Veiligheid en welbevinden in viio CVO, afdeling Nijverheid Preventie en bescherming van de werknemers op de werkplaats
1 september 2009
viio CVO
1
Veiligheid en welbevinden
2
Inleiding
Iedereen kent het motto “Zolang er niets gebeurt, is er niets aan de hand.”. Een spijtig maar waar gebeurd verhaal: Een wegarbeider wordt geplet tussen een wals en een vrachtwagen. De verzekering trekt zich terug omdat de werknemer geen veiligheidshelm en geen veiligheidsschoenen droeg. De voorgeschreven veiligheidskledij zou hem bij dit werkongeval niet geholpen hebben, maar hij was niet in orde met de wetgeving, dus geen vergoeding. Is het niet beter volgend moto te hanteren: “Beter voorkomen dan genezen!”? Veiligheid mag geen “ver van mijn bed”-show worden. Veiligheid moet primeren voor iedereen, voor werkgever en werknemer, dus ook voor directie, leerkrachten en cursisten.
1.1 Enkele veel gebruikte gebod- ,verbods- en gevaarpictogrammen 1.1.1 GEBODSPICTOGRAMMEN Een blauwe schijf met witte opdruk:
Beschermingshoofddeksel (veiligheidshelm)
Beschermkledij (gesloten katoenen werkpak)
Gehoorbescherming (oorkappen, oordoppen, ottoplastieken)
Beschermingshandschoenen of -wanten (lashandschoenen, …) ___________________________________________________________________________ afdeling Nijverheid 1 september 2009
viio CVO
Veiligheid en welbevinden
3
Beschermingsschoeisel (hoge of lage veiligheidsschoenen)
Masker
Oogbescherming (veiligheidsbril)
1.1.2 VERBODSPICTOGRAMMEN Een dikke rode cirkel en dikke rode diagonale streep, zwarte opdruk op een witte achtergrond:
Verboden te roken
Vuur, open vlam en roken verboden
Verboden te eten en te drinken
Verboden voor onbevoegden
Mobiele telefoons verboden
___________________________________________________________________________ afdeling Nijverheid 1 september 2009
viio CVO
Veiligheid en welbevinden
4
1.1.3 GEVAARPICTOGRAMMEN Een zwarte opdruk op gele achtergrond, gevulde gelijkzijdige driehoek:
___________________________________________________________________________ afdeling Nijverheid 1 september 2009
viio CVO
Veiligheid en welbevinden
5
1.2 Veiligheid en welbevinden 1.2.1 Situering Waarom niet alleen “Veiligheid” in de werkplek maar wel “Veiligheid en welbevinden”? Welbevinden omhelst veiligheid, hygiëne, werkomgeving, ergonomie, sociaal en psychologisch gevoel… op de werkplek. Deze elementen vormen de hoekstenen van het veilig werkgebeuren. Veilig werken wordt niet gedragen door één iemand; het is een continu bewustzijn van iedereen die aan het gebeuren meewerkt.
1.2.2 Doelstelling Iedere school wordt verplicht aan kwaliteitszorg te doen. Onze school start schooljaar 2009-2010 met kwaliteitszorg. Veiligheid en welbevinden is de eerste aanzet naar kwaliteitszorg, ook binnen onze afdeling Nijverheid.
1.3 Startdatum Veiligheid en welbevinden gaat eveneens van start in schooljaar 2009-2010, meer bepaald vanaf de tweede les in september 2009. Elke leerkracht die in een werkhuis les geeft, zal de veiligheidsregels doornemen met de cursisten. Hij/zij dient er ook op toe te zien dat de veiligheidsregels in acht genomen worden, zowel door hemzelf/haarzelf als door de cursisten. Als leerkracht tijdens de lessen aanwezig blijven in de werkhuizen wint hierdoor in belang.
___________________________________________________________________________ afdeling Nijverheid 1 september 2009
viio CVO
2
Veiligheid en welbevinden
6
Veiligheid in de werkplaatsen: werkplaatsreglement
In viio gelden voorschriften voor de veiligheid in de werkplaatsen. Dit werkplaatsreglement bestaat uit een algemeen gedeelte met daarbij bijkomende veiligheidsvoorschriften voor volgende afdelingen: -
HOUT MECHANICA MECHANICA: smeden, lassen en constructie ELEKTRICITEIT: huishoudelijk, machines, audio.
2.1 Werkplaatsreglement voor viio CVO
ER IS EEN ALGEMEEN ROOKVERBOD in de gebouwen en op de terreinen van viio nijverheid (KB van 26 oktober 2007 met ingang van 01 januari 2009)
1. Algemene zaken 1.1 Naar de werkplaatsen • • • • • • •
De cursisten gaan in stilte en onder begeleiding van hun leraar naar de werkplaatsen. Materiaaltassen op de daarvoor bestemde plaatsen. Werkpakken aan, waardevolle voorwerpen bij je houden, benodigde documenten bij je nemen. De juiste persoonlijke beschermingsmiddelen meenemen. Geen losse sierraden aan de handen, rond de polsen, rond de hals. Lange haren tezamen doen in een staart. Petten zijn verboden tenzij in de constructiehal.
1.2 Verblijf en houding in de werkplaatsen • • • • • • • • •
De cursisten mogen enkel onder toezicht in de werkplaatsen of labo’s zijn. De werkplaats mag enkel met de toestemming van de leraar verlaten worden. De cursist verlaat niet onnodig zijn werkpost. Bij aanvang van de les ontvangt de cursist de nodige opdrachten van zijn leraar. De cursist gedraagt zich voorkomend en is plichtsbewust bezig met zijn opdrachten. Eten en drinken gebeurt tijdens de breaks in de refter of op de speelplaatsen. Er wordt geen extra lawaai geproduceerd in de werkplaatsen en labo’s: radio’s en gelijkwaardige toestanden worden geweerd. TV’s in welke hoedanigheid dan ook zijn verboden (uitzondering voor de afdeling AUDIO). GSM’s of andere telecommunicatiemiddelen worden niet gebruikt tijdens de lesuren. Personen vreemd aan de school of atelier worden doorverwezen naar de Directeur.
___________________________________________________________________________ afdeling Nijverheid 1 september 2009
viio CVO
Veiligheid en welbevinden
7
1.3 Orde en netheid • • • • • • • •
Ordelijk en methodisch te werk gaan. Ruim niet-gebruikte gereedschappen onmiddellijk op. Houd de werkzone zo zuiver mogelijk tijdens het werk. Vermijd struikelgevaar; verlengkabels, werkstukken, …. Na iedere werkbeurt wordt de werkpost grondig geborsteld en de afval in de daartoe bestemde afvalbakken gedeponeerd. Maak vervuilde gereedschappen eerst zuiver vooraleer ze terug te plaatsen waar ze horen. Alles wordt op het einde van de les opgeborgen op de daartoe bestemde plaatsen. Vuile poetsdoeken in de restcontainer, met olie besmeurde poetsdoeken in de daartoe bestemde container. (klasse II-afval)
2. Materialen en gereedschappen 2.1 Persoonlijke uitrusting en gereedschappen • • • •
De cursist schaft zelf zijn persoonlijke uitrusting en gereedschap aan. Op school is geen bergruimte voorzien voor het opbergen van persoonlijk gereedschap/materiaal/grondstoffen. De school is niet verantwoordelijk voor verloren gegaan gereedschap/materiaal/grondstoffen buiten de lesuren. Persoonlijk gereedschap wordt niet uitgeleend, het wordt altijd perfect onderhouden; iedereen brengt het nodige respect op voor de eigendommen van de andere.
2.2 Uitrusting van de school • • • • • •
Magazijn van de werkplaats: toegang en organisatie gebeuren in overleg met de technisch adviseur en of de directie. Centraal magazijn ( lokaal B0/14) geen toegang voor de cursist!! Na het werk wordt het van de school geleende gereedschap steeds spontaan teruggebracht op de voorziene plaats. Bij onverantwoorde beschadigingen of verlies van gereedschappen of materialen worden de daaraan verbonden onkosten aan de cursist aangerekend. Iedereen is verantwoordelijk voor de hem toegewezen machines en hulpmiddelen. Overtuig jezelf van de toestand voor en na het gebruik. Elk gebrek of defect wordt onmiddellijk gemeld aan de leraar of directie. Een zuinig en verantwoord gebruik van grondstoffen, apparaten, machines, gereedschappen is voor iedereen een plicht.
3. Organisatorische aspecten •
Het volledig werkplaatsreglement wordt per klas en per atelier of labo door de leraar duidelijk voorgelezen en begrijpelijk uitgelegd aan de cursisten. De lestijd die daaraan werd besteed, staat vermeld op die dag in de schoolagenda. Nadat het reglement werd uitgelegd, zullen de cursisten op de daartoe voorziene plaats hun handtekening plaatsen voor akkoord, indien jonger dan 18: ook een ouder of een voogd.
___________________________________________________________________________ afdeling Nijverheid 1 september 2009
viio CVO
•
Veiligheid en welbevinden
8
Er wordt enkel werk uitgevoerd dat opgedragen werd door de leraar of de technisch adviseur van de afdeling. Werk uit de privé-sfeer moet eerst voorgelegd worden aan de technisch adviseur van de afdeling.
4. Hygiëne •
•
Was steeds grondig je handen met water en zeep: er is speciale zeep voorhanden - na elke praktijkles; - na elk toiletbezoek; - voor het eten; - na het gebruik van oliën, vetten, gevaarlijke producten. Draag steeds een zuiver werkpak, dat werkt veel aangenamer.
5. Veiligheid 5.1. Algemeen Om ongevallen te vermijden moeten volgende regels in acht genomen worden: • spelen en pesterijen verhogen zeer sterk de kans op ongevallen en kunnen derhalve niet getolereerd worden. • in de werkplaatsen mechanica is het dragen van de veiligheidsbril altijd verplicht. • houd de in-, uit- en nooduitgangen doorgangen vrij: minimum 0,8m in de breedte en 2,00m in de hoogte. • draag nauwsluitende, aan het werk aangepaste werkpakken:. • heb je lange haren: voor je de werkpost betreedt, bind je de haren bij elkaar, of steek ze onder een haarnetje. • til nooit te zware (max. 25kg) lasten: vraag hulp aan een medecursist. • verplaats zware lasten met het juiste hulpmiddel: zie bijlage “heffen en dragen van lasten.” • gebruik gehoorbescherming bij de machines (lawaaigrens ≥ 85 dBa). • het dragen van veiligheidshandschoenen is verplicht daar waar de handen kunnen gekwetst worden. • het is nochtans verboden handschoenen te dragen bij machinaal werk; boren, draaien, frezen, enz... 5.2. Werken met machines • • • • • •
Gebruik van machines is enkel toegelaten met de uitdrukkelijke toestemming van de verantwoordelijke en met toezicht van de belaste leraar. Leg steeds de machine stil bij het verlaten van de werkpost. Lees nauwgezet de bedieningsinstructies en de veiligheidsinstructies van de machines waarop je gaat werken. Gebruik de veiligheidsuitrustingen en de afschermingen. Het ontregelen van veiligheidsuitrustingen aan machines is een zwaar vergrijp!Sancties kunnen volgen . Zie de machine na op gebreken of fouten voor je ermee begint te werken. Ken je de nodige veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van machines, toestellen, of producten niet, vraag dan de nodige uitleg aan je leraar.
___________________________________________________________________________ afdeling Nijverheid 1 september 2009
viio CVO
Veiligheid en welbevinden
9
5.3. Werken met gereedschappen • • •
Gebruik enkel gereedschap waarvoor het geschikt is. Stel je een defect vast, breng dan de leraar op hoogte. Het defecte stuk moet eerst hersteld worden vooraleer te gebruiken. Let op de goede staat van steek-, buis-, ringsleutels, hamers, tangen, enz…. Na het herstellen, regelen, van de machine of na het monteren van draaiende snijgereedschappen moet de machine proefdraaien onder toezicht van de verantwoordelijke leraar.
5.4. Herstelwerkzaamheden aan machines • • • • • •
Elektrische herstellingen kunnen enkel gebeuren door BA5-geattesteerde collega’s (verantwoordelijkheid van de Directeur). HET IS ABSOLUUT VERBODEN PERSLUCHT TE GEBRUIKEN VOOR HET ZUIVER BLAZEN VAN KLEDIJ, HAREN, MACHINES. Machines worden zuiver gemaakt met borstel of stofzuiger. Reinigen en ontvetten voor herstelling kan gebeuren met White spirit of wasbenzine. Gooi nooit reinigings- , poets- , petroleum- of benzeenproducten in de riolen. Al dergelijke producten horen in daarvoor bestemde containers in de werkplaatsen. Bij gebruik van ladders en stellingen moeten die voor ieder gebruik duidelijk nagezien worden op fouten of gebreken. Zie specifieke instructie: “ladders en stellingen“.
6. Brandpreventie • •
•
Schenk de nodige aandacht aan de aangebrachte pictogrammen en volg ze op. Zorg ervoor dat je op de hoogte bent van de plaats van de brandblussers, de vluchtwegen en de nooduitgangen. Misbruik van de brandblussers is een zwaar vergrijp. Zorg ervoor dat alle vluchtwegen steeds vrij blijven van obstakels. Breedte 0,8m hoogte 2,00m. De leraar sluit de spanning en de perslucht af na iedere les.
7.
E.H.B.O.
• •
Laat elke kwetsuur, hoe klein ook, onmiddellijk verzorgen in het CVO-secretariaat Ernstige verwondingen worden doorverwezen naar het EHBO-lokaal, de leraar of een medecursist begeleidt het slachtoffer naar het CVO-secretariaat. Daar wordt beslist of het slachtoffer naar de dienst “SPOED” van het ziekenhuis wordt gebracht (Directeur of secretaris) of dat er een ziekenwagen wordt opgeroepen. De familie wordt verwittigd (directie).
• •
8. Bijkomende veiligheidsvoorschriften In bijlagen worden aanvullende richtlijnen voor de volgende ateliers opgenomen: 8.1. Afdeling hout 8.2. Afdeling mechanica: paswerkerij, fijnmechanische technieken, draaierij, frezerij 8.3. Constructiehal 8.4. Ateliers en labo’s elektriciteit
___________________________________________________________________________ afdeling Nijverheid 1 september 2009
viio CVO
Veiligheid en welbevinden
10
BIJLAGE 1. 8.1 Bijkomende veiligheidsvoorschriften voor de afdeling HOUT
In deze atelier heerst reëel brandgevaar!!! Prent in je hoofd waar de brandblussers hangen en waar de uitgangen zijn. * collectieve beschermingsmiddelen: VERPLICHTING: • • • • • •
De afscherminrichtingen en beveiligingsniveaus van de machines kan of mag op geen enkele wijze omzeild worden door demontage, elektrische overbrugging, mechanische blokkering…. enz. Er mag niet gewerkt worden aan machines die niet voldoen aan de veiligheidsvoorschriften die terug te vinden zijn op de instructiekaarten (zie preventiedienst). Je leest de instructiekaart en de veiligheidsinstructiekaarten alvorens met de machine te werken. De machine mag enkel gebruikt worden voor het doeleinde waarvoor het ontworpen werd. De spouwmessen op de paneelzagen moeten correct gemonteerd worden. Geen verboden frezen gebruiken op de freesmachines. (enkel frezen gecatalogeerd als “AUTO”) * persoonlijke beschermingsmiddelen:
VERPLICHTING: • • • • • • •
Alle cursisten in de schrijnwerkerij dragen aangepaste beschermkledij. De leerkrachten dragen de stofjas met het logo van viio. Voor de cursisten en alle leerkrachten zijn veiligheidsschoenen verplicht. Oorkappen of gelijkwaardige oorbescherming zijn verplicht bij handelingen met en in de onmiddellijke omgeving van machines. Bij schuurwerk zonder stofafzuiging is adembescherming verplicht. Werkhandschoenen zijn verplicht bij het verhandelen van mogelijk kwetsend materiaal. Een heldere veiligheidsbril met zijdelingse bescherming is verplicht bij draaiwerk, freeswerk, zagen, werken met irriterende vloeistoffen.
VERBODEN: •
Het is verboden elektrische herstellingen uit te voeren aan installaties of machines.
___________________________________________________________________________ afdeling Nijverheid 1 september 2009
viio CVO
Veiligheid en welbevinden
11
BIJLAGE 2. 8.2 Bijkomende veiligheidsvoorschriften voor de afdeling MECHANICA:
verspanende technieken en montage, demontage • • • • • • •
In alle werkhuizen van de mechanica is het dragen van de veiligheidsbril verplicht. Alle cursisten dragen aangepaste beschermkledij. Gehoorbescherming is verplicht als de lawaaigrens van 85dBA overschreden wordt. Werkhandschoenen zijn verplicht bij het verhandelen van snijdende en scherpe materialen, het werken met huidirriterende vloeistoffen, het werken in hinderlijke en vuile omstandigheden. Bij verspanende technieken en slijpen is de heldere veiligheidsbril verplicht. Lange haren tezamen doen. Het is verboden elektrische herstellingen uit te voeren aan installaties of machines.
___________________________________________________________________________ afdeling Nijverheid 1 september 2009
viio CVO
Veiligheid en welbevinden
12
BIJLAGE 3. 8.3 Bijkomende veiligheidsvoorschriften voor de constructiehal
In deze atelier heerst reëel brandgevaar!!! Prent in je hoofd waar de brandblussers hangen en waar de uitgangen zijn. De cursisten kunnen een pakket persoonlijke beschermingsmiddelen aankopen via het CVO. Het pakket wordt aan een zeer interessante prijs aangeboden en per jaar aangepast. 8.3.1 VERPLICHT
• • • • • • • • • •
Een nauwsluitend volledig gesloten vol katoenen werkpak is verplicht. Veiligheidsschoenen verplicht. Aangepaste lasbril bij laswerken, snijbranden en plasmasnijden verplicht. Heldere veiligheidsbril bij alle slijpwerken verplicht. Gehoorbescherming bij overmatig lawaai verplicht (+ 85 dBA). Lasschort dragen bij het vlambooglassen, snijbranden en plasmabranden. Bij slijpwerken richt je de vonkenregen weg van personen. Bij slijpwerk aan geoxideerde voorwerpen is adembescherming aan te raden. Maak steeds gebruik van de vonkenschermen. Katoenen hoofdbescherming bij laswerk sterk aan te raden.
8.3.2 GEVAARLIJKE MACHINES
•
De guillotineschaar en de plooibanken/knipbanken enkel gebruiken onder toezicht van de leraar. Deze machines zijn gevaarlijke machines met een hoge restrisico. Aandacht bij het werk is absoluut geboden. Max. 2 cursisten per machine toegelaten binnen de werkruimtes/hekwerk.
8.3.3 OPRUIMEN
•
Een kwartier voor het beëindigen van de lestijd: - wordt de werkplek opgeruimd; - worden alle flessen van de technische gassen sluiten; - worden lege flessen buiten in het flessenhok in de juiste zone geplaatst en vastgehaakt met eenvoudige anti-valinrichting; - wordt het schroot achter de schaar opgeruimd in de daartoe bestemde afvalbakken; - worden alle slangen, kabels en hulpmaterialen nagezien op beschadigingen, zuiver gemaakt en bewaard op de daartoe bestemde plaatsen; - worden de montagetafels regelmatig zuiver gemaakt van lasresten.
___________________________________________________________________________ afdeling Nijverheid 1 september 2009
viio CVO
Veiligheid en welbevinden
13
8.3.4 VERBOD
• • • •
Met perslucht of gassen onder druk personen, kledij of machines zuiver blazen. Ongeoorloofd gedrag in het atelier. Draaiende slijpschijven op personen richten. Zelf elektrische herstellingen verrichten aan materiaal.
___________________________________________________________________________ afdeling Nijverheid 1 september 2009
viio CVO
Veiligheid en welbevinden
14
BIJLAGE 4.
8.4 Bijkomende veiligheidsvoorschriften voor de afdeling Elektriciteit 8.4.1 Bijkomende veiligheidsvoorschriften in geval van elektrische onderhoudswerkzaamheden in de school 8.4.1.1 Beschermingsmiddelen verplicht te dragen Zie punt 2 materialen en gereedschappen 8.4.1.2 De opdracht ER MAG NOOIT ONDER SPANNING GEWERKT WORDEN AAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES OF APPARATEN 1. de cursist, die ingeschakeld wordt in een buitenopdracht, moet zich duidelijk bewust zijn van zijn verantwoordelijkheden. 2. de opdracht wordt door de begeleidende leraar duidelijk uitgelegd eventueel aan de hand van tekeningen. 3. de werkplek wordt onder begeleiding van de leraar VOOR de aanvang van de werkzaamheden bezocht. 4. de cursist maakt in samenspraak met de leraar zijn werkmethode en materialenlijst op. 5. de cursist gebruikt liefst zijn eigen materiaal. 6. Gebruik enkel de gekeurde trapladders en stellingen van de school. Voor het gebruik controleer je zelf de ladder en/of stelling op gebreken. In geval van tekortkomingen, melding aan de T.A. en ladder en/of stelling binnenbrengen voor herstelling in het ontlenende magazijn. lees de VIK voor ladders. 7. vertrek naar de werkplek. 8. vergewis je ervan of de spanning onderbroken werd van de kring of het apparaat waaraan je zal moeten werken , zie na of het bord met de nodige instructies, (verwittigingen en verbodsbepalingen) werd opgehangen. 9. voer de opdracht uit zoals van u verwacht wordt. 10. de leraar is aanwezig. 11. bij moeilijkheden raadpleeg je de leraar. 12. help elkaar. 13. als je werk gedaan is, verwittig je onmiddellijk je leraar. 14. enkel de leraar kan de zaak terug onder spanning brengen. 8.4.1.3 Opruimen van de werkplek Een kwartier voor het beëindigen van de lestijd wordt de werkplek opgeruimd: - je eigen materiaal in je werkkoffer. - het materiaal van de school in de rolkoffer. - ladders en stellingen terug naar hun stelplaats of ter plaatse fatsoenlijk stallen tot de volgende werktijd. - het overtollig materiaal binnenbrengen. - borstelen van de werkplek en het vuil in de daartoe bestemde containers. - naar je werkplaats. ___________________________________________________________________________ afdeling Nijverheid 1 september 2009
viio CVO
Veiligheid en welbevinden
15
8.4.1.4 Hygiëne na het werk -
Handen wassen, eventueel een douche nemen in de sporthal. Vuile werkkledij laten wassen. Vuile werktuigen poetsen.
8.4.1.5 Nazicht van de uitgevoerde werken en het onder spanning brengen -
Wanneer een werk klaar is, roep je de begeleidende leraar. Nazicht gebeurt. Bijsturingen volgen. Indien alles OK: leraar brengt onder spanning. Waarschuwingsborden worden weggenomen.
8.4.2 Bijkomende veiligheidsvoorschriften in de werkhuizen en labo’s wanneer het gaat om oefeningen 8.4.2.1 Beschermingsmiddelen • • • • •
In de werkhuizen is het dragen van een stofjas of werkpak verplicht wanneer machinale bewerkingen gebeuren. Tijdens niet–machinale werkzaamheden is een stofjas of werkpak aan te raden. Zet tijdens slijpen en boren een heldere bril op. Behandelen van scherpe voorwerpen: veiligheidshandschoenen dragen. Goederen van +25kg nooit alleen tillen; liefst werken met hulpmiddelen.
8.4.2.2 Oefeningen uit de cursus NOOIT JE OEFENING ONDER SPANNING MAKEN OF PROBEREN! • • • • • • •
Opdracht wordt gegeven. De nodige schema’s aanpassen en laten controleren door leraar. Uitvoeren volgens de regels van goed vakmanschap. De schakeling nameten met de ohmmeter!!! Leraar roepen en laten controleren. Testen onder spanning in het bijzijn van je leraar. Oefening spanningsloos afbouwen en draden recupereren.
8.4.2.3 Herstellingen in het werkhuis NOOIT WERKEN ONDER SPANNING: TOESTEL AFKOPPELLEN VAN HET NET.
___________________________________________________________________________ afdeling Nijverheid 1 september 2009
viio CVO
Veiligheid en welbevinden
16
8.4.2.4 EHBO in geval van elektrocutie * indien het slachtoffer in lichamelijk contact is met een elektrische stroombron: - probeer de spanningbron af te schakelen via stekker of schakelaar of zekeringen wegnemen. - probeer slachtoffer en bron van elkaar te scheiden: - isoleer jezelf van de grond: houten plank, kranten, schoenen met rubberen zool. - verwijder slachtoffer en bron van elkaar: met droge houten stok, met rubberen handschoen, wollen kledingsstuk, … * benader het slachtoffer en controleer vitale functies: - het bewustzijn: - praten, klopjes op schouder, klappen in de handen vlak boven het hoofd. - indien geen reactie: bewustzijn verloren. - de ademhaling: - zorg voor vrije ademhalingswegen, kleding los, vreemde voorwerpen in mond verwijderen, hoofd in hyperstrekking en kinlift. - kijk naar de borst, buik en de mond: beweging? - luister naar de ademhaling boven de mond. - voel de uitgeblazen lucht. - indien niet meer ademen: 2 x mond op mond beademen. - bloedcirculatie: - zoek hartslag aan de pols of in de hals. - geen hartslag: reanimeren. * alarmeer de hulpdiensten: - noodnummers 100 of 112. - vermeld daarbij: - wat er is gebeurd: bv elektrocutie. - waar de hulpdiensten verwacht worden: een voorbeeld: in viio, Rode Kruislaan 27 Tongeren, 2de verdieping van het B-blok lokaal 219 en “iemand zal je opwachten aan de deur“. - wie het slachtoffer is en welke zijn toestand is bv: mannelijk slachtoffer, 18 jaar, ontbreken van vitale functies (niet meer ademen, geen hartslag). * in afwachting van het komen van de hulpdiensten verder reanimeren. De EHBO–helper van het CVO zal dan reeds de hulpverlening overgenomen hebben: - Koen Adams - Jean-Pierre Snellings
HET VERSCHIL TUSSEN LEVEN EN DOOD HANGT AF VAN DEZE HANDELINGEN De cursist en eventuele ouders of begeleiders gaan akkoord met het reglement. Dit reglement is een verplicht document en is een onderdeel van het schoolreglement. Voor akkoord: datum:
/
/2009
Naam en handtekening van de cursist:
Eventueel een ouder of begeleider:
___________________________________________________________________________ afdeling Nijverheid 1 september 2009
viio CVO
Veiligheid en welbevinden
17
2.2 Veiligheid van de machines Op machines en werkplekken werden risicoanalyses gemaakt. Het resultaat van de risicoanalyses levert een aanvaardbaar restrisico op tot op het niveau van de collectieve afschermingen. Het restrisico wordt dus ondervangen met de persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s).
2.3 Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) 2.3.1 Korte situering van de wetgeving inzake PBM’s De wet schrijft voor dat werkgevers verplicht zijn PBM’s ter beschikking te stellen voor werknemers. De school moet niet alle PBM’s ter beschikking stellen. We bekijken enkele artikels uit het Koninklijk besluit betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen van 13 JUNI 2005 – Belgisch staatsblad van 14.07.2005 Gewijzigd door: KB van 16/01/2006 – BS van 15/02/2006 Art. 7. Onverminderd de toepassing van artikel 16, tweede lid van het koninklijk besluit betreffende het beleid inzake het welzijn, worden de P.B.M. door de werkgever gratis ter beschikking van de werknemers gesteld. Art. 10. De werkgever bepaalt de omstandigheden waaronder een P.B.M. gebruikt moet worden, inzonderheid wat betreft de duur van het dragen. Deze omstandigheden worden bepaald in functie van de ernst van het risico, de frequentie van de blootstelling aan het risico en de kenmerken van de werkpost van iedere werknemer afzonderlijk, alsmede van de doeltreffendheid van het P.B.M. Voor het bepalen van de omstandigheden waaronder een P.B.M. moet gebruikt worden, vraagt de werkgever het advies van de preventieadviseur deskundig op het vlak van arbeidsveiligheid, evenals dat van de preventie- adviseur-arbeidsgeneesheer belast met het gezondheidstoezicht op de werknemers. Art. 20. Een P.B.M. is bestemd voor gebruik door één persoon. Zij mogen niet achtereenvolgens door verschillende werknemers worden gebruikt tenzij zij, bij elke verandering van gebruiker, met zorg gereinigd, ontstoft of gedesinfecteerd en, indien zij besmet zouden kunnen zijn door radioactieve stoffen, ontsmet worden.
___________________________________________________________________________ afdeling Nijverheid 1 september 2009
viio CVO
Veiligheid en welbevinden
18
Art. 21. De werkgever zorgt op zijn kosten voor het onderhoud, reinigen, ontsmetten, herstellen en het tijdig vervangen van de P.B.M, dit met het oog op een goede werking ervan. De P.B.M. worden onderhouden, gereinigd, ontsmet en hersteld volgens de aanwijzingen bepaald in de gebruiksaanwijzing van de fabrikant. Art. 22. De werkgever neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat een lid van de hiërarchische lijn of een andere werknemer die hiertoe een specifieke opdracht heeft gekregen en over de nodige opleiding beschikt, bij elk gebruik, nagaat of het P.B.M. nog steeds conform is aan de bepalingen van dit besluit. Hij zorgt er voor dat de P.B.M. na hun levensduur of de vervaldatum verwijderd worden. Art. 23. De werknemers moeten gebruik maken van de P.B.M. waarover zij krachtens dit besluit moeten beschikken, en zich gedragen naar de instructies die hun in dit verband worden gegeven.
BIJLAGE II - Lijst van activiteiten en arbeidsomstandigheden waarvoor het ter beschikking stellen van P.B.M. noodzakelijk is 1. Beschermkledij : f) werknemers tewerkgesteld aan het hanteren van hete massa's of werknemers die aanwezig zijn in de nabijheid daarvan of die werken in een warme omgeving (hitte van technologische oorsprong). 3. Beschermingsschort : d) werknemers die blootgesteld zijn aan kwetsende projecties, aan projecties van gloeiende stoffen, aan het hanteren van hete massa's; 4. Beschermingsschoeisel : f) werknemers die gewoonlijk tewerkgesteld zijn aan de behandeling van zware stukken waarvan de val van aard is de voeten te kwetsen, dragen schoenen met toppen versterkt die voldoende weerstand bieden; h) werknemers die blootgesteld zijn aan het risico voor uitglijden. 5. Beschermingshandschoenen of -wanten : h) werknemers die tewerkgesteld zijn aan het las- of snijwerk van metalen met de elektrische lichtboog en alle bewerkingen waarbij lampen met elektrische lichtboog of andere bronnen van ultraviolette stralen worden gebruikt; k) werknemers tewerkgesteld aan het hanteren van hete massa's; l) werknemers die scherpe, snijdende, stekende, brandende of
___________________________________________________________________________ afdeling Nijverheid 1 september 2009
viio CVO
Veiligheid en welbevinden
19
bijzonder ruwe voorwerpen of materialen moeten behandelen of werkzaamheden verrichten waarbij hun handen zijn blootgesteld aan kwetsende projecties of aan projecties van gloeiende stoffen; 6. Beschermingsbril of aangezichtsscherm van geschikt type : a) werknemers wier ogen worden blootgesteld aan het contact met stoffen die een uitgesproken prikkelende werking uitoefenen op de ogen, zoals het stof van steenkoolpek en andere stofdeeltjes of dampen van bijtende stoffen; b) werknemers die tewerkgesteld zijn aan het las- of snijwerk van metalen met de brander of met de elektrische lichtboog; f) werknemers die tewerkgesteld zijn aan het droog slijpen, het houwen met wegslingering van scherven, het bikken, het schoonhameren of aan andere bewerkingen die kunnen aanleiding geven tot het wegslingeren van kwetsende deeltjes, van weggesmolten metaal, van bijtende vloeistoffen, enz. die de ogen kunnen aantasten; 7. Ademhalingstoestellen : a) werknemers die het risico lopen op een vergiftiging of een aandoening van de ademhalingsorganen door de inhalatie van stof, gassen, dampen, rook of nevel; 9. Bescherming van de voorarm : b) werknemers van wie de voorarmen zijn blootgesteld aan kwetsende projecties of aan projecties van gloeiende stoffen. 11. Beschermingsmiddelen voor het gehoor : De werknemers die blootgesteld worden aan lawaai beschikken over en gebruiken persoonlijke beschermingsmiddelen voor het gehoor overeenkomstig de bepalingen van artikel 21 en 29 van het koninklijk besluit van 16 januari 2006 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico's van lawaai op het werk.
___________________________________________________________________________ afdeling Nijverheid 1 september 2009
viio CVO
Veiligheid en welbevinden
20
2.3.2 Soorten PBM’s en hun symbolen Volgende veiligheidssymbolen zijn blauw gekleurd en hebben een witte opdruk:
Beschermingshoofddeksel: deze kan bestaan uit een veiligheidshelm.
Beschermkledij: dit kan een gesloten katoenen werkpak zijn maar kan ook uit twee afzonderlijke delen bestaan.
Gehoorbescherming: kan bestaan uit oorkappen, oordoppen, of ottoplastieken.
Beschermingshandschoenen of –wanten: dit kunnen lashandschoenen zijn maar evengoed handschoenen ter beperking van mechanische risico’s.
Beschermingsschoeisel: dit kunnen hoge of lage veiligheidsschoenen zijn waaraan extra eisen gesteld kunnen worden zoals: - voetzool bestand tegen hoge temperaturen - voetzool bestand tegen scherpe voorwerpen
Masker: dit kan een gasmasker zijn maar ook een stofmasker afhankelijk van de aard van de adembevuiling.
Oogbescherming: een voorbeeld hiervan is een veiligheidsbril met zijdelingse bescherming.
___________________________________________________________________________ afdeling Nijverheid 1 september 2009
viio CVO
Veiligheid en welbevinden
21
2.3.3 Hoe is de situatie in viio CVO? Bekijken we even per werkhuis de situatie voor viio CVO:
2.3.3.1
Schrijnwerkerij
Voor de schrijnwerkerij resulteert dat, voor zowel S1, S2 als TO2, in het verplicht dragen van: - lage of hoge veiligheidsschoenen type S3 (veiligheidsschoenen met stalen neus en stalen tussenzool) de cursist schaft deze zelf aan - gesloten werkpak (eventueel broek en jas) de cursist schaft deze zelf aan - gehoorbescherming verplicht te gebruiken vanaf 90dBA (aan de machines) oorkappen, oordopjes of ottoplastieken de cursist schaft deze zelf aan - oogbescherming bij verspanende technieken aan of met machines, zagen, frezen, schaven, afkorten, CNC, draaien de cursist schaft deze zelf aan - handbescherming voor het beperken van mechanische risico's bij het behandelen van ruw hout en plaatmateriaal aanwezig in de werkplaats
2.3.3.2
Constructiehal
Voor de constructiehal resulteert dat in het verplicht dragen van: - hoge veiligheidsschoenen type S3 bestand tegen hoge temperatuur (nitril zool) de cursist schaft deze zelf aan - volledig gesloten katoenen werkpak (mag ook broek en jas) de cursist schaft deze zelf aan - gehoorbescherming verplicht te gebruiken vanaf 90dBA: altijd in de werkplaats: oorkappen, oordopjes of ottoplastieken (alleen voor de docenten) de cursist schaft deze zelf aan - oogbescherming helder glas altijd te dragen in de werkplaats de cursist schaft deze zelf aan - lasschorten bij langdurige las- en slijpwerken aanwezig in de werkplaats - handbescherming voor het beperken van mechanische risico's bij het behandelen van plaatmateriaal aanwezig in de werkplaats
2.3.3.3
Elektriciteit - Elektronica
Voor de afdeling Elektriciteit - Elektronica zijn de werkzaamheden die PBM’s vereisen eerder zeldzaam. Daarom zijn een aantal veiligheidsbrillen, handschoenen, oorkappen in de hierboven vernoemde werkplaatsen aanwezig.
___________________________________________________________________________ afdeling Nijverheid 1 september 2009
viio CVO
3
Veiligheid en welbevinden
22
Tot slot
Veiligheid is noodzakelijk en is een taak van iedereen. Nonchalance is hier niet op zijn plaats. Wij rekenen op ieders medewerking.
De directie, de preventieadviseur en het personeel van viio CVO wensen jullie een veilig schooljaar toe.
___________________________________________________________________________ afdeling Nijverheid 1 september 2009
viio CVO
Veiligheid en welbevinden
23
INHOUD 1
Inleiding ............................................................................................................................. 2 1.1 Enkele veel gebruikte gebod- ,verbods- en gevaarpictogrammen ............................. 2 1.1.1 GEBODSPICTOGRAMMEN ........................................................................... 2 1.1.2 VERBODSPICTOGRAMMEN......................................................................... 3 1.1.3 GEVAARPICTOGRAMMEN........................................................................... 4 1.2 Veiligheid en welbevinden......................................................................................... 5 1.2.1 Situering ............................................................................................................. 5 1.2.2 Doelstelling ........................................................................................................ 5 1.3 Startdatum .................................................................................................................. 5 2 Veiligheid in de werkplaatsen: werkplaatsreglement......................................................... 6 2.1 Werkplaatsreglement voor viio CVO......................................................................... 6 2.2 Veiligheid van de machines ..................................................................................... 17 2.3 Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) ......................................................... 17 2.3.1 Korte situering van de wetgeving inzake PBM’s............................................. 17 2.3.2 Soorten PBM’s en hun symbolen..................................................................... 20 2.3.3 Hoe is de situatie in viio CVO?........................................................................ 21 2.3.3.1 Schrijnwerkerij ............................................................................................. 21 2.3.3.2 Constructiehal............................................................................................... 21 2.3.3.3 Elektriciteit - Elektronica ............................................................................. 21 3 Tot slot.............................................................................................................................. 22
___________________________________________________________________________ afdeling Nijverheid 1 september 2009