Van Boord
11e JAARGANG Nr. 44 april 2009
Informatie magazine van de Koninklijke Marine
Kat en muis in de West De hel van Belize
Colofon
Van Boord Uitgave: Van Boord is het kwartaalblad voor oud-medewerkers van de Koninklijke Marine. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend.
Inhoud
Coverfoto Het stationsschip in de West, Hr.Ms. Van Amstel, vaart de haven van Oranjestad op Aruba ceremonieel binnen.
van parangkoorts”, lacht eerste luitenant der mari-
LTZSD 2OC KV V.J.G. Strijbosch
niers Valk. “De parang is een kapmes dat we ver-
Van Boord
Redacteur: LTZSD 2 KV Barry Wijnandts LTZ 2OC Maartje van der Maas
2
strekt krijgen tijdens deze training en de marinier krijgt dan de drift om van alles om te hakken.”
6 Spiderman in Hongkong
Aan dit nummer werkte verder mee:
Veertien operators van de Unit Interventie
ELNTMARNS Ruud
Mariniers reisden af naar Hongkong om daar het werkterrein van hun collega’s van de Special Duty
Lay-out & druk:
Unit te ontdekken. Behalve de specialistische mari-
OBT bv, Den Haag
Van Boord Het Nieuwe Diep 5 Het Paleis, kamer 213 MPC 10A / Postbus 10.000 1780 CA Den Helder Telnr.: 0223 657 620 / 657 660
Na tien jaar keren er weer mariniers terug naar de ‘groene hel’ van Belize. “Iedereen krijgt hier last
Hoofdredacteur:
Redactieadres:
3 Terug in Belize
3
tieme operaties legden de operators ook een uitdagend klimparcours op wolkenkrabbers af.
8 Makeover Ruim tien meter langer, 22 extra slaapplaatsen en met een hypermoderne kombuis werd het tweede verlengde duikvaartuig Nautilus weer in dienst
Internet:
gesteld. De Nautilus onderging deze makeover niet
www.mindef.nl
[email protected]
voor niets: nu kan het duikvaartuig veel beter een
Kopijdatum: De deadline voor het volgende nummer van Van Boord valt op maandag 25 mei 2009.
havenbeveiliging.
Adreswijzigingen en opzeggingen:
samengesteld team herbergen voor binnenlandse
10 Kat-en-muisspel
6
Van Boord Het Nieuwe Diep 5 Het Paleis, kamer 213 MPC 10A / Postbus 10.000 1780 CA Den Helder Telnr.: 0223 657 620 / 657 660
duizenden kilo’s cocaïne de wateren rond de Nederlandse Antillen en Aruba. Het blijft een katen-muisspel, maar de marine-eenheden in de West denken het verschil te kunnen maken.
14 De marine van toen “Mensen laten zien hoe je kunt overleven en hoe je in de zwaarste omstandigheden toch door kunt blij-
Abonnement Van Boord Het blad Van Boord wordt gratis toegestuurd aan al het militair- en burgerpersoneel dat een volledige loopbaan bij de KM heeft doorlopen.
Naar verwachting passeren er dit jaar weer vele
ven gaan.” Dat is de boodschap van Huib Wijnants in zijn biografie ‘Hey Buddy, de andere voet is voor jezelf’. Het boek beschrijft per tijdsperiode het
10
leven van de stoker die al op jonge leeftijd keiharde levenslessen meekreeg.
16 In de maak De kiel voor het nieuwste schip van de Koninklijke Marine is gelegd. De Oceangoing Patrol Vessel (OPV) is in de maak. Het patrouilleschip is bedoeld voor operaties in het lage deel van het geweld spectrum.
En verder: 20 Scheepsjournaal
14
24 Uit de Oude Doos 26 Personeel/Reünies
Goor, nat en moe
Met donderend geraas beukt een tropische bui op de daken van de kazerne Price Barracks in het CentraalAmerikaanse Belize. Eerste luitenant der mariniers Iwan Valk pakt zijn rugzak in. Hij is voor een half jaar als assistent trainingsofficier in de tropen geplaatst en gaat een week de jungle in om poolshoogte te nemen bij de International Jungle Warfare Advisors Course (IJWAC), waarin veertig mariniers worden opgeleid tot Tekst: Maartje van der Maas/Foto’s: Cees Baardman instructeur. Het is de eerste keer sinds tien jaar dat zo’n grote groep mariniers weer naar Belize trekt. Het voormalige Britse Honduras bestaat voor het overgrote deel uit jungle, waarvan ongeveer een derde militair oefenterrein is. De Engelsen die zijn achtergebleven maken hier gretig gebruik van voor hun jungletrainingen. Luitenant-kolonel Peter Germain vertelt: “Na het inplannen van onze eigen eenheden, hadden we nog capaciteit over in de opleiding, die we internationaal hebben aangeboden. Nederland heeft deze plaatsen ingekocht en een grote groep mariniers naar Centraal-Amerika gestuurd.” Dit jaar zullen ook cursisten van Britse Special Forces-eenheden en de Special Air Service (SAS) in Belize opgeleid worden.
Tijdens drills leren de mariniers te reageren op een onverwachte vijand.
Kijkje in de keuken Valk is in januari in Belize aangekomen en is de enige Nederlander op het kamp. “Samen met twee Britten en een collega van de Belize Defense Force (BDF) vorm ik de training staf”, begint de luitenant zijn verhaal. “Ik blijf hier zes maanden als assistent trainingsofficier en zal een kijkje in de keuken nemen van het plannen en uitvoeren van jungletrainingen en -opleidingen. Ik heb bijvoorbeeld meegeholpen met de planning van de eindoefening van de IJWAC voor de cursisten van het korps en ga nu geregeld meerdere dagen de jungle in om de uitvoering te bekijken. Nu er mariniers in de opleiding zitten, ben ik ook liaison officier en mail ik geregeld met
Speurend kijkt de cursist om zich heen.
Van Boord
Oefening
De jungle-instructeursopleiding is keihard werken
3
Oefening Van Boord
Een paars rookgordijn wordt opgetrokken om de boot aan het zicht te onttrekken.
4
Nederland om van alles te regelen.” De IJWAC wordt pas voor de tweede keer in deze vorm gedraaid. Voor Valk is er dan ook een rol weggelegd als bewaker van de kwaliteit van de opleiding. Controle en coördinatie Na een vlucht van veertig minuten over een dichte jungle die vanuit de lucht nog het meest weg heeft van enorm broccoliveld, landt de helikopter op een brug over een wilde rivier. Valk hijst zijn uitrusting op zijn rug en loopt de weg omhoog naar EXCON, de exercise control, de plek van waaruit de IJWAC gecoördineerd wordt. De luitenant vertelt: “We zitten nu in de derde week van de opleiding. De nadruk ligt op drie verschillende aspecten van oorlogsvoering in de jungle. We beoefenen schieten in het dichte gebladerte, zoeken van sporen van de vijand en opereren op de rivier.”
Vijand tussen het gebladerte Na een onrustige nacht, onderbroken door het oorverdovende gegil van brulapen en het geritsel van duizenden insecten, kruipt Valk uit zijn hangmat. Vandaag brengt de luitenant een bezoek aan de schietoefeningen. “Schieten in de jungle is lastig”, legt hij uit. “Omdat de begroeiing zo dicht is, heb je vaak pas heel laat door dat de vijand voor je neus staat.” De cursisten korporaals der mariniers Eimert van de Griend en PW Walinga zijn het met hem eens: “Je mag al blij zijn als je de vijand op twee meter afstand ziet en dan moet je nog reageren.” Ze zijn de dag begonnen met reactiedrills op het onverwacht opduiken van een tegenstander. Hierna moeten ze in door een uitgekapt laantje lopen, waar op gezette afstanden een bord met de vijand staat. Bij terugkomst bij de groep, klinkt geregeld een opmerking. “Had jij die derde gezien? Ik ben er
“De jungle is de top van de piramide: kan je hier opereren, dan kan je dat overal”
Eerste luitenant Iwan Valk is voor een half jaar in Belize geplaatst.
De waterweg is de enige weg Aan het eind van de middag haalt Valk zijn hangmat naar beneden en stapt weer in de landrover. Hij gaat naar de rivier. “Omdat er bijna geen wegen door de jungle lopen, is het water heel belangrijk voor de infrastructuur”, vertelt hij. “De meeste goederen en mensen worden over het water vervoerd. Maar alles is open en bloot en kan dus gemakkelijk aangevallen worden. De waterwegen moeten dan ook heel goed beveiligd worden.” De mariniers hebben de dag daarvoor man-over-boord oefeningen gedaan, geleerd wat ze moeten doen als hun boot omslaat, een aantal keer tactisch de rivier overgestoken en bootformaties beoefend. Vandaag moeten ze een deel van de rivier beveiligen zodat een bataljon een aantal dagen
De top van de piramide Met de huidige operaties van de mariniers in het achterhoofd, rijst toch de vraag waarom het zo belangrijk is om te trainen in de jungle. Valk heeft twee antwoorden op deze vraag: “Ten eerste is het Korps Mariniers door de Commandant der Strijdkrachten uitgeroepen tot Kenniscentrum Militair Optreden onder Extreme Omstandigheden, waar jungle warfare onder valt. Met veertig nieuwe instructeurs, zullen we zeker aan deze taak kunnen voldoen.” De tweede reden wordt gevormd door de omstandigheden in de jungle. “De vijand is moeilijk te zien, het is hier warm en vochtig, je beweegt je niet zo gemakkelijk voort en het stikt van de insecten en beesten”, vervolgt hij. “De jungle is de top van de piramide, als je hier kan opereren, kan je dat overal.” Tijdens de IJWAC leren de cursisten dan ook duidelijk adviseren over wat wel en niet mogelijk is tijdens operaties in het tropische woud. Aan het einde van de week maken de mariniers zich gereed voor de tien dagen durende eindoefening. Na een schriftelijke test om het geheel af te sluiten, stappen de verse instructeurs in het vliegtuig naar Nederland. Eerste luitenant der mariniers Iwan Valk loopt terug naar zijn kantoor, gretig om nog meer jungle-ervaring op te doen. n
Van Boord
Spoorzoeken De volgende dag staan de cursisten op een zogenaamde ‘incident site’. Luitenant Martinez van de Belize Defence Force vraagt hen: “Als jullie nu goed om je heen kijken, wat is hier dan gebeurd? Hoe lang geleden zijn hier mensen geweest? Hoeveel mensen zijn hier geweest en wat hebben ze gedaan?” De mariniers beginnen rond te lopen, voelen aan hangmatmarkeringen in bomen, vinden afval van rantsoenen en komen verbazingwekkend snel met een scenario. Sergeant-majoor der mariniers Frank Plomp ziet dat het vuur nog smeult. “Ze kunnen nooit langer dan een paar uur verderop zitten.” Martinez is tevreden, de mariniers zijn erg scherp op alle sporen die achtergelaten zijn. Nadat de ‘incident site’ onderzocht is, krijgen de cursisten de opdracht om een spoor door de jungle te volgen. Helaas is dit pad al zo vaak gelopen, dat het niet lastig is om de vijand te volgen. Tweede luitenant der mariniers Pascal Brinkman vertelt: “Ondanks dat het pad overduidelijk belopen was, hebben we uit bepaalde tekens toch onze lering kunnen trekken. Bijvoorbeeld welke kant een voetstap op staat. Is een tak gebroken of afgehakt?”
later kan komen en kan doordringen in de jungle. Diep voorovergebogen liggen ze in drie Boston Whalers en varen in een rustig tempo over het water. Uit het niets klinken er schoten vanaf de kant. Twee van de drie boten snijden een scherpe bocht in het water, terwijl de inzittenden zich gereed maken om aan land te gaan. De derde Boston Whaler blijft op veilige afstand van de wal en gooit rookmarkeerders om zich aan het oog van de vijand te onttrekken. Ondertussen klinkt er een hoop geschreeuw en geknal vanuit de jungle. Na tien minuten keren de mannen terug naar de boten. De vijand is overwonnen en ze gaan verder met hun patrouille over het water.
Oefening
gewoon langs gelopen.” De dag wordt afgesloten met een demonstratie van Claymore-explosieven, die de mariniers zelf mogen uitzetten en laten ontploffen. Van de Griend en Walinga concluderen: “Militair gezien is alles hier wel hetzelfde, alleen drie keer zo rot. Je ziet je vijand veel later, je kunt jezelf veel minder makkelijk voortbewegen, om de tien meter zit je vast in de begroeiing en na vier dagen in de jungle ben je zó goor, nat, klam en bezweet, daar doe je in Nederland twee weken over!”
5
Oefening Van Boord 6
Klauteren tussen wolkenkrabbers
Special Forces in Hongkong
In 2008 bezocht een Hongkongse politie-eenheid Den Helder om deel te nemen aan de oefening GATOREX, die jaarlijks door de Unit Interventie Mariniers (UIM) wordt georganiseerd. Snel daarop volgde een uitnodiging voor een tegenbezoek. Veertien operators van de UIM reisden 9 januari af naar de wereldstad om daar het werkterrein van hun collega’s van de Special Duty Unit (SDU) te ontdekken. Spiderman Uitwisselen van kennis en ervaringen door samen te trainen, was het uitgangspunt van deze oefening, ook wel ‘crosstraining’ genoemd. Het trainingsprogramma richtte zich hoofdzakelijk op maritieme terrorisme bestrijding. Het grootste deel van de training bestond uit duikoefeningen gericht op maritieme interventies: gekaapte schepen en objecten in het water. De duikers beoefenden
ook andere soorten interventies op schepen, waaronder boardingprocedures met snelle Rhib’s en helikopters. Daarnaast trainden de SF’ers met voertuigen, snipers en honden. Als een echte Spiderman legden de mariniers ook nog een uitdagend klimparcours in Hongkong af: ze klommen op en tussen een aantal torenhoge gebouwen. Training en faciliteiten De trainingsfaciliteiten van de SDU zijn zeer uitgebreid. Ze hebben een complete bootunit tot hun beschikking, bestaande uit meerdere snelle vaartuigen en een boothuis midden in de haven van Hongkong. Dit boothuis dient als een uitvalsbasis voor de hele stad. Duikoperaties in de haven of boardingprocedures op varende schepen zijn daardoor eenvoudig en snel op te zetten. Daarbij biedt het ‘Close Quarter Battle Killinghouse’, gevestigd op de kazerne van de
Van Boord
Oefening 7
Laserstralen schieten van de wolkenkrabbers van Hongkong. Een Rhib met Special Forces mariniers vaart ervoor langs richting een transportschip met als doel de megatonner te boarden. Maar ze zijn niet alleen, hun collega’s uit Hongkong varen met hen mee. Een bijzondere samenwerking in een bijzondere omgeTekstbewerking: Vanessa Strijbosch ving. SDU, een ongekend aantal mogelijkheden voor de training van basis terrorismebestrijdingsvaardigheden zoals tactiek en schieten. Dit ‘killing house’ is een multifunctioneel schiethuis waar onder andere binnenshuis met scherpe munitie kan worden gevuurd. Zoek de verschillen Er zijn opvallend veel overeenkomsten tussen de SDU en de UIM. Ten eerste zijn de Engelse invloeden bij beide eenheden zeer sterk. De SDU heeft historische banden met de Special Boat Service, kent Engelse procedures en heeft een groot aantal Engelse functionarissen. Daarnaast hebben beide eenheden een soortgelijke taakstelling, namelijk nationale terreurbestrijding. Ook hebben ze beiden een sterke maritieme focus, gericht op een waterrijke omgeving en havenveiligheid (Hongkong en Rotterdam). Het grote verschil blijft echter dat de SDU een politie-eenheid is en niet onder defensie valt.
De operators hebben daarom andere achtergronden dan de leden van de UIM. De UIM heeft ook meer neventaken binnen defensie, zoals speciale operaties in het buitenland. De ‘crosstraining’ in Hongkong was zeer succesvol. De uitstekende trainingsfaciliteiten droegen bij aan een hogere getraindheid van de teams op het gebied van maritieme terrorismebestrijding. Door de vele overeenkomsten tussen de twee eenheden was er sprake van een goede en vruchtbare samenwerking. “UIM and SDU make a good match”, was de eindconclusie na tien dagen training. De SDU gaf aan dat zij in de UIM een professionele partner zien voor verdere samenwerking op het gebied van maritieme terrorismebestrijdingsoperaties. n Met dank aan ELNTMARNS Ruud, pelotonscommandant UIM
Van Boord
Operationeel
Verlengde Nautilus terug in dienst
8
De trots van de schipper
“De grote trots van een gezagvoerder”, noemt Hoofd Duikvaartuigen luitenant-ter-zee 2 Johan Bos de kleine scheepjes. Op 15 januari werd het tweede verlengde duikvaartuig in dienst gesteld. De Nautilus heeft meer accommodatie gekregen om een samengesteld team te herbergen voor binnenlandse haven Tekst: Barry Wijnandts/Foto: Flying Focus beveiliging. “De duikvaartuigen zien er nog als nieuw uit”, zegt Bos, “terwijl de Nautilus toch al zeventien jaar oud is.” Bos, zelf twee keer gezagvoerder geweest, weet als geen ander hoe zuinig de kleine, zelfstandige bemanningen op hun schepen zijn. Het onderscheid tussen de oude en de nieuwe secties van de Nautilus is echter goed zichtbaar. In het originele gedeelte is een kleurenschema van antraciete vloerbedekking, grijsblauwe gladde vloeren en ivoorwitte wanden. Het nieuwe gedeelte is strak wit met blauw. Gezagvoerder, schipper Christo Janse, heeft van de Scheepswerf Visser een prachtig verlengd schip gekregen. Op het H-dek zijn een grote wasserette, een inloop koel- en vriescel, een comfortabel dagverblijf voor de opstappers en een hypermodern kombuis te vinden in de 10,5 meter lange nieuwe sectie. De kombuis vormt mogelijk het sterkste staaltje vernieuwing. Het is tussen de dagverblijven van de opstappers en van de vaste bemanning geplaatst en heeft aan beide zijden doorgeefluiken, die afgesloten kunnen worden. “Hier zitten koellades in, het aanrechtblad is gekoeld en dit is een steamer”, leidt de schipper door de kombuis rond. “En hier: …”, een waterstraal valt uit de sensorgeactiveerde waterkraan als de schipper zijn hand eronder steekt. “Het voldoet allemaal aan de HACCP-normen.” De kombuis heeft nu ook zijn eigen personeel: de bemanning is uitgebreid met een hofmeester en een kok. Foto: Barry Wijnandts
De kombuis is nu mogelijk een van de modernste van de marine.
Operationele behoefte De Nautilus heeft er 22 slaapplaatsen bij. Op het J-dek bevinden zich twee hutten voor drie personen en twee voor zes personen. Elke hut heeft een eigen natte cel. Het vrije zicht dat de gezagvoerder van de Hydra wel heeft, wordt op de Nautilus geblokkeerd door een opbouw. Hierin bevinden zich een extra munitiebergplaats, de klimaatbeheersunit en enkele flessenrekken voor de duikers. In de maintenanceruimte onder het werkdek worden nog wapenkasten geplaatst. De nieuwe munitie- en wapenopslag duiden op de operationele behoefte van de marine om het duikvaartuig te verlengen, in tegenstelling tot de Hydra die deze operatie heeft ondergaan om duikers in opleiding te accommoderen. In de machinekamer zijn twee lichte DAF-generatoren (73 kW) vervangen door twee zwaardere Volvo Penta hulpmotoren van elk 140 kW. Die leveren meer vermogen voor de boegpompjet, een aandrijving onder het schip die 360 graden kan draaien, waarmee het duikvaartuig heel precies kan manoeuvreren. Vol programma De vier duikvaartuigen van de marine zijn jaarlijks goed voor 650 vaardagen. Ze ondersteunen bij opleidingen en oefeningen van alle krijgsmachtdelen, bij werkzaamheden aan schepen en kades, leveren medische hulp in de vorm van hyperbare behandelingen, doen binnenlands vlagvertoon en ruimen explosieven. Het ministerie van Defensie werkt nauw samen met het ministerie van Bin nenlandse Zaken op het gebied van Intensivering Civiel Militaire Samenwerking, waarbij de Duik- en Demonteergroep ingezet kan worden voor binnenlandse havenbeveiliging. Met het tweede verleng de duikvaartuig kunnen nu twee samengestelde teams van 32 man worden geleverd, de eerste op 24 uur notice, de tweede op 48 uur. Behalve een operationeel vaartuig is de Nautilus een van de visitekaartjes van de Koninklijke Marine op allerlei evenementen in Nederland. Vlagvertoon hoort er namelijk ook bij. Bos noemt het een belangrijke taak die laag is belegd. “De schipper is de hoogste baas, de kwartiermeester is ook de eerste officier. Zij doen zaken met burgemeesters, Commissarissen van de Koningin en de politie.” Al deze hoogwaardigheidsbekleders kunnen de komende jaren weer ontvangen worden op een piekfijn verzorgde Nautilus. n
Achtergrond
Op 10 oktober 2008 verklaarde de commandant van de maritieme component van de NATO Response Force tijdens de oefening Joint Warrior het geheel van staf, schepen en marinierseensheden inzetgereed. Door dit positieve resultaat, vormt de Noors-Nederlandse taakgroep vanaf begin januari tot eind juni 2009 een essentieel onderdeel van deze snelle interventiemacht van de NAVO. Wat betekent dit voor de Koninklijke Marine en wat zijn de plannen voor dit halfjaar? Tekst: Maartje van der Maas/Foto’s: Rob Gieling
Ideation:
Van Boord
realiseren van nationale doelstellingen
9
In het najaar van 2007 werd duidelijk dat de Netherlands Maritime Force (NLMARFOR) in het voorjaar van 2009 zou deelnemen aan de Turks-Britse oefening EGEMEN in de Middellandse Zee. Rond diezelfde tijd werd er bij NLMARFOR nagedacht over andere relevante activiteiten die tijdens de ‘gereed voor inzet’-fase van de snelle interventiemacht van de NAVO (NRF) in dit voorjaar uitgevoerd konden worden. Hier werd de kiem gelegd voor het ‘ideation’-concept, dat tijdens het voorjaarsdeployment Loyal Engagement voor het eerst wordt beproefd. “We gaan niet zittend op onze rugzak wachten totdat de bel rinkelt!”, aldus kolonel der mariniers Marco Hekkens, die tijdens de NRF-periode naast plaatsvervangend commandant NLMARFOR ook als Commander Landing Force (CLF) optreedt.
Foto: Albert Vermeulen
CDR en CDT NLMARFOR Bindt (l.) in gesprek met KOLMARNS Hekkens.
De NRF-gereedschapskist Het is niet voor iedereen even duidelijk wanneer de snelle interventiemacht van de NAVO wordt ingezet. Commandeur Pieter Bindt, commandant NLMARFOR, legt uit: “De NRF is bedoeld voor zeven missies en bestaat uit eenheden van land-, lucht- en zeestrijdkrachten uit diverse landen. Afhankelijk van de missie wordt een taakgroep samengesteld uit de ‘NRF-gereedschapskist’. Wat de meeste KM-werknemers weten, is dat we ingezet kunnen
worden om te ondersteunen bij natuurrampen. Maar we moeten ook gereed zijn voor ‘initial entry’(gereedmaken van een gebied om andere troepen te ontvangen), evacuatie van burgers uit een crisisgebied, ondersteunen van terreurbestrijding, embargo- en vredesoperaties of om met onze aanwezigheid kwaadwillenden af te schrikken. Een amfibische taakgroep kan zowel op als vanuit zee een belangrijke bijdrage leveren aan al deze missies. Bijvoorbeeld als commando- of amfibisch platform, medisch opvangcentrum, als vliegveld, haven of hotel. Er is in veel verschillende scenario’s een nuttige rol weggelegd.” De eenheden van de NRF moeten binnen vijf dagen klaar zijn om ingezet te worden en bevinden zich daarom continu in een ‘standby fase’. “Een natuurramp laat zich nou eenmaal niet voorspellen”, aldus Bindt. Aandachtsgebieden De NLMARFOR-staf wil niet dat de NRF-eenheden stil liggen te wachten op de dingen die komen gaan. Hekkens legt uit: “Ook tijdens de standby-fase willen we nuttig en kosteneffectief gebruiken maken van de nationale capaciteiten en middelen die ons door de Commandant der Strijdkrachten ter beschikking zijn gesteld.” Uit deze gedachtegang werd het ‘ideation’-concept geboren. “In nauwe samenwerking met andere departementen, zoals Buitenlandse Zaken, Economische Zaken en Justitie, zouden we naar de wereld moeten kijken. Waar kunnen we helpen en de positie van Nederland versterken? Het antwoord op deze vraag wordt gedefinieerd in aandachtsgebieden, waar Nederland – met het geïntegreerde buitenlandbeleid als leidraad – met regelmaat acte de présence wil geven.” Nederland ontwerpt zelf ‘joint’ (krijgsmachtbrede) oefeningen en andere activiteiten in deze aandachtsgebieden of neemt deel aan ‘combined’ (multinationale) oefeningen. Het ‘ideation’-concept zal voor het eerst beproefd worden tijdens de deelname aan de oefening Loyal Engagement, van 16 februari tot 4 mei in de Middellandse en Zwarte Zee. “Er worden oefeningen en andere ondersteunende activiteiten gehouden in Spanje, Turkije, Italië, Frankrijk, Tunesië, Albanië en Roemenië”, aldus Hekkens. n
Operationeel
Veertig procent onderschepping brengt drugsketen grote schade toe
Kat-en-muisspel in de West
Van Boord
Een Dash 8 maritiem patrouillevliegtuig scheert langs het maar net in de Caraïbische wateren gearriveerde stationsschip Hr.Ms. Van Amstel. De Lynx boordhelikopter haalt, weliswaar als training, een gewonde patiënt van boord van de Jaguar, één van de drie cutters van de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba. Deze civiele dienst mag in de strijd tegen onder meer drugs rekenen op ondersteuning van het M-fregat, dat voorzien van het gele kustwachtembleem, ruim vijf maanden in de omgeving van de Antillen Tekst: Monique van Rijen-Bos /Foto’s: Peter Bijpost (AVDD) blijft.
10
Hr. Ms van Amstel bij binnenkomst in Curaçao
Nader onderzoek Luitenant-ter-zee 2OC Berend Van de Kraats voert het bevel over de kustwachtcutter Jaguar. De Kustwacht, die in januari haar dertiende verjaardag vierde, werd destijds door de Koninklijke Marine opgezet. Dit om de groeiende drugsstroom vanuit het Caribische gebied richting Nederland en elders naar Europa te stoppen. En ook al zijn er spionnen die voor een paar Antilliaanse guldens alarm slaan zodat contrabandetransporteurs weten dat ze kans lopen gepakt
“We dringen de aankomst van drugs in Europa zeker terug”
te worden, de inzet van Van de Kraats en zijn bemanning werpt wel degelijk vruchten af. Zo werd er onlangs nog een bootje aangehouden en de opvarenden ondervraagd. Gaandeweg dat proces zag een van de kustwachters vanuit zijn ooghoeken een berg geld, die een bedrag van bijna 250.000 dollar bleek te vertegenwoordigen. Genoeg reden het vaartuig te confisqueren om het door de douane te laten onderwerpen aan nader onderzoek. Dergelijke kwesties doen zich regelmatig voor. Volgens Van de Kraats probeert de internationale counterdrugsorganisatie de ‘Joint Interagency Task Force South’ (JIATFS) het volledige Caribische gebied in de gaten te houden en spelen zowel de Koninklijke Marine als de Kustwacht daarin een belangrijke schakel. Overigens wil commandeur Peter Lenselink, naast Commandant Zeemacht Caribisch gebied, ook commandant van de Kustwacht, evenals baas van de zogenoemde taakgroep 4.4, verantwoordelijk voor counterdrugsoperaties in het Caribische gebied, toch even persoonlijk geïnformeerd worden in geval van een moeizaam verlopende ‘boarding’. De bemanning zou zich genoodzaakt kunnen zien het wapen te trekken om een vaartuig tot stoppen te dwingen door de motor kapot te schieten. Een actie die tevens valt uit te voeren door de AS-355 kustwachthelikopter, mocht het creëren van ‘downwash’, oftewel een forse door de rotorbladen veroorzaakte wind boven water, niet tot het gewenste resultaat leiden.
Van Boord
Operationeel
Na een zware reis, waarin het fregat vier depressies en metershoge golven moest zien te trotseren, is de bemanning blij in relatief rustig water te zijn beland. Hoewel… rustig? Het oorlogsschip opereert primair om de internationale rechtsorde en stabiliteit van de koninkrijksgebieden te handhaven, naast Nederland dus tevens die van de Nederlandse Antillen en Aruba. Van enige dreiging is momenteel geen sprake, maar dat betekent niet dat de militairen op het achterdek in de zon gaan liggen. Het stationsschip heeft nog een pakket secundaire taken. Het fregat springt bij om de douane te ondersteunen, milieudelicten op te sporen en toezicht te houden op visserij en scheepvaart. Verder maken counterdrugsoperaties, het te hulp schieten van civiele autoriteiten bij natuurrampen en het leveren van nader te bepalen militaire bijstand daar deel van uit. Arbeid behorend tot het secundaire pakket gebeurt onder kustwachtvlag. Daarmee is niet alleen de Hr. Ms. Van Amstel getooid, maar bijvoorbeeld ook de drie cutters: de Panter die bij Aruba vaart, de Puma met de wateren rond Sint Maarten als missiegebied en de Jaguar waarvan Curaçao de thuisbasis is.
11
Operationeel Van Boord
Kat-en-muisspel Naast de tweemotorige wentelwiek beschikt de Kustwacht tevens over twee Dash 8 maritieme patrouillevliegtuigen, gestationeerd bij het ‘Coastguard Air Station Hato’. Waar de kustwachtheli de optie heeft met een lier mensen uit onfortuinlijke situaties te redden, dropt de Dash reddingsbootjes als daar reden toe is. Net als de rest van de kustwacht leveren de toestellen verder een bijdrage aan de politietaken op het water of vliegen ze vanwege counterdrugsoperaties. De patrouillevliegtuigen beschikken over nachtopnameapparatuur, een infraroodcamera en een radar die bijna 360 graden rondkijkt en zo ‘go-fasts’ kan ontdekken. Dit zijn snelle bootjes, die bekend staan om hun smokkeltransporten. De tegenpartij weet dat inmiddels ook, dus gebruikt nu steeds vaker een luxe jacht, vissersbootje of de containervaart. “Het blijft natuurlijk een kat-en-muisspel”, zegt kapitein-luitenant-ter-zee Martin van Lavieren als Hoofd Operaties voor de Kustwacht. Ranggenoot Henk Zwier, Hoofd Operaties CZMCARIB op Marinebasis Parera, deelt die mening. Volgens hem worden de contrabanderoutes Mexico-Centraal Amerika, het Caribische gebied en de ‘corridor’ richting Europa, rechtstreeks en via West-Afrika in 2009 opnieuw goed bezocht. “Naar verwachting passeren er dit jaar weer vele duizenden kilo’s cocaïne de wateren rond de Nederlandse Antillen en Aruba.”
12
De enige AS-355 kustwachthelikopter, gestationeerd bij het ‘Coastguard Air Station Hato’.
Waar in dit geval de hoeveelheid vergelijkbaar is met andere jaren, vertoont de geschatte smokkel naar Europa met 260.000 kilo een stijgende lijn. Zwier: “Bij veertig procent onderschepping wereldwijd wordt er goed gewerkt en breng je de drugsketen grote schade toe, maar dat is in de praktijk waarschijnlijk nog nooit gehaald. “Ach”, relativeert Van Lavieren, “je kunt natuurlijk ook redeneren dat er door de counterdrugsoperaties minder wordt gesmokkeld. Precies zullen we het nooit weten.” Lenselink meent een verschil te kunnen maken in de West, mede door de samenwerking met Amerikanen binnen een grote organisatie als JIATFS in Key West waaronder de drugsbestrijding valt. Hij maakt zich wel zorgen om het feit dat de drugs blijven komen, waar dan ook. “Vergelijk het met een ballon. Als je hier knijpt, krijg je elders een bult.” Van dweilen met de kraan open is volgens hem echter geen sprake, want als je in het Caraïbische Gebied zou stoppen met counterdrugsoperaties, viert de handel zo weer hoogtij. “We zitten hier om de eilanden veiliger te maken en de aankomst van drugs in Europa terug te dringen. Een klus waar we met alle eenheden keihard aan werken.” n
In geval van dreiging wordt de .50 militrailleur gebruikt vanaf het zijdek van de Van Amstel.
Search- and Rescue met de Lynx van de Van Amstel boven de cutter Jaguar.
De Oude Dame blijft varen
Eerste aanval Toen het schip in haar treurige positie werd gevonden, is er zeer snel ingegrepen door de bemanning. Twee matrozen hebben over stuurboord een klep gesloten waarbij een van hen tot ver over zijn middel in het water stond. Door een werkoveral in een pijp te stoppen en daar flens op te monteren werd het water gestopt. Anderen van het wachtsvolk en de bemanning hebben een keg gehaald en daarmee een andere pijp gedicht. Daarna kwam de trein van het Marinebedrijf en marinebrandweer ook op gang. Na vaststelling dat het schip zonder gevaar voor haar stabiliteit kon worden leeggemaakt, begon het leegpompen. “Leidingen waardoor water naar binnen stroomde werden door werfpersoneel zo snel mogelijk afgeblind en duikers hebben de openingen aan de buitenkant waar mogelijk water doorheen kwam afgedicht”, beschrijft de overste de succesvolle eerste aanval. “De marinebrandweer pompte het schip leeg.” Daarna kwam de fase waarin bekeken werd wat er nog was te redden en wat er nu moest gebeuren. “De belangrijkste componenten werden veiliggesteld en gepreserveerd. Ook begon men met het beoordelen van de omvang van de schade”, zegt Spoelstra. Hij was erg ingenomen met hoe in een weekend circa zeventig mensen van het Marinebedrijf zich inzetten om de aan zeewater blootgestelde elektrische componenten te demonteren, van boord te halen en in baden met gedestilleerd water te leggen om de zoutaanslag zo snel mogelijk te neutraliseren. “Op zondagmorgen was driekwart van de beschadigde elektrische componenten van boord, een bijzondere prestatie!”
Basale techniek Uiteindelijk bleek na grondig onderzoek nagenoeg alles herstelbaar. Het meeste werk zit in het reinigen van de systemen. “Zeewater dringt overal in. Het tast de bekabeling aan en gaat in alle leidingsystemen zitten”, zegt Spoelstra. “De isolatie in de scheepswand, de elektrische bekabeling en sommige componenten moeten worden vervangen.” Hoofd- en hulpdiesels hebben schade opgelopen maar zijn herstelbaar. Een nooddieselgenerator moet wel worden vervangen. “Aan de ene kant een uitdaging”, zegt luitenant-ter-zee 1 Ab Tielen van Benoemd Onderhoud van de Grote Bovenwatereenheden, “aan de andere kant valt het ook weer mee.” De meeste systemen waren gelukkig al spanningsloos, zodat er weinig nevenschade is ontstaan door kortsluiting. De Zuiderkruis is in 1975 in dienst gesteld en de techniek is tamelijk basaal als het gaat om elektrische systemen. De machinekamer en twee hulpmachinekamers zijn deels ondergelopen. Ook een bergplaats victualiën en enkele openliggende tanken zijn volgestroomd. Uit enkele carters en tanken is olie gelekt, waardoor de machinekamers naast waterschade ook onder de smeerolie zaten. Bij het leegpompen is de haven schoon gebleven. “Er is gelijk een scherm in het water rond het schip gelegd”, zegt Spoelstra, “en inspecteurs van het Hoogheemraadschap waren er snel bij om de genomen maatregelen bij het wegpompen van het vuile water te controleren. Alle maatregelen werden in orde bevonden en we kregen toestemming om het leegpompen van het schip voort te zetten.” Herstel van de waterschade is in volle gang. De machinekamers zijn gereinigd en de wandisolatie wordt vervangen. De gedemonteerde componenten worden momenteel gereviseerd en experts hebben hun adviezen uitgebracht voor de te nemen herstelacties aan motoren, pompen en elektrische systemen. “Het project ligt goed op schema en alle partijen hebben er vertrouwen in dat de Zuiderkruis straks in 2010 weer goed in de vaart komt.” n
De hoofdmotoren staan tot aan de bordessen onder water.
Een compartiment dat geheel ondergelopen is.
Van Boord
Kapitein-luitenant-ter-zee Jouke Spoelstra, belast met aanbesteden en coördineren van groot onderhoud aan marineschepen, verwacht dat de Zuiderkruis gerepareerd kan worden en tot haar geplande einddatum in 2013 in de vaart kan blijven. “Er zijn schepen letterlijk vergaan, geborgen en weer in de vaart genomen”, relativeert hij de ontstane schade aan ‘slechts’ de machinekamers. Het is vooral een kosten-baten verhaal. Hier sloeg dat om in het voordeel van de bevoorrader. Het schadebeeld is geraamd op maximaal zeven miljoen euro als het herstel volledig wordt uitbesteed. Het Marinebedrijf neemt echter ongeveer achttienduizend manuren voor haar rekening om het schip er weer bovenop te krijgen. Hierdoor kunnen de uitgaven worden beperkt tot vijf miljoen euro. Het resterende deel wordt met inhuur of uitbesteding uitgevoerd door externe bedrijven. Het benoemd onderhoud wordt met een half jaar verlengd tot en met december. Daarna volgt de opwerkperiode en pakt de Zuiderkruis in de tweede helft haar operationele programma op. De verlengde werfperiode zal niet ten koste gaan van andere onderhoudsprojecten van de marine. “Dat was een van de eisen die werd meegewogen bij de besluitvorming rond het reparatietraject”, aldus Spoelstra.
Hardware
Men keek verrast op toen op 29 oktober de werkdag op het Marinebedrijf weer begon. Hr.Ms. Zuiderkruis lag scheef achterover weggezakt aan haar steiger. De bevoorrader leek zinkende. Snel werd bekend dat de machinekamer deels was ondergelopen en net zo snel kwamen de twijfels over de redbaarheid van het Tekst: Barry Wijnandts/Foto’s: Ab Tielen, Ruud Mol (AVDD) schip naar boven. Zal de Zuiderkruis nog varen?
13
Van Boord
Cultuur
Biografie van zwemleraar Huib Wijnants
14
“Ik wil mensen laten zien hoe je kunt overleven” “Als raven vielen we aan op de kliekjes die de korporaals overhadden”, herinnert Huib Wijnants zijn matrozentijd in de jaren dertig. “Dat vonden we heel normaal, we waren zelfs dankbaar.” Wijnants geeft aan dat dergelijke herinneringen aan de marine nauwelijks meer voor te stellen zijn voor jongere generaties. Dankzij een biografie over zijn leven, gaan ze in elk geval niet verloren. Tekst: Barry Wijnandts/Foto’s: archief
Hey Buddy, de andere voet is voor jezelf is de eerste biografie van de hand van auteur Janny de Heer (Landskinderen van Curaçao en Vrouw tegen vrouw) en vertelt over het leven van Huib Wijnants. De marineman, 88 jaar, is in Den Helder vooral bekend als zwemleraar, waar hij pas in juni vorig jaar na vijftig jaar mee stopte. De stoker die in 1971 de dienst verliet als luitenant-ter-zee 2OC, heeft belangrijke periodes uit de vaderlandse geschiedenis van dichtbij meegemaakt en zijn verhaal moest aan het papier worden toevertrouwd. Dat vond althans Paul de Heer, de echtgenoot van Janny, die Wijnants vaak op de fiets door Den Helder kruiste. “Ik moest eerst maar eens aanhoren wat hij te vertellen had. Het klikte al snel en toen hebben we besloten om samen te gaan werken”, vertelt de biografe, die tot dan nog nauwelijks bekend was met het verleden van Nederlands Indië en de bezetting door Japan. Want dat is het grote verhaal dat verteld wordt in het boek. In ruim twee jaar heeft zij door middel van interviews en literatuurstudie het roerige leven van de marineman Huib Wijnants in beeld gebracht.
“Ondergeschiktheid is de ziel van het militarisme” Dankbaar Wijnants monsterde in 1937 aan bij de marine na een tamelijk strenge keuring. Het was crisistijd, “maar heel anders dan nu”, zegt De Heer. “Ondanks alle berichten in het nieuws gaan mensen nog steeds overal op vakantie, hebben ze grote auto’s en kopen ze van alles.” In de jaren dertig was er echt geen werk, en wie bij de marine terecht kwam, was dankbaar voor de haast mensonterende behandeling die je er kreeg. Wijnants: “Mijn officier Technische Dienst zei: “Ik slaap en eet voor jullie, jullie moeten alleen maar werken.” In die tucht kon Wijnants zich uitstekend vinden. “Ondergeschiktheid is de ziel van het militarisme”, was zijn credo. Het boek beschrijft per tijdsperiode het leven van de stoker die via de Antillen in Nederlands Indië geplaatst werd op Hr.Ms. Flores. Daar bouwde zich de spanning van de komende oorlog op. Eerst de dreiging van de Duitser, die een zuivering onder het personeel teweeg bracht. Iedereen met Duitse sym-
Veel Nieuwediepers zullen Wijnants kennen als zwemleraar van het Marinezwembad.
Bevorderd tot officier.
Cultuur
pathieën, of lid van de NSB – en dat waren er veel, vooral officieren – werd opgepakt. Al snel daarna volgden de bombardementen, de capitulatie en de gevangenschap. Wijnants werd tewerk gesteld aan de Birmaspoorlijn en later in de kolenmijnen bij Nagasaki, waar hij de verschrikkingen van het kampleven ondervond. De behandeling die hij bij de marine doormaakte waarbij het gevoel van eigenwaarde volledig verloren ging, zette onder de Japanner in ergere mate voort. Het enige wat Wijnants nog had, was het leven. En dat is voor hem de belangrijkste boodschap van het boek: “Ik wil mensen laten zien hoe je kunt overleven, hoe je in de zwaarste omstandigheden toch door kunt blijven gaan.” Bevrijd en werkloos Wijnants zegt geen rancune te kennen naar de Japanse bezetter toe. Acceptatie van zijn lot was zijn grootste kracht om te blijven overleven. Toch geeft hij wel aan moeite te hebben gehad met hoe zijn eigen land omging met de ex-krijgsgevangenen. “De mensen die direct terugkwamen na de oorlog waren ziek en werden daarom afgekeurd voor dienst”, zegt hij. Veel bevrijde militairen kwamen terug in Nederland en waren meteen hun baan kwijt. Degene die mochten blijven, kwamen direct in de volgende oorlog terecht. “Nederland wilde de militairen doorsturen naar Indië.” Wijnants ontsprong die dans, omdat hij werd opgevangen door de Amerikanen, die dit idee absoluut weerzinwekkend vonden. “These soldiers need their rest first!” Pas in 1947 keerde hij weer terug naar Nederland. Ook hij heeft wel even in angst gezeten om zijn militaire status te verliezen. De grote teen van zijn rechtervoet was door gangreen aangetast, toen hij aan de Birmaspoorlijn werkte. “Ik kon hem er op gegeven moment zo aftrekken.” De wond was echter helemaal schoon gegeten door maden, waardoor het koudvuur niet verder zijn lichaam in trok. De keuringsarts zag echter geen belemmering om de stoker weer in dienst te nemen en was bereid hem op kosten van de baas speciale schoenen aan te laten meten. “De linker moest ik zelf betalen”, weet de marineman nog.
Wijnants met biografe Janny de Heer.
Geboeid luisteren De veteraan zegt tijdens zijn gesprekken met de biografe, gewoon te zijn gaan zitten en vertellen, maar De Heer merkte dat enige voorbereiding er wel moet zijn geweest. “Zijn verhalen sloten precies aan bij de periode die we behandelden.” De interviews behandelden eerst het militaire, dan het privéleven van de marineman. “Ik kon heel geboeid luisteren naar de verhalen, maar om ze vervolgens op papier te zetten, was soms moeilijk”, zegt De Heer. Vooral over de gewelddadige periode in krijgsgevangenschap was een goede afweging nodig. “Ik heb voor een stijl gekozen, waarbij iedereen dit moet kunnen lezen”, legt ze uit. Ze vult aan, dat in het ergste geval, mensen deze periode uit het boek kunnen laten liggen. Maar een lezeres, die vanuit haar kampherinneringen nooit meer geconfronteerd durfde te worden met geweld en mishandeling, liet weten ze dat ze onder de indruk was van het boek. Voor Wijnants was dit boek een goede manier om zijn verhaal te kunnen bewaren voor latere generaties. Maar helemaal verloren zou het nooit zijn gegaan. In tegenstelling tot veel krijgsgevangenen, heeft hij altijd goed over deze periode kunnen praten. “Ik heb na mijn pensioen veel met vrouwen gewerkt. Dat is toch een socialere omgeving waar veel gepraat wordt”, zegt hij. Vanaf 1947 heeft hij zich geïnteresseerd voor de oorlog, waardoor hij zijn eigen herinneringen goed heeft kunnen plaatsten in de bredere historische context. Iets wat De Heer kon beamen in haar research. “Eigenlijk klopte alles, wat meneer Wijnants vertelde.” Waar de herinneringen ophielden heeft De Heer aangehaakt op de geschiedenis waardoor opmerkelijke verhalen als de ontsnapping van de Abraham Crijnssen ook in het boek vermeld worden. De Heer heeft bewust gekozen voor een romanvorm, omdat dit voor de lezer aantrekkelijker is om te lezen. “Het is niet alleen voor de marineman herkenbaar, maar ik wilde een breder publiek raken. In het privéleven van meneer Wijnants zit veel romantiek en dat komt terug in het boek. Zo is het ook voor vrouwen interessant om te lezen.” n
Van Boord
Als stoker aan boord van Hr.Ms. Flores.
15
!
Van Boord
Materieel
Eerste patrouilleschip op stapel
16
Traag zakt een metalen constructie op een platform. De balk aan de onderkant past exact in een uitsnede en met een zachte ‘bonk’ landt het eerste stuk van de toekomstige Hr.Ms. Holland op enkele pootjes. De kraandrijver hult zich in een leren schort en zet een laskap op, waarna hij een achttiende eeuwse duit vastlast op de balk. De staatssecretaris van Defensie, Jack de Vries, had op de werf in Vlissingen de eer de kiel te leggen van het eerste Oceangoing Patrol Vessel. Tekst: Barry Wijnandts De patrouilleschepen zijn bedoeld voor operaties in het lage deel van het geweldspectrum. Tijdens deze missies voert het patrouilleschip taken uit waarbij geweld kan worden gebruikt, maar dit niet oploopt tot daadwerkelijke gevechtsacties. Hierbij is grotendeels sprake van een asymmetrische criminele of terroristische dreiging. Taken waarvoor de schepen ingezet gaan worden zijn kustwachttaken binnen de territoriale wateren van Nederland en de Nederlandse Antillen, de exclusieve visserij/economische zone en ‘flight information region’. Het gaat dan onder meer om het toezien op naleven van wetten en het verlenen van hulp bij ongelukken en rampen. Maar ook zullen de schepen ingezet gaan worden in de internationale rechtshandhaving en dienstverlening. De schepen kunnen een scala aan missies vervullen, maar kunnen niet alles tegelijk aan. De OPV wordt ingericht en bemand naar de aard van de inzet. De bedrijfsvoering moet daarom heel flexibel zijn.
De OPV in cijfers Afmetingen: Lengte 108 meter Diepgang: 4,55 meter
Breedte 16 meter Waterverplaatsing: 3750 ton
Technische gegevens: Maximum snelheid: 21,5 knopen Actieradius met 15 knopen: 5000 nautische mijl Voortstuwing: 2 x 5400 kW MAN dieselmotoren 2 x 400 kW elektromotoren 2 schroeven, 3,20 meter in diameter Inhoud brandstoftanks: 508 m3 Inhoud drinkwatertanks: 55 m3 Inhoud helikopterbrandstoftanks: 81 m3 Accommodatie: Commandant: 1 Officieren: 15 Manschappen: 22 Onderofficieren: 24 Opstappers 28 Totaal: 90 Daarnaast kunnen er nog 100 evacués aan boord worden genomen Bewapening: Vuurkracht: 1 x 76 mm Oto-Melara kanon 1 x 30 mm Marlin WS 2 (+2) 12,7 mm Hitrole machinegeweren Alle wapens kunnen op afstand worden bediend vanuit de commandocentrale. Behalve met radar kunnen de wapens ook elektro-optisch aangestuurd worden met een (infrarood)camera.
Staatssecretaris Jack de Vries en directeur Hein van Ameijden van Damen Schelde Naval Shipbuilding onthullen een model van de Holland.
De schepen zijn geschikt om wereldwijd te opereren, behalve in gebieden met pakijs en ijsschotsen. Ze zijn geschikt voor operaties in klimaatomstandigheden die variëren van subarctisch tot en met tropisch. Met koers en snelheid aangepast aan de weersomstandigheden, moet het schip de maximale ‘seastate’ kunnen weerstaan, zonder dat de mobiliteit en het hotelbedrijf in gevaar komen. De actieradius is vijfduizend zeemijlen bij een snelheid van zestien knopen. De patrouilleschepen kunnen zonder bevoorrading minimaal 21 dagen op zee verblijven. De patrouillevaartuigen zijn voorzien van een helikopterdek dat geschikt is voor de NH90. De schepen zijn uitgerust met twee Rhibs, één aan bakboordszijde in een davit, de ander ligt op een slipway onder het helikotperdek en wordt gelanceerd via de spie-
gel. De patrouilleschepen worden voorzien van een ‘Integrated Mast Module.’ Het is het meest in het oog springende in het ontwerp van het nieuwe schip. Er zitten onder andere een actieve ‘phased array’ lucht-, en een zeewaarschuwingsradar en een vuurleidingsradar in verwerkt. Ook is het voorzien van een elektrooptisch, infrarood panoramisch bewakingssysteem. Alle sensoren met ondersteunende elektronica zijn in de mast verwerkt en worden als één module, volgens een ‘plug-and-play’ concept op het schip geplaatst. Deze Geïntegreerde Sensor- en Communicatie Suite (GSCS) is uitgerust met de meest geavanceerde systemen voor navigatie, helikopteroperaties, zelfbescherming, detectie en interceptie in kustwateren. Alles wat ook maar in de buurt komt van het patrouilleschip, variërend van een groot luchtdoel op
afstand tot een klein en langzaam object zoals een drenkeling, drijvende mijn of vijandelijke zwemmer, wordt door de luchtbeeldopbouwradar Smile, de oppervlaktebeeldopbouwradar Seastar en de Gatekeeper opgemerkt. De schepen worden gebouwd door Schelde Naval Shipbuilding. De Holland en de Friesland worden in Vlissingen gebouwd, de Zeeland en de Groningen op de werf in Roemenië. Door de snelle bouw zijn alle schepen identiek. Om kosten te sparen is er gekozen om de voorbereidingsperiode bijzonder grondig uit te voeren en wordt er niet eerst een schip opgeleverd, waarna bij ondervonden gebreken na een proefperiode de ontwerpen van de andere drie worden aangepast. n
Van Boord
Materieel De eerste sectie van de Holland
17
Interview
Ex-opvarenden over Hr.Ms. Van Nes en Hr.Ms. Van Galen
Afscheid van twee
De Multipurpose-fregatten Hr.Ms. Van Nes en Hr.Ms. Van Galen hebben hun diensten voor de Nederlandse Zeemacht vervuld. Op 16 januari is de ex-Van Nes overgegaan als de NRP Bartolomeu Dias naar de Portugese marine. Hr.Ms. Van Galen is op 27 november overgedragen aan het Marinebedrijf om verkoopgereed te worden gemaakt. Eind dit jaar zal zij gedoopt worden als de NRP D. Fransisco de Almeida. Twee bemanningsleden denken nog eens terug aan hun plaatsing op de schepen. Tekst: Barry Wijnandts/Foto’s: archief
SMJRODND Klaas Kuiken, Hr.Ms. Van Nes Van Boord
begin 2002 - januari 2008
18
Nadat Hr.Ms. Van Nes werd overgedragen op 16 januari, is er geen Nederlands marineschip meer waar schipper Klaas Kuiken op heeft gevaren als vast bemanningslid. Vanaf zijn laatste plaatsing als Chef Nautische Dienst bij de Haven- en Sleepdienst voor zijn functioneel leeftijdsontslag pakt hij er enkele herinneringsboeken van het M-fregat bij. Eén boek gedenkt de operatie Enduring Freedom in de Perzische Golf in 2003. “We voerden in die zes maanden 105 boardings uit.” Ondanks de ernst van de situatie konden die soms best grappig verlopen. “Kwamen we bootjes tegen met daarop drieduizend schapen. Je rook ze al van ver. En dan ging dat searchteam weer. Onder de schapenstront kwamen ze weer aan boord”, lacht hij. De relatie met het BBE-team van de mariniers stond al op scherp. De schipper vertelt over het misbruik van de mascottes van de Special Forces, de Ninja Turtles. “Bij elke boarding ging de kwartiermeester op pad om die turtles uit het slaapverblijf van de BBE’ers te halen om allerlei nautische dingen te gaan doen. Ergens hadden we verzonnen dat een van die turtles zelfs klaar was met het korps en liever overstapte naar de vloot.” Het liep hoog op. “Met kerst zaten we op zee. De Logistieke Dienst had een enorme maaltijd voorbereid, maar de mariniers hadden de deur tussen de kombuis en de verblijven geblokkeerd. Die turtle terug en anders geen kerstmaaltijd!” Tijdens een vlucht vond de boordhelikopter twee bootjes met elk 23 Pakistani’s dobberend op zee. Het waren vluchtelingen die door mensensmokkelaars op zee los gesneden waren van het slepende vaartuig. De bemanning heeft de vluchtelingen
aan boord genomen. Ook de vondst van een ponton met mijnen op zee, maakte de ernst van de operatie wel duidelijk. “Sindsdien werd alles wat Arabisch was, geboard. Duikteams gingen overal onderdoor, werd alles afgezocht”, aldus Kuiken. Veertig uur aan dek Ook de operaties in de West zijn Kuiken goed bijgebleven. “We zaten achter een coaster aan richting Panama. We voeren met de wind mee”, vertelt hij. Na de hele boardingprocedure ging het searchteam aan boord. “Maar ja, als je al die kleine ruimtes doorzoekt terwijl het schip de wind dood vaart, ga je er na een half uurtje wel bij zitten. Dat searchteam moet dan afgelost worden. Dan neemt zo’n operatie zo veertig uur in beslag. En dat is een lange zit in de midscheeps”, vertelt de naut, die toen met een gereduceerde club voor de dekwerkzaamheden stond. Kuiken vond sommige kustwachttaken wat ongepast. “Ik begrijp wel dat we daar ook zijn voor die taak. Maar moet er nou een enorm fregat van vijfduizend kilometer verderop komen, om ergens in een baaitje een man van zestig, die daar al generaties lang vist, te vragen of hij wel een vaarbewijs heeft? Dat kunnen de lokale autoriteiten toch beter doen?” n SMJRODND Kuiken: “Veertig uur in de midscheeps is een lange zit.”
“Lopen door dit gebied is slopend”
Interview
M-fregatten
Van Boord
SGTODOPS Soolsma: “Omschakelen van oefening naar ernst, terug naar oefening heeft indruk gemaakt.”
19
SGTODOPS Jordan Soolsma, Hr.Ms. Van Galen december 2005 - december 2008 De laatste jaren van Hr.Ms. Van Galen waren behoorlijk opera tioneel. Soolsma kwam aan boord aan het begin van het opwerktraject waarna het schip in het NAVO-eskader SNMG 1 werd geplaatst. Al tijdens het opwerken in 2006 werd het fregat om hulp gevraagd. Het is een van de dingen die bij Soolsma het meest is bijgebleven. Tijdens de Volvo Ocean Race was een van de Nederlandse zeilers van de ABN AMRO II dertienhonderd mijl van de Engelse kust overboord geslagen en overleden. “Wij hebben die zeezeiler opgepikt”, vertelt hij. “Vanwege het slechte weer moesten we de overdracht vanaf de zeilboot binnen de twaalfmijls-zone van Engeland doen.” Met behulp van de Rhib is het lichaam van de zeiler aan boord gehaald. “Hij was al twee, drie dagen dood. Bij ons heeft hij nog een dag in de aardappelkoelcel gelegen”, denkt Soolsma gelaten terug. “Omschakelen van oefening naar ernst en weer terug naar oefening, heeft best indruk gemaakt.” Onverwacht lang weg “We zouden in december terugkomen, maar dat ging niet door”, vervolgt de sergeant zijn herinneringen aan zijn plaatsing op de Van Galen. Vanuit het NAVO-eskader werd het schip aange-
wezen om deel te nemen aan patrouilles voor de Libanese kust in het kader van de operatie UNIFIL. Naast ernst typeert Soolsma de operatie ook als saai. De bemanning moest scheepvaart detecteren en rapporteren. “We riepen de schepen op, vroegen wie ze waren en waar ze naartoe gingen”, vat Soolsma het werk kort samen. Bij eventuele aanhoudingen of boardingen speelde het fregat geen rol. Ondanks de weinige actie en plotselinge verlenging van de vaarperiode van vier naar zeven maanden meent Soolsma dat de stemming aan boord goed was. “De commandant heeft zich hard gemaakt dat we in shifts even naar huis konden, waarvoor zelfs een toestel van de luchtmacht werd geregeld”, zegt hij. Ook lag de Van Galen vaak genoeg binnen in Cyprus en één keer in Turkije. “Maar de Van Speijk loste ons eigenlijk in het goede seizoen af. Wij waren iets te vroeg. Temperatuur was lekker, maar er was nog weinig te doen op de wal.” Soolsma heeft afscheid genomen van het schip waar hij tot nu toe het langst heeft gezeten en is nu in opleiding voor de Luchtverdedigings- en Commandofregatten. De Van Galen was voor hem een fijn schip dat zich kenmerkte door een goede “eenheid in de bemanning”. n
Scheepsjournaal Van Boord
CCO-cursisten op Battefield Tour Op 8 en 9 januari heeft de kersverse opleiding tot commandocentrale officier een bezoek gebracht aan het Zeeuwse ‘eiland’ Walcheren voor een Battlefield tour. De cursisten werden bewust gemaakt van de invloeden en complexiteit van maritieme oorlogsvoering in een joint- en combined strijdtoneel. Vrijwel nergens anders zijn de littekens nog zo goed zichtbaar en tastbaar als op Walcheren. Dit gedeelte van Zeeland is in de Tweede Wereldoorlog uit tactisch oogpunt onder water gezet door de Geallieerden om de bezetter te verdrijven. Historicus Marc van Alphen van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie gaf op de vooravond van de tour
een uitgebreide uiteenzetting van het verloop van de strijd. Hij gidste de klas dwars door Walcheren, zodat de cursisten de diverse plaatsen (bunkers en landingsstranden) met eigen ogen konden zien. Daarnaast hadden de cursisten de gelegenheid elkaar te leren kennen buiten de schoolbanken voordat een jaar vol lessen, trainers en discussies losbarst. In de huidige opleiding zullen dertien Nederlandse, twee Belgische en één Duitse officier worden opgeleid tot commandocentrale officier. Parallel aan de CCO-opleiding zullen elf aankomende assistenten worden opgeleid. Samen zullen de klassen lessen volgen waarna het geleerde in de trainers wordt beproefd.
20
Nederland in oorlog Op zaterdag 11 april staat de Stadsschouwburg Amsterdam in het teken van oorlog. ‘Nederland in Oorlog’ is een theaterprogramma met een pittig debat, doorspekt met theater, film en muziek. Hoe vrijblijvend kunnen we omgaan met onze oorlogsgeschiedenis en onze oorlogsveteranen? Onder leiding van Felix Rottenberg gaan politici, militairen, veteranen, historici en journalisten met elkaar in gesprek over het ‘romantische’ beeld van Nederland als vredelievende natie. Te gast zijn onder andere James Kennedy (hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam) en Dick Berlijn (voormalig Commandant der Strijdkrachten). In een aantal theatermonologen, geregisseerd door Erik de Vroedt, schetst Pieter Hilhorst de ambivalente relatie tussen Nederland en zijn oorlogen. Hij doet dit aan de hand van fictieve speeches van Van Heutsz, Van Anraat en Voorhoeve. Gedurende de avond zijn tientallen veteranen aanwezig die open staan voor ontmoeting en gesprek. De avond wordt mogelijk gemaakt door het Nationaal Fonds voor Vrijheid en Veteranenzorg, het Comité 4 en 5 mei en het AFK.
Groot Erekruis voor Oud-marineman De Koningin heeft bij Koninklijk Besluit van 25 februari aan kapitein-ter-zee b.d. J.A. Broekhuysen, adjudant i.b.d., het Groot Erekruis van de Huisorde van Oranje verleend, ter gelegenheid van zijn afscheid als haar voormalig Project Intendant van Kasteel Drakensteyn.
Kruisweg voor veteranen Het Nationaal Katholiek Thuisfront en de Rooms Katholieke Geestelijke Verzorging organiseren op Goede Vrijdag (10 april) een Kruisweg in het Kruiswegpark in Roermond voor veteranen en hun gezinnen. Naast de gebruikelijke beelden over Jezus’ lijdensweg zullen langs de weg ook schilderijen staan, die het leven van de veteranen en hun thuisfront verbeelden. De tocht start om 15:00 uur in de kapel in ’t Zand (Parklaan 1) en is naast de parochianen van Roermond toegankelijk voor alle veteranen, hun achterban en overige belangstellenden. De tocht duurt ongeveer één uur. Bij slecht weer wordt de Kruisweg in de kapel gehouden. Aanmelden kan via e-mail:
[email protected] of per post: aalmoezenier Lieshout, Veteranen instituut, Postbus 125, 3940 AC Doorn.
Zeemansloop Het wandelpeloton van de AVOM (De Algemene Vereniging Oud Personeel van de Koninklijke Marine) organiseert op zaterdag 18 april voor de achtste keer ‘De Zeemansloop’. Startplaats: Kantine Visaflag, Visafslagweg 1, 2583 DM, Scheveningen. Afstanden: 5, 10, 20, 30 en 40 kilometer. Inlichtingen: W. van Anen, telnr.: 06 203 925 72,
[email protected], M. v.d. Velde, telnr.: 06 504 242 23,
[email protected] of www.avom.nl.
Heeft u een tip of verhaal uit de oude doos? De volgende Deadline is maandag 25 mei
Marinierszoon gedoopt in scheepsbel Kristan Sjors Spalburg, zoon van sergeant der mariniers Etiënne Spalburg en Liesbeth Spalburg-Wieringa, is naar marinetraditie in een omgekeerde scheepsbel gedoopt aan boord van Hr.Ms. Johan de Witt. Zijn naam zal worden gegraveerd aan de binnenkant van de bel. Het is de eerste naam in het scheepsreliek, dat van naamschip naar naamschip wordt overgedragen. Een zoektocht naar een geschikte dooplocatie leverde het eigen schip van sergeant der mariniers Spalburg op. “Vanwege ons drukke vaarprogramma hadden we moeite met prikken van een datum en vinden van een geschikte locatie voor de doop”, aldus Spalburg. “Mijn chef stelde daarom voor om het aan boord te doen.” De dienst werd voorgegaan door vlootpredikant Gert Pennekamp. Dopen van kinderen is volgens Pennekamp een oude traditie die terug gaat naar de zeven-
tiende eeuw. “Michiel de Ruyter heeft toegestaan dat er gedoopt werd aan boord van de schepen. Toen ging dat om volwassen schepelingen, maar later mocht dit ook bij hun kinderen.” Voor de vlootpredikant was het de eerste keer dat hij een doop aan boord deed. Het heeft blijvende indruk op hem gemaakt. “Het is prachtig om zo’n kindje aan boord gedragen te zien worden. De doopviering is veel intiemer.” De bemanning heeft de ceremonie goed ondersteund. Zo heeft de nautische dienst speciaal een standaard gemaakt, waarin de scheepsbel op kop geplaatst kon worden, om te dienen als scheepsfont. De doopplechtigheid vond plaats in bijzin van de commandant, de eerste officier, een aantal bemanningsleden en naaste collega’s van de marinier en familie. “Een prachtige ceremonie”, beamen vader en vlootpredikant.
Herdruk Kroniek der Zeemacht Van kaapvaart bij Duinkerken tot piraterij bij Somalië en van de kruistocht tegen Saracenen in Egypte tot de kruistocht tegen drugssmokkel in de West. In de herziene, geactualiseerde herdruk van de Kroniek der Zeemacht zijn de hoogte- en dieptepunten van vijf eeuwen Nederlandse marinegeschiedenis bijgewerkt tot 2009. Dit fraai geïllustreerde boek van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie bevat meer dan veertienhonderd maritieme wetenswaardigheden uit recente en vervlogen tijden. Per dag zijn een of meer onderwerpen uit verschillende jaren belicht. In 2003 verscheen de eerste druk van de Kroniek der Zeemacht, die na vier jaar was uitverkocht. Deze herziene, geactualiseerde editie is aangevuld met een beknopte geschiedenis van de Nederlandse zeemacht. Voorts zijn recente onderwerpen en tientallen nieuwe illustraties toegevoegd. Tijdens de honderdste vergadering van de Admiraliteitsraad op 27 januari nam de Commandant Zeestrijdkrachten, LTGENMARNS Zuiderwijk de geactualiseerde Kroniek in ontvangst. Het boek is verkrijgbaar bij de boekhandel, of rechtstreeks te bestellen bij de uitgever: BV Uitgeverij De Bataafsche Leeuw, www.bataafscheleeuw.nl. 494 pagina’s, gebonden, geïllustreerd, full colour; ISBN: 978 90 6707 640 1; prijs: € 75,00.
Weduwe Karel Doorman overleden De weduwe van schout-bij-nacht Karel Doorman, Isabelle Heyligers, is op 5 maart overleden op 97-jarige leeftijd. Heyligers was de tweede vrouw van Doorman, met wie zij op 8 oktober 1934 in het huwelijk trad. Zij hadden samen een zoon.
Van Boord
lige matroos moest worden opgesloten en een marconist moest worden ontwapend en overmeesterd. De Mos ontving de onderscheiding, samen met bijbehorende oorkonde en insigne, voorafgaand aan het symposium Veteranenland in Perspectief. De commissie Chapel of the Four Chaplains van het Veteranenplatform selecteert om de twee jaar kandidaten voor deze eervolle onderscheiding, die tot op heden aan slechts een beperkt aantal Nederlanders is toegekend. Het verhaal van Jacob de Mos is te vinden in het boek ‘Tulpen voor Wilhelmina’, geschreven door Agnes Dessing.
Scheepsjournaal
Engelandvaarder wordt erelid Oud-Engelandvaarder en oorlogsveteraan Jacob de Mos is op 12 december onderscheiden met de Legion of Honor Membership Award van The Four Chaplains Memorial Foundation uit Philadelphia (VS). De Mos stapte in het voorjaar van 1942 als stuurman op de haringvisser Katwijk 110 die door de Duitsers werd ingezet voor spionage-activiteiten. De Mos zag kans om met dit schip naar Engeland te komen en voer mee onder voorwaarde dat hij zelf de bemanning mocht samenstellen. De Mos wist de bemanning te overtuigen om mee te werken aan het ontsnappingsplan, maar niet zonder slag of stoot. Een onwil-
21
De fregatten Hr.Ms. Van Speijk, Hr.Ms. De Zeven Provinciën en de onderzeeboot Hr.Ms. Walrus zijn op 5 december de haven van Den Helder binnengelopen na een lange reis. De Van Speijk voer vijf maanden rond in het Caraïbisch Gebied voor drugsbestrijdingsoperaties en kustwachttaken. Hr.Ms. De Zeven Provinciën rondde de West Atlantic Campaign 2008 af, waarbij ze gepland stond voor onderzeebootbestrijdingsoefeningen nabij Cape Cod en de Bahama’s. Hoogtepunten werden echter de
succesvolle lanceringen van de Evolved Sea Sparrow Missile, de Standard Missile 2 en een salvo van de Harpoonraketten. De reis van de Walrus heeft twaalf weken geduurd en stond in het teken van een internationale torpedolanceer- en onderzeebootbestrijdingsoefening en een bezoek aan ‘The Big Apple’. De Walrus heeft geoefend tegen de nucleaire Amerikaanse onderzeeboot USS Dallas en heeft testen gedaan met een mogelijke opvolger voor de huidige Mk48 mod 4m torpedo.
Marinekalender Eind december is de ‘Marinekalender 2009: verleden en heden’ uitgebracht. In deze ringbandkalender staan per maand twee foto’s van eenheden van het heden en/of het verleden van de Koninklijke Marine. De kalender is opgebouwd uit weekoverzichten met de weeknummers en feestdagen erbij. Ook staan de verjaardagen van leden van het Koninklijk Huis op de kalender en is er een korte ruimte voor notities. ‘Marinekalender 2009: verleden en heden’, ISBN 978-90-6289-636-3, prijs inclusief verzendkosten: € 14,50. De kalender kan worden besteld bij NV uitgeverij Smit, Postbus 200, 7550 AE, Hengelo.
Van Boord
Scheepsjournaal
Weer op het thuishonk
22
Laatste nootjes Op de allerlaatste werkdag van zijn bijna 33-jarige carrière bij de Marinierskapel der Koninklijke Marine heeft ELNTMARNS Dick Roelofsen het orkest gedirigeerd op het jaarlijkse Koninginneconcert in Den Haag. Per 1 februari gaat hij met functioneel leeftijdsontslag. In aanwezigheid van de Commissaris van de Koningin van Zuid-Holland, enkele buitenlandse ambassadeurs en ruim 380 belangstellenden leidde de scheidend kapelmeester/2e dirigent de kapel met een gevarieerd muzikaal programma. Roelofsen wordt opgevolgd door ELNTMARNKAP /tweede dirigent Peter Bongaerts.
Nieuwe directeur Veteraneninstituut
van de oude stempel Hij was echt een marinier van de oude stempel. Ter afscheid vanwege zijn f unctioneel leeftijdsontslag nam SGTMARNALG Albert Wit het defilé af
van een peloton 18e eeuwse mariniers. Wit is vrijwilliger van de ‘levende geschiedenis’ re-enactmentgroep Equipage De Delft.
KTZA Frank Marcus is benoemd tot nieuwe directeur van de Stichting het Veteraneninstituut. Deze benoeming gaat in op 1 juli 2009. Marcus volgt per deze datum KTZ Loek Habraken op, die het directeurschap van de Stichting vervulde sinds september 2002.
de bemanning van de Evertsen neergelegd. De ervaringen van de Evertsen vormen een goede aanleiding voor een verdieping van relevante vraagstukken: het gevaar van piraterij en de taak van de marine, de voorbereiding op en de preventie van gijzelsituaties en een discussie over de verschillende modellen voor het bemannen van marineschepen.
Scheepsjournaal
Food for life van het VN Wereldvoedsel-programma. De missie van de Evertsen raakte aan een aantal aspecten van het optreden van de Koninklijke Marine: begeleiding en bescherming van de handelsvaart, uitvoering van antipiraterij-operaties, (maritieme) zelfbescherming in kustwateren en multinationale militairciviele samenwerking. Bijzonder was de bevoegdheid van de Evertsen om op te treden tegen piraten in de territoriale wateren van Somalië. In Food for Life zijn enkele ervaringen en inzichten van
Het eerste ‘working paper’ uit de serie Maritiem Optreden is op 17 december aan de directeur Operaties, BRIGGENMARNS Rob Verkerk, overhandigd. De ‘working paper’-serie gaat over belangrijke maritieme onderwerpen die nog niet in een doctrinepublicatie zijn te vatten. De artikelen richten zich op de korte termijn en nodigen uit tot discussie. Het boekje, met de titel Food for Life, is gebaseerd op de ervaringen van Hr.Ms. Evertsen met het begeleiden van humanitaire hulpschepen
U kunt zich abonneren op de working papers van het MDTC door een e-mail te sturen naar
[email protected].
De missie van de Koninklijke Marine is het wereldwijd leveren van veiligheid op en vanuit zee. De bescherming van de handelsvaart is daar al eeuwenlang een integraal onderdeel van. De bescherming van koopvaardijschepen die door het Wereld Voedsel Programma van de Verenigde Naties worden ingezet ten behoeve van de humanitaire hulpverlening aan Somalië, is weliswaar een nieuw fenomeen maar geen nieuwe taak.
FOOD FOR LIFE
Van Boord
FOOD FOR LIFE
De Working Papers Maritiem Optreden zijn gebaseerd op niet-geclassificeerde gegevens en bedoeld voor de maritieme gemeenschap (militair en civiel) in de meest brede zin van het woord.
MDTC PAPER 1
Het Nederlandse fregat Hr.Ms. Evertsen heeft deze taak in de periode van april tot eind juni 2008 uitgevoerd. In dit verslag zijn enkele ervaringen, observaties en nieuwe inzichten neergelegd. De ervaringen van de Evertsen heeft enkele relevante maritiem-militaire vraagstukken aan het licht gebracht die in dit paper worden uitgediept.
De inzet van Hr.Ms. Evertsen ter ondersteuning van het VN Wereld Voedsel Programma
23 Maritiem Doctrine en Tactieken Centrum Commando Zeestrijdkrachten Rijkszee- en Marinehaven 1780 CA Den Helder Tel.: 0223 652563 E-mail:
[email protected]
Working Paper Maritiem Optreden nr. 1 Maritiem Doctrine en Tactieken Centrum
Minister met militaire muziek mee Minister van Defensie Eimert van Middelkoop ontmoette op maandag 2 maart diverse krijgsmachtorkesten en bezocht het Mariniers Opleidingscentrum op de Van Ghentkazerne in Rotterdam. Na een ontvangst met vier ereroffels, waarna de Tamboers & Pijpers van het Korps Mariniers ‘De Jonge prins van Friesland’ speelden, gaf de Inspecteur Militaire Muziek Krijgsmacht, LTKOLMARNS Pieter Jansen een presentatie. Hierin kwamen taakstelling, veelzijdigheid en prestaties van de gehele militaire muziek aan de
orde. Uiteraard volgde een kort optreden van de Tamboers & Pijpers van het Korps Mariniers en de marinierskapel. ’s Middags vertelde de commandant van het Mariniers Opleidingscentrum, LTKOLMARNS Jur van Nee, over de historische band tussen het Korps Mariniers en de stad Rotterdam. Van Nee vertelde de minister verder meer over het Facilitair Steunpunt Rotterdam, het Mariniers museum, en het Mariniersopleidings centrum waarna een rondleiding volgde over de kazerne.
Zeeuws Amerika In 2009 is het vierhonderd jaar geleden dat Henry Hudson voet aan wal zette op Manhattan, kort daarop werd Nieuw Amsterdam (New York) gesticht. De relatie tussen Nederland en de Verenigde Staten heeft in beide landen, dus ook in Zeeland, haar sporen nagelaten. In het Zeeuws maritiem muZEEum in Vlissingen waant de bezoeker zich binnenkort een beetje in Amerika. Vanaf 21 februari is de collectie van de Amerikaanse kustwacht te zien in de tentoonstelling ‘Coast guard art collection. Zeeland (her)ontdekt Amerika’. Vorig jaar keek het muZEEum naar het noorden en het zuiden (de poolgebieden), dit jaar wordt het vizier op het westen gericht. Van de West-Indische Compagnie via emigratie tot en met de samenwerking tussen de Zeeuwse band Bløf en de Amerikaanse Counting Crows. In het muZEEum zullen dit jaar diverse tentoonstellingen en activiteiten in het teken staan van ‘400 jaar Hudson’. Alle aspecten uit het brede takenpakket van de Amerikaanse kustwacht komen aan bod in de tentoonstelling, die te zien is in de Scheldezaal. De tentoonstelling is te bezichtigen tot en met 10 mei 2009 aan de Nieuwendijk in Vlissingen, telnr.: 0118 412 498. Voor meer informatie: www.muzeeum.nl.
Oude Doos Van Boord 24
Reis naar Mapia Oud-marineman Peter Varenhorst memoreert zijn bijzondere vaarreis naar Mapia in Nieuw Guinea begin jaren zestig. Hij vertelt over snorkelen met een pijlstaartrog, zware shag en jenever en varen onder ontelbare sterren. Bij het Binnenlandse Bestuur in Nederlands Nieuw Guinea bestond in de jaren zestig de vrees dat de Papoea gezagvoerders van gouvernementsschepen wel eens met hun schip naar Indonesië zouden kunnen ‘overlopen’. Om dit te voorkomen, werd bij meerdaagse vaartochten een jonge zeeofficier meegezonden. Die was belast met het toezicht en kon tegelijkertijd wat praktijkervaring opdoen in navigatie, al dan niet met de kust in zicht. Een van de interessantste tochten was het periodieke bezoek aan het Mapia-atol, ver ten noordnoordwesten van Biak, ruim anderhalve dag varen de Pacific in. In augustus 1961 was het mijn beurt om met de gouvernementsmotorboot ‘Carstensz’ mee te varen naar Mapia. In de longroom van de marinekazerne in Biak had ik van een collega gehoord hoe zijn reis verlopen was, wat hij had gedaan tijdens de tocht, maar vooral wat er op de plaats van bestemming te beleven viel. Hij vertelde over wandelen rond de eilandjes, veel zwemmen en snorkelen in de atol en shagjes roken, klappermelk, bier en koffie drinken en vis en klapperkreeft eten. Het werd aanbevolen om niet op de wal te slapen, omdat de gezagvoerder dan de kans had om er met het schip vandoor te gaan. Verder luidde het devies: zo lang mogelijk wakker blijven en zo goed mogelijk uitkijken. Toen we die maandagochtend aan de steiger in Biak inscheepten, gingen er tot mijn verbazing nog twee gouvernementsbeambten en een nette, blanke meneer mee. Ze hadden veel koffers en dozen mee, die uitsluitend gevuld waren met verpakte jenever, whisky en pakjes zware shag. Tevens ging er een nieuwe radio en wat proviand mee voor de man die de meteopost bezette en ook wat ingeblikte aardappelen voor de enige eilandbewoonster. Nog voordat het schip los van de kant was, stonden er al twee flessen op tafel. De koelkast zat tjokvol en overal kringelde lichtblauwe rook van de zware shag. Tegen de avond waren we aardig rozig, niet alleen van de zeelucht en de gebakken vismaaltijd, maar zeker ook van het voortdurende en intensieve drankgebruik. Toen we ten anker gingen, kreeg ik een luizig idee. Ik liet de gezagvoerder de stuurhut op slot doen en vroeg hem om mij de sleutel te geven. Zo kon er zonder mijn medeweten in ieder geval niet worden gestuurd. Mijn verontwaardiging was dan
ook groot toen ik de volgende ochtend wakker werd en water langs het schip zag stromen. Ik stormde naar de brug en daar stond de gezagvoerder aan het roer, sigaret in de mond. Hij had een eigen sleutel! Na een dag varen, riep de gezagvoerder vanuit de stuurhut dat we bij het ochtendgloren de atol binnen zouden varen en vlak onder de wal van Pulau Bras, de middelste van de drie eilanden in de atol, ten anker zouden gaan. Bij het binnenvaren waren door het kristalheldere water de koralen goed te zien, die als bloemkolen en waaiers omhoog stonden. Scholen veelkleurige vissen vluchtten voor de schaduw van ons schip. Bij aankomst in de lagune heerste er rust op zee en in het water. De meteoman stond ons al op te wachten en nam blij zijn radio en voorraden in ontvangst. Na wat rondgelopen te hebben op het eiland, besloot ik van deze unieke gelegenheid gebruik te maken en in het warme zeewater te gaan snorkelen. Zo’n paradijselijke omgeving vind je, zelfs in Nieuw-Guinea, niet vaak. Ik dook naar een bijzondere koraalformatie en keek mijn ogen uit. Er viel een schaduw over het water, even dacht ik aan een wolk voor de zon, maar toen ik naar boven keek, zal ik de witte onderkant van een levensgrote pijlstaartrog. Gelukkig zwom de vis weg en ik haastte me naar de oppervlakte en racete naar het schip. Een tiental klapperkreeften werd in een mand geladen en door de bemanning aan boord gebracht. De Carstensz lichtte het anker en zette zijn steven weer richting Biak. Plotseling ontstond er grote consternatie onder de crew. Een klapperkreeft was losgebroken en de mast ingevlucht. Met een welgemikt schot van zijn geweer, haalde de gezagvoerder het beest naar beneden en smeet de resten overboord, waar aan de beroering in het water te zien was dat de ons begeleidende haaien het hapje waardeerden. Bij het vallen van de nacht voeren we een gigantische regenbui in: aanvulling van de voorraad zoet water. Een half uur later was alles voorbij en voeren we onder ontelbare sterren naar huis. Een rustige nacht op zee, gevolgd door een prachtige zonsopkomst met aan bakboord de contouren van Biak en verder naar het zuiden aan stuurboord het eiland Noemfoor. Wat is het leven toch mooi en vreedzaam. Bij het afmeren in Biak, stond een figuur in kaki uniform op de kade. “Waar komen jullie vandaan”, wilde de havenmeester weten. “We zijn naar Mapia geweest”, was het antwoord. “Daar wist ik niets van, je had wel ontvoerd kunnen worden en dan hadden we niets gemerkt. Voortaan wel zeggen als je weggaat, hoor! “Ach ja, zo ging dat in Nieuw Guinea in 1961. Nu is alles vast anders, maar of het nog zo leuk is?
Voetbal in Nieuw Guinea Van augustus 1957 tot februari 1959 was ik uitgezonden naar Nieuw Guinea, waar ik was geplaatst bij de staf van de commandant zeemacht Nederlands Nieuw Guinea te Hollandia. Gehuisvest in de Marinekazerne Hollandia hadden we een afdeling van de marine sportvereninging ‘Zeemacht’ samen met drie elftallen, waaronder ook spelers van het Korps Mariniers die gelegerd waren in het ‘Kloofkamp’, namen we deel aan de competitie die georganiseerd werd door de voetbalbond Hollandia en omstreken. Ons eerste elftal was een goed elftal dat zich uitstekend kon meten met de andere clubs zoals HVC , een Papoea elftal onder leiding van een oud-keeper van HVC uit Amersfoort. Er waren ook enkele teams die uit Indische Nederlanders bestonden, zoals ZIGO, HBC en WIK uit Hollandia-Binnen. Ik mag natuurlijk POMS niet vergeten, een elftal bestaande uit Ambonezen met als aanvoerder Janus
Manuputty, een oud-speler van het Indisch Nationale Elftal. Vooral met dit laatste team hadden we een erg vriendschappelijke verhouding. Het voetbalveld was een uitstekende grasmat gelegen bij Berg en Dal bij Hollandia. Dit was misschien wel de enige grasmat in Nieuw Guinea. Ik wil bij deze de hartelijke groeten doen aan spelers die met mij deel hebben uitgemaakt van dit team. Op de foto staan van links naar rechts: hofmeester ?, marinier Alberts, kok Huibrechts, matroos Hiebels, schrijver Boersma, schrijver Westerlaken en ondergetekende. Zittend: schrijver Van Nes, matroos Romp, hofmeester Van den Brink en hofmeester Niewold. H.J.C. Addink
Kort geleden kwam ik in het bezit van een tijdschrift dat uitgegeven werd door de Nederlandse/Engelse regering in 1945 voor het bevrijde gebied in Nederland en het nog te bevrijden gebied. Het werd gedrukt en uitgegeven in Groot-Brittannië door ‘His Majesty’s Stationery Office 1945 en bevat verschillende artikelen en foto’s over oorlogshandelingen. Dit bijgesloten artikel over de Slag in de Java Zee is het offi ciële verslag van de Nederlands/Engelse regering. Bijzonder is het bijgedrukte schema van de betreffende oorlogsschepen en hun posities tijdens de Slag in de Java Zee. Dit heb ik nog nooit eerder gezien! Om te bewijzen dat dit artikel op zuivere waarheid berust heeft LTKOL Caro Lefevre, defensieattaché voor het Koninkrijk der Nederlanden in Australië, deze kopie getekend voor waarmerking. Aangezien op 28 februari de ‘Slag in de Javazee’ werd herdacht, dacht ik dat dit artikel wel een waardevolle bijdrage kan leveren aan uw blad. Met vriendelijke groeten, oud seiner 1e klas Leo Scholtes
Van Boord
Ph. W. Osieck beschrijft een spannende reis in 1952 aan boord van een landingsvaartuig naar Nieuw Guinea.
Slag in de Javazee
Oude Doos
Een zeilend oorlogsschip
25 In 1952 dreigde een conflict met de Republiek Indonesië over het bezit van Nederlands Nieuw Guinea. Verschillende confrontaties hadden al plaatsgevonden. Indonesische militairen waren op Nieuw Guinea geïnfiltreerd. Om onze mariniers snel ter plaatse te krijgen, had de marine landingsvaartuigen nodig. Derhalve werden twee nog in goede staat verkerende Landing Craft Tanks (LCT) van de Britse marine gekocht. Deze lagen toen op de Bittermeren in Egypte. Zij werden naar Den Helder gesleept, op de Rijkswerf opgeknapt en van vier 20 mm Oerlikon mitrailleurs voorzien. Het zou een lange tocht vanuit Den Helder naar Sorong worden, de eerste haven in Nieuw Guinea. Bovendien moesten we door de Javazee varen, een bijzonder ‘vijandig’ gebied. Het traject Singapore-Sorong lag net aan de grens van de actieradius met volle brandstoftanks. Iemand van de marinestaf, denkend aan de Passaatwind, had een oplossing. Een getuigde mast met een groot razeil, zou de actieradius vergroten. En zo vertrokken de ‘L 9607’ en ‘L 9608’ op 24 juni 1952 uit Den Helder om op 21 november al zeilend veilig in Nieuw Guinea aan te komen.
Personeel/Reünies Van Boord 26
Platform Postactieve Militairen Op donderdag 26 maart vindt de bijeenkomst ‘Platform Post actieve Militairen’ plaats bij het de Witte Raaf op de Nieuwe Haven in Den Helder. Deze bijeenkomst informeert u over onderwerpen die betrekking hebben op het Veteranen- en Postactievenbeleid van defensie. Ook worden de goede banden met de organisaties van veteranen en postactieve militairen van de Koninklijke Marine aangehaald. De dagvoorzitter en gastheer is het Hoofd van de Afdeling Geneeskundige en Personele Zorg, kapitein-ter-zee arts R.W. Blom. Meer informatie bij Joke Diekerhof, e-mail:
[email protected], telnr.: 023 5700 00.
Reünies • 27 maart: (ex-)militairen die uitgezonden zijn geweest voor de operatie IFOR. Locatie: voormalige Vliegbasis Soesterberg/ Camp Holland. Betrokkenen die niet zijn uitgenodigd, kunnen dit melden via e-mail:
[email protected], of bij de secretaris van de Identiteitsgroep Vredesmachten: Frank Kluiters, Albert Schweitzerlaan 10, 2641 ZT Pijnacker. Zie ook: www.vredesmachten.nl. • 28 maart: oud-opvarenden van Hr.Ms. Woendi en de Mijnen vegers van de Flottieljes 1-9-17 etc. uit de periode Nederlands Indië en Nederlands Nieuw Guinea vanaf 1947-1961. Locatie: Nico Schuurmanshuis Fort Orthen, ’s-Hertogenbosch. Kosten: € 17,50. Opgave: (na 9 februari), telnr.: 0416-279817 of Ock J.G. van Loo, Anna van Burenstraat 8, 5161 HH, Sprang-Capelle. • 27 maart: Marinehospitaal te Overveen. locatie: Marineetablissement Amsterdam. Info en aanmelden via www. Marinehospitaal.nl of via Reüniecommissie MHO, CMH, Postbus 90.000, 3509 AA UTRECHT. • 22 april: Voor Magazijnbeheerders/ Vliegtuigmaker magazijnbeheerders en Logistieke Dienst Goederenbeheerders zal er een reünie worden gehouden voor oud en actief dienende militairen, eventueel met partner, van de oud dienstvakken. Locatie: De Witte Raaf, Marinekazerne Willemsoord, Den Helder. Tijd: 10:00- 16.00 uur. De kosten incl. maaltijd en consumptiebon(nen) zijn € 15.00 pp of € 25,00 met partner. Opgave voor deelname door bedrag te storten op rekening: 140271759 t.n.v. Reünie Materieelbeheer KM. Aanmelden voor 15 april 2008. Verdere informatie: B. Vis 0223630816, J.H. Dirks 0223-644345. • 22 april: Leden van de reünistenvereniging onderzeedienst. Locatie: De Dukdalf in Den Helder. Voor meer informatie zie www.klaarvooronderwater.nl in KVO107 pagina 14. De kosten zijn gesteld op € 15,00 per deelnemer. Bedrag over te maken op gironummer 3928464 t.n.v.: Reünistenvereniging Onderzeedienst, Jolstraat 74, 1784 NL Den Helder, onder vermelding van ‘Reünie 2009’.
• 23 april: De Vereniging Dragers Militaire Dapperheids onderscheidingen. Locatie: De Kumpulan van het KTOMM Bronbeek, Velperweg 147, 6824 MB Arnhem. De leden van de vereniging zijn militairen en burgers, die wegens hun dapper optreden in de strijd tegenover de vijand onderscheiden met de Bronzen Leeuw, het Bronzen Kruis, het Kruis van Verdienste en/ of het Vliegerkruis. Verdere informatie: Wim F.J. Elgers, Paterslaan 6-A, 5701 NZ Helmond, telnr.: 0492 528454 of mob.: 06 44706684, e-mailadres:
[email protected]. • Vrijdag 24 april: Identiteitsgroep Steenrode Baretten. Locatie: Elias Beeckmankazerne, Nieuwe Kazernelaan 2-10 te Ede. Tijd: 09:30 – 17:00 uur. Kosten: ISB leden en hun partners: € 7,50 p/p. Alle overigen € 10,- p/p. Aanmelden: Door vóór maandag 23 maart 2009 de deelnamekosten te storten op bankrekeningnummer 14 41 17 347 t.n.v. Bond van Wapenbroeders inzake Identiteitsgroep Steenrode Baretten te Ede onder vermelding van Reünie 2009. Verdere informatie is te lezen op de site: www.steenrode-baretten.nl. • 14 mei: torpedomakers, torpedo-officieren en burgers die werkzaam of werkzaam zijn geweest in de torpedowerkplaats. Locatie: De Dukdalf te Den Helder. Introducés zijn van harte welkom. Indien u aan de reünie wilt deelnemen kunt u zich voor 1 maart als volgt aanmelden. Bij voorkeur via e-mail: HTM.
[email protected] of telnr.: 0223 651 375. De kosten zijn € 5 per deelnemer, overmaken voor 1 maart op girorekening 8125714 t.n.v. Reünie Commissie Torpedomakers, o.v.v. reünie torpedomakers 2009. • 4 juli: 25e dia di bandera. Het is 25 jaar geleden dat de vlag van
Curaçao is geïnstalleerd en door Nederland erkend. Ieder jaar wordt dit feest door veel Curaçaose beraden en verenigingen op een lokale basis gevierd. Dit jaar wordt het in Nederland in het Goffert-stadion in Nijmegen gevierd. Het feest zal de Antillen op die dag naar Nederland halen. Meer informatie:
[email protected].
inlichtingen bij een van de navolgende commissieleden: LTZ2 L. Oosterbaan, telnr. 0223 532881. Voorzitter SMJRODVB b.d. F.J. Vriends, telnr. 0223 642845; vicevoorzitter LTZ2OC b.d. C. Wouters, telnr. 0223 645117, penningmeester AOOODVB A. Kreukniet telnr. 0223 658178, secretaris of privé 0223-641831, of op de site van de FLOCommissie: www.bravozulu.nl.
Reünies
• 30 oktober: 65 jaar Vrouw in de Koninklijke Marine. Locatie: Witte Raaf. Informatie: www.reunie.ex-actkm.nl.
• Vrijdag 25 september: Oudgediende Hofmeesters, botteliers, koks en marva’s ingedeeld bij deze dienstvakken. Locatie: Marine Etablissement Amsterdam. Verdere informatie: L. v.d. Tas, telnr: 0714023346. Tijd: 10:00 – 16:00 uur. De kosten voor deze dag zijn € 15, te storten op giro 4906478, t.n.v. C. v. Tol, Boternessenstraat 38, 1382 EC, Weesp, met vermelding ‘Contactdag.’ • 4 december: Zeeofficieren met aantekening ARTO of OVART, KMR-officieren Geschutsmaker, Vuurleidings konstabel, Geschutskonstabel en andere marinelieden met artilleristische betrokkenheid. Naast het hoge reüniegehalte worden het artilleristisch verleden, heden en toekomst belicht. Op deze avond zal, naast het afleggen van de proeve van bekwaamheid door artillerieofficieren in opleiding, de Sinte Barbara-trofee worden uitgereikt aan artillerist(en) die van zich hebben doen spreken. Voor meer informatie: Sinte Barbara Reünie Commissie: LTZ1 Stephan Glaser (secretaris)
[email protected], en LTZ1 Ronald de Groot (penningmeester) RTJ.d.Groot@ mindef.nl. Website: www.sintebarbara.com.
• 15 mei: VLMNT/WEMNT Koninklijke Marine. Locatie: marinekazerne Erfprins in Den Helder. Voor alle actieve en postactieve militairen van de voormalige dienstvakken vuurleiding- en wapenelektronica monteur. Opgave nieuwe deelnemers: Frans van der Meijden, Graaf Willem II straat 106, 1785 KH Den Helder, telnr.: 0223 635 033 of Henk Woudenberg, Sperwerhof 60, 1742 EH Schagen, telnr.: 0224 214 146, e-mail:
[email protected]. Sluitingsdatum: 15 maart. • 27
mei: Herdenking en reünie Ex-KNIL. Locatie: Oranjekazerne, Schaarsbergen. Van 10:00 uur tot 16:00 uur. Kosten € 11 p.p. Inlichtingen en opgave: Vereniging Veteranen van Heutsz, Kennemerlandlaan 48, 5628 AR Eindhoven. Telnr.: 040 241 4421.
• 28 mei:
FLO-commissie Verbindingsdienst KM. Locatie: De Witte Raaf, Marinekazerne Willemsoord, Nieuwe Haven, Den Helder. Tijd: 15:00 uur. De kosten bedragen € 10,00. Belangstellenden worden verzocht het verschuldigde bedrag over te maken op bankrekening 5459748 t.n.v. Commissie Verbindingsdienst KM, Boterzwin 3627, 1788 WL Den Helder. Er mag ook aan de zaal betaald worden. Verdere
Van Boord
• 5 juni: Hr.Ms. Cerberus. Locatie: De Kumpulan van het KTOMM, Bronbeek, Velperweg 147, 6824 MB Arnhem. Aanvang 10:30 uur. Kosten zijn € 17,50 p.p., te voldoen voor 15 mei op rekeningnummer 2051256, ten name van L.J.M.vd. Heide, onder vermelding van Reünie Cerberus. Meer informatie bij Louis v.d. Heide, Beghinenstrasse 34, D-47559 Kranenburg, telnr.: 0049 2826 916821, l.vd.heide@t-online. de, of Fred Wip, kerkstraat 97, 7582 AS Enschede, telnr.: 053 4617979,
[email protected].
27