Veilig werken in rioolgemalen bij Cyclus Eindwerk opleiding MVK Johan van der Wind 18-10-2011
Promotor: E.C.H. Segers
Samenvatting Cyclus beheert voor Gemeente Gouda 6 rioolgemalen. Deze gemalen pompen huishoudelijk afvalwater over van een lager gelegen naar een hoger gelegen rioolstelsel, om het afvalwater uiteindelijk naar de Afvalwater Zuiverings Installatie te transporteren. De medewerkers die de controle en het onderhoud van de rioolgemalen uitvoeren, zijn hierin zeer ervaren. Er zijn echter vraagtekens of de huidige werkmethoden de veiligheid voldoende garanderen, en voldoen aan de geldende wetgeving. Het doel van dit onderzoek is, gebaseerd op de risico’s en de geldende wet- en regelgeving de uitgangspunten te bepalen voor veilige werkmethoden in de rioolgemalen. Eerst is er een risico-inventarisatie van de meest voorkomende taken in de rioolgemalen gemaakt. Vervolgens is een onderzoek gedaan naar relevante wetgeving en richtlijnen. Hierbij is gekeken naar de arbowetgeving, de arbocatalogus, NEN-richtlijnen en Arbo-informatiebladen. Hieruit is gebleken dat Werken in besloten ruimten en Biologische Agentia belangrijke risico’s zijn. Op basis van de risico’s zijn de benodigde maatregelen vastgesteld. Vervolgens is per maatregel geanalyseerd in hoeverre deze al geïmplementeerd is, en welke acties nodig zijn om te komen tot een implementatie hiervan. De uitkomst van het onderzoek geeft duidelijkheid over de eisen waaraan moet worden voldaan. Uit de vergelijking van de huidige werkmethode ten opzichte van de eisen blijkt dat er een aantal verbeteringen noodzakelijk zijn om de veiligheid van de medewerkers te verbeteren, en om te voldoen aan wetgeving en overige eisen. Één van de belangrijkste en meest ingrijpende verbetermaatregel is, dat de inspectiewerkzaamheden niet meer alleen mogen worden uitgevoerd. Hiertoe dient de Wachtdienst anders te worden ingericht. Tijdens het weekend dienen de rioolgemalen zoveel mogelijk op afstand elektronisch te worden bewaakt. Hier aan gekoppeld dient met een veiligheidswacht te worden gewerkt, wanneer een ontvangstkelder op pompruimte wordt betreden. Er is een specifieke werkinstructie nodig, waarin de werkmethoden worden vastgelegd. Ook dient een duidelijk, op de rioolgemalen toegespitst werkvergunningensysteem te worden ingevoerd.
Veilig werken in rioolgemalen
Pagina 1
Inhoud Samenvatting........................................................................................................................................... 1 1.
Inleiding ........................................................................................................................................... 4
2.
Doelstelling ...................................................................................................................................... 5
3.
Onderzoeksmethode ....................................................................................................................... 6 3.1 Algemene beeldvorming ............................................................................................................... 6 3.1.1 In kaart brengen van de organisatie....................................................................................... 6 3.1.2 In kaart brengen van de taken ............................................................................................... 6 3.2 Inventariseren van de risico’s ........................................................................................................ 6 3.3 Evalueren van de risico’s ............................................................................................................... 6 3.4 Inventariseren vigerende wetgeving en overige normen ............................................................. 7 3.5 Vaststellen benodigde maatregelen ............................................................................................. 7 3.6 Gap analyse benodigde versus reeds gerealiseerde maatregelen ................................................ 7 3.7 Opstellen Plan van Aanpak ............................................................................................................ 7
4. Algemene gegevens............................................................................................................................. 8 4.1 Organisatie .................................................................................................................................... 8 4.2 De rioolgemalen ............................................................................................................................ 8 4.2.1 Functie en werking ................................................................................................................. 8 4.2.2 Kenmerken van de verschillende ruimten in de rioolgemalen .............................................. 9 4.2.3 Huishoudelijk afvalwater ........................................................................................................ 9 4.3 Taken van de medewerkers ........................................................................................................ 10 5. Risico-inventarisatie .......................................................................................................................... 11 6. Relevante Wet- en Regelgeving, overige normen ............................................................................. 12 6.1 Besloten ruimten ......................................................................................................................... 12 6.1.1 Arbowetgeving ..................................................................................................................... 12 6.1.2 AI blad 5 “Werken in besloten ruimten’’.............................................................................. 12 6.1.3 Arbocatalogus....................................................................................................................... 13 6.1.4 ATEX 137 ............................................................................................................................... 14 6.1.5 Electriciteit in besloten ruimten ........................................................................................... 15 6.1.6 Bedrijfshulpverlening ........................................................................................................... 16 6.2 Biologische agentia .................................................................................................................. 16 6.2.1 Arbobesluit ........................................................................................................................... 16 6.2.2 Arbo Informatieblad ............................................................................................................. 17 7 Te nemen maatregelen ...................................................................................................................... 18 7.1 Bronmaatregelen......................................................................................................................... 18 Veilig werken in rioolgemalen
Pagina 2
7.2 Collectieve maatregelen .............................................................................................................. 18 7.3 Individuele maatregelen.............................................................................................................. 20 7.4 PBM’s ........................................................................................................................................... 21 8. GAP analyse ....................................................................................................................................... 22 9. Conclusies .......................................................................................................................................... 26 Literatuur ............................................................................................................................................... 27 Bijlage 1. Organogram ........................................................................................................................... 28 Bijlage 2. Kenmerken van de verschillende ruimten in de rioolgemalen. ............................................. 29 Bijlage 3. Taak Risico Analyse Inspectie Droge pompen kelder - voor en na maatregelen.................. 30 Bijlage 4. Taak Risico Analyse Inspectie Ontvangstkelder - voor en na maatregelen. .......................... 31 Bijlage 5. Taak Risico Analyse Inspectie Ruimte boven pompenkelder - voor en na maatregelen ...... 32 Bijlage 6. Toelichting Fine & Kinney methode....................................................................................... 33
Veilig werken in rioolgemalen
Pagina 3
1. Inleiding Cyclus verzorgt voor een aantal gemeenten in Midden Zuid Holland het afvalbeheer en het beheer van de openbare ruimte. Voor gemeente Gouda beheert Cyclus onder andere het rioolstelsel. Een zestal rioolgemalen maken onderdeel uit van dit stelsel. Deze rioolgemalen hebben als functie, om huishoudelijk afvalwater over te pompen van een lager naar een hoger gelegen rioolsysteem, om zo het afvalwater af te voeren naar de afvalwater zuiveringsinstallatie van het hoogheemraadschap. In 2006 werd het dagelijks beheer van het rioolstelsel Cyclus overgenomen van gemeente Gouda. Hierbij werden ook de medewerkers en de werkprocedures van gemeente Gouda overgenomen. Deze medewerkers werken op dit moment grotendeels nog op dezelfde manier als destijds bij de gemeente. De medewerkers hebben zeer veel ervaring. Toch brengt deze situatie ook het gevaar van bedrijfsblindheid met zich mee. Na een reorganisatie in 2010 vallen de rioolmedewerkers nu onder de nieuwe teamleider Cultuurtechniek en Civiele techniek. Deze teamleider heeft mij gevraagd om de werkmethoden in de rioolgemalen te beoordelen op veiligheid.
Veilig werken in rioolgemalen
Pagina 4
2. Doelstelling Het doel van deze scriptie is tweeledig. Voor Cyclus dient deze scriptie antwoord te geven op de volgende vraag: Welke maatregelen moet Cyclus nemen om : o Haar medewerkers op een veilige manier in de rioolgemalen te laten werken o Te voldoen aan vigerende wet- en regelgeving en overige eisen o Aantoonbaar te maken dat wordt voldaan aan vigerende wet- en regelgeving De aanbevelingen die uit dit eindwerk volgen, zullen worden gebruikt als uitgangspunt voor de herziening en aanvulling van veiligheidsmanagementsysteem en de werkinstructies van Cyclus. Mijn persoonlijke leerdoelen zijn: Leren identificeren en kwantificeren van risico’s Leren koppelen van risico’s aan relevante wetgeving Leren vertalen van wetgeving in praktische maatregelen
Veilig werken in rioolgemalen
Pagina 5
3. Onderzoeksmethode Het onderzoek bestond uit een aantal stappen. In dit hoofdstuk is per stap op hoofdlijnen de onderzoeksmethode beschreven.
3.1 Algemene beeldvorming Om een algeheel beeld te vormen van de functie, de organisatie, het werk en de veiligheidsaspecten van het werken in rioolgemalen, is aan enkele gemalen een bezoek gebracht. Er is gesproken met de medewerkers en met de teamleider. Nadat de doelstellingen van het onderzoek zijn vastgelegd en met de teamleider besproken, is de onderzoeksmethode bepaald. 3.1.1 In kaart brengen van de organisatie Om te begrijpen hoe de verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn verdeeld, is het belangrijk om eerst een goed beeld te hebben van de organisatie. Hiervoor werd gebruik gemaakt van het organogram van Cyclus. Ook zijn de functiebeschrijvingen van de betrokken medewerkers geraadpleegd. Voor meer specifieke zaken is gesproken met de teamleider van het team Civiele Techniek en Cultuur Techniek. In de Dienst Verlenings Overeenkomst tussen gemeente Gouda en Cyclus zijn de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van beide partijen opgezocht. 3.1.2 In kaart brengen van de taken Om een goede taak risico analyse te kunnen uitvoeren, zijn eerst de taken die bij de rioolgemalen moeten worden uitgevoerd, in kaart gebracht.
3.2 Inventariseren van de risico’s Bij het inventariseren van de risico’s is zowel gekeken naar risico’s die uit de werkomgeving voort komen, als ook naar risico’s die uit de taak voortkomen. Echter, omdat de risico’s van een taak die men uitvoert niet los kunnen worden gezien van de omgeving waarin men deze taak uitvoert, zijn de omgevingsrisico’s gekoppeld aan de betreffende taken. De risico’s zijn in kaart gebracht door: de diverse werkzaamheden met de medewerkers en de teamleider te bespreken, ter plaatse de omstandigheden te onderzoeken, de bestaande RI&E te bestuderen, ongevallen en incidenten uit het verleden te onderzoeken, bestudering van de volgende documenten: o de arbocatalogus o AI-blad nr. 5 – Werken in besloten ruimten o AI-blad nr. 9 – Biologische agentia
3.3 Evalueren van de risico’s Nadat alle risico’s geïnventariseerd zijn, zijn deze volgens de Fine & Kinney methode geëvalueerd. Bij de risico-evaluatie zijn eventuele preventieve maatregelen die al genomen zijn, buiten beschouwing gelaten.
Veilig werken in rioolgemalen
Pagina 6
3.4 Inventariseren vigerende wetgeving en overige normen Op basis van de taken en de bijbehorende risico’s is geïnventariseerd welke wet- en regelgeving voor het werken in de rioolgemalen relevant is. Ook andere normen waaraan Cyclus zich dient te conformeren worden hierin opgenomen.
3.5 Vaststellen benodigde maatregelen Voor ieder geïdentificeerd risico werd bepaald welke maatregelen er genomen dienen te worden, rekening houdend met de wettelijke en overige verplichtingen. Hierbij werd uitgegaan van de Arbeidhygiënische strategie. De risico-inventarisatie is voor alle risico’s geëvalueerd, nu rekening houdend met de vereiste maatregelen. Op deze manier kan bepaald worden of de voorgestelde maatregelen afdoende zijn.
3.6 Gap analyse benodigde versus reeds gerealiseerde maatregelen Er is bewust voor gekozen, om pas in dit stadium van het onderzoek naar de reeds toegepaste maatregelen te kijken. Hierdoor kon op een meer objectieve manier naar de risico’s worden gekeken. In dit stadium werden in een tabel per taak/risico de vereiste maatregelen gezet. In de volgende kolom werden de huidige toegepaste maatregelen beschreven. Deze werden samen met de teamleider en de medewerkers geïnventariseerd. Vervolgens werd per taak/risico aangegeven of de reeds genomen maatregelen wel of niet aan de vereiste maatregelen voldoen.
3.7 Opstellen Plan van Aanpak Nadat duidelijk is aan welke eisen nog niet wordt voldaan, werd in overleg met de teamleider bepaald welke acties nodig zijn, om er voor te zorgen dat deze maatregelen worden ingevoerd, en geborgd in het managementsysteem. Prioritering is gebaseerd op de ernst van het risico en de benodigde investering in tijd en geld.
Veilig werken in rioolgemalen
Pagina 7
4. Algemene gegevens 4.1 Organisatie In bijlage 1 is het organogram van Cyclus weergegeven. De medewerkers rioolbeheer vallen onder het team Cultuurtechniek en Civiele Techniek. Dit team is één van de 7 teams van de afdeling Uitvoering. Er zijn vier medewerkers rioolbeheer. Behalve met het onderhoud van rioolgemalen houden zij zich bezig met zeer diverse werkzaamheden betreffende het onderhoud van het rioolsysteem van Gouda. Drie van deze vier medewerkers werkten voor 2006 als rioolmedewerker bij gemeente Gouda. Alle vier de medewerkers zijn al wat ouder en hebben een opleiding op LBO niveau, regelmatig aangevuld met (veiligheids)cursussen. In 2006 heeft gemeente Gouda het dagelijks beheer van onder andere het rioolsysteem in Gouda overgedragen aan Cyclus. De afspraken hierover zijn vastgelegd in een DienstVerleningsOvereenkomst (DVO). Gemeente Gouda blijft eigenaar van de rioolgemalen. Cyclus voert het dagelijks beheer en onderhoud uit. Gemeente Gouda eist van Cyclus dat zij VCA ** gecertificeerd is.
4.2 De rioolgemalen Cyclus beheert voor gemeente Gouda 6 rioolgemalen, die verspreid over de stad staan. In de meeste gevallen zijn de rioolgemalen in woonwijken gesitueerd. 4.2.1 Functie en werking De belangrijkste functie van een rioolgemaal is, om rioolwater uit een lager gelegen rioolsectie over te pompen naar een hoger gelegen sectie. De rioolgemalen zijn gebouwtjes die in bijna alle gevallen bestaan uit twee gedeelten; een ontvangstkelder waar het afvalwater wordt verzameld, en een pompruimte waar de pompen staan die het afvalwater overpompen in de hoger gelegen rioolsectie. De ontvangstruimte bestaat uit een kelder van circa 2 meter diep. Hier wordt het rioolwater opgevangen. Over de kelder ligt een loopbrug. De ruimte wordt via een buitendeur betreden.
Afb. 1. Ontvangstkelder. De pompruimte is volledig afgescheiden van de ontvangstkelder, en wordt via een aparte buitendeur betreden. De pompruimte bestaat uit twee verdiepingen: de begane grond en een kelder.
Veilig werken in rioolgemalen
Pagina 8
Afb. 2. Bovenruimte pompenkelder. In de kelderruimte staan de pompen opgesteld. Het rioolwater wordt via een volledig gesloten leidingensysteem overgepompt van de ontvangstkelder naar de andere rioolsectie.
Afb. 3. Pompensectie in pompenkelder. 4.2.2 Kenmerken van de verschillende ruimten in de rioolgemalen De ontvangstkelder, de pompruimte kelder en de pompruimte begane grond zijn alle drie ruimten met heel eigen functies en risico’s. In bijlage 2 zijn de verschillende kenmerken van de ruimten weergegeven. 4.2.3 Huishoudelijk afvalwater Het rioolwater dat in de rioolgemalen overgepompt wordt, is hoofdzakelijk een mengsel van huishoudelijk afvalwater en hemelwater. De samenstelling van het water is voornamelijk afhankelijk van de hoeveelheid neerslag. Als er veel neerslag valt, is er naar verhouding meer hemelwater, en is het rioolwater schoner. In het afvalwater in het rioolstel heersen veelal anaerobe (zuurstofarme) omstandigheden. In combinatie met de temperatuur en vochtigheid in de riolen, zijn dit ideale omstandigheden voor anaerobe micro-organismen om organische stoffen af te breken in onder andere zwavelwaterstofgas (H2S) en methaan (CH4). Bijzonder aan de situatie in Gouda is, dat de grondwaterstand extreem hoog is. Vrijwel het gehele rioolstelsel ligt in het grondwater. Bij een leeg riool kunnen er door de druk van het grondwater lekkages ontstaan, waarbij het grondwater het riool in kan lekken. Behalve dat dit grondwater het systeem voor de afvoer en verwerking van afvalwater belast, kunnen deze ongewenste grondwaterstromen ook de oorzaak van verzakkingen zijn. Om deze problemen te voorkomen, wordt in Gouda de meeste wijken wordt gewerkt met een
Veilig werken in rioolgemalen
Pagina 9
opgeboeid rioolsysteem. Dit houdt in, dat het riool zoveel mogelijk gevuld blijft met afvalwater, om zo voldoende tegendruk in het riool te houden, en het inlekken van grondwater te beperken. Een belangrijke consequente van het opgeboeide rioolsysteem is, dat de verblijftijd van het afvalwater in het riool vrij lang kan zijn. Hierdoor vind in een opgeboeid rioolstelsel meer ontwikkeling van methaan en zwavelwaterstof plaats dan in een ander type riool.
4.3 Taken van de medewerkers De vier medewerkers rioolbeheer inspecteren regelmatig de rioolgemalen. De elektricien voert regelmatig inspecties uit van de elektrische systemen. Storingen aan pompen worden verholpen. Vaak gaat het hierbij om verstoppingen, waarbij dhet pomphuis schoongemaakt moet worden. In een aantal situaties moet de pomp naar de bovenste pompenruimte worden getakeld. Naast de vier medewerkers rioolbeheer komt ook de elektricien regelmatig in de rioolgemalen. Hij verhelpt (elektrische) storingen, sluit pompen elektrisch aan, etc. De medewerkers rioolbeheer werken in twee teams van twee mensen. Elk team beschikt over een busje met daarin de benodigde gereedschappen, arbeidsmiddelen etc. Slechts een klein gedeelte van hun werktijd besteden zij aan de rioolgemalen. Eén keer per vier weken hebben de medewerkers rioolbeheer Wachtdienst. Zij zijn dan buiten de normale werktijden beschikbaar voor het verhelpen van storingen etc. Wanneer storingen zich voordoen die zij niet alleen kunnen verhelpen, wordt een tweede collega ingeschakeld. In hetzelfde weekend dat de medewerkers Wachtdienst hebben, voeren zij op zaterdag en op zondag een inspectieronde uit. Hierbij worden alle rioolgemalen bezocht, en op goed functioneren gecontroleerd.
Veilig werken in rioolgemalen
Pagina 10
5. Risico-inventarisatie In bijlage 3, 4 en 5 zijn Taak Risico Analyses gemaakt voor inspectie van de drie verschillende typen ruimten zoals die in de rioolgemalen voorkomen: de pompenkelder, de ruimte boven de pompenkelder en de ontvangstkelder. In bijlage 6 wordt de gehanteerde Analysemethode kort besproken.
Veilig werken in rioolgemalen
Pagina 11
6. Relevante Wet- en Regelgeving, overige normen Bij het werken in de rioolgemalen zijn er twee aspecten die speciale aandacht vragen. Dit zijn: 1. Werken in besloten ruimten 2. Biologische agentia. Voor beide aspecten is onderzocht welke wetgeving en normering van toepassing zijn.
6.1 Besloten ruimten 6.1.1 Arbowetgeving De Arbowetgeving bestaat uit de Arbowet, het Arbobesluit, de Arboregeling en de Arbo Beleidsregels. De term ‘Besloten ruimten’ komt in de Arbowetgeving niet voor. De belangrijkste regel voor het werken in besloten ruimten staat in Artikel 3.5g van het Arbobesluit. Als kan worden vermoed dat de atmosfeer in een ruimte in zodanige mate stoffen bevat, dat daardoor gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging of brand ontstaat, betreedt de medewerker de ruimte niet, voordat uit een onderzoek is gebleken dat het gevaar niet aanwezig is. Er is in ieder geval sprake van:
Gevaar voor verstikking als de atmosfeer minder dan 18% zuurstof bevat. Brandgevaar als de zuurstofconcentratie hoger is dan 21% Brandgevaar als de concentratie van brandbare gassen of dampen hoger is dan 10% van de onderste explosiegrens Gevaar voor bedwelming of vergiftiging indien de concentratie hoger is dan de grenswaarden.
Als het gevaar toch aanwezig blijkt te zijn, dienen eerst maatregelen te worden genomen om het gevaar weg te nemen. Als dat niet mogelijk is, dan dient volgens Arbobesluit 3.5g-4 de werknemers voldoende te worden beschermd. Ook worden zij dan permanent geobserveerd (veiligheidswacht). Ook dienen doeltreffende maatregelen genomen te worden om de medewerker bij direct gevaar onmiddellijk op doeltreffende wijze hulp te bieden. In het Arbobesluit artikel 3.4 en 3.5 worden een aantal algemene voorschriften gegeven over het veilig werken met elektriciteit. In de Arbobeleidsregels 3.4 en 3.5 wordt verwezen naar NEN 1010 en NEN 3140. Ook het Arbo-informatieblad verwijst hier naar.
6.1.2 AI blad 5 “Werken in besloten ruimten’’ Het AI-blad nr. 5 geeft aan, dat onder een besloten ruimte wordt verstaan: ‘Een gesloten of deels open omgeving met een al dan niet vernauwde toegang, die niet ontworpen is voor het verblijf van personen, en waar activiteiten plaatsvinden die risico’s met zich meebrengen op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn.’
Veilig werken in rioolgemalen
Pagina 12
In tabel 1 is een korte analyse gemaakt, om per ruimte in het rioolgemaal te bepalen of deze wel of niet als besloten ruimte wordt aangemerkt. Eigenschap Vernauwde toegang Niet ontworpen voor verblijf
Ontvangstkelder n.v.t. Ruimte is wel voorzien van verlichting, looprooster, railing etc. Ja.
Pompenkelder Ja. Ruimte is wel voorzien van verlichting, afzuiging, vaste ladder etc. Ja.
Pompruimte boven n.v.t. n.v.t.
Activiteit die risico’s Ja. met zich meebrengt Besloten ruimte? Ja. Ja. Nee. Tabel 1. Analyse Besloten ruimten volgens AI blad nr. 5: Werken in Besloten Ruimten. Geen van de drie typen ruimten voldoet volledig aan de criteria van een besloten ruimte. Omdat de ontvangstkelder specifieke risico’s met zich meebrengt ten aanzien van H2S door de aanwezigheid van een grote hoeveelheid huishoudelijk afvalwater, heb ik deze aangemerkt als besloten ruimten. De pompenkelder heb ik ook als besloten ruimte aangemerkt. Dit vanwege het aanwezige risico op gevaarlijke gassen, in combinatie met de vernauwde toegang. Bij de werkruimte boven de pompenkelder is slechts in beperkte mate van bijzondere risico’s. De ruimte is normaal te betreden. Daarom heb ik deze niet aangemerkt als besloten ruimte. 6.1.3 Arbocatalogus Cyclus is aangesloten bij de NVRD; de Nederlandse vereniging voor afvalinzameling en reinigingsdiensten. De NVRD heeft in 2009 een arbocatalogus opgesteld. Een belangrijk onderdeel van de Arbocatalogus is de Richtlijn “Veilig werken bij rioleringsbeheer’’.
Deze Arbocatalogus is tot nu toe slechts gedeeltelijk goedgekeurd door de Arbeidsinspectie. Voor rioleringenbeheer is alleen het onderdeel Besloten ruimten goedgekeurd, met uitzondering van het onderwerp Werken met electriciteit. De volgende maatregelen zijn niet goedgekeurd door de Arbeidsinspectie: Electriciteit in besloten ruimten Brand- en explosiegevaar Trillingen Klimaat Geluid Biologische Agentia De Richtlijn Veilig Werken bij rioleringsbeheer wordt gepresenteerd als ‘Een aanvulling op de arbocatalogus’. In de (elektronische) arbocatalogus wordt deze gepresenteerd als onderdeel van het aspect ‘Besloten ruimten’. In het document staan echter ook enkele onderwerpen die gaan over de onderwerpen die niet goedgekeurd zijn. Begin 2011 is de Arbocatalogus opnieuw, met een aantal kleine wijzigingen, voorgelegd aan de arbeidsinspectie. In juli 2011 zijn de gewijzigde onderdelen opnieuw door de Arbeidsinspectie beoordeeld, en goedgekeurd. Deze onderdelen zijn echter nog niet gepubliceerd. Zolang er nog onduidelijkheid bestaat over de status van de gepubliceerde Arbo catalogus, wordt in
Veilig werken in rioolgemalen
Pagina 13
eerste instantie uitgegaan van het Arbo-informatieblad A05 ‘Veilig werken in besloten ruimten’. De informatiebladen dienen immers als leidraad voor het opstellen van de Arbocatalogus. De scenario’s die in de Arbocatalogus zijn opgenomen, zijn in principe gebaseerd op het betreden van riolen, en gaan niet uit van het werken in rioolgemalen zoals gemeente Gouda die kent. Daarom zijn de maatregelen niet één op één over te nemen voor deze situatie. De Richtlijn ‘Veilig werken bij rioleringsbeheer’ hanteert als definitie voor een Riool(segment)/besloten ruimte: ‘Elk leidingsysteem (of een gedeelte daarvan) dat is ingericht voor het transporteren, opslaan en/of behandelen van afvalwater. Hiertoe behoren tevens ruimten zoals putten, gemalen, ontvangstkelders en bergbezinkbassins.’ Een kanttekening die hierbij geplaatst dient te worden, is dat onder gemalen in de rioolwereld meestal pompsystemen worden verstaan, die zich in een ondergrondse put bevinden. Deze situatie is totaal niet te vergelijken met de situatie in de rioolgemalen van gemeente Gouda. Eigenschap Ontvangstkelder Pompenkelder Leidingsysteem ja nee Putten, gemalen, ja nee ontvangstkelders Tabel 2. Analyse besloten ruimten volgens de Arbocatalogus Afval.
Pompruimte boven nee Nee
De definitie uit de arbocatalogus is niet goed toepasbaar voor de rioolgemalen. Daarom wordt uitgegaan van het Arbo-informatieblad.
6.1.4 ATEX 137 Bij anaerobe processen kan methaangas uit het afvalwater vrijkomen. Methaan is een brandbaar gas. Mogelijkerwijze is dus de ATEX 137 richtlijn van toepassing. Om te bepalen of gaszonering noodzakelijk is, wordt de situatie aan de volgende beslissingscriteria getoetst. Deze criteria zijn afkomstig van richtlijn NPR 7910-1; Gevarenzone-indeling met betrekking tot explosiegevaar. 1. Is brandbare stof aanwezig onder die omstandigheden dat er brandbare mengsels kunnen ontstaan? 2. Is meer dan de minimale hoeveelheid aanwezig? 1. In het rioolwater kan onder anaerobe omstandigheden methaan gevormd worden. Dit kan al gebeurd zijn voordat het rioolwater in de ontvangstkelder komt. Ook in de ontvangstkelder kan dit proces doorgaan. De mate waarin dit gebeurd is afhankelijk van zeer veel factoren zoals de temperatuur van het water, de doorlooptijd, anaerobe omstandigheden etc. Methaan opgelost in water is niet brandbaar. Wanneer het methaan wordt uitgewisseld met lucht, kan in theorie wel een brandbaar mengsel ontstaan. De Lower Explosion Limit (LEL) van methaangas is 5%, en de Upper Explosion Limit (UEL) is 15%. 2. De minimale hoeveelheid voor een gas om onder de ATEX 137 te vallen is in een gesloten gebouw 5 kg. Kan er 5 kg methaan in de verschillende ruimten aanwezig zijn? Methaangas heeft een
Veilig werken in rioolgemalen
Pagina 14
soortelijk gewicht van 0,68 kg/m3. 5 kg methaangas komt onder de gegeven omstandigheden dus over een met 7,35 m3 methaangas. Ontluchting van het riool vindt al plaats, voordat het rioolwater in het rioolgemaal komt. In het rioolwater is maximaal de hoeveelheid methaangas aanwezig, dat in het water kan oplossen. In rioolwater kan maximaal 30 gram methaan per m3 opgelost zijn. Dit betekent dat bij een hoeveelheid rioolwater van 50 m3 in het rioolgemaal maximaal 1,5 kg methaan opgelost in het water aanwezig is. Bij inspectie en onderhoudswerkzaamheden is in het verleden met metingen steeds aangetoond, dat de concentratie methaan nooit 10 % LEL waarde heeft overschreden. De LEL waarde van methaangas is 4,5%. 10% hiervan is 0,45%. Stel dat de ruimte 100 m3 groot is, dan bevat deze 0,45 m3 methaan, wat overeenkomt met ca. 0,3 kg methaan. De hoeveelheid methaan die vrijkomt in de pompkelder, is onder normale omstandigheden minimaal. Conclusie: Geen van de ruimten in de rioolgemalen valt onder ATEX 137. De aangebrachte installaties hoeven dan ook niet aan ATEX 95 te voldoen.
6.1.5 Electriciteit in besloten ruimten In het algemeen stelt het Arbobesluit (art. 3.4) dat elektrische installaties veilig moeten zijn voor de medewerkers. Artikel 3.5 geeft aan, dat medewerkers niet ‘’onder spanning’’ mogen werken. Vanuit de arbobeleidsregels 3.4 en 3.5 wordt verwezen naar NEN 3140 en NEN 1010. Ook het Arboinformatieblad en de arbocatalogus verwijzen hier naar. De NEN 3140:2011 geeft een aantal aanwijzingen in nauw geleidende ruimten. Hier vallen diverse typen besloten ruimten onder, ook de ontvangstkelder en de pompenkelders. Specifieke risico’s zijn hier de vochtige omgeving in combinatie met de beperkte ruimte, en het vele contact met metalen leidingen, loopbruggen etc. Elektrisch handgereedschap in besloten ruimten dient bij voorkeur een eigen accu te hebben. Anders dient het gereedschap te werken op een extra lage spanning: 50 V wisselspanning of 120 V gelijkspanning. Als laatste optie wordt de mogelijkheid gegeven om met 220 V te werken via een scheidingstrafo. Wanneer de ruimte niet explosieveilig is (> 10% LEL) dan mag alleen met gereedschap worden gewerkt dat aan de ATEX richtlijnen voldoet.
Voor vaste elektrische installaties geeft NEN 3140 aan dat in risico verhogende omstandigheden extra veiligheidsmaatregelen moeten worden genomen. Het gaat hier bijvoorbeeld om vochtige en/of nauw geleidende ruimten. Bij regelmatig terugkerend werk moeten deze extra veiligheidsmaatregelen schriftelijk worden vastgelegd. Voor werkzaamheden in nauwe geleidende ruimten wordt aangegeven dat onder spanning werken nooit is toegestaan. De controle van de aanwezige installaties dient te zijn afgestemd op de omstandigheden en de risico’s. Europese richtlijn IEC-60529 geeft aan onder welke omstandigheden welke mate van stof- en
Veilig werken in rioolgemalen
Pagina 15
vloeistofdichtheid nodig is, en hanteert hiervoor een indeling met IPXX klassen. Het eerste kengetal geeft de stofdichtheid weer, het tweede getal de vloeistofdichtheid. Voor de rioolgemalen geldt in de ontvangstkelder minimaal klasse IPX5; spuitwaterdicht. Omdat in de pompenkelder eventueel spuitwater vrij kan komen, geldt hier ook minimaal klasse IPX5. Voor de ruimte boven de pompenkelder gelden geen bijzondere eisen. 6.1.6 Bedrijfshulpverlening Artikel 3.5G sectie 4 van het Arbobesluit geeft aan, dat voor de situaties waarin toch in een gevaarlijke atmosfeer de medewerkers een ruimte moeten betreden, dat er doeltreffende maatregelen genomen worden om de medewerker te beschermen, en bij direct gevaar op doeltreffende wijze hulp te bieden. Arbo-informatieblad nr. 5: ‘Veilig werken in besloten ruimten’ beschrijft dat er bij een plotselinge noodsituatie adequaat moet kunnen worden opgetreden. Om direct de noodzakelijke hulp te kunnen bieden beschikt men in het kader van de bedrijfshulpverlening over een noodprocedure. De richtlijn “Veilig werken in riolen’’, onderdeel van de Arbocatalogus Afval, gaat uit van een situatie waarbij met ademlucht in een hoofdriool wordt gewerkt. Dit is dus niet de situatie van Cyclus. Er zal altijd worden gestreefd naar de aanwezigheid van een BHV-er in de omgeving van de werkzaamheden. Er wordt een uitzondering gemaakt voor wanneer dit om praktische redenen niet mogelijk is. 6.2 Biologische agentia 6.2.1 Arbobesluit In hoofdstuk 4, afdeling 9 van het Arbobesluit zijn een aantal regels opgenomen ten aanzien van biologische agentia. Er wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen gericht en niet-gericht werken met biologische agentia. Onder gericht werken met micro-organismen verstaat men bijvoorbeeld toepassingen bij laboratoria, waar men micro-organismen kweekt en onderzoekt. Bij niet gericht werken met micro-organismen zijn de micro-organismen waar men mee te maken krijgt slechts een ongewenst bijproduct. Bij het gericht werken met micro-organismen kan men doelgerichter maatregelen nemen, omdat precies bekend is om welke micro-organismen het gaat. De meeste artikelen zijn alleen van toepassing op het gericht werken met micro-organismen. Voor Cyclus zijn alleen de artikelen voor het niet-gericht werken met biologische agentia relevant. Er wordt een onderscheid gemaakt in vier gevaren categorieën: categorie 1 t/m 4, waarbij categorie 4 het grootste gevaar oplevert. Een bedrijf is verplicht om het risico van biologische agentia op te nemen in de RI&E, en hierbij ook de gevarencategorie te benoemen. Het bedrijf dient maatregelen te nemen volgens de arbeidshygiënische strategie. Ongevallen of incidenten met categorie 3 of 4 melden bij de Arbeidsinspectie. Medewerkers die in aanraking kunnen komen met biologische agentia, moeten zich voor en na afloop van de werkzaamheden medisch kunnen laten onderzoeken. Indien mogelijk dienen medewerkers tegen de relevante infectieziekten te worden gevaccineerd. Medewerkers dienen te worden voorgelicht over de risico’s, de te treffen maatregelen, te nemen actie bij een ongeval, werkkleding en pbm.
Veilig werken in rioolgemalen
Pagina 16
6.2.2 Arbo Informatieblad Het Arbo Informatieblad bevat een verdere uitwerking van de artikelen uit het Arbobesluit. Per categorie werkzaamheden zijn de blootstellingsrisico’s aan verschillende ziekten weergegeven, evenals de te nemen preventieve maatregelen. Voor iedere ziekte is de gevarencategorie aangegeven. Ook zijn de wijze van besmetting en de verschijnselen beschreven. Voor het werken met rioolwater zijn de in tabel 3 genoemde ziekten relevant. Ziekte Hepatitis A Ziekte van Weil (leptospirose)
Categorie 2 2
Besmettingswijze Fecaal oraal Urine van ratten/muizen, dode ratten/muizen, besmet water beschadigde huid, slijmvliezen. Shiggelose 2 of 3, afhankelijk van soort. Fecaal oraal Tabel 3. Ziekte gevaar volgens Arbo-informatieblad nr. 9: Biologische Agentia. Alleen tegen Hepatitis A bestaat een vaccinatie.
6.2.3 Arbocatalogus De arbocatalogus noemt als mogelijke vaccinatie naast Hepatitis A ook nog Hepatitis B en tetanus. Deze ziekten zijn echter eerder verbonden aan risico’s die te maken hebben met het werken aan de weg; prikken aan injectienaalden en straatvuil. Voor het werken in rioolgemalen zijn deze niet van belang.
Veilig werken in rioolgemalen
Pagina 17
7 Te nemen maatregelen In de risico-analyse van hoofdstuk 5 zijn de algemene risico’s van het werken in de rioolgemalen geïnventariseerd en geëvalueerd. In hoofdstuk 6 is een analyse gemaakt van de wettelijke en overige eisen die relevant zijn voor het werken in de rioolgemalen. In dit hoofdstuk worden de te nemen maatregelen beschreven. Hierbij wordt uitgegaan van de Arbeidshygienische strategie. In eerste instantie wordt uitgegaan van bronmaatregelen, vervolgens collectieve maatregelen, individuele maatregelen pas als laatste stap worden persoonlijke beschermingsmiddelen toegepast. Eerst worden per risico de vereiste maatregelen opgesomd. Vervolgens wordt met een vernieuwde risico-analyse het effect van de maatregelen geanalyseerd. Veel maatregelen per risico kunnen gezamenlijk worden genomen. In het tweede gedeelte wordt daarom een totaal overzicht van de te nemen maatregelen gegeven. De ontvangstkelder en de pompenkelder zijn een besloten ruimte. De pompenruimte begane grond is geen besloten ruimte.
7.1 Bronmaatregelen Betreden besloten ruimten
Alleen werken in de rioolgemalen is niet toegestaan. De rioolgemalen dienen zo min mogelijk te worden betreden. De processen dienen bij voorkeur zoveel mogelijk op afstand elektronisch te worden bewaakt. Door een goede analyse te doen op de storingen die zich voordoen, kunnen technische maatregelen genomen worden om deze storingen zoveel mogelijk te voorkomen. Hierdoor hoeven medewerkers minder vaak te worden blootgesteld aan de risico’s in de rioolgemalen. In de rioolgemalen worden geen gereedschappen, gevaarlijke stoffen, materialen etc. bewaard.
7.2 Collectieve maatregelen Besloten ruimte
Op de toegangsdeur bij de besloten ruimten dienen bordjes “Gevaar-besloten ruimte’’ te worden aangebracht. Wanneer met een geopende deur gewerkt wordt, wordt voor de deur een bordje ‘Gevaar – besloten ruimte’ geplaatst. Voor het betreden van de rioolgemalen dient een werkvergunning te worden opgesteld. Bij standaard werkzaamheden zoals inspectie, inspectie elektrische installatie, verhelpen van storingen aan een pomp, wordt in de werkvergunning naar de standaard werkinstructie
Veilig werken in rioolgemalen
Pagina 18
verwezen. Voor alle overige activiteiten wordt aan de werkvergunning een Taak Risico Analyse gekoppeld. Voor het betreden van de rioolgemalen dienen in iedere te betreden ruimte zuurstof, toxische gassen en explosieve gassen te worden gemeten. De ruimte mag alleen dan worden betreden, als: - Het zuurstofgehalte niet lager is dan 20% of hoger is dan 21%. - 10% LEL (Onderste Explosie Grens) van methaan niet wordt overschreden. De LEL van methaan is 5%. Dit betekent dat in de ruimte niet meer dan 10% * 50% = 0,5% methaan mag zijn. - De concentratie H2S niet hoger is dan de grenswaarde. De grenswaarde is aangegeven in bijlage XIII van de Arboregeling, en bedraagt 2,3 mg/m3. De waarden worden op de werkvergunning genoteerd. Als eerste wordt gecontroleerd of de afzuigventilatoren zijn ingeschakeld. Iedere medewerker draagt bij het betreden van de rioolgemalen een combinatie-gasmeter, die bovengenoemde waarden meet, en bij overschrijding de medewerker direct alarmeert. Wanneer genoemde waarden worden overschreden, worden direct alle medewerkers gewaarschuwd, en wordt de ruimte direct verlaten. Alle aanwezige medewerkers beschikken over een vluchtmasker.
Inspectie ontvangstkelder
Bij het inspecteren van de ontvangstkelder wordt met een veiligheidswacht en een leeflijn gewerkt. Deze lijn wordt bij de toegangsdeur vastgezet. Om het risico van het onverwacht vrijkomen van gassen zoveel mogelijk te beperken, worden de pompen in de pompenkelder stilgezet voordat de ontvangstkelder wordt betreden. Ook wordt de toegangsklep naar de ontvangstkelder afgesloten.
Inspectie pompenkelder
Bij inspectie van de pompenkelder worden eerst de gasconcentraties in de ruimte boven de pompenkelder gemeten. Als deze binnen de normen vallen, dan kan deze ruimte worden betreden. Vervolgens worden bij het toegangsluik de gasconcentraties in de pompenkelder gemeten. De veiligheidswacht blijft bij het toegangsluik terwijl de andere medewerker de pompenkelder betreedt. De medewerker wordt niet aangelijnd. Vanwege de beperkte ruimte tussen de opgestelde installaties is dit niet goed werkbaar en brengt dit meer risico’s met zich mee. De veiligheidswacht en de medewerker houden continue mondeling contact.
Veilig werken in rioolgemalen
Pagina 19
BHV-organisatie
Er dient een werkinstructie te zijn voor de veiligheidswacht, waarin beschreven is hoe hij dient te handelen bij calamiteiten. De veiligheidswacht zal nooit de besloten ruimte betreden om de collega hulp te verlenen. Buiten de besloten ruimte kan hij dit wel doen. De veiligheidswacht dient als eerste 112 of de BHV-organisatie te waarschuwen. De veiligheidswacht dient dus altijd een mobiele telefoon binnen handbereik te hebben. Het onderling contact vindt in alle situaties mondeling plaats. De BHV-organisatie dient te worden voorbereid op ongevallen in de rioolgemalen. Uitgangspunt hierbij is, dat de rioolgemalen alleen worden betreden als uit gasmetingen blijkt dat dit veilig kan. In de onwaarschijnlijke situatie dat toch een calamiteit met toxische of verstikkende gassen heeft plaatsgevonden, wordt de redding aan de brandweer overgelaten. De veiligheidswacht en eventueel de BHV-organisatie begeleidt hierbij de professionele hulpverlening. Er wordt voor gekozen om de BHV-organisatie niet in te richten voor het werken met onafhankelijke ademluchtsystemen. Het is praktisch niet haalbaar om bij de werkzaamheden extra BHV-ers op locatie aanwezig te laten zijn. De aanrijdtijd van de overige BHV-ers is in principe even lang als die van de brandweer. De risico’s die de relatief ondervaren BHV-ers lopen door een niet veilige ruimte te betreden, zijn te groot.
7.3 Individuele maatregelen Instructie
Betrokken medewerkers hebben instructie ontvangen omtrent het werk in de rioolgemalen. Zij zijn op de hoogte van de risico’s, kunnen mogelijke ziekten herkennen. De instructies worden regelmatig volgens een vastgelegd programma herhaald.
Autorisatie
Er is vastgelegd wie geautoriseerd zijn om de rioolgemalen te betreden. Ook zijn er medewerkers aangewezen voor inspectie van en werkzaamheden aan de elektrische installaties.
Combi-gasmeter
Medewerkers zijn allen voorzien van een combi-gasmeter, en zijn geïnstrueerd in het gebruik.
Vaccinatieprogramma
Alle medewerkers worden gevaccineerd tegen Hepatitis B. Vaccinatieprogramma wordt bij P&O geborgd.
Periodiek Medisch Onderzoek.
Alle medewerkers kunnen zich vooraf, tijdens, en na afloop medisch laten onderzoeken bij de Arbo-arts.
Veilig werken in rioolgemalen
Pagina 20
Hygiëne
In de rioolgemalen wordt niet gegeten, gedronken of gerookt. PBM’s, arbeidsmiddelen en onderdelen worden grondig gereinigd na gebruik. De ruimten worden zo schoon mogelijk gehouden. Gemorst afvalwater wordt direct opgeruimd.
Elektrisch handgereedschap
In de besloten ruimten wordt alleen met elektrisch handgereedschap gewerkt, dat op een accu werkt, of via een scheidingstrafo is aangesloten op 120 V gelijkstroom, of 50 V wisselspanning.
7.4 PBM’s
In de rioolgemalen worden standaard de volgende pbm’s gedragen: - Helm - Veiligheidsschoenen S3 - Bedrijfskleding Bij het openen van pompen of het werken met afvalwater: - Vloeistofdichte handschoenen en kleding - Veiligheidsbril - Vluchtmasker Bij het betreden van de ontvangstkelder: - Vloeistofdichte kleding - Veiligheidsbril - Vluchtmasker
Veilig werken in rioolgemalen
Pagina 21
8. GAP analyse In de volgende tabel (tabel 4) is per vereiste veiligheidsmaatregel bepaald in hoeverre in de huidige situatie hier al aan wordt voldaan, en welke aanvullende verbetermaatregelen nog nodig zijn. Deze verbetermaatregelen zullen in overleg met de betrokkenen vanuit het veiligheidsmanagementsysteem van Cyclus geïmplementeerd worden. Tabel 4. Gap analyse veiligheidsmaatregelen. Vereiste maatregel Bronmaatregelen Alleen werken in de rioolgemalen niet toestaan.
Rioolgemalen zo min mogelijk betreden. Goede werking rioolgemalen op afstand elektronisch bewaken. Storingen zoveel mogelijk te voorkomen door gericht preventief onderhoud, en door analyse van storingen/verstoppingen. In de rioolgemalen geen gereedschappen, gevaarlijke stoffen etc. bewaren.
Collectieve maatregelen Bij de toegangsdeuren van de besloten ruimten dient een bord ‘Niet betreden – besloten ruimte te zijn aangebracht. Wanneer met een geopende deur gewerkt wordt, wordt voor de deur een bordje ‘Gevaar-Niet betreden-besloten ruimte’ geplaatst.
Veilig werken in rioolgemalen
Huidige situatie
Benodigde verbetermaatregel
In het weekend heeft steeds één medewerker wachtdienst. Deze inspecteert standaard op zaterdag en zondag de rioolgemalen op storingen. Eventuele storingen verhelpt hij alleen, of met hulp van een collega. Opvallend is, dat op werkdagen de goede werking van de rioolgemalen via een elektronisch systeem op afstand wordt bewaakt. Dit gebeurt echter door andere collega’s. Zie bovenstaande.
Bewaking van werking rioolgemalen zoveel mogelijk op afstand. Hiertoe wachtdienst anders organiseren. Bij storing steeds twee medewerkers inzetten.
Sinds kort worden de storingen geregistreerd.
Evalueren storingen om zo in de toekomst het aantal storingen te beperken.
In sommige rioolgemalen is spraken van enige opslag van gevaarlijke stoffen zoals oliën, verf etc.
Opruimactie in de rioolgemalen houden. Centrale opslag van materialen. Opnemen in werkinstructie rioolgemalen.
Op de rioolgemalen zijn geen bordjes aangebracht.
Breng op alle deuren een bordje aan.
Dit wordt in de huidige werkwijze niet gedaan. De bordjes zijn in de werkbussen wel aanwezig.
Neem deze werkwijze mee in de werkinstructie en in de werkvergunning.
Zie bovenstaande.
Pagina 22
Vereiste maatregel Voor het betreden van de rioolgemalen dient een werkvergunning te worden opgesteld. Voor het betreden van de besloten ruimten dienen achtereenvolgens zuurstof, explosieve gassen (methaan) en toxische gassen te worden gemeten. De meetwaarden worden vastgelegd in de werkvergunning. Iedere medewerker draagt bij het betreden van de rioolgemalen een combinatie-gasmeter, die bij overschrijding direct alarmeert. Bij overschrijding van de waarden wordt direct geëvacueerd. Als eerste wordt de goede werking van de ventilatoren gecontroleerd. Resultaten worden vastgelegd in de werkvergunning. Bij inspectie van de ontvangstkelder wordt met veiligheidswacht en leeflijn gewerkt. Om risico van onverwacht vrijkomen van gassen zoveel mogelijk te beperken, worden de pompen voor betreding ontvangstkelder stilgezet. Ook wordt de toevoerklep gesloten. Bij inspectie van de pompenkelder wordt de veiligheidswacht bij het kelderluik opgesteld. Er wordt geen leeflijn gebruikt. Er dient een werkinstructie te zijn voor de veiligheidswacht, waarin beschreven is hoe hij dient te handelen bij calamiteiten. Deze instructie dient onderdeel te zijn van het BHV-plan. Bij het betreden van de besloten ruimten dient een vluchtmasker (H2S) te worden meegenomen. Medewerkers dienen te worden geïnstrueerd in het gebruik.
Veilig werken in rioolgemalen
Huidige situatie Algemeen werkvergunningformulier aanwezig. Metingen worden uitgevoerd.
Benodigde verbetermaatregel Werkvergunningenformulier aanpassen aan specifieke situatie in rioolgemalen. Gebruik ervan implementeren. Laten vastleggen meetresultaten op werkvergunning.
Dit gebeurt al.
Vastleggen in werkinstructie.
Dit is al de geldende afspraak. Ligt vast in algemene werkinstructie. Dit gebeurt nog niet stelselmatig.
Vastleggen in werkinstructie/werkvergunning.
Leeflijnen worden nog niet gebruikt. Stilzetten pompen gebeurt soms al.
Aanschaf en implementatie leeflijnen. Vastleggen in werkinstructie/werkvergunning.
Er wordt nog niet met veiligheidswacht gewerkt. Beide medewerkers betreden kelder. Er bestaan wel algemene calamiteiteninstructies, maar er is er geen specifiek voor de veiligheidswacht.
Werkinstructie aanpassen. Implementeren werken met veiligheidswacht.
Er zijn geen vluchtmaskers aanwezig.
Bestel vluchtmaskers. Geef jaarlijks instructie aan medewerkers. Neem op in pbm beleid.
Stel een calamiteiteninstructie voor de veiligheidswacht op. Laat deze instructie onderdeel zijn van de BHV-organisatie.
Pagina 23
Vereiste maatregel Individuele maatregelen Betrokken medewerkers ontvangen instructie omtrent het werken in de rioolgemalen. Instructies worden regelmatig volgens vast programma herhaald.
Huidige situatie
Benodigde verbetermaatregel
Algemene training ‘Veilig werken in riolen’ wordt jaarlijks gegeven.
Autorisatie – vastleggen wie geautoriseerd zijn om de rioolgemalen te betreden, en wie zijn aangewezen voor onderhoud aan elektrische installaties. Medewerkers dragen combigasmeter, en zijn geïnstrueerd voor gebruik. Stel in overleg met de Arbodienst een vaccinatie-programma vast. Bewaak tijdige herhaling.
Dit ligt nog niet formeel vast.
Naast algemene training dienen ook de specifieke werkinstructies regelmatig te worden besproken, bijvoorbeeld via een toolboxpresentatie. Formaliseren en vastleggen bij P&O. Afspraken maken rond medewerkers die bij uitzondering rioolgemaal moeten betreden. Vastleggen in werkinstructie Werken in rioolgemalen.
Periodiek Medisch Onderzoek aanbieden.
In 2008 is een PAGO onderzoek aangeboden. Uitgangspunten liggen niet vast, evenals herhalingsfrequentie. De afspraak met betrekking tot eten en drinken ligt nog niet vast. Algemeen rookverbod is er wel. Hygiënische maatregelen worden genomen. Werkwijze ligt niet duidelijk vast.
Hygiëne – niet eten,drinken, roken in de rioolgemalen.
PBM’s, arbeidsmiddelen en onderdelen worden grondig gereinigd na gebruik. De ruimten worden zo schoon mogelijk gehouden. Gemorst afvalwater wordt direct opgeruimd. In de besloten ruimten alleen elektrisch handgereedschap gebruiken dat op een accu werkt, of via een scheidingstrafo is aangesloten op 120 V gelijkstroom, of 50 V wisselspanning.
Veilig werken in rioolgemalen
Medewerkers beschikken over combi-gasmeter. Medewerkers zijn gevaccineerd.
In de rioolgemalen wordt niet met aangepaste arbeidsmiddelen gewerkt.
Er dient te worden vastgelegd wie hiervoor in aanmerking komen. Dit in combinatie met het opstellen van een autorisatie-lijst. Vanuit de RI&E voor verschillende functiegroepen PMO frequentie en aandachtspunten aanstellen. Opnemen in de werkinstructie Werken in rioolgemalen.
Opnemen in de werkinstructie.
Aanschaf van aangepast handgereedschap.
Pagina 24
PBM’s In de rioolgemalen worden altijd een helm, bedrijfskleding en veiligheidsschoenen gedragen. Bij het openen van pompen of het werken met afvalwater altijd vloeistofdichte kleding en een veiligheidsbril dragen. Bij het betreden van de ontvangstkelder altijd vloeistofdichte kleding en een veiligheidsbril dragen.
Veilig werken in rioolgemalen
Dit gebeurt al. Is echter niet in werkinstructie vastgelegd. Dit gebeurt al. Is echter niet in werkinstructie vastgelegd.
Dit is niet vastgelegd in de werkinstructie, en gebeurt niet altijd.
Vastleggen pbm’s in werkinstructie. Opnemen in werkvergunning. Vastleggen in werkinstructie. Opnemen in werkvergunning.
Vastleggen in werkinstructie. Opnemen in werkvergunning.
Pagina 25
9. Conclusies Het werken in de rioolgemalen brengt specifieke risico’s met zich mee, die om een aantal speciale maatregelen vragen. De gebruikte onderzoeksmethode werkte goed. Door eerst de risico’s in kaart te brengen, en vervolgens de wettelijke en andere eisen daar aan te koppelen, ontstond een duidelijk overzicht met de benodigde maatregelen die voor Cyclus gelden. Door eerst vast te stellen welke eisen van toepassing zijn, en pas daarna de huidige werkwijze te beoordelen, werd zoveel mogelijk beïnvloeding van de uitgangspunten door de huidige werkwijze voorkomen. Door de huidige werkwijze te toetsen aan deze uitgangspunten, werd duidelijk waar verbeteringen nodig zijn. De belangrijkste benodigde verbetermaatregelen zijn: - Niet meer alleen werken - Werken met een veiligheidswacht, die een duidelijke calamiteiteninstructie heeft gehad. - Opstellen van een werkinstructie, specifiek voor het werken in de rioolgemalen. - Consequent gebruik maken van een werkvergunning. Diverse maatregelen dienen om de beheersbaarheid en aantoonbaarheid van het proces te verbeteren. Met name het niet meer alleen betreden van de rioolgemalen heeft grote gevolgen voor de manier waarop de rioolgemalen geïnspecteerd en onderhouden worden. De huidige wachtdienst, waarbij één medewerker in het weekend alleen de rioolgemalen inspecteert, kan niet op die manier worden voortgezet. Het inzetten van een tweede medewerker tijdens de inspectieronden zou een kostbare oplossing zijn. Door echter gebruik te maken van de mogelijkheid door de rioolgemalen elektronisch op afstand te bewaken, en door op een proactieve manier storingen te analyseren en voorkomen, kan juist een kostenbesparing worden gerealiseerd. De uitkomsten van dit onderzoek zullen door de KAM adviseur samen met de Teamleider worden gebruikt om het bestaande veiligheidsmanagementsysteem aan te passen. Voor mij persoonlijk heeft deze scriptie bijgedragen aan het ontwikkelen van vaardigheden om te bepalen welke wetgeving voor een bepaalde situatie relevant is, en welke maatregelen moeten worden genomen om te komen tot een veilige werkmethode.
Veilig werken in rioolgemalen
Pagina 26
Literatuur Samenvatting Dossier Biologische agentia; R. Houba et al, 2009, www.arbokennisnet.nl Arbo Informatieblad nr. 9; Biologische agentia; Dr. W.J.T. van Alphan; D.r Ir R. Houba, vijfde herziene druk, 2010. Arbo Informatieblad nr. 5; Veilig werken in besloten ruimten; SGS Nederland B.V., Afd. Expert Services, Vierde herziene druk, 2007. Praktijkgids Arbeidsveiligheid, Kluwer, editie 2011, 2010. Cursusmateriaal elektrische veiligheid; Aviera MVK opleiding, A. van Geel, 2011. Arbocatalogus Afval; NVRD, 2010. NEN 3140; Bedrijfsvoering van electrische installaties – Laagspanning; Normcommissie 363,623, ‘‘Werkvoorschriften (NEC 623)’’, maart 2011.
Veilig werken in rioolgemalen
Pagina 27
Bijlage 1. Organogram
Veilig werken in rioolgemalen
Pagina 28
Bijlage 2. Kenmerken van de verschillende ruimten in de rioolgemalen. Kenmerken
Ontvangstkelder
Pompruimte kelder
Functie
Verzamelen/buffer rioolwater
Aanwezig rioolwater
Grote hoeveelheid.
Toegang
De loopbrug is ca. 5 m. lang, en staat rechtstreeks in verbinding met de toegangsdeur. Dit is een buitendeur. Er is geen sprake van beperkte toegang. Wel is de ruimte maar vanaf 1 deur toegankelijk.
Kelder
Het rioolwater staat in een kelder. De brug waarop de medewerkers lopen, bevindt zich op de begane grond.
Ventilatie
De kelder is voorzien van mechanische ventilatie. Bij werkzaamheden in de ruimte kan de deur open gezet worden voor extra ventilatie. Het klimaat in de ruimte is vochtig en relatief warm. Op de muren en metalen onderdelen is soms condens aanwezig. Metalen delen zijn vaak enigszins gecorrodeerd. Een duidelijke rioollucht is te ruiken.
Pompopstelling om rioolwater te verpompen. Alleen in gesloten leidingen. Maximaal 100 liter. Slechts bij lekkage of openen komt rioolwater in de kelder. De pompkelder wordt via de pompruimte boven betreden. Via een luik en een vaste ladder betreedt men de pompkelder. De hoogte van de ruimte is geen beperking. Door de nauwe opstelling van de apparatuur zijn sommige gedeelten beperkt toegankelijk. De ruimte is ruim drie meter diep, en kan alleen via de ladder verlaten worden. Hier is duidelijk sprake van een kelder. De kelder is voorzien van een mechanische afzuiging. Zowel onder als boven in de kelder bevindt zich een afzuigpunt. Het klimaat in de pompkelder is droog en fris. Er is nauwelijks stank.
Klimaat
Veilig werken in rioolgemalen
Pompruimte begane grond Werkruimte. Takelen van pompen in/uit de pompruimte kelder. Geen rioolwater aanwezig. Wel is er via luiken een open lucht verbinding met de pompkelder. Deze ruimte is via één toegangsdeur toegankelijk. De hoogte van de ruimte is geen beperking. De gehele ruimte is goed toegankelijk.
Deze ruimte bevindt zich op de begane grond. Er is geen sprake van een kelder.
In deze ruimte zijn enkele ventilatieroosters naar buiten toe aangebracht. Het klimaat in deze ruimte is droog en fris. Er is nauwelijks sprake van stank.
Pagina 29
Bijlage 3. Taak Risico Analyse Inspectie Droge pompen kelder - voor en na maatregelen Risico/gevaar
E
B
W
Risico
Maatregelen
E
B
W
Risico
Vergiftiging, bedwelming, verstikking door aanwezigheid toxische gassen/te weinig zuurstof
15
6
3
270
Ventilatie. Gasmetingen voor en tijdens betreding. Werkvergunning. Bij verandering ruimte direct verlaten.
15
6
0,2
18
Brand, explosie door aanwezigheid brandbare/brandbevorderende gassen Geen hulp bij ongevallen door alleen werken
15
6
0,5
45
Ventilatie. Gasmetingen voor en tijdens betreding. Rookverbod.
15
6
0,2
18
15
6
3
270
Alleen werken niet toestaan.
15
0,5
3
23
Electrocutie door elektrische installaties in combinatie met vocht/geleidende omgeving
15
6
3
270
Regelmatige inspectie installatie volgens NEN 3140. Spuitwaterdichtheid installatie.
15
6
0,2
18
Beknelling door bewegende delen
7
6
3
126
Uitschakelen of afschermen alle bewegende delen.
7
6
0,2
8
Vallen van hoogte bij gebruik toegangsladder
7
6
1
42
Schoon houden trap. Onderhoud trap. Met beleid trap afdalen. Materialen via takel af laten zakken.
7
6
0,5
21
Verwonding door vallende voorwerpen
7
6
3
126
7
6
0,5
21
Verwonding door stoten
7
6
3
126
Opgeruimd houden van de ruimte boven de pompenkelder. Zoveel mogelijk gesloten houden van takelluiken. Niet tegelijkertijd boven en beneden werken (werkinstructie/werkvergunning) Dragen van helm in pompkelder. Dragen van veiligheidsschoenen S3 en helm.
7
6
0,5
21
Blootstelling aan biologische agentia die ziekten als Hepatitis, Ziekte van Weil, Shigellose kunnen veroorzaken
7
6
6
252
Hygiënische maatregelen. Niet eten, drinken, roken in rioolgemalen. Ruimte goed schoonmaken. Handen wassen. Korte nagels. Handschoenen dragen. Kleding regelmatig wassen. Bij natte werkzaamheden beschermende kleding dragen. Dragen van veiligheidsbril. Vaccinatieprogramma tegen Hepatitis B. Tijdens trainingen risico's bespreken, incl. hygiënemaatregelen en herkenning van ziekteverschijnselen.
7
1
3
21
Bemoeilijking hulpverlening door moeilijke toegang ruimte.
15
6
0,5
45
15
6
0,2
18
Vallen door struikelen
7
6
1
42
Veiligheidswacht aanwezig. Ruimte opgeruimd houden. Contact houden met wachtman. Afspraken met brandweer. Opleiding BHV medewerkers. Opgeruimd houden werkplek.
7
6
0,2
8
Veilig werken in rioolgemalen
Pagina 30
Bijlage 4. Taak Risico Analyse Inspectie Ontvangstkelder - voor en na maatregelen. Risico/gevaar
E
B
W
Risico
Maatregelen
E
B
W
Risico
Druppels bijtend zwavelzuur op huid of in ogen.
3
3
6
54
Dragen veiligheidsbril. Bij condensvorming dragen van beschermende kleding.
3
3
1
9
Vergiftiging, bedwelming, verstikking door aanwezigheid toxische gassen/te weinig zuurstof
15
3
6
270
15
3
0,5
23
Explosiegevaar door de aanwezigheid van methaangas.
15
3
3
135
15
3
0,5
23
Verdrinking
15
3
1
45
Ventilatie. Gasmetingen voor en tijdens betreding. Werkvergunning. Bij verandering ruimte direct verlaten. Ventilatie. Gasmeting vooraf en tijdens betreden. Niet roken. Bij > 10%LEL (methaan) ruimte direct verlaten. Veilgheidslijn, binnen bordes werken, wachtman.
15
3
0,5
23
Elektrocutie door elektrische installaties in combinatie met vocht/geleidende omgeving
15
3
6
270
Regelmatige inspectie en onderhoud. Spuitwaterdicht. IP X5. Afscherming.
15
3
0,5
23
Oplopen van de ziekten Hepatitis B, ziekte van Weil of Shigellose door de aanwezigheid van biologische agentia
7
3
6
126
7
3
0,5
11
Bemoeilijking reddingsoperatie, beperking vluchtmogelijkheden
15
3
6
270
15
3
0,5
23
Bij alleen werken kan bij een ongeval geen hulp worden geboden.
15
3
3
135
Zo min mogelijk betreden. Ventilatie. Contact met water voorkomen. Vaccinatie. Ziekte leren herkennen. Hygiënemaatregelen. Veiligheidsbril. Veiligheidslijn, binnen bordes werken, veiligheidswacht, vluchtmasker. Alleen werken niet toestaan.
15
0,5
3
24
Veilig werken in rioolgemalen
Pagina 31
Bijlage 5. Taak Risico Analyse Inspectie Ruimte boven pompenkelder voor en na maatregelen Risico/gevaar
E
B
W
Risico
Maatregelen
E
B
W
Risico
Vergiftiging, bedwelming door aanwezigheid toxische gassen
15
6
1
90
15
6
0,2
18
Brand, explosie door aanwezigheid brandbare/brandbevorderende gassen
15
6
0,5
45
Ventilatie, gasdetectie voor betreding en tijdens betreding. Werkvergunning. Ruimte verlaten wanneer H2S wordt gedetecteerd, of wanneer zuurstofgehalte < 21%. Vluchtmasker. Ventilatie, gasdetectie voor betreding en tijdens betreding. Ruimte verlaten als methaan > 10% LEL. Voorkom aanwezigheid van brandbare stoffen.
15
6
0,2
18
Bij alleen werken kan bij een ongeval geen hulp worden geboden.
15
6
1
90
Alleen werken niet toestaan.
15
0,5
1
8
Elektrocutie door elektrische installaties in combinatie met vocht/geleidende omgeving
15
6
1
90
Werken volgens NEN 3140,
15
6
0,2
18
Beknelling door bewegende delen
7
6
0,5
21
7
6
0,5
21
Vallen van hoogte door luik pompenruimte of takelluiken
15
6
1
90
Luiken sluiten. Afzetting rond trap. Opgeruimd houden werkomgeving.
15
6
0,5
45
Verwonding door vallende voorwerpen
7
6
1
42
Dragen van een helm en veiligheidsschoenen.
7
6
0,2
8
Verwonding door stoten
7
6
1
42
Dragen van een helm en veiligheidsschoenen.
7
6
0,2
8
Oplopen van de ziekten Hepatitis B, ziekte van Weil of Shigellose door de aanwezigheid van biologische agentia
7
6
1
42
Algehele hygiene in de ruimte. Persoonlijke hygiene. PBM's bij aanraken verontreinigde delen. Veiligheidsbril. Vaccinatie tegen Hepatitis B.
7
6
0,2
8
Bemoeilijking hulpverlening door moeilijke toegang ruimte.
15
6
0,2
18
15
6
0,2
18
Vallen door struikelen
7
6
1
42
7
6
0,2
8
Veilig werken in rioolgemalen
Ruimte opgeruimd houden.
Pagina 32
Bijlage 6. Toelichting Fine & Kinney methode De Taak Risico Analyses zijn opgesteld volgens de Fine & Kinney methode. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de gebruikte criteria. Risico = Waarschijnlijkheid * Blootstellingsduur * Effect. W
Waarschijnlijkheid 10 te verwachten 6 mogelijk te verwachten 3 ongewoon, maar mogelijk onwaarschijnlijk, kan in 1 grensgeval 0,5 denkbaar maar onwaarschijnlijk 0,2 praktisch onmogelijk
B
Blootstellingsduur 10 voortdurend 6 dagelijks 3 wekelijks/incidenteel 2 maandelijks 1 enkele malen per jaar 0,5 zeer zelden
E
Effect 40 15 7 3 1
R
Risico > 400 200 - 400 70 - 200 20 - 70 < 20
dodelijk ongeval zeer ernstig / invalide ernstig letsel / lang verzuim licht letsel / kort verzuim gering, letsel zonder verzuim
zeer hoog risico hoog risico belangrijk risico mogelijk risico wellicht aanvaardbaar
Veilig werken in rioolgemalen
Actie werkzaamheden stoppen directe verbetering vereist maatregelen vereist aandacht vereist geen
Pagina 33