Vastgoedmonitor Utrecht 2013
Colofon
uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030 286 1350
[email protected]
in opdracht van Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling (REO) Afdelingen EZ en GZ Gemeente Utrecht
internet www.utrecht.nl/onderzoek
rapportage Rob Paridaen Robert Nordeman
informatie Pim Sanders (REO GZ) 030 - 286 0135 Klaas Beerda (REO EZ) 030 - 286 3766 Rob Paridaen (Onderzoek) 030 – 286 1334
foto's foto's Utrechts Archief Marissa van Leur (EZ)
drukwerk De Bondt, Barendrecht
bronvermelding bronvermelding Het overnemen van gegevens uit deze publicatie is toegestaan met de bronvermelding: afdeling Onderzoek, gemeente Utrecht
maart 2014
Voorwoord [<XXX> Klik hier om een voorwoord te schrijven]
3
Bijschrift
4
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
Samenvatting •
Licht herstel economie.
•
Gunstiger beeld Utrechtse kantorenmarkt.
•
Utrechtse kantorenleegstand vooral op bedrijventerreinen.
•
Krimpende voorraad kantoorruimte.
•
Utrechtse winkelmarkt stabiel.
•
Invloed online winkelen.
•
Weer uitgifte Utrechts bedrijventerrein.
•
Groei kleinschalige bedrijfsruimte.
•
Transformatie op de rails.
•
Utrecht Science Park (USP) als dynamische groeipool.
•
Uitbreiding hotelaccommodatie.
Licht herstel economie Landelijk is de waarde van commercieel vastgoed als kantoren en bedrijfsruimte de afgelopen jaren met 20 tot 25% gedaald. Voor winkelvastgoed wordt een tot 10% oplopende waardedaling verwacht. De economische recessie van de afgelopen jaren speelt daarin een rol, maar er zijn ook diverse andere factoren (overcapaciteit, het nieuwe werken, gedaalde koopkracht, online winkelen) die leiden tot een stagnerende dan wel structureel lagere vraag naar commercieel vastgoed, en daarmee tot een waardedaling. Het is niettemin een gunstig signaal dat er na het 3e kwartaal 2013 sprake is van licht economisch herstel, dat naar verwachting zal doorzetten in 2014 en 2015. In 2015 zal dat doorwerken in een ook weer groeiende werkgelegenheid. Bij economisch herstel hebben de provincie en gemeente Utrecht een goede uitgangspositie.
Gunstiger beeld Utrechtse kantorenmarkt De Utrechtse kantorenmarkt laat in 2013 een wat gunstiger beeld zien dan in 2012. De opname is gestegen en het aanbod (per einde jaar) is gedaald. Er is evenwel nog steeds sprake van een ruime markt. Een derde van het aanbod wordt al tenminste drie jaar aangeboden. Een positieve ontwikkeling is de gedaalde leegstand: van 10,5% van de kantorenvoorraad per eind 2012 naar 10,1% per eind 2013. Daarmee onderscheidt Utrecht zich van de landelijke trend met een van 14,5% naar 15,7% gegroeide leegstand. Het percentage leegstand is in Utrecht ook beduidend lager dan in andere belangrijke kantoorsteden. Uit de gedaalde leegstand kan niet worden afgeleid dat voor Utrecht een trend naar een meer evenwichtige markt is ingezet. Het blijft een 'vervangingsmarkt' waarin oplevering van nieuwbouw doorgaans bestaande kantoorgebouwen leegtrekt. Wat in het voordeel van Utrecht werkt is dat er een landelijke tendens is om kantoorvestigingen te concentreren in de Randstad, met name in Utrecht en Amsterdam. Ook op regionaal niveau is er een concentratiebeweging naar de centrumstad.
5
Utrechtse kantorenleegstand kantorenleegstand vooral op bedrijventerreinen Binnen de stad is er een (zeer) hoog leegstandspercentage op de bedrijventerreinen Oudenrijn (39,2%) en Lage Weide (25,1%). Dit zijn ook de gebieden met het hoogste aandeel structureel aanbod (tenminste drie jaar aangeboden). Van de grote Utrechtse kantoorgebieden heeft het Stationsgebied de minste leegstand (4,6%), onder het niveau van de gewenste frictieleegstand. Marktpartijen beschouwen het Stationsgebied als verreweg het beste kantoorgebied van de stad. Voor Kanaleneiland, qua omvang het tweede kantorengebied van de stad, is er de positieve ontwikkeling van een sterk gedaald leegstandspercentage (van 18,8% naar 13,0%), maar ongunstig is dat ook Kanaleneiland een relatief hoog percentage structureel aanbod heeft (9,6%), ruim boven het stadsgemiddelde (4,2%).
Krimpende voorraad kanto kantoo antoorruimte Door het hoge volume onttrekkingen is de Utrechtse kantorenvoorraad in 2013 met 9.600 m2 vvo gedaald. Sinds begin 2010 is de Utrechtse kantorenvoorraad nog maar weinig gegroeid, wat komt door een bescheiden nieuwbouwvolume en meer onttrekkingen. Gemiddeld per jaar is er de afgelopen vier jaar 22.700 m2 aan nieuwbouw bijgekomen en is er 20.500 m2 kantoorruimte onttrokken. De in gebruik zijnde voorraad is in 2013 licht gestegen met 1.700 m2 vvo, maar is wel 47.500 m2 vvo kleiner dan aan het begin van de economische recessie.
Figuur 1 – Utrechtse kantorenvoorraad en voorraad in gebruik (stand per 1-1 in m2 vvo) voorraad in gebruik
2.700.000
2.500.000
2.300.000
2.100.000
2004
2005
2006
Bron: Onderzoek Utrecht; DTZ Zadelhoff
6
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Utrechtse winkelmarkt stabiel De winkelleegstand in Utrecht is in 2013 licht gestegen van 4,5% naar 5,0% van het winkelvloeroppervlak. Daarmee steekt Utrecht nog steeds gunstig af tegen het landelijk gemiddelde met een van 6,9% naar 7,3% gestegen leegstand. Winkelbestedingen aan non-foodartikelen staan onder druk door de gedaalde koopkracht, het lage consumentenvertrouwen en de verschuiving naar online aankopen. Een sterk punt voor de Utrechtse regio is de voortgaande groei van de bevolking, met name in de gemeente Utrecht. Die bevolkingsgroei schept ruimte voor uitbreiding van het winkelareaal, primair in het stadscentrum.
Invloed online winkelen De snelle opkomst van online winkelen wordt gezien als een revolutie in winkelland. Landelijk heeft online winkelen een aandeel van 12% in de non-foodbestedingen en prognoses gaan tot 25% marktaandeel in 2030. De verwachte effecten voor fysieke winkels hangen sterk samen met de strategie van winkelketens en met de positie van winkelcentra. In winkelstrategieën als crosschanneling en omnichanelling is er expliciet een rol voor de fysieke winkel, maar niet meer primair als verkooppunt. Wat de positie van winkelcentra betreft worden aan de centra van de grote steden – als Utrecht Centrum – de beste kansen toebedacht. Het gaat daarbij om kenmerken als het onderscheidend vermogen, de menging van functies en de belevingswaarde van het winkelgebied.
Weer uitgifte uitgifte Utrechts bedrijventerrein Na jaren met een bescheiden tot geen uitgifte van Utrechts bedrijventerrein heeft in 2013 een uitgifte van 4,3 hectare plaatsgevonden. Er is nog een voorraad van 25,9 hectare direct uitgeefbaar bedrijventerrein. Wat betreft de bedrijfsruimtemarkt is er in Utrecht net als landelijk sprake van een ruime markt, gekenmerkt door een hoog blijvend aanbod en een sterk gedaalde opname. Van de Utrechtse voorraad bedrijfsruimte wordt 9,4% aangeboden en wordt 4,6% tot het incourant aanbod gerekend, verouderd aanbod waarvoor moeilijk een gebruiker zal zijn te vinden. In procenten van de voorraad is het incourant aanbod het hoogst in de Cartesiusdriehoek (33%) en Kanaleneiland (20%), gebieden die grotendeels op de agenda staan voor transformatie.
Groei kleinschalige kleinschalige bedrijfsruimte Het aanbod kleinschalige bedrijfsruimtes groeit. Niet zozeer door groei van de capaciteit in bedrijfsverzamelgebouwen (BVG's), maar door opsplitsing van panden in kleinere, geschakelde units. Ook is er een sterk groeiend aanbod van flexibele werkplekken. Begin 2014 is er een aanbod in de orde van 625 flexplekken verdeeld over 19 locaties. Verdeeld over 23 vestigingen is er een voorraad van circa 80.000 m2 vvo aan BVG's, een concept met een aantal gemeenschappelijke diensten voor de gebruikers. De 14 algemene BVG's hebben een gemiddelde bezettingsgraad van 82% (lager dan de 87% van 2012) en de 9 specifieke BVG's (gericht op een specifiek segment) hebben een bezettingsgraad van 94% (vergelijkbaar met de 93% van 2012).
7
Transformatie Transformatie op de rails De algemene ontwikkeling van groei van het aantal verouderde en overtollige kantoren, bedrijfspanden en schoolgebouwen creëert een markt voor transformatie naar andere functies. In 2013 is in Utrecht 70.150 m2 bvo getransformeerd, waarvan 52.540 m2 bvo voormalige kantoorruimte. De Utrechtse transformaties hebben vooral betrekking op omzetting naar woonruimte voor studenten en starters. Er zijn 763 studentenkamers gerealiseerd, 263 appartementen/wooneenheden en 36 kamers verzorgd wonen. Vanuit de woningmarkt is er ook een substantiële vraag, met name naar woningen voor starters en naar studentenhuisvesting. Daarnaast is er een groeiende vraag naar passende woonruimte voor zelfstandig verzorgd wonen. Bij transformatieprojecten is ook de omzetting naar hotelaccommodatie aan de orde.
Utrecht Science Park (USP) als dynamische groeipool Het USP vormt een economische groeipool binnen de stad met per april 2013 een aandeel van 9% van de Utrechtse werkgelegenheid. In de afgelopen tien jaar zijn er in het USP 2.800 banen bijgekomen. Na april 2013 is het aantal banen in dat jaar met nog circa 500 gegroeid (Nutricia Research, GML). De in het USP de afgelopen tien jaar gerealiseerde groei heeft voor ruim de helft betrekking op verdere concentratie van het hoger onderwijs. De nu en de komende jaren plaatsvindende groei heeft betrekking op vestiging van onderzoekinstituten en R&D–bedrijven, en op versterking van het medisch cluster. Het totale bouwvolume in het USP omvat circa 946.000 m2 bvo en met realisatie van de zekere plannen komt er 114.200 m2 bvo bij (+12%). Daarmee wordt met name het medisch cluster en het aandeel van onderzoekinstituten versterkt. Met de vestiging van Nutricia Research is 20.000 m2 bvo commerciële bedrijvigheid met een R&Dfunctie toegevoegd. Het USP biedt nog capaciteit voor het realiseren van 60.000 m2 bvo aan bedrijfsvloeroppervlak.
Uitbreiding hotelaccommodatie Er vindt een gestage groei van het aantal hotelovernachtingen plaats, waarbij het groeitempo in de provincie en gemeente Utrecht hoger ligt dan landelijk. De gemeente Utrecht heeft in 2012 en 2013 ongeveer 40% meer hotelovernachtingen dan in 2001. Het Utrechtse aanbod van hotelkamers is minder snel gegroeid dan het aantal overnachtingen. Eind 2013 heeft Utrecht een capaciteit van 1.632 hotelkamers. Inmiddels vindt een aantal nieuwe ontwikkelingen plaats: een zekere uitbreiding met 288 kamers en concrete plannen voor nog 315 kamers. Daarmee zal de capaciteit doorgroeien naar 2.235 kamers. Volgens Horwath HTL ligt de vraag in Utrecht in 2024 tussen 1.790 en 2.580 hotelkamers. Het middenscenario komt op 2.200 kamers. Met de nu bekende uitbreiding en plannen wordt dus al in de uitbreidingsvraag volgens dit middenscenario voorzien. Qua marktsegment ligt in Utrecht het accent op het drie- en vooral het viersterrensegment. Horwath HTL constateert een ondervertegenwoordiging van het vijfsterrensegment en ziet daarnaast marktpotentieel in versterking van het segment budgethotels.
8
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
Inhoudsopgave Voorwoord
3
Samenvatting
5
Inleiding
11
1
Economie en vastgoed
12
2
Kantorenmarkt
18
3
Winkelmarkt
32
4
Bedrijfsruimte/bedrijventerreinen
40
5
Kleinschalige bedrijfsruimte
48
6
Transformatie
56
7
Utrecht Science Park (USP)
62
8
Hotelmarkt
70
Bijlage 1 Gesprekspartners interviews
76
Bijlage 2 Begrippen
77
Bijlage 3 Gegevens winkelstructuur
80
Bijlage 4 Overzicht Utrechtse bedrijventerreinen
82
Bijlage 5 Geschakelde units
83
Bijlage 6 Hotelaanbod
84
9
10
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
Inleiding Dit is de 15e editie van de Vastgoedmonitor Utrecht, met een actueel overzicht van de stand en ontwikkeling van commercieel vastgoed in Utrecht. De monitor bevat een veelheid aan cijfermatige informatie. Daarmee wordt de vinger aan de pols gehouden van de verschillende deelmarkten. De Utrechtse cijfers zijn ingebed in landelijke en regionale trends. De monitor bevat cijferreeksen van de afgelopen jaren tot einde 2013. Er is vooral gekeken naar de marktontwikkeling in het afgelopen jaar. Achtereenvolgens passeren de kantorenmarkt, de winkelmarkt, de bedrijfsruimtemarkt en de uitgifte van Utrechts bedrijventerrein de revue. Vervolgens is een overzicht gegeven van Utrechtse bedrijfsverzamelgebouwen en overige kleinschalige bedrijfsruimten in de stad. Net als in de vorige monitor is aandacht besteed aan het Utrecht Science Park (USP) in De Uithof, waarbij dit keer de geplande ontwikkelingen zijn geplaatst ten opzichte van bestaande bouwvolumes. Extra ten opzichte van de vorige monitor zijn de hoofdstukken Transformatie en Hotelmarkt. Voor deze Vastgoedmonitor is gebruik gemaakt van marktgegevens die door DTZ Zadelhoff Research speciaal voor dit rapport zijn aangeleverd, en van Locatus Online voor winkelmetrages en winkelleegstand. Verder is door exploitanten geleverde informatie over kenmerken en bezetting van Utrechtse bedrijfsverzamelgebouwen verwerkt, en informatie van vastgoedeigenaren in het Utrecht Science Park over bouwvolumes en -plannen. Daarnaast is de monitor gebaseerd op signalen uit de markt die verkregen zijn uit literatuur en uit gesprekken met diverse marktpartijen. Voor deze monitor zijn gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van Corio, CBRE, De Boorder, MBB, Transformatieteam, AM Real Estate Development, Utrecht Science Park, UMC, Waltmann beleggingen en bedrijfshuisvesting, BOM, DTZ Zadelhoff en Locatus (zie Bijlage 1).
11
1 Economie en vastgoed
•
In de periode 2008-2013 is de waarde van commercieel vastgoed als kantoren en bedrijfsruimte met 20 tot 25% gedaald. Voor winkelvastgoed wordt een tot 10% oplopende waardedaling verwacht.
•
Na het 3e kwartaal 2013 is weer sprake van economisch herstel, dat naar verwachting zal doorzetten in 2014 en 2015.
•
Na jaren van groei is in de periode 2012-2013 sprake van een afname van de Utrechtse werkgelegenheid. Landelijk wordt economisch herstel vertaald in een pas in 2015 weer groeiende werkgelegenheid.
•
De provincie en gemeente Utrecht hebben een goede uitgangspositie. Binnen de EU is de provincie de meest competitieve regio. Bij onderlinge vergelijking van de 50 grootste Nederlandse steden neemt de gemeente Utrecht een demografisch en sociaal-economisch gunstige positie in.
•
De grootstedelijke centra binnen de Randstad hebben de beste kansen als het gaat om economische ontwikkeling en investeringen in vastgoed.
12
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
1.1 Algemene trends Waardedaling commercieel commercieel vastgoed Een combinatie van conjuncturele en trendmatige factoren zorgt voor aanzienlijke neerwaartse aanpassingen in de waarde van commercieel vastgoed. In maart 2013 lagen de beleggingswaarden landelijk 17% onder de laatste piek van september 2008. Daarbij gaat het vooralsnog vooral om waardedaling van kantoren (-20%) en van industriële bedrijfsruimten (-26%).
1
In de kantorenmarkt
spelen trendmatige factoren als minder werkgelegenheidsgroei door de vergrijzende beroepsbevolking en een lager ruimtegebruik per werkende. In de detailhandel is er het snel gegroeide winkelvloeroppervlak - sinds 2005 een landelijke groei met 9%
2
- naast de opkomst van internetwinkels. Door de voortgaande omzetdalingen in de non-
foodsector staat de waardering van winkelvastgoed onder druk. ABN AMRO verwacht voor 2014 een 4-10% waardedaling van winkelvastgoed.
3
Voorsprong grootstedelijke centra 4 Vastgoedinvesteringen hangen in toenemende mate samen met functiemenging, multimodaliteit (goede ontsluiting voor auto en openbaar vervoer) en mogelijkheden tot transformatie van de bestaande voorraad. Binnen de Randstad zijn er dan de beste kansen voor de grootstedelijke centra. De verstedelijkte zones langs hoofdvervoersassen blijven vitaal, maar suburbane gebieden en stadsranden verliezen aan concurrentiekracht.
Landelijke economische ontwikkeling (jaarlijkse procentuele verandering) bruto binnenlands
huishoudens-
bedrijfs-
werkgelegenheid in
product
consumptie
investeringen
arbeidsjaren
2006
3,4
-0,3
9,7
1,9
2007
3,9
1,8
6,4
2,7
2008
1,8
1,3
7,1
1,3
2009
-3,7
-2,1
-15,7
-2,2
2010
1,5
0,3
-5,7
-1,7
2011
0,9
-1,1
12,3
0,5
2012
-1,2
-1,6
-2,7
-0,2
2013
-0,8
-2,1
-7,1
-1,1
verwachting 2014
¾
-¼
4¾
-¼
verwachting 2015
1¼
½
3¼
¾
Bron: CPB (MEV 2014, september 2013; Kerngegevenstabel 2012-2015, cCEP 4 maart 2014)
1
De Vastgoedlezing 2013. Naar een vastgoedmarkt waarop je kunt bouwen (Paul Hilbers, november 2013).
2
Detailhandel.info (HBD, december 2013).
3
Crisis non-food zet winkelhuren en waarderingen onder druk (Martijn van Leeuwen, in: Vastgoedmarkt,
november 2013). 4
Het regionale en lokale klimaat voor ruimtelijke investeringen (Tordoir en Louter, november 2013).
13
Licht herstel landelijke economie De Nederlandsche Bank (DNB)
5
verwacht dat de economie zich na twee jaar met een dalend BBP in
2014 en 2015 langzaam en in beperkte mate zal herstellen. Dat sprake is van (voorzichtig) herstel heeft te maken met een aantrekkende internationale economie en het geleidelijk aan tot staan komen van de afname van de binnenlandse bestedingen. Wat betreft de particuliere consumptie zijn er de positieve ontwikkelingen van een gegroeid consumentenvertrouwen, een gedaalde inflatie en een voorzichtig herstel van de woningmarkt. Een rem op groei van de binnenlandse bestedingen is de omstandigheid dat zowel huishoudens, banken, pensioenfondsen als de overheid bezig zijn met het op orde brengen van hun financiële balans. Het CPB
6
geeft aan dat Nederland in het derde kwartaal van 2013 voorzichtig uit de recessie is
gekomen. Dat weer sprake is van lichte groei komt door de export. Over heel 2013 is nog sprake van een negatieve ontwikkeling maar voor 2014 wordt ook een bijdrage van stijgende binnenlandse investeringen verwacht. Net als DNB verwacht het CPB dat herstel van de consumptieve bestedingen langer op zich zal laten wachten. Voor 2014 wordt een verdere daling van de particuliere consumptie verwacht. Dat komt door de inkomensdaling in 2013, de gedaalde huizenprijzen en de nog verder slinkende werkgelegenheid. Het verwachte herstel zet door in 2015 en leidt dan tot het weer (licht) groeien van de consumptie en de werkgelegenheid.
7
1.2 Positie provincie Utrecht Voor 2014 einde krimp verwacht Het ING Economisch Bureau verwacht dat in 2014, net als landelijk, In de provincie Utrecht een einde komt aan de periode van economische krimp. Met 0,4% ligt de voor de provincie verwachte groei dicht bij de landelijke verwachting.
8
Economische groei stadsgewest en provincie 2008
2009
2010
2011
2012
2013
stadsgewest Utrecht *
3,1
-0,8
-1,1
3,5
-1,1
.
.
provincie Utrecht
1,7
-0,7
-0,9
1,6
-1,2
-1,1
0,4
provincie Noord-Holland
2,5
-3
1,9
1,4
-1,0
-0,8
0,7
provincie Zuid-Holland
1,2
-3,6
0,9
0,9
-1,0
-1,1
0,6
Nederland
2,1
-3,3
1,7
1,2
-1,1
-1,0
0,5
Bron: CBS; ING Economisch Bureau * gemeenten De Bilt, Bunnik, Houten, IJsselstein, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Vianen, Zeist
De groei in de provincie Utrecht komt wel lager uit dan in de andere twee Randstadprovincies, doordat Utrecht minder profiteert van het aantrekken van de handel met het buitenland. De groeiverwachting voor de provincie is vooral gebaseerd op herstel in de groothandel, het zich
14
5
Economische Ontwikkelingen en Vooruitzichten (De Nederlandsche Bank, december 2013).
6
Policy Brief 2013/09 (CPB, december 2013).
7
Kerngegevenstabel 2012-2015 cCEP (CPB, 4 maart 2014).
8
Visie op regio's in 2014 (ING Economisch Bureau, december 2013)
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
2014
stabiliseren van de zakelijke dienstverlening en de relatief hoge bevolkingsgroei. Net als landelijk staan de consumptieve bestedingen nog steeds onder druk, wat vooral nadelig is voor de detailhandel.
Provincie Utrecht opnieuw meest competitieve regio regio De provincie Utrecht is voor de tweede keer op rij uitgeroepen tot de meest competitieve regio in de Europese Unie. Daarmee scoort Utrecht volgens de EU Regional Competitiveness Index 2013 (RCI) het beste van alle onderscheiden 262 Europese regio's.
9
De provincie Utrecht behoort voor elk van de 11 thema's waarop gemeten is tot de topregio's in Europa. Op geen enkel thema doet Utrecht het matig of slecht, wat betekent dat er voor de concurrentiekracht geen 'zwakke plekken' zijn benoemd. De provincie scoort vooral hoog op onderwijs en arbeidsmarkt (rang 2, 3, 5).
1.3 Positie gemeente Utrecht Gedaalde werkgelegenheid Na een jaar op jaar groeiende werkgelegenheid is er nu ook in de gemeente Utrecht sprake van een afname. In de periode 2012-2013 gaat het om een daling van ruim 4.000 arbeidsplaatsen, wat gelijk staat aan -1,7% van de werkgelegenheid.
Figuur 2 – Ontwikkeling aantal banen in gemeente Utrecht totaal banen voltijd
230.000
210.000
190.000
170.000
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Bron: Provinciaal Arbeidsplaatsen Register (PAR)
9
De positie van de provincie Utrecht in de Regional Competitiveness Index 2013 (Onderzoek Utrecht, augustus
2013).
15
Op de schaal van de provincie was al eerder sprake van een daling (2011-2012: -0,7%), en komt die in de periode 2012-2013 (-1,6%) overeen met die in de gemeente Utrecht. Landelijk is het aantal banen met 1,2% gedaald.
10
Wisselend beeld naar grootteklasse In grote lijnen heeft de afname van de Utrechtse werkgelegenheid betrekking op de bedrijven met 10 tot 500 werkzame personen, en heeft zich vooral voorgedaan bij de bedrijven met 10 tot 50 werkzame personen en die met 100 tot 200 werkzame personen. Er zijn ook twee grootteklassen met een substantiële groei, en vanaf 800 werkzame personen zijn er per saldo kleine veranderingen.
Aantal werkzame personen naar grootteklasse bedrijfsvestiging, 2013 en 2012 2013
2012
t/m 9
52.792
52.143
+649
10 t/m 49
41.271
43.384
-2.113
50 t/m 99
18.493
19.197
-704
100 t/m 199
22.628
24.668
-2.040
200 t/m 499
33.677
34.238
-561
500 t/m 799
14.166
13.405
+761
800 t/m 999 1000 en meer totaal
2013 min 2012
5.698
5.556
+142
39.905
40.108
-203
228.630
232.699
-4.069
Bron: PAR
Over het geheel genomen staat tegenover een gedaalde werkgelegenheid (-1,7%) een aanmerkelijke groei van het aantal bedrijfsvestigingen (+5,8%). Daarmee is het gemiddeld aantal werkzame personen per vestiging gedaald van 8,0 naar 7,4. Een dergelijke ontwikkeling doet zich ook landelijk voor, met naast het banenverlies (-1,2%) een groei van het aantal vestigingen (+1,8%), wat wordt toegeschreven aan de sterke toename van het aandeel eenmanszaken.
Gemiddelde vestigingsgrootte, 2013 en 2012
werkzame personen vestigingen gemiddeld aantal wp per vestiging
2013
2012
228.630
232.699
-4.069
30.870
29.191
+1.679
7,4
8,0
Bron: PAR
10
16
Groot banenverlies in 2013 (Persbericht LISA, februari 2014).
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
2013 min 2012
Positie Utrecht ten opzichte van andere steden Uit de Atlas voor gemeenten 2013
11
kan worden afgeleid dat Utrecht in vergelijking met andere
grote(re) steden een sterke positie heeft. •
een snel groeiende en jonge bevolking;
•
in de beroepsbevolking het grootste aandeel met een hoge opleiding (HBO/WO);
•
een gunstige positie op de sociaal-economische index;
•
na Amsterdam de hoogste woonaantrekkelijkheid.
Positie Utrecht binnen 50 grootste Nederlandse gemeenten woonbevolkings-
sociaal-
aantrekkelijk
legenheids-
economische
- heidsindex
ontwikkeling
*
opgeleiden
ontwikkeling
index **
***
1
3
1
22
3
2
10
9
2
24
18
1
Utrecht Amsterdam Den Haag
vergroening aandeel hoog
werkge-
9
15
16
34
35
6
Rotterdam
36
11
22
27
40
19
Eindhoven
18
12
10
20
17
17
Groningen
7
1
5
18
28
15
Bron: Atlas voor gemeenten 2013 * 15-29 jarigen als % bevolking ** % bijstand, % werkloos, % arbeidsongeschikt, % huishoudens met inkomen < 105% sociaal minimum, % laag opgeleid, netto participatiegraad vrouwen, banen als percentage beroepsbevolking, % banen in groeisectoren *** bereikbaarheid banen, cultureel aanbod, veiligheid, % koopwoningen, nabijheid natuur, culinair aanbod, universiteit, historisch karakter stad
11
Atlas voor gemeenten 2013 (Gerard Marlet en Clemens van Woerkens, mei 2013).
17
2 Kantorenmarkt
•
Landelijk is er overaanbod met een groeiende leegstand – van 14,5% naar 15,7% en ook een toename van de structurele leegstand (tenminste 3 jaar). Een verdere krimp van de vraag wordt verwacht.
•
Er zijn grote verschillen tussen en binnen regio's. De provincie Utrecht profiteert van landelijke concentratietendensen, en daarbinnen hebben kernsteden als Utrecht de beste kansen.
•
De Utrechtse kantorenmarkt laat in 2013 een wat gunstiger beeld zien dan in 2012, met een gestegen opname en een gedaald aanbod. De kantorenleegstand is gedaald van 10,5 naar 10,1% van de voorraad. Daarmee is het Utrechtse leegstandspercentage lager dan landelijk en in andere belangrijke kantoorsteden.
•
De Utrechtse kantorenleegstand ligt ook ruim onder het gemiddelde van 14,1% voor de U10-regio. Verder is de aanbod/opname-ratio voor Utrecht (3,7) veel gunstiger dan voor de rest van de U10-regio (17,2).
•
Huurniveaus staan onder druk. De Utrechtse contracthuur voor eersteklas kantoorruimte is gedaald naar €195. Door incentives liggen de werkelijke huurlasten doorgaans 20-30% onder de contracthuren.
18
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
•
Door het hoge volume onttrekkingen is de Utrechtse kantorenvoorraad in 2013 met 9.600 m2 vvo gedaald. De in gebruik zijnde voorraad is in 2013 licht gestegen met 1.700 m2 vvo, maar is 47.500 m2 vvo kleiner dan aan het begin van de economische crisis.
•
Binnen Utrecht is er nog steeds een sterke positie voor het Stationsgebied, met weinig leegstand en zonder structurele leegstand. Een positieve ontwikkeling is de gedaalde leegstand in Kanaleneiland, het qua omvang tweede kantorengebied van de stad. Een hoog leegstandspercentage is er op de bedrijventerreinen Oudenrijn en Lage Weide.
2.1 Landelijke trends kantorenmarkt Minder kantoorbanen, meer leegstand •
De afgelopen jaren is het aantal kantoorbanen flink gedaald, vooral bij financiële dienstverleners maar ook in de informatie en communicatie sector en de zakelijke dienstverlening. In de periode 2008 tot medio 2013 gaat het om een afname van 7,5%. Daarbij komt dat door kantoorconcepten als Het Nieuwe Werken (HNW) het gemiddeld kantoorgebruik per werknemer onder druk staat.
•
Er is sprake van een ongunstige marktsituatie met een sterk gedaalde vraag; door de economische crisis maar vooral door overcapaciteit. Per eind 2013 is de landelijke leegstand gestegen naar 15,7%
12.
Een jaar eerder was dat 14,5%. Daarbij is ook sprake van een
groeiende structurele leegstand (langer dan 3 jaar).
Leegstandspercentages grote kantoorgemeenten en Nederland eind 2010
eind 2011
eind 2012
eind 2013
Amsterdam
18,4
16,7
17,4
16,3
Den Haag
10,6
10,0
10,2
11,9
Rotterdam
12,2
13,3
16,0
17,7
8,0
9,1
10,5
10,1
Eindhoven
12,4
12,5
11,7
16,2
Haarlemmermeer
20,3
21,2
20,3
14,0
Arnhem
12,5
15,4
17,1
17,0
Groningen
9,0
9,7
12,2
12,1
Den Bosch
8,9
8,8
11,7
12,9
Nederland
13,9
13,9
14,5
15,7
Utrecht *
Bron: DTZ Zadelhoff; Onderzoek Utrecht * bron Onderzoek Utrecht. Door van een grotere kantorenvoorraad uit te gaan komt DTZ Zadelhoff op een lager leegstandspercentage
12
Nederland Compleet (DTZ Zadelhoff, januari 2014).
19
•
Van de grote kantoorgemeenten hebben Rotterdam en Arnhem het veruit hoogste leegstandspercentage, duidelijk boven het landelijk gemiddelde. Utrecht heeft een relatief bescheiden leegstand, ruim onder het landelijk gemiddelde.
•
Verwacht wordt dat door een dalende beroepsbevolking (een 5% afname in de komende 20 jaar) en het doorzetten van de trend van HNW een verdere krimp van de vraag naar kantoorruimte zal plaatsvinden.
13
Groeiend overaanbod overaanbod •
De landelijke opname van kantoorruimte is in 2013 verder gedaald en het aanbod is verder gegroeid. In een evenwichtige markt is het aanbod 1,5 keer de opname. De verhouding aanbod/opname is de afgelopen twee jaar sterk gestegen.
Opname en aanbod kantoorruimte Nederland 2008-2013 (x1.000 m² vvo) 2008
2009
2010
2011
2012
2013
opname
1.693
1.288
1.335
1.400
1.180
1.052
aanbod (ultimo)
6.019
6.671
7.152
7.565
7.932
8.322
3,6
5,2
5,4
5,4
6,7
7,9
aanbod/opname Bron: DTZ Zadelhoff
•
Huurders blijven wel in beweging door flexibeler contracten (breakopties, huurkortingen) en kortere looptijden.
14
Meer flexibiliteit in contracten doet zich vooral voor in moeilijker
verhuurbare panden, maar komt ook voor bij courante panden. •
Relatief gunstig is de positie van de provincie Utrecht. Landelijk is er een concentratietendens van dienstverleners, ICT en (semi)overheid.
•
De tendens dat kernsteden een groeiend aandeel hebben in de kantooropname zet zich versneld door.
15
Doordat kantoorgebruikers hun vestigingen vanuit de randgemeenten
verplaatsen naar de kernsteden, speelt regionaal het oplossen van overaanbod vooral in de periferie en veel minder in de kernstad. •
Binnen de kernsteden gaat de voorkeur uit naar locaties met goed OV, naast een redelijk goede autobereikbaarheid, een mix van voorzieningen, levendigheid op straatniveau. Die ontwikkeling sluit aan bij Het Nieuwe Werken, met het accent op de ontmoetingsfunctie, het leggen van contacten, het delen van informatie.
Huurprijs onder druk •
De daling van kantoorhuren zet door. Er zijn voorbeelden van prijsdalingen in de orde van een kwart van de huursom. Dat betekent dat de markt voor de ontwikkeling van nieuwe projecten sterk is geslonken. Beleggers willen ook pas investeren als er huurders zijn.
20
13
Kwartaalbericht Vastgoed. Vastgoed op weg door de cyclus (ING Economisch Bureau, september 2013).
14
Flexibele contracten in de kantorenmarkt (ASRE 2013).
15
Kiezen voor kernsteden (DTZ Zadelhoff, januari 2014).
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
•
De contracthuren voor eersteklas kantoorruimte in de grote steden hebben zich globaal gestabiliseerd. De stijging in Rotterdam heeft te maken met de toevoeging van hoogwaardige nieuwbouw bij Rotterdam CS.
Gemiddelde contracthuren eersteklas kantoorruimte G4 (ultimo) 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
verwacht 2014
Utrecht
185
200
205
205
200
200
200
195
stabiel/dalend
Amsterdam
325
330
340
335
335
335
335
335
stabiel
Den Haag
195
205
205
205
205
210
190
190
stabiel/dalend
Rotterdam
180
188
190
195
200
200
200
225
stabiel
Bron: DTZ Zadelhoff
2.2 Kantorenmarkt U10U10-regio Stabiele kantorenmarkt Utrechtse regio •
Anders dan landelijk is de aanbod/opname-verhouding in de Utrechtse regio in 2013 niet verder opgelopen, maar licht gedaald. Het aanbod komt eind 2013 wat lager uit dan eind 2012. De opname is gelijk gebleven.
Figuur 3 – Aanbod en opname kantoorruimte in de regio Utrecht aanbo d eind perio de * 1.000 m2
o pname aanbo d/ o pname
aanbo d/o pname
700
7,0
600
6,0
500
5,0
400
4,0
300
3,0
200
2,0
100
1,0 493 254
474
127
447 265
476
159
495
133
608
136
655
122
706
105
676
106
0
0,0 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Bron: DTZ Zadelhoff
21
•
De algemene tendens dat de kernsteden een groeiend aanbod hebben in de opname van kantoren, zien we de afgelopen jaren ook in de regio Utrecht. In 2013 is het aandeel van Utrecht gestegen naar 80,2% van de regionale opname.
•
De notie dat het oplossen van overaanbod vooral in de periferie speelt en veel minder in de kernstad, is onmiskenbaar van toepassing op de regio Utrecht. Ook in de kernstad Utrecht is de aanbod/opname-verhouding in de periode 2008-2013 gestegen, maar in de overige regio is die stijging vele malen groter.
Opname kantoorruimte in Utrecht en de U10-regio (X 1.000 m2 vvo)
regio Utrecht % Utrecht
2008
2009
2010
2011
2012
2013
159
133
136
122
105
106
99
105
89
78
73
85
62,3%
78,9%
65,4%
63,9%
69,5%
80,2%
2013
Bron: DTZ Zadelhoff
Aanbod/opname-verhouding 2008
2009
2010
2011
2012
Utrecht
2,6
2,4
2,9
3,7
4,8
3,7
overige regio
3,6
8,7
7,3
8,3
11,1
17,2
Bron: DTZ Zadelhoff
Gemiddelde leegstand U10U10-regio lager dan landelijk •
Het regionaal leegstandspercentage ligt met 14,1% onder de landelijke 15,7% leegstand. Net als in 2012 zijn er grote verschillen tussen de tien regiogemeenten. Nieuwegein, IJsselstein en Vianen hebben een hoge leegstand. In Bunnik en De Bilt is er de minste leegstand, en ook Utrecht zit duidelijk onder het regionaal gemiddelde.
Leegstandpercentages kantoren in de regiogemeenten voorraad kantoorruimte
leegstandspercentage
1-1-2014 (m2 vvo)
1-1-2014
Bunnik
98.000
6,6%
De Bilt
129.600
5,5%
Houten
245.600
15,6%
34.900
26,7%
Nieuwegein
507.800
30,5%
Stichtse Vecht
167.100
21,1%
2.537.900
10,1%
Vianen
117.700
29,3%
Woerden
220.300
15,8%
306.100
13,2%
4.365.000
14,1%
IJsselstein
Utrecht *
Zeist U10-regio Bron: DTZ Zadelhoff; * Onderzoek Utrecht
22
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
2.3 De Utrechtse kantorenmarkt Gunstige ontwikkeling •
Vergeleken met het landelijk beeld heeft Utrecht een beperkt en minder snel groeiend leegstandprobleem. Tegengesteld aan de landelijke ontwikkeling is dat de leegstand in Utrecht in 2013 is gedaald van 10,5% naar 10,1%.
•
Ook aanbod en opname hebben zich in 2013 gunstig ontwikkeld. Door een gedaald aanbod en gestegen opname is de aanbod/opname-verhouding weer gedaald naar 3,7. Nog steeds een ruim aanbod, maar niet de slechter wordende markt die zich landelijk en in de overige regio manifesteert.
Figuur 4 – Aanbod en opname kantoorruimte in Utrecht aanbo d eind perio de
o pname
400
aanbo d/ o pname 6,0
300
4,5
200
3,0
100
1,5
* 1.000 m2
aanbo d/o pname
236
153
276
80
236
199
262
99
251 105
261
89
290
78
349
73
314
85
0
0,0 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Bron: DTZ Zadelhoff
Daling huurniveau huurniveau eersteklas kantoren •
Voor het vijfde jaar op rij is het huurniveau voor eersteklas kantoorruimte in Utrecht gedaald, en komt nu op €195 (bron DTZ Zadelhoff). JLL geeft voor eersteklas kantoorruimte op de Utrechtse kantorenmarkt een hoger tophuurniveau van €215 aan.
•
16
Er heeft de afgelopen jaren een lichte daling van het huurniveau aan de onderkant van de markt plaatsgevonden.
•
Net als in andere kantoorsteden is sprake van het verlenen van incentives. JLL constateert voor Utrechtse eersteklas kantoorruimte dat bij een stabiel prijsniveau sprake is van een groeiend
16
Utrecht Office Market Profile – Q4 2013 (JLL 2014).
23
niveau van incentives (een huurvrije periode van 10-15 maanden bij een vijfjaarscontract). DTZ Zadelhoff geeft aan dat in vijfjaarscontracten de werkelijke huurlasten door incentives 20-30% onder de contracthuren uitkomen.
Bandbreedte contracthuren kantoren Utrecht 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
bovengrens
215
235
235
225
220
210
205
195
ondergrens
90
90
90
90
90
90
85
80
Bron: DTZ Zadelhoff
•
Utrecht profiteert (net als Amersfoort) van de landelijke golf van fusies en concentratieprocessen van kantoorfuncties. Ook de sanering in de verzekeringsbranche (banenverlies in het middenkader) hoeft daarmee voor Utrecht niet nadelig uit te pakken.
•
In de krimpende markt heeft Utrecht ook het voordeel dat regionaal sprake is van een beweging vanuit de omliggende gemeenten naar de centrumstad.
2.4 Ontwikkeling Utrechtse kantorenvoorraad
Een pand dat niet meer als kantoor wordt aangeboden kan geen deel uitmaken van de leegstand en daarmee ook niet van de kantorenvoorraad. Kantoorruimte die niet (langer) is opgenomen in het aanbodvolume is derhalve in mindering gebracht op de voorraad. Voor een deel gaat het om panden die zijn gesloopt of getransformeerd naar een andere functie, voor een deel om panden waarvoor de toekomstige bestemming nog onduidelijk is.
Mutaties kantorenvoorraad •
In 2013 is de Utrechtse kantorenvoorraad per saldo met 9.600 m2 vvo gedaald. Tegenover de opgeleverde nieuwbouw in Leidsche Rijn Centrum en Papendorp Nieuwerijn staan onttrekkingen door sloop en transformatie.
Ontwikkeling Utrechtse kantorenvoorraad in 2013 m2 vvo voorraad 1-1-2013 toevoeging door oplevering nieuwbouw onttrekking door sloop onttrekking door transformatie naar andere functies voorraad 1-1-2014
2.547.500 23.800 - 12.600 - 20.800 2.537.900
Bron: Gemeente Utrecht
•
In Leidsche Rijn Centrum is de 25.000 m2 bvo nieuwbouw van Capgemini opgeleverd, met 21.000 m2 verhuurbaar kantoorvloeroppervlak (vvo). Daarnaast is er de oplevering van 3.300 m2 bvo voor Rammobiledata (2.800 m2 vvo) in Papendorp Nieuwerijn.
24
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
•
Voor 2014 staat de oplevering van het Stadskantoor in het Stationsgebied op de agenda, met een volume van 65.000 m2 bvo (globaal 55.300 m2 vvo). Daarmee komen diverse kantoren elders in de stad vrij. Voor de meeste daarvan zijn er bij de diverse eigenaren (concept)plannen voor transformatie.
Gedaalde leegstand •
De na 2009 sterk gegroeide leegstand is in 2013 weer licht gedaald. Per 1 januari 2014 staat er in Utrecht 11.300 m2 vvo kantoorruimte minder leeg dan een jaar eerder.
•
Daarmee is het leegstandspercentage gedaald van 10,5% van de kantorenvoorraad per eind 2012 naar 10,1% per eind 2013.
•
Minder leegstand betekent dat er meer kantoorruimte in gebruik is genomen. Daar staat tegenover dat de voorraad kantoorruimte geslonken is met 9.600 m2 vvo. Per saldo is het in gebruik zijnde metrage met een bescheiden 1.700 m2 vvo toegenomen. De voorraad in gebruik is nog steeds lager dan die in de periode 2008-2012.
Utrechtse kantorenvoorraad en leegstand per 1 januari (m2 vvo) voorraad
leegstand
leegstand
in gebruik
(m 2 vvo)
(m 2 vvo)
(%)
(m 2 vvo)
2004
2.298.400
205.400
8,9
2.093.000
2005
2.339.250
213.300
9,1
2.125.950
2006
2.342.250
222.100
9,5
2.120.150
2007
2.391.150
172.100
7,2
2.219.050
2008
2.482.250
153.300
6,2
2.328.950
2009
2.492.150
173.900
7,0
2.318.250
2010
2.529.050
215.200
8,5
2.313.850
2011
2.535.500
203.400
8,0
2.332.100
2012
2.572.200
234.400
9,1
2.337.800
2013
2.547.500
267.800
10,5
2.279.700
2014
2.537.900
256.500
10,1
2.281.400
per 1-1
Bron: Onderzoek Utrecht; DTZ Zadelhoff
Ontwikkeling netto marktopname •
De ontwikkeling van het aantal in gebruik zijnde m2 kantoorruimte kan worden gezien als de netto marktopname. De groei met 1.700 m2 is het saldo van 23.800 m2 oplevering, 33.400 m2 onttrekkingen en het slinken van de leegstand met 11.300 m2.
•
In de afgelopen tien jaar is er een gemiddelde netto marktopname van 18.800 m2. Dat is het saldo van een gemiddelde oplevering van 35.200 m2, onttrekking van 11.300 m2 en toename van de leegstand met 5.100 m2.
•
De afgelopen vijf jaar laten een ander beeld zien, met een negatieve netto marktopname van gemiddeld -7.400 m2. Dat is het saldo van een gemiddelde oplevering van 25.500 m2 nieuwbouw, een gemiddelde onttrekking van 16.400 m2 en een met gemiddeld 16.500 m2 gegroeide leegstand.
25
Netto marktopname stad Utrecht (m2 vvo) oplevering
saldo overige
opname
* netto
nieuwbouw
mutaties
leegstand
marktopname
2004
52.700
- 11.850
- 7.900
32.950
2005
3.000
0
- 8.800
- 5.800
2006
48.900
0
50.000
98.900
2007
91.100
0
18.800
109.900
2008
28.900
- 19.000
- 20.600
- 10.700
2009
36.900
0
- 41.300
- 4.400
2010
23.400
- 17.000
11.800
18.200
2011
36.700
0
- 31.000
5.700
2012
6.800
- 31.500
- 33.400
- 58.100
2013
23.800
- 33.400
11.300
1.700
Bron: Onderzoek Utrecht
2.5 Utrechtse kantoorgebieden Ontwikkeling kantoorvolume per kantoorgebied •
Door de opgeleverde nieuwbouw voor Capgemini is het kantoorvolume in Leidsche Rijn Centrum in 2013 meer dan verdubbeld.
•
In het grootste Utrechtse kantoorgebied Stationsgebied is 12.600 m2 vvo aan de voorraad onttrokken. Het betreft sloop van 4.000 m2 in het Gildenkwartier (Singelborch) en van 8.600 m2 vvo aan het Jaarbeursplein (Cranenborch).
Ontwikkeling Utrechtse kantorenvoorraad in 2013 (m2 vvo) voorraad
oplevering
onttrekking
onttrekking
voorraad
1-1-2013
nieuwbouw
sloop
transform.
1-1-2014
Stationsgebied e.o.
667.200
Oude Binnenstad
126.900
Papendorp
313.200
Oost
190.400
Rijnsweerd
283.000
Kanaleneiland Overvecht Lage Weide
- 12.600
654.600 126.900
2.800
316.000 190.400 - 12.100
270.900
412.700
- 500
412.200
76.000
- 6.000
70.000
163.000
163.000
Cartesiusweg/driehoek
36.000
36.000
Oudenrijn
67.900
67.900
Leidsche Rijn Centrum
18.700
overig Utrecht totaal
21.000
39.700
192.500 2.547.500
23.800
- 12.600
- 2.200
190.300
- 20.800
2.537.900
Bron: Gemeente Utrecht; DTZ Zadelhoff
•
De onttrekking van 12.100 m2 vvo in Rijnsweerd heeft betrekking op het in gebruik nemen van een kantoorgebouw aan de Daltonlaan door de Hogeschool Utrecht. Het gaat om een periode van drie jaar; daarna verhuist deze onderwijsfunctie naar De Uithof.
26
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
•
In Overvecht betreft het de transformatie van twee kantoorpanden uit de jaren '70 naar een woonfunctie.
Utrechtse kantoorgebieden
Gunstige positie Stationsgebied •
Binnen Utrecht blijft het Stationsgebied (rond Utrecht CS) landelijk gezien een van de beste locaties, met nog steeds relatief weinig aanbod en een bescheiden leegstand (4,6%). Marktpartijen vinden dat de ruimte voor nieuwbouw in Utrecht primair in het Stationsgebied moet worden gezocht.
•
In de landelijke Ranking Kantoorlocaties 2013 van Jones Lang LaSalle
17
neemt het Utrechtse
Stationsgebied een zesde plaats in. Daarbij gaat het om de hoge waardering van multimodale
17
Introductie Ranking kantoorlocaties 2013 (JLL, mei 2013). Het betreft een ranking van 238 kantoorlocaties
vanaf 10.000 m2 vvo in de 50 belangrijkste Nederlandse kantoorgemeenten.
27
knooppunten, en van de mix aan functies en voorzieningen ('hoogstedelijk' profiel). JLL ziet dergelijke locaties als "een metropolitaan netwerk van goed met elkaar verbonden grootstedelijke kantoorlocaties". •
Het Stationsgebied behoort tot de Utrechtse kantoorgebieden waar in 2013 ten opzichte van 2012 het aanbod is gedaald en de opname gestegen. Dat beeld geldt ook voor de andere grote kantoorgebieden Papendorp, Rijnsweerd en Kanaleneiland.
•
Kanaleneiland heeft nog steeds het hoogste aanbodvolume, gevolgd door Papendorp en het bedrijventerrein Lage Weide.
Aanbod en opname kantoorruimte per kantoorgebied (m2 vvo) aanbod eind 2012
opname 2012
aanbod eind 2013
opname 2013
37.500
7.300
30.200
19.400
7.500
4.300
8.200
2.300
Papendorp
62.000
9.800
53.300
17.400
Oost
20.800
0
11.600
900
Rijnsweerd
43.200
7.900
32.600
22.000
Kanaleneiland
77.600
3.100
70.000
8.700
9.600
3.800
6.100
2.600
45.100
8.900
50.900
7.500
Stationsgebied e.o. Oude Binnenstad
Overvecht Lage Weide Cartesiusweg/driehoek Oudenrijn Leidsche Rijn Centrum overig Utrecht totaal
5.300
0
1.000
1.500
24.700
0
35.400
0
0
21.000
0
0
16.000
6.800
14.800
2.700
349.200
72.900
314.100
84.900
Bron: DTZ Zadelhoff
Meer structureel aanbod •
Het totale aanbod in Utrecht mag dan in 2013 met 35.100 m2 zijn gedaald, dat geldt niet voor het structurele aanbod (tenminste drie jaar aangeboden). Sinds medio 2012 is het structureel aanbod met 27.000 m2 toegenomen.
•
Eind 2013 bedraagt het aandeel van het structureel aanbod 34% van het totale aanbod. DTZ Zadelhoff beoordeelt een vergelijkbaar percentage van het aanbod in Utrecht als kansarm (37%), wat betekent dat de kans dat een gebruiker wordt gevonden laag wordt ingeschat.
•
Veruit het hoogste percentage structureel aanbod is er voor het bedrijventerrein Oudenrijn, op ruime afstand gevolgd door Lage Weide en Kanaleneiland.
•
De groei van het structureel aanbod in Kanaleneiland heeft met name te maken met het sinds de oplevering vrijwel leeg staan van de kantoortoren Le Mirage (18.000 m2 vvo). Deze leegstand kan niet worden verklaard uit onvoldoende kwaliteit van het gebouw of de locatie, maar is terug te voeren op het hoge huurprijsniveau.
28
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
Structureel aanbod * kantoorruimte per kantoorgebied (m2 vvo) eind 2013 medio 2012 Stationsgebied e.o. Oude Binnenstad Papendorp Oost Rijnsweerd
eind 2013
in % van de voorraad
0
0
0,0%
700
600
0,5%
34.000
16.200
5,1%
1.600
1.700
0,9%
6.100
11.400
4,2%
12.400
39.600
9,6%
4.500
1.500
2,1%
13.600
16.500
10,1%
Cartesiuswegterrein/driehoek
2.000
1.000
2,8%
Oudenrijn
4.700
18.800
27,7%
0
0
0,0%
600
0
0,0%
80.300
107.300
4,2%
Kanaleneiland Overvecht Lage Weide
Leidsche Rijn Centrum overig Utrecht totaal Bron: DTZ Zadelhoff * tenminste 3 jaar aangeboden
•
Het volume aanbod in onderhuur is gedaald van 61.500 m2 vvo per medio 2012 naar 23.000 m2 vvo per eind 2013. Met name in Papendorp is het sterk gedaald, namelijk van 46.700 m2 naar 11.200 m2.
Gemengd beeld voor Papendorp •
Door marktpartijen wordt Papendorp gezien als de tweede kantorenlocatie van Utrecht. Het WTC zorgt voor nieuwe dynamiek, als herkenbaar concept met een hoge kwaliteitsstandaard en een hoog niveau in het faciliteren van gebruikers (vrij toegankelijk, toerusting, dienstverlening). De door het vertrek van Capgemini vrijgekomen ruimtes hebben snel weer nieuwe (internationale) huurders aangetrokken.
•
Gunstige ontwikkelingen voor Papendorp zijn dat in 2013 het aanbod is gedaald en de opname is gegroeid, en dat het structureel aanbod meer dan gehalveerd is. Daar staat een van 9,9% naar 13,2% gestegen leegstandspercentage tegenover. De leegstand heeft overigens voor ruim driekwart betrekking op 100% kantoren en dus beperkt op de kantoorachtige panden (met maximaal 70% kantoorruimte).
•
In de al langer bestaande kantoorgebieden Kanaleneiland, Rijnsweerd, Oost en Overvecht is het leegstandspercentage duidelijk gedaald. In Kanaleneiland ligt het nog wel wat boven het stadsgemiddelde.
•
Aanmerkelijk hoger is de kantorenleegstand op de bedrijventerreinen Lage Weide en Oudenrijn. De begin 2013 al hoge leegstand in Oudenrijn is in 2013 nog aanmerkelijk gestegen.
29
Leegstaande kantoorruimte in Utrecht per kantoorgebied voorraad
leegstand
% leeg
% leeg
1-1-2014
1-1-2014
1-1-2014
1-1-2013
Stationsgebied e.o.
654.600
30.200
4,6%
0,7%
Oude Binnenstad
126.900
7.400
5,8%
5,9%
Papendorp
316.000
41.400
13,1%
9,9%
Oost
190.400
10.500
5,5%
10,2%
Rijnsweerd
270.900
25.000
9,2%
11,1%
Kanaleneiland
412.200
53.500
13,0%
18,8%
70.000
6.100
8,7%
11,3%
163.000
40.900
25,1%
27,7%
Cartesiusweg/driehoek
36.000
1.000
2,8%
14,7%
Oudenrijn
67.900
26.600
39,2%
28,6%
Leidsche Rijn Centrum
39.700
0
0,0%
0,0%
190.300
13.800
7,3%
7,8%
2.537.900
256.500
10,1%
10,5%
Overvecht Lage Weide
Overig Utrecht Totaal Bron: DTZ Zadelhoff
•
In bijna alle Utrechtse kantoorgebieden staan de contracthuren onder druk. Dat geldt zowel voor de eersteklas huren als aan de onderkant van de bandbreedte.
•
Uitzonderingen op het beeld van een dalend huurniveau zijn de gebieden Oost en Lage Weide, waarbij Oost hoog in de markt zit en Lage Weide het lage en middensegment bedient.
Bandbreedte contracthuren per kantoorlocatie (€ per m2 vvo per jaar)
2012
2013
Stationsgebied
170 - 205
165-195
stabiel
Oude Binnenstad
150 - 185
145-185
stabiel
Papendorp
153 - 185
145-175
stabiel
Oost (Maliebaan, Stadion)
155 - 195
155-195
stabiel/dalend
Rijnsweerd
135 - 175
125-160
stabiel/dalend
Kanaleneiland
110 - 160
110-150
stabiel
Overvecht
85 - 150
80-145
stabiel/dalend
Lage Weide
85 - 130
85-130
stabiel/dalend
Leidsche Rijn Centrum
153 - 185
150-175
stabiel/dalend
Oudenrijn
100 - 135
100-130
stabiel/dalend
Bron: DTZ Zadelhoff
30
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
trend 2014
31
3 Winkelmarkt
•
Landelijk is het winkelvloeroppervlak sterk gegroeid terwijl de koopkracht jaar op jaar is gedaald. De winkelleegstand is inmiddels gestegen naar 7,3% van het winkelvloeroppervlak (wvo). De problemen spitsen zich toe op de winkels in nonfood, die behalve van de koopkrachtdaling het meeste last hebben van online bestedingen.
•
In Utrecht is de winkelleegstand licht gestegen naar 5,0% van het wvo, en steekt daarmee gunstig af tegen het landelijk beeld. Sterke punten zijn de voortgaande bevolkingsgroei en het wervende winkelmilieu van Utrecht Centrum.
•
Online winkelen heeft een groeiend marktaandeel, maar de impact op fysieke winkels zal sterk samenhangen met de strategie van winkelketens en de positie van winkelcentra. In strategieën als crosschanneling en omnichanelling is er expliciet een rol voor de fysieke winkel, maar niet meer primair als verkooppunt.
•
Winkelhuren staan onder druk, en er is een begin gemaakt met verlaging van huurniveaus. Op mindere locaties worden ook incentives (als een jaar huurvrij) verleend.
•
Een relatief zwakke positie binnen de Utrechtse winkelstructuur is er voor de Amsterdamsestraatweg-Zuid, met een relatieve hoge 12,5% leegstand.
32
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
3.1 Landelijke trends winkelmarkt Minder omzet, meer leegstand •
De afgelopen tien jaar is landelijk het winkeloppervlak met globaal 16% gegroeid. Daarmee is het winkelvolume sneller gegroeid dan de bevolking en is het aantal m² winkel per inwoner met 12% toegenomen. Door een lagere groei van de winkelbestedingen is de omzet per m² met ruim 7% gedaald.
•
In 2013 is landelijk de winkelleegstand voor het zevende jaar op rij gestegen, van 6,9% van het winkelvloeroppervlak (wvo) aan het begin van het jaar naar 7,3 per eind 2013. In 2007 lag het leegstandspercentage nog onder de 5%.
18
Ondanks de leegstandproblemen vindt er nog
weinig daling van huurprijzen plaats. Behoudens op A-locaties worden er wel vaak incentives verleend (als het 1e jaar huurvrij). •
De gedaalde koopkracht, het lage consumentenvertrouwen en de verschuiving naar online winkelen zorgen voor dalende winkelbestedingen aan non-food artikelen. Aankopen van duurzame consumptieartikelen worden uit- en afgesteld; de stagnerende woningmarkt verergert de situatie. Bestedingen in de foodsector blijven op peil.
Omzetontwikkeling winkels (stand november 2013; index 2010=100) Omzet
Volume
Winkels in voedingsmiddelen
105,0
98,1
Supermarkten
106,9
100,0
Winkels in nonnon-foodartikelen
93,7
90,8
Winkels in consumentenelektronica
89,0
98,3
Winkels in doe-het-zelfartikelen
79,6
74,8
Winkels in bovenkleding
92,8
89,9
Winkels in woninginrichtingartikelen
85,3
84,4
Bron: CBS, 17 januari 2014
Verschillen tussen nonnon-foodbranches •
Binnen de non-foodsector is er een aantal verliezers als de meubelbranche, doe-het-zelf, elektronica, witgoed. Met name de meubelbranche heeft een groot omzetverlies geleden, wat heeft geleid tot leegstand in meubelboulevards.
•
Ook de modebranche ondervindt de gevolgen van de crisis. ING Economisch Bureau
19
verwacht dat voor de branches kleding en schoenen de omzet in 2014 respectievelijk 15% en 12% lager zal uitkomen dan in het (precrisisjaar) 2007. Dat geldt echter niet voor alle ketens. Zaken als Hollister, H&M en Zara doen het goed door onderscheidend aanbod en goede marketing. •
Groeiers in non-food zijn goedkope formules als Action (convenience) en Primark (kleding). Deze winkels hebben door hun formule een eigen aantrekkingskracht, ook op minder goede locaties.
18
Persbericht – Winkelleegstand stijgt voor 7e jaar op rij (Locatus, januari 2014).
19
Sectorvisie Fashion. Fashion 2025 – Trendvolgend of trendsettend (ING Economisch Bureau, november 2013).
33
Figuur 5 – Aandeel onlinebestedingen in detailhandel * non-food totaal 11,0% 10,0% 9,0% 8,0% 7,0% 6,0% 5,0% 4,0% 3,0% 2,0% 1,0%
2005
2006
Bron: HBD (april 2013)
2007
2008
2009
2010
2011
2012
* incl. telecom-abonnementen
De EE-commercecommerce-revolutie •
Het marktaandeel van internet in detailhandelsbestedingen bedraagt gemiddeld 6% en alleen voor de non-foodsector 11%. Verwacht wordt dat er groei zal plaatsvinden tot 15% in 2020. Er zijn ook ramingen van een groei naar 20 tot 25% marktaandeel in 2030.
20
Aan de andere kant zullen fysieke detailhandel en online verkopen steeds meer geïntegreerd worden, waarmee de scheiding tussen offline en online minder goed meetbaar en minder relevant wordt. •
Veel retailers zijn lang terughoudend geweest in het gebruiken van internet als tweede verkoopkanaal, maar de afgelopen jaren is dat veranderd. Bijna alle grote Nederlandse ketens bieden hun klanten mogelijkheden om producten online te bestellen. Retailers zullen ook steeds meer touchscreens in hun winkel plaatsen om online shoppen te faciliteren.
•
De meeste webwinkels zijn niet of onvoldoende winstgevend. De winst van webwinkels wordt gedrukt door de hoge kosten van gratis retourzendingen. Daarbij komt dat er een daling is van het gemiddeld orderbedrag, waardoor de verzendkosten zwaarder gaan drukken op de omzet.
21
Dit vraagt om toenemende efficiëntie van e-fulfilment.
22
Uit landelijk onderzoek onder exploitanten van webwinkels blijkt dat ruim twee derde interesse heeft in een fysieke winkel. Daarbij hebben ze vooral belangstelling voor minder dure panden buiten de hoofdwinkelstraten en voor flexibele huurcontracten.
23
20
Van winkel tot afhaalpunt. Internetverkoop en ruimtelijk detailhandelsbeleid (DTNP, december 2013).
21
Fulfilment van online verkoop (S.J. van der Meulen en M.R.J. Kindt, oktober 2013).
22
E-fulfilment gaat over de logistiek achter een webwinkel: het complete proces vanaf de binnenkomst van de
order tot de aflevering van het product bij de klant. 23
34
Ruim twee derde van de webwinkels heeft interesse in een 'stenen' winkel (Carem/HVA, december 2013).
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
•
Diverse marktpartijen zijn van mening dat de oplossing zit in de combinatie van clicks en bricks. Naast multichannel is crosschannel retailing 24 in opkomst. Klanten kunnen in de winkel producten terugbrengen of ruilen, en gebruik maken van de klantenservice. Winkels worden ook meer een showroom waar klanten producten kunnen zien en voelen, kunnen uitproberen.
•
Een volgende stap is die naar omnichanneling, waarin tevens wordt ingespeeld op het sterk gegroeide gebruik van smartphone en tablet en de rol van sociale media. Het gaat daarbij niet alleen om het faciliteren van mobiele aankopen (m-commerce), maar ook om het bieden van uniforme informatie bij het zoeken en vergelijken van producten en het vinden van winkels. De beleving en het gemak van de klant staan centraal. Veel retailers zijn nog niet of onvoldoende toegerust op het gebruik van mobiele toepassingen.
" Consumenten en kapitaal trekken steeds meer naar een of enkele grotere winkelgebieden per regio. Er ontstaan grotere verschillen in de aantrekkingskracht, omzetten, vastgoedwaardes en huurniveaus tussen A-, Ben C-locaties in winkelgebieden en tussen winkelgebieden onderling, binnen steden en regio’s. De comeback van (binnen)steden als gewilde woon-, werk- en verblijfsplaats versterkt dit fenomeen. De filialisering op de Alocaties in grotere steden zet verder door. Dit wordt gedreven door consumentenvoorkeuren, schaalvoordelen bij de inkoop van producten, marketing en implementatie van nieuwe technologieën en voorkeuren van (grotere) financiers en beleggers in retailvastgoed. Met uitzondering van de A1-locaties van de grotere winkelsteden en gebieden, komen meer winkels in bezit van particuliere beleggers." Uit: Winkelgebied van van de toe toekomst (Arjan (Arjan Raatgever, februari 2014)
Ruimtelijke ontwikkelingen •
Winkels verdwijnen niet uit het straatbeeld, maar aangezien sprake is van een verdringingsmarkt zal een versnelde uitsortering tussen succesvolle en minder succesvolle winkelgebieden plaatsvinden. In plaats van de focus op een efficiënt verkoopproces zal de focus vooral komen te liggen op het creëren van unieke waarden voor de mobiele, altijd goed geïnformeerde consument. Daar zijn flinke investeringen voor nodig, waarbij schaalvoordelen belangrijk zijn en de filialisering verder toeneemt.
•
Marktpartijen verwachten dat bij een vergroving van de detailhandelsstructuur de binnensteden van grote steden betere kansen hebben dan die van middelgrote en kleine steden. Verder staan woonboulevards en perifere locaties onder druk door het overaanbod in de woninginrichtingbranche en de schaalvergroting van bouwmarkten.
•
Belangrijke aspecten voor de toekomstwaarde van winkelcentra zijn het onderscheidend vermogen en de belevingswaarde. Die hangen samen met de mix van functies (winkels, horeca, cultuuraanbod), de diversiteit van het winkelaanbod en de (historische) verblijfskwaliteit.
•
JLL
25
constateert een daling van de tophuren voor A1-winkelunits in vooral middelgrote en
kleine steden. In de grote steden bleven de tophuurprijzen van de meest populaire
24
Bij multichanneling is sprake van los van elkaar opererende distributiekanalen, terwijl bij crosschanneling de
distributiekanalen zijn geïntegreerd: ze wisselen gegevens uit en werken met elkaar samen. 25
Nieuwsbericht JLL, december 2013
35
winkelstraten stabiel. De gegevens van DTZ Zadelhoff laten een licht dalende tendens zien voor huurprijzen in de beste Nederlandse winkelstraten.
Huurprijzen beste winkelstraten in Nederlandse steden (€ /m2 wvo) gemeente
winkelgebied
2012
2013
Amsterdam
Kalverstraat
2.200 – 2.800
2.200-2.700
Utrecht
Lange Elisabethstraat
1.350 – 1.800
1.3501.350-1.700
Rotterdam
Lijnbaan
1.400 – 1.700
1.400-1.650
Den Haag
Spuistraat
1.100 – 1.600
1.100-1.550
Maastricht
Kleine Staat
1.300 – 1.500
1.300-1.450
Eindhoven
Demer
1.100 -1.350
1.100-1.300
Arnhem
Ketelstraat
1.100 – 1.300
1.100-1.250
Groningen
Herestraat
800 – 1.300
800-1.250
Amstelveen
WC Binnenhof
600 – 1.200
600-1.200
Breda
Eindstraat
950 – 1.100
900-1.000
Zwolle
Diezerstraat
800 – 1.100
800-1.000
’s-Hertogenbosch
Pensmarkt
700 – 1.050
700-1.000
Enschede
Kalanderstraat
850 – 1.000
850-950
Tilburg
Heuvelstraat
400 – 1.000
400-900
Haarlem
Grote Houtstraat
400 – 1.000
400-950
Bron: DTZ Zadelhoff
3.2 Utrechtse Utrechtse detailhandel
Aansluitend op de trend dat onderscheidend vermogen en beleving belangrijker worden, is er voor Hoog Catharijne de ambitie om zich te ontwikkelen tot favourite meeting place. Binnen dat concept past het bevorderen van de multifunctionaliteit en de samenwerking met culturele instellingen. Kunst – podia, film, installaties – vormen attracties die bijdragen aan de beleving van het gebied. Belangrijk uitgangspunt daarbij is de complementariteit met de oude binnenstad. De fysieke verbindingen tussen de twee delen van Utrecht Centrum worden versterkt. HC krijgt een meer open structuur, meer gericht op de omgeving.
Markpositie Utrecht •
De winkelleegstand in Utrecht is in 2013 licht gestegen van 4,5% naar 5,0%. Daarmee steekt Utrecht nog steeds gunstig af tegen het landelijk gemiddelde.
•
Een sterk punt voor de Utrechtse regio is de snelle groei van de bevolking, met name in de gemeente Utrecht. Die bevolkingsgroei schept ruimte voor uitbreiding van het winkelareaal, primair in het stadscentrum en Leidsche Rijn Centrum.
•
De uitbreiding en revitalisering van Hoog Catharijne komt daaraan tegemoet. In de periode tot 2020 vindt gefaseerde herontwikkeling plaats. Daarbij wordt ruimte geboden aan nieuwe winkelformules en wordt door upgrading een breder klantenpotentieel aangeboord.
36
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
Figuur 6 – Bevolkingsgroei (index, 2013=100)
Utrecht provincie Nederland
125
115
105
2013
2017
2021
2025
2029
Bron: Primos 2013; Onderzoek Utrecht
Positie Utrechtse winkelcentra •
In de belangrijkste Utrechtse winkelcentra (vanaf 4.000 m2 wvo) overheerst het beeld van een bescheiden leegstand. In Utrecht Centrum, bestaand uit het winkelcentrum Hoog Catharijne en het voetgangersgebied in de oude binnenstad, is er nauwelijks leegstand.
Utrechtse winkelstructuur 1-1-2014
Centrum
winkelvloer-
wvo
% wvo
% wvo
oppervlak (wvo)
leegstand
leegstand
dagelijks *
138.113
3.867
2,8%
8%
GWC Overvecht
25.368
997
3,9%
29%
GWC Kanaleneiland
14.746
369
2,5%
34%
Amsterdamsestraatweg-Noord
9.753
197
2,0%
25%
12.795
815
6,4%
29%
Amsterdamsestraatweg-Zuid
3.996
501
12,5%
82%
Nachtegaalstraat/Burg. Reigerstraat
9.952
413
4,2%
35%
Kanaalstraat/Lombok
5.080
128
2,5%
49%
Balijelaan/Rijnlaan
4.667
313
6,7%
51%
Smaragdplein
5.285
163
3,1%
60%
Amsterdamsestraatweg-Midden
Vleuterweide
10.011
333
3,3%
49%
Parkwijk
4.253
40
0,9%
64%
Vleuten Dorpsstraat
4.764
275
5,8%
65%
Woonboulevard Utrecht
94.262
6.320
6,7%
0%
The Wall
28.621
1.500
5,2%
0%
buurtcentra / verspreide winkels
144.500
9.371
6,5%
31%
totaal Utrecht
516.166
25.602
5,0%
19%
Bron: Locatus
* berekend voor het in gebruik zijnde wvo
37
•
Ook voor de grootwinkelcentra Overvecht en Kanaleneiland is sprake van een laag leegstandspercentage. Van de wijkcentra heeft Amsterdamsestraatweg-Zuid een hoog leegstandspercentage. Een bovengemiddelde leegstand is er voor de Balijelaan/Rijnlaan, Amsterdamsestraatweg-Midden en Vleuten Dorpsstraat.
•
Een leegstandspercentage boven het Utrechts gemiddelde is er ook voor de Woonboulevard Utrecht. Voor het winkeldeel van The Wall is de leegstand gedaald van 7,5% naar 5,2%.
Huurniveaus Huurniveaus Utrecht Centrum •
In de belangrijkste winkelstraten van de oude binnenstad blijven de huurprijzen overwegend op hetzelfde niveau. Er is een lichte trend naar verlaging van het huurniveau.
•
Voor de verschillende delen van Hoog Catharijne zijn geen veranderingen in huurprijzen vastgesteld.
•
In de aanloopstraten van de oude binnenstad staan de winkelhuren duidelijk onder druk.
Huurprijzen winkelstraten Utrecht Centrum (€/m2 wvo) 2011
2012
2013
Vredenburg-oostzijde
900 - 1.300
900 - 1.650
900 - 1.500
Lange Viestraat
800 - 1.100
750 - 1.000
750 - 1.000
Oudegracht (bij Oudaen)
950 - 1.050
950 - 1.050
950 - 1.050
1.250 - 1.600
1.250 - 1.600
1.250 - 1.500
900 - 1.300
900 - 1.300
900 - 1.300
Oudegracht (bij Hema) Oudegracht (nabij Choorstraat) Choorstraat
800 - 1.000
800 - 1.000
800 - 1.000
1.000 - 1.200
1.000 - 1.200
900 - 1.200
925 - 1.350
925 - 1.250
925 - 1.250
Lange Elizabethstraat
1.350 - 1.750
1.350 - 1.800
1.350 - 1.700
Radboudtraverse (centrale as)
Bakkerstraat Steenweg
1.000 - 1.500
1.000 - 1.500
1.000 - 1.500
Clarenburg
400 - 700
400 - 750
400 - 750
Godebaldkwartier
400 - 600
400 - 600
400 - 600
Gildenkwartier
450 - 700
450 - 700
450 - 700
650 - 1.050
650 - 1.050
650 - 1.050
Oudkerkhof
350 - 550
350 - 500
350 - 450
Lijnmarkt
450 - 800
450 - 850
450 - 800
Zadelstraat
225 - 500
225 - 500
225 - 400
Mariastraat
300 - 600
300 - 550
300 - 500
Voorstraat
175 - 350
175 - 350
175 - 350
Radboudkwartier aanloopstraten:
Bron: DTZ Zadelhoff
38
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
Huurprijzen buiten Utrecht Centrum •
In de beide grootwinkelcentra is sprake van dalende tophuurprijzen. In de wijkcentra Amsterdamsestraatweg en Nachtegaalstraat / Burg. Reigerstraat is het huurniveau gelijk gebleven.
•
In onderliggende wijk- en buurtcentra is het huurniveau stabiel.
Huurprijzen in winkelcentra buiten het Centrum (€/m2 wvo) 2011
2012
2013
GWC Overvecht
350 - 700
350 - 600
350 - 500
GWC Kanaleneiland
200 - 300
200 – 300
200 – 275
Amsterdamsestraatweg
110 - 170
100 - 170
100 - 170
Nachtegaalstraat / Burg. Reigerstraat
225 - 325
200 - 275
200 - 275
WC Smaragdplein
180 - 225
180 - 225
180 - 225
Biltstraat
125 - 200
125 - 200
125 - 200
WC Lunetten
150 - 225
150 - 225
150 - 225
WC Gagelhof
125 - 200
125 - 200
125 - 200
Bron: DTZ Zadelhoff
Uitbreiding winkelvolumes •
In uitvoering zijn de herontwikkeling en uitbreiding van Hoog Catharijne, de nieuwbouw van het wijkcentrum Terwijde en de uitbreiding van Ikea.
•
Een zekere ontwikkeling in Utrecht Centrum is verder de uitbreiding van de Bijenkorf.
•
Voor Leidsche Rijn Centrum wordt de bouw van het stadsdeelcentrum voorbereid.
Ontwikkelingen winkelvolume m2 bvo
oplevering
soort ontwikkeling
Hoog Catharijne
40.000
2013-2020
herontwikkeling en uitbreiding
Terwijde
12.400
2014
nieuwbouw wijkwinkelcentrum
Ikea
22.000
2014
uitbreiding
6.000
2015
uitbreiding
De Bijenkorf (Lange Viestraat) Leidsche Rijn Centrum
38.000
vanaf 2018
nieuwbouw stadsdeelcentrum
diverse buurt- en wijkwinkelcentra *
10.000
divers
uitbreiding en nieuwbouw
Bron: Gemeente Utrecht * het betreft: Kop van Lombok, Groeneweg-midden, Händelstraat en Mereveldplein
39
4 Bedrijfsruimte/bedrijventerreinen
•
Net als landelijk is er in Utrecht sprake van een ruime markt voor bedrijfsruimte. Op het niveau van de U10-regio zijn aanbod en opname meer in evenwicht.
•
Het huurniveau van eersteklas bedrijfsruimte staat onder druk. In Utrecht is de gemiddelde huur voor dit segment gedaald van €65 in voorgaande jaren naar €60 in 2013. Soortgelijke ontwikkelingen hebben zich voorgedaan in Den Haag en Rotterdam, en binnen de regio in Houten. In Nieuwegein heeft zich een huurniveau van €65 gehandhaafd.
•
Eind 2013 wordt 9,4% van de Utrechtse bedrijfsruimte aangeboden, en is voor 4,6% sprake van incourant aanbod.
•
Relatief veel aanbod – dat ook volledig tot het incourant aanbod wordt gerekend – bevindt zich op het bedrijventerrein Cartesiusdriehoek (32,9%) en in Kanaleneiland (20,1%). Het gaat hier evenwel grotendeels om aanbod in transformatiegebieden, gebieden die op de agenda staan voor functieverandering.
•
Na de periode 2007-2012 met een lage gemiddelde uitgifte van bijna 0,8 hectare bedrijventerrein per jaar, is er in 2013 met een uitgifte van 4,3 hectare weer duidelijk meer uitgegeven.
•
40
De direct uitgeefbare voorraad bedraagt nog 25,9 hectare.
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
4.1 Landelijke trends bedrijfsruimtemarkt Ruimere markt •
Onder invloed van de economische recessie is de Nederlandse bedrijfsruimtemarkt verder verruimd. Het aanbod van beschikbare bedrijfsruimte is per eind 2013 gegroeid naar 9,5 miljoen vierkante meter. Daar staat een opname van 2,4 miljoen vierkante meter tegenover. Veel ondernemers stellen verhuisbeslissingen uit en als er wordt verhuisd is er over het algemeen geen sprake van een uitbreidingsvraag.
26
Opname en aanbod bedrijfsruimte in Nederland (x1.000 m2 ) 2008
2009
2010
2011
2012
2013
opname
3.110
2.331
2.420
3.153
3.143
2.369
aanbod (ultimo)
7.565
8.764
9.317
9.609
9.203
9.533
2,4
3,8
3,9
3,0
2,9
4,0
aanbod/opname Bron: DTZ Zadelhoff
•
In de bedrijfsruimtemarkt is er nog steeds sprake van een mismatch tussen vraag en aanbod. Een groot deel van het aanbod betreft verouderde bedrijfsruimte, die niet eenvoudig is om te vormen naar ruimte die aansluit bij de vigerende huisvestingswensen. Leegstand van verouderde bedrijfsruimte op slecht ontsloten locaties kan structureel zijn, wat betekent dat er ook op langere termijn geen vraag meer naar is.
Kleinere transacties •
Dynamis
27
constateert een toename van het aandeel transacties voor kleine metrages (tot 500
vierkante meter) en een afname voor grote transacties (5.000-10.000 en vanaf 10.000 vierkante meter). •
Tegenover de gedaalde vraag vanuit andere sectoren staat de groeiende vraag naar modern logistiek vastgoed van webshopexploitanten die (deels grootschalige) eigen distributiecentra nodig hebben.
28
Dergelijke vestigingen zijn aangewezen op goed voor vrachtverkeer
ontsloten bedrijventerreinen. Vestiging in winkelclusters is daarom logistiek niet haalbaar. Bij vestiging op een bedrijventerrein is een afhaalpunt (van maximaal 50 m2) toegestaan, maar geen showroom of verkooppunt.
Huurprijzen onder druk •
De ruime marktsituatie zorgt voor een drukkend effect op de huurprijzen. In een jaar tijd is de gemiddelde prijs die voor een vierkante meter bedrijfsruimte wordt betaald met bijna 5% gedaald. Ten opzichte van de situatie vóór de crisis is er een gemiddelde daling van circa 15%.
26
Nog geen herstel bedrijfsruimtemarkt (NVM Business, 24 september 2013).
27
Sprekende cijfers. Bedrijfsruimtemarkten 1 juli 2012 tot 1 juli 2013 (Dynamis, augustus 2013).
28
Kwartaalbericht Vastgoed. Vastgoed op weg door de cyclus (ING Economisch Bureau, september 2013).
41
Ook worden er huurincentives gegeven (tijdelijke huurkorting, inrichtingsbijdrage) in de orde van 10% van de contracthuur. •
Binnen de G4 is voor drie steden – Amsterdam is de uitzondering – sprake van een gedaald huurniveau voor eersteklas bedrijfsruimte.
Huurprijzen eersteklas bedrijfsruimte G4 (€/m2 vvo per jaar) 2008
2009
2010
2011
2012
2013
trend 2014
Utrecht
65
64
65
65
65
60
stabiel/dalend
Amsterdam
65
64
64
64
64
64
stabiel/dalend
Den Haag
65
70
70
70
68
65
stabiel/dalend
Rotterdam
62
61
60
60
60
57
stabiel/dalend
Bron: DTZ Zadelhoff
4.2 Regionale bedrijfsruimtemarkt •
De regionale bedrijfsruimtemarkt 2013 is globaal vergelijkbaar met die in 2012. De aanbod/opname-verhouding is met 3,0 een fractie beter dan de 3,3 van 2012.
•
De regionale opname van 143.000 m² bedrijfsruimte is voor een belangrijk deel gerealiseerd in Nieuwegein, waar ruim 68.000 m² is opgenomen, merendeels op het bedrijventerrein Plettenburg.
Figuur 7 – Aanbod en opname bedrijfsruimte in de regio Utrecht aanbo d eind van het jaar * 1.000 m2
o pname aanbo d/ o pname
aanbo d/o pname
400
4,0
300
3,0
200
2,0
100
1,0
356
128
322 155
330 233
2006
2007
283
194
325
113
395
157
350 243
450
136
428
143
0
0,0 2005
Bron: DTZ Zadelhoff
42
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
2008
2009
2010
2011
2012
2013
•
De huurprijzen voor eersteklas bedrijfsruimte zijn in Utrecht en Houten gedaald. Voor Nieuwegein zijn ze stabiel en wordt ook voor 2014 een vergelijkbaar huurniveau verwacht.
Huurprijzen eersteklas bedrijfsruimte Utrecht, regiogemeenten (€/m2 vvo per jaar) 2008
2009
2010
2011
2012
2013
trend 2014
Utrecht
65
64
65
65
65
60
stabiel/dalend
Houten
62
60
60
58
58
55
stabiel/dalend
Nieuwegein
57
55
55
65
65
65
stabiel
Bron: DTZ Zadelhoff
4.3 Utrechtse bedrijfsruimtemarkt Minder opname •
Marktpartijen typeren de Utrechtse bedrijfsruimtemarkt als redelijk goed, met weinig leegstand. Er is een vrij constante vraag, waarbij er de laatste maanden weer meer serieuze belangstelling blijkt. De bedrijfspanden die langdurig leeg staan zijn dooreen genomen verouderd en hebben onvoldoende kwaliteit (uitstraling, maximale vloerbelasting, bereikbaarheid).
•
Het algemene beeld voor 2013 is dat de marktsituatie er wat minder goed uitziet dan in 2012, met name door de gedaalde opname. Echter, typerend voor de bedrijfsruimtemarkt is dat door incidentele grote transacties de opname van jaar tot jaar sterk kan fluctueren.
Figuur 8 – Aanbod en opname bedrijfsruimte in Utrecht aanbo d eind van het jaar * 1.000 m2
o pname aanbo d/ o pname
aanbo d/o pname
200
4
150
3
100
2
50
1
172
83
155
97
195
123
163
130
204
50
213
77
95
165
211
84
220
44
0
0 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Bron: DTZ Zadelhoff
43
Utrechtse bedrijventerreinen
Marktpositie Utrechtse bedrijventerreinen •
De Wetering wordt door marktpartijen gekenschetst als een hoger segment dan de andere Utrechtse bedrijventerreinen. Eind 2013 wordt weliswaar circa 10% van de voorraad aangeboden, maar het gaat volledig om courant aanbod. Het huurniveau is stabiel met een bandbreedte van 45-60 €/m2.
Bandbreedte huurprijzen Utrechtse bedrijventerrein (in € per m2 vvo) 2008
2009
2010
2011
2012
2013
De Wetering
58-65
56-63
48-62
48-60
45-60
45-60
Lage Weide
35-59
35-59
30-65
30-65
30-65
25-60
Oudenrijn
36-56
36-55
30-55
30-55
30-55
30-50
Nieuw Overvecht
33-50
33-50
33-49
30-49
30-49
30-45
Bron: DTZ Zadelhoff
•
Op Lage Weide is in 2013 sprake van een gegroeid aanbod en een sterk gedaalde opname. Daarbij is er wel een per eind 2013 naar 2,3% van de voorraad gedaald incourant aanbod. Marktpartijen geven aan dat het gaat om een aantal sterk verouderde panden die eigenlijk aan
44
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
vervanging toe zijn. In 2013 zijn de contracthuren in Lage Weide gedaald ten opzichte van voorgaande jaren. •
Het Cartesiuswegterrein, Demkade en een deel van Nieuw Overvecht bedienen de onderkant van de markt. Voor dit marktsegment is sprake van huurniveaus in de orde van €30-35. Ook zijn er incentives en flexibeler huurcontracten, met de optie om na 2-3 jaar het contract open te breken.
•
Een voorbeeld van een incidenteel hoge opname is die op het bedrijventerrein Oudenrijn, waar in 2013 een groot deel (40%) van de opname in Utrecht heeft plaatsgevonden. Het aanbod als percentage van de voorraad is gedaald naar 7,7%. Het eersteklas huurniveau is licht gedaald van €55 naar €50.
Aanbod en opname bedrijfsruimte naar deelgebied (m2 vvo) aanbod eind 2012
opname 2012
aanbod eind 2013
opname 2013
De Wetering
18.700
2.900
11.500
0
Lage Weide
68.600
27.600
76.300
10.700
Cartesiuswegterrein
14.000
1.100
14.400
900
Cartesiusdriehoek
16.700
5.900
16.700
1.200
Kanaleneiland
41.900
1.600
57.100
6.700
Oudenrijn
28.300
2.700
18.000
17.800
Nieuw Overvecht
14.800
7.600
23.000
5.000
elders in de stad
8.400
34.700
2.600
1.900
211.300
84.000
219.600
44.200
totaal Utrecht Bron: DTZ Zadelhoff
Aanbod en incourant aanbod bedrijfsruimte naar deelgebied incourant
% incourant
voorraad *
aanbod
% aanbod
aanbod
aanbod
De Wetering
112.200
11.500
10,2%
0
0,0%
Lage Weide
911.000
76.300
8,4%
21.400
2,3%
Cartesiuswegterrein
103.400
14.400
13,9%
2.600
2,5%
50.800
16.700
32,9%
16.700
32,9%
Kanaleneiland
284.000
57.100
20,1%
57.100
20,1%
Oudenrijn
234.200
18.000
7,7%
8.400
3,6%
Nieuw Overvecht
193.700
23.000
11,9%
0
0,0%
elders in de stad
446.500
2.600
0,6%
800
0,2%
2.335.800
219.600
9,4%
107.000
4,6%
m2
Cartesiusdriehoek
totaal Utrecht
Bron: DTZ Zadelhoff; Onderzoek Utrecht * constant gehouden op voorraad 2011
•
Bij het hoge aanbodpercentage voor de Cartesiusdriehoek hoort de nuancering dat het hier om een transformatiegebied gaat. Ook voor de Merwedestrook in Kanaleneiland – met een belangrijk deel van het incourante aanbod – staat transformatie op de agenda, namelijk herontwikkeling naar een woonfunctie en kleinschalige bedrijfsruimte.
45
4.4 Uitgifte Utrechts bedrijventerrei bedrijventerrein n 29 Weer noe noemenswaardige uitgifte •
Na een aantal jaren met een bescheiden tot geen uitgifte heeft er in 2013 weer een noemenswaardige uitgifte van 4,3 hectare plaatsgevonden.
•
De uitgifte heeft betrekking op de bedrijventerreinen De Wetering-zuid (2,0 ha), Haarrijn (2,0 ha) en Oudenrijn (0,3 ha).
Uitgifte bedrijventerrein in Utrecht (hectare netto) 2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Lage Weide
0
0
0
0
0,2
0,2
0
0
0
0
Nieuw Overvecht
0
0
1,0
0
0
0
0
0
0
0
Lunetten
0
0
0,3
0
0
0
0
0
0
0
De Wetering-noord
6,7
2,9
0
0
0
0
0
0
0
0
De Wetering-zuid
5,4
2,2
2,2
0
0
0
0,5
0,2
0
2,0
Nieuwerijn
3,6
4,0
0,3
0,9
0
0
0
0,3
0
0
Oudenrijn
0
0,3
4,2
0
0,9
0
0,2
0,4
0
0,3
Vleuterweide
0
0
2,5
0
0
0
0
0
0
0
Haarrijn
-
-
-
-
-
0,3
0
0,5
0
2,0
15,7
9,4
10,5
0,9
1,1
0,5
0,7
1,4
0
4,3
totaal Bron: Gemeente Utrecht
29
46
In Bijlage 4 een totaaloverzicht van Utrechtse bedrijventerreinen.
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
Nog 25,9 hectare direct uitgeefbaar •
Naast de uitgifte van 4,3 hectare is de in Lunetten nog aanwezige voorraad van 0,2 hectare uit de markt genomen (het perceel is verhuurd). Daarmee is het nog direct uitgeefbaar oppervlak met 4,5 hectare geslonken tot 25,9 hectare.
•
Daarnaast is er nog de reservelocatie Strijkviertel
30
van 30 ha. De totale planvoorraad aan
Utrechts bedrijventerrein bedraagt daarmee 55,9 hectare.
Uitgeefbaar bouwrijp bedrijventerrein in Utrecht (per 1 januari, hectare netto) 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Lage Weide
0,4
0,4
0,4
0,4
0,2
0
0
0
0
0
Nieuw Overvecht
1,0
1,0
0
0
0
0
0
0
0
0
Lunetten
0,5
0,5
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
0,2
*0
De Wetering-noord
2,9
0
0
0
0
0
0
0
0
0
De Wetering-zuid
16,2
14,0
11,8
11,8
11,8
11,8
11,3
11,1
11,1
9,1
Nieuwerijn
11,9
7,9
7,6
6,7
6,7
6,7
6,7
6,4
6,4
6,4
7,5
7,2
3,0
3,0
2,1
2,1
1,9
1,5
1,5
1,2
Vleuterweide
0
2,5
0
0
0
0
0
0
0
0
Haarrijn
0
0
0
0
0
11,7
11,7
11,2
11,2
9,2
40,4
33,5
23,0
22,1
21,0
32,5
31,8
30,4
30,4
25,9
Oudenrijn
Totaal Bron: Gemeente Utrecht
* de 0,2 ha is verhuurd en niet meer uitgeefbaar
30
In het "Regionaal Convenant Bedrijventerreinen Regio Utrecht 2011-2020, met een doorkijk naar 2025 (BRU,
februari 2012)" opgenomen als zacht planaanbod voor na 2025.
47
5 Kleinschalige bedrijfsruimte
In deze monitor wordt onder kleinschalige bedrijfsruimte verstaan: een gebouw waarin kantoorruimte en/of bedrijfsruimte wordt verhuurd aan een substantieel aantal zelfstandige ondernemingen (waaronder kunstenaars en overige creatieve beroepen) en/of sprake is van aanbod van flexibele werkplekken. Een deel van de aanbieders van kleinschalige bedrijfsruimte biedt gemeenschappelijke diensten aan. Als in een gebouw alleen vergader- en workshopruimte wordt geboden is het niet meegenomen. Ook kleinschalige commerciële ruimtes in plinten (bijvoorbeeld onder appartementencomplexen) zijn niet onder deze definitie geschaard.
•
Er is een toenemend aantal en aandeel kleine ondernemers, met het accent op zelfstandigen zonder personeel (ZZP-ers). Groei van het aandeel ZZP-ers levert beperkt vraag op naar kleinschalige bedrijfsruimte; een ruime meerderheid voert het bedrijf vanuit huis.
•
Het aanbod kleinschalige bedrijfsruimtes groeit. Niet zozeer door groei van de capaciteit in bedrijfsverzamelgebouwen (BVG's), maar door opsplitsing van panden in kleinere, geschakelde units. Ook is er een sterk groeiend aanbod van flexibele werkplekken.
•
Per eind 2013 zijn er veertien algemene BVG's met een totaal vvo van 53.600 m2, waarvan gemiddeld 82% wordt bezet. In 2012 was er een wat hogere gemiddelde bezettingsgraad van 87%.
48
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
•
Het aantal specifieke BVG's (gericht op bepaalde marktsegmenten) bedraagt negen, met een totaalvolume van 25.900 m2 vvo. Eind 2013 is er een bezettingsgraad van 94%, vergelijkbaar met de 93% van eind 2012.
•
De inventarisatie heeft een lijst van negentien aanbieders van flexibele werkplekken opgeleverd, met in totaal circa 625 werkplekken. Bij negen aanbieders gaat het om een combinatie met vaste werkplekken. Het aantal aangeboden werkplekken varieert sterk, van 3 tot 145.
5.1 Landelijke trends vraag en aanbod Meer kleine ondernemers •
De gemiddelde bedrijfsgrootte daalt. Er is een groeiend aantal kleine ondernemers, met name in kennis- en informatie-intensieve sectoren, dienstverlening en creatieve industrie. Grote en middelgrote bedrijven besteden meer werk uit, waardoor de kansen voor kleine bedrijven zijn toegenomen.
31
Landelijk aandeel zelfstandigen zonder personeel (ZZP) werkzame personen
ZZP-ers
(x 1.000)
(x 1.000)
% ZZP-ers
2003 4e kwartaal
6.945
538
7,7%
2008 4e kwartaal
7.534
692
9,2%
2013 4e kwartaal
7.251
794
11,0%
Bron: CBS
•
Toename van het aantal kleine ondernemers kan op zich zorgen voor een toenemende vraag naar kleinschalige werkruimte, maar groei van het aandeel ZZP-ers doet die vraag dalen.
32
Bijna driekwart van de kleine bedrijven (met minder dan tien werkzame personen) wordt gevormd door ZZP-ers.
33
ZZP-ers voeren hun bedrijf voornamelijk vanuit huis. Globaal een
derde heeft behoefte aan een externe werkplek, maar wel liefst in de eigen wijk en bij voorkeur met een flexibel huurcontract of een contract voor hooguit een jaar. •
34
ZZP-ers maken weinig gebruik van flexibele werkplekken. Het beeld dat ze vaak aan het netwerken zijn en andere ondernemers willen ontmoeten is onterecht. De combinatie van thuis werken met klantcontacten en andere ondernemers ontmoeten in horecagelegenheden komt wel vaak voor.
31
Bedrijvige wijken in bedrijvige steden (Anne Risselada en Emma Folmer, november 2012).
32
Vraag en aanbod van kleinschalige werkruimte in Amsterdam (Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en
Statistiek, oktober 2012). 33
MKB Servicedesk, september 2013.
34
ZZP-ers in Utrecht (Onderzoek Utrecht, maart 2013).
Zelfstandige Zoekt Paleis? Een onderzoek naar de mate van overeenkomst tussen de huidige en gewenste bedrijfshuisvesting van Utrechtse ZZP'ers (Karin de Vries, maart 2013).
49
•
De vraag naar kleinschalige bedrijfsruimte wordt negatief beïnvloed door de conjunctuur. Ondernemers hebben het moeilijker, ze hebben meer moeite met het opbrengen van de huur voor een externe werkruimte.
Groei van het kleinschalig aanbod •
Het aanbod van kleinschalige bedrijfsruimtes groeit, wat deels verband houdt met het beschikbaar komen van verouderde, niet meer courante kantoor- en bedrijfsgebouwen. Als die gebouwen tegen bescheiden kosten worden opgeknipt, kan op prijs worden geconcurreerd (€50/m2 of lager) met de reguliere BVG's. Daarbij ontbreken de voorzieningen die in BVG's worden geboden.
•
Daarnaast is er een groeiend aanbod van flexibele werkplekken. Met name aanbieders van kantoorruimte spelen in op de vraag van ondernemers die geen behoefte hebben aan een vaste externe werkplek.
•
Er is ook meer flexibiliteit in huurcontracten, waarbij het gaat om het gehuurde oppervlak, het huurprijsniveau, huurtermijnen, opzegtermijnen en faciliteiten.
35
Bij landelijk opererende
aanbieders als Regus kan een werkplek voor één dag gehuurd worden maar ook voor langere tijd. Door de toegenomen flexibiliteit in huurcontracten kan er een snellere opvolging van gebruikers plaatsvinden. •
Binnen de kleinschalige bedrijvigheid is er een groeiend segment van creatieve bedrijvigheid. Daarbij is er een grote diversiteit, maar het accent ligt op bedrijfjes met weinig financiële draagkracht, gericht op zeer betaalbare ruimtes.
5.2 Utrechtse marktsituatie De algemene trend van groei van het kleinschalig aanbod doet zich ook in Utrecht voor. Daarbij kan onderscheid worden gemaakt tussen: •
een globaal gelijk blijvend aantal werkplekken in formele BVG's met een servicepakket;
•
groei door herontwikkeling van verouderde bedrijfspanden waarbij kleinschalige geschakelde units (in de orde van 150 m2 bvo) op de markt worden gebracht. Dit speelt met name op de bedrijventerreinen Overvecht en Lage Weide. Vaak gaat het om particulier gefinancierde panden, waarvoor geldt dat leegstand een direct prijsdrukkend effect heeft, wat de kans op herontwikkeling verhoogt. De aangeboden ruimtes concurreren op prijs, niet op service;
•
een groeiend aanbod van flexibele werkplekken, op verscheidene locaties, en deels gecombineerd met verhuur van vaste werkplekken.
Marktpartijen geven aan dat met het huidig aanbod de markt verzadigd is. Als het aanbod blijft groeien kan er snel een situatie van overaanbod ontstaan die nadelig uitpakt voor de exploitatie van de formele bedrijfsverzamelgebouwen (BVG's). Ook de groei van het aantal (soms gratis aangeboden) flexibele werkplekken wordt als een bedreiging voor de BVG's gezien. Doordat de vraag niet navenant groeit, staat het prijsniveau van de al langer bestaande BVG's onder druk. Er is wel differentiatie. Kleinere units zijn beter verhuurbaar dan grotere. BVG's op locaties dichter bij woongebieden doen het beter dan op andere locaties. Klanten komen vooral uit omliggende woongebieden.
35
50
Flexibele contracten in de kantorenmarkt (ASRE 2013).
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
5.3 Inventarisatie aanbod in Utrecht Drie ruimtelijkruimtelijk-functionele concepten In dit hoofdstuk is aandacht besteed aan drie vormen van relatief kleinschalige werkruimtes: •
bedrijfsverzamelgebouwen (BVG's);
•
flexibele werkplekken;
•
geschakelde bedrijfsunits (een overzicht is opgenomen in Bijlage 5).
Bij alle drie de vormen is sprake van kleinschalige bedrijfsruimtes in een ruimtelijke samenhang. Onderscheidend is dat een BVG over één entree beschikt en dat gemeenschappelijke diensten worden aangeboden. Bij flexibele werkruimtes is net als bij een BVG sprake van één beherende instantie, maar is geen huurcontract voor een bepaalde ruimte met een bepaalde looptijd. Bij geschakelde bedrijfsunits hoeft geen sprake te zijn van een centrale entree en ontbreekt het aan een dienstenpakket.
Als definitie van een bedrijfsverzamelgebouw (BVG) gaan we uit van een door één instantie beheerd gebouw met een centrale entree, waarin (overwegend kleinschalige) kantoorruimte en/of bedrijfsruimte wordt aangeboden aan een substantieel aantal zelfstandige ondernemingen. Die kunnen gebruik maken van gemeenschappelijke diensten en/of voorzieningen. Kenmerkend is ook dat de gebruikers ruimte op maat kunnen huren, in kleine metrages en met korte en tussentijds opzegbare huurcontracten.
51
Bij de bedrijfsverzamelgebouwen is onderscheid gemaakt tussen algemene en specifieke aanbieders. De algemene BVG's zijn bestemd voor een breed scala aan kleinschalige bedrijven. De specifieke richten zich op flexibele verhuur van kleine units aan het topsegment van de kantorenmarkt, of zijn gericht op een specifieke gebruikersgroep (zoals R&D in life sciences). In de inventarisatie is de ondergrens gelegd bij vestigingen met tenminste 10 units en/of werkplekken. Een ontwikkeling is dat er minder sprake is van een gefixeerd aantal verhuurbare units: meer flexibiliteit in het gebruik van de ruimte. Daarom is ook gevraagd naar het aantal vaste werkplekken. Overzichtskaart van Utrechtse Utrechtse bedrijfsverzamelgebouwen (BVG's)
Algemene bedrijfsverzamelgebouwen Aan de inventarisatie van vorig jaar zijn Atoomclub Utrecht (op het bedrijventerrein Lage Weide) en De Klompenfabriek (centrum) toegevoegd. De Atoomclub is een exponent van de toenemende variatie in ruimteaanbod en in huurcontracten. Er kan worden gehuurd vanaf één maand en vanaf één vaste werkplek; de locatie beschikt over eigen horeca en diverse vergaderfaciliteiten. Ook in De
52
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
Klompenfabriek kan per maand worden gehuurd en is er de keuze uit een vaste werkplek in een open ruimte en de huur van een afzonderlijke unit. De stand van zaken is nu: •
Er zijn nu veertien algemene BVG's met een totaal vloeroppervlak van 53.640 m2 vvo.
•
Er is een grote variatie in aantal units en grootte van de units. Bij De Pionier, Atoomclub Utrecht en De Klompenfabriek kan de capaciteit beter worden uitgedrukt in aantal werkplekken dan in aantal units.
•
Er is per eind 2013 sprake van een gemiddelde bezettingsgraad van 82% van het totale vloeroppervlak (met één onbekend). Eind 2012 was er een wat hogere gemiddelde bezetting van 87% (met twee onbekend).
Algemene bedrijfsverzamelgebouwen in Utrecht eind 2013 vloer-
grootte
oppervlak
units
aantal vaste
bezettings-
startjaar
(m2 vvo)
aantal units
(m2 vvo)
werkplekken
graad
Element Offices Utrecht
1987
4.430
variabel
24 - 300
variabel
86%
De Goeman Utrecht
2008
5.610
100
22 - 100
100+
82%
Trade Point Utrecht
2006
4.000
variabel
25+
variabel
50%
Element Offices Leidsche Rijn
2011
1.870
26
24 - 60
26+
74%
HoogHiemstra
1990
7.140
90
20 - 150
90+
97%
Vondelparc (I en II)
2001
5.460
75
19 - 100
75+
81%
Vechtenstein
1993
1.220
25
17 - 105
25+
75%
Offices For You Utrecht
2010
2.000
56
20 - 45
56+
97%
Demkade Business Centre
1995
4.960
75
37+
75+
84%
Lumax
2004
2.350
44
30 - 100
44+
67%
Business Centre Utrecht *
2001
3.800
139
21+
139+
onbekend
De Pionier
2011
6.000
70
20 - 475
200
80%
Atoomclub Utrecht
2010
4.300
variabel
23
210
90%
De Klompenfabriek
2012
500
4
30
40+ **
95%
Bron: Onderzoek Utrecht * oude naam: Facility Point BC Lombok (Niasstraat 1) ** 40 werkplekken bevinden zich in open ruimtes van in totaal 380 m2, buiten de 4 units
Specifieke bedrijfsverzamelgebouwen Ten opzichte van de vorige monitor zijn er de volgende veranderingen in de lijst van specifieke bedrijfsverzamelgebouwen: Creative Valley (Papendorp) is toegevoegd, en Regus Utrecht Papendorp en Utrecht Inc Nijenoord zijn uit de lijst verwijderd.
36
Creative Valley is niet specifiek gericht op kleine ondernemingen, maar opgezet voor innovatieve en professionele MKB-ondernemingen. Alleen bij Youwork is er gezamenlijk gebruik van apparatuur en zijn er korte, tussentijds opzegbare huurcontracten.
36
Over de nieuwe Regusvestiging in het WTC Papendorp is geen informatie beschikbaar gekomen. Utrecht Inc
Nijenoord – nieuwe naam Studentsinc - is afgevoerd omdat het minder dan 10 vaste werkplekken betreft.
53
Stand van zaken: •
We tellen nu negen specifieke BVG's met in totaal 25.940 m2 vvo.
•
Ook voor de specifieke BVG's is er een grote variatie in het aantal units en de omvang van units. Bij Regus Utrecht Business Park, Utrecht Inc, Vechtclub XL en Dutch Game Garden kan de capaciteit beter in werkplekken worden uitgedrukt dan in units.
•
Er is een gemiddelde bezetting van 94% van het totale vloeroppervlak (met één onbekend). Per eind 2012 was dat een vergelijkbare 93%.
Specifieke bedrijfsverzamelgebouwen in Utrecht 2012 vloeroppervlak startjaar
(m2
vvo)
aantal units
grootte units (m2
vvo)
aantal vaste
bezettings-
werkplekken
graad
Regus Utrecht Central Station
1994
1.400
variabel
10+
variabel
75%
Regus Utrecht Business Park
1999
1.520
59
16 - 110
141
74%
De Alchemist
2012
1.370
33
13 - 124
33+
72%
Alexander Numangebouw
2004
6.500
variabel
20+
variabel
100%
Utrecht Inc (Padualaan)
2010
500
25
15 - 30
89
80%
Hugo R. Kruytgebouw
1973
4.500
118
25 - 225
118+
onbekend
Vechtclub XL
2012
2.780
54
15 - 130
175+
99%
Dutch Game Garden
2011
2.700
nvt
20 - 374
38
95%
Creative Valley
2010
4.670
18
50 - 444
18+
100%
Bron: Onderzoek Utrecht * buiten de units
Vechtclub XL geeft aan dat in mei zal worden uitgebreid met 20 units (18-46 m2 vvo). Daarnaast wordt met de horecapartner onderhandeld over het aanbieden van flexplekken.
Flexibele werkplekken werkplekken Kenmerkend voor het aanbod van flexibele werkplekken is dat er geen huurcontract is voor een bepaalde plek voor een bepaalde duur. Gebruikers kunnen eventueel wel recht op een werkplek ontlenen aan een abonnement of een strippenkaart. Bijzonder is de Regus-formule met maand-
abonnementen voor drie locaties (Utrecht, Breukelen en Vianen) en voor heel Nederland. Ook bij een deel van de andere gebruikers (als Igluu en De Alchemist) is sprake van abonnementen. Een trend is dat een groeiend aantal BVG's naast de vaste werkplekken ook flexibele werkplekken is gaan aanbieden. Het is een instrument om mensen kennis te laten maken met de vestiging, en om vergaderruimte te verhuren. De inventarisatie heeft opgeleverd: •
Er zijn negentien aanbieders van flexibele werkplekken, waarvan er negen ook vaste werkplekken aanbieden.
54
•
Het gaat in totaal om circa 625 flexibele werkplekken.
•
Het aanbod per aanbieder varieert van 3 tot 145 flexibele werkplekken.
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
•
Ruim de helft van de aanbieders is gevestigd in de Binnenstad en aangrenzende gebieden als Stationsgebied, Pijlsweerd, Vogelenbuurt, Buiten-Wittevrouwen, Watervogelbuurt en Rivierenwijk.
Lijst aanbieders flexibele werkplekken in Utrecht * aantal naam
locatie
gebied
flexplekken
In de Ruimte
Oude Gracht 230 A a/d Werf
Binnenstad
40
Seats2Meet
Moreelsepark 65
Binnenstad
130
De Werkplek Huis aan de Werf
Boorstraat 7
Pijlsweerd
25
Igluu
Jansdam 2a
Binnenstad
30
Maliebaan45
Maliestraat 45
Buiten-Wittevrouwen
145
Zpot
Zandweg 116B
De Meern
20
Studio de dakzolder
Wittevrouwensingel 93bis
Vogelenbuurt
6
Het Nieuwe Kantoor
Weg der VN 1
Welgelegen
60
Swung House Utrecht
Papendorpseweg 99
Papendorp
25
Man&paard
Oosterkade 24
Watervogelbuurt
10
BVG's met combinatie vaste en flexibele werkplekken: De Alchemist
Kon. Wilhelminalaan 8
Transwijk
20
Vechtenstein
Vechtensteinlaan 12-16
Schaakbuurt
3
Hooghiemstra
Hooghiemstraplein 15
Vogelenbuurt
8
Vondelparc
Vondellaan 4-172
Rivierenwijk
4
De Pionier (Pop-up professionals)
Grebbeberglaan 15
Transwijk
40
Creative Valley (Youwork)
Orteliuslaan 1-27
Papendorp
20
Dutch Game Garden
Neude 5
Binnenstad
12
Regus Utrecht Business Park
Newtonlaan 115
Rijnsweerd
8
Regus Utrecht Central Station (S2S)
Graadt van Roggenweg 328
Stationsgebied
20
Bron: Onderzoek Utrecht * deze lijst is mogelijk niet uitputtend
55
6 Transformatie
Transformatie gaat verder dan onttrekking aan de markt. Van transformatie is sprake als een omgevingsvergunning is verleend voor herontwikkeling naar een andere functie. Zo is een kantoor dat geen deel meer uitmaakt van het aanbod en dus is onttrokken aan de kantorenmarkt, nog niet per definitie beschikbaar voor transformatie.
•
De algemene ontwikkeling van groei van het aantal verouderde en overtollige kantoren, bedrijfspanden en schoolgebouwen creëert een markt voor transformatie naar andere functies.
•
In 2013 is in Utrecht 70.150 m2 bvo getransformeerd, waarvan 52.540 m2 bvo kantoorruimte.
•
De Utrechtse transformaties hebben vooral betrekking op omzetting naar woonruimte voor studenten en starters. Er zijn 763 studentenkamers gerealiseerd, 263 appartementen/wooneenheden en 36 kamers verzorgd wonen.
•
Vanuit de woningmarkt is er een substantiële vraag. Utrecht heeft een nog steeds gespannen woningmarkt met een urgent woningtekort in de orde van 8.500 woningen. Van de urgente woningvraag is 60% afkomstig van starters.
•
Er is in Utrecht ook sprake van een duidelijk tekort aan studentenhuisvesting, zowel kwantitatief (in 2013 een tekort van circa 6.900 kamers) als kwalitatief.
56
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
•
Bij huisvesting voor starters en studenten hangt de haalbaarheid sterk samen met de financiering (investering, te realiseren woonlasten) en de geschiktheid van de locatie.
•
Bij transformatieprojecten is ook de omzetting naar hotelaccommodatie aan de orde. Volgens het middenscenario voor Utrecht tot 2024
37
is met de nu zekere en
waarschijnlijke projecten echter al voorzien in de uitbreidingsvraag naar hotelkamers (zie paragraaf 8.5).
6.1 Algemene context transformatie Meer potentieel aanbod voor transformatie •
De landelijke ontwikkeling wordt gekenmerkt door groei van de voorraad leegstaande kantoren, niet alleen door de conjunctuur en HNW, maar ook door verdere digitalisering van kantoorwerk. Zowel bij de overheid als het bedrijfsleven is er een teruglopend aantal administratieve functies. Een groeiend aantal leegstaande kantoorpanden maakt gezien de staat van het gebouw, de locatie en de duur van de leegstand feitelijk geen deel meer uit van het aanbod.
•
Naast langdurig leegstaande kantoren is er ook een groeiend aanbod van verouderde bedrijfspanden en schoolgebouwen. In het hoofdstuk over de bedrijfsruimtemarkt is er op gewezen dat leegstand van verouderde bedrijfsruimte op slecht ontsloten locaties structureel kan zijn, wat betekent dat er ook op langere termijn geen vraag meer naar is.
•
Ook in Utrecht zullen zich steeds weer gebouwen aandienen die leeg komen te staan en niet meer aan markteisen voldoen. Bestaande schoolgebouwen komen leeg door verplaatsing van onderwijsfuncties, als bij concentratie van HBO in De Uithof.
Voorwaarden voor transformatie •
Een eerste voorwaarde is het bestaan van een marktvraag en geschiktheid van de locatie voor die vraag. Er zijn met name mogelijkheden in transformatie naar studentenhuisvesting en startersappartementen. Cruciaal is daarbij een redelijk centrale locatie, niet te ver van voorzieningen en goed openbaar vervoer.
•
Bij veel transformatieprojecten ligt de sleutel in een tijdelijke bestemming voor tien jaar. In een dergelijke periode kunnen investeringen worden terugverdiend en daarna kan de bestemming opnieuw worden ingevuld. De periode van 10 jaar geeft de tijd om na te denken over de langere termijn gebiedsontwikkeling.
•
Transformatie is alleen haalbaar als eigenaren bereid zijn fors op de waarde van het vastgoed af te boeken, soms tot een fractie van de initiële waarde. Marktpartijen geven aan dat die bereidheid groter wordt. Na jaren leegstand groeit het besef dat er geen alternatief is.
•
Om het project te kunnen starten is een ontwikkelaar nodig met een investeerder die de kosten van het voortraject kan dragen. En er is een eindbelegger nodig voor financiering en
37
Aanscherping Hotelbeleid Utrecht (Horwath HTL, oktober 2013).
57
exploitatie van het project. Uiteindelijk moet het geld dat in transformatie wordt gestopt ook weer worden terugverdiend.
6.2 Transformatieprojecten Utrecht in 2013 De resultaten in Utrecht in 2013 •
In 2013 is in Utrecht in totaal 70.150 m2 bvo getransformeerd. Deze meters kunnen onderverdeeld worden in 52.540 m2 bvo voormalige kantoorruimte en 17.610 m2 bvo ruimtes die eerder in gebruik waren als bedrijfspand, winkel of overige functie.
•
De transformaties leiden overwegend tot de toevoeging van woonruimte, verdeeld over 763 studentenkamers, 263 appartementen/wooneenheden en 36 kamers voor verzorgd wonen (Villa Spes Nostra).
Overzicht transformaties Het overzicht betreft de projecten waarvoor vergunningen zijn afgegeven, en die in 2013 zijn gerealiseerd, dan wel in 2013 daadwerkelijk van start zijn gegaan of de eerste helft van 2014 van start zullen gaan.
Transformatieprojecten in Utrecht in 2013 Locatie
Bestemming oud
Bestemming Nieuw
Kaap Hoorndreef 10-14
kantoor
52 appartementen De Kaap
3.600
Van Deventerlaan 10
kantoor
hotel Holiday Inn Express Papendorp
4.100
Daltonlaan 200-300
kantoor
onderwijsvoorziening HU
14.200
Pythagoraslaan 101
kantoor (Provinciehuis)
700 studentenkamers (SSH)
25.000
Koningsweg 103-106-108
wasserij (Aurora)
63 kamers en 6 appartementen (SSH)
Heuveloord 25A
watertoren
bedrijfsruimte en horeca
820
Wittevrouwensingel 37-38
bedrijfspand
hotel
740
Rotsoord 3
bedrijfsruimte/kantoor
koffiebranderij met lunchroom
9.700
Zevenwouden 260-270
kantoor/dienstverlening
56 onzelfstandige wooneenheden
1.690
Zamenhofdreef 77
kantoor
95 onzelfstandige wooneenheden
3.430
Ganzenmarkt 24
bedrijfsruimte/wonen
hotel met restaurant en hotelbar
1.050
Hindersteinlaan 30
vml klooster
36 kamers verzorgd wonen
2.380
Weerdsingel O.Z. 10
bedrijfsruimte
hostel en koffiecorner
590
Admiraal Helfrichlaan
winkels
winkels plus 18 appartementen *
300
Van Vollenhovenlaan 277
kantoorruimte
17 appartementen
530
Oudwijkerdwarsstraat 74-76
winkel en loodsen
19 appartementen
840
Bron: Gemeente Utrecht * nieuwbouw appartementen boven gerenoveerde winkelstrip
58
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
m2 bvo
1.200
6.3 Marktvraag Belangrijk voor de kans op transformatie is dat er tegenover de te realiseren bestemming ook een marktvraag staat. De meest voorkomende nieuwe functies zijn studentenhuisvesting, startersappartementen en hotelaccommodatie. Voor deze functies is een indicatie van bestaande tekorten te geven. De feitelijke kans op transformatie stelt uiteraard ook eisen aan pand en locatie.
Woningtekort met met vooral vraag naar starterswoningen •
De groei van de Utrechtse woningvoorraad met 11.000 woningen in de afgelopen vijf jaar heeft niet kunnen voorkomen dat het woningtekort is gegroeid.
•
Uit woningmarktonderzoek (WoON 2009 en 2012) kan worden afgeleid dat het urgente woningtekort
38
naar 7.300 woningen is gegroeid. In de woningvraag is het accent verschoven
naar starters, die in 2012 een aandeel van bijna 60% hebben in de urgente woningvraag. •
De urgente vraag van doorstromers is gedaald, wat verband houdt met de conjunctuur, de inkomensontwikkeling, gedaalde verkoopprijzen van koopwoningen, restschulden bij verkoop van koopwoningen, en boventrendmatige huurverhogingen bij mutaties in de huursector.
•
Een groeimarkt is die van het zelfstandig verzorgd wonen van ouderen. De scheiding van wonen en zorg betekent een groeiende vraag naar passende zelfstandige woonruimte voor ouderen met mobiliteitsproblemen en behoefte aan onplanbare zorg.
39
Woningtekort Utrecht 2008-2013 2008
2009
2010
2011
2012
2013
huishoudens
154.870
157.171
161.222
163.762
165.503
168.245
woningvraag
133.498
135.796
139.618
142.145
143.988
146.373
woningvoorraad
126.759
129.281
132.366
133.738
135.617
137.800
6.739
6.515
7.252
8.407
8.371
8.573
5,3%
5,0%
5,5%
6,3%
6,2%
6,2%
woningtekort tekort in % woningvoorraad
Bron: ABF Research (2011), bewerking Onderzoek Utrecht
Urgente woningvraag en urgent woningaanbod in Utrecht, 2012 en 2009
vraag starters
2012
2009
8.610
5.410
vraag doorstromers
6.040
8.870
totaa totaal urgente vraag
14.650
14.280
6.400
7.890
aanbod doorstromers
960
450
totaal urgent aanbod
aanbod woningverlaters
7.360
8.330
urgent tekort (vraag – aanbod)
7.290
5.950
Bron: WoON 2012 en 2009
38
Het saldo van vraag en vrijkomend aanbod voor huishoudens die tenminste een half jaar actief op zoek zijn
naar een (andere) woning en binnen een jaar willen verhuizen. 39
Wonen-zorg en MO in de U10-regio (Onderzoek Utrecht, september 2013).
59
Vraag studentenhuisvesting •
In Utrecht is er in 2013 een tekort van 6.900 woonruimtes voor voltijdstudenten aan het hoger onderwijs in de stad. Voor deze groep is de markt van betaalbare huurwoningen geen alternatief, gezien de lange wachttijden en het tekort in de orde van 6.000 woningen.
•
40
Van de 57.300 voltijd studenten hebben er 21.200 (37%) een eigen woonruimte in Utrecht en hebben er 6.900 (12%) de wens om binnen een half jaar naar eigen woonruimte in de stad te verhuizen. In totaal vraagt 49% van de voltijdstudenten aan Utrechts hoger onderwijs een eigen woonruimte in Utrecht.
•
In de periode 2013-2021 komen er in Utrecht 4.000 studenten bij. Als daarvan weer globaal de helft als uitwonende in Utrecht wil wonen, groeit de vraag met 2.000 woonruimtes naar in totaal 8.900 woonruimtes. Daar staat een uitbreiding van het aanbod met globaal 2.300 kamers/studio's tegenover.
Zekere uitbreiding kamers en studio's oplevering
locatie
2013
Pythagoraslaan (vml Provinciehuis)
kamers
2014
Zevenwouden
2014
Zamenhoffdreef
2014
Koningsweg (Aurora)
2015
project Johanna (De Uithof)
393
2019
KPN-terrein
800
studio's
660 56 95 63 264
Bron: SSHU; Gemeente Utrecht
•
Bij de vraag naar reguliere studentenhuisvesting speelt ook een kwalitatief aspect. Tenminste de helft van de Utrechtse studenten met eigen woonruimte maakt gebruik van de particuliere kamermarkt, waarin doorgaans sprake is van een ongunstiger prijs/kwaliteit-verhouding en deels van een ontoereikende woonkwaliteit.
Vraag hotelaccommodatie •
In de periode 2003-2013 is het geregistreerd kameraanbod met 337 gegroeid. In een studie naar de Utrechtse hotelmarkt
41
is voor de periode 2014-2024 ruimte voor uitbreiding van het
aantal hotelkamers berekend variërend van 156 kamers (negatief scenario) tot 948 kamers (positief scenario). Het middenscenario komt op marktruimte voor 564 kamers. •
Met de nu bestaande realisaties (288 kamers) en plannen (315 kamers) wordt in de uitbreidingsvraag volgens het middenscenario voorzien (zie verder paragraaf 8.5 over marktruimte in de Utrechtse hotelmarkt tot 2024).
40
Landelijke monitor studentenhuisvesting 2013 ( 26 september 2013; in opdracht van Kences uitgevoerd door
ABF Research, augustus 2013).
41
60
Aanscherping Hotelbeleid Utrecht (Horwath HTL, oktober 2013).
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
61
7 Utrecht Science Park (USP)
•
Het USP vormt een economische groeipool binnen de stad met per april 2013 een aandeel van 9% van de Utrechtse werkgelegenheid. In de afgelopen tien jaar zijn er in het USP 2.800 banen bijgekomen.
•
Na april 2013 is zijn er de vestigingen van Nutricia Research en het Gemeenschappelijk Milieulaboratorium (GML) bijgekomen, met samen circa 500 werkzame personen.
•
De in het USP de afgelopen tien jaar gerealiseerde groei heeft voor ruim de helft betrekking op verdere concentratie van het hoger onderwijs. De nu en de komende jaren plaatsvindende groei heeft betrekking op vestiging van onderzoekinstituten en R&D–bedrijven, en op versterking van het medisch cluster.
•
Het totale bouwvolume in het USP omvat circa 946.000 m2 bvo, waarvan het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC) een aandeel heeft van 41%, de Universiteit Utrecht (UU) van 42%, de Hogeschool Utrecht (HU) van 10% en onderzoekinstituten en -bedrijven van 7%.
•
Met realisatie van de zekere plannen komt er 114.200 m2 bvo bij (+12%). Daarmee wordt met name het medisch cluster (Prinses Máxima Centrum) en het aandeel van onderzoekinstituten (Hubrecht Instituut en RIVM) versterkt.
62
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
•
Met de vestiging van Nutricia Research is 20.000 m2 bvo commerciële bedrijvigheid met een R&D-functie toegevoegd. Het USP biedt nog capaciteit voor het realiseren van 60.000 m2 bvo aan bedrijfsvloeroppervlak.
7.1 Het USPUSP-concept Kracht van het USP Het Utrecht Science Park (USP) in De Uithof is een economische groeipool aan de oostkant van de stad, met als belangrijkste functies: •
Universiteit Utrecht (UU).
•
Hogeschool Utrecht (HU).
•
Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC).
•
Kennisinstellingen als TNO/Deltares, het Hubrecht Instituut en SRON.
•
Kennisintensieve bedrijven als het (september 2013 gevestigde) Nutricia Research, Genmab en Merus Biopharmaceuticals.
De kracht van het concept is de bundeling van met name in Life Sciences en Milieu/Duurzaamheid werkzame instellingen en bedrijven met een dominante R&D component. Het gaat niet alleen om samenwerking en uitwisseling (kruisbestuiving) maar ook om het positieve imago van fysieke vestiging op het science park.
Speerpunten Speerpunten Life Sciences en Milieu/Duurzaamheid •
Partners in Life Sciences zijn het UMC, de UU-faculteiten geneeskunde en diergeneeskunde (de enige in Nederland), het Hubrecht Institute, RIVM en diverse bedrijven waaronder Nutricia Research en Genmab. De UU, het UMC en Nutricia Research werken samen in een onderzoek op het terrein van medische voeding in de eerste levensjaren. Belangrijke onderzoekterreinen binnen Life Sciences zijn verder het onderzoek naar zoönosen (ziekten die van dier op mens overgaan), aandoeningen aan het vaatstelsel, immunologische aandoeningen, de biologie van kanker en stamcellen en het klinisch gebruik van stamcellen.
•
Partners op het gebied van Milieu/Duurzaamheid zijn diverse UU-faculteiten, de HU, onderzoekinstituten en gespecialiseerde bedrijven. Veel initiatieven komen samen in het Utrecht Centrum voor Aarde en Duurzaamheid van UU, TNO en Deltares, samen met partners in de regio zoals het KNMI en het KWR Watercycle Research Institute. Onderzoekterreinen zijn klimaatverandering, duurzame energie (gebruik van biomassa), duurzame productie, watermanagement, duurzaam bouwen en wonen.
De incubatorfunctie Onderdeel van het Utrecht Science Park zijn de bedrijfsverzamelgebouwen met een incubatorfunctie. In het Hugo R. Kruytgebouw (Padualaan 8) biedt Utrecht Inc ondersteuning aan startups in CleanTech, Healthcare & Life Sciences of Interactive Media & ICT. Het gebouw bestaat uit een combinatie van kantoren en laboratoriumruimtes (met technische faciliteiten) van verschillende afmetingen. Naast het bieden van ruimte is er het aanbod van laagdrempelige financiering,
63
coaching en masterclasses, kantoorfaciliteiten. Gebruikers hebben de beschikking over een lounge, printer- en kopieerfaciliteiten, ontmoetings- en presentatieruimtes, een keuken en flexplekruimte. In het Alexander Numangebouw (Yalelaan 40) bevindt zich een combinatie van kantoorruimtes, laboratoriumruimtes en laboratoriumondersteunende ruimtes, gericht op startende en gevestigde bedrijven in de Life Sciences. Huurders kunnen gebruik maken van een ruime vergaderzaal en andere voorzieningen.
7.2 Mission statement Stichting USP Essentieel voor het USP •
Behoud van het onderscheidend profiel van het science park, met een duidelijke functionele en ruimtelijke afbakening. Buiten De Uithof zal wel sprake zijn van een satellietfunctie voor de RIVM-vestiging in De Bilt.
•
Versterken van de mogelijkheden voor doorstarters: naast een incubatorfunctie moet het USP ook ruimte bieden aan een acceleratorfunctie. De doorstartfase is een kritische gezien de vraag naar betaalbare huisvesting, facilitaire ondersteuning, risicokapitaal.
•
Versterken van de component commerciële bedrijven. Het USP heeft nu circa 1.000 arbeidsplaatsen in commerciële bedrijvigheid. Na de vestiging van Nutricia Research (20.000 m2 bvo) heeft het USP nog capaciteit voor 60.000 m2 bvo bedrijfsruimte.
•
Versterken van de onderlinge beschikbaarheid van kennis (toegang universiteitsbibliotheek) en onderzoekfaciliteiten.
64
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
Kansen •
Een kans voor versterking van de incubator- en acceleratorfunctie is dat beleggers op zoek zijn naar investeringsobjecten en interesse tonen in investeringen in starters en doorstarters. In ontwikkeling is een initiatief van Nederlandse pensioenfondsen om te investeren in Nederlandse science parks. Het gaat daarbij om meer risicodragende investeringen in de acceleratorfunctie en het leveren van ontwikkelkapitaal. In het USP zijn er ruimtelijke mogelijkheden om de acceleratorfunctie onder te brengen in een verzamelgebouw van 15.000 m2 bvo.
•
Er is de mogelijke vestiging van een congrescentrum plus hotel aan de Universiteitsweg, dicht bij de kruising met de Utrechtseweg. Dat is weliswaar buiten het USP, maar een dergelijke ontwikkeling is niet mogelijk in het USP-gebied.
•
Gebruikers van de nieuwe parkeergarage P+R De Uithof blijken bereid om tot 800 meter te lopen naar hun bestemming. Dat biedt perspectieven om bij een betere spreiding van parkeergelegenheid een beperking van het autoverkeer binnen het USP te realiseren.
7.3 Science Park in groeifase Groeiende werkgelegenheid In de afgelopen tien jaar zijn er in het USP ruim 2.800 banen bijgekomen en er bevindt zich nu 9% van de Utrechtse werkgelegenheid (stand april 2013). Dat aandeel zal groeien door de (na 1 april 2013) gerealiseerde en de geplande uitbreiding van zowel het medisch complex als de R&Dfuncties. Na april zijn er in 2013 twee bedrijfsvestigingen met samen ongeveer 500 banen bijgekomen. In september heeft het bedrijf Nutricia Research (20.000 m2 bvo) met circa 400 arbeidsplaatsen zich gevestigd. De teams verrichten innovatief onderzoek met betrekking tot gezonde voeding in de eerste levensjaren. Verder is eind 2013 het Gemeenschappelijk Milieulaboratorium (GML) van UU (Geowetenschappen), TNO en Deltares opgeleverd (8.600 m2 bvo). De UU participeert voor 45%, TNO voor 35% en Deltares voor 20% in het GML-gebouw. Een team van ongeveer 90 medewerkers doet onderzoek naar de invloed van menselijke activiteiten op klimaat, lucht, water en bodem.
Aantal werkzame personen De Uithof (stand per 1 april) 2003
2008
2013
onderwijs
6.994
8.002
8.473
gezondheidszorg
8.868
9.152
10.066
overige
1.882
2.829
2.030
17.744
19.983
20.569
8,7%
9,0%
9,0%
totaal De Uithof % Utrechtse banen Bron: PAR 2013
65
Belangrijke ontwikkelingen in de komende jaren •
Naast het Alexander Numangebouw wordt een nieuwe Life Sciences Incubator gerealiseerd (oplevering 2015).
42
Deze nieuwe Incubator (6.200 m2 bvo) is nodig om tegemoet te komen
aan de groeiende vraag van startende ondernemers in Life Sciences naar kantoor en laboratoria. Starters zullen gebruik kunnen maken van gemeenschappelijke diensten en onderzoekapparatuur. In huurcontracten kunnen incentives worden verleend als enkele maanden huurvrij. •
Uitbreiding van het Hubrecht Instituut (9.500 m2 bvo, eerste fase in 2015). Het Hubrecht Instituut richt zich op de ontwikkelingsbiologie van dieren, met speciale aandacht voor stamcellen.
•
De bouw van het Prinses Máxima Centrum voor Kinderoncologie (38.000 m2 bvo), op te leveren in 2016. Het betreft een kinderoncologisch centrum van wereldniveau (in de top drie) en het grootste in Europa.
•
De Hogeschool Utrecht ontwikkelt nieuwbouw van 20.000 m2 bvo, op te leveren in 2016. Daar staat tegenover dat in 2016 1.100 m2 wordt gesloopt en in 2016-2017 18.400 m2 wordt afgestoten. Daarmee houden sloop en nieuwbouw elkaar vrijwel in evenwicht.
•
Een soortgelijke ontwikkeling speelt bij de Universiteit Utrecht. In 2015 wordt een nieuw Onderwijscentrum voor de Bèta- en Geowetenschappen geopend (15.000 m2 bvo) in de Noordwestcluster. In dat zelfde deel van het USP verrijst in 2017 een nieuw kantoorgebouw voor de Geofaculteit (17.000 m2 bvo). Daar staat sloop van het merendeel van het Wentgebouw (circa 30.000 m2 bvo) tegenover. 43
•
In 2018 vestigt het RIVM zich samen met CBG 60.000
m2
44
in het USP; het gaat om een bouwvolume van
bvo. Deze vestiging in het USP betekent een concentratie van instituten op het
terrein van biosciences, volksgezondheid en milieu. Er zal werk worden geboden aan in totaal circa 2.200 personen.
Ontwikkeling bouwvolumes USP •
Per 1 januari 2014 bedraagt het totale bouwvolume in het USP om en nabij de 946.000 m2 bvo. Daarvan heeft de Universiteit een aandeel van 42% en het UMC van 41%.
•
De zekere uitbreidingen van het bouwvolume meten in totaal 114.200 m2 bvo. Dat betekent een uitbreiding van het volume met 12%.
•
Voor commerciële bedrijven als Nutricia Research heeft het USP nog capaciteit voor het realiseren van 60.000 m2 bvo.
42
Financiering door de Universiteit Utrecht met bijdragen van de Gemeente Utrecht en de Provincie Utrecht, en
uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) van de Europese Unie. 43
Bij het schrijven van dit rapport is geen volledig overzicht van door de UU te realiseren sloop en nieuwbouw
beschikbaar. Er is van uitgegaan dat bij de geplande sloop voor de Faculteit Diergeneeskunde een vergelijkbaar volume zal worden teruggebouwd. 44
66
College ter beoordeling van geneesmiddelen.
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
Bouwvolumes USP (m2 bvo) stand 1-1-2014
uitbreiding
toelichting uitbreiding
389.500
38.000
Prinses Máxima Centrum
2016
** 400.000
** geen
saldo nieuwbouw en onttrekking
2015-2017
UMC-complex Universiteit Utrecht Hogeschool Utrecht
geplande oplevering
95.200
500
saldo nieuwbouw en onttrekking
2016-2017
** 30.000
69.500
Hubrecht Instituut en RIVM
2015 en 2018
incubatorfunctie
11.500
6.200
Life Sciences Incubator
2015
commerciële bedrijven
20.000
-
-
-
946.200
114.200
onderzoekinstituten *
totaal
Bron: UMC Utrecht; HU; Onderzoek Utrecht * Hubrecht Instituut, TNO/Deltares, SRON, RIVM, CBG ** ramingen Onderzoek Utrecht
Verdeling bouwvolumes UMC en HU over functies •
Van het bouwvolume van 389.500 m2 bvo in UMC-complex heeft 83% betrekking op zorg, 9% op onderzoek, 6% op onderwijs en 2% op bestuursfuncties.
Verdeling bouwvolume UMC-complex over functies (m2 bvo) zorg
onderzoek
onderwijs
bestuursfuncties
AZU
280.000
12.500
7.500
0
WKZ
42.000
4.500
500
0
Stratenum
0
20.000
0
0
Hijmans van de Berg
0
0
15.000
0
Van Geunsgebouw
0
0
0
7.500
322.000
37.000
23.000
7.500
totaal Bron: UMC Utrecht
•
Bij de Hogeschool Utrecht (HU) heeft 95% van het bouwvolume betrekking op onderwijs en onderzoek. Die functies zijn sterk verweven en daarom niet nader uit te splitsen. De resterende 5% van het vloeroppervlak wordt gebruikt voor bestuursfuncties.
•
Voor de UU zal sprake zijn van een met het HBO vergelijkbaar aandeel van 5% van het vloeroppervlak in gebruik voor bestuursfuncties.
Verdeling bouwvolumes USP over functies •
Van de in totaal 946.200 m2 bvo van het USP wordt 63% gebruikt voor onderwijs en onderzoek, 34% voor zorg en 3% voor bestuursfuncties.
•
Binnen de 591.900 m2 bvo onderwijs en onderzoek kan 98.500 m2 bvo zonder meer tot de onderzoekfunctie worden gerekend: het onderzoekdeel van het UMC-complex, de onderzoekinstituten, de incubatorfunctie en Nutricia Research.
•
Van de 470.400 m2 bvo voor onderwijs en onderzoek van de UU en HU kan het onderzoekdeel niet worden afgesplitst; de verdeling over onderwijs en onderzoek is niet beschikbaar.
67
Verdeling bouwvolumes over functies (m2 bvo) onderwijs en onderzoek
zorg
60.000
322.000
UMC-complex
bestuursfuncties 7.500
Universiteit Utrecht
380.000
20.000
Hogeschool Utrecht
90.400
4.800
onderzoekinstituten/-bedrijven
61.500
totaal
591.900
322.000
32.300
Bron: UMC Utrecht; HU; Onderzoek Utrecht
7.4 Studentenhuisvesting Ontwikkeling SSHUSSHU-complexen in De Uithof •
In De Uithof heeft de SSHU 1.527 kamers en 569 studio's (met eigen voorzieningen).
•
Met de bouw van Johanna komt het aantal kamers in 2015 op 1.920 en het aantal studio's groeit naar 833. Daarmee zal in 2015 ruim een kwart (26%) van het reguliere kameraanbod van de SSHU in De Uithof zijn gerealiseerd. Tijdelijk kameraanbod en kamers van andere corporaties zijn daarin niet meegeteld.
Aantal kamers en studio's SSH Utrecht in De Uithof kamers
studio's
De Bisschoppen
346
206
Cambridgelaan
913
88
Casa Confetti
120
257
Enny Vredelaan
148
18
Johanna (oplevering 2015)
393
264
Bron: SSH Utrecht
68
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
69
8 Hotelmarkt
In 2010 heeft de gemeente de ambitie geformuleerd om voor 2020 1.000 nieuwe hotelkamers te realiseren (Hotelnota en beleid 2010-2020, A room with a view). Het gemeentelijk beleid is daarnaast gericht op het vergroten van de kwaliteit van het aanbod: meer kleinschalige hotels, budgethotels, Bed&Breakfasts en 'experience hotels'. Om het beleid nader vorm te geven heeft de gemeente in 2013 het onderzoek "Aanscherping Hotelbeleid Utrecht (Horwath HTL, oktober 2013)" laten uitvoeren. Resultaten van het onderzoek zijn gebruikt in dit hoofdstuk.
•
Er vindt een gestage groei van het aantal hotelovernachtingen plaats, waarbij het groeitempo in de provincie en gemeente Utrecht hoger ligt dan landelijk. De gemeente Utrecht heeft in 2012 en 2013 ongeveer 40% meer hotelovernachtingen dan in 2001.
•
Het Utrechtse aanbod van hotelkamers is minder snel gegroeid (+28% in de periode 2003-2013) dan het aantal overnachtingen. De groei van het aantal hotelkamers is in Utrecht ook sterk achtergebleven bij die in Amsterdam en Rotterdam.
•
Utrecht heeft eind 2013 een capaciteit van 1.632 hotelkamers. Inmiddels vindt een aantal nieuwe ontwikkelingen plaats: een zekere uitbreiding met 288 kamers en concrete plannen voor 315 kamers. Daarmee kan de capaciteit doorgroeien naar 2.235 kamers.
70
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
•
Volgens Horwath HTL ligt de vraag in Utrecht in 2024 tussen 1.790 en 2.580 hotelkamers. Het middenscenario komt op 2.200 kamers. Met de nu bekende uitbreiding en concrete plannen wordt dus al in de uitbreidingsvraag volgens dit middenscenario voorzien.
•
Qua marktsegment ligt in Utrecht het accent op het drie- en vooral het viersterrensegment. Horwath HTL constateert een ondervertegenwoordiging van het vijsterrensegment en ziet daarnaast marktpotentieel voor versterking van het segment budgethotels.
8.1 Algemene trends Meer overnachtingen •
Landelijk zowel als in de provincie en de gemeente Utrecht is er een gestage groei van het aantal overnachtingen in hotels (inclusief motels, pensions, jeugdaccommodaties en B&B's met tenminste vijf slaapplaatsen).
Figuur 9 – Ontwikkeling aantal overnachtingen in hotels e.d. (2001 = 100) Nederland provincie Utrecht gemeente Utrecht 150
140
130
120
110
100
90
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Bron: CBS (bewerking Onderzoek Utrecht) 45
•
In de gemeente Utrecht waren er in 2012 in totaal 474.000 overnachtingen, een stijging met 45% ten opzichte van 2001. De cijfers t/m november 2013 laten weer een lichte daling zien ten opzichte van 2012.
45
Voor 2012 en 2013 is er een nieuwe CBS-reeks van aantal overnachtingen. De index voor 2013 berust op het
aantal overnachtingen in de periode januari t/m november 2013 ten opzichte van het aantal overnachtingen in dezelfde periode van 2012.
71
•
De ontwikkeling in Utrecht gaat redelijk gelijk op met die in de provincie, en steekt gunstig af tegen het landelijk beeld.
Lichte daling bezettingsgraad hotels Uit een in 2013 door Horwath HTL uitgevoerd onderzoek onder 366 drie-, vier- en vijfsterrenhotels in Nederland 46 komt naar voren dat de gemiddelde bezettingsgraad in 2012 licht is gedaald, van 67,2 procent naar 66,7 procent. Er is ook een bescheiden daling van de gemiddelde kamerprijs, namelijk van 98 naar 97 euro. Uit de resultaten over het eerste halfjaar van 2013 blijkt de trend van een lichte daling van de bezettingsgraad door te zetten. De gemiddelde kamerprijs blijkt nog wat sterker te dalen.
8.2 Ontwikkeling van het hotelaanbod Groei aantal hotelkamers •
In 2013 bestaat het geregistreerd hotelaanbod in Utrecht uit 28 hotels met in totaal 1.556 kamers. Daarnaast is er nog een ongeregistreerd aanbod van 29 accommodaties met in totaal 76 kamers.
47
Dat brengt het totaal aantal kamers op 1.632.
48
In Bijlage 6 een overzicht van
het het aanbod van hotels e.d. in Utrecht. •
Sinds 2003 is er in het geregistreerd hotelaanbod in Utrecht een groei van het aantal kamers met 337 ofwel met 27,6%.
•
Vergeleken met de U10-regio (+23,8%) en de landelijke ontwikkeling (+25,3%) is de procentuele groei van het aantal hotelkamers in Utrecht wat groter.
Ontwikkeling geregistreerd hotelaanbod Utrecht, U10-regio en Nederland gemeente Utrecht
U10-regio
Nederland
hotels
kamers
hotels
kamers
hotels
2003
23
1.219
48
2.608
2.886
91.727
2013
28
1.556
57
3.229
3.246
114.933
ontwikkeling
+5
+337
+9
+621
+360
23.206
groeipercentage
27,6%
23,8%
kamers
25,3%
Bron: Horwath HTL (2013)
Utrecht blijft achter bij andere grote steden •
In vergelijking met de andere G4-steden Amsterdam en Rotterdam blijft de ontwikkeling van het aantal hotelkamers in Utrecht achter. Sinds 2003 groeide het aantal hotelkamers in Amsterdam met 48% en in Rotterdam met 43%. De ontwikkeling van het aanbod in Den Haag is met 30% vergelijkbaar met die in Utrecht.
72
46
Nederlandse hotelmarkt stabiliseert (Marco van Bruggen, in: NRIT Magazine, september 2013).
47
Niet door het Bedrijfschap Horeca en Catering geregistreerde B&B's en hostels.
48
Inclusief B&B's en hostels.
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
•
Van de grote steden heeft Utrecht verreweg het kleinste aantal hotelkamers. Het verschil met de andere grote steden is de afgelopen tien jaar groter geworden.
Ontwikkeling geregistreerd aanbod hotelkamers G4 Utrecht
Amsterdam
Den Haag
Rotterdam
G3
2003
1.219
16.664
3.130
3.075
22.869
2013
1.556
24.732
4.076
4.383
33.191
ontwikkeling
+337
+8.068
+946
+1.308
28%
48%
30%
43%
groeipercentage
45%
Bron: Horwath HTL (2013)
8.3 Segmentatie Relatief veel viersterrenhotels in Utrecht •
Het geregistreerd hotelaanbod in Utrecht bestaat uit 20 geclassificeerde hotels met samen 1.478 kamers en 8 ongeclassificeerde met samen 78 kamers.
•
In het geclassificeerd hotelaanbod ligt het accent op aanbod van viersterrenhotels (samen 882 kamers), gevolgd door het aanbod in driesterrenhotels (samen 408 kamers).
Figuur 10 – Classificatie kameraanbod Utrechtse hotels e.d. (2013)
Vijfsterren 121
Viersterren 882
Driesterren 408
Tweesterren 56
Eénster 11
Ongeclassificeerd 78
Ongeregistreerd 76 200
400
600
800
Bron: Horwath HTL (2013)
•
Bij vergelijking van het geregistreerd kameraanbod in Utrecht met dat in de G3-steden blijkt Utrecht relatief veel kamers in viersterrenhotels te hebben. Dit aandeel is in Utrecht 57% en in de overige steden gemiddeld 42%.
73
•
Het aanbod in het vijfsterrensegment is in Utrecht relatief laag, namelijk 8% tegen 13% gemiddeld in de andere drie grote steden.
Verdeling geregistreerd hotelkameraanbod G4 Classificatie
Utrecht
Amsterdam
Den Haag
Rotterdam
G3
Vijfsterren
8%
13%
18%
11%
13%
Viersterren
57%
39%
48%
49%
42%
Driesterren
26%
30%
23%
16%
27%
Tweesterren
4%
6%
3%
6%
6%
Eénster
1%
3%
0%
1%
2%
Ongeclassificeerd
5%
9%
7%
17%
10%
100% 100%
100% 100%
100% 100%
100% 100%
100% 100%
Totaal Bron: Horwath HTL (2013)
8.4 Nieuwe initiatieven hotelontwikkeling •
Horwath HTL heeft voor de gemeente Utrecht een inventarisatie gemaakt van twintig initiatieven voor hotelontwikkeling in de stad, voor in totaal circa 2.400 kamers. Op basis van een inschatting van de realisatiekansen is voor de periode 2014-2024 een uitbreiding van het aanbod met in totaal 995 kamers geschat.
•
Een groot deel van initiatieven verkeert nog in het ideeënstadium. Zeker is de uitbreiding met 288 kamers verdeeld over drie locaties. Voor twee locaties met in totaal 315 kamers zijn er concrete plannen ontwikkeld, waarvan de realisatie als waarschijnlijk kan worden beoordeeld.
Realisatie, plannen en ideeën hotelontwikkeling in Utrecht status
oplevering
kamers
Ubica Ganzenmarkt
in aanbouw
2014
23
Two Star Lodge
in aanbouw
2014
85
goedgekeurd BP
2015
Van der Valk Winthontlaan totaal zeker Noordgebouw Stationsgebied Kaatstraat 1
in voorbereiding
verwacht 2017
conceptplan
onbekend
totaal waarschijnlijk overige locaties totaal initiatieven Bron: Gemeente Utrecht
74
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
180 288 160 155 315
ideeën
onbekend
1.815 2.418
8.5 Marktruimte Drie scenario's Horwath HTL heeft voor Utrecht drie scenario's opgesteld voor de vraag naar hotelkamers in de komende tien jaar (2014-2024). In alle scenario's is uitgegaan van een bezettingsgraad van 67,5% (de huidige bezettingsgraad is 66%). •
In het lage scenario met een groei van het aantal overnachtingen met 12,2% kan het aantal kamers groeien van de huidige 1.632 naar 1.788 in 2024. Dan is er dus ruimte voor een uitbreiding met 156 kamers.
•
Het middenscenario gaat uit van een groei van het aantal overnachtingen met 37,8% en schept marktruimte voor een groei naar 2.196 kamers, dus een uitbreiding met 564 kamers.
•
Het hoge scenario met een groei van het aantal overnachtingen met 61,8% leidt tot marktruimte voor 2.580 kamers in 2024. Een uitbreiding met 948 kamers.
Als het middenscenario wordt gevolgd ligt de markruimte voor een uitbreiding met 564 kamers ruim boven de in de afgelopen tien jaar gerealiseerde uitbreiding met 337 kamers. Met de nu zekere projecten (288 kamers) en waarschijnlijke plannen (315 kamers) wordt een uitbreiding van in totaal 603 kamers gerealiseerd, waarmee dus al in de uitbreidingsvraag volgens het middenscenario wordt voorzien.
Kwalitatieve vraag De toename van de vraag naar hotelkamers is mede afhankelijk van de mate waarin nieuwe hotelontwikkelingen een eigen vraag kunnen genereren. Dit geldt bijvoorbeeld voor de doelgroepen jongeren/budget en evenementenbezoekers, waarvoor de huidige Utrechtse hotelmarkt weinig aanbod heeft. Horwath HTL constateert dat met (relatief goede) budgethotels een nieuwe markt kan worden bediend. Ook bezoekers van short stay (2 weken tot 3 maanden) en zorggerelateerde bezoekers worden als kansrijke groepen genoemd. Hotels die volledig gericht zijn op deze doelgroepen kunnen een eigen vraag genereren en hoeven dus niet concurrerend te zijn met het huidige hotelaanbod. Ten slotte bieden ook de doelgroepen wetenschappers, expats en andere gasten die langer verblijf zoeken in appartementenhotels potentieel voor groei van het aantal hotelbezoeken, met name in de nabijheid van het Utrecht Science Park.
75
Bijlage 1 Gesprekspartners interviews
76
•
Paul Barendregt (Bedrijfsruimte Ontwikkelingsmaatschappij)
•
Jean Baptiste Benraad (Transformatieteam)
•
Siebe de Boo (CBRE Agency Utrecht)
•
Marco van Diggelen (De Boorder bedrijfshuisvesting)
•
Pieter Duif Verhoeven (UMC Real Estate Management)
•
Floris de Gelder (Stichting Utrecht Science Park)
•
Anne de Jong (CBRE Dutch Office Fund)
•
Richard Klomp (MBB Ontwikkeling, MBB+)
•
Menno Overtoom (Corio Vastgoed Ontwikkeling)
•
Stefan Rozendaal (Waltmann beleggingen)
•
Frank van der Sluys (DTZ Zadelhoff)
•
Gert-Jan Slob (Locatus)
•
Paul Trip (AM Real Estate Development)
•
Jan Verhaegh (DTZ Zadelhoff)
•
Jeroen van der Wal (Waltmann Bedrijfshuisvesting)
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
Bijlage 2 Begrippen A-1 locatie kernwinkelapparaat Tot het kernwinkelapparaat behorende straat of gedeelte van een straat gelegen tussen publiekstrekkers, waarbij landelijk opererende filiaalbedrijven minimaal 50% van de aanwezige winkelvestigingen innemen, terwijl het aandeel van winkels in dagelijkse artikelen en niet-winkels maximaal 10% bedraagt.
A-2 locatie kernwinkelapparaat Tot het kernwinkelapparaat behorende straat of gedeelte van een straat met tenminste één trekker, waarbij landelijk opererende filiaalbedrijven minimaal 25% van de aanwezige winkelvestigingen innemen, terwijl het aandeel van winkels in dagelijkse artikelen en niet-winkels maximaal 25% bedraagt.
Aanbod Aan het eind van het jaar op de vrije markt aangeboden ruimtes van tenminste 500 m2 kantoor, 750 m2 bedrijfsruimte (inclusief bijbehorende kantoorruimte) of 200 m2 winkelruimte. Het gaat om ruimte die al in gebruik, opgeleverd of in aanbouw is. In onderhuur aangeboden ruimte wordt meegeteld. Projecten in voorbereiding worden niet meegeteld.
B-locatie Tot het kernwinkelapparaat behorende straat of gedeelte van een straat, gelegen buiten het Awinkelgebied.
Bedrijfsruimte Gebouw bestemd voor productie, opslag en distributie van goederen. Ook bedrijfspaviljoens met een meer dan gebruikelijke kantoorcomponent, maar niet meer dan 50% van het totale oppervlak, vallen hieronder.
Bedrijfsverzamelgebouw Een door één instantie beheerd gebouw met een centrale entree, waarin (overwegend kleinschalige) kantoorruimte en/of bedrijfsruimte wordt aangeboden aan een substantieel aantal zelfstandige ondernemingen. Die kunnen gebruik maken van gemeenschappelijke diensten en/of voorzieningen. Kenmerkend is ook dat de gebruikers ruimte op maat kunnen huren, in kleine metrages en met korte en tussentijds opzegbare huurcontracten.
77
Eersteklas vastgoed Modern, courant onroerend goed dat tegemoet komt aan de hedendaagse wensen en eisen van het bedrijfsleven en zich op een goede locatie bevindt. Kantoren en bedrijfsruimte jonger dan vijf jaar op de beste locaties wordt over het algemeen gezien als eersteklas vastgoed. In de markt voor winkelruimte wordt ruimte met een courante frontbreedte en dito oppervlak in het A-winkelgebied als eersteklas aangemerkt.
Flexibele werkplekken Werkplekken waarvoor geen sprake is van een contract voor een bepaalde werkruimte voor een bepaalde huurperiode.
Hectares bedrijventerrein Bij uitgifte, bouwrijp kaveloppervlak en de planvoorraad bedrijventerrein gaat het steeds om hectares netto uitgeefbaar terrein.
Huurprijs kantoren en bedrijfsruimte Prijs per vierkante meter verhuurbaar oppervlak per jaar, exclusief BTW, servicekosten en huurderspecifieke inrichtingskosten.
Huurprijs winkels Prijs per vierkante meter bedrijfsvloeroppervlak per jaar, exclusief BTW, servicekosten, goodwill en overnamekosten. Prijzen hebben betrekking op een standaardunit van circa 150 m2 met een frontbreedte van 6 meter.
Incourant vastgoed Verouderd onroerend goed dat niet meer tegemoet komt aan de hedendaagse wensen en eisen van het bedrijfsleven en zich veelal op kwalitatief mindere locaties bevindt. Er zijn vaak (zeer) ingrijpende aanpassingen nodig om het pand geschikt te maken voor de hedendaagse vastgoedgebruiker.
Kantoor Kantoor Gebouw waarin werkzaamheden zeer overwegend gericht zijn op verwerking van informatie en de daarmee verbonden dienstverlening. Onderwijsgebouwen van HBO of Universiteit zijn niet meegeteld.
Kantoorachtige bedrijfsruimte Gebouw met een kantoorcomponent van 50-70% en voor het overige deel bedrijfsruimte.
78
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
Leegstand In bestaande gebouwen aangeboden ruimte, die op het moment van inventarisatie niet (meer) in gebruik is.
Onttrekking Een pand dat geen deel meer uitmaakt van het aanbod wordt beschouwd als onttrokken aan de voorraad. Het kan dan ook geen deel meer uitmaken van de leegstand.
Opname Kantoor- of bedrijfsruimte die in een kalenderjaar op de vrije markt verhuurd of verkocht is, dus met uitzondering van sale-and-lease-back transacties en nieuwbouw voor eigenaar-gebruikers. Er is sprake van opname als tussen partijen wilsovereenstemming is bereikt. In onderhuur verhuurde meters worden tot de opname gerekend.
Regio Als in de monitor sprake is van de regio Utrecht gaat het om de U10-gemeenten De Bilt, Bunnik, Houten, IJsselstein, Stichtse Vecht, Nieuwegein, Utrecht, Vianen, Woerden en Zeist.
Structureel aanbod Kantoorruimte die tenminste drie jaar achtereen op de markt wordt aangeboden.
Transformatie Transformatie gaat verder dan onttrekking aan de markt. Zo is een kantoor dat geen deel meer uitmaakt van het aanbod onttrokken aan de kantorenmarkt. Van transformatie is pas sprake als er een omgevingsvergunning is voor herontwikkeling naar een andere functie.
Uitgifte bedrijventerrein Bedrijventerrein is als uitgegeven gekwalificeerd als tenminste een intentie-overeenkomst is bereikt. Als later blijkt dat de intentie-overeenkomst weer is ontbonden (niet is omgezet in een uitgifte-overeenkomst) dan wordt het uitgiftecijfer daarvoor gecorrigeerd.
Vrije markt De huur en koopmarkt waarop ontwikkelaars, beleggers en andere particuliere eigenaars ruimte aanbieden voor nog onbekende gebruikers. Ruimte die een eigenaar direct voor eigen gebruik bouwt is hier niet in meegenomen, evenmin als sale-and-lease-back transacties.
79
Bijlage 3 Gegevens winkelstructuur Filialisering in gebruik zijnde winkels wvo in
wvo
gebruik
filialen
% filiaal
winkels in gebruik
filialen
% filiaal
134.246
98.834
74%
705
311
44%
GWC Overvecht
24.371
23.168
95%
88
68
77%
GWC Kanaleneiland
14.377
13.257
92%
56
40
71%
Hoofdwinkelcentra Centrum Stadsdeelcentra
Wijkwinkelcentra Amsterdamsestraatweg-Noord
9.556
5.699
60%
38
9
24%
11.980
6.009
50%
80
22
28%
Amsterdamsestraatweg-Zuid
3.495
2.325
67%
30
6
20%
Nachtegaalstraat/Burg. Reigerstraat
9.539
4.801
50%
72
25
35%
Kanaalstraat/Lombok
4.952
1.085
22%
70
5
7%
Balijelaan/Rijnlaan
4.354
2.515
58%
27
9
33%
Smaragdplein
5.122
4.295
84%
28
18
64%
Vleuterweide
9.678
7.324
76%
36
20
56%
Parkwijk
4.213
4.110
98%
13
11
85%
Vleuten Dorpsstraat
4.489
3.466
77%
30
16
53%
87.942
68100
77%
63
41
65%
Amsterdamsestraatweg-Midden
overige locaties Woonboulevard Kanaleneiland The Wall
27.121
21121
78%
7
6
86%
buurtcentra / verspreide winkels
135.129
91856
68%
458
151
33%
Totaal
490.564
357965
73%
1.801
758
42%
Bron: LOCATUS Onderzoek + Advies, cijfers januari 2014 wvo = winkelvloeroppervlak excl. automotive en brandstoffen
80
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
Totaal verkooppunten verkoop
leisure/
-punten
leeg
winkels *
horeca *
diensten *
1.360
43
705
433
179
124
9
88
13
14
81
4
56
6
15
Hoofdwinkelcentra Centrum Stadsdeelcentra GWC Overvecht GWC Kanaleneiland Wijkwinkelcentra Amsterdamsestraatweg-Noord
70
3
38
11
18
181
16
80
34
51
71
10
30
12
19
Nachtegaalstraat/Burg. Reigerstraat
124
4
72
19
29
Kanaalstraat/Lombok
126
4
70
23
29
Balijelaan/Rijnlaan
61
4
27
12
18
Smaragdplein
44
1
28
4
11
Vleuterweide
55
2
36
9
8
Parkwijk
21
1
13
4
3
Vleuten Dorpsstraat
63
3
30
13
17
77
8
63
2
4
Amsterdamsestraatweg-Midden Amsterdamsestraatweg-Zuid
overige locaties Woonboulevard Kanaleneiland The Wall
11
1
7
3
0
buurtcentra / verspreide winkels
1.168
73
458
392
344
Totaal
3.637
186
1.801
990
759
Bron: LOCATUS Onderzoek + Advies, cijfers januari 2014 wvo = winkelvloeroppervlak * in gebruik zijnde voorraad excl. automotive en brandstoffen
81
Bijlage 4 Overzicht Utrechtse bedrijventerreinen Bedrijventerreinen in de gemeente Utrecht per 1 januari 2014 (in hectares) Bedrijventerrein Lage Weide
netto reeds
nog uit te geven
waarvan
bruto opp.
netto opp.
uitgegeven
planvoorraad
bouwrijp
216,0
154,0
154,0
0
0
Oudenrijn
94,0
67,0
65,8
1,2
1,2
De Wetering-noord *
37,0
29,5
29,5
0
0
De Wetering-zuid **
27,0
21,6
12,5
9,1
9,1
Nieuw Overvecht
44,0
36,0
36,0
0
0
Cartesiuswegterrein
40,0
31,0
31,0
0
0
Cartesiusdriehoek
30,0
20,0
20,0
0
0
Nieuwerijn (Papendorp)
31,0
20,7
14,3
6,4
6,4
Haarrijn
16,0
12,0
2,8
9,2
9,2
Strijkviertel
45,0
30,0
0
30,0
0
Demkaterrein
8,4
5,4
5,4
0
0
Park Voorn
7,0
6,0
6,0
0
0
Vleuterweide
6,0
4,0
4,0
0
0
25,0
20,0
20,0
0
0
5,0
2,8
2,8
0
0
631,4
460,0
404,1
55,9
25,9
Kanaleneiland Lunetten Totaal Bron: Onderzoek Utrecht. *
Inclusief RWZI De Wetering.
**
Exclusief de 5,3 ha reservering voor de nieuwbouw van het St. Antoniusziekenhuis en de netto 2,4 ha met een
kantoorbestemming.
82
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
Bijlage 5 Geschakelde units
Kleinschalige geschakelde units in Utrecht * naam
locatie
type
Adriaan van Ostadelaan 54
Adriaan van Ostadelaan 54
A
Ambachtsverzamelgebouw Schaverijstraat / Tractieweg
Schaverijstraat 50-66 / Tractieweg 100-112
B
Arkansasdreef 20
Arkansasdreef 20
A/B
Bedrijfsverzamelcomplex Silverpoint
Radonweg 1-10
K/B/S
Bedrijvenpark Merwede
Kanaalweg 29
B
Bedrijvencomplex U2POINT
Proostwetering
B/S
Bedrijvenpark De Limes
Boteyken
K/B/S
Camelot Workspace Utrecht
Willem Dreeslaan 14
K/A
Concordia Creative Industries
Concordiastraat 68
A
Corio Business Center
Catharijnesingel 51a
K
Grave van Solmsstraat 2
Grave van Solmsstraat 2
A
De Vlampijpateliers
Vlampijpstraat 50
A
Draaiweg 51
Draaiweg 51
A
HAL 16
Archimedeslaan 16
A
Het Nieuwe Kantoor
Weg der Verenigde Naties 1
K
Hof van Chartreuse
Laan van Chartroise 166-174
K
JA iNdus creatieve werkplaats
Europalaan 41
B/A
Jutfaseweg 156
Jutfaseweg 156
A
Kade 36
Rembrandtkade 36
K
Kleine Geertekerkhof 6
Kleine Geertekerkhof 6
A
Laan van Engelswier 13
Laan van Engelswier 13
A
Lange Nieuwstraat 2
Lange Nieuwstraat 2
A
Mediacentrum
Hengeveldstraat 29
K
Mgr. van de Weteringstraat 13
Mgr. van de Weteringstraat 13
A
Molenwerfhof
Molenwerfhof 46
A
OfficeTOday
Reactorweg 25
K
Smart Business Park
Kanaalweg 14-19
K/B
Stichting Uranus Cultuurlab
Uraniumweg 17 / 21A
A
Bron: Onderzoek Utrecht * hoogstwaarschijnlijk is deze lijst niet uitputtend Toelichting type: A = atelierruimte; B = bedrijfsruimte; K = kantoorruimte; S = showroom
83
Bijlage 6 Hotelaanbod Hotels e. d. in Utrecht (2013) Naam
Aantal kamers
5
121
NH Utrecht
4
276
Carlton President
4
164
Hotel Mitland
4
139
Park Plaza Utrecht
4
120
Apollo Hotel Utrecht City Centre
4
90
Malie Hotel Utrecht - Hamshire Classic
4
45
Court Hotel City Centre Utrecht
4
27
Hotel DOM
4
11
ECR Hotel De Keizershof
4
10
Bastion Hotel Utrecht
3
146
Holiday Inn Express Utrecht - Papendorp
3
118
Ibis Utrecht
3
84
NH Centre Utrecht
3
47
Mary K Hotel
3
9
Park Hotel
3
4
Hotel Oorsprongpark Utrecht
2
38
Hotel Holland Lodge
2
10
Hotel de Admiraal
2
8
Hotel Domstad
1
11
Beurshotel Utrecht
geen
22
Havaa Apartments
geen
14
Hostel Strowis
geen
14
Hostel Wittevrouwensingel
geen
12
Mevr. J Kubus
geen
11
Stone Hotel & Hostel
geen
11
Badhu
geen
8
Pension Lopez Giminez
geen
7
Fort aan de Klop
geen
6
Hostel B&B Utrecht City Centre
geen
6
overige (27)
geen
43
totaal (57) Bron: Horwath HTL
84
Sterrenclassificatie
Grand Hotel Karel V
Vastgoedmonitor Utrecht 2013
1.632