Tips & Trucs
HetHis
Variabiliseringsgelden 2013: EPD-mini-scan vereist Iedere huisarts die in aanmerking wenst te komen voor de variabiliseringsgelden 2013 dient minimaal 70 procent van de gedeclareerde (korte en lange) consulten te coderen met een betekenisvolle ICPC-code. In de praktijk komt dat neer op een symptoomdiagnose of ziektediagnose (zie figuur 1). Om aan de zorgverzekeraar te tonen dat de praktijk voldoet aan de norm, zal het NIVEL in juni 2013 het percentage van ICPCgecodeerde consulten opvragen en doorgeven aan de zorgverzekeraars. Om bovengenoemd berekening te kunnen uitvoeren, hebben de softwareleveranciers een tool moeten ontwikkelen en inbouwen: de EPD-mini-scan. In HetHis is deze tool beschikbaar gesteld met de update van januari 2013. De tool heet in HetHis 'Variabiliseringsgelden' en is te vinden in de startpagina
Betekenisvolle ICPC-codes binnen elk hoofdstuk zijn: ! ICPC-codes voor symptomen en klachten (01-29) ! ICPC-codes voor diagnoses en ziekten (70-99) ! Uitgezonderd A97 en A99, die worden beschouwd als niet-betekenisvol
Niet-geldige ICPC-codes binnen elk hoofdstuk zijn: ! Alle tussencodes (30-69) ! Uitgezonderd A44, R44 en X37, deze worden beschouwd als betekenisvolle codes
Figuur 1. Betekenisvolle en niet-geldige ICPC-codes
van Webdossier. Belangrijk: geclusterde huisartsenpraktijken die per eigen AGBcode declareren, dienen in te loggen in de declaratiepraktijk c.q. subpraktijk. Als u in de clusterpraktijk inlogt, dan verschijnt de tool niet. Door 'Variabiliseringsgelden' (zie figuur 2, A)
D B
Figuur 2. Het scherm ‘Variabiliseringsgelden’
34
SynthesHis maart 2013; 1 (12)
te selecteren, verschijnen er in het invoerveld (zie figuur 2, B) drie selectieregels. De bovenste regel is de testopdracht waarmee u zelf vooraf kunt checken welk percentage van gedeclareerde contacten ICPC-gecodeerd zijn. U kunt een periode selecteren waarin u wilt controleren hoe het staat met uw ICPC-
Tips & Trucs coderingsprestaties. Wanneer u deze opdracht uitvoert, verschijnt na enkele minuten het resultaat: het aantal gedeclareerde contacten (Noemer) en het aantal daarvan met een betekenisvolle ICPC-codering (Teller). Dit levert meteen het gezochte percentage op. Vervolgens kan een pdf-afdruk van het resultaat worden gemaakt (zie figuur 2, C). Deze opdracht kan steeds opnieuw worden uitgevoerd. De volgende opdrachtregel geeft de resultaten van de periode die is gekozen als nulmeting – van 01-10-2012 tot en met 13-12-2012.
HetHis Deze meting is bedoeld voor eigen oriëntatie. Ten slotte ziet u de opdrachtregel voor de daadwerkelijke meting van 01-01-2013 tot en met 31-05-2013. Op welke wijze het resultaat van deze meting via het NIVEL uiteindelijk bij de zorgverzekeraars terechtkomt, is op dit moment nog niet duidelijk. Een aardige bijkomstigheid van deze tool is dat in het overzichtsscherm (zie figuur 2, D) een lijst verschijnt van alle gedeclareerde contacten die niet ICPC-gecodeerd zijn. U kunt desgewenst per contact het dossier direct openen, u komt dan in het ADEPD-
scherm met ongekoppelde episodes. Daardoor kwam ik er al snel achter welk type contacten nogal eens verdergaat zonder ICPC-codering. In onze praktijk bijvoorbeeld urineweginfecties, die zijn gediagnosticeerd naar aanleiding van 'balie-urines'. Zo krijg ik de mogelijkheid om op dit punt de komende tijd bij te sturen. Overigens kunt u via dit scherm desgewenst alsnog de ontbrekende ICPC-coderingen invoeren. Martin Hans Burger (
[email protected])
Referentie: http://lhv.artsennet.nl/Actueel/Nieuws6/Nieuwsartikel/Norm-variabiliseringsgelden-2013-vastgesteld-ICPCcoderen.htm
Tips & Trucs
MIRA
Gebruik de agenda eens anders!
Figuur 1.
SynthesHis maart 2013; 1 (12)
35
Tips & Trucs
MIRA
Figuur 2.
De workflow in de automatisering heeft vooral te maken met de mogelijkheden om actiepunten, al of niet patiëntgebonden, op te nemen en te registreren in een HIS. Het verschil tussen agenda en taken is in feite beperkt. Een takenlijst is een actielijst met een einddatum en een agendalijst is een actielijst op één bepaalde datum. Voor MIRA geldt dat op dit moment vooral en alleen voordeel te behalen is met het benutten van de agendamodule. Aan een specifieke takenmodule wordt gewerkt. Met dit in het achterhoofd wil ik u wijzen op een aantal handige gebruiksmogelijkheden van de agenda. 1. Maak gebruik van een ‘takenagenda’. Hierin komen de actiepunten te staan die afgehandeld moeten worden, maar niet noodzakelijkerwijs op dezelfde dag. Als een actiepunt op de betreffende datum niet is afgehandeld, dan moet het worden verplaatst naar de volgende (werk)dag. Helaas gaat dit (nog) niet automatisch. Hierbij kan goed gebruik worden gemaakt van de rubriek ‘Status’ in de afspraakregel. Elke status ‘9' is dan een afgeronde taak. 2. Maak een of meer ‘patiëntenspreekuren’ aan en maak daarbij gebruik van een patiëntrecord met die naam. Met een
36
‘Spreekuur OK’ kunt u bijvoorbeeld snel zoeken naar de dagen waarop een OKmiddag is gepland. Het zoeken naar een patiëntgekoppeld overzicht kan alleen als het een patiëntrecord betreft en niet met een omschrijving. Met ‘Tonen alle afspraken’ in het agendascherm kunt u eenvoudig en snel een overzicht krijgen op artsgebonden categorale spreekuren. Daarin staat ook welke arts er aan het spreekuur verbonden is. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor een ‘Spreekuur wratten’ (zie figuur 1). 3. Gebruik de rubriek ‘Ruimte’ in de agenda. Daarmee kunt u controleren of op het bedoelde tijdstip een specifieke ruimte in de praktijk bezet is of in een andere agenda al is gereserveerd. Ook voor een mededeling – dus voor een afspraak die niet is gekoppeld aan een patiënt – geldt dat u daaraan een ruimte kunt koppelen. Op deze manier kunt u voorkomen dat een geplande spiraalplaatsing en een OKverrichting in twee verschillende agenda’s op dezelfde dag terechtkomen. In de agenda waarin de spiraalplaatsing wordt gepland, kunt u met een mededeling op een vast OK-tijdstip en de daaraan
SynthesHis maart 2013; 1 (12)
gekoppelde blokkade van de OK-ruimte voorkomen dat in een andere agenda de OK-ruimte opnieuw wordt geclaimd. Dit maakt het plannen een stuk eenvoudiger en overzichtelijker. 4. Maak voor elk soort contact een aparte agenda aan. Bijvoorbeeld een agenda per arts, een telefonisch-spreekuuragenda, een visiteagenda, een inloopagenda, een wrattenspreekuuragenda, een POHagenda en natuurlijk de genoemde takenagenda. 5. In de daarvoor gereserveerde tijdsblokken kunt u per agenda verwijzen naar de betrokken agenda (zie figuur 2). Veel succes met experimenteren. Hebt u zelf een agenda- of een andere workflowtip? Geef hem door! 3 René van Leeuwen (
[email protected])
Tips & Trucs
Promedico ASP
Het nieuwe herhalen Het herhalen van medicatie is de afgelopen maanden volgens workflow-principes opnieuw gebouwd voor Promedico ASP. Er is een overzichtelijk scherm ontworpen waarop alle relevante informatie bij elkaar is geplaatst en aangeklikt kan worden (zie figuur 1). De hand van Harm Jan Lamers, tot voor kort productmanager ASP bij Promedico ICT, is in dit workflow-product goed te zien. In één oogopslag zijn de belangrijkste kenmerken van een te herhalen recept bijeen geplaatst: van links naar rechts staan de episode waaraan het is gekoppeld, de naam van het medicament, het gebruiksvoorschrift, de voorgeschreven hoeveelheid, de gebruiksperiode, het aantal toegestane herhalingen, dan wel het chronisch gebruik en tot slot symbooltjes om het
medicament uit de herhaallijst te verwijderen of aan te passen. Onder aan het scherm staat vermeld welke apotheek is geselecteerd en of de medicatie wordt klaargezet in de apotheek of bezorgd moet worden op het huisadres of in het verzorgingshuis. Daaronder kunt u nog aangeven of een recept elektronisch wordt verstuurd (standaard aangevinkt) of wordt uitgeprint. Dankzij deze overzichtelijke presentatie kunt u medicatie een stuk sneller en efficiënter herhalen. Dit is bereikt door verschillende opeenvolgende handelingen bij elkaar op één scherm te plaatsen, terwijl voorheen verschillende schermen na elkaar doorlopen moesten worden voor één herhaalrecept. Ook de receptautorisatielijst is vernieuwd.
Hier kunt u kiezen voor autorisaties per arts in de praktijk, voor iedereen en ook voor apotheekherhalingen. Dit zijn recepten waarbij met de apotheek afspraken zijn gemaakt over het herhaalbeleid, zonder dat daarvoor vooraf een recept is verstuurd. Een voorbeeld hiervan zijn de Baxter-recepten. Op die manier is het mogelijk om recepten te herhalen zonder dat deze naar de apotheek worden verstuurd of worden afgedrukt. De twee keuzevakjes 'Versturen' en 'Kopie afdrukken' worden dan uitgezet. Op deze manier blijft het medicatieoverzicht van de huisarts actueel. Ten slotte is ook het scherm medicatieoverzicht opnieuw ingericht. Als u op het medicament klikt, verschijnt de voorschrijfhistorie (zie figuur 2). Rechts ziet u de voor-
Figuur 1. drie medicamenten zijn herhaald en klaar om elektronisch verzonden te worden naar de apotheek
SynthesHis maart 2013; 1 (12)
37
Tips & Trucs schrijfhistorie samengevat, onder andere de eerste voorschrijfdatum, de eerste voorschrijver en de episode. Links op het scherm ziet u de detailinformatie. In dit voorbeeld betreft het de achtste herhaling. De vier symbooltjes boven in het midden naast elkaar betekenen respectievelijk herhalen, recept aanpassen, het medicament staken
Promedico ASP en het herhaalrecept uitprinten. Met het dubbele pijltje naar boven sluit de detailinformatie weer, waarmee u terugkeert naar het scherm medicatieoverzicht. 3
Jeroen van der Lugt (
[email protected])
Figuur 2. alle relevante informatie over een van de medicamenten overzichtelijk bij elkaar geplaatst
38
SynthesHis maart 2013; 1 (12)
Tips & Trucs
Medicom
Arts en apotheker communiceren via de medicatiestatus Een unieke functionaliteit van Medicom is de communicatie met Pharmacom (AIS) via de medicatiestatus. Wanneer een arts iets wijzigt in de medicatie van een patiënt, is dit direct zichtbaar voor de apotheker en vice versa. Dit bespaart beide partijen veel tijd en moeite, omdat men elkaar hier niet meer over hoeft te bellen of mailen. In figuur 1 is de bovenste medicatieregel in de medicatiestatus geselecteerd. In het detailscherm is het tabblad ‘Wijzigingen regel’ geopend. Zowel de arts als de apotheker heeft wijzigingen aangebracht in de medicatie. Wat zien beiden? ! Datum: de datum waarop er iets gewijzigd is. ! Actie: wat voor soort wijziging het is (bijvoorbeeld een wijziging in dosering of van het soort middel). ! Omschrijving: het middel waarbij iets gewijzigd is. ! Nieuwe situatie: de situatie ná de wijziging. ! Oude situatie: de situatie vóór de wijziging.
! Reden: de reden waarom de arts of
apotheker de wijziging heeft doorgevoerd. ! Pr.: welke praktijk de wijziging gedaan
heeft: SP = Arts, SD = Apotheker. ! Ass.: welke medewerker van de praktijk de wijziging heeft gedaan. Concreet is het volgende met deze medicatieregel gebeurd: ! Op 13 februari heeft de medewerker SA van huisartsenpraktijk SP het middel metformine HCL tabletten 500 mg voorgeschreven, naar aanleiding van een consult. ! Vervolgens heeft medewerker pp van apotheek SD het product gewijzigd in metformine HCL tabletten 1000 mg, en in de tweede regel van boven op indicatie Continu gezet. ! Op 14 februari heeft medewerker AR van huisartspraktijk SP de dosering gewijzigd van 2 maal daags 1 tablet naar 1 maal daags 1 tablet. Dit is gebeurd na overleg met de arts.
Door deze unieke communicatie weet zowel de arts als de apotheker wat er door wie met welke reden gewijzigd is. Tijdens het NedHIS & EZD congres Go with the (work)flow op 20 maart 2013 verzorgt PharmaPartners de interactieve sessie ‘Ik zie, ik zie, wat jij ook ziet' over de communicatie tussen Medicom en Pharmacom door middel van de medicatiestatus. U kunt bij uw aanmelding aangeven dat u daarbij wilt zijn.1 Als u niet naar het congres kunt komen en geïnteresseerd bent in zo’n sessie, kunt u contact opnemen met PharmaPartners.2 Jeroen de Graef (
[email protected]) NOTEN 1. Zie pagina 26 voor praktische informatie over het congres. 2. Zie pagina 40 voor contactgegevens.
Figuur 1.
SynthesHis maart 2013; 1 (12)
39