Notulen van de openbare vergadering van het algemeen bestuur van het waterschap Peel en Maasvallei, gehouden op 1 oktober 2008 om 10.00 uur in het waterschapshuis, Drie Decembersingel 46 te Venlo. De integrale tekst van de notulen van deze vergadering is digitaal opgenomen en kan indien gewenst worden beluisterd. Presentie Voorzitter: H.A. van Alderwegen Secretaris: mr. W.J.M. Evers Leden : G. Aldag, G.J.M. Billekens, J.G.M. Classens, R.E.W.M. Dupont, mw. M.H.G. FleurenSwinkels, H.E.G. Frenken, mw. G.P.M. van de Goor-van den Broek, J.H. Heijnen, L.J.G.M. Heldens, W.H.G. Hermans, J.A.M. de Hoon, A.J.M. van Iersel, P.F.G. Janssen, A.W.M. Kersten, J.T.G.M. Koolen, mw. J.H. Kuijpers-Witteveen, G.P. Roelofs, L.J.M. Rooskens, H.H. Ruiten, H.M.J. Steeghs, W.G.M.M. Timmermans, P.J.M. Vogels, P.W. Willekens. Afwezig: Ph. Bossenbroek, W.H.G. Hermans, J.W.M. Janssen, J.P. Kluskens, M.J.H. Linders, mw. J.A.M.M.J. Peeters, O.G. Plantema, J.H.A. van Schaik, G.C.T.M. Verrijdt Verslaglegging: J.P.G.M. Geelen 1. Opening De voorzitter opent de vergadering om 10.00 uur en attendeert op de uitnodiging voor 17 december 2008 met de aanbeveling om die dag de middag en avond vrij te houden voor de leden met hun partner. 2. Spreekrecht toehoorders Hiervan wordt geen gebruik gemaakt. 3.
Vaststelling notulen vergadering 2 juli 2008 Pagina 2: de laatste zin onder punt 4b mededelingen wordt gewijzigd in: “De voorzitter deelt mee, dat vrijdag aanstaande daar weer overleg over plaatsvindt.” Naar aanleiding daarvan vraagt mw. Fleuren hoe e.e.a. in de tijd gezien moet worden, temeer het hoogwaterseizoen in de regel in het najaar aanvangt. De voorzitter deelt mee, dat voor wat betreft de sluitstukken Blerick en Venlo vanaf nu de noodmaatregel van kracht is. Pagina 4, 16e regel: De zinsnede “Zeven van de 25 AB leden...” wordt gewijzigd in: “Zes van de 25 AB-leden...” Pagina 6, rondvraag: de heer Frenken vraagt naar aanleiding van zijn eerdere vraag over de hoofdpijndossiers hoe de stand van zaken is. De voorzitter deelt mee dat één dossier resteert, maar geen hoofdpijn bezorgt. Naar aanleiding van de rondvraag van de heer Van Iersel over de afvoer van maaisel deelt de voorzitter mee dat het DB heeft besloten om geen onderzoek te doen naar afvoer van maaisel, en dus geen beroep te doen op de onderzoeksgelden. Vastgesteld conform concept, behoudend bovenstaande aanpassingen.
4a. ingekomen stukken 1. Brief WBL van 11 juli 2008: vastgestelde jaarrekening v.k.a. 2. Brief Werkgroep Behoud de Peel van juli 2008: jaarverslag 2007. v.k.a. 3. Brief Loonen Advies B.V. Van 4 april 2008: maaibeleid Venrayse Endepoel. v.k.a. 4. Mailcorrespondentie H.C. Bremer van mei 2008: waterschapslasten.
2 v.k.a. 5. Verslag AB-vergadering WBL van 7 mei 2008. v.k.a. 6. Brief directeur WBL d.d.13 augustus 2008: WBL-ontwerpbegroting c.a. v.k.a. 7. Landelijk jaarverslag 2007 muskus- en beverrattenbestrijding. v.k.a. 8. Brief directeur WBL d.d. 5 september 2008: Marap t.m. tweede kwartaal 2008. v.k.a. 9. Brief dr. W. Heemskerk d.d. 3 september 2008: bestuursverkiezing 2008. v.k.a./afdoening wordt overgelaten aan het DB. 10. Managementletter. De heer Frenken verwijst naar de opmerkingen in de managementletter over personeel, inkoopproces en verantwoording rond projectadministratie. Hij gaat er van uit dat dit de aandacht heeft bij het DB. De voorzitter bevestigt dit. De heer Vogels stelt voor om het stuk te agenderen voor de commissie Bestuur en Middelen. De voorzitter bevestigt dit. Bij de stukken zal dan ook de reactie van de directeur worden gevoegd. v.k.a. 11. Conceptverslagen commissievergaderingen d.d. 10 september 2008. v.k.a. 4b. mededelingen geen. 5.
Rapport Presterende waterschappen Limburg; terugblik op bestuurlijke periode '04-'08. De voorzitter licht e.e.a. beknopt toe. Mw. Fleuren deelt namens haar fractie mee dat de interviews in te kleine kring gehouden zijn. Overigens is de transparantie naar de bevolking toe te gering: wat doet het waterschap en wat kost dit? De heer Vogels ondersteunt mw. Fleuren en acht het gewenst dat het rapport ook wordt aangeboden aan het nieuwe bestuur. De heer Frenken vindt eveneens dat te weinig de mening van de “echte klanten” van het waterschap wordt gepeild. Het DB zou overigens al in een voorafgaande fase de vraag hebben moeten stellen aan het AB, wat het onderwerp van evaluatie zou moeten zijn. Dan zou zondermeer de mate van betrokkenheid van de burger genoemd zijn. De betrokkenheid DB/AB is te mager geweest. Ook de rolverdeling DB/AB komt niet aan de orde. Hij geeft enkele concrete voorbeelden waarbij het AB niet op voorhand naar een opinie is gevraagd. Het blijft zoeken naar een balans tussen enerzijds besturen op afstand, anderzijds voldoende de standpunten van het AB peilen. De afstand tussen “werkvloer” en DB vindt hij te groot. Hij vraagt hoe met het nieuwe bestuur een en ander zal worden verbeterd, met name het contact tussen DB en AB. De heer Roelofs constateert dat er drie rapporten voorliggen: de twee waterschappen als “moeder” en de “dochter”. De beoordeling over het WBL is prima: helder, transparant, scenario-denken, duurzaamheid, pro-actief, innovatief, klantgericht, kostenbewust, stevig personeelsbeleid en weinig zichtbaar voor derden. Het WPM-rapport: er wordt geschreven dat veel goed gaat, maar vervolgens wordt het waterschap afgeschilderd als: niet meetbaar, onduidelijk, star, geen interne afstemming, geen duurzaam energiegebruik, reactief, weinig innovatief of creatief, doof en onzichtbaar. Een serieuze organisatie brengt dit naar buiten hetgeen echter niet blijkt uit het persbericht. Wel wordt daarin benoemd dat het waterschap een CO2-print heeft die beter is dan menig ander waterschap. Dit kan alleen maar, zelfs zonder ook maar één kWh. groene stroom in te kopen, door gebruik te maken van de WBL-bedrijfsresultaten. Hij betreurt dit. Veelvuldig wordt gesproken over duurzame energie, maar tot op heden wordt niets ingekocht. De valkuilen die in het rapport genoemd worden moet leiden tot uitdagingen; perfectionisme moet leiden tot “goed is goed genoeg”. Kokervisie en starheid moet wijzigen in oog en oor voor de omgeving; regels en bureaucratie moet zich gaan beperken tot vastleggen op hoofdlijnen en vrijheid op details.
2
3 Hij constateert dat bij de bouw van de hoogwaterloods geen beroep is gedaan op de deskundigheid van het WBL; dit lijkt op een “Zij en Wij”. Hij is echter overtuigd dat het “Wij en Wij”” is, maar daar heeft het DB een duidelijke taak bij. Kortom: er is veel te verbeteren zowel in- als extern. Het aanwijzen van portefeuillehouders kunnen daartoe een eerste aanzet zijn. Het DB biedt voor de komende AB-vergadering een plan van aanpak aan; de heer Roelofs vraagt om alvast daaraan voorafgaand een inkoopcontract groene energie af te sluiten. De voorzitter constateert dat herkenning bestaat bij het onvoldoende naar buiten treden, oog en oor voor de omgeving hebben. Er zijn weliswaar op dit punt inspanningen gedaan, maar kennelijk met een beperkt resultaat. Hij bevestigt, dat het rapport aan het nieuwe bestuur wordt aangereikt. Verder geeft hij aan dat er weliswaar een discrepantie schijnt te bestaan op een aantal punten tussen de resultaten bij het WBL en het WPM. Het is echter eenvoudiger om een bedrijf goed te leiden dan een overheid. Een overheidsorganisatie is veel complexer, al was het alleen al vanwege de bestuurlijke situatie en juist daardoor het omgevingsgericht werken, met veel scherpere belangentegenstellingen. Temeer is dat de reden geweest dat de waterschapstaken gesplitst zijn in overheidstaken en bedrijfsmatige taken; de laatste op afstand gezet in de vorm van het WBL. Aandachtspunt voor de toekomst is het onderling gebruik maken van deskundigheid. Bij de bouw van de loods is dat niet gebeurd, maar op het gebied van middelen gebeurt dat juist wel. Overigens is inderdaad het persbericht met een positieve inslag uitgebracht. Naar aanleiding van de reactie van de heer Frenken meldt de voorzitter dat het AB niet vooraf is gevraagd wat de onderwerpen van onderzoek zouden moeten worden. Het ware beter geweest, als dit wel was gebeurd. Een AB-tevredenheidsonderzoek kan daar alsnog bij passen. De overige opmerkingen van de heer Frenken zullen aan de hand van het plan van aanpak in de komende commissievergadering besproken kunnen worden. Het plan kan dan hervormd worden in een aanbeveling voor het nieuwe bestuur. Hij roept dan ook op om enkele AB-leden naar voren te schuiven om mee te helpen een stuk te vormen, zodat dit niet een plan of aanbeveling louter vanuit het DB wordt. De heren Van Iersel en Vogels vinden het voorstel van de voorzitter een goed idee. Het hoeft geen uitgekauwd stuk te worden, maar zou zich dienen te beperken tot het benoemen van accenten, zonder daarmee het nieuwe bestuur voor de voeten te lopen. De heer Willekens vindt dat er een te negatieve sfeer rond het rapport hangt. Het bestuur is de bestuursperiode op constructieve wijze ingegaan. Er is een organisatieontwikkeltraject gestart met een positieve wending. Ook het PR- en communicatiebeleid ontwikkelt zich zondermeer positief. Er wordt ingezet op interactief beleid: de omgeving wordt daar nadrukkelijk bij betrokken. Uiteraard blijven verbeteringen bij een aantal onderwerpen mogelijk. Het rapport moet dan ook gezien worden als een handreiking om daartoe te komen, in de nieuwe bestuursperiode. Voorbeelden worden daartoe beschreven o.a. voor wat betreft de relatie tussen bestuur en ambtenarenapparaat, tussen DB en AB, samenwerking en kostenbewustzijn. Het is een lastige bestuursperiode geweest, er is een grote slag gemaakt met een positief gevoel aan het einde van die periode. De heer Rooskens ondersteunt de heer Willekens in zijn betoog en voegt daaraan toe, dat hij vier jaar geleden toch wel was geschrokken van de organisatie: veel negatieve indicatoren; inmiddels hebben alle hoofditems zich positief ontwikkeld met als breekpunt het K+V-rapport. Grote slagen vooruit zijn gemaakt in een relatief beperkte periode en in een toenemend tempo. De teneur is goed. De voorzitter concludeert dat het rapport per saldo positief is en een belangrijk document vormt voor nieuwe bestuur, aangevuld met een “bestuurlijke boodschap van aanbevelingen” vanuit een samenwerking tussen DB en AB. De heer Roelofs deelt mee dat er zonder meer veel goede dingen gebeuren, maar dat er ook voldoende zaken zijn die verbetering behoeven. Voorkomen moet worden dat over het graf geregeerd wordt. Verder meldt hij dat hij bereid is mee te werken aan een plan van aanpak.
3
4
Mw. Fleuren hoopt dat aan een aantal zaken een deadline gekoppeld wordt bij voorbeeld voor wat betreft het instellen van portefeuillehouders. De heer Frenken deelt mee dat een plan van aanpak een goede zaak is. Op het betoog van de heer Roelofs reageert hij met de opmerking, dat hij zich tijdens zijn AB-lidmaatschap de afgelopen vier en een half jaar niet bezwaard heeft gevoeld om een reactie te geven als er zaken aan de orde kwamen die hem niet bevielen. Het aanreiken van een “testament” in de vorm van een aanbeveling gaat hem iets te ver. Met een “testament” gaat het huidige bestuur op de stoel van het nieuwe bestuur zitten. De heer Timmermans verzoekt om het plan van aanpak “smart” te presenteren om daarmee spraakverwarring te voorkomen; het zittende bestuur stelt het plan vast en het nieuwe bestuur kan daarvan afwijken, als dat bestuur daaraan behoefte heeft. De voorzitter stelt voor om via de fractievoorzitters AB-leden te benaderen die samen met hem, de secretaris-directeur en de plaatsvervangend voorzitter een aanbeveling opstellen, die maximaal enkele A4-tjes omvat en smart gesteld zal zijn. Hij spreekt de voorkeur uit om die aanbeveling niet in de vorm van een besluit te gieten. Voor wat betreft de opmerking van de heer Roelofs over groene stroom, deelt de voorzitter mee, dat het waterschap sinds augustus 2008 is overgestapt op groene stroom. Daarmee is hetgeen over dit punt in het rapport is vermeld feitelijk achterhaald. Vervolgens besluit het bestuur conform punt 1 van het concept-besluit en besluit punt 2 als volgt te herschrijven: “2. Een reactie van een afvaardiging uit het algemeen bestuur, in samenspraak met de directie, op het rapport Presterende Waterschappen Limburg in de vorm van een aanbeveling nog deze bestuursperiode tegemoet te zien en te bespreken.” 6.
Bestuursrapportage 2e kwartaal. De heer Van Iersel doet een oproep om vooral te communiceren met klagers vanuit het veld; een watercafe op enkele plaatsen zou een mogelijkheid zijn, b.v. bij een grote LLTBafdeling; feit is wel dat niet alle agrariërs zijn aangesloten bij de LLTB. Met het louter aanschrijven van de LLTB-leden worden niet alle agrariërs bereikt. Hij geeft in overweging om een jaarlijkse evaluatiebrief te sturen zoals dat gebeurt bij het waterschap Aa en Maas. Een evaluatie over het bestuurlijk beleid, maaibeleid en waterconservering acht hij gewenst. De heer Frenken, naar aanleiding van het gestelde op pagina 2, punt thema watersystemen, onder reconstructie en gebiedscoördinatie, zet vraagtekens bij de nieuw visie van het DB om bij grondverwerving in plaats van de voorkeur te geven aan een wettelijke maatregel zoals onteigening, te kiezen voor grondafstand op vrijwillige basis; dit zou volgens het DB meer effectief zijn.Vaak wil de verkoper weliswaar meewerken, maar wil vervangende grond in plaats van geld. Als het waterschap geen grond heeft dan zal dat toch mogelijk tot onteigening leiden hetgeen tot oneerlijke situaties kan leiden. Hij roept het DB op om dit dilemma nader te bezien. De heer Willekens verwijst naar de zinsnede op pagina 15, vierde alinea “wij denken....opening biedt” en vraagt wat die opening dan is? Overigens deelt hij mee een groot voorstander te zijn van grondverwerving op vrijwillige basis met dwang als laatste middel. De heer Roelofs steunt de visie van de heer Willekens. De voorzitter geeft een reactie. Ten aanzien van communicatie: klagers definieert hij als gratis adviseurs. Uitgangspunt is dat de klager in eerste instantie geacht wordt gelijk te hebben. Deze nieuwe denkwijze moet groeien. Er bestaat tevredenheid over de huidige afhandeling van klachten en claims. Dit betreft de individuele benadering. Het aantal klachten en claims neemt overigens wel toe. Voor wat betreft een algemene communicatie/benadering wordt gekozen voor het benaderen van groepen van boeren, burgers enz. waarbij de boeren vaak via het medium LLTB zijn benaderd. Het DB beseft dat bij een 50% organisatiegraad de niet bij de LLTB aangeslotenen niet vergeten mogen worden.
4
5 Voor wat betreft het gestelde op pagina 2 en 15: de inzet is om voorzichtig om te gaan met de ultieme wettelijke dwang rond grondverwerving. Het project Tungelroysebeek is daar een voorbeeld van. De grondverwerving gebeurt daar op basis van vrijwilligheid. In de eerste gesprekken met de grondeigenaar wordt gepeild wat diens voorkeur is. Meestal wenst deze vervangende grond. Om aan die wens tegemoet te komen zal dus bij projecten veel eerder grond verworven moeten worden om zo ruilgrond als buffervoorraad te hebben. Als grondruil niet aan de orde is, dat is een schadevergoeding de tweede mogelijkheid; vergoeding van zowel bedrijfs- als vermogensschade. Dus een vrijwillige verwerving maar als ware het onteigening om de -hogere- prijs te verantwoorden. Mocht een financiële compensatie niet aan de orde zijn, dan is de derde mogelijkheid om de schade tot een minimum te beperken door middel van technische maatregelen. Grondeigenaren die in eerste instantie niet willen meewerken moet niet als “dwarsliggers” gezien worden temeer deze vaak vanuit hun oogpunt goede reden hebben om niet mee te werken. Het is dan zaak om ze te informeren over alle opties, inclusief dwangmaatregelen, onder vermelding dat dit laatste geheel niet aan de orde is tenzij in alle redelijkheid de andere varianten tot geen resultaat leiden. Ook de provinciale politiek en diens organisatie mag overtuigd worden dat dit de goede weg is. Ingestemd met de opgenomen voorstellen en begrotingswijzigingen conform voorstel. 7.
Ontwerp-verordeningen ex artikel 108 en 109 Waterschapswet. De heer Timmermans geeft in overweging om het nieuwe bestuur het advies mee te geven om zo vroeg mogelijk een personele invulling te geven aan het auditcomité zodat voldoende tijd resteert voor overleg met de accountant over de manier van controle. Dus vroegtijdige agendering is gewenst. Verder deelt hij mee, dat artikel 9 van de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie, betreffende het kunnen afwijken van de begroting een vertrouwen uitspreekt jegens het DB. Terugkoppelen en transparant handelen is dan uiteraard nodig. Daarmee is overigens niet gezegd dat dit op dit moment niet zou gebeuren. De voorzitter deelt mee, dat in de eerste vergadering van het nieuwe AB wordt bepaald wie in welke commissie of ander bestuursorgaan zitting zal nemen. Ook dan wordt het instellingsbesluit genomen. Het AB geeft het vertrouwen aan het DB via het bedoeld artikel. Dat vertrouwen blijft in stand als op een verantwoorde manier met het mandaat wordt omgegaan en verantwoording wordt afgelegd. Vastgesteld conform voorstel.
8.
Samenwerkingsverband tussen Waterschapsbedrijf Limburg en gemeente Kerkrade op het terrein van waterketenbeheer (rioleringszorg). De heer Timmermans constateert dat feitelijk al overeenstemming tussen partijen bestaat. Hij vraagt wat de meerwaarde van een AB-besluit achteraf is. Hij stelt verder voor om voor het nieuwe bestuur een principiële discussie te agenderen over te kiezen ondernemingsvorm bij een toekomstige samenwerking, bv een gemeenschappelijke regeling, stichting of vennootschap waarbij de voor- en nadelen van iedere vorm de revue passeren. Een beleidslijn voor de toekomst kan dan het resultaat zijn. De voorzitter deelt mee, dat de overeenkomst nog getekend moet worden; er is vooraf toestemming van de algemeen besturen van beide Limburgse waterschappen nodig conform de Wet gemeenschappelijke regeling. Bij het instellen van het Waterschapsbedrijf Limburg is gekozen voor een gemeenschappelijke regeling omdat het een overheidstaak betreft die vanuit de twee waterschappen beleidsmatig gestuurd wordt; ook behoud van de ambtenarenstatus voor het personeel heeft een rol gespeeld. Bij de samenwerking met Kerkrade wordt een soortgelijke manier voorgestaan; een juridische constructie waarbij ook een overheidstaak in beeld is en waarbij een lichte gemeenschappelijke regeling gecombineerd wordt met een dienstverleningsovereenkomst.
5
6 Op termijn zal verder nagedacht worden en een principiële discussie worden gehouden, met name bij samenwerking op het gebied van heffing en inning. Bij meer dan 6 of 7 partners zou een gemeenschappelijke regeling wel eens niet de juiste vorm kunnen zijn. De heer Timmermans constateert dat uit de stukken niet blijkt dat het WBL-bestuur onder de voorwaarde van instemming van de twee waterschapsbesturen het besluit in mei 2008 heeft genomen. De heer Aldag licht toe dat bij zulk soort onderhandelingen en overeenkomsten, net zoals in het bedrijfsleven, impliciet bekend is dat het besluit onder voorbehoud van instemming van het bevoegde orgaan wordt genomen. Ingestemd conform voorstel. 9.
Samenwerkingsverband tussen Waterschapsbedrijf Limburg en gemeente Venlo op het gebied van belastingheffing. De voorzitter geeft een toelichting. De gemeente wil een gemeenschappelijke regeling aangaan met het WBL. Het betreft alle belastingzaken voor Venlo waarbij 14,5 van de 28 fte worden overgenomen via een sollicitatieprocedure; de overige medewerkers blijven ten laste van de gemeente. Per saldo leidt e.e.a. tot een besparing van € 755.000/jr voor de burgers; 60% daarvan komt ten gunste van de gemeente en 40% gaat naar WBL. De reden voor deze verhouding is dat de risico's voor Venlo groter zijn: surplus aan fte, overheadkosten e.d. Op termijn zal een verdere efficiencyslag er toe kunnen leiden dat de verhouding 50/50 wordt. Uit strategisch oogpunt is een samenwerking gunstig aangezien perceptiekosten bij gemeenten en waterschappen relatief hoog zijn. Schaalvergroting draagt bij aan het beperken van die kosten. Landelijk wordt gekeken naar samenwerking met gemeenten. Venlo gaat als referentie fungeren om aan te tonen, ook richting Brabantse waterschappen, dat WBL zulke klus aan kan. Bovendien eisen de Brabantse waterschappen dat een samenwerking met hun eveneens toegankelijk moet zijn voor gemeenten. Overigens zal de gemeente Arcen en Velden in 2010 aansluiten. De heer Willekens pleit er voor om samenwerking nadrukkelijk onder de aandacht van alle gemeenten te brengen, bij voorbeeld via de VNG of VLG. Ingestemd conform voorstel.
10. Kredietvotering project Eckeltsebeek te Afferden. Mw. Fleuren vraagt of het waterschap het project van de heer G. Verrijdt, waarvoor hij overigens een prijs gekregen heeft, zou kunnen steunen De voorzitter deelt mee, dat hij zal overleggen met de heer Verrijdt. De heer Van Iersel vindt het jammer dat het subsidiebedrag van € 150.000 niet is binnengehaald. Verder vraagt hij of de kosten van het opruimen van munitie elders verhaald kunnen worden. De voorzitter constateert dat het soms niet lukt om de subsidie binnen te halen. Ervaring heeft elders geleerd, dat bommen opruimen veel ellende, vertragingen geeft: als iemand roept dat er wel eens iets kan liggen, dan zal niemand besluiten om zonder meer verder te gaan. Als bevoegd gezag is ook het waterschap in zulke situatie gehouden om eerst een expertise te laten uitvoeren. Ingestemd met uitwerking en aanvullend krediet beschikbaar gesteld conform voorstel. 11. Verlengen Integraal Waterbeheerplan “Orde in water, Water in orde”. Planherziening is uitgesteld tot 22 december 2009 conform voorstel. 12. Rondvraag. Mw. Fleuren: er zou opnieuw water kunnen gaan stromen door de onvoltooide Noordervaart; is bekend hoe de stand van zaken hierover is? De voorzitter deelt mee, dat voor januari 2009 een antwoord wordt gegeven.
6
7 De heer Timmermans: vraagt aandacht voor de aankleding van de dijken. Als voorbeeld in Heijen, de dijk waarover de N271 loopt. Na aanpak door het waterschap zijn alle bomen verdwenen. Ook de kade in Gennep die aangelegd moet worden, schijnt een kale muur van 5 meter hoog te worden. De voorzitter verwijst naar de ontwerpnota waterkeringbeheersplan. Het AB zal deze nota nog vaststellen. Een bestuurlijk moment om eventueel veiligheid en aardigheid te combineren. De heer Frenken deelt mee, dat in het waterkeringsbeheersplan geen richtlijnen zijn opgenomen voor wat betreft het aankleden van kaden. Overigens meldt hij dat de gemeente Leudal de kade in Leudal heeft benoemd tot “een van de onwenselijkste blikvangers in Leudal”. De heer Van Iersel vraagt naar de stand van zaken betreffende de Tungelroysebeek. Tevens vraagt hij om de grondcommissie bijeen te laten komen mede i.v.m. Het gewijzigd grondbeleid. De voorzitter deelt mee dat dit jaar nog het sectorale plan-Oost start en dus wellicht dit jaar nog in het bestuur wordt behandeld. Aan het eind van het jaar valt een beslissing over het integrale plan, dat binnenkort in de gebiedscommissie wordt behandeld en vervolgens naar de provincie gaat. De voorzitter deelt verder mee dat nog geen grondcommissie is benoemd. Het DB zal echter actie ondernemen. In de tussentijd zal de voorzitter als plaatsvervangend vertegenwoordiger van die commissie optreden. 13. Sluiting. De voorzitter sluit de vergadering om 12.05 uur.
7
8
LIJST VAN TOEZEGGINGEN EN AANDACHTSPUNTEN VERGADERING ALGEMEEN BESTUUR 1 oktober 2008 Agenda Toezegging Punt AB-vergadering 19 december 2007 9.
4a
Integriteitsbeleid Schriftelijke evaluatie 2008 AB-vergadering 1 oktober 2008 ingekomen stukken, punt 10: managementletter Agenderen voor Cie Bestuur en Middelen met reactie van secretaris-directeur
5
Rapport presterende waterschappen Plan van aanbeveling
12
Rondvraag (Fleuren) Stand van zaken onvoltooide Noordervaart (Van Iersel) Benoemen leden grondcommissie
Aktie
Afdoening termijn
DB
Voorjaar 2009
Secretaris-dir.
Sept. 2008
DB/directie
Nov. 2008
DB DB
Dec. 2008 Dec. 2008
8
9
WATERSCHAP PEEL EN MAASVALLEI BESLUITENLIJST VERGADERING ALGEMEEN BESTUUR d.d. 1 oktober 2008 Aanwezig: zie notulen Afwezig: zie notulen No. 3.
Omscghrijving Onderwerp: Voorstel: Besluit: Openbaar:
Notulen 2 juli 2008 Vaststellen Vastgesteld Ja
4.
Onderwerp: Voorstel: Besluit: Openbaar:
a. Ingekomen stukken 1 tm 11: vka 1 tm 11: vka Ja
Onderwerp:
b. Mededelingen geen
Onderwerp: Voorstel:
Rapport Presterende Waterschappen Limburg conclusies en aanbevelingen meenemen in organisatieontwikkeling en plan van aanpak van DB tegemoet zien en bespreken. 1. Conform voorstel 2. reactie vanuit AB-afvaardiging i.s.m. directie, in vorm van plan van aanbeveling ter discussie tegemoet zien. Ja
5.
Besluit:
Openbaar: 6.
Onderwerp: Voorstel: Besluit: Openbaar:
7.
Onderwerp: Voorstel: Besluit: Openbaar:
8.
Onderwerp: Voorstel: Besluit: Openbaar:
9.
10.
Onderwerp:
Opm./afdoening
Bestuursrapportage 2e kwartaal 2008 Instemmen met voorstellen en begrotingswijzigingen Ingestemd Ja Ontwerpverordeningen ex art. 108 en 109 Waterschapswet Vaststellen Vastgesteld Ja Samenwerkingsverband WBL/gemeente Kerkrade op gebied van waterketenbeheer Instemmen Ingestemd Ja
Voorstel: Besluit: Openbaar:
Samenwerkingsverband WBL/gemeente Venlo op gebied van belastingheffing Instemmen Ingestemd Ja
Onderwerp: Voorstel:
Voteren krediet project Eckeltsebeek Afferden instemmen met planuitwerking en aanvullend
9
10
Besluit: Openbaar: 11.
Onderwerp: Voorstel: Besluit: Openbaar:
12.
krediet beschikbaar stellen Ingestemd en beschikbaar gesteld Ja Verlengen Integraal Waterbeheerplan “Orde in water, Water in orde”. Herziening uitstellen. Herziening uitgesteld. Ja
Vraag:
Rondvraag (mw. Fleuren) Stand van zaken onvoltooide Noordervaart.
Antwoord:
Reactie volgt vóór 1 januari 2009.
Vraag:
(Timmermans) Aandacht voor aankleding kaden en dijken.
Antwoord:
Zie ontwerpnota waterkeringsbeheersplan.
Vraag:
(Van Iersel) Stand van zaken Tungelroysebeek
Antwoord:
Sectorale plan Oost dit jaar van start en behandeling integraal plan dit jaar.
Vraag:
(Van Iersel) Verzoek om grondcommissie bijeen te laten komen.
Antwoord:
Commissieleden worden dit jaar benoemd. Tot dat moment treedt de voorzitter als plv. vertegenwoordiger van de commissie op.
Akkoord m.u.v. natuurterreinbeheerder.
Aldus besloten in de vergadering van 12 november 2008. de secretaris, de voorzitter, mr. W.J.M. Evers
ir. H.A. van Alderwegen
1