P
R
A
K
T
I
J
K
G
I
D
Vennootschappen in land- en tuinbouw Beslissen met kennis van zaken editie 2008
SBB
Partner voor bedrijvige mensen
S
Inhoud van deze praktijkgids Vennootschappen in de land- en tuinbouwsector 1. Waarom deze praktijkgids? 2. Wat is een vennootschap? 3. Waarom een vennootschap oprichten? 4. Welke vennootschapsvormen bestaan er? 5. Financiële en fiscale aspecten van een vennootschap A. Kosten a. Oprichtingskosten b. Werkingskosten B. Belastingen a. Algemeen b. Personenbelasting c. Vennootschapsbelasting d. De landbouwvennootschap e. Geld uit de vennootschap halen f. Vergelijking personenbelasting en vennootschapsbelasting C. BTW D. Sociaal statuut 6. Belangrijke sectorwetgeving bij de keuze voor een vennootschap 7. Hoe werken met een vennootschap in de land-en tuinbouwsector? A. Het volledige bedrijf in een vennootschap a. Landbouwvennootschap in de personenbelasting b. Landbouwvennootschap in de vennootschapsbelasting c. Het volledige bedrijf in een BVBA B. Optimalisaties naast het eigenlijke bedrijf a. Machinering b. Loonwerkvennootschap c. Sorteer- en verpakkingsvennootschap d. Patrimoniumvennootschap e. Commercialiseringsvennootschap f. Vennootschap voor energievoorziening
p. 2 3 4 6 12 13 13 13 13 13 13 14 15 15 17 20 21 22 28 29 29 29 30 30 30 32 32 33 34 34
Voor elke professional in land- of tuinbouw Vennootschappen zijn ook in uw sector de laatste jaren een ‘hot item’ geworden. Zakelijke adviseurs wijzen landbouwers en tuinders wel eens op de fiscale voordelen die een vennootschapsconstructie mogelijk kan bieden, maar verliezen vaak uit het oog dat er in uw sector nog heel wat andere factoren van belang zijn waarmee u maar beter rekening houdt. Met meer dan 17.000 ondernemers als klant, waarvan 10.000 landbouwers en tuinders en meer dan 4.000 vennootschappen, kennen onze medewerkers het belang van de specifieke sectorwetgeving bij de oprichting van vennootschappen wél. In al onze kantoren vindt u daarom niet alleen accountants en fiscale specialisten, maar ook milieu- en bedrijfseconomische adviseurs. Zij kennen de sectorwetgeving door en door. Oprichtingen van vennootschappen gebeuren bij SBB dan ook in nauw overleg tussen de klant, de accountant en de milieu- of bedrijfseconomisch adviseur. Om u meer inzicht te geven in de voor- en nadelen van een vennootschapsstructuur voor uw bedrijf, bieden wij u graag deze praktijkgids aan. U vindt er in mensentaal de aandachtspunten die u zullen toelaten om hierover met kennis van zaken met uw adviseur te praten. Wilt u de knoop doorhakken of wenst een concreet advies over uw bedrijf, dan verwelkomen onze medewerkers u graag in één van onze kantoren in Vlaanderen. Ik wens u alvast een aangename én leerrijke lectuur. Herman Vidts, directeur
1
Waarom deze praktijkgids? In 2005 waren al 7 % van de Vlaamse landbouwbedrijven georganiseerd in de vorm van een vennootschap. Vaak wordt de indruk gewekt dat elke zichzelf respecterende onderneming een vennootschap moèt hebben, zoniet is men niet meer mee met zijn tijd. Deze boodschap moet echter genuanceerd worden: het is niet per definitie voor elke onderneming interessant om een vennootschapsstructuur aan te nemen.
SBB organiseerde in de loop van 2006 een aantal voordrachten in Vlaanderen waarin specifiek voor de landen tuinbouwsector de schijnwerpers op vennootschappen werden gericht. Meer bepaald werd toelichting verstrekt over de voor- en nadelen van een vennootschap en werd dit getoetst aan de praktijk van het land- en tuinbouwbedrijf. In dat kader speelt immers de specifieke sectorwetgeving een belangrijke rol bij de overweging tot
2
overstap naar vennootschap. Deze voordrachten kenden een massale opkomst en daaruit ontstond het idee om deze materie te bundelen in een overzichtelijke en bevattelijke praktijkgids. In deze gids trachten we de reglementering inzake vennootschappen te verduidelijken. Er wordt daarbij niet alleen aandacht besteed aan enkele algemene vennootschapsrechtelijke begrippen, ook het fiscale luik van de vennootschap wordt onder de loep genomen en tevens wordt de invloed vanuit de zeer specifieke sectorwetgeving nader belicht. Deze gids heeft de bedoeling een leidraad te zijn voor de land- en tuinbouwer die met het idee speelt om zijn bedrijf in een vennootschap onder te brengen. Uiteraard zal u niet op àlle mogelijke vragen een antwoord vinden in deze praktijkgids. Er bestaan immers geen twee dezelfde bedrijven waarvoor de beslissing tot overstap naar vennootschap identiek zou kunnen zijn. Voor een individuele beoordeling van uw dossier verwelkomen wij u graag in één van onze 27 kantoren. U vindt de adressen achteraan deze gids. Wij wensen u ondertussen een leerrijke verkenning doorheen het landschap van de vennootschappen. Katrien Helsen, hoofd studiedienst
Wat is een vennootschap? Een vennootschap is gebaseerd op een overeenkomst waarbij twee of meer personen, de vennoten, iets in gemeenschap inbrengen, in ruil waarvoor ze aandelen krijgen. De bedoeling van de vennootschap is dat de vennoten er winst mee behalen. De meeste vennootschappen hebben rechtspersoonlijkheid.
Gebruikte begrippen: • Overeenkomst De samenwerking in een vennootschap is gebaseerd op een overeenkomst. Deze overeenkomst noemen we de statuten. In de meeste gevallen moet een notaris de statuten opmaken.
en/of de personen die later aandelen van de vennootschap hebben overgenomen. Een andere naam voor ‘vennoten’ is ‘aandeelhouders’. Of men het ene of het andere woord gebruikt, hangt af van de vennootschapsvorm.
• Gemeenschap
Een vennootschap veronderstelt ten minste twee personen. Hierop is één uitzondering: een BVBA kan opgericht worden door één persoon.
In de statuten vermelden de oprichters welke middelen ze aan de vennootschap ter beschikking stellen. Deze middelen zijn de inbreng in de vennootschap. Een inbreng kan bestaan uit geld, materieel, dieren, gronden, gebouwen, quota,...
• Vennoten
• Aandelen
Dit zijn de leden van de vennootschap. Het zijn de personen die aan de basis liggen van het vennootschapscontract, de oprichters
In ruil voor hun inbreng ontvangen de vennoten aandelen. Het vermogen van de vennootschap wordt op die wijze verdeeld over een aantal aandelen.
• Twee of meer personen
• Winst Een vennootschap heeft als doel winst te maken. Dat is het verschil met een vereniging (VZW = vereniging zonder winstoogmerk).
• Rechtspersoonlijkheid De meeste vennootschappen hebben rechtspersoonlijkheid. Dat wil zeggen dat de oprichters van de vennootschap als het ware een nieuwe persoon creëren, met een eigen vermogen, afgezonderd van het privévermogen van de vennoten. Een vennootschap met rechtspersoonlijkheid kan verbintenissen aangaan, partij zijn bij contracten, vorderingen instellen,... Haar mandatarissen (bestuurders, zaakvoerders of beherende vennoten) treden op in haar naam: zij tekenen, maar met hun handtekening verbinden zij de vennootschap en niet zichzelf.
3
Waarom een vennootschap oprichten? Er zijn verschillende redenen om een vennootschap op te richten. We zetten de belangrijkste op een rijtje.
Om samen te werken In een vennootschap kunnen mensen hun krachten bundelen. Zo is het mogelijk dat personen met de stielkennis maar onvoldoende financiële middelen financiers aantrekken als medevennoten of dat verschillende bedrijven die voor het overige autonoom blijven, gaan samenwerken voor een bepaalde activiteit (tuinbouwveilingen, machineringen, WKKvennootschappen,...).
Beperken van de aansprakelijkheid Sommige vennootschapsvormen bieden beperkte aansprakelijkheid voor sommige of alle vennoten. Beperkte aansprakelijkheid zorgt ervoor dat bij faillissement van de vennootschap het privévermogen van de vennoten gevrijwaard 4
blijft. De beperkt aansprakelijke vennoten verliezen enkel hetgeen ze in de vennootschap hebben ingebracht. Dit principe moet nochtans genuanceerd worden in de praktijk. Financiële instellingen (en ook het VLIF) die leningen toekennen aan een vennootschap zullen in de meeste gevallen persoonlijke waarborgen van de vennoten eisen. Verder zijn bestuurders en zaakvoerders van een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid met hun persoonlijke vermogen aansprakelijk voor de fouten die ze in dat bestuur maken.Tot slot geldt een verzwaarde aansprakelijkheid voor de oprichters indien de vennootschap gedurende de eerste drie jaren van de vennootschap failliet gaat en blijkt dat het maatschappelijk kapitaal, zoals dat in het financieel plan is vermeld, kennelijk ontoereikend is voor de normale uitoefening van de voorgenomen bedrijvigheid over ten minste 2 jaar.
Voor de continuïteit van het bedrijf overname Land- en tuinbouwbedrijven zijn de laatste jaren echte KMO’s geworden. Om een gezinsinkomen te verkrijgen, moet een steeds groter kapitaal ingezet worden. De overname van deze bedrijven wordt steeds problematischer omdat de overnemer zeer hoge leningen moet aangaan. Indien een vennootschap wordt opgericht kan de overnemer gedurende een aantal jaren beroep doen op het kapitaal dat door de niet in het bedrijf actieve vennoten wordt ingezet en dat hij geleidelijk kan overnemen. Verder zorgt het onderbrengen van het bedrijf in een vennootschap ervoor dat bij een plots overlijden het bedrijf verder kan worden gezet zonder dat de tot het bedrijf behorende goederen in een onverdeeldheid terecht komen samen met de privégoederen, met alle juridische en praktische problemen van dien.
Om het bedrijf te splitsen Om fiscale redenen Een vennootschap wordt in principe belast in de vennootschapsbelasting (uitgezonderd de landbouwvennootschap). Aangezien de belastingtarieven in de vennootschapsbelasting lager zijn dan in de personenbelasting kan dit voordelig zijn. Toch dient gezegd dat de fiscale wetgeving de laatste jaren werd aangepast zodat het mogelijke fiscaal voordeel kleiner is geworden. Ook kan in principe in de vennootschapsbelasting geen aangifte worden gedaan op grond van de land- en tuinbouwbarema’s. Verder in deze praktijkgids wordt dit uitgebreider behandeld.
In het verleden werd meermaals gebruik gemaakt van de oprichting van een vennootschap om een bestaand bedrijf op te splitsen in twee of meerdere entiteiten. De reden hiertoe was meestal te vinden in de sectorwetgeving. Specifiek voor de land- en tuinbouwsector bestaan er immers heel wat regelgevingen met een grote impact op de bedrijfsvoering. In dat kader kan onder meer gedacht worden aan de wetgevende bepalingen inzake melkquotum, VLIF, mest, premies,... Adder onder het gras in zulke gevallen is het feit dat deze sectorwetgeving permanent evoluereert en wordt aangepast, waardoor de reden op basis van dewelke men de stap naar een vennootschap zet soms korte tijd later niet meer aanwezig is, of het beoogde voordeel wordt tenietgedaan dan wel doorkruist (bv. de fictiebepalingen in het mestdecreet betreffende de koepeling van bedrijven). Een vennootschap oprichten om de toepassing van bepaalde sectorwetgeving te vermijden (bv. de mestverwerkingsplicht) moet daarom met de nodige omzichtigheid worden beoordeeld. Bovendien moeten in dit kader ook steeds de regels inzake autonoom beheer gerespecteerd worden. 5
Welke vormen van vennootschap bestaan er? Zonder rechtspersoonlijkheid
Met rechtspersoonlijkheid
Er bestaan vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid: de maatschap, de tijdelijke handelsvennootschap en de stille handelsvennootschap (deze twee laatsten komen zelden voor). De eerste vorm is wat in de praktijk gekend staat als de samenuitbating of de feitelijke vereniging. In dit kader werken enkele personen samen zonder dat dit samenwerkingsverband evenwel een aparte juridische persoon zal uitmaken (zodat eigenlijk niet van een ‘vennootschap’ kan gesproken worden).
De vennootschappen met rechtspersoonlijkheid zijn: - de gewone commanditaire vennootschap (Comm.V.) - de vennootschap onder firma (VOF) - de landbouwvennootschap (LV) - de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (BVBA) - de coöperatieve vennootschap met onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid (CVOA) - de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (CVBA) - de naamloze vennootschap (NV) - de commanditaire vennootschap op aandelen (Comm.VA)
6
Binnen de vennootschappen met rechtspersoonlijkheid kunnen we nog een onderscheid maken tussen vennootschappen waarvan de vennoten beperkte aansprakelijkheid hebben (BVBA, NV, CVBA) en die waarin de (beherende) vennoten onbeperkte aansprakelijkheid hebben (Comm.V., VOF, CVOA, LV, Comm.VA). Hier volgt een korte bespreking van elk van deze vormen.
De gewone commanditaire vennootschap (Comm.V.)
Uit de praktijk [1]
Van eenmanszaak naar vennootschap
De gewone commanditaire vennootschap is een eenvoudige, goedkope vennootschapvorm met stille vennoten die enkel kapitaal leveren en beherende vennoten die ook arbeid leveren.
Belangrijkste kenmerken: • ten minste 2 vennoten (1 beherende en 1 stille) • onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid voor beherende vennoten, beperkte aansprakelijkheid voor stille vennoten • geen notariële akte nodig voor oprichting (tenzij inbreng van onroerend goed) • geen minimumkapitaal • beperkte overdraagbaarheid aandelen • weinig formaliteiten
Vennootschap onder firma (VOF) De vennootschap onder firma lijkt heel sterk op de gewone commanditaire vennootschap. Het enige verschil is dat er geen stille vennoten zijn: alle vennoten zijn (onbeperkt aansprakelijke) beherende vennoten.
Belangrijkste kenmerken: • ten minste 2 vennoten
Waar je eerst niet aan denkt of wat je niet op voorhand gepland hebt, kan plots toch realiteit zijn. Jef en Hilde uit Retie studeerden beiden af als tuin- en landschapsarchitecten maar hebben nu een bloeiend bedrijf van vormplanten in een vennootschapsstructuur. Hilde en Jef hebben op de oude hoeve van de grootouders van Jef een bloeiend bedrijf met vormplanten in volle grond. De kwekerij omvat 16 ha teeltgronden, er zijn twee vaste werknemers en het bedrijf is uitgerust met een nieuwe folieserre. In 1993 zetten Hilde en Jef de stap naar een bvba. Deze overstap viel in de periode waarin, na een opkweekfase, de planten-verkoop op volle toeren begon te draaien. Dergelijke teelten vragen tijd en geld en door de grotere omzetten werd alles fiscaal niet zo goed controleerbaar meer in de eenmanszaak. Daarom werd beslist om het
> 7
• onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid voor alle vennoten • geen notariële akte nodig voor oprichting (tenzij inbreng van onroerend goed) • geen minimumkapitaal • beperkte overdraagbaarheid aandelen • weinig formaliteiten
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (BVBA) De BVBA heeft een typisch familiaal karakter en is de meest gekende vennootschapsvorm.
Belangrijkste kenmerken:
kan ook door 1 persoon opgericht worden beperkte aansprakelijkheid voor alle vennoten notariële oprichtingsakte nodig minimumkapitaal 18.550 euro, waarvan 6.200 euro te De landbouwvennootschap heeft de exploitatie van een land- of volstorten (12.400 euro voor eenpersoons-BVBA) tuinbouwbedrijf tot doel. De beherende vennoten in de • beperkte overdraagbaarheid van aandelen landbouwvennootschap dienen minstens 50 % van hun arbeidsinkomen uit de vennootschap te halen en minstens 50 % • redelijk veel formaliteiten van hun arbeidstijd eraan te besteden. Aangezien de LV specifiek werd gecreëerd voor de land- en tuinbouwsector is zij aangepast aan een aantal bijzondere reglementeringen die uitsluitend op deze sector betrekking hebben zoals o.a. de Een coöperatieve vennootschap kan met beperkte (CVBA) of pachtwet, bijzondere fiscale regelingen, het VLIF, ... met onbeperkte aansprakelijkheid (CVOA) worden opgericht. De oprichtingskosten zijn bij deze vennootschapsvorm het Deze vennootschapsvorm wordt meestal aangewend met het laagst. De beherende vennoten genieten evenwel geen beperkte oog op ruimere samenwerkingsverbanden dienstig voor een aansprakelijkheid. specifiek doel.
De landbouwvennootschap (LV)
• • • •
De coöperatieve vennootschappen (CVBA en CVOA)
Belangrijkste kenmerken: • enkel voor land-of tuinbouwbedrijf • ten minste 2 vennoten • onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid voor beherende vennoten, beperkte aansprakelijkheid voor stille vennoten • geen notariële akte nodig voor oprichting (tenzij inbreng van onroerend goed) • minimumkapitaal 6.150 euro • beperkte overdraagbaarheid aandelen • weinig formaliteiten 8
Belangrijkste kenmerken CVBA en CVOA: • • • •
ten minste 3 vennoten veranderlijk aantal vennoten vast en veranderlijk gedeelte kapitaal beperkte overdraagbaarheid van aandelen
Belangrijkste kenmerken CVBA • notariële oprichtingsakte nodig • beperkte aansprakelijkheid voor alle vennoten • vast gedeelte van kapitaal min. 18.550 euro,
> waarvan 6.200 EUR te volstorten • redelijk veel formaliteiten
Belangrijkste kenmerken CVOA • geen notariële akte nodig voor oprichting (tenzij inbreng van onroerend goed) • onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid voor alle vennoten • geen minimumbedrag voor vast gedeelte van kapitaal • weinig formaliteiten
handelsgedeelte in een aparte vennootschap onder te brengen zodat de kapitaalstromen duidelijker werden. “Het was op aangeven van onze SBB-accountant dat wij de stap hebben gezet”, zegt Hilde. “Nochtans waren er enige aarzelingen, omwille van het feit dat wij startten met een vennootschap op een ogenblik dat wij nog niet goed wisten wat de verkoop (die toen pas begon te lopen) ons zou geven. Dit bracht ons heel wat onzekerheid mee, samen met de extra kosten, zoals ondermeer de oprichtingskost.” Er is wel enige tijd over gegaan want er komt bij de
De naamloze vennootschap (NV) De naamloze vennootschap is een vennootschapsvorm die bedoeld is voor de grotere ondernemingen. In het verleden werd de vorm vaak ook door kleinere ondernemingen gekozen omwille van de mogelijkheid om met aandelen aan toonder te werken. Maar de aandelen aan toonder worden binnenkort afgeschaft waardoor de specifieke aantrekkingskracht van deze vennootschapsvorm zal verloren gaan.
Belangrijkste kenmerken: • • • • • • •
ten minste 2 vennoten beperkte aansprakelijkheid voor alle vennoten notariële oprichtingsakte nodig kapitaal min. 61.500 euro, volledig te volstorten (in principe) vrije overdraagbaarheid aandelen redelijk veel formaliteiten aandelen aan toonder (worden afgeschaft)
“Wie vandaag een serrebedrijf wil starten, heeft met dermate hoge kapitalen te maken dat een eenmanszaak onmogelijk is geworden.” overgang naar een vennootschap heel wat kijken. Neem bijvoorbeeld de inbreng van de investeringen met VLIFsteun. Er was dan ook veel goede raad nodig die zij kregen van hun SBB-consulent, na ook eens hun licht te hebben opgestoken op een AVBS-studieavond rond vennootschappen. Die studie-avond werd trouwens gegeven door iemand van... SBB. Nu terugkijkend zijn zij gelukkig dat zij tijdig zijn omgeschakeld. Het was het gepaste ogenblik, net voor zij hun grotere investeringen zijn aangegaan. Jef : “Het is de realiteit van vandaag dat wie nog een serrebedrijf wil starten, met dermate hoge kapitalen te maken heeft dat een eenmanszaak onmogelijk is geworden. >
9
> De ervaring die wij hebben, leert ons dat een vennootschap ruimte en groeimogelijkheden geeft. Door de scheiding krijg je een duidelijk zicht op het eigen inkomen en de pot die beschikbaar is om mee te werken. Dit creëert automatisch ruimte en de mogelijkheden worden groter. Hilde doet heel wat administratie voor de vennootschap en hierdoor krijg je tevens een goed beeld van wat de marges zijn binnen uw vennootschap. Extra pluspuntje trouwens is dat je naar buiten uit meer zelfzeker overkomt met een naam die volledig op het bedrijf slaat.”
De commanditaire vennootschap op aandelen (Comm.VA) De commanditaire vennootschap op aandelen is een vennootschapsvorm die zo goed als identiek is aan de naamloze vennootschap. Het belangrijkste verschil is dat er een onbeperkt aansprakelijke beherende vennoot is.
Belangrijkste kenmerken: • ten minste 2 vennoten • beperkte aansprakelijkheid voor de stille venoten, onbeperkte aansprakelijkheid voor de beherende vennoten-zaakvoerders • notariële oprichtingsakte nodig • kapitaal min. 61.500 euro, volledig te volstorten • (in principe) vrije overdraagbaarheid aandelen • redelijk veel formaliteiten • aandelen aan toonder (worden afgeschaft)
“De vennootschap geeft ruimte en groeimogelijkheden aan ons bedrijf.” “Wij achten ons gelukkig dat wij reeds zo ver zijn, en niettegenstaande de vele hulp die wij nog van onze ouders krijgen, hebben wij toch het geluk dat wij met iets totaal nieuws zijn kunnen beginnen en geen rekening dienden te houden met de voorgeschiedenis van het bedrijf. Wij zijn blij dat we alle kansen hebben benut. De vennootschapsvorm geeft een extra impuls aan je bedrijf en er zijn ook meer mensen met je zaken bezig. Neem nu een kantoor als SBB: er zijn zoveel mensen met zoveel specialiteiten binnen één groep bezig dat dit voor ons een enorm vertrouwen geeft.”, besluit Jef.
10
Overzicht NV
BVBA
Comm.VA CVBA
CVOA
VOF
Comm.V. LV
Aansprakelijkheid vennoten/aandeelhouders beperkt
beperkt
beperkt ‘stille vennoten’, onbeperkt ‘beherende vennotenzaakvoerders’
beperkt
onbeperkt
onbeperkt
beperkt ‘stille vennoten’, onbeperkt ‘beherende vennotenzaakvoerders’
beperkt ‘stille vennoten’, onbeperkt ‘beherende vennotenzaakvoerders’
notarieel
notarieel
onderhands, tenzij inbreng onroerend goed
onderhands, tenzij inbreng onroerend goed
onderhands, tenzij inbreng onroerend goed
onderhands, tenzij inbreng onroerend goed
Oprichtingsakte notarieel
notarieel
Minimum aantal aandeelhouders/vennoten 2
1
2
3
3
2
2
2
61.500 euro
18.550 euro
geen minimum
geen minimum
geen minimum
6.150 euro
61.500 euro
6.200 euro
geen minimum
geen minimum
geen minimum
6.150 euro
ja
ja
enkel indien groot en 1 vennootrechtspersoon
enkel indien groot en 1 vennootrechtspersoon
enkel indien groot en 1 vennootrechtspersoon
neen
zaakvoerders beherende vennoten
bestuurders
bestuurders
zaakvoerders
zaakvoerders
beherende vennoten
Minimumkapitaal 61.500 euro
18.550 euro
Minimum te volstorten 61.500 euro
6.200 euro (12.400 euro indien eenpersoonsBVBA)
Jaarrekening ja
Ja
Bestuur raad van bestuur zaakvoerders
11
Financiële en fiscale aspecten van een vennootschap
12
Kosten
Belastingen
Een vennootschap brengt extra kosten mee, zowel bij de oprichting als tijdens haar werking.
Algemeen
In de personenbelasting is het voor land- en tuinbouwondernemingen mogelijk om de belastbare inkomsten te bepalen aan de hand van het forfait (barema). Deze forfaits • Indien het gaat om een vennootschap met beperkte kunnen niet toegepast worden in de vennootschapsbelasting. aansprakelijkheid: Wel is het mogelijk om met een landbouwvennootschap (maar - notariskosten voor het opmaken van de oprichtingsakte uitsluitend met deze vennootschapsvorm, en niet met en de statuten bijvoorbeeld een BVBA) belast te worden in de - kosten van een bedrijfsrevisor bij inbreng in natura personenbelasting in plaats van in de vennootschapsbelasting. - kosten van een fiscaal adviseur en/of accountant voor de En in dat geval kunt u ook nog het forfait toepassen. opmaak van het financieel plan • Voor alle vennootschappen : - advieskosten (accountant, belastingconsulent) - diverse kosten: o.a. publicatie in het Belgisch Staatsblad Een belangrijk onderscheid tussen de taxatie van natuurlijke personen (particulieren en zelfstandigen) en die van een - registratierechten: 10% bij inbreng van onroerende vennootschap met rechtspersoonlijkheid ligt in het tarief van de goederen en schulden of bij inbreng van een woning belasting. Natuurlijke personen worden in de personenbelasting volgens een progressief tarief belast d.w.z. hoe hoger het inkomen, hoe hoger het tarief van de belasting. Het hoogste De meeste vennootschappen zijn verplicht om een volledige tarief, voor het deel van het inkomen dat meer bedraagt dan boekhouding te voeren. Dit is een extra kost indien u 32.860 euro, is 50 %, steeds te verhogen met gemeentemomenteel nog een enkelvoudige boekhouding voert of zelfs belasting. geen boekhouding voert (louter forfait). Verder zijn er de kosten van neerlegging van de jaarrekening, advieskosten en de kosten In de personenbelasting wordt wel niet het volledige inkomen van publicaties in het Belgisch Staatsblad (bij benoemingen en belast. De belastingplichtigen hebben recht op een ontslagen van zaakvoerders of bestuurders en bij statutenbelastingvrije som, een stuk van het inkomen dat niet wijzigingen). belastbaar is. Die belastingvrije som wordt verhoogd voor Merk hierbij op dat een landbouwvennootschap minder kosten kinderen ten laste. heeft: die hoeft immers geen dubbele boekhouding te voeren of een jaarrekening neer te leggen (maar ze mag dat uiteraard wel).
Oprichtingskosten
Personenbelasting
Werkingskosten
13
Tarieven aanslagjaar 2009 personenbelasting (inkomsten 2008) INKOMENSSCHIJF
TARIEF
van 0 euro tot 7.560 euro
25 %
van 7.560 euro tot 10.760 euro
30 %
van 10.760 euro tot 17.920 euro
40 %
van 17.920 euro tot 32.860 euro
45 %
boven 32.860 euro
50%
Belastingvrije som aanslagjaar 2009 (inkomsten 2008) Stuk van het inkomen dat niet belastbaar is en dat verhoogt naarmate er meer kinderen ten laste zijn per belastingplichtige
6.150 euro
BIJKOMENDE VRIJSTELLING VOOR KINDEREN TEN LASTE 1 kind
1.310 euro
2 kinderen
3.370 euro
3 kinderen
7.540 euro
4 kinderen
12.200 euro
meer dan 4 kinderen
12.200 + 4.660 euro voor elk kind meer dan het vierde
EG-premies Belangrijk voor land- en tuinbouw is dat er een afzonderlijk tarief van 16,5 % bestaat voor EG-premies, dat echter enkel van toepassing is bij toepassing van de personenbelasting. Seizoenlonen Bij toepassing van het forfait door tuinbouwbedrijven kunnen forfaitaire lonen, de zogenaamde ‘seizoenlonen’ worden afgetrokken. Deze seizoenlonen zijn aftrekbaar indien men een bedrijfsvoorheffing stort van 20,20% of de lonen bewijst (fiches, facturen,...). 14
Vennootschapsbelasting De tarieven in de vennootschapsbelasting zijn minder hoog dan in de personenbelasting. Er bestaat een uniform nietprogressief tarief van 33,99 % en daarnaast een verlaagd progressief tarief met de volgende tariefschalen: Tarieven aanslagjaar 2009 vennootschapsbelasting (inkomsten 2008) INKOMENSSCHIJF
TARIEF
van 0 euro tot 25.000 euro
24,98 %
van 25.000 euro tot 90.000 euro
31,93 %
van 90.000 euro tot 322.500 euro
35,54 %
Dit verlaagd tarief is afhankelijk van voorwaarden. De belangrijkste is dat de vennootschap aan tenminste één bedrijfsleider een bezoldiging moet toekennen van minimum 36.000 euro (AJ 2009) of, als de winst van de vennootschap minder dan 36.000 euro bedraagt, een bezoldiging die even hoog is als de winst van de vennootschap. Voorbeeld: Om het verlaagd tarief te kunnen genieten moet - een vennootschap met winst van 100.000 euro een bezoldiging toekennen van ten minste 36.000 euro, dan blijft er na toekenning van de bezoldiging nog 64.000 euro belastbaar inkomen in de vennootschap over. - een vennootschap met een winst van 50.000 euro een bezoldiging toekennen van ten minste 25.000 euro, dan blijft er na toekenning van de bezoldiging nog 25.000 euro belastbaar inkomen in de vennootschap over (evenveel als de bezoldiging).
Uw SBB-consulent heeft u graag meer uitleg over deze en de andere (eerder technische) voorwaarden.
De landbouwvennootschap De landbouwvennootschap is voor de belastingen een buitenbeetje. Alle andere vennootschappen met rechtspersoonlijkheid worden per definitie in de vennootschapsbelasting belast. Maar de landbouwvennootschap kan kiezen voor toepassing van ofwel de personenbelasting, ofwel de vennootschapsbelasting. Een landbouwvennootschap die kiest voor de personenbelasting kan nog steeds het forfait toepassen, en dus indien van toepassing, ook seizoenlonen blijven betalen. Een landbouwvennootschap die kiest voor de vennootschapsbelasting moet ten minste drie vennoten hebben,een minimumkapitaal van 30.950 euro en de keuze voor vennootschapsbelasting met een aangetekende brief laten weten aan de fiscus.
Geld uit de vennootschap halen Het is belangrijk om te beseffen dat voor vennootschappen die in de vennootschapsbelasting belast worden, de vennoten zelf nog niet persoonlijk over de winst van de vennootschap beschikken. Dat geld is nog van de vennootschap. Om de vennoten een persoonlijk inkomen te bezorgen bestaan er vanuit de vennootschap verschillende mogelijkheden, maar daarop zal meestal bijkomende belasting moeten betaald worden. Bedrijfsleidersbezoldiging De vennoten die bedrijfsleider zijn, kunnen voor hun arbeid vergoed worden. Zoals hierboven is gezegd, moet er trouwens een minimale bezoldiging betaald worden aan ten minste één bedrijfsleider indien men het verlaagd tarief in de
Uit de praktijk [2]
Flexibiliteit en goede administratieve organisatie
Frank heeft in Schakkebroek, in de buurt van Herk-de-Stad, een fruitbedrijf met 9 ha peren en 12 ha appelen. Goed acht jaar geleden heeft hij een sorteer-machine gekocht, vooral om op rustiger momenten de eigen oogst te sorteren en om zelf rendabeler te kunnen werken. Vrij snel vroegen andere fruitkwekers en handelaars om ook hun peren te sorteren en te verpakken en moest er geïnvesteerd worden in bijkomende machines zoals een waterdumper. Vrij snel was ook extra personeel nodig. Bovendien werd een duidelijke administratieve organisatie noodzakelijk om alles te kunnen opvolgen. Op advies van accountant Yves Vandevorst van het SBBkantoor in Sint-Truiden werd beslist om naast het fruitbedrijf, dat in het forfaitair stelsel bleef, een aparte sorteervennootschap op te richten. Ondertussen heeft Frank al 2,5 jaar ervaring met zijn vennootschap.
15
>
vennootschapsbelasting wil genieten. Een bedrijfsleidersbezoldiging is een aftrekbare kost voor de vennootschap maar wordt in de personenbelasting van de vennoot belast aan het progressieve tarief, en er zijn sociale bijdragen op verschuldigd. Het is dus een dure manier om geld uit de vennootschap te halen. Indien u alle winst uit uw vennootschap zou halen door een bedrijfsleidersbezoldiging, zou u financieel nadeel lijden met een vennootschap in plaats van er voordeel mee te doen. U betaalt dan immers evenveel personenbelasting als wanneer u in een eenmanszaak zou gebleven zijn maar bovendien ook de kosten van de vennootschap. Verhuring van onroerende goederen Gronden en gebouwen die voor de onderneming worden gebruikt en niet werden ingebracht in de vennootschap kunnen verhuurd worden aan de vennootschap. De betaalde huur is aftrekbaar voor de vennootschap en vormt voor de vennoot een onroerend inkomen dat een interessant fiscaal regime geniet. Dit is m.a.w. fiscaal voordeliger dan de toekenning van een bedrijfsleidersbezoldiging, zeker indien het gaat om zgn. langetermijnpacht (verpachting van ten minste 18 jaar, notariële akte vereist). Indien gebouwen verhuurd worden en de huurprijs te hoog is, kan de fiscus een stuk van de huurprijs belasten als bedrijfsleidersbezoldiging. Verhuring van roerende goederen Ook roerende goederen (machines, meubilair, rollend materieel,...) kunnen aan de vennootschap worden verhuurd. Het gaat hier eveneens om een aftrekbare kost voor de vennootschap, en voor de ontvanger van de huurgelden is er een voordelige fiscale behandeling.
16
Dividend Als vergoeding voor het ingebrachte kapitaal kan een vergoeding worden uitgekeerd. Hierop dient na voldoening van de vennootschapsbelasting nog roerende voorheffing te worden ingehouden van 25 % of (onder bepaalde voorwaarden) 15 %. Een dividend is echter geen aftrekbare kost voor de vennootschap, zodat dit meestal fiscaal niet zo interessant is. Interest Vennoten kunnen ook geld lenen aan de vennootschap, in plaats van het als kapitaal in te brengen. Op die lening kunnen ze dan interest vragen. De interest is een aftrekbare kost voor de vennootschap en vormt een roerend inkomen voor de vennoot. Er moet dan nog een roerende voorheffing worden ingehouden van 15 %. Dit is een erg interessante manier om geld uit de vennootschap te halen, maar de belastingwet stelt er grenzen aan: indien men hiermee overdrijft zal een stuk van de interesten geherkwalificeerd worden in dividenden. Voordelen van alle aard, extra-legale pensioenen,... Wanneer bedrijfsleiders of werknemers van de vennootschap privé voordeel halen uit investeringen of kosten van de vennootschap (b.v. een auto, een woning, een internetabonnement,...), spreken we over zgn. voordelen van alle aard. Dergelijke voordelen zijn belastbaar als loon in de personenbelasting, maar het interessante is dat u als bedrijfsleider of werknemer dan enkel de belasting op het voordeel betaalt in plaats van de kost of investering zelf te moeten betalen, en dat bovendien die voordelen forfaitair en relatief laag geraamd worden. Ook kan de vennootschap op een fiscaal interessante manier bijdragen betalen voor een pensioenverzekering ten voordele van de bedrijfsleiders of werknemers.
> Vereffening Wat u tijdens het leven van de vennootschap niet uit de vennootschap haalt, krijgt u op het moment dat de vennootschap vereffend wordt. Op deze uitkering, de zgn. liquidatiebonus, zal nog 10 % roerende voorheffing moeten ingehouden worden.
Vergelijking personenbelastingvennootschapsbelasting De land- en tuinbouwsector is van oudsher een sector met sterke inkomensschommelingen. De progressiviteit van de personenbelasting roomt de vette jaren meer dan proportioneel af in vergelijking tot de magere jaren. Door met een vennootschap te werken en daar de winsten te reserveren, kan een groter overschot van de goede jaren overgedragen worden naar de slechtere jaren. Op die manier verzekert u zich van een meer stabiel inkomen. U kan er ook voor kiezen om u een vast maandloon door de vennootschap te laten uitkeren. Bovendien blijft meer geld beschikbaar om de nodige investeringen te verrichten.
Hij was graag bereid ons zijn wedervaren mee te delen. “Flexibiliteit is vandaag voor mijn sorteeractiviteit de belangrijkste uitdaging. Het gebeurt zeer regelmatig dat ik ‘s morgens telefoon krijg met de vraag om een levering die op de middag komt tegen ‘s avonds te sorteren en te verpakken, zodat alles ‘s nachts op de boot naar GrootBrittanië of met de vrachtwagen naar Rusland kan. Bovendien heeft ook elke warenhuisketen andere verpakkings- en sorteervereisten. Om dat te kunnen organiseren moet ik het aantal grote klanten, voornamelijk grote exporteurs, waarvoor ik werk beperken en moet naast de kwaliteit van mijn werk ook facturatie, stockbeheer en sorteerrapportering uitstekend georganiseerd zijn. Ondertussen werk ik met een tiental vaste arbeiders en sinds een wijziging in de sociale
“Belangrijke investeringen kan ik dankzij mijn vennootschap goed opvolgen.”
Een overstap naar een vennootschap wordt interessanter naarmate het inkomen hoger wordt, en men met zijn inkomen in de personenbelasting meer en meer in de hoogste schijf terechtkomt. Anderzijds... het afzonderlijk tarief van 16,5 % voor EG-premies bestaat niet in de vennootschapsbelasting. Dat is dus een voordeel dat de personenbelasting biedt en dat u verliest wanneer u naar de vennootschapsbelasting overstapt. Aangezien de toepassing van het forfait voor vennootschappen uitgesloten is, behalve voor de landbouwvennootschap, moet
wetgeving vorig jaar kan ik ook seizoenarbeiders inschakelen die op drukke momenten bijspringen. Dat zijn voor mij allemaal belangrijke investeringen die ik dankzij mijn vennootschap goed kan opvolgen. Zo krijg ik elk kwartaal via SBB Online, een internetapplicatie voor SBB-klanten, een duidelijk overzicht van opbrengsten en kosten van mijn sorteeractiviteit en kan ik zo evoluties in het oog houden.” >
17
een vennootschap voor de lonen die ze betaalt aan werknemers individuele fiches opmaken en daarenboven sociale lasten en bedrijfsvoorheffing inhouden. Voornamelijk voor tuinbouwbedrijven kan dit een rem vormen op de omvorming naar vennootschap.
Voorbeeld Een voorbeeld (AJ 2007) om de personenbelasting en de vennootschapsbelasting te vergelijken: Frans Akkermans is gehuwd en heeft 2 kinderen ten laste. Het tarief van de gemeentelijke opcentiemen is 7 %.
Situatie 1 Uit zijn beroepsactiviteiten haalt hij een netto-belastbaar inkomen van 25.000 euro, waarvan een EG-premie van 10.000 euro. Hij doet aangifte als natuurlijk persoon: > hij betaalt 1.885,34 euro belasting op een inkomen van 25.000 euro = 7,5 % gemiddeld Hij heeft een vennootschap (normaal tarief ) - geen loon als bedrijfsleider, de vennootschap betaalt 8.497,50 euro belasting , de bedrijfsleider betaalt niets: > hij betaalt 8.497,50 euro belasting op een inkomen van 25.000 euro = 33,99 % gemiddeld Hij heeft een vennootschap (verlaagd tarief ) + loon als bedrijfsleider van 12.500 euro, de vennootschap betaalt 3.122 euro belasting en de bedrijfsleider betaalt 0,00 euro personenbelasting: > hij betaalt 3.122 euro belasting op een inkomen van 25.000 euro = 12,50 % gemiddeld
18
Situatie 2 Uit zijn beroepsactiviteiten haalt hij een netto-belastbaar inkomen van 50.000 euro , waarvan een EG-premie van 10.000 euro. Hij doet aangifte als natuurlijk persoon: > hij betaalt 13.629,58 euro belasting op een inkomen van 50.000 euro = 27,26 % gemiddeld Hij heeft een vennootschap (normaal tarief ) - geen loon als bedrijfsleider, de vennootschap betaalt 16.995 euro belasting, de bedrijfsleider betaalt niets: > hij betaalt 16.995 euro belasting op een inkomen van 50.000 euro = 33,99 % gemiddeld Hij heeft een vennootschap (verlaagd tarief ) + loon als bedrijfsleider van 25.000 euro, de vennootschap betaalt 6.200 euro belasting en de bedrijfsleider betaalt 4.000,00 euro personenbelasting: > hij betaalt 10.200 euro belasting op een inkomen van 50.000 euro = 20,40 % gemiddeld
Situatie 3 Uit zijn beroepsactiviteiten haalt hij een netto-belastbaar inkomen van 100.000 euro, waarvan een EG-premie van 30.000 euro. Hij doet aangifte als natuurlijk persoon: > hij betaalt 34.176,50 euro belasting op een inkomen van 100.000 euro = 34,18 % gemiddeld Hij heeft een vennootschap (normaal tarief ) - geen loon als bedrijfsleider, de vennootschap betaalt belasting (tarief van 33,99%), de bedrijfsleider betaalt niets: > hij betaalt 33.990 euro belasting op een inkomen van 100.000 euro = 33,99 % gemiddeld
> Hij heeft een vennootschap (verlaagd tarief ) + loon als bedrijfsleider van 33.000 euro, de vennootschap betaalt 19.654,35 euro belasting en de bedrijfsleider betaalt 5.946,50 euro personenbelasting > hij betaalt 25.600,85 euro belasting op een inkomen van 100.000 euro = 25,60 % gemiddeld
Besluit Het onderbrengen van de bedrijfsexploitatie in een vennootschap kan fiscaal interessant zijn, maar is dit niet noodzakelijk. Hoe meer winst in uw onderneming, hoe groter de kans dat het interessant is. Soms zal het gebruik van het forfait in de personenbelasting voordeliger zijn dan de lagere tarieven van de vennootschapsbelasting. In de personenbelasting heeft u bovendien recht op een tarief van 16,5 % voor EG-premies. Vergeet ook niet dat u het fiscaal voordeel van de vennootschapsbelasting nog moet verminderen met verhoogde kosten van boekhouding, publicatie, ... en dat u een roerende voorheffing van 10 % zult moeten betalen op de reserves van de vennootschap wanneer u de vennootschap opdoekt. Het mag duidelijk zijn dat elk dossier op basis van de individuele gegevens ervan dient berekend en beoordeeld te worden.
Yves Vandevorst: “Er zijn ook fiscale motieven geweest om een vennootschap op te richten. Van de investeringen willen wij vanzelfsprekend graag de BTW recupereren en ook het vast loon dat Frank uit de vennootschap haalt hebben wij fiscaal geoptimaliseerd door o.a. te werken met huurcontracten en groepsverzekeringen. Bovendien heeft Frank bij de oprichting van de vennootschap de sorteermachine belastingvrij kunnen inbrengen en kwam hij zo ook snel aan het minimumkapitaal van 12.400 EUR dat nodig is om een éénpersoons BVBA op te richten.” Frank: “Ik zag in het begin wel op tegen de bijkomende administratie die een vennootschap met zich meebrengt, maar dat is heel goed meegevallen. De oprichting van mijn BVBA is relatief snel gegaan en SBB heeft er samen met de notaris voor gezorgd dat alle administratieve formaliteiten vlot zijn verlopen. Het bijhouden van inkomende en uitgaande facturen heb ik intern goed georganiseerd en voor de BTW-aangiftes, het verwerken van de bankuittreksels en de eindejaarsverrichtingen reken ik op SBB. Ik zie mijn accountant tegenwoordig
meer dan vroeger, maar dat is een zeer bescheiden meerkost in vergelijking met de winst die zijn advies mij in de vorm van mijn vennootschap oplevert.” Yves Vandevorst: “Belangrijk voor Frank is ook dat hij naast zijn activiteiten als fruitkweker een stuk zekerheid heeft ingebouwd dankzij het inkomen dat hij uit zijn sorteeractiviteiten haalt. Daar wordt vanzelfsprekend ook hard voor gewerkt, maar het is minder rechtstreeks afhankelijk van externe factoren, zoals het weer, forfait, milieureglementering, ...”
19
BTW In het normale BTW-systeem moet u BTW aanrekenen op uw uitgaande facturen en kunt u de BTW die u zelf betaald heeft op de inkomende facturen aftrekken. De verrekening van enerzijds te betalen BTW en anderzijds de aftrekbare BTW gebeurt in de BTW-aangifte, die u naargelang de grootte van uw omzet elke maand of elk kwartaal moet indienen. Land- en tuinbouwers met een eenmanszaak kunnen kiezen voor een afwijkend systeem: dat van de forfaitaire BTW-compensatie (‘bijzondere landbouwregeling’). Men gaat er hier van uit dat de ontvangen BTW bij verkoop gelijk is aan de BTW die men zelf heeft betaald bij de aankoop van goederen en andere bedrijfsuitgaven. Dit betekent dat ondernemingen die voor de forfaitaire BTW-compensatie kiezen geen BTW-aangiftes moeten indienen of BTW aanrekenen, maar daar staat tegenover dat ze ook de BTW die ze betaald hebben op de inkomende facturen niet kunnen aftrekken. De forfaitaire BTWregeling is dus administratief zeer eenvoudig maar biedt nadelen in geval van grote investeringen. In dat geval zal de BTW op investeringen immers niet kunnen worden gerecupereerd. Overstap naar de gewone BTW-regeling kan in zulk geval aangewezen zijn. Dergelijke overstap is te allen tijde mogelijk. Terugkeer van de gewone regeling naar de forfaitaire BTW-regeling kan pas opnieuw na 3 jaar in de gewone BTW-regeling te hebben doorgebracht. Voor land- of tuinbouwbedrijven die in een vennootschapsvorm worden uitgebaat, kan de bijzondere landbouwregeling uitsluitend worden toegepast door de LV en de BVBA Voor de BVBA geldt weliswaar de bijkomende voorwaarde dat alle vennoten producenten zijn van landbouwproducten en dat zij geen werkzaamheid uitoefenen die niet onder de landbouwregeling valt, en dat bovendien de vennootschap uitsluitend het voortbrengen van landbouwproducten tot doel heeft.
20
Sociaal statuut Elke zelfstandige, helper en meewerkend echtgeno(o)t(e) moet sociale bijdragen betalen. Hoeveel sociale bijdragen u betaalt, hangt af van uw netto belastbaar bedrijfsinkomen van drie jaren terug (het ‘refertejaar’). De belastingadministratie maakt dit nettobedrijfsinkomen over aan het sociaal verzekeringsfonds waarbij u aangesloten bent. Op basis van dit eindbedrag berekent het sociaal verzekeringsfonds uw sociale bijdrage. Vennootschappen moeten ook een sociale bijdrage betalen, maar die ligt een heel stuk lager dan in de personenbelasting. Bovendien is de hoogte van de bijdrage niet afhankelijk van het inkomen van de vennootschap. Voor kleine vennootschappen (afhankelijk van balanstotaal van de vennootschap) is de jaarlijkse bijdrage ongeveer 350 euro. Grotere vennootschappen betalen ongeveer 850 euro. Wanneer de vennootschap een bezoldiging toekent aan haar bedrijfsleiders, moeten die laatsten op dit inkomen wel persoonlijke sociale bijdragen betalen.
21
Belangrijke sectorwetgeving bij de keuze voor de vennootschap Hoger werd reeds gewezen op het feit dat heel wat ‘sectorwetgeving’ de jongste jaren een steeds belangrijkere invloed heeft gekregen op het ondernemen in land- en tuinbouw. Bovendien is deze wetgeving ook steeds complexer geworden. Naargelang het soort van bedrijf kan het gaan van administratieve ongemakken tot sterke knelpunten, die de stap naar een vennootschap extra duur of juridisch ingewikkeld maken. De invloed van de sectorwetgeving moet aldus geval per geval worden geëvalueerd en daarbij dient tevens het geheel van de sectorwetgeving in overweging te worden genomen. Een overzicht van de belangrijkste onderdelen uit deze sectorwetgeving. 22
Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) Bij het onderbrengen van een bestaand bedrijf in een vennootschapsstructuur moet het VLIF hierover steeds worden geïnformeerd op straffe van verlies van verleende toelagen. Alle rechten en plichten moeten immers aan de opgerichte vennootschap worden overgedragen. De zaakvoerder of beherend vennoot van de vennootschap moet dezelfde persoon zijn als diegene aan wie de tussenkomst werd toegekend. De vennootschap moet bovendien aan een reeks voorwaarden voldoen om de verkregen VLIF-tussenkomst te behouden. De belangrijkste voorwaarden zijn: - de statuten hebben de exploitatie van een land- of tuinbouwbedrijf tot doel; - de vennootschap is opgericht voor onbepaalde duur of voor ten minste 20 jaren; - de statuten bepalen dat de aandelen op naam zijn; - de aandelen behoren voor ten minste 51 % toe aan de zaakvoerder die de kwalificatie van land- of tuinbouwer heeft. Dit betekent dat hij ten minste de helft van zijn tijd aan de land- of tuinbouwactiviteit besteedt en ten minste 35% van zijn (fiscale) inkomen voortkomt uit de land- of tuinbouwactiviteit; - de zaakvoeders worden onder de vennoten aangewezen. De landbouwvennootschap voldoet automatisch aan deze voorwaarden. Bij andere vennootschapsvormen is dit geen evidentie, en soms zelfs onmogelijk. Voor het behoud van de VLIF-tussenkomst moeten de gesubsidieerde kredieten en goederen (dus ook gebouwen) waarop een tussenkomst werd toegekend, worden ingebracht in de vennootschap (hierop bestaat weliswaar één uitzondering: de lening die werd aangegaan voor eerste installatie en waarbij
het VLIF een vestigingspremie heeft toegekend). De inbreng in een vennootschap brengt een reeks kosten met zich mee. De grootste hinderpaal is de inbreng van leningen. Indien u afziet van deze inbreng (of u gaat bijvoorbeeld een herfinanciering aan op naam van de vennootschap) wordt de VLIF-tussenkomst beëindigd. De reeds verkregen rentesubsidies worden niet teruggevorderd. De ontvangen kapitaalpremies worden herberekend. Tenslotte vereist het VLIF dat alle vergunningen en productierechten moeten worden overgedragen op naam van de vennootschap.
Agentschap voor Landbouw en Visserij (ALV) Het producentnummer bij het Agentschap voor Landbouw en Visserij (nu benoemd als ‘landbouwersnummer’) moet bij iedere bedrijfsoverdracht worden aangepast. Dit kan eenvoudig gebeuren door de nieuwe gegevens op de producentenkaart aan te duiden. Hou er wel rekening mee dat bij de overgang naar een vennootschap ook een nieuw BTW-nummer en een nieuw nummer bij uw financiële instelling moet worden aangevraagd. Gelijktijdig met de aanpassing van de producentenkaart kan ook het overdrachtformulier voor de toeslagrechten worden ingediend. De toeslagrechten kunnen zonder gelijktijdige grondoverdracht naar de vennootschap overgaan op voorwaarde dat de overdrager ten minste 80% van de toeslagrechten heeft geactiveerd. Toeslagrechten kunnen -in principe- op ieder ogenblik worden overgedragen. Ook aan het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen moet iedere wijziging inzake de bedrijfsvoering worden medegedeeld.
23
Quota Bedrijven die beschikken over een melkquotum moeten een quotumdossier indienen. Voor iedere wijziging van de beherende vennoot, zaakvoerder,... moet een mobiliteitsdossier worden ingediend. In principe kan het melkquotum op ieder ogenblik worden overgedragen. Dit houdt in dat de volgende vijf jaar moet worden voldaan aan de voorwaarden van grondgebondenheid (max. 20.000 l/ha). De zoogkoeienpremie werd nog niet volledig ontkoppeld in het kader van MTR. De overdracht van het quotum gebeurt via een apart formulier. De suikerbietentelers beschikken over een quotum suikerbieten. De overdracht van dit quotum moet gebeuren vóór het einde van het jaar. Gelijktijdig moet ook gedacht worden om de aandelen SOBAPE over te dragen.
24
Pachtwet De pachtproblematiek heeft twee kanten. Vooreerst kan de vennootschap eigenaar-verpachter zijn. In dat kader rijst de vraag of iedere vennootschap in staat is haar pachter op te zeggen voor eigen gebruik. Aan de andere kant stelt zich de vraag of een vennootschap de lopende pachtovereenkomst van de oorspronkelijke pachter zonder meer kan overnemen. Iedere vennootschapsvorm kan pachten en kan verpachten. Een vennootschap kan haar pachter opzeggen omdat zij de pachtgoederen zelf wil exploiteren indien de vennootschap aan een reeks voorwaarden voldoet. Zo bepaalt de Pachtwet dat alleen de LV, de personenvennootschappen (bv. bvba, coöperatieve vennootschap) en de eenpersoonsvennootschap met beperkte aansprakelijkheid voor eigen exploitatie kunnen opzeggen. Bovendien moet de bestuurder of de zaakvoerder van de opzeggende vennootschap daadwerkelijk arbeid op het landbouwbedrijf verrichten en moet hij aan alle bekwaamheid- en leeftijdvereisten voldoen. Indien de pachter landbouwer in hoofdberoep is, moet tenslotte een overwegend deel van de beroepsactiviteit van de vennootschap uit landbouw bestaan. Wat indien de vennootschap de oorspronkelijke pachter wil opvolgen als gebruiker ? Het overzetten van de pacht op naam van de vennootschap is een pachtoverdracht waarmee de verpachter voorafgaand en schriftelijk moet instemmen. De weigering om in te stemmen met een overdracht is dikwijls geïnspireerd door veeleer psychologische redenen: een vennootschap wordt in tegenstelling tot een natuurlijke persoon niet ouder.
Alleen de LV biedt een alternatief indien de verpachter niet instemt met de pachtoverdracht. De regelgeving over de LV bepaalt dat de exploitatie door de pachter als beherend vennoot van een LV gelijkgesteld wordt met persoonlijke exploitatie.
EU-steun In het verleden -vóór de invoering van de MTR- werden vennootschappen opgericht om de subsidieaanvragen (Europese akkerbouw- en rundveepremies) te optimaliseren. Deze drijfveer is met de invoer van één bedrijfstoeslag (toeslagrechten) in grote mate weggevallen. Niettemin kan in sommige omstandigheden het oprichten van een vennootschap toch nog een bonus opleveren.
Openbare Vlaamse Afvalstoffen Maatschappij (OVAM) Gelijklopend met de verkoop van een bedrijf moet bij de inbreng van een bedrijf in vennootschap een bodemattest worden aangevraagd. Dit attest bevestigt dat het gaat om de overdracht van percelen die al dan niet gekend zijn in het register van verontreinigde percelen. Bij inbreng van een risico-inrichting - wat vooral in de tuinbouwsector veel voorkomt doch ook een aantal landbouwbedrijven zullen deze kwalificatie hebben - moet vooraf een bodemoriënterend onderzoek worden uitgevoerd. Indien dit onderzoek aantoont dat de grond verontreinigd is, moet de grond -voordat zij kan worden ingebracht- worden gesaneerd. De kostprijs hiervoor kan heel hoog oplopen. In land- en tuinbouw zijn risico-inrichtingen bijvoorbeeld bedrijven met een vergunde opslagcapaciteit van meer dan 20.000 liter mazout of 100 ton scheikundige meststoffen.
25
Mestreglementering De inbreng van het bedrijf in een vennootschap heeft ook tot gevolg dat een nieuw landbouwernummer moet worden aangevraagd. Dit moet bij de oprichting gebeuren. Voorwaarde is dat de milieuvergunning ook wordt overgedragen op naam van de vennootschap. Deze overdracht vereist een administratieve formaliteit van melding van overname. De overdracht van de milieuvergunning moet gebeuren bij de provincie voor klasse 1-bedrijven en bij de gemeente voor klasse 2- en 3-bedrijven. Niettegenstaande dit een louter administratieve aangelegenheid is, moet het milieudossier grondig worden voorbereid. Kapitale aandachtspunten voor land- en tuinbouwbedrijven zijn: verbods- en afstandsregels, emissies van stookketels, keuringen, stookolietanks, mestopslag,... In het zog van de overdracht van de milieuvergunning moeten voor veehouderijen uiteraard ook de nutriëntenemissierechten (in de toekomst NER) op naam van de vennootschap worden overgedragen; hiertoe moet de Mestbank worden aangeschreven. In het verleden werden soms vennootschappen opgericht in het kader van de beperking van de mestverwerkingsplicht. Doch hierbij moest rekening worden gehouden met de koepelingsbepalingen uit het Mestdecreet. De Mestbank koepelt niet alleen de inrichtingen die door eenzelfde natuurlijke persoon, door diens echtgeno(o)t(e) of door diens gezinsleden worden geëxploiteerd tot één bedrijfsgroep. Ook de inrichtingen die door eenzelfde vennootschap, door een landbouwer en/of een of meerdere rechtspersonen waarin de landbouwer (zijn echtgenote of een ander gezinslid) met de dagelijkse leiding is belast of door verbonden ondernemingen worden uitgebaat, worden als één geheel beschouwd. Deze manier van koepelen tot één bedrijfsgroep blijft ook van toepassing in MAP III.
26
Autonoom beheer Autonoom beheer is het beheer van een bedrijf op die wijze dat elke verwarring van beheer, uitvoering van landbouwactiviteiten, productiemiddelen of het gebruik ervan tussen 2 of meer landbouwers uitgesloten is. Elk bedrijf wordt m.a.w. op autonome en zelfstandige manier uitgebaat wanneer het bedrijf zich van elk ander bedrijf onderscheidt, zowel in de dagelijkse bedrijfsvoering als op administratief vlak. Autonoom beheer is van toepassing op alle landbouwbedrijven die bij het Agentschap voor Landbouw en Visserij zijn geregistreerd. Het is ook deze overheidsadministratie die de controle uitvoert op de diverse voorwaarden die in het kader van autonoom beheer dienen nageleefd te worden. Deze controle is voor de overheid voornamelijk van belang in het kader van de toepassing van de melkquotumreglementering, voor de uitbetaling van de gekoppelde premiestelsels en voor het opsporen van bedrijven die doelbewust gesplitst werden om bv. bepaalde sancties te ontlopen. De naleving van de vereisten van het autonoom beheer zal in de
Let op Slechts de belangrijkste punten uit de sectorwetgeving worden hier geduid. U kan zich steeds verder bevragen in het SBB-kantoor in uw buurt.
praktijk vooral belangrijk zijn in situaties waarin man en vrouw ieder voor eigen rekening een bedrijf uitbaten, of in geval twee bedrijven door twee exploitanten worden uitgebaat op één exploitatiezetel.
27
Hoe werken met een vennootschap in de land- en tuinbouwsector? U kunt uw volledig land- of tuinbouwbedrijf in een vennootschap onderbrengen, maar u kunt naast uw bedrijf ook nog werken met een vennootschap die een ondersteunende activiteit of een nevenactiviteit uitvoert. We zetten de belangrijkste mogelijkheden met hun respectievelijke voor-en nadelen schematisch op een rijtje.
28
Het volledige bedrijf in een vennootschap Indien u het volledige bedrijf in een vennootschap onderbrengt, is het best om te kiezen voor een landbouwvennootschap of een BVBA. Wanneer u een landbouwvennootschap neemt, kan u opteren voor toepassing van de personenbelasting dan wel van de vennootschapsbelasting.
Landbouwvennootschap in de personenbelasting Wat? U brengt uw bedrijf onder in een vennootschapsvorm die specifiek voor land- en tuinbouw is bedoeld (en daarom een aantal voordelen biedt tov andere vennootschapsvormen), maar wenst toch nog verder belast te worden in de personenbelasting.
Voordelen • keuze forfait of (enkelvoudige) boekhouding • EG-premies blijven belast aan 16.5% • bij keuze forfait blijven forfaitaire lonen mogelijk • eenvoudige administratie • lage administratiekosten • samenwerking beter geregeld • pacht(overdracht) beter geregeld • overname via aandelen
Nadelen • géén daden van koophandel (alleen eigen teelten verkopen) • oprichtingskost als onroerende goederen ingebracht worden • aansprakelijkheid vennoten
Opmerking • minst ingewikkelde oplossing als meerdere personen willen samenwerken in een land- of tuinbouwbedrijf • kan later altijd ‘doorgroeien’ naar LV in de vennootschapsbelasting indien nuttig
Landbouwvennootschap in de vennootschapsbelasting Wat? U brengt uw bedrijf onder in een vennootschap en wenst belast te worden in de vennootschapsbelasting.
Voordelen • geen aanschrijving van eigenaar gronden (pacht) • beter zicht op de bedrijfsresultaten • belast op “werkelijk” inkomen • belasting is 33,99 % (of verlaagd tarief vanaf 25 %) • geleidelijke overname (aandelen) • lage oprichtingskosten (onderhands, zonder revisor/notaris) als er geen onroerende goederen ingebracht worden
Nadelen • géén daden van koophandel (alleen eigen teelten verkopen) • EG-premies worden aan gewoon tarief van de vennootschapsbelasting belast • hogere administratiekosten • winst van het bedrijf moet in bedrijf blijven (na belasting) • minimum 3 personen bij oprichting • aansprakelijkheid van de vennoten • inbreng van kapitaal: minimum 30.950 EUR • geen toepassing van het forfait mogelijk
29
Het volledige bedrijf in een BVBA Wat? U brengt uw bedrijf onder in een vennootschapsvorm die heel bekend is bij notarissen, adviseurs, banken,... en waar alle vennoten beperkte aansprakelijkheid hebben.
Voordelen • daden van koophandel mogelijk(ook teelten van anderen verkopen) • oprichting door 1 persoon mogelijk • beperkte aansprakelijkheid vennoten • beter zicht op de bedrijfsresultaten • belast op “werkelijk” inkomen • belasting is 33,99 % (of verlaagd tarief vanaf 25 %) • geleidelijke overname (aandelen)
Nadelen • aanschrijving van eigenaar gronden (pacht) • geen toepassing van het forfait mogelijk • EG-premies worden aan gewoon tarief belast • hogere administratiekosten • belast op “werkelijk” inkomen • winst van het bedrijf moet in bedrijf blijven (na belasting) • minimumkapitaal 18.550 EUR
Optimalisaties naast de eigenlijke exploitatie De sector kent recent ook nieuwere samenwerkingsvormen tussen meerdere land- of tuinbouwers. We bespreken hieronder kort enkele mogelijkheden van samenwerkingsverbanden, maar dienen er meteen op te wijzen dat een uitgebreide en individuele bespreking voor elk geval afzonderlijk noodzakelijk zal zijn.
Machinering Wat? Een aantal land- of tuinbouwers (ten minste 3) stichten een CVBA, waarin voornamelijk machines en materieel ondergebracht worden die door die land-of tuinbouwers gemeenschappelijk gebruikt worden.
Voordelen • mogelijkheid tot optimalisatie door facturen aan forfaitair bedrijf • mogelijkheid tot recuperatie van BTW • mogelijkheid tot VLIF-toelage
Nadelen • min. 3 personen nodig • machines niet altijd beschikbaar • kostprijs (oprichting - boekhouding) • secretaris ter beschikking hebben voor administratie • een goede samenwerking is noodzakelijk
30
Uit de praktijk [3]
Bijna twintig jaar ervaring met landbouwvennootschap De laatste jaren zitten verschillende vennootschapsvormen in de lift. Een paar decennia geleden waren landbouwvennootschappen nog nagenoeg onbestaande. Toch vonden we in Oost-Vlaanderen een bedrijf dat bijna twintig jaar ervaring heeft met deze vennootschapsvorm. Jos heeft een landbouwvennootschap in Melsele en stond ons te woord. Staf Verwaeren, landbouwconsulent bij SBB, zat mee aan tafel. Jos: “Het is een glastuinbouwbedrijf met een vrij klassieke historiek. Samen met mijn broer heb ik het bedrijf overgenomen van mijn ouders, het is ondertussen een gespecialiseerd tomatenbedrijf. Ik ben nu 51 jaar. Ik heb twee zonen en ben ondertussen ook opa geworden. De ene zoon werkt bij een grote toeleverancier, de andere zoon Wim is beherend vennoot. De echtgenote van Wim is hier ingeschreven als bediende. Net zoals zoveel glastuinbouwbedrijven hebben we hier hoofdzakelijk allochtonen als arbeidskrachten. Vandaag waren we met zo’n zeventien mensen aan het werk, in het drukke seizoen draait dit rond de vijfentwintig. Zoals gezegd, waren we met twee broers op dit bedrijf en in 1987 zijn we reeds gestart met een landbouwvennootschap. Dat is zeker niet op één dag gebeurd, het heeft zelfs heel wat voeten in de aarde gehad. Er was toen nagenoeg geen informatie ter beschikking en ook de bevoegde instanties
hadden er weinig ervaring mee. Er waren heel wat open vragen, en vooral de inschatting van de gevolgen inzake het toenmalig LIF was een zware dobber.”
Welke factoren hebben meegespeeld in de beslissing? Jos: “We proberen op ons bedrijf altijd vooruit te kijken en mee te zijn met nieuwe ontwikkelingen. Bovendien was het baremaverhaal in de jaren tachtig aflopend. Het feit dat we met twee broers verantwoordelijk waren voor de uitbating, heeft zeker meegespeeld om te zoeken naar een betere structuur voor het bedrijf. Ik kende toen ook wat collega’s in het Antwerpse die met een bvba startten - wat toch ook een vennootschapsvorm is. En tenslotte was er bij ons nog de bezorgdheid om de sterke verwevenheid tussen privé en bedrijf wat te verminderen, vooral op financieel vlak. Een ongeval, werkonbekwaamheid, financiële tegenslagen, het heeft een enorme weerslag op het bedrijf. Het beperken van de aansprakelijkheid, zoals het dan in de vaktermen heet, heeft dus zeker een rol gespeeld.”
Waarom een landbouwvennootschap? Jos: “Het is niet zonder reden dat Staf erbij zit. Hij heeft ons daar sterk in begeleid, ook bij de uiteindelijke keuze voor een landbouwvennootschap. We hebben samen heel wat kilometers afgelegd om informatie in te winnen; we zijn zelfs in Brussel geweest. De toenmalige huisbank heeft eveneens ondersteuning geboden; het was voor hen ook nieuw maar ze waren sterk geïnteresseerd. Het was geen alledaagse zaak en het was zeker niet eenduidig hoe we met alles in orde konden blijven zonder onszelf vast te rijden.” Staf: “Vennootschapsvorming heeft me altijd erg geboeid, ik ben er van in het begin mee bezig geweest. Ik heb enkele jaren op de Boerenbond gewerkt, ondertussen ben ik al 25 jaar werkzaam bij SBB. Door het begeleiden van de opstart van de vennootschap hier op dit bedrijf, heb ik enorm veel ervaring opgedaan. >
31
Loonwerkvennootschap Wat? U richt naast uw eigenlijke bedrijf een vennootschap op voor uw eigen machinepark. Deze vennootschap factureert aan uw eigen bedrijf en eventueel ook aan derden het gebruik van deze machines (loonwerk). De meest aangeraden vennootschapsvorm is de (eenpersoons)BVBA.
Voordelen • mogelijkheid tot recuperatie van BTW • oprichting mogelijk met één partner • loonwerkfacturatie mogelijk aan derden
Nadelen • geen Vlif-toelage op aankoop machines • hogere administratieve kosten (voor 2 ipv 1 bedrijf) • teruggave kapitaalpremie bij inbreng machines in vennootschap (stopzetting VLIF)
Sorteer-en verpakkingsvennootschap Wat? U richt naast uw eigenlijke bedrijf een vennootschap op voor sorteer-en verpakkingswerkzaamheden, wat voornamelijk in de groenten- en fruitsector voorkomt. Deze vennootschap factureert deze werkzaamheden aan uw eigen bedrijf en eventueel ook aan derden. De meest aangeraden vennootschapsvorm is de (eenpersoons)BVBA of, indien u dit samen met collega’s doet, de CVBA.
32
> Voordelen • aftrekmogelijkheid BTW op machines en gebouwen • opmaken facturen voor sorteerwerk (75 % aftrekbaar in forfait)
Nadelen • geen seizoenlonen mogelijk • VLIF-steun enkel indien coöperatie • eigen CAO : hogere loonkost
Er bestaan inderdaad drie vormen van vennootschappen die voor de land- en tuinbouw het best geschikt zijn: de landbouwvennootschap, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid en de coöperatieve vennootschap. En nu moet ik toch eventjes technisch worden. De landbouwvennootschap is een vennootschap die enkel de exploitatie van een land- of tuinbouwbedrijf tot doel mag hebben. In zo’n vennootschap zijn er twee soorten vennoten: beherende vennoten die onbeperkt aansprakelijk zijn en stille vennoten die beperkt aansprakelijk zijn. De beherende vennoten besturen de vennootschap en met hun stem moet rekening gehouden
Patrimoniumvennootschap Wat? Het onroerende patrimonium (gronden, gebouwen) van de hele familie wordt in één vennootschap gehouden. Op die manier kan men de versnippering van dit patrimonium tegengaan. De aangewezen vennootschapsvorm is hier de BVBA of de CVBA, eventueel ook de NV.
Voordelen • alle onroerende goederen blijven onder één beheer • onroerende goederen (worden “aandelen”: mogelijkheden voor successieplanning/soepeler overdraagbaar) • mogelijkheid tot aftrek pacht
Nadelen • huur van de gebouwen, frigo’s (is “niet” aftrekbaar in forfait) • géén BTW-aftrek mogelijk (investering, onderhoud gebouwen) • meerwaarden belastbaar • kostprijs (boekhouding - sociale bijdragen neerleggingskost)
worden voor alle belangrijke beslissingen. Zij moeten ten minste 50% van hun arbeidsinkomen uit de landbouwvennootschap halen en er ten minste 50% van hun arbeidstijd aan besteden. En juist omdat die landbouwvennootschap gecreëerd is voor de land- en tuinbouw, is ze aangepast aan specifieke wetgeving uit de sector - om het LIF niet te noemen. Het bleek toen op dit bedrijf de best passende vennootschapsvorm.” Jos: “Het moet wel een overwogen keuze zijn, want een landbouwvennootschap starten is niet goedkoop. Veranderen kost sowieso geld, en de registratierechten zijn niet gering. Uiteraard biedt de landbouwvennootschap ook voordelen.”
De structuur van landbouwvennootschap heeft dus haar verdienste. Jos: “Zeker, de landbouwvennootschap bleek een goede keuze voor onze specifieke situatie. Ondertussen is er wel een verandering gebeurd bij de beherende vennoten. Mijn broer heeft ervoor gekozen om uit de vennootschap
>
33
Commercialiseringsvennootschap
Vennootschap voor energievoorziening
Wat?
Wat?
U richt naast uw eigen bedrijf een vennootschap op die de producten van uw bedrijf aankoopt en doorverkoopt aan de veiling, de fabriek of de distributie. De commercialiseringvennootschap zorgt voor sortering, verpakking, vervoer,... van de producten. Een dergelijke vennootschap is eerder van toepassing in fruitteelt en witloof, minder voor groenten- en landbouwbedrijven. De aangewezen vennootschapsvorm is de (eenpersoons)BVBA of de CVBA.
U richt naast uw eigen bedrijf een vennootschap op waarin de (milieuvriendelijke) verwarming voor uw bedrijf en de productie van electriciteit worden ondergebracht (zonnepanelen, WKK, Bio-WKK, windmolen,...). De aangewezen vennootschapsvorm is de (eenpersoons)BVBA of de CVBA.
Voordelen • (méér)winsten kunnen in vennootschap ondergebracht worden • vooral nuttig naast forfaitair bedrijf • eventueel ook producten van andere bedrijven verwerken
Nadelen • oppassen forfait naast vennootschap: fiscus argwanend , economische werkelijkheid?! • verrekeningsprijzen moeten realistisch zijn: beperkingen! • kostprijs (oprichting - boekhouding - werkingskosten)
34
Voordelen • aftrek BTW op machines en gebouwen mogelijk • VLIF-toelage tot 40% indien voor land- of tuinbouwactiviteit • beperking aansprakelijkheid afzondering van risico’s • samenwerkingsverband mogelijk (schaalgrootte) • eventueel interessante ecologiepremie
Nadelen • geen VLIF-steun als men ‘energieboer’ wilt worden • wel andere premies mogelijk maar ‘call’-systeem • kostprijs (oprichting, inbreng, administratie) • financierbaarheid (waarborgen, voldoende kapitaal,...?)
> te treden, mijn zoon is in de plaats gekomen. Mijn broer werkt nu altijd mee op het bedrijf; hij doet in feite hetzelfde als voordien maar nu als werknemer. Bij het oprichten van een vennootschap of bij het veranderen van beherende vennoten is het wel essentieel om alles uit te spreken en vast te leggen. Je moet zoeken tot alle partijen vrede hebben met de geboden oplossing. Mijn stelling is op dat vlak: ‘Als je geen knoop legt, krijg je er ook geen.’ Het is sowieso niet gemakkelijk om samen te werken; zeker niet in situaties waar je als partners/familie nagenoeg 24 uur op 24 bij elkaar leeft en werkt. Als ik tegenwoordig de vele verhalen hoor over samenwerking in de land- en tuinbouw, ben ik eerlijk gezegd wel wat kritisch. Je moet realistisch zijn. In de land- en tuinbouw is samenwerking niet simpel.”
Zijn er aspecten in de landbouwvennootschap die jullie graag gewijzigd zouden zien? Jos: “Ik kan daar moeilijk een antwoord op geven. Voor ons verloopt het vrij goed. Gelukkig heeft men, wat betreft het VLIF binnen een vennootschap, al heel wat versoepelingen doorgevoerd en zijn sommige zaken eenduidiger geworden. De mogelijke verbeteringen laat ik aan specialisten over die langer naar school zijn geweest dan ikzelf.” Staf: “Ik zou persoonlijk willen pleiten voor een gemakkelijkere overgang tussen een landbouwvennootschap en een bvba.”
Wat zou je collega’s adviseren? Jos: “Het belangrijkste is op lange termijn te plannen en een toekomstvisie te hebben. Vennootschap voeren kost geld, dit mag men ook niet uit het oog verliezen en ook de boekhouding bijhouden is geen sinecure. Als ik het vergelijk met vroeger (vóór de vennootschap) dan had je één stapeltje papieren in de kast met rekeningen, één stapeltje voor de kosten en één stapeltje voor de opbrengsten; daarmee was de kous af. Nu is de administratie bijzonder ingewikkeld geworden, zelfs voor wie nog met het forfait werkt. Dat moet je echter accepteren en je moet ook zoeken naar een
structuur waarmee je je papierkraam optimaal aanpakt. Eens het goed draait, is het met een vennootschap wel ietsje gemakkelijker om reserve opzij te zetten en je kan werken aan een geleidelijke scheiding tussen privé en kapitaal. Bovendien heb je als boer en tuinder eens een goed jaar, dan weer een minder en via de vennootschap kan de schommeling van het inkomen beter opgevangen worden.” Staf: “Een vennootschap voeren, vergt wel een heel specifieke instelling van de bedrijfsleider en mogelijke vennoten, het is een andere manier van denken. Eens die klik in het hoofd gemaakt, biedt de landbouwvennootschap zeker voordelen. Het kan helpen om de versnippering van het bedrijf tegen te gaan. Zeker in het kader van overdracht en overname, biedt de vennootschap de volgende generatie de kans geleidelijk in het bedrijf te stappen en aandelen over te nemen. Ook wat betreft winst, kan je de bewuste keuze maken om die terug in de vennootschap te steken of bijvoorbeeld uit te keren
“Het moet wel een overwogen keuze zijn, want een landbouwvennootschap starten is niet goedkoop.“ zodat de opvolger op die manier kapitaal verwerft. Andere voordelen liggen dikwijls op (para)fiscaal vlak: vanwege hoge tarieven in de personenbelasting of de mogelijkheid tot lagere sociale bijdragen of een betere omgang met successie- en schenkingsrechten. In heel specifieke situaties, waarbij het bedrijf gesplitst moet worden, kan de vennootschap eveneens mogelijkheden bieden. Het is dus een individuele keuze, waarbij de betrokkenen zich vooraf zeer degelijk moeten informeren bij deskundigen die er daadwerkelijk iets van afweten. De betrokkenen moeten echt wel omdenken qua management en visie op hun bedrijf.”
35
Wij zijn in de buurt
www.sbb.be Colofon Verantwoordelijke uitgever: Herman Vidts, Vuurkruisenlaan 2, 3000 Leuven Auteurs: Studiedienst SBB Vormgeving: Factum, Puurs
SBB. Partner voor bedrijvige mensen SBB is een accountants- en advieskantoor met 27 vestigingen, waarvan 25 in Vlaanderen. Onze 290 medewerkers staan ten dienste van 17.000 klanten uit alle sectoren. Starters, zelfstandige ondernemers, beoefenaars van vrije beroepen, VZW’s, KMO’s en vestigingen van buitenlandse ondernemingen kunnen bij SBB terecht voor begeleiding inzake accountancy, fiscaliteit,
De auteurs en de uitgever streven naar de betrouwbaarheid van de informatie opgenomen in deze uitgave, waarvoor ze evenwel niet aansprakelijk kunnen worden gesteld. Deze gids werd samengesteld op basis van de gegevens gekend in januari 2008.
36
juridisch en milieuadvies. Dankzij een centraal uitgebouwde studiedienst en een solide ITonder-steuning kunnen de klanten van SBB rekenen op een kwalitatieve en performante dienstverlening.
Antwerpen Vaartstraat 79, 2960 Brecht tel. 03/330 16 30 | fax 03/633 05 22
[email protected] Lintsesteenweg 27/1, 2500 Lier tel. 03/480 20 92 | fax 03/488 23 48
[email protected] Mechelsestw. 109A, 2860 St.-Katelijne-Waver tel. 015/56 06 60 | fax 015/55 02 97
[email protected] Kempenlaan 29, 2300 Turnhout tel. 014/43 64 21 | fax 014/44 22 55
[email protected] Antwerpseweg 10, 2440 Geel tel. 014/56 29 80 | fax 014/59 03 43
[email protected]
Limburg Peerderbaan 21, 3960 Bree tel. 089/46 07 60 | fax 089/46 19 45
[email protected] Europaplein 43 bus 1, 3620 Lanaken tel. 089/71 03 33 | fax 089/71 03 45
[email protected] Rijksweg 36, 3630 Maasmechelen (Leut) tel. 089/75 63 08 | fax 089/75 46 08
[email protected] Tongersestw. 100, 3800 Sint-Truiden tel. 011/68 80 28 | fax 011/69 18 70
[email protected] Achttiende Oogstwal 9, 3700 Tongeren tel. 012/23 63 43 | fax 012/39 11 24
[email protected]
Vlaams Brabant Vuurkruisenlaan 2, 3000 Leuven tel. 016/24 51 59 | fax 016/24 51 54
[email protected] Assesteenweg 100, 1742 Ternat tel. 02/454 13 30 | fax 02/454 13 49
[email protected] Staatsbaan 57, 3460 Diest (Bekkevoort) tel. 013/33 44 57 | fax 013/32 25 07
[email protected] A. Biesmanslaan 16, 1560 Hoeilaart tel. 02/657 58 73 | fax 02/657 77 23
[email protected]
Oost-Vlaanderen Oostveldstraat 17, 9900 Eeklo tel. 09/377 54 08 | fax 09/377 50 88
[email protected] Wortegemstraat 22, 9700 Oudenaarde tel. 055/33 94 40 | fax 055/30 13 68
[email protected] Poolse Winglaan 2, 9051 Gent (St.-Denijs-Westrem) tel. 09/243 89 70 | fax 09/243 89 79
[email protected] Denen 157, 9080 Lochristi tel. 09/337 00 26 | fax 09/337 00 19
[email protected] Kleine Laan 26b, 9100 Sint-Niklaas tel. 03/760 10 30 | fax 03/766 06 37
[email protected] Moorselbaan 391, 9300 Aalst tel. 053/78 35 42 | fax 053/78 23 76
[email protected]
West-Vlaanderen Kasteelstraat 30, 8600 Diksmuide tel. 051/50 08 33 | fax 051/51 01 22
[email protected] Witte Molenstraat 45 B1, 8200 Brugge tel. 050/40 48 80 | fax 050/38 92 63
[email protected] Diksmuidseweg 95, 8900 Ieper tel. 057/20 82 65 | fax 057/21 82 89
[email protected] Diksmuidsestw. 406, 8800 Roeselare tel. 051/26 08 80 | fax 051/22 07 34
[email protected] Felix d’Hoopstraat 181, 8700 Tielt tel. 051/42 61 11 | fax 051/40 75 43
[email protected] H. Verriestlaan 151, 8500 Kortrijk tel. 056/24 17 20 | fax 056/25 82 96
[email protected]
Oostkantons Herbesthaler Straße 82, 4700 Eupen tel. 087/59 16 90 | fax 087/59 16 97
[email protected] Malmedyer Straße 63, 4780 Sankt Vith tel. 080/28 03 50 | fax 080/22 92 99
[email protected]
Hoofdzetel Vuurkruisenlaan 2, 3000 Leuven tel. 070/222 673 | fax 070/222 672
[email protected]
www.sbb.be