Van bibliotheekinstructie naar een webgebaseerde cursus informatievaardigheden
Projecttitel: Projectcode: Projectperiode:
Intergratie digitale bibliotheek en digitale leeromgeving 2002 – 5 september 2002 – september 2003
Opgesteld door: Janneke van der Hulst (Onderwijscentrum VU) Trix Bakker (UBVU) Datum:
20 november 2003
Contactadressen:
Universiteitsbibliotheek Vrije Universiteit
Onderwijscentrum VU Afd. ICT&O
De Boelelaarn 1105, kamer 10B-04 1081 HV Amsterdam www.ubvu.vu.nl tel. 020 – 5985220
[email protected]
De Boelelaan 1105, kamer 1G 30 1081 HV Amsterdam www.icto.vu.nl tel. 020 – 5989235
[email protected]
ICTO
Onderwijscentrum VU
Van bibliotheekinstructie naar een webgebaseerde cursus informatievaardigheden
Inhoudsopgave Samenvatting........................................................................................................................................ 1 1 Uitgangssituatie en doelstelling project .......................................................................................... 2 1.1 Analyse van de uitgangssituatie............................................................................................... 2 1.2 Ontwerpdoelstelling project .................................................................................................... 4 1.3 Projectorganisatie ................................................................................................................... 4 2 Verslag uitgevoerde activiteiten...................................................................................................... 6 2.1 Gesprekken met faculteiten ..................................................................................................... 6 2.2 Keuze software ....................................................................................................................... 6 2.3 Uitwerken webcursus door de kerngroep ................................................................................. 7 2.3.1 Visievorming over het begrip Informatievaardigheden....................................................... 7 2.3.2 Ontwikkelen van een algemene opzet voor de webcursussen ............................................ 7 2.3.3 Uitwerken van de webcursus op niveau A.......................................................................... 8 2.4 De klankbordgroep ................................................................................................................. 9 2.5 Test van webcursus niveau A met studenten............................................................................ 9 2.6 Evaluatie gevolgde werkwijze en aanbevelingen voor vervolgproject ...................................... 10 2.6.1 Interne communicatie over het project binnen de UBVU .................................................. 10 2.6.2 Contact met faculteiten .................................................................................................. 10 2.6.3 Werkwijze in kerngroep .................................................................................................. 10 2.6.4 Schrijven van teksten...................................................................................................... 11 2.6.5 Test van de webcursus bij studenten .............................................................................. 11 3 Projectresultaten .......................................................................................................................... 12
Bijlagen: 1) Verslag gesprekken met faculteiten 2) Leerstofschema 3) Verslag test met studenten
icto
ICT Onderwijscentrum VU
Eindrapportage projecten projectcode invullen
1
Samenvatting Dit projectverslag beschrijft de activiteiten die zijn uitgevoerd binnen het project.’Van bibliotheekinstructies naar een webgebaseerde cursus informatievaardigheden’, een project uitgevoerd door de UBVU in samenwerking met het Onderwijscentrum VU. Belangrijkste resultaten van het eerste projectjaar: - Na analyse van uitgangssituatie bij UBVU is de projectdoelstelling geherdefinieerd (besloten om gezamenlijk webcursussen informatievaardigheden te ontwikkelen). - Er is een ‘kerngroep’ gevormd met een aantal vakreferenten. De kerngroep heeft in kaart heeft gebracht wat verstaan wordt onder ‘Informatievaardigheden’ en heeft een overzicht opgesteld van onderwerpen die in de webcursussen op verschillende niveaus aan de orde kunnen komen (leerstofschema). - Vakreferenten en afdelingshoofden hebben gesprekken gevoerd met faculteiten over de behoefte aan en wensen voor webgebaseerde cursussen Informatievaardigheden. Er bleek behoefte aan webcursussen op drie niveau’s: A) beginnende eerstejaars studenten, B) iets gevorderde studenten (eerste of tweedjaars), C) gevorderde studenten. - De kerngroep heeft een webcursus ontwikkeld voor beginnende eerstejaars studenten (niveau A), bestaande uit aantal modules. Deze cursus heeft de vragen / taken van studenten als uitgangspunt, is algemeen (nietvakgebonden) van opzet en bestaat uit een aantal modules. De cursus is uitgetest met een tiental studenten. De webcursus bestaat uit gewone HTML-pagina’s. - Het leerstofschema, conceptteksten voor webcursus niveau A en de uitgewerkte webcursus op niveau A zijn besproken met een bredere groep vakreferenten (klankbordgroep). - Er is een verkenning uitgevoerd naar een systeem dat voldoende beheersmogelijkheden biedt om de gewenste differentiatie naar vakgebieden mogelijk te maken (een content management systeem). Tijdens het eerste projectjaar bleek het nog niet mogelijk om tot een keuze voor een systeem te komen. Het project krijgt een vervolg. Tijdens dit project zullen de webcursussen voor niveau B en niveau C worden uitgewerkt (een algemene opzet wordt uitgewerkt en er zal een begin worden gemaakt met het uitwerken van faculteitsspecifieke modules).
1
Eindrapportage projecten projectcode invullen
1
Uitgangssituatie en doelstelling project
1.1
Analyse van de uitgangssituatie
2
In februari 2002 heeft de UBVU een projectaanvraag gedaan bij het Onderwijscentrum VU met de titel ‘Integratie van de digitale bibliotheek en digitale leeromgeving’. Dit project beoogde om met ingang van het studiejaar 2003-2004 het informatieaanbod van de UBVU op onderwijskundig verantwoorde manier te brengen en streefde naar inhoudelijke integratie van het onderwijs vanuit de UBVU met de facultaire curricula. Deze projectaanvraag noemt als belangrijke activiteiten het scholen van vakreferenten in het gebruik van een digitale leeromgeving (Blackboard) en het opzetten van pilots met docenten. Omdat de doelstelling van het project nog onvoldoende gedefinieerd was, is het project gestart met een analyse van de stand van zaken binnen de UBVU op gebied van het onderwijs over informatievaardigheden. Hiertoe heeft de onderwijskundige van het Onderwijscentrum VU een aantal gesprekken gevoerd binnen de UBVU (met enkele vakreferenten en ICT-medewerkers en met het CT), twee instructiebijeenkomsten bijgewoond en gesproken met twee docenten (faculteit Letteren en Aardwetenschappen). Ook zijn bestaande webcursussen (FPP, FSW en Rechten) en enkele bestaande handleidingen bekeken. Uit deze analyse kwam het volgende beeld naar voren: De gangbare bibliotheekinstructies: -
Tussen de vakreferenten / medewerkers vindt momenteel nauwelijks overleg of afstemming plaats over instructies voor studenten; ieder vakgebied maakt eigen instructies. Er is geen gemeenschappelijke doelstelling geformuleerd voor de instructies.
-
Oorzaken voor geringe samenwerking bij maken van instructies: * inhoudelijke verschillen tussen vakgebieden * verschillen tussen context (bijv. groot / klein aantal studenten; specifieke wensen van faculteiten) * UBVU heeft geen ‘samenwerkingscultuur’ * gebrek aan overeenstemming over doelen en gewenste aanpak van instructies
-
In de meeste vakgebieden worden alleen basale instructies gegeven voor eerstejaars, maar nauwelijks voor gevorderde studenten.
-
Tot voor kort werden de meeste instructies mondeling gegeven (groepsbijeenkomsten), waarbij meestal weinig studiemateriaal voor studenten gebruikt werd (bijvoorbeeld weinig oefeningmateriaal voor studenten). Soms worden presentielijsten bijgehouden, vaak geen toets of beoordeelde opdracht.
-
De invalshoek bij de instructies is meestal het zoeken in een aantal voor het vakgebied belangrijke informatiebestanden. Deze informatiebestanden worden meestal afzonderlijk van elkaar behandeld, per bestand worden de belangrijkste mogelijkheden uitgelegd.
-
Kennis over het zoekproces en zoekstrategieën (zoals: Welke soorten informatiebronnen zijn er? Welke bronnen gebruik je in welke fase van het zoekproces? Welke informatiebestanden gebruik je om welke bronnen te vinden? etc.) is zeker bij de vakreferenten/medewerkers aanwezig, maar wordt in de instructies zelden geëxpliciteerd. Impliciet wordt verondersteld wordt dat studenten dit wel weten (in veel gevallen waarschijnlijk een overschatting van de voorkennis van studenten).
Contacten met faculteiten over bibliotheekinstructies: -
Hoe contact met faculteiten over inhoud en planning van instructies is, verschilt per faculteit (soms geregeld en intensief contact, vaker afhankelijk van persoonlijke contacten tussen individuele docenten en vakreferenten, soms nauwelijks contact met de faculteit over instructies).
-
Bij sommige faculteiten bestaan duidelijke wensen tav. onderwijs over informatie zoeken, bij andere faculteiten minder. De belangstelling voor dit onderwerp lijkt bij verschillende faculteiten toe te nemen (het wordt meer op opleidingsniveau bekeken en minder afhankelijk van de belangstelling van individuele docenten).
2
Eindrapportage projecten projectcode invullen -
3
Het is van belang dat bibliotheekinstructies een verplicht onderdeel zijn van de curricula, de ervaring leert dat de belangstelling onder studenten voor vrijblijvend aangeboden instructies gering is.
Ten aanzien van webgebaseerde instructies: -
(Een aanzienlijk deel van) de vakreferenten/ bibliotheekmedewerkers heeft duidelijke belangstelling voor het maken van webgebaseerde instructies. Bij sommige vakgebieden zijn al webgebaseerde instructies gemaakt (met name bij gamma); bij enkele andere vakgebieden bestaan concrete plannen op dit gebied. Eén van de bestaande webgebaseerde instructies, die voor FPP, is gemaakt in het kader van het studeerbaarheidsfonds.
-
Bij de gemaakte webgebaseerde instructies zijn verschillende uitgangspunten gekozen. De onderwerpen die behandeld worden komen wel min of meer overeen, deze instructies bevatten wel oefeningen en zijn bedoeld voor zelfstudie door studenten.
-
Met de webgebaseerde instructies zijn al belangrijke ervaringen opgedaan (rapportage hierover op de bijeenkomst op 4 nov.).
-
Redenen voor de vakreferenten/ bibliotheekmedewerkers voor het digitaliseren van de instructies zijn vooral: * efficiency verbetering bij instructies (minder tijd besteden aan het geven van instructies voor groepen door studenten zelfstandig te laten leren) * verbetering van didactische kwaliteit van instructies (bijv. meer oefeningen geven; studenten actiever betrekken en hierdoor meer motiveren) * mogelijk maken dat studenten op moment dat ze het nodig hebben de instructies kunnen doen (bijv. als ze aan scriptie beginnen). * de werkdruk aan de balie verminderen door de meest gestelde vragen te beantwoorden.
-
In het coördinatieteam zijn de volgende doelstellingen voor het project genoemd: * uniformiteit in het aanbod; efficiency verbetering door meer samenwerking tussen vakreferenten * verbetering van de didactische kwaliteit (bijv. ‘inbouwen’ van evaluatie; oefeningen met feed back voor studenten) * meer inspelen op wensen uit faculteiten; beter aansluiten bij curricula van faculteiten * evt. uitbreiding van onderwerpen (bijv. zoeken op internet en evalueren van gevonden informatie; meer nadruk op de systematiek van het zoeken van informatie)
Conclusies uit bovenstaande Uit bovenstaande kan worden geconcludeerd dat het bij het maken van webgebaseerde instructies niet gaat om het digitaliseren van ‘het bestaande’, maar dat er ook vernieuwingen worden nagestreefd. In het project moet worden nagegaan of de volgende vernieuwingen mogelijk zijn: a) overeenstemming bereiken tussen vakreferenten / medewerkers over doelstelling, invalshoek ed. van de instructies b) een ‘algemene invalshoek’ kiezen voor instructies die voor onderdelen vakspecifiek ingevuld worden c) een uitbreiding van behandelde onderwerpen en verdieping van het niveau van instructies (ook gevorderden); beslissingen hierover moeten afgestemd op wensen van faculteiten d) maken van didactisch goed materiaal waarmee studenten zelfstandig werken Het lijkt zinvol om voor de instructies een nieuwe, gemeenschappelijke, invalshoek te kiezen. De invalshoek moet niet (langer) zijn “studenten leren werken met bestand X, Y en Z”, maar “studenten leren systematisch en kritisch zoeken naar verschillende informatiebronnen”. Met andere woorden: de vragen van gebruikers moeten als het uitgangspunt genomen worden. Dit impliceert een verbreding van de mogelijke onderwerpen ten opzichte van de huidige instructies (en dat er mogelijk minder aandacht komt voor gedetailleerde uitleg van de interfaces van specifieke bibliografische bestanden).
3
Eindrapportage projecten projectcode invullen
4
Een dergelijke verbreding van invalshoek is ten eerste inhoudelijk te motiveren (het toenemend belang van ‘informatievaardigheden’). Ten tweede biedt het de mogelijkheid om een algemene opzet te kiezen die voor alle vakgebieden bruikbaar is (uiteraard moet bij de invulling van verschillende onderdelen van de cursus gedifferentieerd worden naar vakgebied, door voorbeelden uit het vakgebied te kiezen en het behandelen van voor het vakgebied relevante categorieën van informatiebronnen). De gemeenschappelijke invalshoek biedt de basis voor samenwerking tussen de vakreferenten / medewerkers van de diverse vakgebieden. Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld een algemeen stappenplan bij literatuuronderzoek1.
1.2
Ontwerpdoelstelling project
De volgende ontwerpdoelstelling voor het project is geformuleerd: “Ontwikkel een webgebaseerde cursus ‘informatievaardigheden’ die de vragen van studenten als uitgangspunt neemt. De webgebaseerde cursus heeft een algemene invalshoek die, met aanpassingen per vakgebied, toepasbaar is in verschillende disciplines. De cursus moet door studenten individueel kunnen worden gedaan en moet op meerdere niveaus te doorlopen zijn (‘beginnend studenten’, ‘iets gevorderde studenten’ en ‘gevorderden’). Het moet praktisch uitvoerbaar zijn om van de webgebaseerde cursus voor verschillende vakgebieden verschillende versies te maken en om de webgebaseerde cursus te onderhouden.” In het voorjaar werd duidelijk dat het in het eerste projectjaar haalbaar zou zijn om de webcursus voor de beginnende studenten uit te werken. Er is toen besloten tot verlenging van het project met één jaar om het vervolg uit te werken. Voordat begonnen is met het uitwerken van de webgebaseerde cursus, zijn gesprekken gevoerd met faculteiten. Het voorstel werd door de faculteiten positief ontvangen; er waren na deze gesprekken geen aanpassing van de algemene ontwerpdoelstelling nodig. (Zie paragraaf xxx voor verslag van de gesprekken met faculteiten.)
1.3
Projectorganisatie
Het project kent de volgende organisatie: Twee projectleiders: - Trix Bakker, bibliothecaris humaniora, projectleiding - Janneke van der Hulst, Onderwijscentrum VU. Naast projectleider ook onderwijskundige ondersteuning. Een kerngroep, bestaande uit vier vakreferenten: - Asteria Straathof, vakreferent psychologie en pedagogiek - Max Gerzon, vakreferent biologie, scheikunde, farmacochemie, wiskunde en informatica. - Ana van Meegen, vakreferent culturele antropologie - Bart Rosier, vakreferent kunstgeschiedenis en webmaster De kerngroep is regelmatig bijeen gekomen. De kerngroep heeft voorstellen ontwikkeld voor een webgebaseerde cursus en deze voorstellen vervolgens uitgewerkt voor het eerste niveau (beginnende eerstejaars studenten). Een klankbordgroep, bestaande uit vakreferenten en ICT-medewerkers van de UBVU. De klankbordgroep heeft inhoudelijk feed back gegeven op de voorstellen van de kerngroep. In de klankbordgroep zijn de verschillende hoofdafdelingen vertegenwoordigd, taak van de klankbordgroep is te bewaken dat het stramien van de webgebaseerde cursus in verschillende vakgebieden toepasbaar is.
1
Een voorbeeld van een dergelijk stappenplan wordt gegeven in een artikel van Gusta Drenth en Jantiene van Elk, Een digitale cursus wetenschappelijke informatievaardigheden. In: Informatieprofessional, jaargang 6, nr. 9, sept. 2002..
4
Eindrapportage projecten projectcode invullen
5
Het project kent een begeleidingscommissie, bestaande uit: − Bibliothecaris UBVU: drs. D.M. Schut − Hoofd afdeling ICT&O, Onderwijscentrum VU: Ed Bosschaart − Hoofd onderwijsbureau FALW: Anneke Wagner − Coördinator onderwijs en onderzoek FPP: Jan van Gastel − Student geschiedenis, lid FBC Letteren: Simone van den Ham Deze begeleidingscommissie heeft op 15 januari 2003 het aangepaste projectplan goedgekeurd en bespreekt op 24 november 2003 het projectverslag.
5
Eindrapportage projecten projectcode invullen
2
Verslag uitgevoerde activiteiten
2.1
Gesprekken met faculteiten
6
Vakreferenten en afdelingshoofden van de UBVU hebben in januari-februari 2003 gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van faculteiten, aan de hand van een vragenlijst. Het volledige verslag van de gesprekken met de faculteiten is opgenomen als bijlage bij dit projectverslag. De conclusies uit de gesprekken zijn: - Er is bij de faculteiten behoefte aan webcursussen informatievaardigheden. Het belang van onderwijs over informatievaardigheden wordt door alle faculteiten onderschreven. Het idee om een webcursus te maken op verschillende niveaus, zodat het onderwerp informatievaardigheden gedurende de opleiding enkele keren terugkomt, wordt positief ontvangen. De UBVU zal dan ook starten met het ontwikkelen van de webcursussen. - In de webcursussen ligt de nadruk op algemene kennis en vaardigheden om (kritisch) om te gaan met informatiebronnen t.b.v. wetenschappelijke werkstukken. De algemene vaardigheden worden toegepast op enkele databases. - In eerste instantie wordt de webcursus voor beginnend studenten uitgewerkt (niveau A); dit zal algemeen van opzet zijn. Voor de rechtenfaculteit zal op niveau A een aparte module gemaakt worden over zoeken naar wetgeving en jurisprudentie. - Vervolgens wordt niveau B (iets gevorderde studenten) en C (scriptie-studenten) uitgewerkt. Hierbij wordt een balans gezocht tussen een algemene opzet en vakspecifieke differentiatie. Hiervoor zal de UBVU voorstellen doen aan de faculteiten. - Over vérgaand maatwerk bij inhoud van de webcursussen, begeleiding van studenten tijdens doornemen van de webcursussen, eventuele bijdrage vanuit de UBVU bij het beoordelen van opdrachten, ed. worden in dienstverleningsovereenkomsten met faculteiten afspraken gemaakt. - Voor niveau D (onderzoekers) wordt binnen het project geen webcursus uitgewerkt. - Gekozen wordt voor open, altijd toegankelijke, webcursus met voldoende oefenmogelijkheden, geschikt voor zelfstudie. De webcursussen bevatten interactieve opdrachtjes, waarbij student direct feed back krijgt. - Controle en toetsing van studenten is verantwoordelijkheid voor de faculteit, komt bij voorkeur tot uiting doordat de webcursus geen los studieonderdeel is, maar geïntegreerd in opdracht voor de opleiding. Als een faculteit toch graag middels afzonderlijke ‘digitale controle’ wil vaststellen of studenten de webcursus gedaan hebben, wordt hiervoor gebruik gemaakt van bestaande systemen die registratie mogelijkheden bevatten (zoals de quiz-module in Blackboard). UBVU kan op verzoek van en in samenspraak met faculteit afsluitende toetsvragen formuleren, maar het invoeren in Blackboard is verantwoordelijkheid van de faculteit. - De webcursussen op niveau A en B worden alleen in het Nederlands gemaakt. Niveau C wordt eerst in het Nederlands gemaakt. Voor Engelstalige masteropleidingen moet niveau C later mogelijk vertaald naar het Engels.
2.2
Keuze software
De oorspronkelijke projectaanvraag ging uit van gebruik van BlackBoard voor het onderwijs over informatievaardigheden. Toen de eisen voor de webcursussen geformuleerd werden, bleek BlackBoard op een aantal punten niet aan de eisen te voldoen. Het belangrijkste bezwaar is dat BlackBoard onvoldoende mogelijkheden biedt voor efficiënt beheer van verschillende versies van de webcursus voor verschillende disciplines. Bijkomende bezwaren: werken met Blackboard maakt van het informatievaardigheden onderwijs afzonderlijke cursussen wat de gewenste integratie met het facultaire onderwijs niet ten goede komt, studenten van de faculteit Sociale Wetenschappen zijn niet ingevoerd in Blackboard, materiaal in Blackboard is minder toegankelijk (voor bibliotheekbezoekers of studenten die op een later moment de webcursussen nog eens willen doen).
6
Eindrapportage projecten projectcode invullen
7
Er is door de afdeling ICT&O een kort inventariserend onderzoek uitgevoerd naar eenvoudige open source content management systemen. Het bleek echter niet mogelijk om in korte tijd een beslissing te nemen, omdat voor dit project nauwelijks technische ondersteuning was gereserveerd. Om de voortgang van het project niet in gevaar te brengen, is besloten om de eerste versie van de webcursus te realiseren in de vorm van HTML-pagina’s (gemaakt met Dreamweaver). In het vervolgproject zal alsnog een systeem worden gezocht dat het mogelijk maakt om verschillende versies van de webcursus voor verschillende faculteiten te beheren.
2.3
Uitwerken webcursus door de kerngroep
De kerngroep, bestaande uit vier vakreferenten, heeft de webcursus uitgewerkt. Deze kerngroep is in de periode december 2002 – september 2003 regelmatig bijeengeweest (ongeveer eens per drie weken). In de eerste maanden is er een algemene opzet gemaakt voor de webcursus, vanaf april is de inhoud van de webcursus voor beginnende studenten uitgewerkt. Hieronder worden kort de belangrijkste activiteiten van de kerngroep besproken.
2.3.1 Visievorming over het begrip Informatievaardigheden De webcursus beoogt méér te zijn dan instructie over bibliotheeksystemen. Om de visie over het begrip informatievaardigheden aan te scherpen zijn de volgende activiteiten uitgevoerd: - een brainstorm waarvan het resultaat op flappen werd geschreven - literatuurbesprekingen - leden van de kerngroep hebben twee bijeenkomsten bezocht (een LOOWI-bijeenkomst in mei en een bijeenkomst bij de UKB in oktober) - bestaande voorbeelden van webcursussen, van binnen en buiten de UBVU, zijn bekeken
2.3.2 Ontwikkelen van een algemene opzet voor de webcursussen In een aantal bijeenkomsten heeft de kerngroep geïnventariseerd welke onderwerpen aan de orde moeten komen in de webcursussen. Hierbij heeft de kerngroep een aantal niveaus onderscheiden (zie tekstkader). Er is een overzicht gemaakt van de onderwerpen die op de verschillende niveaus behandeld moeten worden. Dit leerstofschema is opgenomen als bijlage 2. Niveau A ‘beginners’. Eerstejaars aan het begin van de studie. Deze studenten zijn vooral bezig om ‘wegwijs’ te worden op de VU, ze zijn nog niet of nauwelijks op de hoogte van wetenschappelijke conventies en informatiebronnen. Voor deze studenten is een beperkt aantal informatievaardigheden van belang, want van veel informatievaardigheden is de relevantie voor hen nog niet duidelijk. Niveau B ‘wat verdere beginner’. Hierbij wordt gedacht aan studenten die voor hun studie werkstukken maken en werken aan projecten van beperkte omvang, waarvoor ze beperkte hoeveelheid bronnen moeten zoeken en verwerken (meestal zijn een of enkele publicaties voldoende). Deze studenten hebben meestal beperkte tijd om informatiebronnen te zoeken en zijn nog niet in staat alle wetenschappelijke bronnen lezen, maar de belangrijkste wetenschappelijke informatiebronnen moeten ze wel leren kennen. Een kritische houding ten opzichte van gevonden informatie in het algemeen (en informatie op het www in het bijzonder) is van belang. Voor hen zijn meer informatievaardiagheden van belang dan voor de beginner, maar op basaal niveau. Gaat waarschijnlijk om studenten in het eerste en tweede jaar van hun bachelor (maar dat moeten faculteiten aangeven). Niveau C, ‘gevorderde studenten’. Studenten die een uitvoeriger scriptie schrijven of onderzoek uitvoeren. Deze studenten werken enige tijd aan hun sriptie of onderzoek (enkele weken tot maanden) en moeten hierbij de op hun vakgebied gangbare informatiebronnen gebruiken en hun onderwerp kunnen plaatsen binnen hun vakgebied. Voor deze studenten is van belang dat ze hun informatie systematisch kunnen zoeken en de geëigende informatiebronnen gebruiken voor bepaalde informatievragen, daarnaast moeten ze de informatievaardigheden van niveau B ze op complexer niveau en met grotere zelfstandigheid kunnen toepassen. Gaat waarschijnlijk om studenten in het derde jaar van hun bachelor en in de masterfase (maar dat moeten faculteiten aangeven). Niveau D, ‘professioneel onderzoekers’. Dit zijn AIO’s, onderzoekers en docenten die zich gedurende langere tijd op specialistisch niveau bezig houden met een onderwerp, ze moeten uitstekend op de hoogte zijn van de laatste
7
Eindrapportage projecten projectcode invullen
8
ontwikkelingen op hun gebied en hun onderwerp kunnen relateren aan naast liggende disciplines. Ze publiceren ook wetenschappelijke literatuur.
Er zijn didactische uitgangspunten geformuleerd voor de webcursussen (zie tekstkader). Uitgangspungen voor de webcursussen informatievaardigheden: 1) student-gecentreerd onderwijs, dat betekent: dat de webcursus uitgaat van de vragen van gebruikers, aansluit bij voorkennis van studenten dat oefeningen en opdrachten worden gegeven die actief leren bevorderen 2) streven naar integratie met het opleidingscurriculum webcursus op drie niveau’s (zie bijlage) zodat studenten vaardigheden leren die ze in die studiefase nodig hebben faculteiten vragen om de webcursus te roosteren als voorbereiding op opdrachten webcursus wordt niet afzonderlijk getoetst (kennis en vaardigheden worden toegepast en getoetst in opdrachten voor studie; evt. kan vakreferent een rol spelen bij formuleren en beoordelen van opdrachten) 3) informatievaardigheden is méér dan ‘uitleg bibliotheekbestanden’ nadruk op strategieën voor effectief zoeken, kritische omgang met informatiebronnen, selecteren van informatie, ed. voldoende aandacht voor internet cursus wordt praktisch gemaakt adhv. bepaalde bestanden (zonder te gedetailleerde behandeling daarvan) 4) presentatie van informatie zo visueel mogelijk 5) geschikt voor zelfstudie zonder begeleider te maken evt. kan er, afhankelijk van de situatie, begeleiding bij worden gegeven (bijv. in de vorm van bijeenkomsten, per e-mail of communicatie via een digitale leeromgeving). 6) webcursus altijd toegankelijk (zonder wachtwoorden ed.) studenten moeten op ieder moment in studie terug kunnen kijken voor alle bezoekers van bibliotheek beschikbaar 7) Modulaire opzet: mogelijk om te differentiëren naar wensen van faculteit studenten kunnen ook een deel van de cursus doen (bijv. iets later nog eens herhalen). 8) geen life bestanden in instructie voor eerstejaars studenten in praktijk voor eerstejaars vaak: groepsgewijze bijeenkomsten, risico dat bestanden niet toegankelijk zijn 9) Volgen van de webcursus is niet vrijblijvend afspraken maken met faculteiten bij beoordeling van opdrachten (door faculteit) moeten de vaardigheden een rol spelen.
Ook zijn er ontwerpen gemaakt en besproken voor de vormgeving van de HTML-pagina’s, waarbij is gekozen voor een eenvoudig en rustig ontwerp.
2.3.3 Uitwerken van de webcursus op niveau A Tijdens dit projectjaar is de webcursus voor beginnende eerstejaars studenten uitgewerkt. Hierbij zijn een aantal keuzes gemaakt: - De kerngroep heeft besloten om, in ieder geval in de webcursus voor beginnende eerstejaars, te werken met schermafbeeldingen in plaats van te zoeken op ‘life bestanden’. De belangrijkste reden hiervoor is dat het vaak voorkomt dat een groot aantal studenten tegelijk aan de webcursus zal werken wat problemen kan geven met de toegang tot bibliotheekbestanden. - De modules voor beginnende eerstejaars studenten zijn algemeen, d.w.z. niet gebonden aan een bepaald wetenschapsgebied. De gebruikte voorbeelden komen uit diverse wetenschapsgebieden. Op
8
Eindrapportage projecten projectcode invullen
9
dit inleidende niveau is dit voldoende. Op meer gevorderde niveaus zullen waar nodig voor verschillende wetenschapsgebieden verschillende varianten van modules worden uitgewerkt. De webcursus op niveau A (beginnende eerstejaars studenten) is verdeeld in zeven modules. Deze modules zijn verdeeld over de vakreferenten in de kerngroep; ieder heeft de tekst, afbeeldingen en vragen voor één of twee modules uitgewerkt. Voor sommige onderdelen kon gebruik gemaakt van bestaande webcursussen, andere onderdelen moesten nieuw geschreven worden. Conceptteksten zijn besproken in de kerngroep. De teksten, die in verschillende schrijfstijlen waren geschreven, zijn geredigeerd door Trix Bakker. Janneke heeft de modules ingedeeld volgens een eenvormig format. Toen de teksten en vragen uitgeschreven waren, zijn de HTML-pagina’s gemaakt. De webcursus niveau A bestaat uit deze modules: - Hoe beoordeel ik informatie op internetsites? - Wat is wetenschappelijke informatie? - Hoe combineer ik zoektermen? - Hoe ontcijfer ik een referentie? - Hoe vind ik een boek? - Hoe vind ik een wetenschappelijk artikel? - Hoe vind ik de catalogi en elektronische bestanden? Hoewel er een zekere logica zit in de volgorde van deze modules, zijn de modules zo geschreven dat ze onafhankelijk van elkaar te bestuderen zijn. Door de webcursus op te bouwen uit losse modules, wordt het mogelijk om voor faculteiten webcursussen op maat samen te stellen. Ook kunnen de modules geraadpleegd worden als naslagwerk bijvoorbeeld door bezoekers van de bibliotheek. De flexibiliteit bij het samenstellen van webcursussen voor verschillende faculteiten zal verder worden uitgebouwd wanneer in het vervolg van het project modules worden ontwikkeld waarbij differentiatie naar vakgebieden nodig is. De ontwikkelde webcursus voor beginnend studenten zal in december 2003 voor het eerst worden gebruikt in het onderwijs voor zij-instromers bij de faculteit Sociale Wetenschappen.
2.4
De klankbordgroep
De klankbordgroep is in mei bijeen geweest voor een bespreking van de onderwerpen die op de drie niveaus behandeld zullen worden en de conceptteksten voor niveau A (beginnende eerstejaars studenten). In september heeft de klankbordgroep de uitgewerkte webcursus op niveau A besproken. Beide keren stemde de klankbordgroep in met de grote lijn en was de klankbordgroep van oordeel dat de algemene opzet relevant was voor verschillende vakgebieden. Daarnaast hebben beide besprekingen veel waardevolle suggesties voor verbetering opgeleverd voor specifieke onderdelen van de webcursussen.
2.5
Test van webcursus niveau A met studenten
In september is de webcursus voor beginnend studenten getest met tien studenten. Het doel van de test was om problemen, onduidelijkheden of gebreken in de webcursus op te sporen. In instructiezalen van de UBVU hebben de studenten zelfstandig de cursus doorgewerkt, ze hebben in steekwoorden aantekeningen gemaakt op een formulier en enkele vragen ingevuld per module en over cursus als geheel. Daarna zijn met de studenten hun aantekeningen mondeling doorgesproken. In dit gesprek was ook ruimte voor andere opmerkingen dan in de vragenlijst. Het verslag van de test met studenten is opgenomen als bijlage 4. De belangrijkste resultaten van de test luiden: - De studenten waren positief over de cursus als geheel. Uit de test zijn geen grote problemen naar voren gekomen. - De volgorde van de modules wordt door de meeste studenten logisch gevonden. Binnen de module ‘Wat is wetenschappelijke informatie?’ kan de volgorde verbeterd worden.
9
Eindrapportage projecten projectcode invullen -
-
10
De meeste studenten hebben geen informatie gemist. Er zijn geen grote onduidelijkheden naar voren gekomen. Op detailniveau zijn een aantal onduidelijkheden naar voren gekomen in teksten of vragen. De samenvattingen aan het eind van de modules werden gewaardeerd. De multiple choice vragen werden gewaardeerd als middel bij het verwerken van de stof en het vasthouden van de aandacht. Sommige vragen werden te simpel gevonden. Feed back bij de vragen werd gewaardeerd, vooral als deze uitleg gaf en niet alleen aangaf of de vraag goed of fout beantwoord was. De webcursus werkt met schermafbeeldingen van de behandelde bestanden, dit wordt door de studenten duidelijk gevonden. Niettemin merkt de helft van de proefpersonen op dat ze graag een opdracht zouden krijgen waarbij ze zelf iets opzoeken in de behandelde databestanden. De proefpersonen achten de cursus geschikt voor zelfstudie. Een docent werd niet gemist, de cursus was zeer duidelijk. Met de cursussite zelf werden geen technische problemen ondervonden. De tijd die studenten nodig hadden voor de webcursus lag voor de meeste studenten tussen de 60 en 90 minuten.
De test met studenten heeft een aantal waardevolle suggesties voor verbetering opgeleverd. Het detailcommentaar is reeds verwerkt in de webcursus. Van de overige verbetersuggesties, zoals het toevoegen van opdrachten waarbij de student zelf zoekt in bibliotheekbestanden, wordt nog bekeken hoe deze het beste verwerkt kunnen worden in de webcursus.
2.6
Evaluatie gevolgde werkwijze en aanbevelingen voor vervolgproject
In dit hoofdstuk maken we enkele evaluatieve opmerkingen over de werkwijze tijdens dit eerste projectjaar. Waar nodig zal de werkwijze worden bijgesteld tijdens het vervolgproject.
2.6.1 Interne communicatie over het project binnen de UBVU Het project is in november 2002 gestart met een kick-off bijeenkomst met 12 medewerkers van de UBVU. Tijdens deze bijeenkomst is de analyse van de uitgangssituatie besproken en het doel van het project toegelicht door de projectleiders. Tijdens deze bijeenkomst zijn de kerngroep en klankbordgroep samengesteld. In april is de voortgang van het project toegelicht door de projectleiders tijdens een algemeen vakreferentenoverleg. Tijdens het ontwikkelen van de opzet voor de webcursus en het schrijven van de inhoud was er relatief lange tijd weinig zichtbare resultaten; er werd achter de schermen hard gewerkt, maar dit was binnen de UBVU niet direct zichtbaar. Komend jaar kan er, via het intranet van de UBVU, met grotere regelmaat verslag worden gedaan van de voortgang van het project.
2.6.2 Contact met faculteiten Na gespreksronde in januari, is er geen systematische terugkoppeling geweest naar faculteiten over de voortgang van het project. Voor het komende projectjaar wordt het contact met faculteiten over de webcursussen geïntensiveerd. In het werkplan worden de activiteiten die worden ondernomen ten behoeve van het contact met faculteiten specifiek omschreven.
2.6.3 Werkwijze in kerngroep Bij aanvang van het project werd geconstateerd dat er nauwelijks overleg plaatsvond tussen vakreferenten over instructies voor studenten en dat er geen gemeenschappelijke doelstelling geformuleerd was voor de instructies. Er is het afgelopen jaar tijdens de besprekingen van de kerngroep dan ook ruim tijd besteed aan het formuleren van uitgangspunten, bespreken van wat de groep verstaat onder informatievaardigheden en over de onderwerpen die behandeld moeten worden. Het bereiken van overeenstemming tijdens de beginfase van een project is van groot belang, maar het duurde even voordat het resultaat daarvan zichtbaar wordt. Er ontstond een zekere ‘vergadermoeheid’ bij de vakreferenten in de kerngroep; er ging veel tijd zitten in vergaderingen en de vraag werd gesteld wat de opbrengst daarvan was en of de tijd niet efficiënter gebruikt kon worden. Hierbij speelde ook dat het
10
Eindrapportage projecten projectcode invullen
11
resultaat van de vele besprekingen pas echt pas zichtbaar werd toen in de zomermaanden de HTMLpagina’s gemaakt werden. In het vervolgproject kan voortgebouwd worden op het voorwerk dat in het eerste projectjaar is uitgevoerd. Omdat veel duidelijker is hoe het eindresultaat eruit moet zien, kan er bij het uitwerken van de vervolgmodules gerichter gewerkt worden. Komend jaar zullen vakreferenten gericht gevraagd worden om bepaalde modules uit te werken waarbij vaker werkafspraken gemaakt worden in kleine groepen (bijvoorbeeld een of twee vakreferenten met de onderwijskundige). Bijeenkomsten met de kerngroep zullen meer gaan over de voortgang en onderlinge afstemming en minder om bijvoorbeeld het gedetailleerd bespreken van conceptteksten. Er bestond in de kerngroep enige onduidelijkheid over rollen van betrokkenen. In vervolgproject duidelijker aangeven wat van vakreferenten gevraagd wordt en hoeveel tijd dat kost, wat de bijdrage van de onderwijskundige is en hoe de projectleiders de verantwoordelijkheden verdelen. Gebruik maken van bestaande teksten / webcursussen. Voordat tekst voor een module geschreven wordt voor iedere module eerst inventariseren welk bruikbaar materiaal beschikbaar is.
2.6.4 Schrijven van teksten De modules zijn door verschillende mensen geschreven. Het redigeren van de teksten heeft nu veel tijd gekost. Ook was het veel werk om de teksten, geschreven in word, om te zetten naar het stramien van webpagina’s (dat vraagt korte afgeronde eenheden). Met de ervaring van deze eerste webcursus is het mogelijk om vooraf duidelijker richtlijnen voor auteurs te formuleren.
2.6.5 Test van de webcursus bij studenten Het uitvoeren van een test met studenten bij de webcursus was heel nuttig. Bij uitgewerkte vervolgmodules zal ook een dergelijke test georganiseerd worden.
11
Eindrapportage projecten projectcode invullen
3
12
Projectresultaten
Relateren aan projectdoelen (zie H1). Wat is bereikt op de volgende gebieden - Formuleren gemeenschappelijke UBVU-visie over informatievaardigheden onderwijs - Leggen contact met faculteiten / integratie met curricula - Gerealiseerd materiaal: niveau A is uitgewerkt
12