Gezond en veilig werken in koude weersomstandigheden Tot nog toe hadden we, voor de tijd van het jaar, zacht winterweer. Veel later dan normaal in de winter geeft de weersverwachting signalen dat het kwik binnenkort onder de nul graden Celsius daalt. Dat wordt hopelijk genieten van Koning Winter, maar voor iedereen? Er zijn werknemers die buiten actief zijn tijdens koude periodes. Het werken in de kou kan daarbij lastig en bijzonder onaangenaam zijn. En bij extreme kou zelfs risicovol. Van welke risico’s moet je je bewust zijn en wat kun je ertegen doen? In dit artikel van mkbasics.nl lees je er alles over. Binnen en buitenkant Met een gemiddelde maandtemperatuur van 6°C in december 2013 en bijna 8°C in januari 2014 is er weinig aan de hand als je je kleedt op de temperatuur en regelmatig in beweging bent. Pas je je kleding niet aan op de buitentemperatuur, dan verlies je meer warmte dan dat je lichaam produceert. En krijg je het koud. Je lichaam reageert op dit warmteverlies met het verminderen van de doorstroming van de bloedvaten aan de buitenkant van het lichaam. De huid voelt dan koud aan, de temperatuur van handen, voeten, neus en oren neemt af. Ook verhoogt je lichaam de productie van warmte via een toename van de stofwisselingsactiviteit. Je gaat rillen van de koude en koude en kom je in beweging dan verhoogt de warmteproductie van het lichaam ook. Bij temperaturen onder de 15°C helpen deze automatisch beschermingsmechanismen niet meer. Dat is het moment dat je grijpt naar kleding, zoals een extra warme jas en handschoenen, om het niet te koud te krijgen op het werk en de lichaamstemperatuur op peil te houden. Gezondheidseffecten Werk je te lang onder te koude omstandigheden en neem je niet op tijd passende maatregelen, dan dreigen onderkoeling en bevriezingen. Onderkoeling begint als de lichaamstemperatuur beneden de 35°C zakt. Dit is ongezond en onveilig, want de processen in je lichaam vertragen. Bij een lichaamstemperatuur onder circa 33°C vernauwt je bewustzijn. Je beseft niet goed meer wat er om je heen gebeurt. Zakt de lichaamstemperatuur nog verder, dan kunnen er beneden de 30°C gevaarlijke hartritmestoornissen optreden. Bij een bevriezing sterft de bevroren huid af door gebrek aan doorbloeding. Bevroren vingers, tenen, neuzen en ogen (hoornvliezen) komen het meest voor. Het risico op bevriezingen speelt vooral bij koude in combinatie met (sterke) wind. Zo heeft een temperatuur van min 3°C bij windkracht 5 (matige wind) een gevoelstemperatuur van min tien graden. Het begrip gevoelstemperatuur lijkt wellicht subjectief, maar is dat niet. De gevoelstemperatuur heeft op ons lichaam precies hetzelfde effect als een ‘echte’ min tien graden bij windstil weer. Wetten en normen Er bestaat (nog) geen wettelijke grenswaarde voor de temperatuur of weersomstandigheden. De arbowet stelt dat de temperatuur op de werkplek niet schadelijk mag zijn voor de gezondheid van werknemers. Verder eist de arbowet dat, als koude omstandigheden kunnen leiden tot gezondheidsschade, de werkgever geschikte bescherming tegen de kou ter beschikking stelt. Is die bescherming onvoldoende dan moet de werkgever de duur van de arbeid onder koude omstandigheden beperken of afwisselen met pauzes op een plaats met een behaaglijke temperatuur.
Werkgevers- en werknemersorganisatie kunnen de voorschriften uit de arbowet verder uitwerken in een arbocatalogus. De afvalbranche, wegtransport en logistiek en buitenwerk van de recreatiesector, zijn voorbeelden van branches waar de arbocatalogus oplossingen voor het werken in de koude biedt. Ook in de CAO kunnen afspraken gemaakt worden over het werken in de kou. Bekend is bijvoorbeeld het vorstverlet in de bouw bij een gevoelstemperatuur van min 6° of lager. Risicogroepen: op wie moet je letten? Werknemers in de buitenlucht, zoals bouwvakkers, stratenmakers, hulpverleners, huisvuilophalers, postbestellers, werknemers in de visserij en agrarische sector, lopen door koude, wind en regen, risico op onderkoeling of bevriezing. Ook werknemers die regelmatig naar buiten moeten, zoals heftruckchauffeurs, en winkelpersoneel en buschauffeurs die blootstaan aan koude en tocht bij het openen van de deur hebben extra aandacht nodig. Bijzondere werknemers Medewerkers met een verhoogd risico op koudeletsel zoals oudere werknemers, negroïde werknemers, zwangeren vrouwen en werknemers met gezondheidsproblemen, behoren tot de extra risicogroep. Oudere werknemers: De bloedvatvernauwing door het lichaam bij blootstelling aan koude omstandigheden werkt minder krachtig, waardoor oudere werknemers sneller warmte verliezen en eerder onderkoeld raken. Het risico op onderkoeling neemt verder toe omdat de reactie op kou vertraagd wordt. Negroïde werknemers: De koudebescherming van het lichaam is minder krachtig en treedt later op. Zwangere vrouwen: De bloeddruk en bloedvoorziening naar de baarmoeder kunnen door koude snel dalen. Het is daarom onverstandig om tijdens de zwangerschap in de kou te werken. Gezondheidsproblemen zoals astma, huidaandoeningen, hart- en vaatziekten, dwarslaesie, ziekte van Raynaud (‘dode vingers’) en gebruik van bepaalde medicijnen zoals kalmeermiddelen kunnen het kouderisico verhogen. Voor deze medewerkers is een individuele beoordeling van het risico nodig om aanvullende maatregelen te kunnen treffen. Wanneer neem je actie? Drie factoren bepalen of het werken in de kou veilig en gezond is: dit zijn de gevoelstemperatuur, de kleding en de inspanning die het werk vraag. Gevoelstemperatuur Bij een gevoelstemperatuur lager dan min 10 graden kunnen na enkele uren verschijnselen van onderkoeling optreden. Gevoelstemperaturen onder de min 15 graden kunnen na een uur koudeletsel opleveren en onder de min 20 graden is na een half uur, ook bij goed afdichtende winterkleding, al een kleine kans op bevriezingsverschijnselen. Om de gevoelstemperatuur te bepalen heb je een thermometer en een windsnelheidsmeter nodig of je zoekt deze waarden op op internet en met deze waarden bepaal je de gevoelstemperatuur.
De in de bovenstaande tabel vermelde gevoelstemperatuur geldt voor een gezond, volwassen en wandelend persoon van gemiddelde lengte. De gevoelstemperatuur wordt berekend uit een combinatie van de luchttemperatuur en de gemiddelde windsnelheid. Kleding Voor een goede beoordeling of de kleding voldoende beschermd bestaan een internationale norm voor het werken in de kou, ISO 11079 en een hieruit afgeleide internationale rekenmethode. De toepassing van beide vereist specifieke kennis; het is te ingewikkeld om zomaar te gebruiken. Een veel eenvoudigere en doeltreffende methode is: wat vertelt je lichaam? Heb je het koud dan geeft je lichaam meer warmte af dan het produceert. Dan is er simpelweg meer kleding nodig om afkoeling te voorkomen. Inspanning Werknemers die zittend of stilstaand werken lopen meer risico als het koud is. Ook hier geldt: heb je het koud, dan geeft je lichaam meer warmte af dan het produceert. Ga dan meer bewegen om de warmteproductie te verhogen. Echter, te hoge inspanning waardoor je gaat zweten is niet goed. Zweet zorgt namelijk voor afkoeling van je lichaam, wat juist in koude omstandigheden niet wenselijk is. Tips voor gezond werken in de kou Zoals voor alle risico’s op gebied van veiligheid en gezondheid geldt dat voorkomen beter is dan genezen. Hierna lees je hoe je dat pragmatisch aanpakt. Voor de werkgever 1. Bepaal of het werk ook op andere plaatsen gedaan kan worden. 2. Houd de temperatuur op de werkplek in de gaten. Bewaak de temperatuur minimaal een keer per vier uur bij temperaturen op of lager dan het vriespunt. Verhoog, indien mogelijk de omgevingstemperatuur door verwarming of tegenhouden van de kou.
3. In de buitenlucht kan afscherming helpen. Gebruik windschermen of overkappingen die veilig en stevig worden geplaatst. Voorkom afkoeling door koude vloeren met houten of kunststofvlonders en voorkom water op de vloer. 4. Isoleer koude materialen, zoals de handvaten, om warmteverlies van de handen te verminderen en draag handschoenen. Dek gereedschap, werktuigen en machines af om ijsvorming te voorkomen. 5. Verstrek persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals beschermende kleding, om het effect van de kou op het lichaam te verminderen. Zorg voor mogelijkheden om handschoenen en sokken te drogen en te wisselen. 6. Zorg voor extra ‘opwarmpauzes’ en een goede verwarmde droge ruimte. Zorg voor pauzeruimtes, kleedruimten, wasgelegenheden en toiletten met een temperatuur net boven kamertemperatuur. 7. Pas de werk- en rustschema’s aan; zorg voor extra opwarmpauzes en warme dranken. Vermijd piekarbeid, waarbij medewerkers eerst zweten door hoge inspanning gevolgd door een gevaarlijk snelle afkoeling (after-chill). 8. Geef informatie en voorlichting over het werken in de kou zodat medewerkers adequaat om kunnen gaan met koude en kouderisico’s. Voor de werknemer: 1. Maak gebruik van de voorzieningen die de werkgever getroffen heeft en vraag er zo nodig om. 2. Bij werken in de kou is goede kleding van groot belang want kleding isoleert. Heb je het (regelmatig) koud op het werk? Pas dan je kleding aan om afkoeling te voorkomen. • Draag ondergoed dat vochtabsorberend, vochttransporterend en isolerend is (zogeheten thermo-ondergoed) in combinatie met ventilerende bovenkleding. Hiermee zorg je voor de afvoer van vocht en voorkom je dat de huid nat wordt. • Zorg voor meerdere lagen kleding die eenvoudig te openen of uit te trekken zijn. Om (te veel) zweten te voorkomen trek je de kleding in de volgende volgorde uit: o Handschoenen of wanten uittrekken (tenzij je bescherming nodig hebt tegen sneeuw, ijs of koude oppervlakken, zoals (metalen) machineonderdelen) o Muts en sjaal; o Open je jas bij de middel en polsen o Verwijder kledinglagen. Koel je af, volg de omgekeerde volgorde van bovenstaande stappen om kleding aan te trekken en te sluiten. • Draag dikke wollen sokken voor een beter isolatie van de voeten. Vervang natte sokken zo snel mogelijk. Een binnenste sok van polypropyleen helpt de voeten droger en warmer te houden omdat dit het zweet van de huid houdt. • Draag veiligheidschoenen of –laarzen met dikke zolen (betere isolatie). 3. Draag handschoenen bij een omgevingstemperatuur lager dan 15 graden. Dan daalt de vingervaardigheid sterkt en kun je je handen niet meer goed gebruiken. Draag handschoenen, liefst aan een koordje. Leg ze niet even weg. Bij harde wind ben je ze kwijt en je vingers/handen zijn bevroren. Worden je handschoenen regelmatig nat tijdens het werk? Zorg voor een reserve paar zodat je natte handschoenen kunt vervangen voor een paar droge. 4. Werk je in regen of wind, draag dan waterdichte, dampdoorlatende overkleding, aangevuld met capuchon, handschoenen en waterdichte laarzen. 5. Bedek bij blootstelling aan vrieskou en tocht de huid zoveel mogelijk. Vermijd het contact tussen de blote huid met koude oppervlakten (vooral metaal) bij omgevingstemperaturen van min 7°C of lager en vermijd huidcontact bij werkzaamheden met vluchtige vloeistoffen zoals diesel, alcohol, schoonmaakmiddelen bij temperaturen lager dan 4°C.
6. Pauzeer op een verwarmde, droge plaats, zoals keet of auto, om weer even op te warmen. Trek daarbij de beschermende overkleding uit, zodat het je na je pauze weer goed tegen de kou beschermt. 7. Eet goed en regelmatig. Werken in de koude vraagt meer energie dan werken in de warmte, omdat het lichaam hard werkt om het lichaam op de juiste temperatuur te houden. 8. Drink regelmatig een warme drank of eet soep. Beperk koffie en andere cafeïnehoudende dranken, omdat het de urineproductie verhoogt en vocht vasthoudt en zo bijdraagt aan uitdroging. Bovendien verhoogt cafeïne de doorbloeding van de huid wat weer kan leiden tot verlies van lichaamswarmte. 9. Alcohol is uit den boze. Niet in de laatste plaats omdat alcohol zorgt voor verwijding van de bloedvaten in de huid en zo het beschermmechanisme van de huid tegen kou ontregelt. Hierdoor verliest het lichaam warmte en neemt het risico op onderkoeling toe. 10. Blijf in beweging; vermijd langdurig stilzitten en langdurig stil staan. Auteur: Wendel Post (Arbeidshygiënist) © mkbasics.nl 2014 Meer weten over het onderwerp neem contact op met Esther of Claudia op 085-2731012.