Veilig, hygiënisch, kostenbewust en milieubewust werken ~ Beroepsopdracht 17 ~

Werkproces 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit Werkproces 1.7 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties

Veilig, hygiënisch, kostenbewust en milieubewust werken ~ Beroepsopdracht 17 ~

BBL-4, topklinisch traject RdGG, cohort 2013 Opdracht 17: Veilig, hygiënisch, kostenbewust en milieubewust werken

Pagina 1 van 13

Inleiding en leerdoelen

Veilig, hygiënisch, kostenbewust en milieubewust werken Bijna dagelijks wordt er in de media bericht over kostenbesparing in de zorg, onveilige situaties in de zorg en de hygiëne die te wensen over laat. Ook de Reinier de Graaf Groep wordt hierin niet gespaard (Zembla-uitzending, april 2009). In deze beroepsopdracht zullen we op deze aspecten dieper in gaan en inspiratie geven om de onderwerpen kritisch op je eigen afdeling te beoordelen. Het verbeteren van een aspect is dan de volgende stap, iets waar je niet alleen in deze opdracht mee bezig bent, maar wat een onderdeel is van het verpleegkundig beroep.

Veilig, hygiënisch, kostenbewust en milieubewust werken De student:  verleent in een simulatiesituatie EHBO in twee van de volgende situaties: - brand- en schaafwonden - bewustzijnsstoornissen - ademstilstand en circulatiestilstand - vergiftiging - verstikking - kleine ongevallen  neemt deel aan de BLS-training  maakt een risicoanalyse over 2 gevaarlijke situaties die zich kunnen voordoen op de afdeling en bespreekt deze analyse en het verbetervoorstel in het team.  benoemt welke middelen gebruikt worden die bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit en veiligheid in de gezondheidszorg  kan benoemen welk systeem de instelling hanteert voor het registreren van incidenten en calamiteiten, wat het doel van dit systeem is en hoe het gebruikt wordt  kiest een aspect wat betreft hygiënisch, kostenbewust, milieubewust en ergonomisch werken en maakt een product waar op een adequate manier de informatie over dit aspect wordt overgedragen  heeft kennis van het rampenopvangplan van de RdGG

Competenties E samenwerken en overleggen T instructies en procedures opvolgen V met druk en tegenslag omgaan


Pagina 2 van 13

Opdracht met een beschrijving van de context waarin de opdracht plaatsvindt

In het praktijkgedeelte van deze opdracht ga je aan de slag met de onderwerpen van deze beroepsopdracht. Je doet een opdracht die zich richt op de afdeling en een opdracht die zich meer richt op je persoonlijk handelen. Beide opdrachten richten zich op het verbeteren van het veilig, hygiënisch, kostenbewust en milieubewust werken. Omdat ongevallen (gelukkig) niet dagelijks gebeuren, is het moeilijk daar een praktijkopdracht van te maken. Om wel je deskundigheid te bevorderen neem je deel aan de BLS-training waarin ook het werken met een AED (defibrillator) aan de orde komt. Complexiteit: Nvt. Verantwoordelijkheid: De werkbegeleider blijft eindverantwoordelijk maar van de student wordt een pro-actieve en initiatiefnemende houding verwacht. Transfer: De student kan de opdracht in diverse situaties uitvoeren en is in staat om de onderwerpen die in theorie zijn behandeld, te herkennen in de praktijk. De opdracht: 1. Neem deel aan een BLS-training die vanuit de afdeling wordt gegeven. Na het volgen van de training ontvang je hiervan een certificaat, bewaar dit goed in je portfolio bij het ‘bewijsdeel’. 2.

Inbreng in teamoverleg1 n.a.v. risicovolle situatie (risico-analyse): - Inventariseer op de afdeling minimaal 2 gevaarlijke of risicovolle situaties. - Onderzoek wat de oorzaken zijn van beide situaties (hoe zijn ze ontstaan?) en hoe vaak het voorkomt - Onderzoek (mogelijke) gevolgen van deze situaties en beschrijf wat de ernst is - Bundel bovenstaande uitkomsten (dit is dan een globale ‘risico-analyse’) - Breng tenminste 1 van deze situaties ter sprake in een teamoverleg en doe een voorstel ter verbetering Laat daarna je werkbegeleider de beoordelingscriteria invullen en daarna dit onderdeel aftekenen bij ‘te behalen resultaat’

1

Wanneer er geen teamoverleg voorkomt bespreek dan met je werkbegeleider of teamleider op welk ander moment je de analyse en verbeterpunten kunt toelichten.


Pagina 3 van 13

3.

Deze opdracht mag eventueel in tweetallen gedaan worden. Op veel afdelingen kunnen materialen bewuster en efficiënter gebruikt worden.  Kies een aspect wat aandacht behoeft op de afdeling(en) en wat valt onder kostenbewust of milieubewust werken (bijv. hoe belastend is het gebruik van badstoffen handdoeken en washandjes voor het milieu).  Maak een product wat het probleem, de oorzaak, de gevolgen en de verbetering inzichtelijk maakt (dit kan bijv. een folder zijn, een verslag, een film. Gebruik je creativiteit).  Het product wordt beoordeeld aan de hand van bijlage 1.  Lever dit product in bij een coach van één van jullie (en leg het product ook ter inzage op je verpleegafdeling).  In overleg met jullie kunnen de producten worden doorgestuurd naar de VR (verpleegkundige raad) of afdeling kwaliteit om het eventueel in de hele RdGG te verspreiden.

4.

Zoek op I-document naar het document met als onderwerp ‘rampenopvangplan RdGG’. Neem het document door en beantwoord de volgende vragen:  Met welk doel is het betreffende document opgesteld?  Wat zijn in het geval van een ramp de algemene richtlijnen voor het personeel van de RdGG?  Welke kleuren hesjes worden er gebruikt? Wat is de betekenis van deze verschillende kleuren?  Bij de triage van patiënten wordt gebruik gemaakt van T1 t/m T4. Waar staan deze codes voor?  Wat wordt van jou als leerling verpleegkundige verwacht in het geval van een ramp? Lever de beantwoording van de vragen ter beoordeling in bij je coach.


Pagina 4 van 13

Te behalen resultaat

Theorie/ Resultaat Praktijk T Presentatie VMS thema

Beoordelaar Docent

P

Ingevulde gedragscriteria ‘risico-analyse’

Werkbegeleider

P

Product verbetering aspect wat valt onder kostenbewust of milieubewust werken (beoordelingscriteria in bijlage 1) Beantwoording vragen rampenopvangplan RdGG

Coach

P

Behaald

Coach

Eventueel aftekenen in PLP 2: P

BLS-training volgen

BLS instructeur

Nb: in BO 7 wordt ook een BLS training gevolgd. Zorg er voor dat je 1 training volgt tijdens de eerste PLP en de e andere training volgt tijdens de 2 PLP!


Pagina 5 van 13

Oriëntatie met daaruit volgend een PAP

(60 min.) Bij de oriëntatie op de opdracht kun je jezelf een aantal vragen stellen om een concreet beeld te krijgen wat er van je wordt verwacht in de opdracht en welke (voor)kennis je hiervoor nodig hebt. Na de oriëntatie ben je als het goed is voldoende uitgedaagd om met de opdracht aan de slag te gaan. Je bedenkt wat je nodig hebt aan theorie, vaardigheden om de opdracht te kunnen behalen en welke houdingsaspecten specifiek van belang zijn. Dit beschrijf je in de vorm van doelstellingen in je Persoonlijk Ontwikkel Plan. Vervolgens beschrijf je hoe je deze doelen gaat aanpakken, wat en wie je daarvoor nodig hebt en binnen welke tijd je de doelen behaald wilt hebben. Dit heet het Persoonlijk Activiteiten Plan. Het lijkt zo een grote klus, toch maakt dit het leren en werken aan een beroepsopdracht een stuk makkelijker en leer je om methodisch ook je leerproces zelfstandig vorm te geven. Een vaardigheid die je ook in andere situaties kunt toepassen en maakt dat je niet zomaar aan iets begint. Nadat je de oriëntatie en het maken van een POP en PAP hebt voltooid (SBU 60 min), lever je dit in bij je praktijkdocent. Na goedkeuring hiervan mag je met de beroepsopdracht in de praktijk beginnen. 1. Oriëntatie Beschrijf wat nu je praktische ervaring is met het onderwerp van de beroepsopdracht. Beschrijf wat nu je kennis is aangaande het onderwerp van de beroepsopdracht 2. Te behalen resultaat Welk resultaat wil je bereiken met deze beroepsopdracht Uit welk specifiek gedrag blijkt je bekwaamheid bij de uitvoering van je werk op deze afdeling (competenties, SWOT) Welke producten kan je laten zien (zie beroepsopdracht) 3. POP: Waarin wil je jezelf nog ontwikkelen om deze beroepsopdracht te behalen (leervragen)  Welke kennis  Welke praktijkvaardigheden  Welke persoonlijke leerdoelen 4. PAP: Stel acties op bij de leervragen die je in je POP hebt geformuleerd B.v. Ik ga ………….. B.v. Ik wil………….. B.v. Ik doe…………. B.v. Ik maak……….. Gebruik werkwoorden die een actie weergeven 5. Wat heb ik hiervoor nodig: B.v. -begeleiding van de werkbegeleider, mijn SLB-er, mentor. B.v -tijd B.v. -stukjes B.v. -internet/ boeken/films 6. Kortom: Je werkbegeleider moet direct kunnen zien uit je PAP en POP: WAT je al WEET over dit onderwerp WAT je WILT WETEN over dit onderwerp WAT je gaat DOEN aangaande dit onderwerp WAT je hiervoor nodig hebt tijd, stukjes, begeleiding, internet, boeken


Pagina 6 van 13

Gedragscriteria Gedragscriteria ‘risicoanalyse’

Zichtbaar

Niet zichtbaar

Voorbereiding Bespreekt met de werkbegeleider hoe de opdracht vorm zal krijgen Maakt een inventarisatie van risicovolle of gevaarlijke situaties op de afdeling Kiest minimaal 2 risicovolle of gevaarlijke situaties uit die geschikt zijn voor analyse en verbetering Uitvoering Onderzoekt wat de oorzaken zijn van de risicovolle of gevaarlijke situaties Onderzoekt (mogelijke) gevolgen van de situaties Doet voorstellen ter verbetering, de voorstellen zijn relevant en bruikbaar voor de afdeling en zijn reëel om in te voeren. Raadpleegt zo nodig deskundigen of aandachtsverpleegkundigen Bundelt de gevonden uitkomsten in een verslag (risico-analyse) Bespreekt van 1 situatie de oorzaken, gevolgen en verbeteracties in een teamoverleg. Kan tijdens het overleg vragen beantwoorden en de risico-analyse duidelijk en begrijpelijk verwoorden Terugkijken Je evalueert mondeling, met je begeleider, de uitvoering van deze opdracht. Paraaf begeleider

BBL-4, topklinisch traject RdGG, cohort 2013 Pagina 7 van 13 Opdracht 17: Veilig, hygiënisch, kostenbewust en milieubewust werken

Ondersteunende opdrachten/ lesactiviteiten

A. (90 min) Geef antwoord op de onderstaande vragen met behulp van de reader ‘Veilig, hygiënisch, kostenbewust en milieubewust werken’ of internet. Neem de antwoorden mee naar les B. Schaafwonden (zie internet):  Welke huidlaag(lagen) zijn bij een schaafwond beschadigd?  Hoe moet een schaafwond worden behandeld?  Welke preventieve maatregel wordt vaak toegepast bij een schaafwond (infectiegevaar)? Bewustzijnsstoornissen (paragraaf 10 van de reader ‘Veilig, hygiënisch, kostenbewust en milieubewust werken’):  Wanneer is er sprake van een bewustzijnsstoornis?  In welke 3 stadia kun je bewustzijnsstoornissen indelen?  Hoe leg je een zorgvrager in stabiele zijligging?  Binnen het Veiligheids Managaments Systeem wordt er gesproken van een ‘vitaal bedreigde patiënt’, dit is één van de thema’s binnen het VMS. Welke vitale functies meet je bij zo’n zorgvrager? Zie website www.vmszorg.nl  Welke acties voer je uit bij een zorgvrager met een SIT-score van 3 punten? Vergiftiging (paragraaf 9 van de reader ‘Veilig, hygiënisch, kostenbewust en milieubewust werken’):  Wanneer moet je iemand met een vergiftiging laten braken en wanneer moet je iemand water laten drinken?  In welke gevallen moet je iemand niet laten braken en ook geen water laten drinken?  Wat is een antidotum en wanneer wordt dit toegediend? Verstikking (paragraaf 11 van de reader ‘Veilig, hygiënisch, kostenbewust en milieubewust werken’):  Welke zorgvragers hebben kans op een verslikking of verstikking?  Door verslikking is er kans op hypoxemie wat kan leiden tot hypoxie. Leg de 2 onderstreepte begrippen uit.  Wanneer is het toepassen van de Heimlich manouvre niet aan te raden? B. (2 lesuren) Volg de skills-les waarin de opdracht A wordt behandeld en de Heimlich manouvre en stabiele zijligging worden geoefend. C. (150 min) Het onderwerp ‘veiligheid’ staat hoog in het vaandel in de ziekenhuiszorg. Om de krachten en initiatieven te bundelen is er een landelijk platform opgezet voor de patiëntveiligheid: VMSzorg. VMS staat voor Veiligheids Management Systeem. Ga naar de website: www.vmszorg.nl. Zoek uit wat de pijlers zijn van het VMS.


Op de website vind je ook de 10 thema’s die in het VMS specifiek worden belicht. Vorm tweetallen en elk tweetal werkt één van de thema’s uit.  Lees de praktijkgids van het thema.  Maak een korte samenvatting van het thema met daarin aandacht voor: - uitleg en beschrijving van het thema (waarom is het van belang en wat houdt het in) - welk doel er wordt nagestreefd en hoe kan dit gemeten worden - welke interventies kunnen er genomen worden om het gestelde doel te behalen - hoe kun je als verpleegkundige met het thema omgaan - hoe geeft de RdGG uitvoering aan het thema  Maak een presentatie waarin een samenvatting van bovenstaande punten wordt gegeven. De presentatie mag max. 5 – 8 minuten duren en zal in les D worden gegeven. D. (2 lesuren) Volg de les waarin de VMS-thema’s die zijn uitgewerkt worden gepresenteerd. E. (90 min) Zoek informatie over het melden van incidenten in de zorg en in de RdGG specifiek. Beantwoord onderstaande vragen en neem de uitwerkingen mee naar les F.  Op welke wijze kunnen er in de RdGG incidenten worden gemeld en hoe wordt de zorgvuldigheid hierbij gewaarborgd?  Vraag op de afdeling hoe het Veilig Incident Melden (VIM)-team op de afdeling functioneert en hoe je als medewerker een terugkoppeling krijgt van meldingen.  Heb je zelf al eens een melding van een (bijna) incident gemaakt? F. (2 lesuren) Volg de masterclass waarin onder andere het incidentmeldingssysteem in de RdGG wordt toegelicht. G. (60 min) Niet alleen patiëntveiligheid is belangrijk in de ziekenhuiszorg, ook de veiligheid voor medewerkers zelf. De “arbo-dienst” speelt hierbij een centrale rol. Zoek op intranet de afdeling Werk & Gezondheid (voorheen arbo) op en bekijk aan welke onderwerpen ze aandacht besteden. Beantwoord de volgende vragen en neem de antwoorden mee naar les H:  welke maatregelen/ regelingen zijn er om de fysieke belasting te beperken?  wat is een risico-inventarisatie en hoe wordt dit uitgevoerd?  welke veiligheidsrisico’s zijn er voor medewerkers van het ziekenhuis?  hoe moet je handelen bij een prikaccident? Neem je uitwerkingen mee naar de masterclass van les H. Bestudeer als voorbereiding op les H ook paragraaf 1 tot en met 8 uit reader ‘Veilig, hygiënisch, kostenbewust en milieubewust werken’. H. (2 lesuren) Volg de masterclass van de arbo-adviseur. I.

(2 lesuren) Volg de masterclass over kostenbesparing in het ziekenhuis en hoe de inkoop in de RdGG geregeld is.

J. (30 min) In onze maatschappij is er veel aandacht voor het milieu en met name hoe we goed met het milieu en grondstoffen om moeten gaan. Ook de RdGG speelt hierop in. De installatie van de ‘Tonto’ van het bedrijf Pharmafilter is hiervan een voorbeeld. Bekijk op Youtube het filmpje van Pharmafilter waarin te zien is wat er met het afval gebeurd in het ziekenhuis. Lees ook het artikel ‘milieuzorg in de gezondheidszorg’. Dit artikel staat op internet. Tik als zoekterm de titel van het artikel in en dan zie je als een van de eerste hits het artikel (9http://www.hospitals.be/pdf/n3vol5p14.pdf) Gebruik deze opdracht ter inspiratie voor onderdeel 3 van de praktijkopdracht. BBL-4, topklinisch traject RdGG, cohort 2013 Pagina 9 van 13 Opdracht 17: Veilig, hygiënisch, kostenbewust en milieubewust werken

Bijlage 1. Beoordelingsschema product t.b.v. kosten- of milieubewust werken

1. Het gekozen probleem/ aandachtspunt is duidelijk gerelateerd aan kosten- of milieubewust werken Onvoldoende

Voldoende

Goed

2. Het gekozen probleem/ aandachtspunt is relevant voor de afdeling Onvoldoende

Voldoende

Goed

3. Het probleem/ punt wat aandacht behoeft is duidelijk en volledig uitgewerkt en beschreven Onvoldoende

Voldoende

Goed

4. De oorzaak van het probleem/ aandachtspunt is duidelijk omschreven en eventueel onderbouwd met (praktijk)onderzoek of literatuur Onvoldoende

Voldoende

Goed

5. De gevolgen zijn duidelijk en volledig omschreven Onvoldoende

Voldoende

Goed

6. De verbeteracties zijn gericht op het oplossen van het probleem of verbeteren van het aandachtspunt. Onvoldoende

Voldoende

Goed

7. Het product is volledig (geeft inzicht in proces van probleem tot verbetering) Onvoldoende

Voldoende

Goed

8. Het product is geschikt voor de verpleegkundige doelgroep Onvoldoende

Voldoende

Goed

9. Het product is bruikbaar om verbetering te realiseren of bewustwording te creëren Onvoldoende

Voldoende

Goed

10. Het product is origineel Onvoldoende

Voldoende

Goed

Voldoende

Goed3

Totale beoordeling: Onvoldoende2 2 3

Indien 3 of meer criteria onvoldoende gescoord Indien geen onvoldoende gescoord en minimaal 5 criteria met goed gescoord.


Evaluatie Beroepsopdracht: Groep:

______________ ______________

Onderstaande vragen/ opmerkingen gaan over de ondersteunende opdrachten en lessen 1.

Bij de lessen en opdrachten begrijp ik wat er van me wordt verwacht: □ volledig mee oneens □ mee oneens □ mee eens □ volledig mee eens

2. De lessen en opdrachten geven me verdieping in het onderwerp: □ volledig mee oneens □ mee oneens □ mee eens □ volledig mee eens 3. De voorbereidende opdrachten (bijv. als voorbereiding op een les) zijn zinvol: □ volledig mee oneens □ mee oneens □ mee eens □ volledig mee eens

5. Hoe heb je de studiebelasting ervaren? □ weinig

□ goed te doen □ te veel 6. De opdrachten in de bijlagen (bijv. kennistest of vragen maken) zijn zinvol: □ volledig mee oneens □ mee oneens □ mee eens □ volledig mee eens 7. In de verpleegkunde-lessen heb ik kennis opgedaan die ik goed in de praktijk kan gebruiken: □ mee oneens □ mee eens 8. Bij de skills-lessen is er voldoende tijd om de vaardigheden te oefenen: □ mee oneens □ mee eens

4. De studiebelastingsuren van de opdracht komen overeen met de werkelijkheid: □ volledig mee oneens □ mee oneens □ mee eens □ volledig mee eens Wanneer je ergens ‘volledig mee oneens’ óf ‘mee oneens’ hebt aangekruist, geef dan aan welk opdrachtnummer het betreft en wat er volgens jou veranderd kan worden:

9. Bij de TSV-lessen is er voldoende tijd om de vaardigheden te oefenen: □ mee oneens □ mee eens 10. In de masterclasses heb ik kennis opgedaan die ik goed in de praktijk kan gebruiken: □ mee oneens □ mee eens


11. Deze opdracht vond ik het meest leerzaam_________________omdat ______________________________ ___________________________________________________________________________________________ 12. Deze opdracht vond ik het minst leerzaam_________________omdat ______________________________ ___________________________________________________________________________________________ 13. Deze les vond ik het meest leerzaam_________________omdat ___________________________________ ___________________________________________________________________________________________ 14. Deze les vond ik het minst leerzaam _________________omdat ___________________________________ ___________________________________________________________________________________________ Onderstaande vragen gaan over de opdracht(en) die je in de praktijk moest doen 15. Bij de opdracht(en) in de praktijk begrijp ik wat er van me gevraagd wordt:

17. De opdracht(en) is/ zijn op de afdeling goed te behalen:

□ volledig mee oneens □ mee oneens □ mee eens □ volledig mee eens

□ volledig mee oneens □ mee oneens □ mee eens □ volledig mee eens

16. De opdracht(en) in de praktijk sluiten aan bij de situatie op de afdeling: □ volledig mee oneens □ mee oneens □ mee eens □ volledig mee eens

18. De studiebelastingsuren van de praktijkopdracht(en) komen overeen met de werkelijkheid: □ volledig mee oneens □ mee oneens □ mee eens □ volledig mee eens

Omcirkel een cijfer wat je geeft voor de hele beroepsopdracht: 1

2

3

4

5

6

7

8

9

10


Welke opmerkingen heb je nog:

Wat moet er hierbij volgens jou gebeuren:

Hartelijk dank voor het invullen en lever dit formulier in bij je mentor op school.


Pagina 13 van 13

Veilig, hygiënisch, kostenbewust en milieubewust werken ~ Beroepsopdracht 17 ~

Recommend Documents