Van Rechtswege(n) Politìeke en rechtsfilosofische stromingen door de eeuwen heen
KOENRAES
& DIEDERIK VANDENDRIESSCHE
ACADEMIA PRESS
Inhoudstafel Woord vooraf.
Deell HlSTORISCH OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE POLITIEKE EN RECHTSFILOSOFISCHE STROMINGEN
Hoofdstuk 1.
Omkadering en historische situering van de rechtsfilosofie
3
1.1.
Een huis met vele kamers.
1.2.
De emancipane van de dochter van de
1.3.
Degeboorte van defilosofieaan de kusten van Klein-Azié
1.4.
De sociale en polìtieke rol van de logos
1.5.
De verwekking van de 'kinderen van de waarbeid'
Hoofdstuk 2.
3 filosofie
Politieke filosofie in de Griekse Oudheid
5 7 13 17
21
2.1.
Piato's staatsleer 2.1.1. Deldeeèn 2.1.2. Pla:o's doorlichting van de bestaande Griekse staatsvormen... 2.1.3. Placo's ideale staac 2.1.4. Kritische analyse van Pla:o's staacsconcept
21 21 23 26 29
2.2.
Aristoteles en de staat 2.2A. De 'oncdubbeling' van de werkelijkheid 2.2.2. De mens als 'politiek dier' 2.2.3. Het belang van de middenklasse
31 31 31 34
Hoofdstuk 3.
De middeleeuwse rechtsfilosofie of het ontstaan van het natuurrecht
39
3.1.
Een inhoudelijke opvatting van het rechi
39
3.2.
Augustinus. 3.2.1. Op de kruising van twee werelden 3.2.2. Augustinus en de vooruitgangsidee
42 42 46
3.3.
Thomas van Aquino 3.3.1. De opkomsc van de universiceitssteden
51 51
INHOUDSTAFEL
3.4.
3.3.2. De menselijke natuur 3.3.3. Hoge en lage vormen van recht 3.3.4. De rechtvaardigheid van de wet
54 56 59
Enkele slotbeschouwìngen
61
Hoofdstuk 4.
De verdere evolutie van het natuurrecht in de Levìathan van Thomas Hobbes
63
4.1.
Hobbes: defìlosoofvan een Nieuwe Tijd
4.2.
De Leviathan
4.3.
Het natuurrecht volgens Hobbes
65
4.4.
Oorlog en vrede in de staat
67
4.5.
Dwang, autoriteit en macht
70
Hoofdstuk 5.
63 64
Het sociaal contract
73
5.1.
De ontwikkeling van het liberalisme
73
5.2.
John Locke (1632-1704)
74
5.3.
Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) 5.3.1. Hec gevaar van machtsmisbruik 5.3.2. Het recht van de sterkste 5.3.3. De volkssoevereiniteit 5.3.4. Politieke oppositie 5.3.5. Verstrengeling tussen rechtsstaat en democratie 5.3.6. Gelijkheid
77 77 78 79 83 84 85
Deel2 HEDENDAAGSE POLITIEKE EN RECHTSFILOSOFISCHE STROMINGEN
Hoofdstuk 6. 6.1.
John Rawls
89
De vernieuwing van de politiekefilosofìein de tweede helft van de twintigste eeuw
89
6.2.
Biografìe
89
6.3.
Op zoek naar een ratìonele moraal
91
6.4.
Van meta-ethiek naar ethiek
92
6.5.
De economische crisis
93
6.6.
Reflectìve equilibrium
93
INHOUDSTAFEL
6.7.
Speltheorie en ethiek
6.8.
Praktijkregels
6.9.
Gelijkheid als uitgangspunt
94 94 95
6.10. Pessimisme van degeest.
96
6.11.
97
Het difference principle
6.12. De samenlevingals een samenwerkingsverband
98
6.13. Prìmaire sociale goederen
98
6.14. Hetfairplay beginsel
100
6.15. Het principle ofredress
100
6.16. Maximin
101
6.17. De rechtvaardigheidsbeginselen
102
6.18. Het redelijke en het rationele
102
6.19. Kantiaans constructivisme
103
6.20.
Overlappende consensus enpolitìek liberalisme
6.21.
Het recht der volkeren
Hoofdstuk 7.
106
Habermas' constitutioneel patriottisme als basis voor (de creatie van) een Europees burgerschap?
7.1.
Inleiding
7.2.
Mailer en het europatriottisme
7.3.
Habermas en het constitutioneel patriottisme 7.3.1. Het constitutioneel patriottisme en de Duitse Bondsrepubliek 7.3.2. Constitutioneel patriottisme en de moderniteit
Hoofdstuk 8.
104
109 109
Ronald Dworkin - Rechtsbeginselen en de morele eenheid van het recht
no 116 117 121
127
8.1.
Regels en beginselen
127
8.2.
Collisie van regelsofbeginselen
130
8.3.
Dworkins integer recht
133
8.4.
Juridisch constructivisme
139
8.5.
Rechtsbeginselen als optimaliseringsgeboden
8.6.
Besluit
143 145
INHOUOSTAFEL
Hoofdstuk 9.
Bruce Ackerman - Wetenschappelijke en liberale neutraliteit in een principe-geleide rechtsstaat
147
9.1.
Liberaal legalisme
147
9.2.
Het recht als specialistentaal
149
9.3.
Dialoogoversocialerechtvaardigheid
15 z
9.4.
Zijn rechtseconomieen liberalisme verenigbaar?
9.5.
Ackermans nieuwe retoriek
Hoofdstuk 10. Robert Nozick 10.1.
Individuele vrijheid contra paternalisme
10.2. Historische versus eindtoestand-beginselen van rechtvaardigheid
155 157 161 161 164
10.3. De moraliteit van ontduikingsgedrag
169
10.4. De minimale staat
171
10.5. Eigendomsrechten vrije markt Hoofdstuk 11. Het utilitarisme als grondslag van de welvaartsstaat 11.1.
De greatest bappiness ofthe greatest number
11.2. De morele calculus 11.3. De overgang van 'zijn' naar behoren. De naturalistic fallacy 11.4. Positiefofnegatiefutilitarisme
175 179 181 182 183 185
11.5. Totale, gemiddelde ofgelijke nuttigheid
185
11.6. Lust, nuttigheid, welvaartofpreferentie-satisfactie
188
11.7. Daad- en regelutilitarisme
190
11.8.
192
Utilitarisme en intermenselijke bandelingscoórdinatie
11.9. Neutrale ofwaardegeladen calculus
194
11.10. Maatschappelijke nuttigheid en degescbeidenheid en identiteit vanpersonen
196
Hoofdstuk 12. Niklas Luhmann - De systeemtheoretische moraaltheorie 12.1.
Maatschappijenals verzamelingen 'socialesystemen'
12.2. Procedurele legitimering 12.3.
Luhmanns moraaltheorie
Bibliografìe
vi
199 199 205 206
215