Van middeleeuwen tot Stadshagen Stadsanalyse van strip G
2
Van middeleeuwen tot stadshagen Stadsanalyse van strip G
Auteurs Rob Bekhuis Melanie Goed Rick Roekevisch Mark Veldhuizen Begeleider Adriaan Noortman Uitgegeven in opdracht van Van Hall Larenstein 2011 MRMR Uitgevers B.V., Velp Velp, maart 2011
3
4
1. 1.1 1.2 2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 4. 5. 6. 7. 8. 8.2 8.6.1 8.9
Voorwoord Samenvatting Inleiding Inleiding algemeen Inzoomen op Zwolle Geschiedenis Zwolle in het kort.. Van 0 tot 1000 1000-1400 1400-1700 1700-1900 1900-1940 1940-1960 1970-1990 Binnenstad* Kennismaking Relatie met het landschap Bebouwing Wegenstructuur Waterstructuur Groenstructuur Parken en pleinen Kamperpoort Diezerpoort De voorst Holtenbroek Stadshagen Massa-ruimte Flora en Fauna Voorzieningen Algemene conclusie Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1: 2: 3: 4: 5: 6: 7: 8:
Inhoudsopgave
Essay Bronnenlijst Taakverdeling Reflectieverslag Rob Bekhuis Reflectieverslag Melanie Goed Reflectieverslag Rick Roekevisch Reflectieverslag Mark Veldhuizen Algemene conclusie in A3 formaat
7 8 11 13 14 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 37 38 46 47 48 64 80 96 122 125 140 148 150 152 1 1 1 1 1 1 losse kaart
5
6
Voorwoord Hierbij presenteren wij u het rapport over het onderzoek naar de strip G in Zwolle.Wij hebben met veel plezier aan dit rapport gewerkt en het is voor ons erg leerzaam geweest. We hopen dat er voor u de juiste informatie in te vinden is. Om tot dit eindproduct te komen hebben we onderzoek gedaan naar de geschiedenis van Zwolle, we hebben veel onderzoek ook gedaan naar de verschillen in de wijken en zijn we als groep veel op excursie geweest. We hebben veel afspraken met elkaar gemaakt over de taakverdeling en over de opbouw van de pagina’s. Verder hebben we veel gehad aan de begeleidingen en feedback die we tijdens de atelieruren hebben gekregen, wij willen hiervoor Adriaan Noortman erg bedanken. Voor ons is deze hulp erg belangrijk geweest.
7
Samenvatting Strip G ligt in het noord westen van Zwolle, zoals in figuur 1.1 is weergegeven. In deze strip bevinden zich naast de binnenstad de wijken Kamperpoort, Diezerpoort, De Voorst, Holtenbroek en Stadshagen. Zwolle is in de Middeleeuwen (+- 5001600) in het jaar 800 ontstaan op een dekzandrug tussen de IJssel en de Overijsselse Vecht aan het riviertje de Aa. Dit was een hoger gelegen en bewoonbare plek in het verder moerassige landschap. Zo’n plek werd een ‘suol’ genoemd. Deze dekzandrug is nog altijd zichtbaar door de hoogteverschillen in de stad. Zo ligt de Sassenstraat hoger dan het Grote Kerkplein. Het hoogteverschil is het duidelijkst in de passage tussen de Voorstraat en de Melkmarkt. Hier zijn traptreden aangelegd om het hoogteverschil op te vangen. De binnenstad van Zwolle is gesitueerd in het midden van de stad Zwolle. Vanaf deze plek is Zwolle ontstaan. De binnenstad ligt op een dekzandrug die is ontstaan in het weichelien. Dit was een hoger gedeelte in een verder moerassig landschap. Zwolle is ontstaan tussen de IJssel en de Overijsselse Vecht aan het riviertje de Aa. Hier zat een doorwaadbare plek in de rivier ter hoogte van de huidige Grote Markt. De wijk de Kamperpoort ligt aan de
8
westkant van de oude binnenstad van Zwolle. De wijk is ontstaan op een oude dekzandrug die in het Weichelien is opgewaaid en voor een verhoging zorgde in het natte land bij de IJssel. Verder was dit een belangrijke vestigingsplek omdat hier de Hoogstraat loopt de weg richting Kasteel Voorst en Kampen. In dit hoofdstuk behandelen we de wijk Kamperpoort verder. Diezerpoort ligt ten noorden van de oude binnenstad, De wijk ligt op een zandrug die in het Weichselien is gevormd door opgewaaid zand, zogenaamd dekzand. Al in de 10e eeuw woonden er mensen op de plek waar deze wijk ligt. In dit hoofdstuk zal vooral worden ingegaan op de buurt het Noorden. Bedrijventerrein Voorst is globaal gezien aan drie zijdes omsloten door andere wijken zoals Stadshagen, Holtenbroek en Kamperpoort. Aan de zuidwest zijde van Voorst ligt de IJssel. Tussen de IJssel en Voorst zijn nog een aantal landschappelijke kavels bewaard gebleven en zijn nog enkele bebouwingslinten te vinden. Door voorst loop het Zwolle-IJsselkanaal, dit is de enige directe aansluiting op de IJssel en is dus een belangrijkste reden voor het ontstaan van een Industrieterrein op deze plek. In deze analyse zal voornamelijk worden ingegaan op Voorst A, omdat dit binnen de te analyseren strip ligt.
Wijk Holtenbroek is eind jaren ’50, begin jaren ’60 gesitueerd in een gebied wat van oorsprong een moerasgebied is geweest. Dat is alleen al op te maken aan de naam van de wijk, het is namelijk een broek. Dit houdt in dat het een laag en drassig land is. In de 19e werd op deze plek al het organische afval vanuit de stad gestort, dit werd de stadsmesthoop genoemd. Door al deze ophogingen door het stadsafval werd de natte broek steeds droger doordat deze hoger kwam te liggen. Voor het bouwen van woningen had deze plek nu een goede fundering gekregen.
de wegenstructuur, de waterstructuur, de groenstructuur en de pleinen en parken worden hierin weergegeven. Het overzicht van deze conclusie is te vinden op pagina 150.
De gemeente Zwolle besloot in het jaar 1990 te gaan bouwen in de polder Mastenbroek. Toen in het jaar 1995 de Vierde Nora voor de Ruimtelijke Ordening Extra (VINEX) van kracht. Dit betekende dat er in Nederland fors nieuwe wijken gebouwd moest worden welke verbonden zijn aan bestaande steden. In 1996 werd dan ook de eerste paal geslagen, en een half jaar later werd de eerste woning opgeleverd. In de periode 1996 tot anno nu zijn er al duizenden woning in de voormalige polder herrezen. De conclusie is te vinden in de vorm van een schema. Dit schema laat de verschillende wijken zien en ze zijn hier vergeleken met elkaar. Door alles naast elkaar te laten zien worden de verschillen in de wijken goed zichtbaar. Alle aspecten als kennismaking met de wijk, de relatie met het landschap, de bebouwing,
9
10
1.1 Inleiding Strip G ligt in het noord westen van Zwolle, zoals in figuur 1.1 is weergegeven. In deze strip bevinden zich naast de binnenstad de wijken Kamperpoort, Diezerpoort, De Voorst, Holtenbroek en Stadshagen. In dit rapport zullen we al deze wijken een voor een bespreken en verschillende kenmerken behandelen zodat we die uiteindelijk kunnen vergelijken. De onderwerpen die we bespreken zijn; het ontstaan, hoe is de wijk ontstaan en waarom daar? De relatie met het landschap; doorzichten en ondergronden bekijken, bebouwing; wat voor soort bebouwing is er te vinden, in het hoog of laagbouw, wat zijn de materialen en is het in de CIAM gedachte gebouwd of bijvoorbeeld in de VINEX-stijl. Dan kijken we naar de wegenstructuur en daar maken we profielen bij zodat het beeld goed duidelijk zal worden. Ook voor de water- en groenstructuur maken we verschillende kaarten die duidelijk een overzicht kunnen geven hoe het in de wijk in elkaar zit. Tot slot kijken we naar de pleinen en parken in de wijk, we zullen kijken welke functies een plein of park heeft en dit in kaart brengen. In het rapport is ook een stukje geschiedenis te vinden Zwolle in het algemeen. We vonden het belangrijk dit er ook in te doen omdat dat ook van invloed is geweest op de bouw van de wijken en op de locatie van de bouw.
Fig. 1.1 De ligging van de strip in Zwolle.
Na het bespreken van de verschillende wijken, komt een hoofdstuk waarin de relatie van de wijken met elkaar duidelijk zal worden. Dit moet een goed overzicht worden en daaruit zullen conclusies worden getrokken. De conclusie zal worden gemaakt in een schema zodat in een opslag duidelijk wordt de strip in elkaar zit en wanneer het gebouwd. Het zal een korte samenvatting gaan geven van heel ons onderzoek.
Inleiding
11
1.2 Inzoomen op Zwolle Zwolle ligt grofweg gezegd in het midden van Nederland in de provincie Overijssel (zie figuur 1.3). Zwolle heeft nu ongeveer 150.000 inwoners. In vergelijking met de steden Amsterdam en Rotterdam, die respectievelijk 800.000 en 610.000 tellen, een kleintje maar vergeleken met steden in de buurt zoals Kampen en Ommen, 51.000 en 20.000 inwoners, een behoorlijk grote stad in zijn omgeving. Om van Utrecht naar Zwolle te komen gaat men over de A28. Vanaf Arnhem gaat men over de A50, vanaf Heerenveen gaat men over de A32 en dan op de A28. Vanaf Assen moet men via de A28 om in Zwolle te komen. Zwolle is vanuit heel Nederland goed te bereiken. Met de auto is het vanaf Groningen ongeveer een uur rijden om in het centrum van Zwolle te komen. Vanaf Maastricht is dit twee uur. Zwolle is ook een belangrijk netwerk voor het treinverkeer. Dagelijks vertrekken en komen er honderden treinen op station Zwolle binnen. Zoals op de kaart in figuur 1.2 goed is te zien is dat Zwolle een netwerk vormt voor treinverkeer in de richtingen voor onder andere Leeuwarden, Groningen, Deventer en Amersfoort. Op de trajecten naar het noorden mogen de treinen met een snelheid van 140 km per uur rijden. In de richting van Deventer mag de trein
12
Fig. 1.1. De spoortwegenkaart van Nederland
maximaal 130 km per uur rijden. De reistijd van Groningen naar Zwolle met de trein is een uur en voor Maastricht is dat 3,5 uur. Ook is Zwolle dus met de trein goed te bereiken want de reistijd zal nooit meer zijn dan 3,5 uur. Daarnaast is Zwolle gelegen langs het Zwarte Water. Ten noorden van Zwolle mondt de Overijsselse Vecht uit in het Zwarte Water. Het Zwarte Water stroomt vervolgens langs de plaatsen Hasselt, Zwartsluis en Genemuiden en eindigt in het Zwarte Meer. Het Zwarte Meer sluit aan op het Ketelmeer en het Kadoelermeer. Het kanaal bij Zwolle dat tegenwoordig het Zwarte Water verbindt met de IJssel is het Zwolle-IJsselkanaal.
Inzoomen op Zwolle
13
14
2Lalalalalalalala Geschiedenis
2.1 Zwolle in het kort.. Zwolle is de hoofdstad van de Nederlandse provincie Overijssel en is tevens een belangrijke Hanzestad. Hanzesteden zijn lid van het Hanzeverbond. Dit was van oorsprong een samenwerkingsorganisatie van Duitse steden rond de Oostzee. Later traden ook steden uit Nederland en België toe. De Hanzesteden zochten voor de handel contact met kleinere dorpen en steden in hun achterland. Zwolle ligt aan de IJssel, het Zwarte Water en aan de Overijsselse Vecht. De stad is de grootste stad in de streek Salland. Op 30 november 2010 telde de gemeente inwoners en heeft een oppervlakte van 111,33 km2. Zwolle is in de Middeleeuwen (+- 5001600) ontstaan op een dekzandrug tussen de IJssel en de Overijsselse Vecht aan het riviertje de Aa. Dit was een hoger gelegen en bewoonbare plek in het verder moerassige landschap. Zo’n plek werd een ‘suol’ genoemd. De dekzandrug is nog altijd terug te vinden in de stad door de hoogteverschillen. Zwolle staat tegenwoordig zowel nationaal als internationaal bekend als de groenste gemeente van Nederland. In 2004, 2005 en 2006 won de gemeente namelijk de prijs voor groenste gemeente van Nederland. Dit na vele inspanningen
16
die de gemeente heeft verricht (zie figuur 2.1). Zo is er in Zwolle een speciaal maaischema dat rekening houdt met de ecologie, bevinden zich in Zwolle en omgeving vele parken en bestrijdt de gemeente onkruid met milieuvriendelijke middelen. De A28 loopt over een dijk dwars door de stad Zwolle heen. De A28 loopt van Utrecht naar Groningen. Er zijn 15 straten die de A28 kruisen en er zijn vier aansluitingen met de snelweg. De A50 sluit ten westen van Zwolle aan op de A28 bij knooppunt Hattemerbroek, deze snelweg zorgt voor een verbinding tussen Zwolle en Eindhoven, via Apeldoorn en Arnhem. Aan de oostkant van de stad loopt de N35, een hoofdweg tussen Zwolle, Raalte en Almelo en gaat daarna verder naar Enschede en de Duitse grens. Aan de noordkant van Zwolle begint de N331, die een rondweg vormt rondom Stadshagen en doorgaat naar Emmeloord. Het spoorwegstation van Zwolle is een van de grootste spoorwegknooppunten van Nederland (na Utrecht en Amersfoort het grootste), men kan vanaf hier met de trein zeven richtingen op. Zwolle ligt ten oosten aan een gekanaliseerde rivier, die deels het Almelose Kanaal heet binnen Zwolle en daarbuiten Nieuwe Wetering en Soestwetering. Het Zwarte Water stroomt ten westen van Zwolle. Ten noorden van Zwolle stroomt de Overijsselse Vecht in het Zwarte Water. De Nieuwe Vecht werd rond 1600
gegraven om een snellere verbinding van de Overijsselse Vecht naar de binnenstad te creëren. Ten zuiden van Zwolle stroomt de IJssel. In de 19e eeuw is de Willemsvaart gegraven die de Zwolse stadsgracht met de IJssel verbond. Sinds 1964 wordt die functie vervuld door het Zwolle -IJsselkanaal dat het Zwarte Water met de IJssel verbindt. In Zwolle zijn veel oude en monumentale bouwwerken bewaard gebleven. Er is een actieve historische vereniging die zich inzet voor behoud en reconstructie van oude gebouwen en stadsgezichten. Hierdoor heeft Zwolle een goed geconserveerde oude stadskern binnen zijn grachten. Enkele voorbeelden van bezienswaardigheden in Zwolle zijn onder andere: regilieuze werken, verddegingswerken, molens, bruggen, begraafplaatsen (zie figuur 2.2) Zwolle heeft sprankelende uitgaansgelegenheden, monumenten en kunst.
Fig. 2.1. Zwolle als groenste stad.
Fig. 2.2. Een Joodse begraafplaats in Zwolle.
Geschiedenis, Zwolle in het kort
17
2.2 Van 0 tot 1000 Zwolle is in de Middeleeuwen (+- 5001600) in het jaar 800 ontstaan op een dekzandrug tussen de IJssel en de Overijsselse Vecht aan het riviertje de Aa. Dit was een hoger gelegen en bewoonbare plek in het verder moerassige landschap. Zo’n plek werd een ‘suol’ genoemd. Deze dekzandrug is nog altijd zichtbaar door de hoogteverschillen in de stad. Zo ligt de Sassenstraat hoger dan het Grote Kerkplein. Het hoogteverschil is het duidelijkst in de passage tussen de Voorstraat en de Melkmarkt. Hier zijn traptreden aangelegd om het hoogteverschil op te vangen. Op de kaart op de rechterpagina is te zien hoe het water heeft gelopen in de middeleeuwen. De IJssel heeft vroeger veel dichter langs de oude kern van de stad Zwolle gelegen. Toen Zwolle ontstond ging werd alles nog gedaan via het water, het transport, de handel en verdediging. Nu ligt de IJssel een stuk van Zwolle af maar vroeger was deze waarschijnlijk gelegen op de plek waar nu het NS-station gelegen is (zie figuur 2.3).
Fig. 2.3. Vroeger liep hier de IJssel.
De rivier was in deze periode nog onbedijkt. Het was dus niet vanzelfsprekend dat de mensen heel veilig konden wonen in Zwolle, de rivier had nog steeds de mogelijkheid om door te breken en de stad te bedelven onder het water (zie figuur 2.4). Fig. 2.4. De rivier kon vroeger overal heen.
18
Geschiedenis, 0-1000
19
2.3 1000-1400 Op de kaart op de rechter afbeelding is te zien dat de mensen in de stad meer invloed hadden gekregen op het water. Het water op de kaart is daarom ook niet meer aangegeven als een pijl maar het is al vastgelegd als rivier, kanaal of sloot. In 1230 kreeg Zwolle stadsrechten, dit hield in dat de stad onder andere marktrecht kreeg maar ook tolrecht en het recht om stadsmuren te bouwen.
De Soestwetering is een hoofdwatergang in Salland. Het loopt door een groot deel van Salland Zwolle binnen. De mens zorgde in de middeleeuwen voor steeds meer bedijking, het water kon daardoor niet vrij mee naar de rivier stromen. Dit bemoeilijkte de ontginning van het gebied tussen de Sallandse heuvelrug en de rivier. Voor een betere waterhuishouding in dit gebied werden in de streek weteringen gegraven.
De IJssel, die toen nog langs de stad liep, werd in 1308 bedijkt. De loop van de IJssel werd hiermee vastgelegd en de mensen kregen meer controle over het water. De kans was minder groot geworden dat de IJssel zou overstromen en de mensen konden veiliger wonen. In 1324 werd heel Zwolle in de as gelegd door heer Voorst, op 9 huizen na was de stad Zwolle zoals die toen was helemaal verwoest. De reden hiervoor was een wraakactie op Zwolle. Westenholte ging in deze tijd voor het eerst bij Zwolle horen. Tussen de heer van Voorst en de stad Zwolle ging het niet altijd even goed. Het kasteel van heer van Voorst werd in 1223 voor het eerst verwoest door de bisschop van Zwolle (zie figuur 2.5). Als wraakactie van heer van Voorst stak hij heel Zwolle in de brand. In 1350 werd de nieuwe wetering aangelegd, de Soestwetering. Fig. 2.5. Kasteel Voorst.
20
Geschiedenis, 1000-1400
21
2.4 1400-1700 Op de kaart is te zien dat Zwolle ook buiten de stadsmuren (zie figuur 2.6) begon te bouwen. Zwolle kon zich steeds meer uitbreiden doordat het steeds veiliger werd. De rivieren zijn nu allemaal bedijkt en het land is beschikbaar geworden voor agrarisch gebruik. In 1407 trad Zwolle tot het Hanzeverbond. Een Hanzeverbond was een samenwerkingsverband van handelaren en steden tijdens de middeleeuwen. Door samenwerking probeerden ze hun handel te beschermen en uit te breiden. Ook werd in 1407 het zeeroversnest Kuinre veroverd zodat de route van de Zuiderzee helemaal veilig werd via de Vecht. Zo konden de handel- en vissersboten veilig op het open water komen en weer terug. In 1438 kreeg Zwolle stapelrecht. Het stapelrecht is een recht dat sommige steden verkregen, of zich zelf toeëigenden, met name in de Middeleeuwen. Het recht hield in dat goederen die langs een stad werden vervoerd, eerst in de stad moesten worden opgeslagen en daar te koop worden aangeboden. Van oorsprong hield het stapelrecht ook wel in dat er bij iedere transactie tussen buitenlandse handelaren, verplicht een lokale handelaar aanwezig moest zijn. Om deze reden konden steden die zich aan de kust bevonden zich goed ontwikkelen tot een handelstad in de 14e en 15e eeuw (zie figur 2.7).
22
Fig. 2.6. Oude stadsmuur in Zwolle.
Fig. 2.7. Pakhuizen langs de grachten.
Geschiedenis, 1400-1700
23
2.5 1700-1900 De kaart op de rechter afbeelding laat zien dat Zwolle bezig was met een groot uitbreidingsproject. Zwolle groeide enorm. Niet aleen in omvang maar ook in de faciliteiten. Rond 1700 werd Zwolle een vesting stad. Een vestingstad is een militair verdedigbare stad, gelegen op een strategische plaats aan een grens of een samenkomst van belangrijke land- of waterwegen. In de loop der jaren zijn vele vestingsteden uitgebreid en gemoderniseerd. De stad werd verdedigd door er muren of later aarden wallen rondom heen te leggen. De toegangen konden worden afgesloten door middel van stadspoorten. De wallen konden verdedigd worden met handvuurwapens en werden veelal bovendien versterkt met bolwerken, waar vandaan de poorten met kanonnen beveiligd konden worden. De verdediging werd nog effectiever gemaakt door er grachten omheen te leggen. Voor de poorten werden dan valbruggen aangebracht. In de gracht werden voor de poorten ravelijnen aangebracht als extra bescherming. Binnen de vesting vond men kazernes, arsenalen en beschut onder een grondpakket, bomvrije kruitmagazijnen in de hoofdwal. Tijdens mobilisaties werden veelal extra soldaten bij de burgers ingekwartierd. Zwolle werd onderdeel van de verdediginglinie van Utrecht tot
Coevorden. Dit is het Engelse werk (zie figuur 2.8). In deze zelfde periode werd ook Diessendorp en Assendorp gebouwd in Zwolle. En vanaf toen ging het snel. In 1820 werd de Willemsvaart aangelegd, in 1850 de Nieuwe Vecht en in 1860 het Almeloosche kanaal. Zwolle werd steeds beter bereikbaar van alle kanten en de handel bloeide volop. Begin 1900 werd begonnen met het aanleggen van de spoorwegen in Zwolle. Zwolle is uiteindelijk uitgegroeid tot een belangrijk knooppunt van het treinverkeer.
Fig. 2.8. Een oud verdedigingshol.
24
Geschiedenis, 1700-1900
25
2.6 1900-1940 Op de rechter pagina is een kaart weergegeven. Hierop is te zien dat Zwolle nog steeds bezig is met het uitbreiden van haar stad. De waterwegen en spoorwegen zijn niet veranderd ten opzichte van het vorige kaartje maar Zwolle is zichtbaar groter geworden. Het sporennetwerk waar Zwolle het middelpunt van is komt onder andere langs Deventer, Zutphen, Kampen en Emmen(zie figuur 2.9). Nog steeds rijden de treinen volop bij Zwolle. Ook de industrie vaart wel bij het station. Veel bedrijven gaan zich nu bij het treinstation vestigen omdat het een goed en betrouwbaar vervoersmiddel is geworden. De handel en industrie is in een klap niet meer afhankelijk van het water maar kan nu ook op andere manieren bedreven worden.
Fig. 2.9. Station gebouwd in de 19e eeuw.
In 1930 werd het besluit voor een weg en brug over de IJssel genomen (zie figuur 2.10). Vanaf nu was men niet meer bang van ‘het land achter de IJssel’ en waren de mogelijkheden om verder te groeien nog groter geworden. Langzaam maar zeker werd Zwolle steeds groter en steeds machtiger ten opzichte van het water.
Fig. 2.10. Een deel van de brug over de IJssel.
26
Geschiedenis, 1900-1940
27
2.7 1940-1960 Ondanks dat in deze periode de tweede wereldoorlog uitbreekt, is Zwolle nog steeds bezig met groeien. Op de kaart is goed te zien dat het water niet langer aan de rand van de stad ligt maar nu wordt ingeslikt in het stedelijk weefsel. Ook is duidelijk op de kaart te zien dat de wegenstructuur steeds groter en overheersender wordt. Het meeste en belangrijkste transport gaat nu niet meer via het water maar vooral per trein en via de weg (zie figuur 2.11). In de Tweede Wereldoorlog werden 499 joodse inwoners (zie figuur 2.12) van Zwolle door de bezetter weggevoerd en in concentratiekampen omgebracht. Ook zijn er op diverse plaatsen in de stad mensen gefusilleerd die zich op enigerlei wijze verzetten tegen de bezetter. Diverse monumenten in de stad herinneren hieraan, zoals het Monument aan de Meppelerstraatweg en Monument op de schietbaan Berkum. In het Ter Pelkwijkpark staat het Oorlogsmonument Zwolle dat de herinnering wakker moet houden aan alle Zwollenaren die in de Tweede Wereldoorlog om het leven zijn gekomen als gevolg van oorlogs-handelingen. Zwolle werd op 14 april 1945 bevrijd.
Fig. 2.11. De A28 bij Zwolle.
Fig. 2.12. Joodse onderduikers in Zwolle.
28
Geschiedenis, 1940-1960
2.8 1970-1990 Zwolle is in deze periode nog steeds bezig met een enorme groei. Het lijkt of Zwolle van geen ophouden weet met het uitbreiden van haar stad. Nadat rond 1960 de rijksweg door Zwolle de vierbaanse A28 wordt, werd in deze periode ook het Zwolle-IJsselkanaal gegraven. Het Zwolle-IJsselkanaal is een kanaal bij Zwolle, dat het Zwarte Water met de rivier de IJssel verbindt. Het kanaal kan als de opvolger van de Willemsvaart worden gezien. In 1960/1961 is men begonnen met het graven van het Zwolle-IJsselkanaal. Dit werd gedaan om, na het uitbreiden van de wijk Holtenbroek, het nieuwe industriegebied langs het Zwarte Water beter te ontsluiten. Het kanaal werd op 7 december 1964 officieel geopend.
Fig. 2.13. De Wijthmenerplas.
De Wijthmenerplas (zie figuur 2.13), ten zuidoosten van Zwolle, is in de jaren 70 ontstaan door zandwinning voor de bouw van dijken en wegen. De plas is nu ingericht als recreatiegebied met stranden en wandelpaden. Ook wordt de plas veel bezocht door vissers en duikers. 1990-2010 In 1990 is Zwolle gaan uitbreiden naar het zuiden. Ook is in deze periode de nieuwe wijk Stadshagen gerealiseerd waar zo’n 12.000 vinexwoningen (zie figuur 2.14) staan. Rond 1990 is ook de buitenring van Zwolle afgemaakt. Fig. 2.14. Vinexwoningen.
30
Geschiedenis, 1970-1990
31
32
Lalalalalalalala 2. Binnenstad 33
2.1 Kennismaking Ligging De binnenstad van Zwolle is gesitueerd in het midden van de stad Zwolle. Vanaf deze plek is Zwolle ontstaan. De binnenstad ligt op een dekzandrug die is ontstaan in het weichelien. Dit was een hoger gedeelte in een verder moerassig landschap. Zwolle is ontstaan tussen de IJssel en de Overijsselse Vecht aan het riviertje de Aa. Hier zat een doorwaadbare plek in de rivier ter hoogte van de huidige Grote Markt. Historie Zwolle is ontstaan op een dekzandrug aan het riviertje de Aa. Hier zat ook een doorwaadbare plek daarom was het stichten van een nederzetting hier interessant omdat alle mensen in de buurt langs deze plek moesten. De hoogte verschillen zijn nog steeds terug te vinden in de binnenstad. Rond 1230 kreeg Zwolle stadsrechten omdat ze de Bisschop van Utrecht hadden geholpen met het bouwen van een burcht bij Hardenberg. Dit naar aanleiding van de Slag bij Ane. In 1265 kreeg Zwolle marktrecht. Men mocht nu ook markten houden in de stad wat ten gunste kwam van de economie. In 1324 werd de stad in brand gestoken door de Heer van Voorst die door de groei van Zwolle zijn machtpositie aan het verliezen was. De stad werd snel herbouwd en ditmaal beschermd met een stenen muur.
34
Fig. 2.1 Ligging van de binnenstad in Zwolle
Fig. 2.2 Historische kaart Zwolse binnenstad
Fig. 2.3 Het kasteel van de Heer van Voorst
In 1361 heeft de Heer van Voorst nog eenmaal geprobeerd om de stad in brand te steken dit lukte slechts gedeeltelijk. Dit heeft hij echter moeten bekopen met de vernietiging van zijn kasteel door de Zwollenaren en het leger van de Bisschop van Utrecht. In 1438 verkreeg Zwolle stapelrecht van de Bisschop Rudolf Van Diepholt. Dit betekende dat alle goederen die over het Zwarte Water, de Overijsselse Vecht en het riviertje de Aa gingen verplicht moesten worden overgeslagen in Zwolle. Verder bevestigde de Bisschop de stadsrechten van Zwolle in 1448 zodat de stad ook erkent werd door Duitse steden. Zwolle trad toe tot de Hanze en in de 15e eeuw kende de stad zijn bloeiperiode.
Fig. 2.4 Goederenoverslag op Rodetorenplein
Binnenstad, kennismaking
35
2.2 Relatie met het landschap
Ondergrond De binnenstad van Zwolle is ontstaan op een dekzandrug die is ontstaan in het Weichelien. De hoogteverschillen van deze dekzandrug zijn nog steeds terug te vinden in de binnenstad. Door de verhoogde ligging en een doorwaadbare plaats in de rivier de Aa is dit een logische plek om een nederzetting te stichten. Zoals in fig. 2.5 te zien is de plek waar de kerk zich bevind het hoogst gelegen vanaf deze plek loopt de dekzandrug af richting de randen van de oude binnenstad. Het grootste verschil bedraagt wel 2 meter. Verder is er in de binnenstad nog aardig wat reliëf terug te vinden. Kavels Van de oude kavels voor de stichting van de nederzetting is niks meer terug te vinden. Wel kunnen we er vanuit gaan dat de kavels zoals ze er nu liggen er ook ongeveer lagen na de grote brand in Zwolle. Omdat er binnen de muren geen plek was voor uitbreidingen werd een oud gebouw gesloopt en op de vrijgekomen ruimte een nieuw gebouw gebouwd. Randen De stad heeft geen relatie met het omliggende landschap. Dit komt doordat de stad is omgeven door een stadsgracht en wijken om de binnenstad. Ook vroeger was er nauwelijks contact vanuit de stad met het landschap omdat er een stadsmuur was gebouwd rondom de binnenstad tegen aanvallen van buitenaf.
36
Fig. 2.5 Hoogteverschillen in de binnenstad
Fig. 2.6 De stadsmuur de vroegere relatie met het landschap
2.3 Bebouwing
Fig. 2.7 Soort bebouwing in de binnenstad
In de binnenstad van Zwolle bevindt zich veel hoogbouw. Slechts een klein gedeelte van de stad bestaat uit laagbouw. De laagbouw bevindt zich vooral aan de randen van de binnenstad. Dit zijn voornamelijk woonhuizen met redelijk veel ruimte om het huis. De hoogbouw in de binnenstad valt te verklaren doordat men voor de vestingswet niet mocht uitbreiden buiten de stad. De ruimte in de stad was dus beperkt. Om de ruimte optimaal te benutten werden er hoge huizen en pakhuizen gebouwd zodat de stad qua inwonersaantal wel kon groeien maar niet hoefde uit te breiden. Dit probleem geldt vandaag de dag nog steeds voor de binnenstad zodat nieuwe gebouwen meestal bestaan uit hoogbouw. Veel van deze hoogbouw bestaat uit herenhuizen echter de moderne architectuur heeft de stad op bepaalde plekken vervuild doordat het niet is ingepast in het oude stadsgezicht van Zwolle.
Fig. 2.8 Historisch gebouw in de binnenstad
Binnenstad, relatie landschap, bebouwing
37
2.4 Wegen De binnenstad heeft geen duidelijk wegenpatroon dit komt doordat de stad natuurlijk is gegroeid (fig. 2.9). Er werd tijdens het ontstaan van de binnenstad nog geen rekening gehouden met wegenpatronen. De binnenstad van Zwolle telt veel erftoegangswegen. Dit zijn voornamelijk smalle eenrichtingswegen. De buurtontsluitingen bevinden zich voornamelijk aan de randen van de binnenstad. De wijkontsluitingen zijn de bruggen die de binnenstad verbinden met de rest van Zwolle. De binnenstad is niet zo geschikt voor autoverkeer daarom is de binnenstad ook verkeersluw. Dit komt doordat de binnenstad veel smalle wegen en steegjes rijk is (fig. 2.10). Alleen verkeer dat echt in de binnenstad moet zijn mag de binnenstad in. Hierbij moet men denken aan hulpdiensten, taxi’s, openbaar vervoer en bevoorradingswagens. De wegen worden geblokkeerd door palen die wegzakken in het wegdek als er bijvoorbeeld een bus langs moet om zijn route te kunnen rijden. Het overige publiek moet lopend of fietsend de binnenstad in.
38
Fig. 2.9 Wegenstructuur in de binnenstad
Fig. 2.10 Een steegje in de binnenstad
Binnenstad, wegen
39
Erftoegangsweg De Praubstraat is een straatje in de binnenstad. Het is een erg smal profiel wat kenmerkend is voor de oude binnenstad. Het profiel bestaat uit een rijweg van 4 meter breed en aan beide zijdes een verhoogd trottoir. Doordat de binnenstad het visitekaartje van de hele stad is wordt er veel aandacht besteed aan het materiaal gebruik van de openbare ruimtes. Dit is ook te zien in dit straatprofiel, voor de rijweg is gebruikt gemaakt van een dikformaat gebakken klinker. De scheiding tussen rijweg en trottoir is gemaakt van een natuursteen trottoirband. Het trottoir is opgebouwd uit dezelfde klinker als de rijweg. Niet alleen bestratingmaterialen zijn exclusiever, de lantaarns zijn in de binnenstad ook veel chiquer. De snelheidsvermindering is geregeld door een smalle rijweg, deze weg is tevens eenrichtingsverkeer. Doordat dit een heel oud stadsdeel is en er weinig ruimte is in het profiel is de riolering een gemengd systeem. Doordat dit een smal profiel is, zijn er geen beplantingen gebruikt, wat ook weer kenmerkend is voor deze smalle profielen van de binnenstad. In 2009 is deze straat opengebroken om nieuwe gasleidingen en rioolaansluitingen aan te leggen, hierbij is de rijweg en het trottoir opnieuw bestraat. Deze verbouwing is onderdeel van het ‘Ontwikkelingsprogramma binnenstad’ van de gemeente Zwolle. Doordat dit een smal profiel is, zijn er geen beplantingen gebruikt.
40
Fig. 2.12 Doorsnede van de Praubstraat
Fig. 2.11 Impressiefoto van de Praubstraat
Binnenstad, erftoegangsweg
41
Buurtontsluitingsweg De Jufferenwal ligt in de binnenstad van Zwolle. De straat is een buurtontsluitingsweg van de binnenstad. Er bevinden zich geen elementen in het profiel om de snelheid te verminderen. Het profiel ligt in een autoluw gebied dat alleen toegankelijk is d.m.v.in de grond zakkende palen. Het gebied is alleen toegankelijk voor openbaar vervoer, hulpdiensten, taxi’s, laden en lossen en vergunninghouders. Het is niet de bedoeling dat er geparkeerd wordt in dit profiel. Er bevindt zich ook geen groen in dit profiel. Het riool is een gemengd systeem. De materialen die in dit profiel worden gebruikt zijn voornamelijk gebakken materialen. De rijweg bestaat uit gebakken keiformaat klinkers in een keperverband. De weg heeft een tonrond profiel. De opsluiting vindt plaats d.m.v. van betonnen trottoirbanden van 15/12x25x100 centimeter in een zwarte uitvoering. De afwatering vind plaats d.m.v. trottoirkolken die weer overstorten op het gemende riool. Het trottoir bestaat uit waalformaat klinkers in een halfsteensverband. Het trottoir zit opgesloten tussen de trottoirbanden en de bebouwing. Verder bevinden zich in het profiel ronde betonnen sierelementen en een bushalte met begeleidingstegels voor blinden.
42
Fig. 2.14 Doorsnede van de Jufferenwal
Fig. 2.13 Impressiefoto van de Jufferenwal
Binnenstad, buurtontsluitingsweg
43
Wijkontsluitingsweg De Kamperstraat is de wijkontsluitingsweg van de binnenstad. Dit profiel is genomen op de kamperbrug omdat dit één van de belangrijke ontsluitingspunten van de binnenstad is. Het profiel bestaat uit een middenberm van trottoirbanden en beton. Aan beide zijdes van deze middenberm liggen 2 rijbanen van 9m breed asfalt. Dit asfalt bied ruimte aan auto’s maar is ook belangrijk voor de verschillende buslijnen. In dit 9m breed asfalt is de fiets suggestiestrook inbegrepen, deze strook is zichtbaar gemaakt met een rode markering en witte belijning. Langs deze fietsstrook loopt een verhoogd trottoir van 4.5 tot 5 meter breed. Dit brede trottoir geeft ruimte aan de vele wandelaars. Doordat dit een brug is wordt het profiel afgescheiden door een reling. Het hemelwater wordt in de onderliggende gracht geloosd. Doordat dit een brug is wordt hier geen gebruik gemaakt van beplanting, wat echter niet nodig is omdat de grachtstrook erg groen is en er dus weinig behoefte is aan meer groen. Ook het accentueren of scheiden van verschillende functies in dit profiel is vrij duidelijk zonder beplantingen te gebruiken.
44
Fig. 2.15 Doorsnede van de Kamperstraat
Fig. 2.16 Impressiefoto van de Kamperstraat
Binnenstad, wijkontsluitingsweg
45
2.5 Water Structuur Omdat de binnenstad van Zwolle is ontstaan op een dekzandrug is dit gedeelte van de stad redelijk droog. Wel is de binnenstad omringt door de oude stadsgracht die vroeger heeft gediend voor het verdedigen van de stad. Ook loopt de Thorbeckegracht nog midden door de oude binnenstad. Beide grachten zijn verbonden met het Zwarte Water dat uitmondt in het IJsselmeer. De grachten zijn redelijk breed en vrij diep en hebben dus ook een waterbergende functie voor als er veel regenwater valt. Afwatering De afwatering in de binnenstad gebeurd op de meeste plekken door trottoirkolken en in het winkelgebied door lijngoten. Echter zijn er op bepaalde plekken in de oude stadsmuur ook gaten te vinden die van oudsher al dienden voor het afvoeren van regenwater richting de gracht (fig.). Al het water dat in de lijngoten of trottoirkolken loopt worden afgevoerd door middel van een gemengd riool dit gebeurt omdat er op de meeste plekken in de binnenstad niet voldoende ruimte is om een gescheiden systeem aan te leggen. Je hebt hier te maken met nogal smalle wegprofielen.
46
Fig. 2.17 Waterstructuur van de binnenstad
Fig. 2.18 Thorbeckegracht in de binnenstad
2.6 Groen
Fig. 2.19 Groenstructuur in de binnenstad
Structuur De binnenstad van Zwolle is groener dan men denken zou voor een historische binnenstad. Op alle plekken waar het mogelijk was om groen toe te passen is dit ook gedaan. Hierdoor heeft de binnenstad een opvallend groen karakter. Voornamelijk aan de randen van de stad bevinden zich redelijke grote groen gebieden. In de binnenstad zelf is meer gebruik gemaakt van losse bomen, bomenrijen of perkjes. Privé/openbaar De binnenstad bevat veel openbaar groen vooral langs de omringende stadsgracht. Hier bevinden zich ook enkele parken waar de bewoners van de binnenstad kunnen genieten van het groen in de binnenstad. Naast parken zijn er ook verscheidende pleinen in de binnenstad die voornamelijk worden gebruikt om te recreëren. Hier en daar zijn pleinen om te parkeren. Ook bevind zich in de stad ook nog een aanzienlijke hoeveelheid privé groen. Vooral de bewoners aan de zuidkant van de stad bezitten veel eigen groen. Relatie PNV In de binnenstad is nauwelijks rekening gehouden met de PNV dit komt omdat de bodem hier al zo vaak op de kop is geweest dat de eigenlijke PNV het er niet zo goed doet. Ook moet de binnenstad een visitekaartje zijn dit lukt niet altijd met beplanting uit de PNV. Het beeld is hier belangrijker dan de soorten beplanting vanuit de PNV.
Fig. 2.20 Openbaar en privégroen binnenstad
Binnenstad, water
47
48
2. Kamperpoort 49
3.1 Kennismaking Ligging De wijk de Kamperpoort ligt aan de westkant van de oude binnenstad van Zwolle. De wijk is ontstaan op een oude dekzandrug die in het Weichelien is opgewaaid en voor een verhoging zorgde in het natte land bij de IJssel. Verder was dit een belangrijke vestigingsplek omdat hier de Hoogstraat loopt de weg richting Kasteel Voorst en Kampen. In dit hoofdstuk behandelen we de wijk Kamperpoort verder. Historie De wijk wordt voor het eerst genoemd rond het jaar 1700 als uitbreiding van de stad Zwolle. Op deze plek gingen mensen wonen die voor hun beroep economisch afhankelijk waren van de stad Zwolle, maar die door gebrek aan ruimte binnen de muren het beroep dat ze beoefenden niet konden uitvoeren in de stad zelf. Vanzelfsprekend ging men zich vestigen aan een bestaande weg in dit geval de Hoogstraat. Dit was de weg van de Kamperpoort naar Kampen en Kasteel Voorst. Omdat de ruimte langs deze weg snel volgebouwd was ging men over tot het ontwikkelen van parallelwegen. De Hoogstraat is in deze tijd nog steeds het centrum van de wijk. De wijk groeide geleidelijk uit en stond als snel bekend als een afzonderlijke buurt in de volksmond Kamperpoortenvoorstad genoemd.
50
Fig. 3.1 Locatie Kamperpoort in Zwolle
Fig. 3.2 Historische kaart Zwolle rond 1900
In deze buurt woonden veel tuinders, veehouders, arbeiders en ondernemers voor wiens bedrijfje geen plek meer was binnen de stadsmuren. Vrij snel vestigden zich hier blekerijen en scheepswerven deze bedrijven zouden wij tegenwoordig aanduiden als industrie. Deze bedrijven bleven hier gevestigd tot het begin van de vorige eeuw.
Fig. 3.3 Stadspoort de Kamperpoort
Op marktdagen werd de Hoogstraat door de wijk de Kamperpoort veel gebruikt door boeren die met hun vee na de markt gingen. Het vee werd hier dus gewoon door de straten gedreven. Omdat men het vee niet meer in de stad wou hebben heeft men twee nieuwe locaties gezocht en gevonden in de buurt van de voormalige Kamperpoort. De nieuwe veemarkt werd hier gesitueerd omdat de meeste bezoekers van de veemarkt uit de richting kwamen van de Kamperpoort. De markt lag langs de stadsgracht aan beide kanten van de brug de tegenwoordige Harm Smeengekade en Pannekoekendijk. Op de eerst genoemde werden vooral de koeien verhandeld op de laatstgenoemde werden de varkens verhandeld. De markt werd rond 1932 opgeheven. In 1931 werd de nieuwe veemarkt gebouwd op het terrein waar in de jaren ’60 ook de IJsselhallen verrezen. Rond 1900 groeide de Kamperpoort uit tot een afgerond geheel.
Fig. 3.4 De IJsselhallen hier werd vroeger de veemarkt gehouden.
Kamperpoort, kennismaking
51
3.2 Relatie met het landschap
Ondergrond Zo als eerder genoemd is de Kamperpoort gebouwd op een dekzandrug net buiten het stadscentrum. Deze zandrug is in het Weichelein opgestoven. Door zijn verhoogde ligging in het landschap was dit een logische plek om met stadsuitbreiding te beginnen. Zoals in fig. 3.5 is te zien loopt het gebied af richting het westen. Tussen het hoogste en laagste deel zit een verschil van wel 1,60 meter. Het lagere gedeelte ligt richting de Mastenbroekerpolder. Over de noord/zuidlijn van het gebied zit weinig reliëf verschil. Kavels Van de oude landschappelijke kavels is niks meer terug te vinden in de wijk. Dit komt onder andere doordat men in de 18e eeuw nog niet keek naar landschappelijke relaties in de vorm van kavels. Ook van de hele oude bebouwingsvormen is nog weinig over aangezien de wijk rond 1900 is omgevormd tot een echte arbeiderswijk. Hierbij moesten oude kavelstructuren het veld ruimen. Randen De relatie met het landschap vanuit de wijk de Kamperpoort is geheel verdwenen. De wijk wordt aan alle kanten opgesloten. Aan de westkant door de A28, aan de noord- en oostkant door wijkontsluitingswegen en aan de zuidkant door de IJsselhallen die een enorme barrière vormen op de relatie met het landschap.
52
Fig. 3.5 Hoogtekaart van de Kamperpoort
Fig. 3.6 Groenstrook langs de snelweg
3.3 Bebouwing
Fig. 3.7 Soort bebouwing in de Kamperpoort
De wijk de Kamperpoort is een kleine wijk in de stad Zwolle in vergelijking met andere wijken. Deze wijk is ontstaan aan de oude uitvalsweg richting Kasteel Voorst en Kampen ten westen van de oude binnenstad. In de rijke geschiedenis van de wijk is de wijk meerdere malen uitgebreid of gedeeltelijk overnieuw opgebouwd. Rond 1900 is deze wijk een echte arbeiderswijk geworden met zijn kenmerkende rijtjeshuizen met aan de Hoogstraat hier en daar nog een historisch pand. Deze rijtjeshuizen waren allen voorzien van een eigen voor en achtertuin. Ook bevind zich enkele hoogbouw in de wijk met namen aan de west en zuidkant van de wijk. Aan de westkant bevinden zich enkele kantoorpanden en aan de zuidkant staan de IJsselhallen en enkele kantoorpanden. Toekomst Aangezien de wijk redelijk verouderd is is er in 2003 begonnen met het plannen voor het geheel herstructureren van de wijk. In 2009 is ook daadwerkelijk de schop in de grond gegaan en wordt het werk in fases uitgevoerd. Waar het projectplan vooral vanuit gaat is het houden van het sociale karakter van de buurt en verouderde huizen vervangen door kwalitatief goede woningen. De nieuwbouw woningen zullen perfect passen bij de stijl van de gebouwen die nu in de Kamperpoort staan.
Fig. 3.8 Een rijtjeswoning in de Kamperpoort
Kamperpoort, relatie landschap
53
De historisch belangrijke gebouwen in de buurt blijven staan zodat de wijk haar historische karakter behoud. Verder zal het aantal woningen in de Kamperpoort worden uitgebreid van de 500 woningen die de wijk voor de herstructurering kende naar 1500 woningen in de wijk. Het moet voor de inwoners van de Kamperpoort mogelijk blijven om in de Kamperpoort te blijven wonen of terug te keren na het afronden van het project. Verder zullen er nieuwe voorzieningen worden gecreëerd in de wijk. Hierbij moet men denken aan een supermarkt, een bioscoop, winkels en horeca. Verder wordt het totale openbaar groen heringericht. Dit zorgt er samen met de nieuwe voorzieningen voor dat de Kamperpoort een levendige wijk blijft. Verder moet de wijk interessant worden voor kleine ondernemingen om zich er te vestigen.
54
Fig. 3.9 Impressie van de gerenoveerde wijk
Fig. 3.10 Toekomstige nieuwbouw locatie
3.4 Wegen
Fig. 3.11 Wegenstructuur in de Kamperpoort
De wijk de Kamperpoort is opgebouwd met een duidelijke wegenstructuur. De wijkontsluitingswegen liggen aan de buitenkanten van de wijk. Hier kan het verkeer zich verder de stad in verplaatsen zonder gehinderd te worden door voetgangers en fietsers. Deze wegen hebben gescheiden functies voor de verkeersveiligheid. Deze buurtontsluitingswegen verbinden de diverse buurten in de wijk met de wijkontsluitingswegen. Deze wegen zijn doorgaans wat breder opgezet in profiel omdat hier redelijk wat verkeer overheen moet naar de buurten. De erfontsluitingswegen worden ontsloten door de buurtonsluitingswegen. Deze erfontsluitingswegen zijn meestal 30 km/h wegen en zijn doorgaans vrij smal in profiel om te zorgen dat er niet te snel wordt gereden. Verder liggen hier vaak verkeer remmende maatregelen die in deze wijk bestaan uit drempels. Op de volgende pagina’s is van elk wegtype een uitwerking gegeven die van toepassing is op deze wijk. Verder zijn er in deze profielen duidelijk de verschillen te zien tussen de verschillende wegtypes.
Fig. 3.12 Een straat in de wijk de Kamperpoort
Kamperpoort, wegen
55
Erftoegangsweg De Hoogstraat ligt in de wijk Kamperpoort. Deze straat is een erftoegangsweg. De snelheids verminderende maatregelen op deze weg bestaan uit drempels en door het smalle karakter van de straat zal men hier niet gauw met absurd hoge snelheden over deze straat rijden. Door het smalle karakter van de straat bevindt er zich geen groen in dit profiel. Het riool is een gemengd riool het hemelwater en het vuile water worden tezamen afgevoerd. De materialen die zijn gebruikt in deze straat bestaan voornamelijk uit gebakken materialen. De rijweg is ingericht met een keiformaat klinker in keperverband. De rijweg wordt opgesloten door een betonnen trottoirband van 15/12x25x100 centimeter. Dit is ook het enigste betonproduct dat gebruikt is in dit profiel. De parkeerplaats is eveneens uitgevoerd in een keiformaat klinker alleen ligt deze hier in een elleboogverband. Ook bevindt zich tussen de parkeerstrook en de rijweg een molgoot uitgevoerd in keiformaat klinkers. In de molgoot bevinden zich ook de straatkolken die weer afwateren op het riool. Aan de rechterkant van het profiel gebeurt dit d.m.v. trottoirkolken. Het trottoir bestaat uit gebakken waalformaat klinkers. Deze klinkers zijn in een halfsteensverband gestraat. Het trottoir ligt opgesloten tussen de trottoirbanden de huizen.
56
Fig. 3.14 Doorsnede van de Hoogstraat
Fig. 3.13 Impressie foto van de Hoogstraat
Kamperpoort, erftoegangsweg
57
Buurtontsluitingsweg De Meeuwenlaan ligt in de wijk de Kamperpoort. Deze weg is een buurtonsluitingsweg voor een deel van de wijk Kamperpoort. De snelheid wordt op deze weg verminderd met behulp van drempels. Het parkeren gebeurt op parkeerstroken d.m.v. langsparkeren. Tussen de parkeervakken is ruimte over gelaten voor groen hier staan lindes ingeplant. Aan de linkerkant van het profiel ligt een groenstrook met gras en lindes. Het riool is hier een gescheiden riool. Het vuile water wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie en het hemelwater gaat het infiltratieriool in waar het in de bodem kan infiltreren. De materialen die zijn gebruikt voor dit profiel bestaan uit asfalt en gebakkenproducten. De rijweg is uitgevoerd in asfalt. End e parkeerstroken bestaan uit gebakken waalformaat klinkers in een elleboogverband. Ook is de molsgoot geïntegreerd in de parkeervakken. Ook deze molsgoten bestaan uit gebakken waalformaat klinkers. Ook bevinden zich hier de afwateringskolken die het opgevangen water weer afwateren op het infiltratieriool. De parkeerstroken zijn opgesloten met betonnen trottoirbanden van 15/12x25x100 centimeter in een zwarte uitvoering. Het trottoir bestaat ook uit waalformaat klinkers in een halfsteensverband. Het trottoir word opgesloten door opsluitbanden van 100x10x20 centimeter in een grijze uitvoering.
58
Fig. 3.16 Doorsnede van de Meeuwenlaan
Fig. 3.15 Impressiefoto van de Meeuwenlaan
Kamperpoort, buurtontsluitingsweg
59
Wijkontsluitingsweg De Katerdijk is de wijkontsluitingsweg van de wijk Kamperpoort. Er is weinig bebouwing langs dit profiel doordat een groot gedeelte van de wijk Kamperpoort is gesloopt. Deze weg functioneert als ontsluiting van Kamperpoort en verbinding met de A28. Het profiel begint met links een trottoir van 2 meter van 30*30cm betontegels. Aan dit trottoir grenst een fietspad van 3meter breed asfalt. Tussen dit fietspad en de middenberm ligt een verhoogde tussenberm van gras. De rijweg is 8 meter breed en is volledig geasfalteerd. Midden in het profiel bevindt zich een grasberm van 3 meter breed. Aan de andere zijde van deze middenberm spiegelt het profiel zich met soms wat andere maten. Zo is de rijweg aan deze kant 9 meter breed, de berm tussen rijweg en fietspad 2meter en het fietspa weer 3 meter. De middenbermen liggen verhoogd t.o.v. het asfalt. Deze scheiding is gemaakt met trottoirbanden zodat het een duidelijke afscheiding is. Doordat dit een ontsluitingsweg is, zijn er geen snelheidsbeperkende middelen toegepast in het profiel. De riolering is een gemengd systeem. Er is weinig groen gebruikt in dit profiel, hierdoor heeft dit profiel een kaal uiterlijk. Er is gras gebruikt om de tussenbermen te markeren, deze middenbermen zijn mooie elementen die de gebruikers moeten geleiden.
60
Fig. 3.18 Doorsnede van de Katerdijk
Fig. 3.17 Impressiefoto van de Katerdijk
Kamperpoort, wijkontsluitingsweg
61
3.5 Water Structuur Omdat Zwolle op een dekzandrug is ontstaan zijn de wijken die om de oude binnenstad heen liggen ook hoger geglegen. De Kamperpoort is dan ook een droge wijk die zelf geen water bevat. Afwatering Aangezien de Kamperpoort een oude wijk is werd er gebruik gemaakt van een gemengd rioleringssysteem. Echter sinds de reconstructie van de wijk is men ook bezig om het riool te scheiden. Dit betekend dat het regenwater en het vuile water apart worden afgevoerd. Echter is dit niet in alle gerenoveerde straten mogelijk gezien de geringe breedte in sommige wegprofielen. Door deze geringe breedte is het niet mogelijk om naast de al aanwezige kabels en leidingen nog een extra rioolbuis neer te leggen. De profielen die wel breed genoeg zijn worden wel uitgevoerd met een infiltratieriool. Dit houd in dat het hemelwater in een aparte rioolbuis komt die waterdoorlatend is. Het water kan vanuit deze buis infiltreren in de bodem. Zo houd men het hemelwater op de plek waar het gevallen is.
62
Fig. 3.19 Infiltratie bak voor overtollig hemelwater
Fig. 3.20 Voorbeeld van gescheiden systeem
3.6 Groen
Fig. 3.21 Groenstructuur in de Kamperpoort
Structuur Wat opvalt in de groenstructuur van deze wijk is dat er vooral aan de westkant een grote groene buffer zit. Deze is hier aangelegd omdat de A28 hier loopt. Deze groenstrook dient tevens als geluiddempende maatregel zodat de wijk geen geluidsoverlast heeft van de snelweg. Verder ligt het groen vooral bij de kantoorpanden en is er in de wijk zelf weinig groen aanwezig. Privé/openbaar Wat wel opvalt in deze wijk is dat het groen qua prive en openbaar ongeveer gelijk verdeeld is. De wijk telt nog redelijk wat paticulier groen met name bij de rijtjeshuizen is paticulier groen te vinden. Dit komt doordat deze huizen allemaal een eigen tuintje hebben. Verder hebben de meeste kantoorpanden ook nog een stukje eigen groen. Verder heeft de gemeente twee openbare parkjes in de wijk. Relatie PNV Bij het beplanten van de wijk is door de gemeente Zwolle wel rekening gehouden met het feit dat de Kamperpoort op een drogere grond ligt. Er zijn hier hele andere beplantingssoorten toegepast dan bijvoorbeeld in Holtenbroek of Stadshagen. Dit is te zien in de soort keuze in de wijk. Er is niet uitsluitend gebruik gemaakt van PNV-beplanting maar ook van andere soorten. Er is echter niet veel openbaar groen in de wijk.
Fig. 3.22 Openbaar of privégroen Kamperpoort
Kamperpoort, water en groen
63
64
4. Diezerpoort 65
4.1Kennismaking Ligging Diezerpoort ligt ten noorden van de oude binnenstad, De wijk ligt op een zandrug die in het Weichselien is gevormd door opgewaaid zand, zogenaamd dekzand. Al in de 10e eeuw woonden er mensen op de plek waar deze wijk ligt. In dit hoofdstuk zal vooral worden ingegaan op de buurt het Noorden. Historie Diezerpoort is één van de oudste wijken in Zwolle. In de vroege middeleeuwen was Dieze een zelfstandige boermarke, maar in 1384 werd Dieze aan Zwolle toegevoegd. Hiermee is Dieze één van de oudste wijken van Zwolle. Rond de 17e eeuw groeide Dieze uit tot een belangrijke voorstad, ook wel Nieuwstad of Nijstad genoemd. Via deze Nieuwstad kwamen veel mensen Zwolle binnen om naar de markt te gaan. Toch bestond destijds het grootste gedeelte van de huidige woonwijk uit onontgonnen gebied. In figuur 4.1.2 is te zien hoe Diezerpoort er in het begin van de 19e eeuw er uit zag. In de tweede helft van de 19e eeuw vond er een grote uitbreiding plaats en werden er vele arbeiderswoningen neergezet. Ook werden bestaande straten verlengd en nieuwe aangelegd.
Fig. 4.1.1 Ligging Diezerpoort t.o.v. Zwolle.
Fig. 4.1.2 historische kaart zwolle rond 1917
66
4.2Relatie met het landschap Ondergrond Zoals eerder genoemd is Diezerpoort op een zandrug ontstaan. Deze zandrug is in het Weichselien gevormd door opgewaaid dekzand. Diezerpoort is dus op een hoge plek ontstaan. Zoals in figuur 4.1.3 te zien is ligt het zuidelijke deel van Diezerpoort ongeveer 1.5meter hoger dan het noordelijke deel. Hieraan is de overgang van de hoge dekzandrug naar de lage natte polder te zien. Verder is er in de wijk weinig reliëf aanwezig. Fig. 4.1.3 hoogtekaart
Kavels De oude landschappelijke verkavelingen zijn niet meer terug te vinden. In figuur 4.1.2 is te zien dat hier vroeger enkele wegen met lintbebouwing waren. hier zijn een aantal wegen van bewaard gebleven maar de meeste kavelstructuren van de oude landschappelijke verkaveling zijn verdwenen. Dit is gebeurd in de tweede helft van de 19e eeuw toen Diezerpoort werd uitgebreid. Randen Zoals figuur 4.1.4 illustreert is Diezerpoort volledig van het omliggende landschap afgesloten door snelweg en andere wijken, hierdoor is er weinig relatie met het landschap. Wel loopt het zwarte water als een soort blauwe vinger langs deze wijk.
Fig. 4.1.4 Randen
67
Diezerpoort, Relatie met landschap
4.3 Bebouwing Diezerpoort algemeen Diezerpoort is een grote stadswijk. De wijk is ontstaan langs de oude uitvalswegen ten noorden en noordoosten van de historische binnenstad. In de loop van de tijd is de wijk naar verschillende kanten en gedurende verschillende bouwstromen verder uitgebreid, wat een grote diversiteit aan woonbuurten, woonmilieus en woningtypen heeft opgeleverd. Zo zijn er zowel buurten rondom oude ruimtelijke structuren als woonmilieus uit de vroeg-naoorlogse periode. Verder zijn op talloze plekken kleinschalige inbreidingen gepleegd. De gefragmenteerdheid die hieruit voortvloeit is kenmerkend voor de Diezerpoort. De buurt het Noorden is een buurt met arbeiderswoningen en naoorlogse portieketageflats die er verassend goed uitzien.
Fig. 4.3.1 bebouwingsstructuur
Diezerpoort, Het Noorden De buurt het Noorden is een buurt met arbeiderswoningen en naoorlogse portiek etageflats. Zoals figuur 4.3.1 laat zien is er relatief veel laagbouw, met aan de randen hoogbouw. In het figuur is ook aangegeven wat bedrijventerrein is, in dit gebied is meer hoogbouw dan in het woongedeelte.
Fig. 4.3.2 Portieketage flats
68
4.4 Wegen
Fig. 4.4.1 wegenstructuur
Structuur In Diezerpoort is een vrij duidelijke wegenstructuur aanwezig. Het merendeel van de woningen is gesitueerd aan een erftoegangsweg. Deze wegen zijn vaak 30km/h zones en zijn in deze oude wijk vrij smal opgezet. Om deze Erftoegangswegen te ontsluiten zijn een aantal buurtontsluitingswegen aanwezig. Deze buurt ontsluitingswegen zijn breder opgezet zodat het de doorstroming bevorderd, hier begint verkeer een belangrijkere gebruiker te worden in het profiel dan bijvoorbeeld de spelende kinderen. Deze buurtontsluitingswegen zijn min of meer kruislings door de wijk gelegd. Om deze wijk goed te verbinden met andere wijken, snelwegen en buitengebied zijn er de wijkontsluitingswegen. Op deze wegen mag vaak 50km/h gereden worden en is verkeer één van de belangrijkste functies in het profiel. Deze ontsluitingswegen zijn als een soort rondweg om de wijk gelegd. Zoals in de afbeelding te zien is wordt de snelweg ook als een wijkontsluitingsweg aangegeven, deze wegen worden ook wel stroomwegen genoemd omdat deze wegen alleen een verkeersfunctie hebben. Op de volgende pagina’s zal van elk type weg een profiel worden besproken en zullen de verschillen duidelijk worden. De locaties van de drie profielen zijn op de wegenstructuurkaart weergegeven.
Fig. 4.3.3 Arbeiderswoningen
Diezerpoort, Bebouwin, Wegen
69
Erftoegangsweg: De kastanjestraat ligt duidelijk in een arbeiderswijk in Diezerpoort. Het zijn kleine rijtjeswoningen aan een smal straatprofiel. Het zijn voornamelijk korte straten, waardoor er weinig duidelijke zichtlijnen zijn. Het profiel bestaat uit een rijweg van asfalt, aan beide zijdes een eenvoudig trottoir van grijze 30*30cm betontegels en op sommige plekken een voortuin van 2m. De woningen langs de weg vormen een duidelijke muur van massa. Aan de rijweg is echter goed te zien dat de straat al verschillende keren is opengebroken. Dit geeft een rommelig beeld. Doordat dit een oude wijk is wordt voor de riolering een gemengd systeem gebruikt. Dit is duidelijk een buurtweggetje. Auto’s kunnen op de rijweg geparkeerd worden d.m.v. langsparkeren. De rijsnelheid wordt beperkt door het smalle wegprofiel en de versmallingen. Deze versmallingen bieden tevens ruimte aan de Esdoorns die hier geplant zijn. Verder is er in de straat geen openbaar groen te vinden, wel zijn er in deze buurt groene pleintjes te vinden.
70
Fig. 4.4.2 Profiel Kastanjestraat
Fig. 4.4.3 Foto Kastanjestraat
Diezerpoort, Wegen
71
Buurtontsluitingsweg: De Esdoornstraat ligt in de wijk De Diezerpoort. De straat is een Buurtontsluitingsweg voor een deel van de wijk De Diezerpoort. De snelheid verminderende elementen bestaan uit drempels. Het parkeren gebeurt op de rijweg d.m.v. langsparkeren. De beplanting bevindt zich in de rijweg en bestaat uit Prunus. Het riool is een gemengd riool het regenwater en hemelwater worden in één rioolbuis gezamenlijk afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. De materialen die in de straat gebruikt worden zijn allemaal betonproducten. De rijweg bestaat uit een kei formaat klinker die in een keperverband gestraat zijn in heide kleur. Verder is de straat tonrond geprofileerd. De straat wordt opgesloten door een betonnen trottoirband 15/12x25x100 centimeter in een grijze kleur. De stoep bestaat uit 30x30 betontegels en is in een halfsteensverband gestraat. Deze bestrating is opgesloten door een opsluitband van 100x10x20 centimeter en is grijs gekleurd. De afwatering vind plaats door trottoirkolken. Deze kolken wateren weer af om het gemengde riool.
72
Fig. 4.4.4 Profiel Esdoornstraat
Fig. 4.4.5 Foto Esdoornstraat
Diezerpoort, Wegen
73
Wijkontsluitingsweg De Middelweg is de wijkontsluitingsweg voor de Diezerpoort. Als snelheid verminderende maatregel heeft men hier gekozen voor drempels. Deze drempels liggen alleen bij kruisingen waar geen verkeerslichten aanwezig zijn. Het parkeren gebeurt langs de rijweg d.m.v. langsparkeren. De beplanting bevindt zich aan de linkerkant van het profiel in een groenstrook. Hier bestaat de beplanting uit Acer en een onderbeplanting. Aan de rechterkant van het profiel bevindt zich een park. Het riool is een gemengd riool. Hier is waarschijnlijk voor gekozen omdat dit een belangrijke ontsluitingsweg is die ook gestrooid wordt. Het smeltwater van de weg is verontreinigt door het zout. En daarom is het beter dat dit ook wordt behandeld voordat het water weer het oppervlaktewater in loopt. De materialen uit dit profiel bestaan uit asfalt en betonproducten. De rijweg zelf is vervaardigd uit asfalt. Er is geen extra plek op de rijbaan gereserveerd voor fietsers. De parkeervakken zijn uitgevoerd in een keiformaat halfsteensverband. De parkeerplaatsen worden opgesloten door een betonnen trottoirband 15/12x25x100 centimeter in een grijze kleur. Verder liggen er tussen de rijweg en de parkeerplaats nog een molsgoot waar zich ook de afwateringskolken in bevinden. Het trottoir is bestraat met 30x30 betontegels in een grijze kleur. En wordt opgesloten door een opsluitband van 100x10x20 centimeter en is grijs gekleurd
74
Fig. 4.4.6 Profiel Middelweg
Fig. 4.4.7 Foto Middelweg
Diezerpoort, Wegen
75
4.5 Water Structuur Doordat Zwolle op een dekzandrug is ontstaan liggen de binnenstad en de oude wijken zoals Diezerpoort op een droge zandgrond. Hierdoor is er geen afwaterende waterstructuur aanwezig in deze wijk. Tussen Diezerpoort en de binnenstad ligt echter wel een karakteristieke gracht. Zwolle was als oude vestingsstad volledig omgeven door deze gracht. Deze vrij diepe gracht met overal gelijke breedte sluit aan op het zwarte water. Aan de rand van de buurt het Noorden bevindt zich een singel in het park de Hogenkamp. Deze singel geeft met zijn rietoevers een natuurlijk beeld.
Fig. 4.5.1 Gracht om de binnenstad
Afwatering Doordat Diezerpoort een oudere wijk is, wordt er gebruik gemaakt van een gemengd rioleringsstelsel. Het ‘droombeeld’ van Zwolle voor de wijk Diezerpoort is dat ook hier uiteindelijk een gescheiden rioleringsstelsel geïntroduceerd zal worden. Dit is echter een droombeeld en voorlopig nog geen definitief eindbeeld. De huidige situatie zorgt voor hoge zuiveringskosten door veel en extreem verdunde water aanvoer bij de rioolzuiveringsinstalatie, tevens zal dit riool de piekafvoeren niet kunnen verwerken en overstorten op het oppervlaktewater, wat een verontreinigend effect heeft.
76
Fig. 4.5.2 Water bij park de Hogenkamp
fig. 4.5.3 Waterstructuur
Diezerpoort, Wegen
77
4.6 Groen Structuur Uit de groen structuurkaart blijkt dat het groen verspreid door de wijk ligt. Vooral rond de hoogbouw is veel openbaar groen en bij de laagbouw is minder openbaar groen maar meer private tuintjes. In deze buurt liggen twee buurtparkjes, en net buiten deze buurt ligt het wijkpark de Hogenkamp. Park de Hogenkamp is een groter park met meerdere functies. Openbaar/privé Opvallend in de Openbaar/ privaatgroenkaart zijn de speeltuinvereniging en het schoolplein dat als semi-openbare ruimtes zijn aangegeven. Verder is er een duidelijk contrast te zien tussen de hoogbouw met veel openbaar groen en de laagbouw met de kleine private tuintjes en de buurtparkjes.
Fig. 4.6.1 groenstructuur
Relatie PNV Er is qua beplanting rekening gehouden met de wat drogere grond. Dit zorgt voor compleet ander beplanting dat bijvoorbeeld de beplantingen in de wijk Stadshagen wat in de natte polder is gerealiseerd. Dit is terug te zien in de straatbomen en openbare groengebieden. Er is echter niet alleen gebruik gemaakt van PNV-gerelateerde beplantingen, zodat er veel variatie in beplantingen aanwezig is in deze wijk. Fig. 4.6.2 Openbaar-privaat groen
78
Diezerpoort, Groen
79
80
Voorst 81
5.1 Kennismaking Ligging Bedrijventerrein Voorst is globaal gezien aan drie zijdes omsloten door andere wijken zoals Stadshagen, Holtenbroek en Kamperpoort. Aan de zuidwest zijde van Voorst ligt de IJssel. Tussen de IJssel en Voorst zijn nog een aantal landschappelijke kavels bewaard gebleven en zijn nog enkele bebouwingslinten te vinden. Door voorst loop het ZwolleIJsselkanaal, dit is de enige directe aansluiting op de IJssel en is dus een belangrijkste reden voor het ontstaan van een Industrieterrein op deze plek. In deze analyse zal voornamelijk worden ingegaan op Voorst A, omdat dit binnen de te analyseren strip ligt.
Fig. 5.1.1 Ligging Voorst
Historie In 1960/1961 is men begonnen met het graven van het Zwolle-IJsselkanaal. Dit werd gedaan om, na het uitbreiden van de wijk Holtenbroek, het nieuwe industriegebied langs het Zwarte Water beter te ontsluiten. Het kanaal werd op 7 december 1964 officieel geopend. Al sinds het begin van de jaren zestig ligt langs dit Zwolle-IJsselkanaal het bedrijventerrein Voorst. In de loop der jaren hebben uiteenlopende bedrijven zich gevestigd op deze herkenbare locatie. De historische kaart hiernaast laat zien hoe het gebied er uitzag voor de aanleg van het kanaal en indurstieterrein Voorst. Fig. 5.1.2 Huidige situatie Voorst A
82
Voorst, Kennismaking
83
Kavels De landschappelijke kavelstructuur zoals die op de historische kaart te zien is, werd volledig genegeerd bij het ontwerp van Voorst. Er werd een zo praktisch mogelijk verkeersnetwerk neergelegd met grote vierkante bouwkavels. Hierdoor is het beeld van de polder met zijn rechte kavelstructuur en openheid volledig verdwenen.
Fig. 5.2.1 Randen industrieterrein Voorst
5.2 Relatie met landschap Ondergrond Uit de verkavelingspatronen op de historische kaart is af te lezen dat Voorst op een nattere grond is ontstaan. Er zijn veel afwaterende slootjes te zien en de rechte verkavelingen duiden op ontginningen van natte gronden. Deze natte gronden hadden weinig rellief en dat is nu nog steeds zo op het bedrijventerrein, al zijn enkele kavels flink opgehoogd wat er tevens voor zorgt dat de ondergrond op sommige plekken flink is veranderd.
84
Randen Voorst is aan drie zijdes omsloten door andere Zwolse wijken, waardoor er aan die kant weinig relatie is met de landschappelijke omgeving. Aan de zuidwest zijde van Voorst zijn echter enkele landschappelijke kavels samen met de lintbebouwing van de wijk Spoolde bewaard gebleven. Ook passeert de IJssel Voorst aan deze zijde. De zuidwest zijde van Voorst heeft dus een prachtige stadsrand, zoals op de rechter afbeelding te zien is. Doordat het zwarte water en het Zwolle- IJsselkanaal door Voorst stromen, loopt er een ‘blauwe ader’ vanuit het buitengebied door dit industrieterrein waardoor de relatie met het omliggende landschap versterkt wordt.
Voorst, Relatie met landschap
85
5.3 Bebouwing Type bebouwing Er zijn voornamelijk scholen voor beroepsopleiding te vinden, en het TPGbestelkantoor voor Zwolle-West is er te vinden. Tevens zijn hier de benzineopslagtanks van Esso hier gevestigd samen met de gigantische productiehallen van Scania. Verder vindt men er wat lichte industrie. Er is grote variatie in hoog- en laagbouw doordat er grote geasfalteerde kavels zijn met bebouwing van slechts 1 laag tot hoge kantorencomplexen Fig. 5.3.1 Laag kantorencomplex met op de achtergrond de hoge fabrieken.
5.4 Wegen Structuur De wegenstructuur van VoorstA is heel anders opgezet dan de wegenstructuur van een woonwijk. Een woonwijk heeft erftoegangswegen, buurtontsluitingswegen en wijkontsluitingswegen. Doordat Voorst is opgebouwd uit vrij grote rechthoekige kavels is de wegenstructuur vrij duidelijk. De bedrijven zijn gevestigd langs erftoegangswegen, deze erftoegangswegen sluiten direct aan op de wijkontsluitingswegen zonder dat daar buurtontsluitingswegen aan te pas komen. De wijkontsluitingswegen liggen
86
Fig. 5.4.1 Wegenstructuur kaart
globaal gezien kruislings door de wijk en de buurtontsluitingswegen liggen als een soort net over de wijk. Door deze duidelijke structuur is voorst goed bereikbaar. Wegen Om vanaf een bedrijf bij de snelweg te komen hoeft men maar een klein stuk erftoegangsweg te gebruiken om direct over te gaan op de wijkontsluitingswegen vanwaar de snelweg goed te bereiken is. Op de volgende pagina’s zal aan de hand van een foto en profiel het verschil tussen erftoegangsweg en wijkontsluitingsweg verduidelijkt worden. Fig. 5.4.2 Voorbeeld erftoegangsweg
Spoor Door Voorst loopt ook een doorgaande spoorlijn en een aftakking. Deze aftakking zorgt ervoor dat voorst ook per trein goed bereikbaar is. Dit spoor heeft er voor gezorgd dat de bedrijvigheid in Voorst door kon gaan ook al werd het transport over water minder belangrijk.
Fig. 5.4.3 Voorbeeld wijkontsluitingsweg
Voorst, Bebouwing, Wegen
87
Erftoegangsweg De Gasthuisdijk ligt op industrieterrein De Voorst A. Deze weg is een buurtweg er zitten verschillende bedrijven gevestigd aan deze weg. Er zijn geen snelheids verminderende maatregelen getroffen in deze weg. Verder kan er niet geparkeerd worden in dit profiel. Hier is waarschijnlijk voor gekozen omdat de bedrijven zelf voldoende ruimte op hun privéterrein hebben. Ook kan dit gevaarlijk opleveren omdat vrachtwagenchauffeurs en automobilisten dan geen ruimte meer hebben om uit te wijken. De beplanting bevindt zich in de groenstrook aan beide kanten van de weg. De beplanting bestaat uit gras, eiken en Acer campestre als haag. De waterafvoer is in dit profiel gescheiden. De weg watert middels een tonrondprofiel af op de aanwezige groenstroken. Het profiel is lekker ruim opgezet. De materialen die zijn gebruikt in dit profiel bestaan uit asfalt en betonproducten. De rijweg zelf is uitgevoerd in asfalt en het trottoir uit 30x30 centimeter grijze betontegels. Deze betontegels zijn in een half om half verband gelegd. Het trottoir is opgesloten door een opsluitband van 100x10x20 centimeter en zijn grijs gekleurd. Er zijn in dit profiel geen kolken aanwezig voor de afwatering.
88
Fig. 5.4.4 Profiel gasthuisdijk
Fig. 5.4.5 Foto gasthuisdijk
Voorst, Wegen
89
Wijkontsluitingsweg De blaloweg is een wijkontsluitingswijk van het bedrijventerrein Voorst. Deze weg is een 4baans weg die voor de ontsluiting van het bedrijventerrein moet zorgen. De bebouwing langs dit profiel bestaat uit bedrijvencomplexen wat varieert van laagbouw tot hoogbouw. Het profiel bestaat uit een verhoogde middenberm van 7m waar eikenbomen in het gazon staan. Aan beide zijdes van deze berm liggen 2 banen van samen 7m geasfalteerde weg. Deze weg wordt afgescheiden van het fietspad door een verhoogde berm met gazon van 4meter breed. Het fietspad is ook geasfalteerd en is 3 meter breed. Tussen deze fietspaden het de private terreinen van de bedrijven is een stoep van 2.5 meter breed van 30*30cm betontegels. De verhoogde bermen zijn afgescheiden van de weg door trottoirbanden, zo is er een duidelijk onderscheid tussen de verschillende functies die in dit profiel aanwezig zijn. Ook het trottoir ligt verhoogd t.o.v. het fietspad. De snelheidsbeperking is door borden geregeld, verder zijn er geen snelheidsbeperkende objecten aanwezig in dit profiel. Doordat deze weg in een industriegebied/bedrijventerrein ligt is de riolering geregeld d.m.v. een gemengd systeem. In dit profiel zijn in de middenberm eiken te vinden. Deze eiken zorgen samen met het gazon voor een groen profiel. Het fietspad is van de rijweg afgesloten door een heg van 1.20hoog. deze heg benadrukt de scheiding tussen rijweg en fietspad.
90
Fig. 5.4.6 Profiel Blaloweg
Fig. 5.4.7 Foto Blaloweg
Voorst, Wegen
91
5.5 Water Voorst is het enige bedrijventerrein van Zwolle met een eigen waterverbinding, via de Spooldersluis, rechtstreeks naar de IJssel. Dit Zwolle-IJssel kanaal is in 1964 officieel geopend en heeft er voor gezorgd dat Voorst een goed lopend industrieterrein werd. Structuur Het Zwarte water loopt langs voorst richting de binnenstad. Langs dit water zijn verschillende haventjes gemaakt en zorgden voor de eerste industrie in dit gebied. Toen het Zwolle-IJsselkanaal werd geopend werd de bedrijvigheid op dit water gericht, omdat dit een belangrijke verbinding met de IJssel was. Aan de vorm van het water is goed te zien dat dit water transport als belangrijkste functie heeft, omdat er veel inhammen en haventjes langs dit water zijn.
Fig. 5.5.1 Zwarte water met Mastenbroekerbrug
Afwatering. De afwatering van bedrijventerein is geregeld door middel van een gemengd systeem. In de tijd dat Voorst is aangelegd was dit de meest logische keus, nu zijn er echter betere oplossingen. De riolering zal hier voorlopig nog niet worden aangepast aan de normen van deze tijd, omdat een industrieterrein veel last heeft van vervuiling wat het oppervlaktewater kan vervuilen bij een gescheiden rioleringssysteem. Fig. 5.5.2 Zwolle-IJsselkanaal
92
Voorst, Water
93
5.6 Groen Structuur Voorst A is een relatief groen industrieterrein. Dit is bereikt door gebruik te maken van groene bermen, lanen, natuurlijke oevers en het private groen. Op de structuurkaart is te zien dat de wijkontsluitingswegen veel groen bevatten. Zo is er langs de snelweg een brede strook bomen te vinden en de Blaloweg ruim opgezet met een groene middenberm met bomen, een groene scheiding tussen rijweg en fietspad en tussen fietspad en bedrijven weer een grasberm. Op de structuurkaart zijn de braak liggende kavels ook aangegeven als openbaar groen. Dit vertekend het beeld enigszins omdat er meer openbaar groen is aangegeven als er oorspronkelijk is aangelegd. Braakliggende terreinen zijn echter qua ecologie en biodiversiteit in industrieterreinen en bedrijventerrein heel waardevol. Veel bedrijven investeren in privé groen omdat dit hun een goed image opleverd, dit is ook goed te zien aan de hoeveelheid privaat groen rondom de kantorencomplexen. Relatie PNV De oorspronkelijke Potentieel Natuurlijke Vegetatie in dit gebied is vochtig elzenessenbos. Bij de inrichting het groen is hier blijkbaar geen rekening mee gehouden, omdat er weinig beplanting is terug te vinden die verwijst naar de PNV. De huidige beplanting bestaat uit veel eiken en esdoorns.
94
Fig. 5.6.1 Voorbeeld groen straatprofiel
Fig. 5.6.2 Voorbeeld groenstrook langs snelweg
Voorst, groen
95
96
Holtenbroek 97
7.1 Kennismaking Wijk Holtenbroek (gesitueerd zoals in figuur 7.1) is eind jaren ’50, begin jaren ’60 gesitueerd in een gebied wat van oorsprong een moerasgebied is geweest. Dat is alleen al op te maken aan de naam van de wijk, het is namelijk een broek. Dit houdt in dat het een laag en drassig land is. In de 19e werd op deze plek al het organische afval vanuit de stad gestort, dit werd de stadsmesthoop genoemd. Door al deze ophogingen door het stadsafval werd de natte broek steeds droger doordat deze hoger kwam te liggen. Voor het bouwen van woningen had deze plek nu een goede fundering gekregen.
Fig. 7.1. De ligging van Holtenbroek in Zwolle.
In figuur 7.3 op de rechterpagina is een overzicht van de wijk Holtenbroek te zien. Zoals op de kaart te zien is Holtenbroek gelegen aan het Zwarte Water. Aan het water zijn nog enkele havenactiviteiten te vinden en ook is langs het water een gebied landschappelijk ingericht. Hier kan bijvoorbeeld gefietst of gewandeld worden. Het winkelcentrum is centraal gelegen in de wijk terwijl de sport- en voetbalvelden juist ten noorden van de wijk gelegen zijn. Ook ten noorden van de wijk liggen de volkstuinen (zie figuur 7.2). Aan de zuidzijde van de wijk loopt de A28. Deze gaat voor een deel nog door de wijk heen.
Fig. 7.2. De volkstuinen in Holtenbroek
98
Holtenbroek, kennismaking
99
7.2 Relatie landschap Om inzicht te krijgen in de relatie met het landschap van de wijk Holtenbroek zullen we kijken naar kenmerken die kunnen associëren met het landschap zoals dat vroeger was maar ook met het landschap zoals dat nu is. Daarvoor zullen we kijken naar de historische ondergrond van de stad. We kunnen de kavelstructuur van de historische kaart bekijken en kijken of dit nog terug komt in de huidige wegenstructuur of in de structuur van de bebouwing. Maar een relatie met het landschap is ook kijken naar doorzichten vanuit de stad naar het landschap.
Fig. 7.4. Een doorzicht op het landschap
2.2.1 Doorzichten naar het landschap In figuur 7.6 is een kaart te zien van de twee doorzichten op het landschap. Het beeld dat daarbij gegeven wordt is die in figuur 7.4 te zien is. De kaart laat ons denken dat er een heel mooi doorzicht zal zijn op het landschap maar niks is minder waar. Door waarschijnlijk slecht beheer van het bosplantsoen is het uitzicht op het landschap verloren gegaan. In figuur 7.5 is het tweede doorzicht te zien op het landschap. Deze is ingericht als speelplek voor kinderen. Ook hier is het beheer verslechterd waardoor heesters het beeld naar het landschap verhinderen.
Fig.7.5. Een tweede doorzicht op het landschap
100
101
Holtenbroek, relatie landschap
Fig. 7.7. Een noordelijke deel van de verkaveling van het historische Holtenboek is behouden gebleven in de wijk.
102
De overige delen van de wijk hebben qua ondergrond niks met de historische verkaveling te maken.
103
Holtenbroek, relatie landschap
7.3 Bebouwing Holtenbroek ik een voorbeeld van een functionele stad. De kenmerken van een functionele stad waren; hoogbouw, gescheiden functies; dus wonen bij wonen, werken, winkelen, recreëren apart enz. Ook werd de infrastructuur gescheiden. De autowegen waren apart van fietsverkeer en ook dat was weer afgescheiden van wandelpaden. De bedoeling van de functionele stad was dat iedere woning evenveel licht, lucht en ruimte kreeg zodat er een goede leefomgeving ontstond. Door alle hoogbouw was er veel ruimte voor openbaar groen en zou het een tuinwijk moeten worden, maar door alle werkloosheid, criminaliteit en gebrek aan sociale controle werd deze utopie wreed verstoord. De kaart op de rechterpagina laat zien wat de verhouding van hoogbouw en laagbouw is. Hier is goed op te zien dat het grootste gedeelte, ongeveer 70%, hoogbouw is. Tussen deze hoge gebouwen is veel ruimte voor groen omdat alle woningen zich boven elkaar bevinden. De gebieden die bijvoorbeeld tussen de flats gelegen zijn, zijn geen openbare gebieden maar deze zijn eigendom van de woningbouwvereniging. Deze zullen ook bepalen hoe het ingericht wordt en hoe het beheer zal worden. Figuur 7.8 geven de flats van Holtenbroek weer, de afbeelding in figuur 7.9 laat een voorbeeld van een rijtjeshuis in Holtenbroek weer.
Fig. 7.8. De flats van Holtenbroek
Fig. 7.9. Een nieuwbouw rijtjeshuis
104
Holtenbroek, bebouwing
105
De trapjeswijk De Trapjeswijk is onderdeel van Holtenbroek I, het oudste gedeelte van de woonwijk Holtenbroek in Zwolle-Noord. De naam van dit deel van de wijk is ontleend aan de karakteristieke trapjeswoningen, een soort split-level woningen met een trap aan de voorzijde, hier goed te zien op de foto in figuur 7.11.
Fig. 7.11 Trapjeshuizen in Holtenbroek
Fig. 7.12 Louis Armstrong flat in Palestrinalaan
106
Rondom de nabijgelegen Beethovenlaan werd in 2003 begonnen met de sloop van een groot aantal flatwoningen. Dit deel van Holtenbroek was door de jaren heen sterk achteruitgegaan en verpauperd, wat de hele wijk een slechte naam bezorgde. De vervangende nieuwbouw, bekend als de Muziekwijk, is inmiddels gereed.Ook voor de aanpalende Trapjeswijk werd een plan opgesteld. De trapjeswoningen zouden worden gerenoveerd, waarbij bewoners de mogelijkheid kregen uit te breiden of ruimten anders te organiseren. De overige woningen, voornamelijk flatwoningen (zie figuur 7.12), zouden worden gesloopt. Eind 2007 kregen de bewoners echter te horen dat de renovatie van de baan was. Ook de trapjeswoningen zouden worden gesloopt. Woningstichting SWZ stelde dat het renovatieplan financieel niet haalbaar was, omdat de kosten hoger uitvielen dan die van nieuwbouw. Het gebied van de oude woningen heeft nu plaats gemaakt voor de nieuwe wijk; de muziekwijk (zie rechterpagina). Ieder verschillend woningblok heeft de naam gekregen van een muziekinstrument.
Fig. 1 Onderschrift
Fig. 1 Onderschrift
Holtenbroek, bebouwing
107
7.4 Wegenstructuur Op de kaart op de rechterpagina is weergegeven hoe de wegenstructuur in elkaar zit in de wijk Holtenbroek. Zoals op de kaart te zien is zijn er enkele belangrijke wijkontsluitingswegen (zie figuur 7.14). De A28 staat hier ook op aangegeven maar deze heeft uiteraard niet alleen als functie om Holtenbroek te ontsluiten maar voor heel Zwolle zijn deze afslagen belangrijk. De met geel aangegeven wegen op de kaart zijn de buurtontsluitingswegen. Deze wegen dienen ervoor om vanuit de wijk naar de erven en de buurten te komen. In Holtenbroek zijn dit vaak lange rechte wegen met weinig bebouwing hieraan gesitueerd.
Fig. 7.14 Voorbeeld van een wijkontsluiting.
De erftoegangsweg is de weg die rechtstreeks naar de huizen toe gaat (zie figuur 7.15). Vanuit huis is dit de eerste weg die men moet betreden om verder de wijk uit te komen. In Holtenbroek is een duidelijk patroon te zien, de wegen zijn recht en komen allemaal uit bij de woningen van mensen. De wijkontsluitingswegen hebben in Holtenbroek een heel ander profiel dan bijvoorbeeld de veel smallere buurtontsluitingsweg en de erftoegangsweg. Het verschil hierin zal worden laten zien in de profielen en panorama’s op de volgende bladzijdes. Fig. 7.15. Voorbeeld van een erftoegansweg
108
Holtenbroek, wegenstructuur
109
Verhultstraat en Mozartlaan De Verhulststraat is een buurtweg en de Mozartlaan is een ontsluitingsweg. De snelheidsverminderende maatregelen liggen alleen in de Verhulststraat. Het verkeer wordt hier geremd door drempels. Het parkeren vind plaats in de Verhulststraat d.m.v. haaksparkeren. De beplanting staat in de groen stroken en bestaat uit Acer davidii. Het riool is een gemengd riool het regen- en hemelwater worden in één rioolbuis gezamenlijk afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. In de Mozartlaan is asfalt gebruikt als verharding. De twee fietsstroken zijn uitgevoerd in rood asfalt. De weg is opgesloten d.m.v. trottoirbanden in de kleur grijs met de afmetingen 15/12x25x100 centimeter. De afwatering vind plaats via de trottoirkolken die weer zijn aangesloten op het gemengd riool. In de Verhulststraat is gebruik gemaakt van betonnen bestratingmateriaal. De rijweg is uitgevoerd in een kei formaat klinker bestraat in een keperverband met heide kleur. De parkeerplaats is uitgevoerd in blauw bestratingmateriaal in een elleboogverband en een betonnen elementverharding in heide kleur in ellebogenverband. De afwatering vind plaats d.m.v. een molgoot met straatkolken die weer afwateren op het riool. Het profiel is zeer ruim opgezet en bevat veel groen en water. In figuur 7.16 is de doorsnede van de Verhultstraat en de Mozartlaan te zien.
110
Fig. 7.16 Doorsnede van de Verhultstraat en de Mozartlaan
Fig. 7.17 Panorama van de Verhultstraat en de Mozartlaan
111
Holtenbroek, wegenstructuur
Wanningstraat De Wanningstraat dient hier als buurtontsluitingsweg. Er zijn in deze straat geen snelheids verminderende maatregelen getroffen. Het parkeren vind plaats op de rijweg d.m.v. langsparkeren. Er is geen beplanting aanwezig in de openbare ruimte. Wel is er groen in de particuliere voortuintjes. Het riool is een gemengd riool het regen- en hemelwater worden in één rioolbuis gezamenlijk afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Er worden in deze straat verschillende materialen gebruikt waaronder asfalt en betonproducten. De rijweg is geasfalteerd en heeft een tonrond geprofileerd. De straat wordt opgesloten door twee verschillende banden. Aan de rechterkant wordt de weg opgesloten door oprijbanden van 15/12x25x100 centimeters. Allebei de banden zijn grijs gekleurd. Aan de linkerkant zijn oprijbanden gebruikt omdat zich hier de opritten bevinden van de bewoners van deze straat. De stoep bestaat uit grijze 30x30 tegels die zijn gestraat in een halfsteensverband. De afwatering vind ook in deze straat plaats d.m.v. trottoirkolken. De kolken wateren af op het gemengde riool. In figuur 7.18 is de doorsnede van de Wanningstraat te zien met alle bijbehorende maten. In figuur 7.19 de beeldende panorama.
112
Fig. 7.18 De doorsnede van de Wanningstraat
Fig. 7.19 De panorama van de Wanningstraat
113
Holtenbroek, wegenstructuur
Corellisstraat De Corellisstraat bevindt zich in de wijk Holtenbroek, en is een buurtweg. Aan de rechterzijde van de weg staan de rijtjeswoningen parallel aan de weg, en aan de linkerkant staan de rijtjeswoningen haaks op de weg. Deze wijk is in de jaren ’60 gebouwd en de duidelijke stempelbouw is duidelijk te zien. Het profiel is opgebouwd uit een rijweg van 6m van keiformaat rode gebakken klinkers in keperverband. Aan beide zijdes van de rijweg bevindt zich een trottoir van grijze 30*30cm betontegels. Tussen de rijweg en de haaks liggende woningen is een particuliere tuin van 3m en tussen de rijweg en de parallel lopende woningen bevindt zich een particuliere tuin van 7m. In dit straatprofiel is in de hofjes parkeerplek en op de rijweg is plek voor langs parkeren. De snelheidsvermindering is in vorm van drempels geregeld. In het trottoir voor de parallel lopende rijtjeswoningen staan bomen. Verder hebben deze stempelwijken veel hofjes met groen, hierdoor krijgt de wijk een heel groen uiterlijk. In figuur 7.20 is de doorsnede van de Corellisstraat te zien met alle bijbehorende maten. In figuur 7.21 de beeldende panorama.
114
Fig. 7.20. De doorsnede van de Corellisstraat
Fig. 7.21. De panorama van de Corellisstraat
115
Holtenbroek, wegenstructuur
7.5 Waterstructuur Zoals op de kaart op de rechterpagina te zien is, is de wijk Holtenbroek is gelegen aan het Zwarte Water. Vroeger was dit heel belangrijk voor havenactiviteiten en dit is nu nog enigszins terug te in de oude havens (zie figuur 7.22). Nu is er echter weinig havenactiviteit meer doordat veel transport nu via de trein en het via de weg gaan. Toch speelt het Zwarte Water nog een belangrijke rol voor de beeldvorming van de wijk. Het water is groot en machtig zomaar overbruggen gaan niet. Men is altijd verplicht om een brug te kiezen om bijvoorbeeld naar de naastgelegen wijk Stadshagen te gaan. Helaas zijn de randen van het water enigszins verrommeld doordat er nog oude, vervallen havenactiviteiten zichtbaar zijn van vroeger. Mooier zou zijn geweest als dit gebied natuurlijker was ingericht.
Fig. 7.22. Havenactiviteiten in Holtenbroek.
In de wijk zelf zijn ook nog waters te vinden. Deze hebben puur als functie om te recreëren en zien er veel natuurlijk uit (zie figuur 7.23). Water in de wijk kan ook zorgen voor waterafvoer bij hevige regenval en als buffer. Zoals in het vorige hoofdstuk al verteld is wordt er overal in de wijk Holtenbroek gebruik gemaakt van een gemengd rioolsysteem. In de tijd dat Holtenbroek gebouwd is werd er nog niet zo nagedacht over een duurzaam rioolsysteem. In nieuwere wijken zullen we dat vaker tegenkomen. Fig. 7.23. Water ín de wijk.
116
Holtenbroek, waterstructuur
117
7.6 Groenstructuur Zoals op de kaart op de rechterpagina te zien is, is veel groen in de wijk privégroen. De randen van de wijk zijn wel openbaar groen maar in de buurt van de havens wordt dat natuurlijk ook allemaal weer privé. Het privégroen in de wijk is niet alleen van de particulieren die een tuintje bij hun huisje bezitten. Het meeste privé wat op de kaart te zien is, is van de woningbouwvereniging en is gelegen in de buurt van de flats (zie figuur 7.25). Dit groen is dus eigenlijk eigendom van de mensen die in de flat wonen. Het is de woningbouwvereniging die ervoor zorgt dat het groen onderhouden wordt en die zal bepalen wat er mee gaat gebeuren.
Fig. 7.25. Het privégroen tussen de flats.
Het openbaar groen dat midden door de wijk loopt, is gelegen aan een slotenstelsel (zie figuur 7.26). Het water kan voor afwatering zorgen bij bijvoorbeeld hevige regenval. De beplanting die daarbij te vinden is, is heel natuurlijk weggezet. Met de Potentiële Natuurlijke Vegetatie (PNV) is in de wijk geen rekening gehouden. Er zijn voor soorten gekozen die mooi gevonden worden en in de wijk is dan ook een grote diversiteit aan bomen en planten te vinden. Vooral in de particuliere tuinen wordt gekeken naar wat mooi is, dat het misschien niet goed gaat groeien op die plek, hebben de meeste mensen geen weet van. Fig. 7.26. Het groen midden in de wijk.
118
119
Holtenbroek, groenstructuur
7.7 Pleinen en parken Zoals op de kaart op de rechterpagina te zien is, beschikt Holtenbroek over weinig pleinen en parken. In de wijk is maar een plein te vinden en een parkachtig gebied wat officieel geen park genoemd wordt. Het plein in de wijk is het Strausplein (zie figuur 7.28). Dit is een parkeerplein in de wijk waar de bewoners verder niks mee kunnen doen alleen de auto parkeren. Heel waardevol is dit plein dus niet voor Holtenbroek. Het parkachtige gebied is in het midden gelegen van de wijk. Het is een lange strook die voor het grootste gedeelte bestaat uit een beek met een groenstrook eromheen (zie figuur 7.29). Voor de recreatie is dit gebied niet heel geschikt, maar voor het afvoer van hemelwater des te meer. Het gras kan zorgen voor inzijping en de beek kan fungeren als een opslagbuffer en kan tevens het water de wijk uitvoeren.
Fig. 7.28. Het Straussplein
Fig. 7.29. Het park van Holtenbroek
120
Holtenbroek, pleinen en parken
121
122
8. Stadshagen 123
8.1 Kennismaking De gemeente Zwolle besloot in het jaar 1990 te gaan bouwen in de polder Mastenbroek. Toen in het jaar 1995 de Vierde Nora voor de Ruimtelijke Ordening Extra (VINEX) van kracht. Dit betekende dat er in Nederland fors nieuwe wijken gebouwd moest worden welke verbonden zijn aan bestaande steden. In 1996 werd dan ook de eerste paal geslagen, en een half jaar later werd de eerste woning opgeleverd. In de periode 1996 tot anno nu zijn er al duizenden woning in de voormalige polder herrezen. De komende jaren zal er aan de Noordkant nog meer uitgebreid worden. Uiteindelijk zal de wijk bestaan uit 16.000 woningen. Het ontwerp van stadshagen vertoont de kenmerken van een typische jaren negentig wijk. Namelijk door trefwoorden als: Diversiteit, multifunctionaliteit, duurzaamheid, openbaarheid en de verankering in het bestaande landschap. Zo zijn er in het ontwerp onderdelen van de veertiende-eeuwse polder behouden. Er werden in de beginjaren vooral woningen met platte daken gebouwd; momenteel wordt er veel gebouwd in de ‘30 jaren stijl. De wijk heeft veel variatie in bouw, zowel bij de flats als bij de eengezinswoningen.
Fig. 8.1 Ligging Stadhagen
> (fig 8.2) Op de plek waar nu de wijk stadhagen groeit lag aan het begin van de jaartelling een Moerasbos. In de 14e eeuw werd het gebied ontgonnen en ingepolderd. Dit was een van de eerste ontginningen die ons land kent.
124
Fig. 8.2 Polder anno 1750
8.2 Massa- Ruimte In de wijk zijn er grote verschillen tussen de massa’s en ruimtes de buurten zijn allemaal dichte blokken. Deze worden onderbroken door open ruimtes waar de ontsluitingswegen in gesitueerd zijn tevens heeft men door deze ruimtes contact met het naastgelegen open landschap. Op de plek waar de oude wetering loopt is een achtereen vorming van ruimtes te onderscheiden. Hiervan is het Twistvlietpark zie fig 8.4 een van de grootste open ruimtes. Wat tevens een interessante ruimte is, is het gebied tussen de dijk en de wijk deze ruimte functioneert als een soort van uitloop gebied voor de bewoners.
Fig. 8.3 Massa-ruimte kaart
Fig. 8.4 Open ruimte “Rietpark”
125
Stadshagen, Kennismaking, Massa-Ruimte
8.3 Relatie Landschap
Fig. 8.5 Kavelpatroon 1900
De polder Mastenbroek is ontstaan door het droogmalen van een voormalig zoetwater meer. Bij het droogmalen werd een blokvormig kavelpatroon gecreëerd door de vele slootjes die het gebied afwaterde. Belangrijke waterlijnen hierin zijn de weteringen waar alle slootjes weer op uit kwamen. Vanuit deze wetering werd het water geloosd in het Zwarte Water. Op het kaartje met het kavelpatroon anno 1900 (fig 8.5) zijn de afwateringslijnen goed te zien. Zo loopt de wetering dwars door het gebied heen en zijn de kavelgrenzen/slootjes hier haaks op gesitueerd. Als we kijken naar het kavelpatroon anno nu (fig. 8.6)dan is goed te zien dat de kavelstructuren in grote lijnen is behouden. De oude wetering loopt dan ook dwars door de wijk stadshagen heen. Water speelt een belangrijke rol in deze wijk het is een uitgangspunt geweest voor de inrichting. Het grote kenmerk van een droogmakerij is dat het een visueel open karakter heeft. Om deze karakteristiek zo veel mogelijk te behouden is geprobeerd om vanuit de wijk zoveel mogelijk contact met het landschap te houden. Op het figuur rechts zijn met rode pijlen weergegeven de zichtlijnen vanuit de wijk het landschap in. Door deze rechte lijnen kijkt men direct het omliggende landschap in en is men wandelend of met de fiets snel midden in het open landschap.
Fig. 8.6 Kavelpatroon anno nu
126
Stadshagen, Relatie Landschap
127
8.4 Bebouwing Het ontwerp van stadshagen vertoont de kenmerken van een typische jaren negentig wijk. Namelijk door diversiteit, multifunctionaliteit, duurzaamheid, openbaarheid en de verankering in het bestaande landschap. Zo zijn er in het ontwerp onderdelen van de veertiende-eeuwse polder behouden. De eerste buurten bestaan vooral uit woningen met platte daken. De nieuwe buurten worden veel gebouwd in de jaren ‘30 stijl. Zo kent de wijk stadshagen veel variatie in bouw, zowel bij de flats als bij de eengezinswoningen (fig 8.7) Fig. 8.7 Twee-onder éénkapwoningen
Fig. 8.8 Hoogbouw nabij Twistvlietpark
128
Het percentage hoogbouw is (fig 8.8) in deze wijk gering. In het figuur rechts is met rood de hoogbouw aangegeven. In een oogopslag is te zien dat de hoogbouw aan de randen is gesitueerd. Dit is gedaan om vanuit deze woningen een prachtig zicht te hebben op het omliggende landschap. Centraal is het winkelcentrum gelegen wat vanuit alle buurten goed bereikbaar is. Zoals al eerder is genoemd bestaat de wijk uit diverse woningtypologieën en materialen. Van geheel groen en duurzaam gebouwd tot architectonische hoogstandjes. Van rijtjeswoningen tot vrijstaande huizen, van knusse buurten met veel groen tot lange straten met Wijdse zichten, van rood tot gele bakstenen van platte daken tot puntige puntjes. Kortom voor ieder wat wils.
Stadshagen, Bebouwing
129
8.5 Wegenstructuur
Fig. 8.9 Wegenstrctuur
Fig. 8.10 Trotoir met kleinere lantaarns
130
In de wijk is een soort van ringweg te onderscheiden deze is in fig 8.9 met rood aangegeven de zogehete wijkontsluitingsweg deze verbind de wijk met zwolle. Dit is een weg met twee gescheiden wegen en een breed profiel. De met geel aangegeven wegen zijn de buurtonsluitingswegen deze verbinden de erftoegangswegen (bruin aangegeven) met de wijkonslutingsweg. Doordat er deze route isgesitueerd rijdt men meestal via dezelfde route van huis naar de wijkuitgang, dit bevorderd de doorstroom en komen verkeersopstoppingen bijna niet voor. Het verschil tussen deze drie soort wegen wordt duidelijk in de komende paragrafen waar ze alle drie aan bod komen. Verder staat de wijk bekend om de goede toegankelijkheid per fiets. Zo zijn er fietsbruggen die de wijk met zwolle verbind. Ook is vaak het fietspad gescheiden van de rijweg, om alles zo veilig mogelijk te maken. Wat gelijktijdig veranderd met de soort weg is de mate van verlichting. Zoals rechts te zien is op de foto zijn er bij de Wijkonstsluitingsweg grote straatlantaarns geplaatst. Ze verkleinen mee naar mate de weg smaller wordt en langs de trotoirs staan subtielere vormgegeven lantaarns. (fig 8.10) > De wijk stadhagen heeft een duidelijke entree zoals rechts op de foto te zien is, dit is fraai verduidelijkt met een klok met de tekst “STADSHAGEN” in de zuil.
131
Stadshagen, Wegenstructuur
8.5.1 Erftoegangsweg De Akkerbergstraat bevindt zich in de wijk stadshagen en is in 2007 aangelegd. Het is een nieuwe straat met veel eigentijdse materialen. Het is een erftoegangsweg met aan beide zijdes woningen. Het profiel is bestaat uit schuin parkeren in het midden van het profiel. Dit schuin parkeren is uitgevoerd in donkergrijze keiformaat betonstraatstenen met daaromheen vierkante rode betonstenen. Deze parkeerplekken zijn opgesloten door grijze trotoirbanden. Aan beide zijdes van deze parkeerplekken zijn rijwegen voor eenrichtingsverkeer aangelegd. Langs deze rijweg bevindt zich een breed trottoir van 4 m, wat bestaat uit dezelfde rode vierkante stenen als bij het parkeren. Tussen deze trottoirs en de huizen bevinden zich de voortuinen van 3.5m Dit alles zorgt ervoor dat het een heel ruim profiel is met voldoende ruimte voor parkeren. De snelheidsbeperking is geregeld door verkeersdrempels en een smal ogende rijweg. In dit profiel is veel aandacht besteed aan beplanting. Zo bevinden zich tussen de parkeerplekken blokhagen van Fagus sylvatica met daartussen een Quercus palustris. In het trottoir staan dezelfde blokhagen van fagus sylvatica met daartussen een Quercus robur. De particuliere tuinen zijn van het openbare profiel afgescheiden door hagen van Fagus sylvatica. Deze beplantingen zorgen voor een samenhangend groen geheel met een prachtig herfst- en winterbeeld.
132
Fig. 8.11 Profiel Akkerbergplein
Fig. 8.12 Akkerbergplein
133
Stadshagen, Wegenstructuur
8.5.2 Buurtontsluitingsweg De Drapenierlaan ligt in de wijk Stadshagen. De straat is een wijkontsluitingsweg voor Stadshagen. De snelheids verminderende maatregelen bestaan uit drempels die voornamelijk liggen op de kruispunten met andere wegen. Parkeren vind plaats d.m.v. langsparkeren op aparte parkeervlakken langs de straat. De boomsoort in de groenstrook is Acer rubrum. Het riool bestaat uit een gemengd riool dit betekend dat zowel riool- als hemelwater door 1 buis worden afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. De materialen die in de straat worden gebruikt zijn zowel beton als asfaltproducten. De rijweg is geasfalteerd in een grijs rijwegoppervlakte en 2 rode fietsstroken. Verder is de rijweg tonrond geprofileerd. De parkeerplaats bestaat uit elementverharding. In dit geval zwarte kei formaat klinkers in een elleboogverband. De parkeerstroken worden opgesloten d.m.v. twee verschillende soorten opsluitbanden. Aan het rijweggedeelte door een oprijband en aan de kant van de groenstrook door middel van een trottoirband. Beide banden zijn grijs gekleurd. De stoep is bestraat met 30x30 betontegels grijs gekleurd en gestraat in een halfsteensverband. Het water wordt afgevoerd door kolken die zijn geïntegreerd in de oprijbanden. Het water uit de kolk wordt weer afgevoerd op het gemengde riool.
134
Fig. 8.13 Profiel Drappenierslaan
Fig. 8.14 Drappenierslaan
135
Stadshagen, Wegenstructuur
8.5.3 Wijkonsluitingsweg De Frankhuizerallee is een wijkontsluitingsweg van de wijk Stadshagen. Het is een hele jonge straat, wat goed te zien is aan bijvoorbeeld de bomen. Het is een breed profiel waar erftoegangsweg en wijkontsluitingsweg parallel lopen.Het profiel begint met links een privé tuin van 9m. langs deze privé tuinen loopt het trottoir van 2 meter. Langs dit trottoir loopt een erftoegangsweg van 4 meter met aan beide zijdes een parkeerstrook van 2meter. Deze erftoegangsweg wordt van de wijkonsluitingsweg afgescheiden door een groenstrook van 10 meter breed waar de jonge bomen in het gras staan. Deze bomen hebben door hun geringe leeftijd nog weinig massa, waardoor het eindbeeld nog niet is bereikt. De wijkontsluitingsweg bestaat uit 2 rijwegen van 4meter met een tussenberm van 8 meter die bestaat uit gras en verlichtingsmasten. Aan de rechter zijde van de rijwegen ligt een groenstrook van 7 meter met daarnaast een fietspad van 4meter breed asfalt waarlangs een grasberm ligt. Doordat dit een belangrijke route is zal hier ’s winters veel zout gestrooid worden, waardoor dit profiel niet geschikt is voor een gescheiden rioleringssysteem. In de rest van Stadshagen wordt wel veel gebruik gemaakt van een gescheiden rioleringsstelsel. Er is veel gebruik gemaakt van grasbermen om de verschillende functies in het profiel van elkaar te scheiden.
136
Fig. 8.15 Profiel Frankhuizerallee
Fig. 8.16 Frankhuizerallee
137
Stadshagen, Wegenstructuur
Waterhuishouding Stadshagen De waterhuishouding in Stadshagen is duurzaam ingericht. Dit wil zeggen dat het natuurlijk watersysteem zo min mogelijk aangepast wordt. De belangrijkste kenmerken van het watersysteem in Stadshagen zijn grondwater en oppervlaktewater (sloten en weteringen). De peilen van het oppervlaktewater worden geregeld met stuwen en gemalen. Al het oppervlaktewater in Stadshagen stroomt uiteindelijk richting Kamperzeedijk waar twee gemalen staan. Deze gemalen pompen het water op en lozen het op het Zwarte Meer.
Fig. 8.17 Watersysteem stadshagen
8.6 Water Stadshagen is een wijk met veel water. (fig. 8.17) Veel straten grenzen aan sloten of weteringen. Deze vangen het water op dat bij overvloedige regenval niet in het infiltratiesysteem kan worden geborgen. Via een stelsel van sloten en gemalen staat het water van Stadshagen in verbinding met de polder Mastenbroek.
138
Met het oppervlaktewater worden de grondwaterstanden gestuurd. In de winter zorgen sloten en weteringen voor voldoende afvoer van grondwater. In de zomer bestaat de mogelijkheid om het grondwater aan te vullen vanuit dezelfde sloten en weteringen die het water aanvoeren vanuit het Zwarte Meer. In Stadshagen is echter het handhaven van waterpeilen in de zomer minder van belang. Daar komt bij dat de aanvoer van kwalitatief minder goed water vanuit het Zwarte Water ongewenst is. Om toch het natuurlijke grondwaterstandverloop te behouden is in Stadshagen een geïntegreerd rioolstelsel aangelegd. Dit systeem heeft twee peilers: - Afvalwater gaat naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie - Regenwater dat valt op daken, wegen en overige verharde oppervlakken wordt geïnfiltreerd in de bodem.
Voordeel van het geïntegreerde rioolstelsel is dat piekafvoeren naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie en het oppervlaktewater voorkomen worden en in het watersysteem de natuurlijke traagheid behouden blijft waardoor grondwaterstanden in de zomer minder ver dalen. De werking van de infiltratievoorzieningen is voor de bewoners van Stadshagen zichtbaar gemaakt. Bij hevige regenval is de infiltratiecapaciteit niet toereikend en stroomt water via een overloop in de regenpijp in de achtertuinen. Milieubesef is één van de voorname kenmerken van stadsdeel Stadshagen en zijn bewoners. Alleen het echt vuile afvalwater (van de wc, badkamer, keuken en wasmachine) vindt een weg via de riolering naar de rioolwaterzuiveringinstallatie.
Fig. 8.18 Zichtbare overstort
Het overige betrekkelijk schone regenwater komt via een infiltratiesysteem vrijwel direct ter plekke in de bodem terecht. Zelfs na een stevige regenbui is het water binnen twee tot drie uur al verwerkt. Bij heel veel regen kan het regenwater, dat van het dak afkomt, zijn weg vinden via de tuinen van woningen. Regenwater dat via de straatkolken in het infiltratiesysteem komt, kan bij zeer overvloedige regenval via een overstort (fig. 8.18) alsnog direct op het oppervlaktewater (fig. 8.19) terecht komen.
Fig. 8.19 Oppervlaktewater
Stadshagen, Water
139
Planten In het water komt veel smalle waterpest, gedoornd hoornblad, fonteinkruid en sterrenkroos voor en op het water drijvende soorten als gele plomp, kikkerbeet en klein kroos. Ook minder vaak voorkomende soorten vinden we in dit gebied de beschermde zwanebloem met z’n mooie roze bloemen, pijlkruid, wilgenroosje, moerasvergeet-mij-nietje en gele lis vinden hier geschikte milieu omstandigheden.
Fig. 8.19 Natuurvriendelijke oever
8.6.1 Flora en Fauna Natuurvriendelijke oevers Waar mogelijk krijgt de natuur meer kans door het aanleggen van natuurvriendelijke oevers. Hiermee worden plekken bedoeld waarvan de kanten niet beschoeid zijn en de oevers een flauwe helling hebben. Zo wordt een brede oeverzone gecreëerd. Veel plantensoorten maken hier dankbaar gebruik van. Soorten die graag op de rand tussen open water en het land groeien, zoals slanke waterkers, pitrus, grote lisdodde en riet begroeien deze oevers dan ook massaal. (fig. 8.19)
140
Dieren In de brede vegetatiezone vinden allerlei dieren een onderkomen. Onder water maken vissen zoals snoek en blankvoorn dankbaar gebruik van de beschutting. De oeverzone is een toevluchtsoord voor menig watervogel. Naast de wilde eend vinden we hier met name waterhoen, meerkoet, blauwe reiger en knobbelzwaan. Ook gasten uit de wat grotere wateren zoals de fuut kunnen hier vanuit het zwarte water neerstrijken. Kwelwater Op sommige plaatsen heeft het water een oranje/gele kleur, dit komt door zogenaamd kwelwater. Kwel is een natuurlijk verschijnsel, waarbij water vanuit de bodem in het oppervlaktewater komt door hoogte verschillen of druk van een nabij gelegen groot water. Kwelwater kan ijzer bevatten uit de bodem, wat het water oranje/geel kleurt. Kwelwater is voedsel arm en komt daarom de kwaliteit ten goede.
141
Stadshagen, Flora en Fauna
8.7 Groen
Fig. 8.20 Jonge bomen in het “Twistvlietpark”
In de wijk speelt groen een grote rol. Met name omdat groen de het woongenot verbetert is er veel groen in de wijk. Zoals rechts op de kaart te zien is, is er veel privé groen. En is het openbare groen verweven door de wijk heen. Dus heeft men een wat kleinere tuin of geen dan kan men genieten van het groen in de buurt. Er zijn twee duidelijke groen zones te ontdekken. Op de plaats waar de oude wetering stroomt is een aan-éénvolging van groene plekken, hierin is ook het Twistvlietpark (fig. 8.20) gesitueerd. De tweede plek is het gebied tussen de dijk en de wijk. Ook is er door de brede wegprofielen veel laan beplanting aangeplant wat nu nog klein oogt zal in de toekomst mooie groene lanen opleveren. Er is aan de randen van de wijk een groenovergang te onderscheiden naar het omliggende landschap. De Potentieel Natuurlijke Vegetatie van de wijk stadshagen is het vochtig elzen, essen verbond. Kenmerkende soorten voor deze vegetatie zijn elzen, essen, riet. Deze soorten zijn terug te zien in de bomen die aangeplant zijn. < Monumentale bomen (fig. 8.21) De geschiedenis van de plek van de wijk Stadshagen is ook te herkennen in de oude bomen die nog in de nieuwe wijk te vinden zijn. De gemeente Zwolle heeft zeven van hen een monumentale status gegeven en vele andere bomen een status ‘waardevol’.
Fig. 8.21 Waardevolle bomen
142
Stadshagen, Groen
143
Twistvlietpark Deze vind zijn oorsprong al ruim honderd jaar geleden wanneer de “oude wetering” is aangelegd om de Mastenbroek polder de ontwateren. Langs deze voorheen natte lijn is nu het Twistvlietpark gesitueerd, wat voor de gebruikers de cultuurhistorie verteld door de blauwe lijn door de wijk heen. Het functioneert als een verbindingszone tussen het zwarte water en het omliggende landschap. Het staat in verbinding met het zwarte water door middel van een oude sluis. Overgens wordt dit park ook wel het Rietpark genoemd.
Fig. 8.22 Twistvlietpark
8.8 Plein en Parken De wijk kenmerkt zich door de groen strook welke de wijk in tweeën splitst. De groene strook vormt een aan-éénvorming van groene plekken. Het Twistvlietpark neemt hiervan het grootste deel in beslag. Deze is nabij het winkelcentrum gesitueerd. Hier vind men ook de enige grote parkeerplaats voor het winkelende publiek. Door de vele groene parken heeft de wijk stadshagen een groen karakter gekregen. Verder zijn er in de diverse buurten kleine parkjes te ontdekken, dit zijn bijna allemaal speelplekken voor kinderen. Ten noorden ligt de Millingerplas welke voor recreatie wordt ontwikkeld.
144
Ontwerp de water waterplas welke op diverse manieren wordt overbrugt, dit geeft in zijn geheel het karakter van stadshagen weer, namelijk de overbrugging van Zwolle naar de wijk. Ook zijn er in het water diverse groenstukken in de vorm van een bastion. Ook het winkelcentrum met haar horeca is gelegen aan het water. Hier vlak bij is het wijkpark (fig. 8.22), dit is een park met een open karakter. Wat de essentie van de polder verbeeld.
145
Stadshagen, Plein en parken
Millingerplas Aan de noord-west kant van de wijk stadhagen ligt de Milligerplas. De plas is onstaan door zandwinning voor de wijk stadhagen en haar ontsluitingswegen. Sinds 2003 is er een deel in gebruik als recreatieplas. En is er een scheiding gemaakt tussen noord en zuid. Het noordelijke deel heeft de bestemming als natuurgebied en het zuiden voor recreatie.
Fig. 8.23 Zicht van uit de wijk op Millingerplas
Fig. 8.24 Strand Millingerplas
146
Vanuit de aanliggende woonwijk is er veel rekening gehouden met het zicht op de plas. Zo zijn de straten noord-zuid georiënteerd er zijn dan ook veel zichtlijnen op de plas zie fig. 8.23 Er is een kleine aanleg stijger geplaatst voor de recreatie Zo is er dankbaar gebruik gemaakt van het water. En is hier ook wonen aan het water mogelijk. Tevens heeft het de functie recreatieplas gekregen en wordt het gebruikt als uitloopgebied. De plas is dan ook heel beplangrijk voor de leefbaarheid van de wijk. Zomers zit men hier massaal aan het strand (fig. 8.24) en s’winters houdt men hier de jaarlijkse nieuwjaarsduik. Ook is de plas in trek bij duikers en vissers.
147
Stadshagen, Plein en parken
8.9 Voorzieningen
Fig. 8.25 Winkelcentrum Hanzehuis
Stadshagen is rijk voorzien aan voorzieningen. Het heeft alle basisbehoeften in de eigen wijk aanwezig. Dit is kenmerkend voor de grote VINEX wijken uit de jaren ‘00 namelijk omdat men de wijk niet uit hoeft voor de wekelijkse boodschappen, school en het sporten. Het heeft een eigen winkelcentrum waar alle winkels geconcentreerd bij elkaar zitten (fig. 8.25) De voornaamste voorzieningen zijn basisscholen en kinderopvang. Er zijn dan ook negen basisscholen te vinden in de wijk variërend van een R.K. school tot een openbare. Er is een huisartsenpost aanwezig en er zijn twee woonzorgcentra. Ook voor de sociale aspecten is er een cultuurhuis en een jongerencentrum aanwezig. Voor kinderen is er een wijkboerderij en dierenweide waar kinderen kunnen spelen en in contact kunnen komen met de kleine boerderij dieren. Aan de noordzijde bevind zicht de recreatie plas Millingerplas wat met haar strand drukbezocht wordt in de zomermaanden. De voornaamste sportvoorzieningen zijn aanwezig in de wijk. Variërend van sporthal, tennisclub, voetbalvereniging en een korfbalvereniging. Deze zijn bij elkaar gesitueerd en vormen samen met het Twistvlietpark een groene zone door de wijk heen. Verder zijn er in de wijk de wat kleinere voorzieningen zoals een skatebaan en jeugdtuinen. < Ook het geloof heeft een plekje gekregen in de wijk namelijk met kerkgebouw “de Fontein” (fig. 8.26)
Fig. 8.26 Futuristisch kerkgebouw “de Fontein”
148
149
Stadshagen, voorzieningen
>> De algemene conclusie van de analyse van strip G in de vorm van een schema. Hierin zijn de kenmerken van de verschillende wijken weergegeven. In de bijlage is een grotere weergave gegeven van dit schema.
150
Algemene conclusie
151
152
Toekomstvisie op de openbare ruimte Bureau Goed & zn. Rob Bekhuis Melanie Goed Rick Roekevisch Mark Veldhuizen maart 2011 De openbare ruimte zoals wij die nu kennen zal in de toekomst drastisch veranderen. Dit komt doordat elke gebruikersgroep zijn eigen eisen stelt aan de openbare ruimte. De openbare ruimte wordt nog meer dan op dit moment een plek voor verpozing, ontspanning en recreatie. Ook zal de totale oppervlakte van de openbare ruimte toenemen om de overlast van onder andere de klimaatverandering zoveel mogelijk op te vangen. Daarnaast zal de openbare ruimte ook gebruikt worden voor het opvangen van hittestress in de steden. Uit het onderzoek naar hittestress en de gevolgen hiervan op de stad, blijkt dat groene en blauwe openbare ruimtes de gevolgen van hittestress in de stad aanzienlijk verminderd. Hittestress kan gereduceerd worden door middel van groen en water. Deze extra oppervlakten kunnen twee functies vervullen. Zo kunnen deze gebieden naast bijvoorbeeld tijdelijke waterberging voor piekneerslagen in de herfst- en wintermaanden in de
zomermaanden ook gebruikt worden als evenemententerrein waar concerten of kermissen gehouden kunnen worden. Dit terrein kan door middel van grasbetonkeien verhard worden. Zodat attracties en podiums veilig opgebouwd kunnen worden en het gebied niet zijn infiltratiefunctie verliest. We gaan in de toekomst dus voor multifunctionele ruimtes, pleinen en parken oftewel een plek die voor iedereen toegankelijk is, waar het hele jaar rond wat te doen is. Ook de duurzaamheid van materialen gaat belangrijke worden omdat we het milieu meer moeten gaan sparen. Ook worden binnensteden verkeersluw gemaakt en alleen bereikbaar voor diensten die echt in het stadscentrum moeten zijn. De openbare ruimte krijgt een intieme sfeer wat voor een veilig gevoel moet zorgen. We komen ook terug op het grootse en open karakter van de pleinen die we momenteel hebben. Want de grote openheid van deze pleinen zorgen voor een ongewenst microklimaat in de stad, er ontstaan windstromen over de pleinen die de beleving van het plein negatief beïnvloed. Zoals eerder aangegeven moet de openbare ruimt een ruimte worden die het gehele jaar door gebruikt kan worden door de verschillende gebruikersgroepen of door verschillende functie aan die ruimte te koppelen. Ook duurzaamheid gaat een steeds belangrijke rol spelen in de openbare ruimte. We gaan opzoek naar producten die zonder veel emissie
Essay
153
geproduceerd zijn en een lange levensduur hebben. Ook wordt er in historische stadscentra meer vanuit de historie van de plek geredeneerd om de bewoners en de bezoekers van de stad een beeld te geven van de historische stad. Het parkeerprobleem dat speelt in veel openbare ruimten in de steden moet opgelost worden. Aangezien geparkeerde auto’s in de oude stadsprofielen een rommelig en druk beeld geven. Daarom zal er in de toekomst meer onder de grond of ver buiten de stadcentra geparkeerd worden. Bij parkeren buiten de stadcentra moeten er verbindingen gelegd worden met de stadcentra. Dit gebeurd door middel van openbaar vervoer. Er worden ondergrondse verbindingen aangelegd naar de binnensteden zodat deze wel gemakkelijk bereikbaar blijven. De auto’s verdwijnen dus uit het straatbeeld wat het beeld van verrommeling tegengaat. Om de cultuurhistorische waarden in de binnenstad op te waarderen is het mogelijk om grachten terug te brengen die in de jaren ’60 en’70 gedempt zijn (om de stank en ziektes terug te dringen en meer ruimte te bieden aan het toenemende autoverkeer). Doordat de binnensteden steeds meer autoluw worden is er weer ruimte om deze grachten te openen. Door deze grachten weer te openen zal niet alleen de cultuurhistorie van de stad versterkt worden, maar het zal ook een economisch impuls voor de binnenstad
154
zijn door alle horeca met terrassen en wateractiviteiten die de grachten met zich meebrengen. Deze grachten bieden meteen de kans om de waterhuishouding in de binnenstad te versterken, door het hemelwater van het rioleringssysteem te scheiden en te lozen op de grachten, zo zullen de kosten van de rioolzuivering afnemen en de kans op verdroging in de binnenstad afnemen. Deze grachten kunnen ook als middel tegen de urban heating dienen, door het koelende effect van water. Verder zullen de pleinen in Nederland drastisch veranderen. Niet alleen qua vormgeving maar ook qua materiaalgebruik. Veel pleinen hebben tegenwoordig materialen met een mediterraan uiterlijk, helaas zijn deze producten niet geschikt voor ons klimaat. Vooral de gladde natuurstenenbestrating levert op dit moment veel problemen op, omdat dit materiaal ontzettend glad wordt als het heeft geregend. In de toekomst wordt er bij de materiaalkeuze meer rekening gehouden met de materiaalkeuze om glijpartijen zoals die nu plaatsvinden op de gladde natuurstenenbestrating te voorkomen. Verder blijven de mediterrane materialen niet mooi in ons klimaat. Daarom zullen we op zoek gaan naar producten die duurzaam zijn, een lange levensduur hebben en beter bestand zijn tegen ons klimaat. Zoals al eerder genoemd wordt duurzaamheid een steeds belangrijker thema ook in de openbare
ruimte. We gaan meer materialen hergebruiken of we gaan op zoek naar nieuwe toepassingen voor deze materialen. Ook gaan we op zoek naar materialen die in ons eigen land groeien of geproduceerd worden. Deze eigen materialen geven de openbare ruimte een eigen sfeer. Ook op het gebied van vormgeving zal het nodige veranderen. De openbare ruimte en in dit geval met name de pleinen worden groene kamers met beschutte plekken waar het fijn vertoeven is. Omdat mensen graag beschut willen lopen zal op het plein meer structuur worden aangebracht zodat een plein oversteken geen barrière vorm maar een veiliger gevoel geeft. Naast een veilig gevoel worden de pleinen ook de groene kamers van een stad en de place to be van de stad. Ook vormen deze groene kamers afspreekplekken waar men kan afspreken om elkaar te ontmoeten. In winkelcentra ziet men ook vaak een centraal plein waar enkele grote namen aan gevestigd zijn om makkelijk te kunnen afspreken. Ook in de woonwijken zal de openbare ruimte toenemen ondanks de hoge kosten voor de aanschaf van grond. Het zou ook een mogelijkheid kunnen zijn om het areaal privé groen te vergroten in woonwijken. Echter heeft dit ook nadelen omdat de bewoners van de wijk ieder hun eigen tuin in willen richten. Zoals al eerder genoemd wordt duurzaamheid een steeds belangrijker thema ook in de
toekomst voor gekozen omdat we door de klimaatverandering meer neerslag gaan verwachten. Hiervoor dient men in de nieuwe ontwerpen voor de openbare ruimte al rekening te houden met het integraal waterbeheer. Al het regenwater moet opgevangen worden echter op dit moment wordt nog veel water via het riool afgevoerd. Dit is niet alleen zonde van het schone regenwater maar stuwt de kosten voor het zuiveren van rioolwater ook onnodig op. Daarom zal in de toekomst nog meer gebruik worden gemaakt van een gescheiden systeem zodat het regenwater niet hoeft worden afgevoerd naar het riool. Voor de ecologie is een gescheiden afvoer interessanter omdat er minder vaak hoeft overgestort te worden op oppervlaktewateren waardoor deze watergangen geen stinkende watermassa’s worden en de waterkwaliteit niet onnodig verslechterd wordt. Want juist helder water zorgt voor een prettige sfeer, een nette aanblik en een weelderig tierende flora en fauna. Nog interessanter is het om er voor te kiezen regenwater te laten infiltreren zo hou je het water dat in de woonwijk is gevallen in het gebied zelf wat uitdroging van de woonwijk voorkomt. Het creëren van infiltratieplekken in deze woonwijk heeft gevolgen op de inrichting van openbare ruimte er moeten plekken komen waar het water kan infiltreren en die een tijd lang een nat gebied mogen zijn. Op deze plekken kunnen interessante ecologische processen plaats vinden die een woonwijk een geheel eigen uiterlijk
Essay
155
geeft. Verder krijgt elke woonwijk in de toekomst zijn eigen park en voorzieningen. De voordelen van een eigen park en voorzieningen is dat men de wijk zijn eigen unieke identiteit geeft. Dit vergroot de saamhorigheid van de bewoners. Er is meer sociale controle en men kent hun eigen buren weer. Dit komt omdat het park wordt gebruikt door de kinderen die hier samen spelen. En de moeders en vaders die in het begin meegaan en zo contact leggen met andere bewoners. Ook zorgen parken voor een prima plek voor de jeugd waar ze kunnen spelen en rondhangen. De voorzieningen in het park worden steeds meer op de jeugd ingesteld. En vormen een spannend en aantrekkelijk geheel om rond te hangen of te spelen. Naast de sociale voorzieningen die een park biedt wordt ook de ecologie in de wijk steeds belangrijker. We willen de bewoners in de wijk ook bewust maken van de ecologie die zich in hun wijk bevindt. Vooral omdat de verstedelijking doorzet en men dus steeds meer in de stad komt te leven. De connectie met het landschap is hierdoor een stuk minder. Door een levendige stadsecologie kunnen de bewoners van de wijken die meer richting het centrum van de stad ligt toch de ecologie beleven vanuit hun eigen woonsituatie. De bewoners van deze wijken hoeven niet eerst een kwartier tot een halfuur te fietsen voor ze zich in een groene ruimte bevinden. Ook heeft een
156
positieve effecten op de gezondheid van de bewoners van de wijk. De steden in de toekomst krijgen dus een groen karakter waar veel rekening wordt gehouden met recreatie, ecologie en urban heating. De openbare ruimte wordt een steeds belangrijke ruimte in de steden.
Essay
157
158
Bronnenlijst Buurtmuseum(2008). Geschiedenis kamperpoort http://www.buurtmuseumkamperpoort.nl/geschiedeniskamperpoort.htm geraadpleegd op 10-2-2011 Deltares(2011). Hittestress Rotterdam koeler door westersingel http://www.deltares.nl/nl/actueel/nieuwsbericht/item/11735/hittestress-rotterdam-koeler-door-westersingel geraadpleegd op 5-3-2011 Gemeente Zwolle(2011). Informatie Zwolse wijken http://www.zwolle.nl/wonen-leven/de-wijken-1.htm geraadpleegd op 16-2-2011 Gemeente Zwolle(2011). Informatie Zwolse bedrijventerreinen http://www.zwolle.nl/ondernemen/uw-onderneming-in-zwolle/bedrijventerreinen.htm geraadpleegd op 18-2-2011 H. Meyer(2009). Het ontwerp van de openbare ruimte. 2e dr. Nijmegen: SUN uitgeverij Historisch centrum Overijssel(2010). Geschiedenis Zwolle http://www2.historischcentrumoverijssel.nl/zwolle/zw/geschz9.htm. geraadpleegd op 10-2-2011 Nieuwbouw-Nederland.nl(2010) Kamperpoort http://www.nieuwbouw-zwolle.nl/publicatie/635/Kamperpoort.html. geraadpleegd op 26-2-2011 Wikipedia(2009). Bedrijventerrein Voorst in Zwolle http://nl.wikipedia.org/wiki/Voorst_%28Zwolle%29 Geraadpleegd op 18-2-2011 Wikipedia(2010). Woonwijk Diezerpoort http://nl.wikipedia.org/wiki/Diezerpoort_%28woonwijk%29 Geraadpleegd op 16-2-2011 Waterschap groot Salland(2011). Stedelijk water http://www.wgs.nl/genieten_van_water/stedelijk_water/stadshagen. geraadpleegd op 15-2-2011 Wikipedia.nl(2011). Stadshagen http://nl.wikipedia.org/wiki/Stadshagen. geraadpleegd op 20-2-2011 Stadshagen(2011). Nieuwbouwprojecten http://www.stadshagennieuws.nl/nieuws/2524-nieuwbouwprojecten-stadshagen-weer-erg-in-trek geraadpleegd op 15-2-2011
159
160
Taakverdeling Voorwoord Samenvatting Inleiding Onderzoek naar geschiedenis Geschiedenis Binnenstad Kamperpoort Diezerpoort De voorst Holtenbroek Conclusie-schema Stadshagen Bronnenlijst Samenvatting Eindpresentatie opbouw Essay Opmaak en afronding in Indesign Hoofdstukken in Indesign zetten
Rob Bekhuis
Melanie Goed
Melanie Goed Melanie Goed Melanie Goed Rob Bekhuis, Rick Roekevisch Melanie Goed Rob Bekhuis Rob Bekhuis Mark Veldhuizen Mark Veldhuizen Melanie Goed Mark Veldhuizen Rick Roekevisch Mark Veldhuizen Rick Roekevisch Rob Bekhuis Melanie Goed Ieder voor het eigen deel
Rick Roekevisch
Mark Veldhuizen
161
162
Reflectieverslag Rob Bekhuis De afgelopen periode hebben we gewerkt aan de stadsanalyse van de stad Zwolle. Hier aan gekoppeld hebben we ook een onderzoek gemaakt over de nieuwe functie van grachten in de moderne stad. Dit hebben we gedaan in groepjes van 4 personen. Ik heb samengewerkt met Melanie Goed, Mark Veldhuizen en met Rick Roekevisch. De samenwerking verliep prettig en gemaakte afspraken werden bijna altijd nagekomen. Ook hadden we een goede tijdsplanning waardoor we op het eind niet hoefden te stressen om het werk af te krijgen. Voor beide opdrachten hadden we een taakverdeling gemaakt zodat iedereen dezelfde hoeveelheid werk te verwerken kreeg. Zo konden we thuis verder werken met onze eigen onderdelen. Ook hebben we veel op school gewerkt zodat we veel met elkaar konden overleggen over de verschillende onderwerpen. Dit heeft voordelen vooral als je vastloopt dan kun je je collega’s om advies vragen en meestal kwamen we er samen dan wel uit. Bij de stadsanalyse hebben ik vooral geleerd om op een andere manier naar de stad te krijgen. Er is altijd wel een reden waarom iets er op een bepaalde manier uitziet of waarom een bepaald element op die plek ligt. Het ontrafelen van de stad Zwolle was dan ook een heel interessante
je van heel je vakgebied wat mee krijgt. Je kijkt naar de vormgeving, beheer en de technische uitwerking van de stad. Ze bekijk je alle aspecten van de stad met een kritisch oog. Bij onderzoek hebben we ons verdiept op de functie van water in de stad. Een zeer interessant onderwerp waar nog weinig onderzoek naar is gedaan. Wel zijn er naar bepaalde aspecten onderzoek gedaan die ik goed als bron kon gebruiken. Ik vond het onderwerp vooral interessant omdat je er ook echt wat aan hebt. Je kan uit het onderzoek voldoende redenen halen voor het heropenen van de grachten. Wat ik hier heb geleerd is vooral het kritisch kijken naar de bronnen en het herschrijven van stukken tekst. Ik vind zelf dat ik beter ben geworden in het schrijven van teksten. De afgelopen periode hebben we ook leren werken met indesign. Een programma dat ideaal is voor het maken van boekjes, posters enz. Omdat dit programma helemaal nieuw was voor mij vond ik het in het begin een nogal lastig programma. Maar gaande weg leer je er steeds beter mee werken en gaat het al een heel stuk makkelijker. Ook hebben we deze periode veel met photoshop gewerkt. Hier heb ik vooral geleerd hoe je foto’s in de goede kleurmodes kunt zetten en de juiste DPI’s kunt instellen. Verder heb ik ook nog geleerd hoe je actions maakt en uitvoert in photoshop dit is ideaal als je veel foto’s of plaatjes van dezelfde instellingen moet voorzien. Verder heb ik ook geleerd hoe je panorama’s maakt.
163
164
Reflectieverslag Melanie Goed Deze periode, periode 3 van jaar 2, heb ik de module stedelijke inrichting samen gedaan met Rob Bekhuis, Rick Roekevisch en Mark Veldhuizen. Het onderzoek, waar we zelf het onderwerp van mochten kiezen, ging over water in de stad. Hierbij hadden we ons verdiept in de betekenis van water door de eeuwen heen. Met de strip van het onderzoek naar Zwolle hadden wij strip G en hebben ons toen ‘Buro Goed en zonen’ genoemd. Tijdens deze twee modulen hebben we alleen maar moeten samenwerken. Het ging in onze groep erg goed. We konden het elke keer snel eens worden en we hebben allemaal hard gewerkt. Toch vond ik het best moeilijk om de taken te verdelen. Als er nog iets gedaan moest worden wat er eigenlijk nog extra bij kwam dan nam ik die taak vaak op me. Daardoor heb ik wel meer gedaan dan de rest. Het is niet zo dat niemand anders het wilde doen maar zoals het ontwerp voor Indesign maken vond ik heel erg leuk om te doen. Ik verzon dan wat en dan overlegde ik het en als het een goed idee bleek dan werkte ik het uit. Ik heb het ook vooral voor mezelf gedaan omdat ik Indesign wilde leren kennen.
atelier met zijn allen aan de opdracht te werken. Wij hadden alle vier elke dag de laptop mee en hebben altijd met zijn vieren tegelijk gewerkt. Dit was handig om van elkaar feedback te vragen en te overleggen. Ook tijdens de besprekingen met de leraren was iedereen altijd aanwezig. Een onderzoek naar een stad hebben we nog nooit eerder gehad, wel naar een landschap. Ik heb veel geleerd over stedenbouwkundige plaatsen. Door doorsneden en gerichte foto’s te maken kijk ik nu heel anders naar straatprofielen, ik kan nu betere conclusies trekken over een stad. Het onderzoek naar het water in de stad was erg interessant. Het is leuk, en ik vind ook belangrijk, om te weten wat voor rol het water in de geschiedenis heeft gespeeld en hoe dit weer terug te halen is naar het heden. Water zal altijd een belangrijke rol blijven spelen op aarde en ik weet nu beter wat water kan betekenen en kan hier bij het ontwerpen rekening mee houden en mee ontwerpen.
Het was erg fijn om de hele dag in het
165
166
Reflectieverslag Rick Roekevisch De Afgelopen periode zijn we met onze projectgroep bezig geweest met de stedelijke inrichting van Zwolle en een onderzoek/aanbeveling naar de functie van grachten. De projectgroep bestond uit Mark Veldhuizen, Melanie Goed, Rob Bekhuis en ik. We hebben ter informatie veel hoorcolleges gevolgd dit gaf ons de informatie en analyse punten van waar we allemaal naar moesten kijken in de stad. De bustocht in de eerste week was interessant maar toch beleef je het niet echt, je ziet alles maar heel kort en het geeft je alleen een idee van wat er allemaal is. De fietstochten daarin tegen geeft je veel informatie omdat je dan stil staat bij een bepaalde plek waar je alles analyseert. Samen hebben we zo de straten en profielen nader bekeken. Via het medium internet hebben we veel informatie gevonden. Deze bruikbare informatie hebben we dan ook verwerkt in ons rapport. De samenwerking in de projectgroep verliep goed. We hebben de taken goed verdeelt zo heeft iedereen één of twee wijken uitgewerkt tot een hoofdstuk. En hetzelfde geldt voor het onderzoek hierbij heeft iedereen een onderwerp helemaal uitgezocht. Wie uiteindelijke wat gedaan heeft staat beschreven in de taakverdeling.
De begeleiding op het geheel vond ik soms wat matig omdat er niet altijd tijd genoeg was om ieders vragen te beantwoorden. Wel ging dit goed voor onderzoek omdat we altijd een afspraak met onze begeleider maakte. Zo konden we onze knelpunten doorgeven en vragen wat we wilde weten. Wat heb ik van deze periode geleerd heb is vooral de stad op een andere manier te bekijken. En het zoeken van verbanden. Met name op welke plek iets gesitueerd is. Zo kijk ik nu heel anders naar een stad. Ook de wijze waarop we de analyse hebben aangepakt is een goed leerpunt. Namelijk eerst de informatie verzamelen dit samen verwerken, te onderzoeken en alles samen te vatten tot een boek vorm.
167
Reflectieverslag Mark Veldhuizen Doelen De module Stedelijke Inrichting heeft drie doelen namelijk: • Het kunnen verrichten van een doelgericht en systematisch onderzoek • Kennis, inzicht en vaardigheden opbouwen over stedelijke aspecten • Opbouwen van een referentiekader met betrekking tot het stedelijk milieu Ik ben van mening dat wij als groep er goed in geslaagd zijn om vooraf duidelijk af te spreken wat er onderzocht wordt en op welke manier we er aan gaan werken. Hieruit kwam een duidelijke taakverdeling waardoor iedereen goed wist wat er van diegene verwacht werd. Van te voren was vastgesteld hoe het eindproduct er ongeveer uitkomt te zien en welke informatie hier voor nodig was, waardoor er eenheid is tussen de verschillende onderdelen die we hebben opgedeeld in de groep. Door de vele colleges, workshops en ateliers is er veel informatie aan bod gekomen. Deze informatie werd pas echt interessant toen het kon worden toegepast op onze analyse. Door het volgen van ateliers en het lezen van het boek ‘Het ontwerp van de openbare ruimte’ en het vervolgens toepassen van deze kennis blijft er meer informatie hangen.
168
De analyse van de stad Zwolle heeft niet alleen het rapport tot eindproduct, maar zorgt ook voor een referentiekader. Bij volgende analyses of ontwerpen voor de buitenruimte kan de ruimte vergeleken worden met Zwolle en zo geplaatst worden qua tijd en functie e.d. Zo kan er altijd vergeleken worden met Zwolle omdat veel steden vergelijkbaar zijn qua opbouw en geschiedenis. Leerproces Ik heb door deze module veel geleerd over verschillende aspecten van de stad zoals het verband tussen stad en landschap, groen, water, wegen in de stad. Door deze informatie meteen toe te passen op de strip van Zwolle blijft deze informatie veel beter hangen dan bij alleen hoorcolleges. Evaluatie Ik heb een trage start gehad doordat ik in een andere groep ben begonnen aan deze module, deze groep is echter uit elkaar gevallen doordat we maar met twee man overbleven. Na twee weken proberen zijn we toch opgesplitst en kwam ik bij dit team. Hier werd ik goed ontvangen maar moest ik toch even wennen omdat het in een nieuwe klas was, en omdat er al verschillende dingen waren besloten en taken verdeeld waren. Ik kon hier echter goed tussen komen en ben van mening dat ook ik een belangrijk aandeel heb gehad in het maken van het rapport.
Actie Bij een volgend project is het zeker weer belangrijk van te voren af te spreken hoe het eindproduct in elkaar komt te zitten en een goede taakverdeling te maken. Dit heeft ervoor gezorgd dat iedereen goed wist wat er moest gebeuren. Het lezen van het boek liep bij mij wat achter op de planning, zodat ik aan het eind nog een gedeelte moest inhalen. Dit is niet praktisch omdat de informatie toepasbaar is bij het maken van de analyse en omdat het werk zicht opstapelt. Daarom is het belangrijk dat ik de volgende keer ook goed de literatuur volg zodat ik niet achterraak op schema.
169