Afrikaans Netwerk voor preventie en bescherming van kinderen tegen misbruik en verwaarlozing Afdeling Oeganda HULP AAN KINDEREN IN NOORD-OEGANDA BIJ SEKSUEEL MISBRUIK EN VERWAARLOZING EINDRAPPORT VAN HET PROJECT januari – december 2009
Inleiding In 2009 startte de afdeling Oeganda van ANPPCAN in het Kitgum district van Oeganda een project voor kinderen. Het omvatte diverse activiteiten in een van de subdistricten van Kitgum Matidi binnen het Noord-Oegandese district Kitgum. Dit verslag toont de activiteiten en resultaten van dit project. Samenvatting van de vorderingen bij de gestelde doelen en de verwachte resultaten Doel 1: Bijdragen aan een breder maatschappelijk doel dat ernaar streeft kinderen in Noor Oeganda na het conflict beter te beschermen tegen seksueel en fysiek geweld en uitbuiting. Resultaat 1: Kinderen en gemeenschappen in het subdistrict Kitgum Matidi kregen psychologisch, sociaal en economisch meer mogelijkheden om seksueel misbruik, lichamelijk geweld en uitbuiting tegen te gaan. 60 % van de kinderen en van de bevolking in Kitgum Matidi weet nu hoe kinderen kunnen worden beschermd tegen seksueel en fysiek geweld en uitbuiting, doordat de gemeenschap beter op de hoogte is van de gevaren hiervan. ANPPCAN Oeganda organiseerde een 1-daags congres hierover voor 40 culturele en religieuze leiders en 40 leraren van het basis- en voortgezet onderwijs. Dit maakte de deelnemers meer bewust van het feit dat kinderen beschermd moeten worden en hoe misbruik moet worden voorkomen. Daardoor werden er daar meer gevallen van kindermisbruik gerapporteerd. Daarnaast organiseerde het kantoor van ANPPCAN in Kitgum een symposium om de voornaamste problemen voor kinderen daar te bespreken. Daarbij ging het o.a. over vervuiling en verwaarlozing. Als gevolg daarvan werden ook de voornaamste belanghebbenden geïdentificeerd en uitgedaagd om te komen met strategieën om deze verschijnselen in het district aan te pakken. Dat betreft de politie, inclusief de hoofdcommissaris, hoofdonderwijzers en leraren in opleiding, schoolartsen, sociale diensten, de plaatselijke gemeenteraad en vrijwilligersorganisaties die psychosociale en juridische hulp geven aan slachtoffers van kindermisbruik en geweld tegen vrouwen. Na de discussie kwamen de voornaamste aandachtpunten aan de orde in kleinere groepen, zowel landelijke als district aandachtspunten. Vooral de groepen rond kinderbescherming en gender vraagstukken zullen zich hiermee bezighouden. Dit zal ertoe leiden dat er hiervoor binnen de ministeries aandacht komt bij het vaststellen van nieuw beleid. Vooral het feit dat de lokale gemeenteraad heeft toegezegd een voorschrift te zullen indienen tegen kinderverwaarlozing en vervuiling is noemenswaardig. De afgevaardigde van het district erkende de zwakke punten van het rechtssysteem en beloofde zijn best te zullen doen dit in het district te verbeteren. Soortgelijke voorlichtingsbijeenkomsten in de dorpen werden in Olambina door 215 mensen bijgewoond, in Pabulum Jagyat Doore 119, door Obyen Centrum en Oost door 221 mensen. Er werd ook een voorlichtingsbijeenkomst belegd voor 40 leraren (30 mannen en 10 vrouwen). Dit omdat de gedachte was dat leraren een voortrekkersrol kunnen spelen in de strijd tegen misbruik en verwaarlozing. Ook organiseerde ANPPCAN drie discussiewedstrijden tussen lagere scholen. Er werden diverse onderwerpen gesproken, o.a. kinderverwaarlozing, onderwijs aan meisjes en vroege zwangerschap. Er deden 6 basisscholen mee. De kinderen stonden open voor het gesprek over voor hen relevante onderwerpen. ANPPCAN gaf ook in 10 dorpen een presentatie allemaal gelegen in het district Kitgum matidi. Daarbij werden 2000 mensen bereikt. Behandeld werden o.a. kinderbescherming, kindermisbruik en de bestaande hulpdiensten voor slachtoffers van kindermisbruik. Hierdoor zijn de mensen zich beter
bewust van wat er speelt en rapporteren ze over gevallen van kindermisbruik en andere gevaren voor kinderen. Tien scholen in het district kregen mogelijkheden om rond de school zelf ontworpen posters met berichten/slogans aan te brengen. Daarbij ging het vooral om de preventie van kindermisbruik, de rechten van kinderen en hoe kinderen zichzelf kunnen beschermen tegen misbruik. Opgemerkt dient te worden dat deze slogans/berichten zowel voor de kinderen als de volwassenen in de omgeving van de scholen zijn bedoeld en zo zowel de kinderen als het publiek in het algemeen meer bewust zullen maken van het belang kinderen te beschermen tegen seksueel geweld. Rond de herdenking van de Dag voor het Afrikaanse Kind waren er een week lang allerlei festiviteiten. Deze begonnen met voorlichting in de dorpen, een voetbaltoernooi tussen zes verschillende teams in Kitgum Matidi, een opstelwedstrijd op de zeven scholen in het district, het inenten van kinderen onder de vijf jaar, sociaal drama en een eindceremonie op 16 juni 2009. Ruim 200 mensen hoorden in deze periode hoe gemeenschappen kinderen beter kunnen beschermen. Een week lang was er een talkshow via de radio om de gemeenschap te mobiliseren om deze Dag te vieren. Dit trok de aandacht van de overheid, van mensen bij de sociale dienst en de dienst voor dorpsontwikkeling. Samen met ANPPCAN vierde de plaatselijke overheid deze dag. Diverse groepen zongen liederen en voerden dansen uit die boodschappen overbrachten over het thema van deze dag: het verbeteren van de levenskansen en scholing van kinderen. Er was ook een speciale week voor de kinderen georganiseerd, waarin een jongen en een meisje samen de discussies leidden. De aandacht ging vooral uit naar de talrijke problemen die kinderen onder ogen moeten zien en hoe ze volwassenen kunnen uitdagen om met positieve oplossingen te komen. Het hoogtepunt van deze week was de vorming van een forum waarin kinderen hun moeilijke situatie konden luchten en aangeven hoe de maatschappij hen kan beschermen. Dit forum verschafte een platform voor ANPCCAN om de maatschappij te attenderen op de noodzaak van het beschermen van kinderen. Het maakte ook het bestaan van ANPCCAN en wat dit voor kinderen doet zichtbaar in het gebied van Kitgum-matidi. Om het effect van de voorlichting te versterken hield ANPCCAN 20 interactieve radio talkshows, waarop door het publiek kon worden ingebeld. Ongeveer 20.000 mensen werden zo bereikt. De shows werden uitgezonden op Pol Fm, een lokale radio/omroep die in het Kitgum district goed wordt beluisterd. Aan de uitzendkant deden leden van onze technische staf mee naast topambtenaren van de sociale dienst en ontwikkeling, kinderbescherming en politie. Er wordt o.a. gesproken over kinderrechten, seksueel misbruik, kinderarbeid, vroege huwelijken, gedwongen huwelijken, huiselijk geweld en de Dag van het Afrikaanse Kind. Er was ook een hoorspel met de titel ´Can pa Achiro ´wat letterlijk betekent ‘De doodsangst van Achiro’. Het radioprogramma was vooral gericht op de subregio Acholi, om daar meer aandacht te vragen voor het beschermen van vrouwen en kinderen tegen misbruik en seksueel bepaald geweld. Ter aanvulling werd er nog een reclameboodschap over kindoffers uitgezonden, en tien maal een hoorspel van 30 minuten. Als gevolg van deze radiocampagne werden er steeds meer gevallen van misbruik van vrouwen en kinderen gerapporteerd. Het aantal bij het bureau van ANPPCAN in Kitgum aangeven gevallen steeg bijvoorbeeld van 20 gevallen in het derde kwartaal van 2009 naar 60 gevallen in het vierde kwartaal. ANPPCAN Oeganda publiceerde 200 posters en 5000 brochures, die op scholen werden verspreid. De boodschap hierin ging over de basisrechten van kinderen en de daarmee gepaard gaande verantwoordelijkheden, wat kinderen kunnen doen bij misbruik en wat hun omgeving moet doen om ze ertegen te beschermen. We denken dat dit informatiemateriaal ruim 30.000 mensen in het district zal bereiken. Resultaat 2: De capaciteiten van lokale besturen en organisaties en culturele leiders in de subregio Kitgum Matidi worden vergroot om kinderen te beschermen van seksueel en fysiek misbruik en uitbuiting. Activiteit 2: ANPPCAN Oeganda maakte een overzicht van alle besturen, organisaties en leiders in de regio Kitgum Matadi die een rol spelen bij de bescherming van kinderen. Totaal werden er 45 lokale leiders en plaatselijke organisaties gevonden en samen met alle lokale bestuurders gemobiliseerd. Er werden 10 trainingen van één dag voor hen gehouden over alles wat te maken heeft met de bescherming van kinderen. Aan de hand van het gemaakte overzicht trainde ANPPCAN Oeganda 30 leden van kinderbeschermingscommissies in identificatie, rapportering, toezicht en nazorg. De besproken
onderwerpen waren onder meer bescherming van het kind, rapporteren en verwijzen, geheimhouding, ANPPCAN activiteiten en hulpdiensten voor slachtoffers van kindermishandeling en het in het district bestaande netwerk waarnaar kan worden doorverwezen. Tijdens de training wisselden de deelnemers ervaringen uit en ontwikkelden methoden om uitdagingen bij het steunen van jeugdige slachtoffers aan te pakken. ANPPCAN Oeganda leidde ook een tweedaagse training van 20 vrijwilligers van kinderbeschermingscommissies. Deze vrijwilligers horen bij de commissies die met ons samenwerken en de plaatselijke leiders uit de 45 dorpen in Kitgum Matidi. Er werd gesproken over kinderbescherming, rapportage en doorverwijzen, geheimhouding, ANPPCAN activiteiten en hulpverlening aan slachtoffers van kindermisbruik en het bestaande verwijscircuit in het district. De deelnemers wisselden ervaringen uit en ontwikkelden manieren om moeilijkheden bij de hulp aan misbruikte kinderen aan te pakken. Opmerkelijk is dat door deze training de samenwerking met de dorpsbewoners verbetert, waardoor er achteraf bezien meer gevallen zijn gemeld. Bovendien gaf ANPCCAN materiële steun aan de organisaties en leiders om daarmee controle en rapportage van seksueel en fysiek misbruik en uitbuiting van kinderen mogelijk te maken. In de dorpen en regio’s werden periodieke bijeenkomsten georganiseerd en controlebezoeken afgelegd samen met de kinderbeschermingscommissies, om te garanderen dat de kinderen de bescherming krijgen die ze nodig hebben. Hierdoor werd het beleid in de dorpen daadwerkelijk versterkt. Resultaat 3: 100 slachtoffers van kindermisbruik en uitbuiting en hun verzorgers kregen psychosociale, medische en juridische steun. Activiteit 3: Directe steun geven aan individuele gevallen van kindermisbruik. ANPPCAN Oeganda gaf via haar vestiging in Kitgum regelrechte steun aan individuele gevallen. 107 slachtoffers en kinderen in gevaarlijke situaties kregen samen met hun verzorgers psychosociale hulp. 67 slachtoffers kregen medische hulp (medisch onderzoek en behandeling) en 54 slachtoffers kregen juridische bijstand (gesprek en juridisch advies, verzamelen van relevant juridisch bewijs en nazorg bij de gang door het juridische systeem). Bovendien werden er 100 brochures geproduceerd over hoe misbruik vast te leggen, te rapporteren en door te verwijzen. De brochures werden gedistribueerd via hoofdspelers in de kinderbescherming in Kitgum Matidi in het bijzonder. Dit leidde ertoe dat tijdig werd gerapporteerd aan ANPPCAN en andere relevante organisaties. Ook werden hierdoor gemakkelijker controleerbare gegevens vastgelegd, gevallen gerapporteerd en doorverwezen. Ook zorgde ANPPCAN ervoor dat 100 meisjes in de zone in Kitgum Matidi regelmatig maandverband kregen zodat ze niet van school hoefden te verzuimen. Aan de meisjes werd ook geleerd hoe ze met behulp van lokaal beschikbare middelen zelf maandverband konden maken. Hopelijk kunnen ze in de toekomst in hun eigen behoefte hieraan voorzien en met de verkoop van extra verband een bestaan opbouwen. Ook nog in 2009 ontwikkelde ANPPCAN een model dat gebruikt werd om gegevens te verzamelen en goede voorbeelden uit de praktijk te documenteren over kinderbescherming in het district. Het model kan elders ook worden ingezet. Het rapport werd doorgegeven aan partners in het ontwikkelingswerk en voornaamste belanghebbenden om het door hen te laten verifiëren en preciseren. Het belang van deze zaak ging vooraf aan het cultiveren van een werkbare aanpak in de toekomst die vooral gericht is op de omgang met misbruikte kinderen in oorlogsgebieden. Resultaat 4: 100 bedreigde kinderen/ slachtoffers en hun verzorgers kregen economische kansen om beter voor deze kinderen te kunnen zorgen. Activiteit 4: Economische versterking van kwetsbare kinderen en hun verzorgers. Om de economische situatie van kwetsbare huishoudens in het gebied te versterken ontwikkelde ANPPCAN Oeganda activiteiten om het inkomen te verhogen. Eerst werd er een overzicht gemaakt, waarbij tenminste 30 gezinnen werden geïdentificeerd die het meest werden kwetsbaar waren. Aan de hand van door ANPPCAN ontwikkelde, heldere selectiecriteria werd ervoor gezorgd dat het gekozen
beleid niet de kwetsbaarheid van deze gezinnen vergroot, maar juist hun sociaal-economische situatie verbetert. De geselecteerde gezinnen kregen hulp om zelf projecten te kiezen op basis van een evaluatie waarbij de factoren tijd, haalbaarheid, winstgevendheid en inkomens werden vastgesteld. Hiervoor kregen de 30 gezinnen 2 trainingen. De 12 meisjes en 18 jongens waar het om ging waren geselecteerd uit 117 kinderen die al eerder in de gemeenschap waren geïdentificeerd. Sommige kinderen waren nog op school, anderen niet meer. Met behulp van de administratie van de scholen en van de plaatselijke leiders waren de kinderen met hun verzorgers gemakkelijk te mobiliseren. De inzet van het project was het welzijn van de kinderen duurzaam te verbeteren en zo de kwetsbaarheid te verminderen. 23 gezinnen kregen een geit, 2 gezinnen materialen voor een bakkerij, 5 gezinnen ingrediënten voor een ‘awara-wara’ marktstalletje. ANPPCAN bleef de 30 gezinnen volgen en adviseren, daarin gesteund door de plaatselijke leiders. Bij de evaluatie bleek dat de diverse activiteiten geen grote problemen kenden, al hebben de geiten wat last gehad van ziektes. Dit werd verholpen met passende medicijnen. Sommige gezinnen zijn er al in geslaagd wat winst te maken. Het geld werd bewaard als reserve voor de toekomst. Resultaat 5: Kinderen in Kitgum-Matidi tonen meer respect en psychosociale vaardigheden om geweld tegemoet te treden en te rapporteren. Activiteit 5: Psychosociale weerstand verhogen bij slachtoffers en kwetsbare kinderen. ANPPCAN Oeganda identificeerde in deze verslagperiode 117 bedreigde kinderen, nl. 90 via scholen en 27 daarbuiten. De evaluaties hiervoor gebeurde met behulp van plaatselijke leiders en de administratie van de 20 basisscholen in Kitgum-Matidi. Het al of niet bedreigd zijn of slachtoffer zijn van de kinderen werd vastgesteld aan de hand van factoren in hun leven, zoals het ontbreken van ouderliefde en zorg, slechte voeding, gebrek aan rolmodellen en vrienden, het ontbreken van medische zorg en onderdak, wantrouwen, fysieke straffen, gevoelens van vernedering en eenzaamheid (stigmatisering en discriminatie). De bedoeling is dat de geselecteerde kinderen psychosociale hulp krijgen en sociale vaardigheden leren ontwikkelen. Hoewel het plan voorzag in begeleiding voor 100 kinderen, werden alle 117 kinderen in het project opgenomen omdat ze allen extreem kwetsbaar waren. ANPPCAN gaf deze kinderen een tweedaagse training in sociale vaardigheden. De onderwerpen die ter sprake kwamen waren o.a. wat zou je in de toekomst willen doen, kinderrechten, voorbeelden van kindermisbruik en hoe dit te rapporteren. De kinderen wisselden hun ervaringen uit en sommigen vertelden tegelijk over de slechte behandeling die ze op school en thuis krijgen. Als gevolg van deze training hebben sommige kinderen inderdaad een positiever zelfbeeld gekregen en kunnen ze nu praten over zichzelf en hoe ze veranderen. Bovendien kunnen ze nu misbruik in hum omgeving signaleren. Daarnaast hield ANPPCAN Oeganda een tweedaagse workshop over sociale en bestuurlijke vaardigheden voor 50 jonge leiders in Kirgum Matidi. De leiding van de scholen kreeg de vraag elk minstens twee scholieren te selecteren voor deze training. De training ging over dezelfde onderwerpen als die in de vorige alinea werden genoemd. Vermeldenswaard is dat de kinderen een positiever zelfbeeld hebben gekregen. Ze kunnen nu over zichzelf praten en hun collega’s vertegenwoordigen. Ook kunnen ze misbruik in hun omgeving signaleren. Kortom, de kinderen zijn in hun voordeel veranderd en zijn assertiever geworden. ANPPCAN Oeganda zorgde voor meer recreatieve mogelijkheden in de dorpen, waarbij kinderen sociale vaardigheden kunnen opdoen en spelend leren. Zo kregen bijvoorbeeld 10 basisscholen in Kitgum Matidi elk twee ballen voor korfbal en twee voetballen, 4 bordspelen, o.a. Snakes and Ladders (lijkt op ganzenbord), Scrabble, Ludo en een schaak- en dambord. Afhankelijk van de mogelijkheden bij de school kregen 6 scholen ook voetbaldoelpalen, terwijl 8 ervan korfbalpalen kregen. Er wordt verwacht dat deze materialen de samenhang in het dorp en de sociale contacten tussen de scholen en de dorpsgemeenschappen zullen bevorderen. Activiteit 6: Activiteiten voor projectbeleid. ANPPCAN Oeganda organiseerde een eendaagse oriëntatie voor stafleden en sleutelfiguren onder de betrokkenen bij het project. In totaal 15 mensen werden geïnformeerd voor het project in werking werd gezet.
Om obstakels bij de verwezenlijking van het project te voorkomen hield ANPPCAN Oeganda 4 eendaagse ontmoetingen voor planning en revisie. Deze ontmoetingen werden tegelijk gehouden met de driemaandelijkse veldbezoeken. Samen vormden ze een goede basis om het uitvoeringsproces te volgen en de beoogde resultaten steeds beter te verwezenlijken. Er werd goed op gelet dat bij de ontmoetingen en bezoeken in het veld de belanghebbende ook echt aanwezig waren. Kortom: al deze controleactiviteiten werden gedaan op basis van de aanwezigheid van lokale bestuurders, sociale werkers, schoolleiding, kinderen, culturele en religieuze leiders zowel als ANPPCAN stafleden. We denken dat deze brede strategie ertoe zal leiden dat allen zich meer betrokken voelen bij de resultaten van het project, waardoor de kinderen er meer profijt van zullen hebben, omdat de belangen van diverse betrokken meer op een lijn zijn gebracht Wat we hebben geleerd: * ·Kinderbeschermingscommissies zijn een goede basis voor de bescherming van kinderen, maar hebben te weinig in huis om die gevallen te behandelen. Hoewel ze daarvoor werden getraind, is er nog steeds behoefte aan functioneel volwassenenonderwijs in lezen en schrijven, omdat de meeste leden nog steeds half analfabeet zijn en tijd nodig hebben om zich van enkele voorname punten op het gebied van kinderbescherming te een beeld te vormen. * Kinderbeschermingscommissies hebben ook nog problemen door het vasthouden aan de eigen cultuur in het gebied en de negatieve kijk van de mensen op scholing voor kinderen. * Het is nodig de politie op de bureaus in de subregio bewust te maken van wat er speelt en hen te helpen, omdat we met hen samenwerken bij het omgaan met kinderen en vrouwen die gevallen van misbruik rapporteren. • Het is voor een uitvoerend orgaan van belang om contact te leggen met mensen aan de basis om te leren wat hun actuele problemen zijn, en zeker met vrouwen en kinderen, om werkbare oplossingen te vinden die de gemeenschap ten goede komen. Het traditionele culturele klimaat in de gemeenschap werkt vooral negatief voor meisjes, met als gevolg dat meisjes toegang tot scholing wordt ontzegd en dat ze worden verguisd en gedwongen jong te trouwen, omdat ze gezien worden als een bron van inkomen. • Hoewel ANPPCAN de lokale commissies voorzag van materiaal om te rapporteren en te verwijzen, was dit onvoldoende voor alle dorpen, waardoor sommige dorpen te weinig formulieren hadden. • De culturele en religieuze leiders en de gemeenschap van Kitgum Matadi weten nog steeds te weinig van alle facetten van kinderbescherming. Daarom moet het proces van bewustmaking van kinderrechten worden geïntensiveerd en voortgezet. In sommige dorpen in het subdistrict is ANPPCAN al begonnen met dit proces, in het bijzonder waar het gaat om de traditionele gewoonten die voor kinderen negatief uitwerken. • Het is goed daarbij die voorlichting vooral in de vorm van sociaal theater te brengen, omdat de gemeenschap daar positief op reageert, volgens de hoge opkomst. Dat kan een goede hulp zijn bij de bewustmaking. Mogelijk gaat het publiek dan gevallen eerder rapporteren in plaats van te blijven zwijgen. • Leraren zijn goed op de hoogte van de aspecten van seksueel misbruik van kinderen, maar missen de gave om hierdoor goed met deze problemen om te gaan. Aanbevelingen: • Het is nodig de gemeenschap intensiever op deze problemen attent te maken, zodat misbruik wordt gerapporteerd in plaats van doodgezwegen. • Het is nodig nazorg te blijven geven als ANPPCAN doorverwijst, om zeker te zijn dat cliënten krijgen wat ze nodig hebben om nieuwe hoop op te doen. Cliënten hebben maximale steun nodig, want de meerheid van hen is arm en analfabeet. • De culturele leiders moeten zich optimaal bewust zijn van alle aspecten van kinderbescherming. Er blijkt namelijk steeds dat ze weinig afweten van kindermisbruik en -verwaarlozing. Maar het proces van bewustwording dringt inmiddels langzaam door in de dorpen en tot de culturele leiders… • Het is nodig de capaciteit van lokale structuren uit te bouwen en hun werk te verlichten. Dat geldt ook voor instellingen als de politieposten in de subregio, die ver zijn achtergebleven in het verschaffen van toegang tot rechtspraak voor de misbruikte kinderen in Kitgum Matidi. Dit kan helpen om het kindermisbruik terug te dringen. • Het is nodig om ons nog meer te richten op het toepassen van theater als vorm van voorlichting aan het publiek, omdat dit daar positief op reageert. Zo kunnen we de
•
• •
bewustwording bij het publiek sterk vergroten en intensiveren, met als gevolg dat misbruik eerder wordt gemeld in plaats van doodgezwegen. Het lokale bestuur moet beter worden getraind in het reageren op meldingen van kindermisbruik. Meestal zijn zij namelijk de eersten die meldingen van misbruik en verwaarlozing in hun gemeenschap binnenkrijgen en behandelen. Er is behoefte aan blijvend toezicht op de kleine ondernemingen die zijn gestart door de 30 gezinnen in Kitgum Matidi, om te voorkomen dat de ondernemingen spaak lopen. Ook moeten er meer kinderen worden getraind en voorgelicht, om hun assertiviteit en zelfrespect op te voeren.
Conclusie: Het project was gericht op het versterken van de mogelijkheden van gemeenschappen in NoordOeganda om te reageren op seksueel en fysiek misbruik van kinderen. Het project was voor één jaar; alle activiteiten werden uitgevoerd afgezien van het mogelijk maken van ontmoetingen van clubs voor kinderrechten. Alle activiteiten hebben een bijdrage geleverd aan het bereiken van de opgezette doeleinden. De verwachting is dat het aantal meldingen van gevallen van seksueel en fysiek misbruik van kinderen drastisch zal toenemen als gevolg van de gegeven voorlichting en het gegroeide vertrouwen in de acties die het systeem uitvoert. Daardoor geeft het project ANPPCAN Oeganda een nog grotere taak, nl. het faciliteren van reactiemechanismes om te handelen en de gemelde gevallen te steunen. De hier vermelde resultaten op korte termijn zullen verder worden bevestigd door de geplande evaluatie van het project.