiscale nettowaarde” bij belastingvrije fusie ( en waarbij een negatieve fiscale nettowaarde wettelijk wordt herleid tot nul ) duidelijke Europese regels bij grensoverschrijdende fusies en splitsingen
Uitspraak Grondwettelijk Hof dat het controlerecht op vorige verliezen van de administratie onbeperkt in tijd kan worden uitgesteld tot op het ogenblik van de aanrekening van de overgedragen verliezen ( geen discriminatie )
7. Aftrek van vorige en huidige tijdens het boekjaar verworven investeringsaftrek.
Met uitzondering van de “grote” vennootschappen ( waarvoor de “gewone” investeringsaftrek op 0 is gezet ) kunnen “KMO” vennootschappen , zijnde “vennootschappen waarvan minstens 50 % van de aandelen in handen is van natuurlijke personen, die tevens recht op zeggenschap bij AV geven ) Voor de verhoogde investeringsaftrek-percentages wordt verwezen naar het formulier 275 U. De gewone en gespreide investeringsaftrek sneuvelden vanaf aj. 2007. ( budgettaire compensatie voor aftrek risicokapitaal ) Sedert het aanslagjaar 2007 bestaat eveneens de mogelijkheid om voor investeringen in onderzoek en ontwikkeling of in octrooien, de verhoogde investeringsaftrek ( mits erkenningsattest van het bevoegd Gewest ) om te zetten in het nieuw belastingkrediet onderzoek en ontwikkeling. Inzake vennootschapsbelasting bestaat ENKEL nog de “verhoogde” investeringaftrek ( de gewone investeringsaftrek sneuvelde bij de invoering van de aftrek risicokapitaal ) Aj 2010
AJ 2011
15,50 % 15,50 % 15,50 %
13,50 % 13,50 % 13,50 %
15,50 % 22,50 % 3,00 %
13,50 % 20,50 % 3,00 %
Met attest bevoegd Gewest Octrooien Investeringen O & O Energiebesparende investeringen
Zonder enig attest Rookafzuiginstallaties horeca Investeringen beveiliging Invest hergebruik verpakking
Gespreide investeringsaftrek inzake vennootschapsbelasting is enkel mogelijk voor octrooien en O& O, - niet toevallig dezelfde investeringen die recht geven op omzetting in belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling.
Vak V
A.
Afzonderlijke aanslagen ven bel
Niet verantwoorde kosten en verdoken meerwinsten
code 120
De bijzondere afzonderlijke aanslag in de Ven.bel is van toepassing op de kosten die niet op de in art. 57 WIB 92 gestelde wijze zijn verantwoord; die kosten kunnen bestaan uit : 1°
2°
3°
commissies, makelaarslonen, handels- of andere restorno's, toevallige of niet-toevallige vacatiegelden of erelonen, gratificaties, vergoedingen of voordelen van alle aard die voor de verkrijgers beroepsinkomsten zijn; bezoldigingen, pensioenen, renten of als zodanig geldende toelagen, betaald aan personeelsleden, bestuurders en werkende vennoten en gewezen personeelsleden, bestuurders en werkende vennoten evenals aan hun rechtverkrijgenden, met uitzondering van de sociale voordelen die ten name van de verkrijgers zijn vrijgesteld; vaste vergoedingen toegekend aan de leden van het personeel als terugbetaling van werkelijke eigen kosten van de werkgever.
De gegeven opsomming belet niet dat inzonderheid met niet verantwoorde kosten moeten worden gelijkgesteld (zie ook commentaar op de art. 57 en 195, WIB 92) : 1°
de liberaliteiten waarvoor de naam en het adres van de verkrijgers zomede de reden van de betaling niet worden bekendgemaakt; het kan inderdaad voorkomen dat vergoedingen ter beloning van diensten onder de benaming "liberaliteiten" bij de beroepskosten worden opgenomen met de bedoeling de desbetreffende inkomsten ten name van de verkrijgers aan de PB te onttrekken (zie Cass., 28.5.1963, NV "Ets. Holvoet-Lecomte", Bull. 413, blz. 2250);
2°
de verborgen winsten, die niet onder de bestanddelen van de balans van een vennootschap worden teruggevonden, tenzij deze laatste aantoont dat die winsten werkelijk in haar vermogen zijn gebleven en zij, zo nodig haar boekhouding dienovereenkomstig aanpast (zie Brussel, 23.12.1959, NV "S.A.M.O.S.", Bull. 366, blz. 1129; Brussel, 27.11.1963, bevestigd door Cass., 4.3.1969, PVBA "Carrosserie Marcel Ricker", Bull. 470, blz. 103; Brussel, 29.4.1969, NV "Kayser-Bondor", Bull. 474, blz. 745, PV van 20.12.1961 van Dhr. Lavens, Bull. VA, Kamer, 1961-1962, nr. 6, blz. 325 – Bull. 384, blz. 474);
3°
de verworpen verteerkosten (andere dan die bedoeld in art. 53, 8°, WIB 92) in een NV (brouwerij) ingeval de verkrijgers niet worden geïdentificeerd (Gent, 24.6.1964, NV "Brouwerij Bosteels", Bull. 413, blz. 2301).
Daarentegen mogen niet als door art. 219, WIB 92, beoogde kosten worden behandeld, degene waarvan, zelfs wanneer ze bij gebrek aan verantwoording onder de verworpen uitgaven zouden moeten worden opgenomen, als vaststaand kan worden beschouwd dat ze ten name van de verkrijgers geen in art. 57, WIB 92, bedoelde inkomsten zijn en inzonderheid dat ze niet de aard hebben van verkapte winstuitkeringen (zoals, b.v. de interesten van bij derden die geen vennoot zijn geleende kapitalen, RSZ-bijdragen, enz.).
Wat de bedoelde liberaliteiten betreft moet door de taxatieambtenaar als volgt worden gehandeld : - indien hij oordeelt dat de zienswijze van de vennootschap niet kan worden bijgetreden, zelf de nodige aanvullende of verbeterende documenten (fiches 281) opstellen en (zo nodig met de passende verduidelijkingen) doorsturen aan de diensten die bevoegd zijn voor de taxatie van de verkrijgers; - het tegenovergestelde geval onderzoeken of de toekenningen - of de kosten die de vennootschap in verband met de toegekende voordelen heeft gedragen - niet als liberaliteit ten name van de vennootschap moeten worden belast. NIEUW
NIEUW
De wettekst artikel 219 WIB92 werd aangevuld sedert aj. 2007 met “ de voordelen van alle aard “ De administratie publiceerde in de circulaire van 01.12.2010 een nieuwe administratieve commentaar op het artikel 219 WIB92. Door het Hoofdbestuur wordt nu een sterke druk gezet op de ambtenaren om “niet aangegeven VVAA” twee maal te belasten : 1. als geheime commissielonen à 309 % ( geen fiches art 57 WIB92) 2. als belastbaar loon in de PB in hoofde van de genieter ( art 36 WIB92 ) De vroegere mogelijkheid om een terugvordering via R/C te boeken is afgeschaft.
B. en C.
D.
Specifieke gevallen die niet dienen besproken
Bijzondere aanslagen m.b.t. vereffeningen van voor 01.01.1990.
Het vereffeningstelsel “ oud regime ” kent geen gewone aanslag ven bel., noch enige verrekening van voorheffingen. Als er iets belast wordt voor een dergelijke vennootschap in vereffening, dient dit te gebeuren via een bijzondere aanslag. Bij uitkering naar de aandeelhouders dient samengevat als volgt gehandeld door de vereffenaar 1.
terugbetaling van het gerevaloriseerd gestort werkelijk kapitaal = vrij van belasting
2.
ten belope van de belaste reserves ( zoals die bestonden op datum van in vereffeningstelling ) : bijzondere aanslag in code 125
3.
in de mate dat het liquidatieresultaat hoger is dan ( gerevaloriseerd kapitaal + belaste reserves + 43 % liquidatiebelasting op belaste reserves ) ; wordt op het overblijvend saldo een heffing van 16,5 % ( aj. 2006 ) geheven via code 126. Indien een vereffenaar uit de vennootschap in vereffening inkomsten ( voordelen van alle aard ) optrekt , zijn deze in toepassing van art 36 WIB 92 belastbaar in zijn hoofd als beroepsinkomsten personenbelasting. Indien diezelfde voordelen van alle aard ( bijv. debetintrest R/C ) betaald worden aan een niet-vereffenaar, dienen deze VVAA belast in de bijzondere aanslag onder code 128. Tarief vanaf aj 2006 : 33 %
Vak VIII
Tarief van de vennootschapsbelasting ( gewone aanslag aj. 2009 )
Artikel 215 WIB 92 Het tarief van de vennootschapsbelasting bedraagt 33 pct. Wanneer het belastbare inkomen niet meer dan 322.500 EUR bedraagt, wordt de belasting evenwel als volgt vastgesteld : 1° op de schijf van 0 tot 25.000 EUR : 24,25 pct.; 2° op de schijf van 25.000 EUR tot 90.000 EUR : 31 pct.; 3° op de schijf van 90.000 EUR tot 322.500 EUR : 34,5 pct. Het tweede lid is niet van toepassing : 1° op vennootschappen, andere dan door de Nationale Raad van de coöperatie erkende coöperatieve vennootschappen, die aandelen bezitten waarvan de beleggingswaarde meer bedraagt dan 50 pct., hetzij van de gerevaloriseerde waarde van het gestorte kapitaal, hetzij van het gestort kapitaal verhoogd met de belaste reserves en de geboekte meerwaarden. In aanmerking komen de waarde van de aandelen en het bedrag van het gestorte kapitaal, de reserves en de meerwaarden op de dag waarop de vennootschap die de aandelen bezit haar jaarrekening heeft opgesteld. Om te bepalen of de grens van 50 pct. overschreden is, worden de aandelen, die ten minste 75 pct. vertegenwoordigen van het gestorte kapitaal van de vennootschap die de aandelen heeft uitgegeven, niet in aanmerking genomen ; 2° op vennootschappen waarvan de aandelen die het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen voor ten minste de helft in het bezit zijn van één of meer andere vennootschappen en die geen door de Nationale raad van de coöperatie erkende coöperatieve vennootschappen zijn ; 3° op vennootschappen waarvan de dividenduitkering hoger is dan 13 pct. van het gestorte kapitaal bij het begin van het belastbare tijdperk ; 4° op vennootschappen, andere dan door de Nationale Raad van de coöperatie erkende coöperatieve vennootschappen, die ten laste van het resultaat van het belastbare tijdperk niet aan ten minste één van hun bedrijfsleiders een bezoldiging hebben toegekend die gelijk is aan of hoger is dan het belastbare inkomen van de vennootschap, wanneer die bezoldiging minder bedraagt dan 27.000,00 EUR ( aj. 2005 ) en 30000,00 EUR ( aj. 2006 ) ; 5° op vennootschappen die deel uitmaken van een groep waartoe een coördinatiecentrum behoort als vermeld in het koninklijk besluit nr. 187 van 30 december 1982 betreffende de oprichting van coördinatiecentra ; 6° ... ;
Er valt te noteren dat het toepasslijk tarief inzake vennootschapsbelasting van groot belang was voor de bepaling van de belastbare basis : Tot het aanslagjaar 2009 gold : Indien de vennootschap uitgesloten wordt van het trapsgewijze tarief voor het aanslagjaar 2009 dan moet zij eveneens : 1.
afstand doen van de vrijstelbare investeringsreserve bedoeld in art 194 quater WIB92;
2.
rekening houden dan voor haar eerste drie boekjaren wel vermeerdering bij gebrek aan voorafbetalingen zal worden toegepast ;
3.
rekening houden dat geen belastingkrediet bedoeld in art 289 bis § 2 WIB 92, verrekenbaar is voor het betrokken aanslagjaar ( wel overdraagbaar naar de eerstvolgende drie boekjaren.)
Vanaf aj. 2010 wordt verwezen naar het art. 15 § 1 tot § 6 Vennootschapswetgeving om uit te maken of : 1.
de afschrijvingen dienen geprorateerd per dag voor het eerste boekjaar van verwerving
2.
de aankoopkosten bij de investeringen dienen mee afgeschreven met het hoofdbestanddeel.
Voor alle boekhoudingen afsluitend per 31.12.2004 en verder zijn de te overschrijden grenzen intussen opgetrokken van : balanstotaal omzet gemiddeld personeelsbestand
3 650 000,00 EUR 7 300 000,00 EUR blijft op 50 , tenzij het gemiddeld personeelsbestand hoger is dan 100 ( = altijd grote onderneming )
3.
aftrek risicokapitaal ( notionele )
+ 0,50 % voor de KMO
4.
verhoogde investeringsaftrek voor investeringen in beveiliging voor KMO
5.
aftrek 120 % van de kosten voor beveiliging van…
6.
aanleg fiscale investeringsreserve ( art 194 quater WIB 92 )
Vanaf aj 2011 wordt ook het tarief vennootschapsbelasting ingeruild voor art 15 Ven.Wet, voor wat betreft de niet toepassing van devermeerdering wegens gebrek aan VA, bij jong opgerichte vennootschappen- KMO
Tijdelijke gunsttarieven inzake ven bel bij de onttrekking van bepaalde reserves en meerwaarden Wanneer voor “oude” vrijgestelde meerwaarden de onaantastbaarheid wordt geschonden, ontstaat onvermijdelijk de belastbaarheid van deze reserves. Tussen de aj 2008 tot 2010 is nu tijdelijk voorzien dat een gunsttarief ven bel mogelijk ( niet verplicht ) kan worden toegepast, wanneer het gaat om welbepaalde in de wet voorziene meerwaarden of de investeringsreserve aj 1982. Afzonderlijk tarief
16,50 % voor het aj 2008 20,75 % voor het aj 2009 25,00 % voor het aj 2010
mits wederbelegging mits wederbelegging mits wederbelegging
10 12 14
Vanaf het aj. 2011 verdwijnt dit gunsttarief, en worden deze schendingen weer belast aan het gewoon tarief ven bel.
NIEUW uit de Programmawet 30.12.2009
Voor landbouwvennootschappen worden de kapitaalsubsidies toegekend ( = karakter van een definitieve en vaststaande vordering ) tijdens de jaren 2008 tot 2010 belastbaar aan 5 procent afzonderlijk tarief, mits het indienen van een modelaanvraag volgens het BS 15.01.2010 in de mate dat de gesubsidieerde investeringen niet vrijwillig worden vervreemd binnen de drie jaar na investering Onthou dat op voormelde afzonderlijk belastbare tarieven inzake ven bel - nooit enige verrekening van voorheffingen kan gebeuren - er geen verhoging A.C.B. ( aanvullende crisisbijdrage ) van toepassing is.
% % %
De bijzondere aangifte toe te voegen bij de aangifte vennootschapsbelasting aj 2010. Het nieuw artikel 307 WIB1992 creëert naast de aangifteverplichting met de verplichte bijlagen ( gepubliceerde jaarrekening en verslag algemene vergadering ) vanaf aanslagjaar 2010 de verplichte toevoeging van een lijst van betalingen van meer dan 100 000 EUR gedaan tijdens het boekjaar aan personen of rechtspersonen gevestigd in landen waar het belastingtarief lager ligt dan 10 procent of landen waar het belastingtarief aanzienlijk gunstiger is dan het Belgische.
Wanneer de vennootschap dergelijke aangifte niet heeft ingediend of betalingen lager dan 100 000 EUR per (rechts)persoon per boekjaar heeft gedaan dan stelt artikel 198.10° WIB 1992 dat deze betalingen fiscaal niet aftrekbaar zijn, tenzij belastingplichtige bewijst dat zij gedaan zijn in het kader van werkelijke en oprechte verrichtingen en dit met andere dan" artificiële" constructies.
Van toepassing op alle verrichtingen of betalingen vanaf 01.01.2010
Modelvragen inzake vennootschapsbelastingen. 1.
Welke rechtspersonen worden onderworpen aan de vennootschapsbelasting ?
2.
Geef de drie belangrijkste fiscale verschillen wanneer een vrije beroeper ( batenbehaler ) zich omvormt tot een vennootschap.
3.
Wat is het fiscaal belang van een duidelijke en volledige doelsomschrijving van een vennootschap ?
4.
Hoe wordt het aanslagjaar bepaald inzake vennootschapsbelasting ?
5.
Wanneer dient de aangifte uiterlijk te worden ingediend. ?
6.
Geef een paar voorbeelden van veel voorkomende verdoken ( fiscale en niet geboekte ) belastbare reserves.
7.
Waarom spreekt men van een win-win situatie ,wanneer men deze verborgen ( fiscale ) reserves toch opneemt onder de fiscale zichtbare reserves in de boekhouding.
8.
Waarop dient vooral gelet wanneer men discussieert over een omzetverhoging ?
9.
Hoe wordt een onderwaardering van de voorraad fiscaal verwerkt ?
10.
Welke prorateringen inzake fiscale afschrijvingen kent u inzake vennootschapsbelasting en leg het verschil uit.
11.
Hoe worden meer – en minderwaarden op aandelen bepaald en fiscaal behandeld inzake vennootschapsbelasting. Welke zijn de uitzonderingen ?
12.
Hoe worden gewestelijke subsidies fiscaal behandeld inzake vennootschapsbelasting
13.
Hoe wordt de vrijgestelde investeringsreserve bepaald ?
14.
Welke verliezen op handelsvorderingen mogen onbeperkt worden geprovisioneerd ?
15.
Welke formaliteiten dienen fiscaal vervuld om de vrijstelling van deze provisie te verkrijgen ?
16.
Aan welke voorwaarden dient een voorziening voor waarschijnlijke lasten te voldoen om fiscaal te worden vrijgesteld ?
17.
Welk fundamenteel verschil bestaat er hier tussen boekhouding en fiscale regeling ?
18.
Hoe wordt een herwaarderingsmeerwaarde ( wat is dat ? ) fiscaal behandeld ?
19.
Leg summier het stelsel van uitgestelde meerwaarden uit ( art 47 WIB92)
20.
Is verlenging van de wederbeleggingstermijn van drie naar vijf jaar altijd mogelijk ? Welke zijn dan de eventuele voorwaarden.
21.
Wat is het fundamenteel verschil tussen 47 en 44 bis, ik vertaal tussen gewone meerwaarden en meerwaarden op bedrijfsvoertuigen ?
22.
Lopen de termijnen van wederbelegging gelijk ?
23.
Aan welke voorwaarde dienen vrijgestelde reserves inzake vennootschapsbelasting altijd te voldoen en leg uit.
24.
Wat weet je over de tijdelijke gunstregeling bij uitkering van oude meerwaarden ?
25.
Geef de algemene voorwaarden waaraan kosten moeten voldoen om fiscaal aftrekbaar te zijn ? ( art 49 WIB 92 )
26.
Vanaf wanneer is een investering afschrijfbaar ( van belang voor de proratering en voor het jaar van toepassing eventuele investeringsaftrek.
27.
Welke belastingen zijn niet aftrekbaar ?
28.
Geef drie voorbeelden van wel aftrekbare belastingen.
29.
Wat verstaat u onder een gewestelijke belasting ? Waarom is dit fiscaal belangrijk?
30.
Welke boeten zijn er wel aftrekbaar ?
31.
Wat weet je over de 80 % regel ?
32.
Waarin verschilt de vennootschapsbelasting van de personenbelasting, wanneer wij het hebben over niet aftrekbare autokosten ? Vanaf wanneer en op welke voertuigen ?
33.
Waar vind ik de CO² uitstoot terug ? En wat wanneer er niets terug te vinden is ?
34.
Wat zijn de implicaties voor de latere meer- en minderwaarden op deze personenvoertuigen ?
35.
Hoe worden receptiekosten beperkt ? Wat is een reclamegadget ?
36.
Hoe beperk je restaurantkosten ? Zijn er nog uitzonderingen ?
37
Wat versta je onder niet specifieke beroepskledij ?
38
Wat versta je onder het begrip marktrente ( art 55 WIB92 ) Waarvoor is dit begrip van belang ?
39.
Wat is een abnormaal en of goedgunstig voordeel ? Enkele voorbeelden ?
40.
Wanneer kan de fiscus dergelijke voordelen eventueel belasten ?
41.
Wat versta je onder een sociaal voordeel ? Geef enkele voorbeelden en hoe ga je die fiscaal verwerken bij de werkgever
42.
Wat versta je onder een liberaliteit ?
43.
Wanneer dient een gewestelijke subsidie opgenomen onder verworpen uitgaven ?
44.
Welk bedrag dient opgenomen onder de belastbare gewone dividenden ?
45.
Overloop de verschillende tarieven roerende voorheffing van toepassing op Belgische dividenden
46
Leg uit : de Europese moeder-dochter richtlijn
47
Wat is een liquidatiebonus ?
48.
Hoe wordt het fiscaal resultaat bepaald inzake vennootschapsbelasting ?
49.
Geef een overzicht van de diverse aftrekbewerkingen en waarom is volgorde ervan van belang ?
50.
Op bepaalde zaken wordt altijd direct belasting geheven ( zelfs bij een negatief fiscaal resultaat ! ) : som twee van de vier gevallen van aftrekverbod op
51.
Hoe dienen giften inzake vennootschapsbelasting fiscaal beperkt ?
52.
Wat is het verschil tussen “aanvullend personeel” ( code 091 ) en bijkomend personeel KMO ( code 092 ) ?
53.
Wat weet je over de “vrijstelling stagebonus “ ?
54.
Geef de huidige ( beperkende ) fiscale regels inzake DBI regeling Over welke inkomsten gaat het ?
55.
Wat bepaalt het recent “Cobelfret” arrest van het Europees Hof van Justitie ?
56.
Wat is een VRI ?
57.
Wat weet je over de vrijstelling van octrooi inkomsten ?
58.
Is de overdraagbaarheid van deze vrijstelling octrooi-inkomsten beperkt in tijd ?
59.
Wat versta je onder “notionele intrest aftrek “ ?
60
Waarop wordt de aftrek risicokapitaal berekend ?
61
Som de ( in de praktijk ) belangrijkste anti- misbruik bepalingen op.
62
Welke tarieven worden gehanteerd en wat is het onderscheid.
Wordt hierop in België belasting geheven ? Hoe ?
63. Hoe zit het nu ook al weer met woningen dubbel gebruik en de notionele intrestaftrek? 64. Hoe bereken je de wijzigingen tijdens een bepaald boekjaar ? 65. Hoe reken je bij een abnormaal boekjaar ? 66. Kan een pas opgerichte vennootschap genieten van notionele ? Zo ja, hoe berekent men het eigen vermogen ? 67 Hoe bepaal je het fiscaal overdraagbaar verlies ? 68. Wat dient begrepen onder "het aftrekverbod" ? 69. In welke gevallen gaan vorige verliezen en overgedragen investeringsaftrek verloren ? 70. Waarop kan een vennootschap nog voor het aj 2009 investeringsaftrek krijgen ? 71. Waar en wanneer dienen de attesten aangevraagd ? 72 Kan een vennootschap nog genieten van gespreide investeringsaftrek ? 73 Belastingkrediet voor investeringen 0 &0 : wat is dit en hoe werkt het ? 74. Welke tarieven inzake vennootschapsbelasting gelden voor het aj 2009 ? 75. Welke uitsluitingscriteria golden er voor het trapsgewijs tarief en leg uit (summier) 76. Welke fiscale definities van "het begrip KMO" kent u ? 77. Welke maatregelen gaan samen met het tarief ven bel (slecht criterium volgens het Grondwettelijk Hof) en wat is er sedert aanslagjaar 2010 veranderd ? 78. Wat weet je over het tijdelijk gunstregime inzake tarief vennootschapsbelasting ? 78 bis Wat weet je over het regime voor door landbouwvennootschappen ontvangen kapitaalsubsidies 79 Wat is een aanslag "geheime commissielonen " ? 80 Hoe wordt in de praktijk deze aanslag meestal omzeild op een correcte manier ? 81 Op welke wijze worden voordelen van alle aard bepaald ? 82. Geef een paar voorbeelden van de toepassing art 18 KB / WIB92 ? 83 Welke mogelijkheden bestaan er om deze WAA correct te verwerken ? 84 Waarop heeft de manier van verwerking WAA autovoordelen een invloed ? 85 Wat is het onderscheid tussen een bedrijfsleider en loontrekkende op sociaal gebied ''.
86 Wat versta je onder het attractiebeginsel bij bedrijfsleiders ? 87 Welke twee specifieke herkwalificaties van inkomsten ken je bij een bedrijfsleider ? 88 Wat zijn de voordelen van een groepsverzekering ? 89 Op welke zaken dient gelet bij het afsluiten van een groepsverzekering ? 90. Telt een tantième mee voor de bepaling van het tarief ( minimumbezoldiging ) ? 91. Telt een tantième mee voor de bepaling van de 80 % regel ? 92 Dient op een tantième altijd bedrijfsvoorheffing te worden ingehouden ? 93 Wat versta je onder "brutering" van de inkomsten bij RV en BV herzieningen ? 94 Wanneer dient voorafbetaald ? 95 Hoe dient geredeneerd bij een boekjaar dat geen twaalf maanden telt ? 96 Welke voordelen hangen aan voorafbetalingen vast ? 97 Welke stukken dienen toegevoegd aan de aangifte opdat zij geldig zou zijn ? 98 Hoe wordt de gewone onderzoekstermijn berekend inzake vennootschapsbelasting 99 Welke termijn geldt er in geval van fraude en hoe weet ik dat fraude wordt ingeroepen ? 100 Welke is de normale bezwaartermijn en hoever in tijd gaat de ambtshalve ontheffing ? 101 Wat staat er in art 307 WIB 92 ?
Bestudeer zeker de nieuwigheden
:
Geef de belangrijkste wijzigingen n.a.v. de eindejaarswetten 2009 en geef uitleg ( cf.
de samenvatting in Pacioli nr. 290 )