VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS & VOORSTEL AAN DE RAAD Van:
A. Lacroix
Tel nr:
8889
Datum:
10 november 2015
Team:
Ruimtelijke plannen
Nummer: 15A.00932
Tekenstukken:
Nee
Bijlagen:
Afschrift aan:
M.J. Schreurs, J.I.M. Duindam, M.H. Stolk, J. Zwaneveld, T. Chaudron, S. de Rijke
diverse
N.a.v. (evt. briefnrs.): Onderwerp: Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan Oortjespad met de planidentificatie "NL.IMRO.0632.BPOORTJESPAD2-bVA1"
Advies: In te stemmen met het bijgevoegde raadsvoorstel om het bestemmingsplan Oortjespad met de planidentificatie "NL.IMRO.0632.BPOORTJESPAD2-bVA1" gewijzigd vast te stellen.
Begrotingsconsequenties
Nee
B . e n W. d . d . :
G e we n s t e d a t u m b e h a n d e l i n g i n d e r a a d ( d a t u m : zi e ve r g a d e r s c h e m a ) : Ja, 16-12-2015 F a t a l e d a t u m b e s l u i t va n d e r a a d :
JA
Portefeuillehouder: wethouder Schreurs
E xtr a ov e rw eg ing en / k antt e ke nin gen v oo r Co ll eg e Voor de overwegingen en de kanttekeningen wordt verwezen naar het raadsvoorstel.
E xtr a ov e rw eg ing en / a lte rn at iev en / a rgu ment en Ni e t v an t o ep as s i ng
Kan tte k eni ng en: St an dpunt co ns ul ent en Nee
S am enh ang m et e e rd er e b es lui tv or min g
15A.00490 Ontwerp bestemmingsplan Oortjespad (digitale planidentificatie NL.IMRO.0632.BPOORTJESPAD2-bOW1), Mer -beoordeling en omgevingsvergunning Oortjespad 3 te Kamerik; 15.010185 Besluit d.d. 19 mei 2015. Dat ten behoeve van het (ontwerp) bestemmingsplan Oortjespad geen milieueffectrapport wordt gemaakt.
Bij l ag en Het raadsvoorstel geregistreerd onder corsanummer: 15R.00583 Zie voor overige bijlage het raadsvoorstel.
RAADSVOORSTEL 15R.00583
gemeente
WOERDEN
Indiener: college van burgemeester en wethouders Datum:
10 november 2015
l 1
;
Portefeuillehouder(s): weth. M.J. Schreurs
'
Portefeuille(s):
ļ
Ruimtelijke plannen
5R.00583
Contactpersoon: A. Lacroix Tel.nr.:
8889
E-mailadres:
[email protected]
Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan "Oortjespad" met de digitale planidentificatie "NL.IMRO.0632.BPOORTJESPAD2-bVA1"
De raad besluit: 1 Overeenkomstig de zienswijzenrapportage Ontwerp bestemmingsplan "Oortjespad" met het kenmerk 15.022796: a. de ontvangen zienswijzen met de volgende kenmerken ontvankelijk en deels gegrond te verklaren: 15.012955, 15.012956, 15.013014, 15.013118, 15.013119, 15.013144, 15.013146, 15.013277, 15.013423, 15.013428, 15.013430, 15.013432, 15.013438 15.013439, 15.013440, 15.013448 tot en met 15.013473, 15.013572 tot en met 15.013586, 15.013588, 15.013610 tot en met 15.013614, 15.013633, 15.013635 tot en met 15.013641, 15.013728 en 15.013915; b. de ontvangen zienswijzen met de volgende kenmerken ontvankelijk en ongegrond te verklaren: 15.013145, 15.013426, 15.013427, 15.013725; c. de zienswijze met briefkenmerk 15.014663 niet ontvankelijk te verklaren; 2 Het bestemmingsplan "Oortjespad" met de digitale planidentificatie "NL.IMRO.0632.BPOORTJESPAD2-bVA1" overeenkomstig de staat van wijzigingen (kenmerk 15:022798 gewijzigd vast te stellen; 3 Dat het niet noodzakelijk is een exploitatieplan vast te stellen als bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening; 4 Het besluit (kenmerk 15.010185) te bekrachtigen dat ten behoeve van het bestemmingsplan Oortjespad geen milieueffectrapport wordt gemaakt.
Inleiding: 1 Ontvangen zienswijzen Naar aanleiding van de ter inzage legging van het bestemmingsplan heeft de gemeente 77 zienswijzen ontvangen. De zienswijzen worden behandeld in de zienswijzenrapportage (kenmerk 15.022796) behorende bij dit voorstel. De voorgestelde wijzigingen naar aanleiding van de binnengekomen zienswijzen worden ook toegelicht in de bij dit voorstel gevoegde staat van wijzigingen (kenmerk 15.022798). 2 Nieuw bestemmingsplan Oortjespad Na de vernietiging van het vorige bestemmingsplan "Oortjespad" door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (RvS) n.a.v. het beroep van enkele belanghebbenden hebben Kameryck en het Recreatieschap samen gewerkt aan het opstellen van een nieuw bestemmingsplan waarin de door de Raad van State geconstateerde onvolkomenheden van het vorige plan worden gerepareerd. Dat heeft in tijd langer geduurd dan aanvankelijk was voorzien. Het plan 'Oortjespad Plus' wordt verwerkt in het voorliggende bestemmingsplan. De geplande nieuwe voorzieningen worden planologisch-juridisch mogelijk gemaakt. Zo zijn er voor de kinderboerderij plannen voor een aantal nieuwe speelvoorzieningen en een restaurant. Tevens komt er een nieuwe beheerstructuur met een duurzaam financieringsmodel voor beheer en onderhoud. Hiervoor is inmiddels een intentieverklaring afgesloten tussen betrokken partijen. Binnenkort wordt er een voorovereenkomst getekend. De beheerlasten worden drastisch verlaagd. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de bezuinigingsdruk bij de overheid.
Wij zijn van mening dat met het nu voorliggende ontwerp bestemmingsplan bijzonder zorgvuldig tegemoet gekomen is aan de opmerkingen van de Afdeling RvS en ook zorgvuldig rekening is gehouden met de belangen van de omgeving. Het nieuwe bestemmingsplan biedt voor het Recreatieschap en Kameryck de basis voor een gezonde toekomst. 4 Mer - beoordeling Tegelijk met het ontwerpbestemmingsplan heeft het besluit ter inzage gelegen dat geen milieueffectrapport wordt gemaakt. De onderbouwing hiervan (aanmeldingsnotitie) is opgenomen als bijlage 10 bij de toelichting van het bestemmingsplan (kenmerk 15.009948). Het besluit heeft tegelijk met het ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegen en de ontvangen reacties op de mer beoordeling zijn verwerkt in de zienswijzenrapportage van het bestemmingsplan. Recent veldonderzoek ter plaatse (flora- fauna) ondersteunt de bevindingen uit de mer - beoordeling. Het besluit om geen mer uit te voeren zal door de gemeenteraad moeten worden bekrachtigd bij de vaststelling van het bestemmingsplan aangezien de raad het bevoegd gezag is inzake het bestemmingsplan.
De bevoegdheid van de raad komt voort uit de volgende wet- en/of regelgeving: De gemeenteraad is bevoegd om het bestemmingsplan, al dan niet gewijzigd, vast te stellen (art 3.8 Wro)
Beoogd effect: 1 In overleg met Kameryck en het recreatieschap De Stichtse Groenlanden is bekeken in hoeverre tegemoet kan worden gekomen aan de ontvangen zienswijzen. De regels zijn - voor zover dit de exploitatie van het recreatieterrein niet belemmerd - nader aangescherpt. Dit is ten koste gegaan van de flexibiliteit van het plan. 2 Het voorliggende bestemmingsplan voorziet in de planologisch-juridische borging van de beoogde ontwikkelingen voor het bestaande recreatiegebied aan het Oortjespad te Kamerik. Hiermee worden kaders gegeven voor de beoogde uitbreiding en exploitatie van het multifunctioneel recreatiecentrum Kameryck en de beoogde ontwikkelingen bij de kinderboerderij. » » » » «
Scheppen planologisch juridisch kader en afgeven vergunning. In stand houden van de kinderboerderij. Zelfstandige horeca activiteiten mogelijk maken binnen de recreatieve bestemming. Verruimen van de recreatiemogelijkheden op het recreatieterrein. Mogelijk maken van 3 evenementen per jaar.
Concreet zijn binnen het plangebied de volgende ontwikkelingen gepland (zie ook bijlagen 15.009942 en 15.009943): uitbreiding bestaande bebouwing recreatiecentrum Kameryck, inclusief terrassen; uitbreiding bestaande bebouwing kinderboerderij/bezoekerscentrum ten behoeve van een restaurant (aan het water) inclusief terras en met een brug naar een terrasweide en naar speelweide veld 3; uitbreiding bestaande parkeerplaats (P2) bij recreatiecentrum Kameryck. Inkorten hole 1, verplaatsen van laatste hole op dat veld; uitbreiding bestaande parkeerplaats bij kinderboerderij (P5). Verplaatsen fietsplekken; opheffen parkeerplaats (P4); andere routing op terrein van de kinderboerderij. Voorlopig gekozen voor bestaande toegangsweg naar bezoekerscentrum/restaurant. De wagenstalling (open loods) opwaarderen; speelweide nabij terras restaurant; diverse speelvoorzieningen in en rond de kinderboerderij zoals trekpontjes, touwparcours en dergelijke; aanleg midgetgolfbaan; boogschieten bij de midgetgolfbaan, inclusief aanleg bruggetje; uitbreiding van de Pitch S Puttbaan met 9 holes; aanleg wandelpad rond de plas Eend, inclusief bruggetjes.
maken van een doorsteek in de oever (creëren eiland) aan de noordwesthoek van de plas; de huidige tenten (3 van 65 m ) op het veld bij 'veldhuisjes' en sanitairgebouw worden gehandhaafd. z
Een deel van de bestaande activiteiten van het bedrijf Kameryck en de gerealiseerde kelder zijn door de uitspraak van 12 mei 2014 niet overeenkomstig het bestemmingsplan. Deze activiteiten passen wel in het nieuwe bestemmingsplan. Kameryck kan zijn bestaande bedrijfsvoering voortzetten.
Argumenten:
1.1 Aanpassingen naar aanleiding van de ontvangen zienswijzen Zowel van de zijde van de initiatiefnemers als de zijde van de gemeente wordt er alles aan gedaan om aan de hand van zorgvuldig tot stand gekomen onderzoeken aan te tonen dat de gewenste ontwikkeling binnen aanvaardbare grenzen op het gebied van verkeer, parkeren, milieu, geluid e.d. blijft. Er is steeds oog gehouden voor de belangen van de op redelijke afstand gelegen omwonenden. Reden waarom het bestemmingsplan niet eerder is aangeboden aan de gemeenteraad is dat nader onderzoek is gevoerd naar de bezoekersaantallen (jaarrond) en het grote aantal zienswijzen dat beantwoord is. Daarbij is in overleg met Kameryck en De Stichtse Groenlanden - dit ter gemoedkoming aan de omwonenden - de regels van het plan verder aangescherpt, meer dan noodzakelijk is op basis van de uitgevoerde onderzoeken. 2.1 Uitspraak Raad van state De Raad van State heeft in haar uitspraak van 12 mei 2014 het gehele bestemmingsplan vernietigd (bijlage 15.009939). Het bestemmingsplan Oortjespad wordt in herziene vorm opnieuw in procedure gebracht. Daarbij is de uitspraak van de Raad van State verwerkt, met name de planregels zijn naar aanleiding van de diverse milieuonderzoeken opnieuw tegen het licht gehouden en waar nodig aangescherpt. De uitspraak van de Afdeling RvS heeft tot een aantal aanpassingen/aanscherpingen geleid in de plantekst: » allereerst is in de m.e.r.-beoordeling beter inzicht gegeven in de gevolgen die de uitbreidingen en de planregels hebben voor de intensiteit van het gebruik (punt 4.4 van de uitspraak). Daarvoor is uitgebreid onderzoek uitgevoerd naar de huidige bezoekersaantallen en de verwachte bezoekersaantallen; » Voor de diverse onderzoeken is uitgegaan van het maximale scenario. Hierin wordt rekening gehouden met wat het bestemmingsplan maximaal mogelijk maakt: alle bedrijfsonderdelen functioneren gelijktijdig en onder ideale omstandigheden (optimaal en maximaal); » Opgemerkt wordt dat dit geen realistisch scenario is. Het zal zich in de praktijk niet voordoen. Het maximale scenario is wel het scenario waarmee de milieueffecten zijn getoetst; » uit de m.e.r.-beoordeling volgt dat er géén MER hoeft te worden gemaakt (punt 4.4 van de uitspraak); » in het akoestisch onderzoek en in de m.e.r.-beoordeling is aangetoond dat het plan de geluidsbelasting op het nabij gelegen stiltegebied niet negatief zal beïnvloeden (punt 5.3 van de uitspraak); » in de planregels is de regeling omtrent de toegestane evenementen verduidelijkt en nauwkeurig begrensd (punt 6.4 en 7.3 van de uitspraak); » in de planregels is een regeling opgenomen omtrent het versterkt stemgeluid en muziekgeluid binnen gebouwen, waaronder in tenten en buiten op terrassen (punt 7.3 van de uitspraak). 2.2 Horeca Door de horeca van Kameryck te versterken, een nieuwe horecavoorziening toe te staan bij de kinderboerderij en verbreding van de activiteiten mogelijk te maken kan zowel het gehele recreatiegebied als de bebouwing van Kameryck doelmatiger worden benut. Instandhouding en verbreding van de recreatieve functie van het terrein staat daarbij voorop. Dit wordt bereikt door extra inkomsten te genereren door meer doelgroepen te trekken (ook de zakelijke markt), de recreatiemogelijkheden op het terrein uitte breiden (wandelpad, boogschieten, midgetgolf en
touwparcours) en door meer ruimte te bieden voor niet seizoengebonden activiteiten (vergaderen en dergelijke). Van belang is dat hierdoor de aanwezige faciliteiten beter benut worden (inkomsten). Bovendien leidt de uitbreiding van voorzieningen tot een verlaging van de exploitatielasten voor het recreatieschap (uitgaven). In de planregels (bijlage 15.009937) is het aandeel restaurant (verstrekken van etenswaren en dranken voor gebruik ter plaatse) nader gespecificeerd. Van de totale 1.235 m nvo horeca mag maximaal 225 m worden gebruikt voor het bestaande restaurant. Ook de tijdelijke tenten (max 300 m ) mogen (tijdelijk) worden gebruikt als restaurant. De resterende oppervlakte is bedoeld als zaalaccommodatie. Naar aanleiding van de ontvangen zienswijzen wordt voorgesteld om de horeca (tijdelijke tenten) met 100m te verlagen. 2
z
2
2
De nieuwe horecavoorziening bij de kinderboerderij is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 2'. Hier is de toegestane nettovloeroppervlakte (nvo) gemaximeerd tot de nettovloeroppervlakte van de karakteristieke bebouwing (minus de bedrijfswoning) plus 120 m aan extra bebouwing. Het merendeel hiervan, te weten 240 m nvo mag worden gebruikt als restaurant. De bijbehorende bedrijfswoning is specifiek aangeduid als 'bedrijfswoning' en tevens aangeduid als 'karakteristiek'. 2
In de planregels zijn bepalingen opgenomen die er voor dienen om eventuele overlast van dergelijke activiteiten tot een aanvaardbaar niveau in te perken: » op de verbeelding en in de planregels wordt de toegestane oppervlakte van gebouwen en (tijdelijke) tenten toegewezen en gemaximeerd; « binnen de gesloten horecagebouwen is versterkt muziek- en stemgeluid toegestaan; » in de permanente en tijdelijke tenten is: » versterkt stemgeluid toegestaan tussen 7.00 en 19.00 uur; » achtergrondmuziek toegestaan tussen 7.00 en 23.00 uur; »
op terrassen is uitsluitend achtergrondmuziek toegestaan tussen 7.00 en 23.00 uur.
2.3 Evenementen De begrenzing van de evenementen wat betreft omvang, geluid en frequentie is geborgd in de planregels van het bestemmingsplan (bijlage 15.009937, lid 8.2 'Gebruik voor evenementen'). Op de verbeelding (bijlage 15.009936) wordt het terrein waarop de evenementen georganiseerd kunnen worden aangeduid. Naar aanleiding van de ontvangen zienswijzen wordt voorgesteld de omvang van het terrein te verkleinen. In de planregels zijn de randvoorwaarden opgenomen waar met de evenementen aan voldaan moet worden: » het aantal evenementen is gemaximeerd (maximaal 3); » het aantal dagen dat een evenement mag duren is beperkt tot 5 dagen per evenement (plus 5 dagen voor op- en afbouw) Naar aanleiding van de ontvangen zienswijzen wordt voorgesteld om het maximum aantal dagen per kalenderjaar te beperken tot 10 dagen; » er wordt maar één evenement tegelijkertijd georganiseerd, meerdere afzonderlijke evenementen zijn niet toegestaan; « na een meerdaags evenement wordt een rustperiode van twee weekenden ingelast voor een volgend meerdaags evenement; » het aantal bezoekers is gemaximeerd; niet meer dan 1.350 bezoekers per dag en in totaal niet meer dan 10.000 bezoekers per jaar. Naar aanleiding van de ontvangen zienswijzen wordt voorgesteld om dit te verlagen tot maximaal 850 bezoekers per dag en 6.500 bezoekers per jaar; » tijdens een evenement is al dan niet versterkt muziek- en stemgeluid enkel toegestaan tussen 7.00 en 23:00 uur; « in de planregels zijn diverse geluidsnormen opgenomen, evenals de wijze waarop deze gecontroleerd moeten worden; » In de planregels is aangegeven waar geparkeerd mag worden. Met deze randvoorwaarden kan worden gegarandeerd dat tijdens de evenementen ruimschoots wordt voldaan aan de eisen zoals die opgenomen zijn in het gemeentelijk evenementenbeleid.
2
Recreatiegebied Oortjespad is door de gemeente aangewezen als één van de locaties waar jaarlijks drie (meerdaagse) evenementen zijn toegestaan, waarvan één sterk belastend. Het gaat daarbij om activiteiten die niet meer vallen binnen de normale bedrijfsvoering. 2.4 Recreatie Om te borgen dat de toegestane horeca onderdeel blijft vormen van het recreatiegebied is in de planregels een voorwaardelijke verplichting opgenomen. Door vast te leggen dat 'horeca alleen is toegestaan als de overige gronden met de bestemming 'Recreatie' worden opengesteld en beheerd als recreatiegebied', wordt voorkomen dat er een geheel zelfstandige horecavoorziening ontstaat die geheel los komt te staan van het recreatiegebied. 2.5 Trends in de recreatiesector Met de uitbreiding van Kameryck en de nieuwe horecavoorziening bij de Kinderboerderij wordt een bij de schaal van het Oortjespad passende invulling gegeven aan de recreatieve behoefte die past bij de functie van het recreatiegebied in de huidige tijd. Hedendaagse recreanten willen graag een goede horecavoorziening aantreffen op de plek waar zij recreëren. 3 Geen aangewezen bouwplan Er is geen sprake van een aangewezen bouwplan in de zin van de Wro (artikel 6:13 Wro) en dus is er geen verplichting om een exploitatieplan vast te stellen.
Kanttekeningen: 1.1 Flexibiliteit van het plan Door tegemoet te komen aan de ontvangen zienswijzen worden diverse regels aan het bestemmingsplan toegevoegd. Gevolg is maatwerk wat ten koste is gegaan van de flexibiliteit van het bestemmingsplan. Dit in overleg met Kameryck en het recreatieschap De Stichtse Groenlanden gebeurt. De omwonenden is op de volgende punten verder tegemoet gekomen: Het is niet meer toegestaan om een vogelobservatiepost te realiseren; Drakenbootvaren wordt verboden; De oppervlakte tijdelijke tenten wordt met 100m verminderd (van 300m naar 200m ); Het aantal dagen dat tijdelijke tenten zijn toegestaan wordt gehalveerd (van 100 naar 50 dagen); Er wordt een beperking opgelegd aan het aantal dagen dat tenten aaneengesloten geplaatst mogen staan (maximaal 14 aaneengesloten dagen); De omvang van de terrassen bij de kinderboerderij wordt beperkt tot maximaal 240m ; De omvang van de terrassen bij Kameryck wordt beperkt tot maximaal 855m ; Van de terrassen bij Kameryck mag maximaal 425m worden geëxploiteerd als restaurant, de resterende terrassen mogen worden gebruikt voor de zaalverhuur (catering); Parkeernormen worden opgenomen voor het reguliere gebruik en bij evenementen; Het aantal dagen dat evenementen zijn toegestaan wordt verminderd met 5 dagen (van 15 dagen naar 10 dagen); Het maximum aantal bezoekers van de evenementen per kalenderjaar wordt met 3.500 verlaagd (van 10.000 naar 6.500 bezoekers); Het maximum aantal bezoekers per evenementendag wordt met 500 verlaagd (van 1350 naar 850 bezoekers); De horeca ter plaatse van Kameryck mag tijdens evenementen alleen ten diensten van het evenement worden geëxploiteerd (dus gesloten voor ander publiek); De omvang van het terrein waar evenementen zijn toegestaan wordt verkleind zodat ter plaatse van de kinderboerderij geen evenementen zijn toegestaan (ander dan de reguliere bedrijfsvoering zoals lammetjesdagen). 2
2
2
2
2
2
1.2 Zienswijze Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Ten opzichte van het vernietigde bestemmingsplan zijn diverse zaken verder uitgewerkt. Het beoogd effect is ongewijzigd gebleven. Het nu voorliggende ontwerp bestemmingsplan verschilt dan ook niet wezenlijk van het voorgaande plan dat is vernietigd. Daarbij is rekening gehouden met het eerder gevoerde vooroverleg met de provincie en het waterschap. Er heeft dus niet opnieuw vooroverleg plaatsgevonden. Tijdens de ter inzage legging van het ontwerp heeft het hoogheemraadschap een zienswijze ingediend met het verzoek om een beoogde hoofdwatergang door het plangebied als water te bestemmen. Er ontbreken op dit moment onderzoeken om voldoende inzicht te geven in de gevolgen van een dergelijke ingreep in het gebied op de aspecten landschap en ecologie. Ook is er
nog geen directe noodzaak tot aanleg. Het gaat om een toekomstige gebeurtenis. Daarvoor biedt het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden. Indien meer duidelijk is over de realisatie van de primaire watergang kan dit verzoek ook worden meegenomen bij de herziening van het bestemmingsplan "Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld" die in 2018-2019 aan de orde zal zijn. De zienswijze is daarom ongegrond verklaard. 2.1 .Beroep Het is duidelijk, onder meer uit de gevoerde rechtszaken en de ingediende zienswijzen, dat de plannen van Kameryck en het Recreatieschap niet bij iedereen op instemming kunnen rekenen. Het is dan ook te verwachten dat indien uw raad besluit tot vaststelling van dit bestemmingsplan opnieuw de gang naar de bestuursrechter zal worden gemaakt. Door toepassing van de coördinatieregeling, waarbij bestemmingsplan én omgevingsvergunning voorde uitbreiding van Kameryck gecombineerd zijn behandeld, resteert nog één beroepsgang bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. De afdeling zal binnen 6 maanden uitspraak doen op een ingediend beroep, zodat naar verwachting in de loop van augustus 2016 duidelijkheid bestaat over de aanvaardbaarheid van de nu gekozen planologische regeling. 2.2 Economische uitvoerbaarheid De beoogde exploitant heeft een cijfermatige onderbouwing aangeleverd mbt de economische uitvoerbaarheid. Dit document met het kenmerk 13.015424 is op basis van Artikel 10 Wet openbaarheid van bestuur, lid 1, sub c, als geheim aangemerkt en niet openbaar. Het betreft bedrijfsgegevens die vertrouwelijk aan de overheid zijn medegedeeld. Dit is onverkort van kracht.
Financiën:
Er is sprake van een particuliere ontwikkeling. Het opstellen van het bestemmingsplan en de onderzoeken zijn voor rekening van Kameryck en het recreatieschap De Stichtse Groenlanden. Kosten worden verder via de leges in rekening gebracht.
Uitvoering: Behandeling van het bestemmingsplan is voorzien in de commissievergadering Ruimte op 03 december 2015. Tijdens de commissie vergadering kunnen de indieners van de zienswijzen gebruik maken van het inspreekrecht. Vaststelling is voorzien in de gemeenteraad van 16 december 2015. Na vaststelling van het bestemmingsplan ligt het in de bedoeling ook de omgevingsvergunning voor de uitbreiding te verlenen, zodat beide besluiten gezamenlijk bekend gemaakt kunnen worden. Als gevolg van de toepassing van de coördinatieregeling kan dan ook in slechts één instantie beroep aangetekend worden bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Communicatie: Na vaststelling van het bestemmingsplan wordt dit bekendgemaakt in de Woerdense Courant, de Staatscourant en op internet (www.woerden.nl alsmede www.ruimteliikeplannen.nl). De indieners van een zienswijze worden op de gebruikelijke manier geïnformeerd over de vaststelling van het bestemmingsplan. Zij ontvangen de zienswijzen rapportage (en de staat van wijzigingen) en informatie over de behandeling in de raad(scommissie).
Samenhang met eerdere besluitvorming: 15A.00490 Ontwerp bestemmingsplan Oortjespad (digitale planidentificatie NLIMRO.0632.BPOORTJESPAD2-bOW1), Mer -beoordeling en omgevingsverguning Oortjespad 3 te Kamerik; 15R.00334 Raadsinformatiebrief De terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan Oortjespad en daaraan gerelateerde besluitvormingsproces; 15.010185 Besluit d.d. 19 mei 2015 Dat ten behoeve van het (ontwerp) bestemmingsplan Oortjespad geen milieueffectrapport wordt gemaakt.
Bijlagen:
Zienswijzenrapportage 15.022796 15.022785 15.022786 15.022787 15.022788 15.022789 15.022790 15.022791 15.022795
Staat van
zienswijzenrapportage Ontwerp bestemmingsplan "Oortjespad" bijlage 1. Reactie provincie Utrecht (kenmerk) b i j l a g e 2. R a p p o r t " U i t b r e i d i n g r e c r e a t i e g e b i e d O o r t j e s p a d " b i j l a g e 3. P a r k e e r n o r m e n v a n u i t de V N G N o t a k e n c i j f e r s bijlage 4. Afstudeeronderzoek Recreatieschap b i j l a g e 5. G e u r o n d e r z o e k b i j l a g e 6. N a t u u r t o e t s r e c r e a t i e g e b i e d ' O o r t j e s p a ď te K a m e r i k b i j l a g e 7. N o t i t i e T e r r a s s e n ( k e n m e r k ) b i j l a g e 8. B e k e n d m a k i n g ter i n z a g e l e g g i n g O o r t j e s p a d .
wijzigingen
15.022798 staat van wijzigingen 15.022797 verkennend bodemonderzoek
Ontwerp 15.009990 15.009937 15.009936 15.009938
bestemmingsplan Ontwerpbesluit Regels Verbeelding Toelichting
Bijlagen bij de toelichting 15.009939 15.009940 15.009941 15.009942 15.009943 15.009944 15.009945 15.009946 15.009947 15.009948 15.009949 15.022920 15.009950 15.009951 15.009952
Bijlage 1 Raad van State: uitspraak 201308635/1/R2 Bijlage 2 Bestaande toestand incl. oppervlaktematen Bijlage 3 Bedrijfsvisie Kameryck ontwikkeling Oortjespad Bijlage 4 Nieuwe toestand incl. oppervlaktematen Bijlage 5 Oppervlakteberekeningen gebouwen à nvo horeca Bijlage 6 Rapportage bezoekerstelling Oortjespad en Kameryck Bijlage 7 Notitie bezoekerstellingen Kameryck Bijlage 8 Bezoekersintensiteit horeca Bijlage 9 Analyse bezoekersaantallen Bijlage 10 Aanmeldingsnotitie MER-beoordeling Bijlage 11 Quickscan flora en fauna Bijlage 12 Geluidsonderzoek 15.022919, bijlagen bij geluidsonderzoek Bijlage 13 Parkeerplaatsen permanent en bij evenementen Bijlage 14 Verkeersonderzoek Bijlage 15 Risicotoets planschade
Overige stukken 13.019147 13.012514 13.023898 15R.00334
Vooroverleg 2013 Provincie U trecht Vooroverleg 2013 Waterschap Reactie Provincie U trecht op vastgesteld plan 2013 Raadsinformatiebrief Voortgang nieuw bestemmingsplan Oortjespad
De indiener:
college van burgemeester en wethouders De secretaris
Ho
De burgemeester
IA \
drs. M.H.J. van Kruijsbergen
oer
İ3
RAADSINFORMATIEBRIEF 15R.00334
gemeente
WOERDEN Van
college van burgemeester en wethouders
Datum
9 juni 2015
Portefeuillehouder(s) Portefeuille(s)
Gemeente Woerden :
15R.00334
wethouder Schreurs
: Ruimte
Contactpersoon
: T. Chaudron
Tel.nr.
: 8339
E-mailadres
:
[email protected]
Onderwerp: voortgang nieuw bestemmingsplan Oortjespad
Kennisnemen v a n :
De terinzageīegging van het ontwerp bestemmingsplan Oortjespad en daaraan gerelateerde besluitvormingsproces.
Inleiding:
Via raadsinformatiebrief 15R.00119 bent u op de hoogte gebracht van de voortgang van het nieuwe bestemmingsplan Oortjespad en de relatie met de financiële bijdrage aan recreatieterrein Oortjespad. Ook is daarbij inzicht gegeven in het beoogde tijdpad van besluitvorming. Dat was uiteraard afhankelijk van het moment waarop wij als gemeente de stukken van het nieuwe bestemmingsplan zouden ontvangen. Gebleken is dat Kameryck en het Recreatieschap, die beiden opdrachtgevers zijn voor het nieuwe bestemmingsplan, uiteindelijk toch meer tijd nodig hadden voor het aanleveren van de nodige stukken. Om toch zo snel mogelijk een startte kunnen maken met het bestemmingsplan is besloten om het ontwerp met alle daarbij behorende stukken met ingang van 21 mei 2015 ter inzage te leggen. De planning van het vervolgproces ziet er globaal dan als volgt uit:
21 m e i - 1 juli 2015 6 j u l i - 3 1 juli 2015 3 aug - 11 aug 2015 PM 3sept2015 24 sept2015 8okt2015 20 n o v 2 0 1 5
Ontwerp ter inzage 6 weken Verwerken ontvangen reacties Advies college (aanbieden aan de raad) Aanbieden (voorafgaand aan de commissie Ruimte) Commissie Ruimte Raadsvergadering V aststelling Bekendmaking ter inzage, (bij gewijzigde vaststelling + 6 weken) Rechtskracht, vergunningverlening bij ontbreken van een voorlopige (bij voorziening bij gewijzigde vaststelling + 6 weken)
Ontwerp ter inzage 6 weken 2 weken PM PM PM PM PM PM
Het streven is om het bestemmingsplan voor te leggen aan de commissie Ruimte van 3 september. Dit betekent dat gedurende de zomervakantie de ontvangen zienswijzen worden beantwoord en ter advies aan ons worden voorgelegd. Deze krappe planning vraagt uw medewerking om zo nodig van de gebruikelijke
planningscyclus af te wijken om de vaststelling van het bestemmingsplan op 24 september as. aan uw raad te kunnen aanbieden. Gelet op het belang van een spoedige besluitvorming voor zowel Recreatieschap als Kameryck menen wij u die medewerking te mogen vragen. Daarbij is een voorbehoud op die planning nodig indien de ontvangen zienswijzen de inschakeling van externe advisering noodzakelijk maken.
Kernboodschap:
Kennisnemen van de terinzagelegging van het ontwerp, het verdere besluitvormingsproces en de vraag om uw medewerking bij een spoedige vaststelling van het bestemmingsplan.
Vervolg:
Zie planningsschema.
Bijlagen:
Daarvoor verwijzen wij u naar de eerdere raadsinformatiebrief 15R.00119. Het bestemmingsplan en de bijbehorende stukken liggen sinds 21 mei 2015 ter inzage in de hal van het stadhuis of digitaal in te zien via de website van de gemeente (www.woerden.nl > documenten en publicaties > bestemmingsplannen > bestemmingsplannen in voorbereiding.
Het college van burgemeester en wethouders, De secretaris
/inn ^ drs. M.H.J. valHčruíjşbé'rgen
De burgeme
VO O R ST EL A A N G E M A N D AT E E R D E Van:
A. Lacroix
Tel nr:
8889
Datum:
19 mei 2015
Team:
Ruimtelijke plannen
Aantal bijlagen: Afschrift aan:
Nummer: 15A.00490
Diverse
Weth. M.J. Scheurs, Weth. T.H.D. de Weger, J. Zwaneveld, E. van Andel, T. Chaudron, F. Vorrink, griffie
N.a.v. (evt. briefnrs.): Onderwerp: Ontwerp bestemmingsplan Oortjespad (digitale
planidentificatie NL.IMRO.0632.BPOORTJESPAD2-bOW1), Mer beoordeling en omgevingsverguning Oortjespad 3 te Kamerik Geadviseerd wordt te besluiten: 1. dat geen milieueffectrapport wordt gemaakt (art 7.2 Wm); 2. het ontwerp besluit van het bestemmingsplan met bijbehorende stukken gedurende 6 weken ter inzage te leggen (art 3.8 Wro); 3. de ontwerp omgevingsvergunning voor de uitbreiding van Kameryck tegelijk met de stukken van het bestemmingsplan ter inzage te leggen met toepassing van de coördinatieregeling (art 3.30 Wro); 4. het besluit dat geen milieueffectrapport wordt opgesteld tegelijk met het bestemmingsplan ter inzage te leggen; 5. de raad te informeren via de bijgevoegde raadsinformatiebrief (kenmerk 15R.00334).
P ort ef e u il l e ho u der : - wethouder Schreurs
B es l u it op bas is va n ho of ds tuk v an h e t m anda a tre g is t er B es l u it gem an d at e erd e: J . Z wa n e ve l d :ak k oord
1
B egr o ti n gs c o ns e qu e nt i es Nee
art ik e l,
1
l id
1
Inl ei din g: N a d e ve r n i e t i g i n g va n h e t vo r i g e b e s t e m m i n g s p l a n “ O o r t j e s p a d ” d o o r d e A f d e l i n g b e s t u u r s r e c h t s p r a a k n . a . v. h e t b e r o e p va n e n k e l e b e l a n g h e b b e n d e n h e b b e n K a m e r yc k e n h e t R e c r e a t i e s c h a p s a m e n g e we r k t a a n h e t o p s t e l l e n va n e e n n i e u w b e s t e m m i n g s p l a n wa a r i n d e d o o r d e R a a d va n S t a t e g e c o n s t a t e e r d e o n vo l k o m e n h e d e n va n h e t vo r i g e p l a n wo r d e n g e r e p a r e e r d . D a t h e e f t i n t i j d l a n g e r g e d u u r d d a n a a n va n k e l i j k w a s vo o r zi e n . H e t o p n a u w k e u r i g e wi j ze a a n p a s s e n va n h e t p l a n e n d e d a a r m e e ve r b a n d h o u d e n d e n a d e r o n d e r zo e k e n o p a l l e r l e i terreinen ligt aan die langere tijdsduur ten grondslag. De tijd dringt echter om nu spoedig het o n t we r p t e r i n za g e t e l e g g e n . D i t i n ve r b a n d m e t d e b e s l u i t vo r m i n g o p e e n ve r zo e k o m h a n d h a vi n g va n é é n va n d e b e l a n g h e b b e n d e n . S a m e n m e t S t i c h t s e G r o e n l a n d e n h e e f t K a m e r yc k d e l a a t s t e t w e e j a a r g e w e r k t a a n e e n p l a n o m h e t vo o r zi e n i n g e n n i ve a u i n r e c r e a t i e g e b i e d O o r t j e s p a d t e ve r b e t e r e n e n d e b e h e e r l a s t e n t e ve r l a g e n . D i t p l a n , ' O o r t j e s p a d P l u s ' g e n a a m d , i s i n m i d d e l s u i t g e we r k t . Z i e o o k d e n i e u we b e d r i j f s vi s i e ( b i j l a g e 1 5 . 0 0 9 9 4 1 ) . Tw e e b e l a n g r i j k e o n t wi k k e l i n g e n ( t r e n d s ) i n d e r e c r e a t i e s e c t o r zi j n d e a a n ze t g e w e e s t t o t d i t plan: d e we n s t o t ve r b r e d i n g v a n h e t r e c r e a t i e a a n b o d : U i t o n d e r zo e k ( e i g e n e n q u ê t e s va n h e t r e c r e a t i e s c h a p e n o n d e r zo e k va n d e P r o vi n c i e U t r e c h t ) b l i j k t d a t e r e e n d i s c r e p a n t i e b e s t a a t t u s s e n vr a a g e n a a n b o d a a n r e c r e a t i e vo o r zi e n i n g e n a l s g e vo l g va n ve r a n d e r e n d r e c r e a t i e g e d r a g . D e c o n s u m e n t v r a a g t o m e i g e n t i j d s e h o r e c a vo o r zi e n i n g e n e n o m m e e r b e l e vi n g ( s p o r t / s p e l / u i t d a g i n g ) . Me t n a m e vo o r d e wa t o u d e r e k i n d e r e n i s e r o p d i t m o m e n t t e we i n i g a a n b o d o p h e t O o r t j e s p a d . d e we n s c . q . n o o d za a k t o t b e s p a r i n g o p p u b l i e k e b e h e e r l a s t e n : A l s g e vo l g va n d e b e zu i n i g i n g s d r u k b i j d e o ve r h e i d wo r d e n o o k p u b l i e k e vo o r zi e n i n g e n i n d e r e c r e a t i e s e c t o r g e t r o ff e n . D a a r o m w o r d t e r g e zo c h t n a a r n i e u w e b e h e e r s t r u c t u r e n e n n i e u w e s a m e n we r k i n g s ve r b a n d e n m e t d e b e d r i j ve n t e r p l a a t s e . E r w o r d t va n d e z e b e d r i j ve n e e n g r o t e r e b i j d r a g e g e vr a a g d i n b e h e e r e n o n d e r h o u d i n r u i l vo o r m e e r o n d e r n e m e r s r u i m t e . H e t p l a n ' O o r t j e s p a d P l u s ' wo r d t ve r w e r k t i n h e t vo o r l i g g e n d e b e s t e m m i n g s p l a n . D e g e p l a n d e n i e u we vo o r zi e n i n g e n w o r d e n p l a n o l o g i s c h - j u r i d i s c h m o g e l i j k g e m a a k t . Z o zi j n e r vo o r d e k i n d e r b o e r d e r i j p l a n n e n vo o r e e n a a n t a l n i e u w e s p e e l vo o r zi e n i n g e n e n e e n r e s t a u r a n t . Te ve n s k o m t e r e e n n i e u w e b e h e e r s t r u c t u u r m e t e e n d u u r za a m f i n a n c i e r i n g s m o d e l vo o r b e h e e r e n o n d e r h o u d . H i e r vo o r i s i n m i d d e l s e e n i n t e n t i e ve r k l a r i n g a f g e s l o t e n t u s s e n b e t r o k k e n p a r t i j e n . B i n n e n k o r t w o r d t e r e e n vo o r o ve r e e n k o m s t g e t e k e n d . D e b e h e e r l a s t e n w o r d e n d r a s t i s c h ve r l a a g d . H i e r m e e wo r d t t e g e m o e t g e k o m e n a a n d e b e z u i n i g i n g s d r u k b i j d e o ve r h e i d . W ij zi j n va n m e n i n g d a t m e t h e t n u vo o r l i g g e n d e o n t we r p b e s t e m m i n g s p l a n b i j zo n d e r zo r g vu l d i g t e g e m o e t g e k o m e n i s a a n d e o p m e r k i n g e n va n d e A f d e l i n g e n o o k zo r g vu l d i g r e k e n i n g i s g e h o u d e n m e t d e b e l a n g e n va n d e o m g e v i n g . H e t n i e u we b e s t e m m i n g s p l a n b i e d t vo o r h e t R e c r e a t i e s c h a p e n K a m e r yc k d e b a s i s vo o r e e n g e zo n d e t o e k o m s t .
De b ev oeg dh eid v an de ge ma nd ate e rd e ko mt v oo rt uit d e v o lg e nde w et - en /of re ge lg ev ing : 1 H e t b e vo e g d g e za g n e e m t u i t e r l i j k ze s we k e n n a d e d a t u m va n o n t va n g s t va n d e a a n m e l d i n g s n o t i t i e e e n b e s l i s s i n g o m t r e n t d e vr a a g o f b i j d e vo o r b e r e i d i n g va n b e t r o k k e n b e s l u i t e e n m i l i e u e ff e c t r a p p o r t m o e t wo r d e n g e m a a k t . ( a r t 7 . 1 7 W m ) . 2.1 H e t c o l l e g e i s b e vo e g d o m b e s t e m m i n g s p l a n n e n t e r i n za g e t e l e g g e n e n d e ze n a d e t e r i n za g e l e g g i n g a a n d e g e m e e n t e r a a d t e r v a s t s t e l l i n g a a n t e b i e d e n . D e g e m e e n t e r a a d i s b e vo e g d o m h e t b e s t e m m i n g s p l a n , a l d a n n i e t g e w i j zi g d , va s t t e s t e l l e n ( a r t 3 . 8 W r o ) . 2.2 D e b e vo e g d h e i d va n h e t t e r i n za g e l e g g e n va n h e t o n t we r p va l t b i n n e n d e m a n d a a t b e vo e g d h e i d va n d e t e a m m a n a g e r ( M a n d a a t r e g i s t e r 2 0 11 , A r t i k e l 1 . l i d 1 ) . Wan n e e r h e t o n t we r p b e s t e m m i n g s p l a n g e d u r e n d e ze s w e k e n t e r i n za g e h e e f t g e l e g e n , k a n h e t c o l l e g e h e t b e s t e m m i n g s p l a n – n a h e t ve r w e r k e n va n d e r e a c t i e s - a a n d e r a a d a a n b i e d e n . D i t i s niet gemandateerd.
Beo ogd ef fe ct:
Scheppen planologisch juridisch kader en afgeven vergunning. In stand houden van de kinderboerderij. Zelfstandige horeca activiteiten mogelijk maken binnen de recreatieve bestemming. Verruimen van de recreatiemogelijkheden op het recreatieterrein. Mogelijk maken van 3 evenementen per jaar.
Concreet zijn binnen het plangebied de volgende ontwikkelingen gepland (zie ook bijlagen 15.009942 en 15.009943): uitbreiding bestaande bebouwing recreatiecentrum Kameryck, inclusief terrassen; uitbreiding bestaande bebouwing kinderboerderij/bezoekerscentrum ten behoeve van een restaurant (aan het water) inclusief terras en met een brug naar een terrasweide en naar speelweide veld 3; uitbreiding bestaande parkeerplaats (P2) bij recreatiecentrum Kameryck. Inkorten hole 1, verplaatsen van laatste hole op dat veld; uitbreiding bestaande parkeerplaats bij kinderboerderij (P5). Verplaatsen fietsplekken; opheffen parkeerplaats (P4); andere routing op terrein van de kinderboerderij. Voorlopig gekozen voor bestaande toegangsweg naar bezoekerscentrum/restaurant. De wagenstalling (open loods) op-waarderen; speelweide nabij terras restaurant; diverse speelvoorzieningen in en rond de kinderboerderij zoals trekpontjes, touwparcours en dergelijke; aanleg midgetgolfbaan; boogschieten bij de midgetgolfbaan, inclusief aanleg bruggetje; uitbreiding van de Pitch & Puttbaan met 9 holes; aanleg wandelpad rond de plas Eend, inclusief bruggetjes. maken van een doorsteek in de oever (creëren eiland) aan de noordwesthoek van de plas; de huidige tenten (3 van 65 m²) op het veld bij ‘veldhuisjes’ en sanitairgebouw worden gehandhaafd. Een deel van de bestaande activiteiten van het bedrijf Kameryck en de gerealiseerde kelder zijn door de uitspraak van 12 mei 2014 niet overeenkomstig het bestemmingsplan. Deze activiteiten passen wel in het nieuwe bestemmingsplan. Met de ter inzage legging van het ontwerp bestemmingsplan en de ontwerp omgevingsvergunning vervalt de plicht van de gemeente om handhavend op te treden aangezien er concreet zicht op legalisatie bestaat. Kameryck kan zijn bestaande bedrijfsvoering voortzetten.
Ar g um ent en: 1 Aanmeldingsnotitie mer-beoordeling In het kader van het bestemmingsplan is door ingenieursbureau Tauw een m.e.r.-beoordeling uitgevoerd (Aanmeldingsnotitie, kenmerk 15.009972). Deze notitie is aangeboden aan de gemeente (brief kenmerk 15.009973). De Aanmeldingsnotitie is als bijlage 10 bij de toelichting van het bestemmingsplan opgenomen (bijlage 15.009948). In de aanmeldingsnotitie wordt aangegeven dat de uitbreiding, wijziging of uitbreiding van onder andere een themapark valt in categorie D10 van het Besluit m.e.r. Op grond van deze categorie geldt de m.e.r.-beoordelingsplicht voor besluiten die de aanleg, wijziging of uitbreiding van een themapark mogelijk maken in gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op: 250.000 bezoekers of meer per jaar; een oppervlakte van 25 hectare of meer; een oppervlakte van 10 hectare of meer in een gevoelig gebied. Samengevat wordt het volgende geconcludeerd: Wanneer er geen 'belangrijke nadelige gevolgen' zijn voor het milieu is het conform de wetgeving en de vigerende praktijk niet nodig om een volledige m.e.r.-procedure te doorlopen. Onderliggende toetsing aan de selectiecriteria uit de bijlage 3 EU-richtlijnen 85/337/EEG maakt duidelijk dat er geen sprake is van de bijzondere nadelige gevolgen die het opstellen van een MER noodzakelijk maken. De effecten zijn lokaal, beperkt en met sectorale wetgeving goed te borgen. Om bovenstaande reden wordt geconcludeerd dat het doorlopen van een m.e.r.-procedure niet noodzakelijk is. Ook is uit deze m.e.r.-beoordeling gebleken dat er geen (significant) negatieve effecten te verwachten zijn voor Natura 2000-gebied 'Nieuwkoopse Plassen & De Haeck'. Geconcludeerd wordt dat een verplichting tot plan-m.e.r. niet aan de orde is. 2.1 Uitspraak Raad van state De Raad van State heeft in haar uitspraak van 12 mei 2014 het gehele bestemmingsplan vernietigd (bijlage 15.009939). Het bestemmingsplan Oortjespad wordt in herziene vorm opnieuw in procedure gebracht. Daarbij is de uitspraak van de Raad van State verwerkt, met name de planregels zijn naar aanleiding van de diverse milieuonderzoeken opnieuw tegen het licht gehouden en waar nodig aangescherpt. De uitspraak van de Afdeling heeft tot een aantal aanpassingen/aanscherpingen geleid in de plantekst: allereerst is in de m.e.r.-beoordeling beter inzicht gegeven in de gevolgen die de uitbreidingen en de planregels hebben voor de intensiteit van het gebruik (punt 4.4 van de uitspraak). Daarvoor is uitgebreid onderzoek uitgevoerd naar de huidige bezoekersaantallen en de verwachte bezoekersaantallen. Voor de diverse onderzoeken is uitgegaan van het maximale scenario. Hierin wordt rekening gehouden met wat het bestemmingsplan maximaal mogelijk maakt: alle bedrijfsonderdelen functioneren gelijktijdig en onder ideale omstandigheden (optimaal en maximaal). Opgemerkt wordt dat dit geen realistisch scenario is. Het zal zich in de praktijk niet voordoen. Het maximale scenario is wel het scenario waarmee de milieueffecten zijn getoetst; uit de m.e.r.-beoordeling volgt dat er géén MER hoeft te worden gemaakt (punt 4.4 van de uitspraak); in het akoestisch onderzoek en in de m.e.r.-beoordeling is aangetoond dat het plan de geluidsbelasting op het nabij gelegen stiltegebied niet negatief zal beïnvloeden (punt 5.3 van de uitspraak); in de planregels is de regeling omtrent de toegestane evenementen verduidelijkt en nauwkeurig begrensd (punt 6.4 en 7.3 van de uitspraak); in de planregels is een regeling opgenomen omtrent het versterkt stemgeluid en muziekgeluid binnen gebouwen, waaronder in tenten en buiten op terrassen (punt 7.3 van de uitspraak). 2.2 Horeca Door de horeca van Kameryck te versterken, een nieuwe horecavoorziening toe te staan bij de kinderboerderij en verbreding van de activiteiten mogelijk te maken kan zowel het gehele recreatiegebied als de bebouwing van Kameryck doelmatiger worden benut. Instandhouding en verbreding van de recreatieve functie van het terrein staat daarbij voorop. Dit wordt bereikt door extra inkomsten te genereren door meer doelgroepen te trekken (ook de zakelijke markt), de recreatiemogelijkheden op het terrein uit te breiden (wandelpad, boogschieten, midgetgolf en touwparcours) en door meer ruimte te bieden voor niet seizoengebonden activiteiten (vergaderen en dergelijke). Van belang is dat hierdoor de aanwezige faciliteiten beter benut worden (inkomsten). Bovendien leidt de uitbreiding van voorzieningen tot een verlaging van de exploitatielasten voor het recreatieschap (uitgaven).
In de planregels (bijlage 15.009937) is het aandeel restaurant (verstrekken van etenswaren en dranken voor gebruik ter plaatse) nader gespecificeerd. Van de totale 1.235 m² nvo horeca mag maximaal 225 m² worden gebruikt voor het bestaande restaurant. Ook de tijdelijke tenten (max 300 m²) mogen (tijdelijk) worden gebruikt als restaurant. De resterende oppervlakte is bedoeld als zaalaccommodatie. De nieuwe horecavoorziening bij de kinderboerderij is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 2'. Hier is de toegestane nettovloeroppervlakte (nvo) gemaximeerd tot de nettovloeroppervlakte van de karakteristieke bebouwing (minus de bedrijfswoning) plus 120 m² aan extra bebouwing. Het merendeel hiervan, te weten 240 m² nvo mag worden gebruikt als restaurant. De bijbehorende bedrijfswoning is specifiek aangeduid als 'bedrijfswoning' en tevens aangeduid als 'karakteristiek'. In de planregels zijn bepalingen opgenomen die er voor dienen om eventuele overlast van dergelijke activiteiten tot een aanvaardbaar niveau in te perken: op de verbeelding en in de planregels wordt de toegestane oppervlakte van gebouwen en (tijdelijke) tenten toegewezen en gemaximeerd; binnen de gesloten horecagebouwen is versterkt muziek- en stemgeluid toegestaan; in de permanente en tijdelijke tenten is: versterkt stemgeluid toegestaan tussen 7.00 en 19.00 uur; achtergrondmuziek toegestaan tussen 7.00 en 23.00 uur; op terrassen is uitsluitend achtergrondmuziek toegestaan tussen 7.00 en 23.00 uur. 2.3 Evenementen De begrenzing van de evenementen wat betreft omvang, geluid en frequentie is geborgd in de planregels van het bestemmingsplan (bijlage 15.009937, lid 8.2 'Gebruik voor evenementen'). Op de verbeelding (bijlage 15.009936) wordt het terrein waarop de evenementen georganiseerd kunnen worden aangeduid. In de planregels zijn de randvoorwaarden opgenomen waar met de evenementen aan voldaan moet worden: het aantal evenementen is gemaximeerd (maximaal 3); het aantal dagen dat een evenement mag duren is beperkt tot 5 dagen per evenement (plus 5 dagen voor op- en afbouw); er wordt maar één evenement tegelijkertijd georganiseerd, meerdere afzonderlijke evenementen zijn niet toegestaan; na een meerdaags evenement wordt een rustperiode van twee weekenden ingelast voor een volgend meerdaags evenement; het aantal bezoekers is gemaximeerd; niet meer dan 1.350 bezoekers per dag en in totaal niet meer dan 10.000 bezoekers per jaar; tijdens een evenement is al dan niet versterkt muziek- en stemgeluid enkel toegestaan tussen 7.00 en 23:00 uur; in de planregels zijn diverse geluidsnormen opgenomen, evenals de wijze waarop deze gecontroleerd moeten worden; In de planregels is aangegeven waar geparkeerd mag worden. Met deze randvoorwaarden kan worden gegarandeerd dat tijdens de evenementen ruim-schoots wordt voldaan aan de eisen zoals die opgenomen zijn in het gemeentelijk evenementenbeleid. Recreatiegebied Oortjespad is door de gemeente aangewezen als één van de locaties waar jaarlijks drie (meerdaagse) evenementen zijn toegestaan, waarvan één sterk belastend. Het gaat daarbij om activiteiten die niet meer vallen binnen de normale bedrijfsvoering. 2.4 Recreatie Om te borgen dat de toegestane horeca onderdeel blijft vormen van het recreatiegebied is in de planregels een voorwaardelijke verplichting opgenomen. Door vast te leggen dat 'horeca alleen is toegestaan als de overige gronden met de bestemming 'Recreatie' worden opengesteld en beheerd als recreatiegebied', wordt voorkomen dat er een geheel zelfstandige horecavoorziening ontstaat die geheel los komt te staan van het recreatiegebied 3. Coördinatieregeling Door gebruik te maken van de coördinatieregeling wordt gekozen voor de kortste procedure. Voorwaarde is dat het ontwerp van de omgevingsvergunning tegelijk met het bestemmingsplan ter inzage wordt gelegd. Met de coördinatieregeling wordt gelijktijdig met het vaststellen van het bestemmingsplan door de gemeenteraad ook de omgevingsvergunning verleend. Er is nu maar een keer beroep mogelijk waardoor sneller kan worden begonnen met de uitbreiding van het hoofdgebouw van Kameryck (Oortjespad 3).
Kan tte k eni ng: 1.1 Het Besluit m.e.r. geeft aan dat het bij themaparken vooral gaat om pretparken en dergelijke. Oortjespad is niet aan te merken als een pretpark. Vanwege een zorgvuldige ruimtelijke ordening en vanwege overschrijding van enkele van de bovenstaande drempelwaarden, is besloten een m.e.r.-beoordeling op te stellen. 1.2 Het besluit om geen mer uit te voeren zal door de gemeenteraad moeten worden bekrachtigd bij de vaststelling van het bestemmingsplan aangezien de raad het bevoegd gezag is inzake het bestemmingsplan. 2.1 Op locaties met een gevoelig bodemgebruik zal de bodemkwaliteit vastgesteld worden en zal nagegaan worden of de bodemkwaliteit voldoet aan de kwaliteit die voor het beoogde bodemgebruik gewenst is. Dit gebeurd voor de definitieve vaststelling van het bestemmingsplan. Zo nodig zullen bodemmaatregelen genomen worden om deze locaties geschikt te maken voor het beoogde gebruik. 2.2 Voor de beoordeling van het woon- en leefklimaat ter plaatse van het op te richten restaurant (een geurgevoelig object), moet niet alleen de geurcirkels van individuele veehouderijen worden beoordeeld. Ook het effect van de cumulatie van meerdere veehouderijen in de omgeving moet worden beoordeeld. Dit gebeurd voor de definitieve vaststelling van het bestemmingsplan. 2.3 In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is de verplichting opgenomen om in het geval van nieuwe stedelijke ontwikkeling in de toelichting een onderbouwing op te nemen ten aanzien van de drie stappen van de ladder voor duurzame verstedelijking. Deze onderbouwing is in de toelichting van het bestemmingsplan opgenomen. Geconcludeerd wordt dat met de plannen op de huidige locatie de ladder voor duurzame stedelijke ontwikkeling succesvol is doorlopen. 2.4 Ten opzichte van het vernietigde bestemmingsplan zijn diverse zaken verder uitgewerkt. Het beoogd effect is ongewijzigd gebleven. Het nu voorliggende ontwerp bestemmingsplan verschilt dan ook niet wezenlijk van het voorgaande plan dat is vernietigd. Daarbij is rekening gehouden met het eerder gevoerde vooroverleg met de provincie en het waterschap. Er heeft dus niet opnieuw vooroverleg plaatsgevonden. Het ontwerp bestemmingsplan wordt tijdens de ter inzage legging van het ontwerp aan de overlegpartners aangeboden zodat zij kunnen controleren of de opmerkingen uit het al gevoerde vooroverleg goed in het bestemmingsplan zijn opgenomen. Dit biedt hun de mogelijkheid om op de aanpassingen van het plan te reageren. 2.5 De beoogde exploitant heeft een cijfermatige onderbouwing aangeleverd mbt de economische uitvoerbaarheid. Dit document met het kenmerk 13.015424 is op basis van Artikel 10 Wet openbaarheid van bestuur, lid 1, sub c, als Geheim aangemerkt en niet openbaar. Het betreft bedrijfsgegevens die vertrouwelijk aan de overheid zijn medegedeeld.
Fin an ci ën: De kosten voor het opstellen van het bestemmingsplan zijn voor rekening van de initiatiefnemers (Recreatieschap en Kameryck) Met de initiatiefnemers is een planschade overeenkomst afgesloten.
Uitv o er ing : De planning van het vervolgproces ziet er globaal dan als volgt uit: 21 mei – 1 juli 2015 6 juli – 31 juli 2015 3 aug – 11 aug 2015 PM 3 sept 24 sept 4 juli 16 augustus
Ontwerp ter inzage 6 weken Verwerken ontvangen reacties Advies college (aanbieden aan de raad) Aanbieden (voorafgaand aan de commissie Ruimte) Commissie Ruimte Raadsvergadering Vaststelling Bekendmaking ter inzage. (bij gewijzigde vaststelling + 6 weken) Rechtskracht, vergunningverlening bij ontbreken van een voorlopige (bij voorziening bij gewijzigde vaststelling + 6 weken)
Ontwerp ter inzage 6 weken 2 weken PM PM PM 1 week
Het streven is om het bestemmingsplan voor te leggen aan de commissie Ruimte van 3 september. Dit betekent dat gedurende de zomervakantie de ontvangen zienswijzen worden beantwoord en ter advies aan het college worden voorgelegd. Daarbij is een voorbehoud nodig aangezien deze planning alleen haalbaar is als het raadsvoorstel tijdig wordt aangeleverd. Indien de ontvangen zienswijzen de inschakeling van externe advisering noodzakelijk maken kan dit leiden tot een latere behandeling in de raad. Het besluit om geen milieueffectrapport te maken is ter tekening bijgevoegd (15.010185). Com mun ic at ie / Web s ite: Degene die zijnswijzen hebben ingediend bij het vorige plan krijgen bericht toegezonden van de ter inzage legging. Dit geldt ook voor de direct aanwonenden van het plangebied. De raad wordt geïnformeerd via de bijgevoegde raadsinformatiebrief (15R.00334). De stukken worden op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt (Staatscourant en Woerdense courant) en beschikbaar gesteld (inzage in het gemeentehuis en via internet).
O nde rn em ing s r aad : Niet van toepassing
S am enh ang m et e e rd er e b es lui tv or min g: 12A.01081 Bestuurlijke visie op Kameryck 13A.00056 Inspraak bestemmingsplan (2013) 13A.00307 Ontwerpbestemmingsplan (2013) 13A.00557 Vaststelling bestemmingsplan en geheimhouding financiële gegevens 13R.00251 Vaststellingsbesluit bestemmingsplan Oortjespad (vernietigd door de Raad van State) 13R.00252 Bekrachtiging geheimhouding financiële gegevens
Bij l ag en: O nt we rp b es t em m in gs p l an 15.009990 Ontwerpbesluit 15.009937 Regels 15.009936 Verbeelding 15.009938 Toelichting Bijlagen bij de toelichting 15.009939 Bijlage 1 Raad van State: uitspraak 201308635/1/R2 15.009940 Bijlage 2 Bestaande toestand incl. oppervlaktematen 15.009941 Bijlage 3 Bedrijfsvisie Kameryck ontwikkeling Oortjespad 15.009942 Bijlage 4 Nieuwe toestand incl. oppervlaktematen 15.009943 Bijlage 5 Oppervlakteberekeningen gebouwen & nvo horeca 15.009944 Bijlage 6 Rapportage bezoekerstelling Oortjespad en Kameryck 15.009945 Bijlage 7 Notitie bezoekerstellingen Kameryck 15.009946 Bijlage 8 Bezoekersintensiteit horeca 15.009947 Bijlage 9 Analyse bezoekersaantallen 15.009948 Bijlage 10 Aanmeldingsnotitie MER-beoordeling 15.009949 Bijlage 11 Quickscan flora en fauna 15.009953 Bijlage 12 Geluidsonderzoek o 15.009954 t/m 15.009963, 15.009965, 15.009966, 15.009968 t/m 15.009970, bijlagen bij geluidsonderzoek 15.009950 Bijlage 13 Parkeerplaatsen permanent en bij evenementen 15.009951 Bijlage 14 Verkeersonderzoek 15.009952 Bijlage 15 Risicotoets planschade Overige stukken 13.019147 Vooroverleg 2013 Provincie Utrecht 13.012514 Vooroverleg 2013 Waterschap 13.023898 Reactie Provincie Utrecht op vastgesteld plan 2013 15R.00334 Raadsinformatiebrief Voortgang nieuw bestemmingsplan Oortjespad Aanmeldingsnotitie MER-beoordeling 15.009973 Brief aanmeldingsnotitie 15.009972 Aanmeldingsnotitie MER-beoordeling 15.010185 Besluit ter tekening Omgevingsvergunning Oortjespad 3 15U.07809 Ontwerp omgevingsvergunning 15.010133 Aanvraag omgevingsvergunning
Plangebied r.Enschedeweg I
Plangebiedgrens
Bestemmingen
138
Bos - Waardevol Landschapselement BO-WL
Recreatie R
Water
WA
Gebiedsaanduidingen milieuzone - geurzone
overige zone - evenementen
136
Functieaanduidingen (bw)
bedrijfswoning
(p)
parkeerterrein
BO-WL
r.Enschedeweg I
(sgd-1)
specifieke vorm van gemengd - 1
(sgd-2)
specifieke vorm van gemengd - 2
(sr-nav)
specifieke vorm van recreatie - nachtverblijf
BO-WL
Bouwvlak BO-WL
bouwvlak
Bouwaanduidingen WA
[bg]
bijgebouwen
[ka]
karakteristiek
R
[sba-hb]
specifieke bouwaanduiding - hoofdgebouw
Maatvoeringaanduidingen maatvoeringsvlak
A r.Enschedeweg I
maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)
B
Verklaringen
[sba-hb] 16
topografische gegevens
1a
(sgd-1)
WA
10
WA
(p)
6,5
(sr-nav)
132
BO-WL
9
1
[bg]
(sgd-1)
op ck Te 14 12
(sgd-2) (bw)
5
R
(p)
10
[ka] 1
ad jesp Oort
5,5 8,5 6
R
[bg] WA
5
ad jesp Oort
[bg]
(p)
Verbeelding / 4
2
Gemeente Woerden Bestemmingsplan Oortjespad r.Enschedeweg I
ad jesp Oort
IDN /NL.IMRO.0632.BPOORTJESPAD2-bOW1
VOORONTWERP /
FORMAAT / A1
DATUM / 12 mei 2015
ONTWERP /
AANTAL BLADEN / 1
SCHAAL / 1 : 2000
VASTGESTELD /
WERK NR /19-463 | 14M8016
3
0
20
40
ONHERROEPELIJK /
1
onderdeel van
088-910 2062
[email protected] www.amer.nl
Postbus 2
[email protected]
3980 CA Bunnik
www.lievensecso.com
60m
89
Regels
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
90
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
91
Hoofdstuk 1
Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen In deze regels wordt verstaan onder: 1.1
plan:
het bestemmingsplan Oortjespad van de gemeente Woerden; 1.2
bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0632.BPOORTJESPAD2-bOW1 met de bijbehorende regels en bijlagen; 1.3
aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.4
aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.5
achtergrondmuziek:
muziek die bedoeld is om niet direct of bewust naar te luisteren, maar die louter tot doel heeft sfeerverhogend te werken. Achtergrondmuziek is niet dominant aan het overige geluid (o.a. stemgeluid); 1.6
bebouwing
een of meer gebouwen en/of overkappingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 1.7
'bed and breakfast'-appartement:
een deel van bebouwing, bedoeld voor recreatief nachtverblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die zijn/hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben en niet langer dan 4 weken per jaar aaneengesloten verblijven; onder recreatief nachtverblijf in 'bed and breakfast'-appartementen is in ieder geval niet begrepen permanente bewoning door eenzelfde persoon, gezin of andere groep van personen; 1.8
bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, kennelijk slechts bestemd voor één persoon, gezin of andere groep van personen, die één huishouden vormen, van wie huisvesting daar, ten dienste van de bestemming van het gebouw of terrein, noodzakelijk is voor controle en toezicht buiten de normale werkuren; 1.9 bestaande bebouwing, goothoogte, afstand, bouwhoogte, inhoud, situatie, plaats, oppervlakte, aantal: de bebouwing, goothoogte, afstand, bouwhoogte, inhoud, situatie, plaats en oppervlakte en het aantal, zoals die of dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaat of waarvoor op dat tijdstip een onherroepelijke omgevingsvergunning is verleend; 1.10
bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
92
1.11
bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.12
bijgebouw:
een vrijstaand of aangebouwd gebouw, dat door constructie of afmetingen ondergeschikt is aan een op hetzelfde perceel gelegen woning en dat is gelegen buiten de aanduiding van die woning. Een bijgebouw mag via een deur rechtstreeks toegankelijk zijn vanuit de woning. Er is geen zelfstandige wooneenheid in een bijgebouw toegestaan. In een vrijstaand bijgebouw is nachtverblijf niet toegestaan (geen slaapkamer of badkamer); 1.13
bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk; 1.14
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 1.15
detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending aan particulieren; onder detailhandel is hier geen horeca en geen internetverkoop begrepen; 1.16
erfbebouwing:
een aanbouw, uitbouw of bijgebouw en een overkapping behorend bij een woning of bedrijfswoning, gelegen buiten de aanduiding van de desbetreffende woning, conform de overige bepalingen in de bijbehorende bestemmingen; in erfbebouwing zijn woonruimtes toegestaan, maar uitsluitend ondergeschikt aan de woonfunctie van de woning en niet als zelfstandige wooneenheid; onder erfbebouwing zijn niet begrepen streekeigen hooi- of kapbergen; 1.17
evenement:
periodieke en/of incidentele, eventueel meerdaagse, manifestaties zoals sportmanifestaties, concerten, bijeenkomsten, voorstellingen, tentoonstellingen, shows, thematische beurzen en thematische markten, niet zijnde de rechtens artikel 4 en 5 toegestane activiteiten; 1.18
extensieve openluchtrecreatie:
vormen van recreatief medegebruik van gronden en water door middel van al dan niet aangelegde en aanwezige voorzieningen, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis-, picknick- en kano-overstapplaatsen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte; 1.19
gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; hieronder wordt niet begrepen een al dan niet permanent geplaatste tent; 1.20
hoofdgebouw:
een gebouw dat op de gronden binnen een bestemmingsvlak door constructie, afmetingen of bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
93
1.21
horeca:
al of niet los van recreatie functionerende voorzieningen en activiteiten bestaande uit het bedrijfsmatig: a. verstrekken van etenswaren en dranken voor gebruik ter plaatse, en b. exploiteren van zaalaccommodaties inclusief catering voor onder meer groepsactiviteiten, bedrijfsbijeenkomsten, seminars, voorstellingen, presentaties, kleinschalige conferentieen vergaderaccommodatie en besloten feesten en partijen; daaronder zijn hier niet begrepen dancings, discotheken, nachtclubs en soortgelijke gelegenheden, en voorts niet hotels en soortgelijke overnachtingsgelegenheden. 1.22
kampeermiddel:
een tent, tentwagen, kampeerauto of (sta)caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning vereist is; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor tijdelijk nachtverblijf; 1.23
karakteristiek hoofdgebouw:
hoofdgebouw, dat als monumentaal of cultuurhistorisch waardevol is geïnventariseerd en de karakteristieke boerderijen, bestaande uit de woning met daaraan vastgebouwd de tot de boerderij behorende bedrijfsruimte (voormalige deel), die als zodanig zijn aangeduid; 1.24
kelder:
ondergronds gebouw of bouwwerk waarvoor artikel 7, lid 7.1 geldt; 1.25
nettovloeroppervlakte
de vloeroppervlakte van alle ruimten binnen een gebouw, met uitzondering van keukens, voorraadruimten, garderobes, sanitaire ruimten en andere dienstruimten; 1.26
onderkomen:
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat/die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent; 1.27
overkapping:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bestaande uit een kap met maximaal één wand; 1.28
peil:
de gemiddelde hoogte van het aan het bouwwerk aansluitende, afgewerkte maaiveld, maar niet hoger dan de kruin van de weg in geval het bouwwerk aan een weg gelegen is; 1.29
permanente bewoning:
bewoning door eenzelfde persoon, gezin of andere groep van personen, die één huishouden vormen, van een ruimte als hoofdwoonverblijf, waarbij niet aannemelijk is of kan worden gemaakt dat elders daadwerkelijk over een hoofdwoonverblijf wordt beschikt; 1.30
recreatie:
ontspannen in de vrije tijd, bestaande uit buitenrecreatie, recreatie binnen, waterrecreatie en -sport, zelf sporten, culturele activiteiten en beleving;
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
94
1.31
seksinrichting:
een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting wordt in elk geval verstaan een parenclub en een prostitutiebedrijf, al of niet in combinatie met elkaar; 1.32
tijdelijk nachtverblijf:
kortdurend verblijf door een groep van personen, die hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben; onder tijdelijk nachtverblijf is in ieder geval niet begrepen permanente bewoning door eenzelfde groep van personen; 1.33
voorgevel:
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt; 1.34
'vrij' beroep:
beroep of beroepsmatige dienstverlening op administratief, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch en daarmee gelijk te stellen gebied; 1.35
zelfstandige wooneenheid/woonruimte:
een woonruimte met een eigen toegang die door een persoon, gezin of andere groep van personen kan worden bewoond zonder afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen, zoals sanitaire voorzieningen, buiten die woonruimte.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
95
Artikel 2 Wijze van meten Bij de toepassing van de regels wordt als volgt gemeten: 2.1
de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.2
de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; 2.3
de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 2.4
de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; 2.5
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. In geval van een overkapping bevinden de buitenwerkse gevelvlakken zich ter plaatse van de buitenzijden van de loodrechte neerwaartse projectie van de overkapping.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
96
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
97
Hoofdstuk 2
Bestemmingsregels
Artikel 3 Bos - Waardevol landschapselement 3.1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos - Waardevol landschapselement' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
instandhouding van ter plaatse voorkomende, cultuurhistorisch waardevolle landschapselementen, waaronder begrepen van oudsher voorkomende bouwwerken, houtkaden, geriefhoutbosjes en andere objecten; b. instandhouding van ter plaatse voorkomende dan wel daaraan eigen landschaps- en natuurwaarden; c. instandhouding van ter plaatse voorkomende waardevolle flora en fauna; d. watergangen, waterpartijen, oevers en taluds; e. extensieve openluchtrecreatie.
3.2
Bouwregels
Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1, mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 1,5 m mag bedragen, behoudens vogelobservatievoorzieningen, waarvan de oppervlakte niet meer dan 25 m² en de bouwhoogte niet meer dan 2,7 m mag bedragen.
3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 3.3.1
Omgevingsvergunningplicht
Behoudens het bepaalde in sublid 3.3.2, is het verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de in lid 3.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: a.
aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; b. verlagen van de bodem en afgraven van gronden, tenzij daarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingenwet, en het ophogen en egaliseren van gronden; c. dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen; d. aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatie-leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur, tenzij daarvoor een omgevingsvergunning voor het bouwen is vereist; e. vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden, met uitzondering van fruitbomen, en het verrichten van handelingen, die de dood of ernstige beschadiging daarvan tot gevolg hebben of kunnen hebben. 3.3.2
Uitzonderingen omgevingsvergunningplicht
Het in sublid 3.3.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden: a. in het kader van het normale beheer en onderhoud; b. waarmee is of mag worden begonnen vóór de inwerkingtreding van het plan.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
98
3.3.3
Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden
De werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in sublid 3.3.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, een of meer waarden of functies van de betreffende gronden, welke het plan beoogt te beschermen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind. 3.3.4
In te winnen advies
Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in sublid 3.3.1, winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake landschapsdeskundige en een deskundig ecoloog, ingeval ze advies nodig achten.
3.4
Wijzigingsbevoegdheid
3.4.1
Wijziging locatie
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van gronden met de bestemming 'Bos - Waardevol landschapselement' te wijzigen in de bestemmingen 'Recreatie' of 'Water', mits er ter compensatie elders binnen het plangebied een ten minste even grote oppervlakte van gronden voor de bestemming 'Bos - Waardevol landschapselement' wordt aangewezen, na advies van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige, ingeval ze advies nodig achten.
3.5
Uitsluiting toepasselijkheid tijdelijke afwijking
Voor zover betreft de gronden als bedoeld in lid 3.1, is met toepassing van artikel 3.6a van de Wet ruimtelijke ordening, de toepasselijkheid van artikel 2.12, lid 2, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (omgevingsvergunning voor afwijking voor een bepaalde termijn) uitgesloten.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
99
Artikel 4 Recreatie 4.1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c.
d. e.
f.
g.
h.
i.
j.
k. l. m. n. o. p.
recreatie, inclusief een kinderboerderij met bijbehorende activiteiten zoals lammetjesdagen; voorzieningen voor 'groene'/natuur-educatie en -voorlichting; behouden en versterken van de volgende ter plaatse voorkomende kernkwaliteiten: 1. openheid; 2. (veen)weidekarakter (incl. strokenverkaveling, lintbebouwing etc.); 3. landschappelijke diversiteit; 4. rust & stilte; sport- en spelvoorzieningen, zoals voorzieningen voor pitch&putt en voetgolf, daaronder zijn niet begrepen paintball en gemotoriseerde activiteiten; horeca, met bijbehorende terrassen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1' met een maximale nettovloeroppervlakte van 1.235 m², waarvan: 1. 735 m² in gebouwen, 2. 200 m² in permanent geplaatste tenten, en 3. 300 m² in tijdelijke tenten als bedoeld in lid 4.4.1; van de nettovloeroppervlakte als bedoeld onder e, mag maximaal 225 m 2 plus de oppervlakte van de tijdelijke tenten worden gebruikt voor het verstrekken van etenswaren en dranken voor gebruik ter plaatse, en de resterende oppervlakte voor het exploiteren van zaalaccommodaties inclusief catering; horeca, met bijbehorende terrassen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd -2' met een maximale totale gezamenlijke nettovloeroppervlakte van 120 m2, plus de nettovloeroppervlakte van het ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' voorkomende karakteristieke hoofdgebouw minus de nettovloeroppervlakte van de bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat het terras uitsluitend mag worden gebruikt tussen 7.00 en 23.00 uur; van de nettovloeroppervlakte als bedoeld onder g, mag maximaal 240 m 2 worden gebruikt voor het verstrekken van etenswaren en dranken voor gebruik ter plaatse, en de resterende oppervlakte voor het exploiteren van zaalaccommodaties inclusief catering; tijdelijk nachtverblijf voor groepen in groepsaccommodaties, trekkershutten, tenten en verplaatsbare logiesvoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - nachtverblijf', met een maximale capaciteit van 65 bedden en maximaal 6 bedden per verblijfsunit; detailhandel in agrarische streekeigen producten, zoals bij een (Groene Hart) landwinkel, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd -1' en 'specifieke vorm van gemengd -2', met een totale oppervlakte van maximaal 15 m 2; ten hoogste één bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'; instandhouding van de waardevolle bebouwingskenmerken en -elementen van het karakteristiek hoofdgebouw, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek'; evenementen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - evenementen', zoals bedoeld in artikel 8, lid 8.2; wegen, paden en parkeervoorzieningen, met dien verstande dat parkeervoorzieningen voor bezoekers uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein'; groenvoorzieningen; water en waterhuishouding;
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
100
q. overige voorzieningen die horen bij de hiervoor genoemde functies en voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen.
4.2
Bouwregels
Op en in de gronden als bedoeld in lid 4.1, mogen gebouwen, overkappingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels: Gebouwen a. gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen en overkappingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1' mag niet meer dan 1.400 m² bedragen, waarbij het hoofdgebouw uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - hoofdgebouw'; c. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen en overkappingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 2' mag niet meer dan 625 m² bedragen, waarbij de oppervlakte van de bedrijfswoning en bijbehorende bijgebouwen en van het ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' voorkomende karakteristiek hoofdgebouw niet wordt meegerekend; d. de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen het bouwvlak mogen: 1. voor zover betreft hoofdgebouwen, niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' is aangegeven of niet meer dan de bestaande goothoogte en bouwhoogte per gebouw indien deze meer bedragen dan is aangegeven; 2. voor zover betreft andere gebouwen dan hoofdgebouwen, zoals groepsaccommodaties en trekkershutten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie nachtverblijf', niet meer bedragen dan 3 m respectievelijk 6 m; e. de dakhelling van gebouwen niet zijnde bedrijfswoningen mag niet minder dan 20º en niet meer dan 60º bedragen; f. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd met de nokrichting evenwijdig aan de slagenverkaveling van de bijbehorende polder; bij vervanging van een gebouw is de bestaande nokrichting toegestaan, indien deze daarvan afwijkt; Bedrijfswoning met erfbebouwing g.
de bedrijfswoning mag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' worden gebouwd; h. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer dan 600 m³ bedragen; i. in afwijking van het bepaalde onder d, mag de goothoogte van de bedrijfswoning niet meer bedragen dan de bestaande goothoogte vermeerderd met 10%; indien de bestaande goothoogte lager is dan 3 m, mag de goothoogte in elk geval 3 m bedragen; j. de dakhelling van de bedrijfswoning en van de daarbij behorende erfbebouwing mag niet minder dan 30º en niet meer dan 60º bedragen; k. voor de bij de bedrijfswoning behorende erfbebouwing gelden, onverminderd het bepaalde onder j, de volgende bepalingen; 1. erfbebouwing op het zij- en achtererf is toegestaan buiten het aanduidingsvlak van de woning indien: Ÿ de oppervlakte van de erfbebouwing maximaal 50 m² bedraagt; Ÿ de goot- en bouwhoogte van de erfbebouwing maximaal 3 m respectievelijk 6 m bedraagt; 2. op het voorerf zijn andere bouwwerken dan erkers, vooruitbouwen, luifels en perceelsafscheidingen niet toegestaan;
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
101
Overige bebouwing l.
in afwijking van het bepaalde onder a, mogen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gebouwen worden gebouwd: 1. ten behoeve van berging en stalling en ten behoeve van de kinderboerderij, alsmede overkappingen, tot een gezamenlijke oppervlakte van 550 m², een goothoogte van 3,2 m en een bouwhoogte van 5,5 m, 2. ten behoeve van recreatie tot een gezamenlijke oppervlakte van 40 m², een goothoogte van 3,2 m en een bouwhoogte van 5,5 m;
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde m. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven: bouwwerken
max. bouwhoogte
een uitzichttoren
12 m
terreinafscheidingen
2m
sport- en speeltoestellen
5m
andere dan hiervoor genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde overkappingen
5m
Tenten n. van tenten mag: 1. de gezamenlijke grondoppervlakte van permanent geplaatste tenten maximaal 200 m² bedragen; 2. de gezamenlijke grondoppervlakte van tijdelijk geplaatste tenten maximaal 300 m² bedragen 3. de goothoogte maximaal 3,5 m en de hoogte maximaal 7,5 m bedragen; Voorwaardelijke verplichting gebouw o.
een omgevingsvergunning voor van het bouwen van een gebouw ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – hoofdgebouw' wordt niet eerder verleend dan nadat dusdanige geluidwerende maatregelen zijn gerealiseerd, of althans zeker is gesteld dat die maatregelen zullen zijn gerealiseerd vóór oplevering van het gebouw, dat de geluidsbelasting vanwege het betreffende gebouw, op geen van de gevels van de woning aan de Van Teylingenweg 132 de grenswaarde van 45 dB(A) overschrijdt.
4.3
Afwijken van de bouwregels
4.3.1
Afwijking bouwhoogte gebouwen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 4.2, onder d.2, voor het bouwen van andere gebouwen dan hoofdgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 2', tot een goothoogte van 5,5 m en een bouwhoogte van 8,5 m, mits vooraf het advies is ingewonnen van de stedenbouwkundige omtrent de vormgeving van het betreffende gebouw in relatie met het karakteristieke hoofdgebouw. 4.3.2
Afwijking andere dakhelling en nokrichting
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 4.2, onder e, f en j, voor het bouwen met een andere nokrichting en een andere dakhelling dan wel een plat dak dan is bepaald in die onderdelen, mits: a.
het niet betreft het ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' voorkomende karakteristiek hoofdgebouw;
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
102
b. daardoor de waardevolle kenmerken het van onder a bedoelde hoofdgebouw niet wezenlijk worden aangetast, in geval van gebouwen gebouwd aan of direct nabij dat hoofdgebouw; c. daardoor de landschappelijke waarden van het omliggende gebied niet wezenlijk worden aangetast. 4.3.3
Afwijking gebouwen voor recreatie
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 4.2, onder l, sub 2, voor het ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' bouwen van gebouwen ten behoeve van recreatie, met een oppervlakte van maximaal 100 m², met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' in totaal niet meer dan 590 m² aan gebouwen en overkappingen mag worden gebouwd, inclusief de gebouwen en overkappingen die zijn gebouwd overeenkomstig lid 4.2, onder l, sub 1. 4.3.4
Afwijking bouwhoogte sport- en speeltoestellen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 4.2, onder m, voor het bouwen van sport- en speeltoestellen tot een bouwhoogte van 12 m, mits daardoor de landschappelijke waarden van het omliggende gebied niet wezenlijk worden aangetast.
4.4
Specifieke gebruiksregels
4.4.1
Gebruik voor tijdelijke tenten
Gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1' mogen worden gebruikt als standplaats voor tijdelijke tenten, met inachtneming van de volgende regels: a.
het tijdelijk geplaatst houden en gebruik van tenten is toegestaan gedurende in totaal 100 dagen per kalenderjaar; b. telkens dient voorafgaand aan een periode van plaatsing en gebruik het aantal dagen van plaatsing en gebruik te worden gemeld op een door burgemeester en wethouders vastgestelde wijze. 4.4.2 Versterkt geluid a. binnen gebouwen: 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1' is versterkt stemgeluid en al dan niet versterkt muziekgeluid toegestaan; 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 2' is uitsluitend al dan niet versterkt muziekgeluid als achtergrondmuziek tot 50 dB(A) toegestaan; b. op de terrassen behorende bij de gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1' en 'specifieke vorm van gemengd - 2' is uitsluitend al dan niet versterkt muziekgeluid als achtergrondmuziek tot 50 dB(A) toegestaan en uitsluitend tussen 07.00 en 23.00 uur. c. in permanente en tijdelijke tenten, zoals bedoeld in lid 4.4.1, 1. is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1', met uitzondering van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - nachtverblijf', uitsluitend versterkt stemgeluid tot 80 dB(A) toegestaan en uitsluitend tussen 07.00 en 19.00 uur; 2. is uitsluitend al dan niet versterkt muziekgeluid als achtergrondmuziek tot 50 dB(A) toegestaan en uitsluitend tussen 07.00 en 23.00 uur; d. onverminderd het bepaalde onder a tot en met c is buiten permanente en tijdelijke tenten, terrassen en gebouwen op het terrein versterkt geluid niet toegestaan. 4.4.3
Voorwaardelijke verplichting gebruik horeca
Horeca, als bedoeld in lid 4.1 onder e en g, is alleen toegestaan als de overige gronden met de bestemming 'Recreatie' worden opengesteld en beheerd als recreatieterrein.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
103
4.4.4
Evenementen
Ten aanzien van evenementen is artikel 8, lid 8.2 van toepassing. 4.4.5
Strijdig gebruik
Een gebruik in strijd met de bestemming is in ieder geval: a.
het gebruik van onbebouwde gronden voor buitenopslag, tenzij het betreft opslag van materialen tot een hoogte van maximaal 3 m, mits: 1. wordt aangetoond dat dit noodzakelijk is voor het gebruik en beheer van het terrein overeenkomstig de bestemming; 2. wordt voorzien in een deugdelijke landschappelijke inpassing; b. het gebruik van onbebouwde gronden voor paintball en gemotoriseerde activiteiten; c. het gebruik van voorzieningen voor verblijfsrecreatie voor permanente bewoning. 4.4.6
Parkeergelegenheid
Ten behoeve van de functies als bedoeld in lid 4.1 moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein. 4.4.7
Ander gebruik van karakteristiek hoofdgebouw
In het karakteristiek hoofdgebouw ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' is naast het bestaande gebruik in overeenstemming met de bestemming, ook ander gebruik en verbouwing toegestaan voor: a. logies in de woning; b. zorgboerderij met dagopvang; waarbij het cultuurhistorisch waardevolle gebouw de maximale maat is. 4.4.8 Uitoefening 'vrij' beroep en beroeps- en bedrijfsactiviteiten aan huis Het gebruik van een woning en bijbehorende bijgebouwen voor de uitoefening van een 'vrij' beroep of voor beroeps- en bedrijfsactiviteiten aan huis is toegestaan, mits: a.
de gezamenlijke vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van het 'vrij' beroep en/of van de uitoefening van beroeps- en bedrijfsactiviteiten, niet meer bedraagt dan 40% van de vloeroppervlakte van de betreffende woning en, samen met de daarbij behorende bijgebouwen in ieder geval niet meer dan 100 m² bedraagt; b. het in geval van beroeps- en bedrijfsactiviteiten, andere dan 'vrij' beroep, de volgende beroeps- en bedrijfsactiviteiten betreft: 1. dierenartspraktijk; 2. 'bed and breakfast'-appartementen buiten de woning, mits het gaat om bedrijfsmatige exploitatie, aangesloten wordt bij een recreatie-organisatie, een nachtregister wordt bijgehouden en naburige agrarische bedrijven daardoor niet extra belemmerd worden; 3. educatie en voorlichting; 4. medisch verwante dienstverlening; 5. commerciële dienstverlening; 6. ambachtelijke landbouwproductverwerkende bedrijven, conform de positieve lijst; 7. overige ambachtelijke bedrijven, conform de positieve lijst; 8. kinderopvang; 9. kantoor; c. het geen horeca of detailhandel betreft, behoudens detailhandel in zelfgemaakte, -bewerkte, -gekweekte of -geteelde producten; d. op de bij de betreffende woning behorende gronden geen buiten-opslag van goederen ten behoeve van de beroeps- en bedrijfsactiviteiten plaatsvindt;
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
104
e.
de hoeveelheid extra verkeer past bij de wegstructuur en parkeren op eigen terrein geschiedt.
4.4.9
Gebruik voor permanente bewoning
Een gebruik in strijd met de bestemming is in ieder geval het gebruik van voorzieningen voor verblijfsrecreatie voor permanente bewoning.
4.5
Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1
Afwijking andere functies in karakteristiek hoofdgebouw
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning ter verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 4.1, onder k, ten behoeve van het gebruiken en verbouwen van het karakteristiek hoofdgebouw ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' voor: a. b. c. d. e. f.
dierenartspraktijk; kampeerboerderij; tentoonstellingsruimte, museum; zorgboerderij, met nachtverblijf; kinderopvang; kleinschalig kantoor voor onder andere zakelijke dienstverlening;
mits: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
een en ander dient duidelijk bijdraagt aan de instandhouding van de betreffende bebouwing; de naburige agrarische bedrijfsvoering hierdoor niet wezenlijk wordt belemmerd; het cultuurhistorisch waardevolle gebouw de maximale maat blijft; de hoeveelheid extra verkeer past bij de wegstructuur; het parkeren behorende bij het andere gebruik op eigen terrein plaatsvindt, er geen opslag van goederen, behorende bij het andere gebruik, in de open lucht plaatsvindt; het andere gebruik qua aard en schaal redelijkerwijs past bij de specifieke kwaliteiten en schaal van de omgeving, met name op het gebied van visuele aspecten, zoals reclame-uitingen en technische installaties.
4.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 4.6.1
Omgevingsvergunningplicht
Behoudens het bepaalde in sublid 4.6.2, is het verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de in lid 4.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: a.
aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; b. verlagen van de bodem en afgraven van gronden, tenzij daarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingenwet, en het ophogen en egaliseren van gronden; c. dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen, voor zover daardoor percelen ontstaan die breder zijn dan 110 m na demping; d. bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters, met uitzondering van fruitbomen, streekeigen landschapselementen en afschermende streekeigen beplanting rondom buitenopslag.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
105
4.6.2
Uitzonderingen omgevingsvergunningplicht
Het in sublid 4.6.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden: a. in het kader van het normale beheer en onderhoud, b. waarmee is of mag worden begonnen vóór de inwerkingtreding van het plan, c. aanleggen van bruggen smaller dan 2 m. 4.6.3
Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden
De werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in sublid 4.6.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, een of meer waarden of functies van de betreffende gronden, welke het plan beoogt te beschermen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind. 4.6.4
In te winnen advies
Alvorens een aanlegvergunning te verlenen als bedoeld in sublid 4.6.1, winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake landschapsdeskundige, ingeval ze advies nodig achten.
4.7
Wijzigingsbevoegdheid
4.7.1
Wijziging van status van gebouw
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, zodanig dat de aanduiding 'karakteristiek' wordt toegevoegd dan wel verwijderd, voor zover de Commissie Monumenten en Cultuurlandschap de waarde van het betreffende gebouw positief respectievelijk negatief beoordeelt.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
106
Artikel 5 Water 5.1
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart als 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e.
watergangen, waterpartijen, oevers en taluds, waterhuishouding, evenementen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - evenementen'; instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende dan wel daaraan eigen landschappelijke, cultuurhistorische- en natuurwaarden, en extensieve openluchtrecreatie.
5.2
Bouwregels
Op de gronden als bedoeld in lid 5.1, mogen uitsluitend worden gebouwd: a.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, behorende bij de bestemming of bij aangrenzende wegen, in- en uitritten en paden, zoals duikers, bruggen, gemalen, stuwen en steigers, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen, b. gebouwen ten dienste van beheer en onderhoud tot een goothoogte van maximaal 3 m en een oppervlakte van maximaal 20 m².
5.3
Specifieke gebruiksregels
5.3.1
Evenementen
Ten aanzien van evenementen is artikel 8, lid 8.2 van toepassing. 5.3.2
Ontsluiting
In andere watergangen dan een hoofdwatergang is een dam met duiker toegestaan voor de noodzakelijke ontsluiting van een perceel, mits de waterhuishouding hierdoor niet belemmerd wordt en met een maximum van één dam per oorspronkelijk verkavelingsperceel.
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 5.4.1
Omgevingsvergunningplicht
Behoudens het bepaalde in sublid 5.4.2, is het verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de in lid 5.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: a.
verlagen van de bodem en afgraven van gronden, tenzij daarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingenwet, en het ophogen en egaliseren van gronden; b. dempen en aanleggen van watergangen, sloten en andere waterpartijen. 5.4.2
Uitzonderingen omgevingsvergunningplicht
Het in sublid 5.4.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden: a. in het kader van het normale beheer en onderhoud; b. waarmee is of mag worden begonnen vóór de inwerkingtreding van het plan.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
107
5.4.3
Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden
De werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in sublid 5.4.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, een of meer waarden of functies van de betreffende gronden, welke het plan beoogt te beschermen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind. 5.4.4
In te winnen advies
Alvorens een aanlegvergunning te verlenen als bedoeld in sublid 5.4.1, winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake landschapsdeskundige, ingeval ze advies nodig achten.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
108
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
109
Hoofdstuk 3
Algemene regels
Artikel 6 Anti-dubbelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 7 Algemene bouwregels 7.1
Kelders
a.
mogen worden gebouwd tot een maximale diepte van 5 m onder peil, gemeten tot de onderzijde van de kelderconstructie; b. tellen niet mee bij de oppervlakte of volume van gebouwen; c. zijn in principe alleen onder gebouwen, uitgezonderd kassen, toegestaan; d. moeten rechtstreeks bereikbaar zijn vanuit de woning of een bijgebouw of bedrijfsgebouw; e. met een eventuele hellingbaan moeten op voldoende afstand van de openbare weg zijn gelegen, zodat er geen verkeersonveilige situatie ontstaat; f. mogen in afwijking van het bepaalde onder c, maximaal 100 m² buiten de projectie daarvan liggen, mits 10% van de oppervlakte buiten de projectie in oppervlakte waterberging wordt gecompenseerd.
7.2
Overkappingen
a.
mogen worden gebouwd overeenkomstig de regels voor erfbebouwing of bedrijfsgebouwen; b. tellen mee bij de oppervlakte van erfbebouwing of bedrijfsgebouwen.
Artikel 8 Algemene gebruiksregels 8.1
Strijdig gebruik
Een gebruik in strijd met de in het plan gegeven bestemming en met het in of krachtens het plan ten aanzien van het gebruik van gronden en bouwwerken bepaalde, is in ieder geval ook: a. het gebruik van gronden en bouwwerken als of ten behoeve van een seksinrichting; b. het gebruik van onbebouwde gronden: 1. als stand- of ligplaats van kampeermiddelen, demonteerbare of verplaatsbare inrichtingen voor detailhandel in etenswaren en/of dranken, en andere onderkomens, tenzij dit gebruik redelijkerwijs verband houdt met de verwezenlijking of het beheer van de bestemming; 2. waaronder begrepen water, steigers, aanlegplaatsen en bijbehorende gronden, als ligplaats voor woonboten of -schepen, drijvende recreatiewoningen en andere drijvende woongelegenheden; 3. als opslag-, stort- of bergplaats van machines, voer- en vaartuigen en andere al of niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten, tenzij dit gebruik redelijkerwijs verband houdt met de verwezenlijking of het beheer van de bestemming 4. voor het beproeven van voertuigen, voor het racen of crossen met motorvoertuigen of bromfietsen en voor het beoefenen van de modelvliegtuigsport; 5. voor militaire oefeningen met rups- en andere zware voertuigen.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
110
8.2
Gebruik voor evenementen
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - evenementen' gelden ten aanzien van evenementen de volgende voorwaarden: a. het totaal aantal evenementen bedraagt maximaal 3 per kalenderjaar; b. het aantal dagen per evenement bedraagt ten hoogste: 1. 5 dagen per evenement, en 2. 5 dagen voor het opbouwen en afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement; c. na het plaatsvinden van een meerdaags evenement zal er gedurende minimaal twee weekenden geen meerdaags evenement worden gehouden (zogenaamde rustpauze); d. het is niet toegestaan gelijktijdig twee of meer afzonderlijke evenementen te laten plaatsvinden; e. het bezoekersaantal van een evenement mag niet meer bedragen dan 1.350 bezoekers per dag; f. gezamenlijk mag het bezoekersaantal van de evenementen, als bedoeld onder a, niet meer bedragen dan 10.000 bezoekers per kalenderjaar. g. tijdens evenementen mag tevens ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - evenementen' worden geparkeerd; h. tijdens een evenement mag uitsluitend tussen 7:00 en 23:00 uur al dan niet versterkt stemgeluid of muziekgeluid worden geproduceerd; i. tijdens een evenement is het maximaal toelaatbare geluidniveau (LAeq) op de gevel van: adres
hoogte boven maximaal toelaatbaar gemaaiveld luidniveau (LAeq)
Van Teylingenweg 132 Kamerik
1,5 m 4,5 m
55 dB(A) 60 dB(A)
Oortjespad 5 Kamerik
1,5 m 4,5 m
53 dB(A) 55 dB(A)
j.
k. l.
onverminderd het bepaalde onder i, geldt dat het toelaatbare geluidniveau per etmaal (LAeq, 24h) op een afstand van 50 meter naar binnen gericht van de grens van het stiltegebied Kockengen Teckop en 1,5 meter boven het plaatselijk maaiveld, tijdens een evenement maximaal 35 dB(A) is; het maximaal toelaatbare geluidsniveau bedoeld onder i, mag gedurende het etmaal ten hoogste 5 uren duren; de controle van de bepalingen onder i en j vindt plaats conform de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai. In afwijking hiervan wordt de straffactor voor muziekgeluid niet toegepast.
Artikel 9 Algemene aanduidingsregels 9.1
Milieuzone - geurzone
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' zijn geen geurgevoelige objecten als bedoeld in de Wet geurhinder en veehouderij toegestaan.
Artikel 10
Algemene afwijkingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van deze regels: a.
ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, zoals gasdrukregelstations, wachthuisjes, telefooncellen en transformatorhuis-
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
111
jes, uitgezonderd verkooppunten voor motorbrandstoffen, en voor de waterhuishouding, zoals sluizen, duikers of gemalen, waarvan de oppervlakte niet meer dan 50 m² mag bedragen, waarbij de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 3 m mag bedragen en de goothoogte van gebouwen niet meer dan 3 m mag bedragen; b. indien en voor zover afwijkingen ten aanzien van grens of richting van wegen, paden en waterlopen, en ligging van bestemmings- en aanduidingsgrenzen noodzakelijk zijn ter aanpassing van het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein, mits die afwijkingen ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer dan 5 m bedragen; c. voor afwijkingen van bepalingen ten aanzien van maten en percentages, mits die afwijkingen beperkt blijven tot ten hoogste 10% van de in het plan aangegeven maten en percentages, en mits aangetoond wordt dat dit noodzakelijk is voor het toegestane gebruik; d. voor afwijkingen van bestemmings- en aanduidingsgrenzen, mits die afwijkingen niet meer dan 2 m bedragen ten opzichte van hetgeen is aangegeven, of wanneer door verandering van de eigendomssituatie aangetoond wordt dat een grotere afwijking noodzakelijk is tot een maximum van 10 m; e. ten behoeve van het bouwen van antennemasten tot een bouwhoogte van 40 m, indien aangetoond wordt dat dit noodzakelijk is voor de telecommunicatie, er minimaal 2 gebruikers zijn, de landschappelijke kwaliteit niet onevenredig wordt geschaad en er geen naburige antennemast mede gebruikt kan worden.
Artikel 11 11.1
Algemene wijzigingsregels
Wijziging grenzen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd binnen de volgende grenzen het plan te wijzigen indien en voor zover dringende redenen, die na het ter inzage leggen van het plan te hunner kennis zijn gekomen, hiertoe aanleiding geven en voor zover zulks het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling van het in het plan begrepen gebied niet schaadt: het wijzigen van bestemmings-, bouw- en aanduidingsgrenzen zodanig, dat de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken bestemmings- en bouwvlakken en aanduidingen met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot.
11.2
Wijziging aanduiding 'milieuzone - geurzone'
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de aanduiding 'milieuzone - geurzone' gedeeltelijk of geheel wordt verwijderd, naargelang vast is komen te staan dat aangrenzende en nabijgelegen agrarische bedrijven definitief minder of in het geheel geen geurhinder meer veroorzaken.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
112
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
113
Hoofdstuk 4 Artikel 12 12.1
Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
1.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen, wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
12.2
Overgangsrecht gebruik
1.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 13
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Oortjespad.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
114
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
)GOGGPVG:RHUGHQ $GUVGOOKPIURNCP2RUWMHVSDG
Gemeente / Woerden Bestemmingsplan / Oortjespad
opdrachtgever
C.V. Compaenen Minkema Recreatieschap Stichtse Groenlanden gemeente Woerden
opdrachtnemer
Amer / ruimtelijke ontwikkeling (onderdeel van LievenseCSO Milieu BV) Postbus 2 / 3980 CA Bunnik Regulierenring 6 / 3981 LB Bunnik 088 - 910 2062 /
[email protected] www.amer.nl / www.LievenseCSO.com
status
ontwerp
projectnummer
19-463 | 14M8016
plan-idn
NL.IMRO.0632.BPOORTJESPAD2-bOW1
documentdatum
12 mei 2015
2
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
3
Inhoudsopgave Toelichting Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4
7 7 8 10 12
13 13 15 16 17 17 17 18
19 19 20 22 25 28 29 31
33 33 36 42 43
Randvoorwaarden
49
Uitgangspunt; bezoekersaantallen M.e.r.-beoordeling Ladder voor duurzame verstedelijking Archeologie en cultuurhistorie Bodem Landschap Externe veiligheid Flora en fauna Geluidhinder Luchtkwaliteit Milieuhinder bedrijvigheid Waterparagraaf Verkeer en parkeren Duurzaam bouwen
49 50 52 56 57 58 61 63 67 68 69 71 75 77
Hoofdstuk 6 6.1 6.2 6.3 6.4
Beleidskader
Rijksbeleid Provinciaal beleid Regionaal beleid Gemeentelijk/lokaal beleid
Hoofdstuk 5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.12 5.13 5.14
Toekomstige situatie
Oortjespad Plus Nieuwe ontwikkelingen recreatiegebied Oortjespad Kinderboerderij e.o. Kameryck Waterplas De Eend Activiteiten Parkeervoorzieningen
Hoofdstuk 4 4.1 4.2 4.3 4.4
Bestaande situatie
Algemeen Kinderboerderij e.o. Kameryck Waterplas Eend Routepunt Ontsluiting en bezoekersaantallen Beheer en onderhoud
Hoofdstuk 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Inleiding
Aanleiding en doelstelling Ligging plangebied Geldende bestemmingsplan Opzet bestemmingsplan en leeswijzer
Hoofdstuk 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
5
Juridische aspecten
Algemene juridische opzet Bestemmingen Bijzondere aspecten Verwerking van de uitspraak van de RvS in de planregels
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
79 79 79 83 84
4
Hoofdstuk 7 7.1 7.2
Uitvoerbaarheid
Economische uitvoerbaarheid Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Bijlagen bij de toelichting Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9 Bijlage 10 Bijlage 11 Bijlage 12 Bijlage 13 Bijlage 14 Bijlage 15
Artikel 1 Artikel 2
Hoofdstuk 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5
Hoofdstuk 3 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11
Hoofdstuk 4 Artikel 12 Artikel 13
85 85
87
Raad van State: uitspraak 201308635/1/R2 Bestaande toestand incl. oppervlaktematen Bedrijfsvisie Kameryck ontwikkeling Oortjespad Nieuwe toestand incl. oppervlaktematen Oppervlakteberekeningen gebouwen & nvo horeca Rapportage bezoekerstelling Oortjespad en Kameryck Notitie bezoekerstellingen Kameryck Bezoekersintensiteit horeca Analyse bezoekersaantallen Aanmeldingsnotitie MER-beoordeling Quickscan flora en fauna Geluidsonderzoek Parkeerplaatsen permanent en bij evenementen Verkeersonderzoek Risicotoets planschade
Regels Hoofdstuk 1
85
89 Inleidende regels
91
Begrippen Wijze van meten
91 95
Bestemmingsregels
97
Bos - Waardevol landschapselement Recreatie Water
Algemene regels
97 99 106
109
Anti-dubbelregel Algemene bouwregels Algemene gebruiksregels Algemene aanduidingsregels Algemene afwijkingsregels Algemene wijzigingsregels
109 109 109 110 110 111
Overgangs- en slotregels
113
Overgangsrecht Slotregel
113 113
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
5
Toelichting
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
6
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
7
Hoofdstuk 1
Inleiding
1.1 Aanleiding en doelstelling Het voorliggende bestemmingsplan heeft tot doel om de beoogde ontwikkeling (Oortjespad Plus) van het bestaande recreatiegebied, de kinderboerderij en het multifunctionele recreatiecentrum Kameryck aan het Oortjespad te Kamerik mogelijk te maken. Door de toegestane horecafunctie te verbreden en de recreatie minder seizoensafhankelijk te maken wordt de hoofdfunctie van het gebied (Recreatie) versterkt en wordt de duurzaamheid van de functie gewaarborgd. Het voorliggende bestemmingsplan voorziet in de planologisch-juridische borging van de beoogde ontwikkelingen voor het bestaande recreatiegebied aan het Oortjespad te Kamerik. Hiermee worden kaders gegeven voor de beoogde uitbreiding en exploitatie van het multifunctioneel recreatiecentrum Kameryck en de beoogde ontwikkelingen bij de kinderboerderij. Op 20 juli 2006 is vrijstelling verleend op grond van artikel 19, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor het gebruik van het perceel in strijd met het destijds geldende bestemmingsplan 'Landelijk gebied'. De bij de vrijstelling behorende ruimtelijke onderbouwing is gebaseerd op een businessplan uit 2004. De uitgangspunten van het businessplan zijn nog steeds actueel. Het bestemmingsplan Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld is vastgesteld op 3 juli 2008. De beoogde ontwikkelingen uit de artikel 19 WRO-procedure zijn in dit bestemmingsplan niet voldoende opgenomen. Met name de horecafunctie was niet goed omschreven. Er staat (abusievelijk) dat de horeca ondergeschikt moet zijn aan recreatie. Alle horeca activiteiten moeten volledig recreatie-gebonden zijn. De horeca is daarmee zeer weer- en seizoengevoelig en daardoor niet levensvatbaar. Het voorliggend bestemmingsplan biedt de benodigde ruimte voor de (toekomstige) bedrijfsvoering van het gehele recreatiegebied Oortjespad. De gemeenteraad acht de al in 2006 ingezette recreatieve ontwikkeling op deze locatie wenselijk. De in het geldende bestemmingsplan ' Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld' opgenomen term 'ondergeschikte horeca toegestaan', heeft uiteindelijk bij de rechterlijke toetsing over de omgevingsvergunning voor de uitbreiding van Kameryck geleid tot de conclusie dat dit bestemmingsplan te beperkend is voor de gewenste bedrijfsvoering. De gemeenteraad heeft daarom een nieuw bestemmingsplan Oortjespad op 27 juni 2013 vastgesteld. Daarin zijn de plannen tot uitbreiding van de bebouwing en het beoogde gebruik mogelijk gemaakt. Bij besluit van 5 augustus 2013 hebben B&W een omgevingsvergunning verleend voor de uitbreiding van de bestaande horecabebouwing. De Raad van State heeft in haar uitspraak van 12 mei 2014 het gehele bestemmingsplan vernietigd (zie bijlage 1). De consequentie is dat het oude onderliggende bestemmingsplan 'Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld' weer van kracht is. Desondanks heeft de Raad van State aangegeven dat de gemeenteraad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het bestemmingsplan voorziet in een recreatieve behoefte: Ÿ Ÿ Ÿ
de Horecastructuurvisie Woerden staat niet alleen ondergeschikte, maar ook ondersteunende zelfstandige horeca toe; de gewenste ontwikkeling is niet in strijd met het gemeentelijk recreatiebeleid; de ontwikkeling in het plangebied sluit aan bij de visie van de gemeente Woerden en speelt in op de behoeften die uit het marktonderzoek in het Groene Hart zijn gebleken.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
8
Het bestemmingsplan Oortjespad wordt in herziene vorm opnieuw in procedure gebracht. Daarbij is de uitspraak van de Raad van State verwerkt, met name de planregels zijn naar aanleiding van de diverse milieuonderzoeken opnieuw tegen het licht gehouden en waar nodig aangescherpt (zie paragraaf 6.4). Een aantal van de onderzoeken is opnieuw tegen het licht gehouden. Het einddoel is nog steeds om een recreatiegebied te realiseren met een hoogwaardige, uniforme kwaliteitsuitstraling. De sfeer van het Groene Hart (natuur, rust en ruimte) moet de boventoon blijven voeren.
1.2 Ligging plangebied Het recreatiegebied Oortjespad is gelegen in het buitengebied van de gemeente Woerden, nabij Kanis en Kamerik, ten westen van de ir. Enschedeweg (N212). Het recreatiegebied wordt in het zuiden ontsloten door de gelijknamige weg Oortjespad. De afbeelding hierna laat de globale ligging van het plangebied zien.
Afbeelding - Globale ligging plangebied (bron: Bing maps)
Het plangebied omvat het recreatiegebied Oortjespad, bestaande uit een bezoekerscentrum met kinderboerderij en speelvoorzieningen (speelweide en peuterbad) evenals het multifunctioneel recreatiecentrum Kameryck en de waterplas Eend (visplas). Het plangebied is onge-
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
9
veer 22,6 hectare groot. Op de navolgende afbeelding is de globale begrenzing van het plangebied weergegeven.
Afbeelding - Globale begrenzing plangebied (bron: Bing maps)
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
10
1.3 Geldende bestemmingsplan Bestemmingsplan 'Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld' Het plangebied valt binnen het bestemmingsplan 'Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld'. Dit bestemmingsplan is vastgesteld door de gemeenteraad van Woerden op 3 juli 2008 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van Utrecht op 3 maart 2009. Op de afbeelding hierna is een uitsnede van het bestemmingsplan te zien.
Afbeelding - Uitsnede bestemmingsplan 'Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld'
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
11
In de bijbehorende legenda is opgenomen welke bestemmingen en aanduidingen van toepassing zijn op het plangebied. Onderdeel
Omschrijving
bestemming
Recreatie, deels met de aanduidingen: - 'bedrijfswoning', - 'horeca toegestaan' - 'recreatief nachtverblijf toegestaan'.
bebouwing
bebouwing toegestaan binnen de bouwvlakken: - Oortjespad 1: 420 m2 aan gebouwen; - Oortjespad 3: 1.600 m2 aan gebouwen. Goothoogte is maximaal 3 m en bouwhoogte is maximaal 6 m, dan wel niet meer dan bestaand (indien hoger).
gebruik
recreatieve voorzieningen, met de nadere bestemming: Oortjespad 1: kinderboerderij. Oortjespad 3: - natuurrecreatiecentrum met pitch&putt-baan en verblijfsrecreatie; - ondergeschikte horeca-activiteiten binnen de gebouwen en op de naastgelegen terrassen t.p.v. aanduiding 'horeca toegestaan'; - recreatieve overnachtingen in trekkershutten binnen bouwvlak en in tenten en verplaatsbare logiesvoorzieningen t.p.v. aanduiding 'recreatief nachtverblijf toegestaan'. Maximaal 1 bedrijfswoning t.p.v. aanduiding 'bedrijfswoning'. Bed&breakfast in bestaande bijgebouwen, buiten het hoofdgebouw (onder voorwaarden). Extensieve openluchtrecreatie.
Artikel 19 Wro-procedure In voorbereiding op het bestemmingsplan 'Landelijk gebied Woerden, Kamerik en Zegveld' is voor de realisatie van het recreatiecentrum op 20 juli 2006 vrijstelling verleend van het geldende bestemmingsplan 'Landelijk gebied', op grond van artikel 19, lid 1 van de (oude) Wet op de Ruimtelijke Ordening. In de ruimtelijke onderbouwing 'Recreatief Knooppunt Oortjespad' werden de nieuwe functies beschreven. Het ging daarbij om: I.
functies buiten: a. oefengolfbaan (pitch en putt); b. kleinschalige overnachtingsmaatregelen; c. speelvoorzieningen; d. heemtuinelementen op het water en aan de oevers;
II. functies binnen: a. horeca met aanverwante functies (keuken, opslag, garderobe e.d.); b. balie voor verhuur en uitgifte van sport- en spelmateriaal; c. organisatiebureau met ontvangstruimten voor uitstapjes, arrangementen en evenementen, annex boekingsbureau voor (vergader-)evenementen, annex informatiepunt (folderbalie), annex landwinkel met streekproducten.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
12
Voorzien werd in een gebouw met een bruto-oppervlak van 535 m2. Omdat verwacht werd dat er zich in het hoogseizoen tijdens topdagen regelmatig situaties voor doen dat de beschikbare ruimte niet voldoende zouden zijn, zouden tijdelijke uitbreidingen in de vorm van partytenten uitkomst bieden. Uitgegaan werd van twee pagodetenten van elk 80 m 2. Zoals eerder aangegeven is een aantal van de beoogde ontwikkelingen uit de artikel 19 WRO-procedure niet overgenomen in het geldende bestemmingsplan.
1.4 Opzet bestemmingsplan en leeswijzer Het onderhavige bestemmingsplan bestaat uit drie delen: 1.
de planregels: hierin wordt per bestemming een omschrijving gegeven van het toegestane gebruik en de toegestane bebouwing van de in dit plan begrepen gronden, en; 2. de verbeelding (plankaart), met daarop aangegeven de bestemmingen van alle gronden; 3. de toelichting: hierin worden de overwegingen beschreven die hebben geleid tot het geven van een bepaalde bestemming aan een stuk grond, evenals een uitleg van de gebruikte bestemmingen. De inhoud van de toelichting is als volgt opgebouwd: Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ
in hoofdstuk 2 is de huidige situatie van het plangebied beschreven; hoofdstuk 3 gaat in op de toekomstige situatie van het plangebied; in hoofdstuk 4 is een beknopt overzicht opgenomen van de belangrijkste beleidsvisies van andere overheden die relevant zijn voor het plangebied; de gevolgen of effecten op de planologische- en milieutechnische aspecten zijn in hoofdstuk 5 beschreven; in hoofdstuk 6 zijn de gehanteerde bestemmingen met bijbehorende regeling beschreven; hoofdstuk 7 heeft betrekking op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
13
Hoofdstuk 2
Bestaande situatie
2.1 Algemeen Het recreatiegebied Oortjespad ligt in het open veenweidegebied van de gemeente Woerden. Het plangebied ligt rond een oude zandwinplas. Rondom deze plas ligt een smalle bosstrook. Het gebied kenmerkt zich verder door het karakteristieke veenweidelandschap met veel watergangen en graslanden. Het gebied is in de Nota Belvedère aangewezen als cultuurhistorisch waardevol gebied. Het valt onder het Belvedèregebied Nieuwkoop-Harmelen. Dit gebied is volgens de Nota Belvedère waardevol op grond van de volgende kenmerken: het gebied is een veenontginningslandschap van Europese betekenis en het grootste aaneengesloten voorbeeld van een Hollandsch-Utrechts cope-ontginningslandschap uit de twaalfde en dertiende eeuw.
Afbeelding - Bestaande situatie (zie ook bijlage 2)
Het recreatiegebied is eigendom van het recreatieschap Stichtse Groenlanden (SGL) en beslaat in totaal circa 20 ha. Het plangebied bestaat uit drie onderdelen: Ÿ Ÿ Ÿ
het westelijk deel van Oortjespad, bestaande uit een kinderboerderij annex bezoekerscentrum (zie verder 2.2); het multifunctionele recreatiecentrum Kameryck (zie verder 2.3); waterplas Eend (zie 2.4).
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
14
In bijlage 2 wordt de bestaande situatie weergegeven inclusief de bijbehorende oppervlaktematen. Omwonenden In de nabijheid van het recreatiepark staan diverse burgerwoningen en (agrarische) bedrijfswoningen. De meest nabijgelegen burgerwoningen concentreren zich rond de rotonde van de Ir. Enschedeweg met Teckop.
Afbeelding - Omliggende woningen
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
15
2.2 Kinderboerderij e.o.
Afbeelding - Bestaande situatie kinderboerderij e.o.
Het westelijk deel van Oortjespad bestaat uit verschillende onderdelen: Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ
een kinderboerderij; een bezoekerscentrum met een beheerderswoning; een speelweide met peuterbad en toiletgebouw; speelvoorzieningen; een werkschuur/-kantine; een uitzichttoren; een parkeerplaats met routepunt / Poort c.q. Toeristisch Overstappunt (TOP).
De kinderboerderij beslaat ongeveer 2 hectare. Er bevinden zich ook dieren nabij het bezoekerscentrum en de werkschuur. Door de bezuinigingsdruk bij het recreatieschap werd de kinderboerderij de afgelopen jaren met sluiting bedreigd. Het recreatieschap beschouwt het beheer van een kinderboerderij niet langer tot haar kerntaken. Hiertegen is bij de lokale bevolking en de politiek veel verzet gerezen. In het plan Oortjespad Plus (zie paragraaf 3.1) wordt geregeld dat de kinderboerderij open kan blijven. Er ligt een duurzaam financieringsmodel voor structurele instandhouding.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
16
2.3 Kameryck Direct naast het publieke deel van Oortjespad ligt het multifunctionele recreatiecentrum Kameryck. De grond waar de gebouwen op staan is in erfpacht. Het omliggende terrein is in eigendom van het Recreatieschap en wordt gehuurd. Het grasland waarop het golfterrein recent is uitgebreid is in eigendom van Kameryck. Op het terrein van Kameryck bevinden zich: Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ
een pitch & putt baan (18 holes); een restaurant met terras, vergaderzalen; kanoverhuur; eenvoudige groepsaccommodatie (65 bedden); een veld voor groepsactiviteiten.
Afbeelding - Bestaande situatie Kameryck
Kameryck vormt onderdeel van het recreatiegebied en is daarmee verbonden wat betreft beheer en exploitatie. De horeca is één van de trekkers van bezoekers van het recreatiegebied. In verreweg de meeste gevallen wordt het bezoek aan de horeca gecombineerd met andere recreatieve activiteiten op het recreatiegebied. De horeca is daarmee van essentieel belang voor het doelmatig gebruik van het terrein en de instandhouding daarvan als recreatiegebied De horeca neemt op dergelijke locaties dus een belangrijke plaats in, enerzijds omdat in de beleving van de recreant een bezoek aan de horeca (arrangementen, terrasbezoek of uit eten gaan) eigenlijk ook een vorm van recreatie is, anderzijds omdat de horeca en met name ook de zelfstandige-, niet recreatie-gebonden horeca in belangrijke mate bijdraagt aan een gezond economisch draagvlak voor een duurzame instandhouding van de voorzieningen ter plaatse.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
17
Het is belangrijk dat de horeca flexibel op het terrein kan worden ingezet. Kameryck is een multifunctioneel recreatiecentrum. Er vinden allerlei groepsactiviteiten plaats, zoals bedrijfsuitjes, familiedagen, vergaderingen, heisessies en dergelijke. Daarnaast zijn er passanten en golfers. Vaak wordt bij de activiteiten iets gegeten of gedronken. Groepen kunnen meestal niet bij elkaar geplaatst worden. Men wil privacy. Het flexibel inzetten van horeca op verschillende locaties is daarom van groot belang voor het bedrijfsconcept. Dat wil niet zeggen dat het overal mogelijk is om feesten en partijen te geven. In het restaurant, op het terras en in de (tijdelijke en permanente) tenten is uitsluitend achtergrondmuziek is toegestaan. Het hoofdmotief van de bezoekers van Kameryck is recreatief van aard. De meeste bezoekers aan de horeca van Kameryck komen voor hun vrijetijdsbesteding. Kameryck heeft zijn exploitatie hierop afgestemd. Omdat recreatie zeer weer- en seizoengevoelig is kan Kameryck onmogelijk bestaan van alleen recreanten. Hierdoor wordt het terrein en de bebouwing niet doelmatig benut (leegstand in de winter). Daarom moet het bedrijf zich ook kunnen richten op andere doelgroepen (zakelijke markt). Zo ontstaat er een gezond economisch draagvlak en is ook de instandhouding van de recreatievoorziening (van Kameryck) gewaarborgd. Zo kan het bedrijf ook structureel een bijdrage blijven leveren aan het beheer en onderhoud van het hele recreatiegebied Oortjespad waarmee de duurzame instandhouding van dit gebied naar de toekomst gewaarborgd is. In het erfpachtcontract met het recreatieschap zijn de exploitatiemogelijkheden voor de horecaondernemer onlosmakelijk verbonden aan de verantwoordelijkheden (verplichting) voor beheer en onderhoud van het terrein.
2.4 Waterplas Eend De waterplas naast het restaurant, een oude zandwinplas, is een openbare visvijver. De plas wordt daarnaast gebruikt voor onder meer kanovaren en zwemmen. Het is geen officiële zwemplas, maar er wordt door de jeugd uit de omliggende dorpen graag in gezwommen. 's Winters is het vooral een vogelplas (met duizenden smienten). De bosschagerijke oevers geven de plas een mooie natuurlijke uitstraling. De waterplas is niet geïsoleerd, maar is aangesloten op het omliggend watergangenstelsel. De steiger wordt gebruikt als vis- annex zwemsteiger en als wandelpad. De steiger langs de waterplas is bijna 300 m lang en is sterk verouderd. Veel palen onder de steiger zijn geheel doorgerot. In het kader van het plan Oortjespad Plus (zie paragraaf 3.1) is door het recreatieschap een financieel plan gemaakt om de steiger geheel te kunnen vervangen; ook Kameryck zal hier aan bijdragen.
2.5 Routepunt De ligging van Oortjespad is als een spin in het web van West-Utrecht. Een echt routepunt, waarvan uit men voor diverse wandel- en fietsroutes vertrekken kan. Wandelen en fietsen zijn al decennia populaire activiteiten in de buitenlucht en dat blijft ook zo (Kenniscentrum Recreatie, 2008, van Spronsen 2014). Het Oortjespad ligt geografisch in het midden van diverse soorten van recreatie en plattelandstoerisme. Het gebied is aangewezen als provinciale Poort, in het kader van het provinciale recreatiebeleid. Het geldt als een van de toegangspoorten tot het Nationaal Landschap Het Groene Hart.
2.6 Ontsluiting en bezoekersaantallen De ontsluiting van het plangebied is per auto goed: vanaf de A2 en via de ir. Enschedeweg (N212). Vanaf de A12 is de ontsluiting verbeterd door een nieuwe afslag bij Harmelen.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
18
Thans zijn er op het terrein 314 permanente en 25 reserve parkeerplaatsen verdeeld over 5 parkeerterreinen (P1 t/m P5). Het recreatiegebied zelf (waaronder de parkeerterreinen) wordt op drie locaties vanaf het Oortjespad ontsloten. Tussen de drie aansluitingen bevindt zich op het terrein een parallelweg die een deel van de parkeerterreinen onderling verbindt. Het is mogelijk om een deel van de parallelweg tijdens drukke dagen open te stellen. Ook met het openbaar vervoer is het Oortjespad bereikbaar. Vanaf het centrum van Mijdrecht en vanaf de treinstations Breukelen en Woerden vertrekken bussen die langs Oortjespad rijden. De bushalte is bijna voor de deur. De diensttijden zijn beperkt (twee tot drie keer per uur, niet op zondag). Kameryck biedt bij arrangementen een gratis shuttle-verbinding vanaf de treinstations Woerden en Breukelen. Het hele plangebied trekt jaarlijks 136.000 tot 152.000 bezoekers. Circa 67.000 tot 75.000 bezoekers komen voor de openbaar toegankelijke recreatie en kinderboerderij circa 67.000 tot 75.000. De overige bezoekers komen voor de betaald toegankelijke recreatie (arrangementen en Pitch&Putt golf) en voor de horeca. Overigens is dit horecabezoek vaak ook recreatie-gerelateerd zoals het terrasbezoek van passanten en bij groepsarrangementen (bedrijfsuitjes een dergelijke). In de beleving van de recreant zijn horeca en recreatie nauw verweven. Daarnaast is er een groep bezoekers die komt voor de zelfstandige-, niet recreatie gebonden horeca (vergaderingen en familiefeesten en dergelijke). Deze groep is al meegerekend bij de aantallen hierboven.
2.7 Beheer en onderhoud Beheer en onderhoud worden gepleegd door Stichtse Groenlanden en Kameryck, elk op 'eigen' terrein. Kameryck werkt daarbij samen met de Stichting Reinaerde. Stichtse Groenlanden zet eigen mensen in of huurt in voor specifieke klussen. Op de kinderboerderij zijn een beheerder en enkele dierverzorgers werkzaam. Voor de beheerder is een bedrijfswoning op het terrein beschikbaar. Hier wordt verder gebruik gemaakt van stagiaires en scholieren en ook van jongeren via de reclassering/re-integratie.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
19
Hoofdstuk 3
Toekomstige situatie
3.1 Oortjespad Plus Exploitatietechnisch is de financiële rentabiliteit op het recreatiegebied Oortjespad laag, ook in vergelijking met andere terreinen van Stichtse Groenlanden. Dit komt onder andere doordat op het Oortjespad relatief dure voorzieningen aanwezig zijn inclusief bijbehorend personeel, zonder dat er veel inkomsten tegenover staan. Een kinderboerderij en een bezoekerscentrum zijn van andere orde dan bijvoorbeeld een ligweide. De toegang tot kinderboerderij en bezoekerscentrum is gratis. Hierdoor is het gebied laagdrempelig voor bezoekers, een van de factoren van het succes van Oortjespad. De maatschappelijke rentabiliteit is hoog (veel bezoekers, hoge waardering). Deze opzet met hoge lasten en weinig inkomsten kan niet meer publiekelijk worden gedragen. Plan Oortjespad Plus: Gezonde exploitatie en verrijking van het aanbod Samen met Stichtse Groenlanden heeft Kameryck de laatste twee jaar gewerkt aan een plan om het voorzieningenniveau in recreatiegebied Oortjespad te verbeteren en de beheerlasten te verlagen. Dit plan, 'Oortjespad Plus' genaamd, is inmiddels uitgewerkt Zie ook de nieuwe bedrijfsvisie zoals opgenomen in de toelichting (bijlage 3). Twee belangrijke ontwikkelingen (trends) in de recreatiesector zijn de aanzet geweest tot dit plan: 1.
de wens tot verbreding van het recreatieaanbod: Uit onderzoek (eigen enquêtes van het recreatieschap en onderzoek van de Provincie Utrecht) blijkt dat er een discrepantie bestaat tussen vraag en aanbod aan recreatievoorzieningen als gevolg van veranderend recreatiegedrag. De consument vraagt om eigentijdse horecavoorzieningen en om meer beleving (sport/spel/uitdaging). Met name voor de wat oudere kinderen is er op dit moment te weinig aanbod op het Oortjespad. 2. de wens c.q. noodzaak tot besparing op publieke beheerlasten: Als gevolg van de bezuinigingsdruk bij de overheid worden ook publieke voorzieningen in de recreatiesector getroffen. Daarom wordt er gezocht naar nieuwe beheerstructuren en nieuwe samenwerkingsverbanden met de bedrijven ter plaatse. Er wordt van deze bedrijven een grotere bijdrage gevraagd in beheer en onderhoud in ruil voor meer ondernemersruimte.
Het plan 'Oortjespad Plus' wordt verwerkt in het voorliggende bestemmingsplan. De geplande nieuwe voorzieningen worden planologisch-juridisch mogelijk gemaakt. Zo zijn er voor de kinderboerderij plannen voor een aantal nieuwe speelvoorzieningen en een restaurant (zie paragraaf 3.3). Tevens komt er een nieuwe beheerstructuur met een duurzaam financieringsmodel voor beheer en onderhoud. Hiervoor is inmiddels een intentieverklaring afgesloten tussen betrokken partijen, binnenkort wordt er een voorovereenkomst getekend. De beheerlasten worden drastisch verlaagd. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de bezuinigingsdruk bij de overheid. Centrale gedachte in het nieuwe model is dat de economisch sterke (commerciële) onderdelen de zwakke (publieke) onderdelen op de been houden. Door een publiek-private samenwerking ontstaat er zo een duurzame financiering van beheer en onderhoud. Dit wordt bereikt door: 1.
minder uitgaven aan beheer en onderhoud: Beheer en onderhoud zal in de toekomst (goedkoper) gedaan worden door Kameryck in samenwerking met de zorginstelling Reinaerde voor jongeren met een beperking. Er ligt nu een plan van Kameryck om samen met Reinaerde ook het beheer en onderhoud van de
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
20
kinderboerderij en het overige publieke deel van het recreatiegebied te gaan doen. Hierdoor kunnen de beheerlasten uit publieke middelen omlaag. 2. meer inkomsten in de vorm van pacht van bepaalde terreingedeelten en onroerend goed: Op diverse locaties worden door Kameryck nieuwe voorzieningen ontwikkeld. Het betreft een restaurant, een midgetgolfbaan en andere speelvoorzieningen zoals een touwparcours in de bomen. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan een veranderend recreatiegedrag; doelgroepverbreding. Het resultaat is een beter financieel plaatje. Ook de provincie Utrecht, waarmee tijdens dit traject regelmatig contact is geweest, juicht deze publiek - private samenwerking toe. Men dringt voortdurend aan op inschakeling van de markt bij de instandhouding van openbare recreatiegebieden. Er wordt van de bedrijven ter plaatse een grotere financiële bijdrage gevraagd voor beheer en onderhoud. Bedrijven kunnen dat alleen opbrengen als ze een gezond bedrijf hebben dat jaarrond kan functioneren. Daarom wordt aan deze bedrijven ook meer (planologische) ruimte geboden om te kunnen ondernemen.
3.2 Nieuwe ontwikkelingen recreatiegebied Oortjespad De consument c.q. recreant vraagt naast een breed aanbod aan recreatiemogelijkheden (eigentijds aanbod) ook om hoogwaardige, eigentijdse horeca voorzieningen. De horeca is een belangrijke trekker naar het recreatiegebied. In de beleving van de recreant zijn horeca en recreatie nauw verweven met elkaar. Een bezoek aan de horeca is onderdeel van de recreatie-beleving. Men is veeleisend en verwacht een bepaald niveau. Alleen de bedrijven die dat kunnen leveren hebben kans van slagen. Dat geldt zeker voor de betrekkelijk afgelegen locaties in recreatiegebeden in het buitengebied.
Afbeelding - Nieuwe situatie totaal
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
21
Concreet zijn binnen het plangebied de volgende ontwikkelingen gepland (zie ook de volledige afbeelding van de nieuwe situatie met bijbehorende oppervlaktematen in bijlage 4 en bijbehorende oppervlakteberekeningen in bijlage 5): Ÿ Ÿ
Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ
Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ
uitbreiding bestaande bebouwing recreatiecentrum Kameryck, inclusief terrassen; uitbreiding bestaande bebouwing kinderboerderij/bezoekerscentrum ten behoeve van een restaurant (aan het water) inclusief terras en met een brug naar een terrasweide en naar speelweide veld 3; uitbreiding bestaande parkeerplaats (P2) bij recreatiecentrum Kameryck. Inkorten hole 1, verplaatsen van laatste hole op dat veld; uitbreiding bestaande parkeerplaats bij kinderboerderij (P5). Verplaatsen fietsplekken; opheffen parkeerplaats (P4); andere routing op terrein van de kinderboerderij. Voorlopig gekozen voor bestaande toegangsweg naar bezoekerscentrum/restaurant. De wagenstalling (open loods) opwaarderen; speelweide nabij terras restaurant; diverse speelvoorzieningen in en rond de kinderboerderij zoals trekpontjes, touwparcours en dergelijke; aanleg midgetgolfbaan; boogschieten bij de midgetgolfbaan, inclusief aanleg bruggetje; uitbreiding van de Pitch & Puttbaan met 9 holes; aanleg wandelpad rond de plas Eend, inclusief bruggetjes. maken van een doorsteek in de oever (creëren eiland) aan de noordwesthoek van de plas; de huidige tenten (3 van 65 m²) op het veld bij ‘veldhuisjes’ en sanitairgebouw worden gehandhaafd.
In de navolgende paragrafen worden de plannen nader toegelicht.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
22
3.3 Kinderboerderij e.o.
Afbeelding - Nieuwe situatie kinderboerderij e.o.
Belangrijk is dat alle voorzieningen in het recreatiegebied een eenheid gaan uitstralen. Er is gekozen voor een landelijke, natuurlijke uitstraling. Bij de keuze van de voorzieningen en de gebruikte materialen zal dit voortdurend een rol spelen. Er zal veel gewerkt worden met natuurlijke materialen die kwaliteit uitstralen. De volgende voorzieningen worden toegevoegd: Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ
een horeca-voorziening (restaurant); een midgetgolfbaan en boogschieten; enkele (gratis) speelvoorzieningen op en aan het water; een touwparcours in de bomen (low rope parcours).
De basis is en blijft een kinderboerderij met dieren aan de rand van Het Groene Hart, als laagdrempelige recreatievoorziening, in het bijzonder voor kinderen. 1.
Horecavoorziening Dit is een belangrijke financiële kurk in de nieuwe beheerstructuur. Er zijn concrete plannen voor een restaurant. De combinatie met een kinderboerderij is kansrijk. Er is gekozen voor een charmante locatie aan het water waar de bestaande bebouwing (boerderij en kleine hooiberg) wordt uitgebreid. Ook het bestaande zwembadje is vlakbij. Vanaf het terras hebben de ouders zicht op de plek waar de kinderen veilig kunnen spelen.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
23
Afbeelding - Schets restaurant
Afbeelding - Schets aanzicht zuidgevel restaurant
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
24
Afbeelding - Schets aanzicht oostgevel restaurant
2. Midgetgolfbaan Een midgetgolfbaan is een "evergreen". Dat wil zeggen; een beproefd concept waar altijd vraag naar zal zijn. Er is in de omgeving nog geen midgetgolfbaan. De combinatie met de kinderboerderij, het restaurant alsook het overige aanbod in het recreatiegebied maakt de formule nog krachtiger (er is aanbod voor het hele gezin). Kameryck wil de baan, door veel beplanting te realiseren, een zeer natuurlijke uitstraling geven en zoveel mogelijk integreren in het landschap. Zo zullen ook de bestaande waterpartijen (sloten) ingebed worden in het ontwerp. 3. Gratis speelvoorzieningen Het betreft hier trekpontjes en andere avontuurlijke oversteken over het water. Deze voorzieningen moeten het terrein aantrekkelijker en spannender maken voor de wat oudere kinderen. 4. Touwparcours in de bomen (low rope parcours) Dit is een touwparcours dat uitsluitend onder leiding van een instructeur afgelegd kan worden (veiligheid). Dit parcours zou ook kunnen worden ingezet bij een groepsactiviteit (bedrijfsuitje of kinderfeestje). Het terrein wordt spannender gemaakt wordt en zal (naast de kinderboerderij) een bredere doelgroep aanspreken.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
25
3.4 Kameryck
Afbeelding - Nieuwe situatie Kameryck
Kameryck is een multifunctioneel recreatiecentrum dat diverse doelgroepen bedient. Door weer- en seizoensinvloeden is het Oortjespad lang niet altijd in gebruik door dagrecreanten en is er nog veel 'leegstand of overcapaciteit' met name in de periode oktober tot april. Recreatiebedrijven in deze perifere (buiten-) gebieden kunnen niet alleen bestaan van wandelaars en fietsers. In de branche van horeca en recreatie komt men veel mono-functionele bedrijven tegen die sterk seizoengevoelig en weersafhankelijk zijn. Deze bedrijven zijn kwetsbaar en vaak niet in staat om tijdig kwaliteitsimpulsen (investeringen) door te voeren. Ook de bezoeker gaat dat na verloop van tijd merken. Daarom heeft Kameryck al vanaf het ontstaan gezocht naar verschillende deelexploitaties die elkaar goed aanvullen (niet bijten) en waartussen een goede samenhang (synergie) bestaat, allen met een groen imago, (de beleving van rust en ruimte staat centraal, uitbundige en lawaaiige vormen van recreatie zijn bewust geweerd) en die gezamenlijk een gezond economisch draagvlak vormen. Dit moet leiden tot een goede bezetting/spreiding door het hele jaar. Globaal geldt dat door de week en buiten de vakantieperiode de zakelijke gast bediend wordt (ook in de winter) en in de weekenden en tijdens de vakantieperiodes de particuliere gast/recreant. Kameryck is een multifunctioneel recreatiecentrum. Er vindt een breed scala aan groepsactiviteiten plaats zoals bedrijfsuitjes, familiedagen, vergaderingen, heisessies, en dergelijke. Daarnaast zijn er passanten en golfers. Vaak wordt bij de activiteiten iets gegeten of gedronken. Groepen kunnen meestal niet bij elkaar geplaatst worden; men wil privacy. Het flexibel inzetten van horeca op verschillende locaties is daarom van groot belang voor het bedrijfsconcept. Hierbij moet ook zelfstandige horeca mogelijk zijn.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
26
Dat wil niet zeggen dat het overal mogelijk is om feesten en partijen te geven. Dat is in het nieuwe bestemmingsplan niet mogelijk omdat buiten en in de tenten (permanent en tijdelijk) versterkte muziek niet is toegestaan met uitzondering van achtergrondmuziek. Het is belangrijk dat deze bedrijfsformule ook goed gehuisvest kan worden en dat er voldoende ruimte is om de verschillende doelgroepen op adequate wijze op te kunnen vangen. Op onderdelen schiet deze huisvesting bij Kameryck thans nog te kort, met name in de winterperiode en op dagen met slecht weer. Daarnaast is er nijpend gebrek aan kantoor en opslagruimte. De én-én formule zoals door Kameryck beschreven in haar businessplan van 2004 en in Oortjespad Plus (zie 3.1) zorgt voor een gezond economisch draagvlak. Hierdoor kan het bedrijf gezond blijven, de hedendaagse recreant blijven bedienen en ook een bijdrage blijven leveren aan beheer en onderhoud van het totale recreatiegebied. In dit opzicht is de horeca ter plaatse ondersteunend/dienstbaar aan de hoofdfunctie recreatie. Dit is vanaf het begin, al bij de vrijstellingsprocedure waarmee Kameryck is vergund, ook duidelijk naar buiten gebracht. De in het geldende bestemmingsplan 'Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld' gekozen term/functie ' natuurrecreatiecentrum' is achteraf bezien een minder gelukkige geweest. Beter was het geweest direct duidelijk aan te geven dat het een multifunctioneel recreatiecentrum is. Het woord 'natuur' heeft onbedoeld een beladen betekenis gegeven. Voor de recreant is Oortjespad een beleving in de natuurlijke omgeving. Primaire functie is recreatiegebied in de brede betekenis van het woord. De natuurwaarden worden beschreven in paragraaf 5.8. Beschrijving bedrijfsprofielen (én - én formule) Om levensvatbaar te kunnen zijn kan Oortjespad niet bestaan van alleen dagrecreanten, dat wil zeggen passanten zoals fietsers en wandelaars op mooie dagen. Het geheel zal zich dus ook moeten richten op andere vormen van gebruik; (een én-én formule). Voor een gezonde exploitatie van het Oortjespad is het belangrijk deze doelgroepen gelijktijdig (het seizoen is immers maar kort en men komt vaak gelijktijdig) te kunnen bedienen. Ze moeten op drukke dagen náást elkaar een plek kunnen worden geboden in de accommodatie. Daarnaast mist Kameryck nu de mogelijkheid om in de wintermaanden en bij slecht weer groepen binnen op te kunnen vangen en binnenactiviteiten te kunnen organiseren. Het is daarom belangrijk dat het centrum letterlijk de ruimte krijgt die het nodig heeft om tot ontwikkeling te kunnen komen, met een gezonde economische basis. Hiervoor is een zeker minimaal schaalniveau noodzakelijk. De gezonde structuur en de economische levensvatbaarheid komen ook tot uitdrukking in de kwaliteit (service en privacy naar de gasten) en vitaliteit van de voorziening. Hiervan profiteert met name ook de bezoeker, de recreant. Kameryck is ondersteunend aan recreatie in 3 opzichten: 1.
de levering van recreatiemogelijkheden/activiteitenaanbod/beleving, zoals de Pitch en Putt Golf, de verhuur van kano's en fietsen, midgetgolf, arrangementen en georganiseerde groepsactiviteiten en overnachtingsmogelijkheden/groepsaccommodatie; 2. de levering van hoogwaardige horecavoorzieningen voor de recreant (terras en restaurant); 3. onderhoud van het recreatiegebied en de infrastructuur voor de recreant. Er wordt in toenemende mate een bijdrage geleverd aan beheer en onderhoud van het hele recreatiegebied (zowel in geld als in manuren/grasmaaien en vuilophalen). Er worden wandelpaden en speelvoorzieningen toegevoegd en onderhouden. Door bezuinigingsdruk en een terugtredende overheid dreigt Oortjespad op onderdelen te verpauperen. De vis-, en wandelsteiger van 300 meter langs de plas is aan vervanging toe, de kinderboerderij werd met sluiting bedreigd. Er ligt een uitgewerkt plan (Oortjes-
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
27
pad Plus (zie paragraaf 3.1)) van Kameryck en het recreatieschap SGL waarin Kameryck, samen met een zorginstelling, het beheer en onderhoud van het hele park (inclusief kinderboerderij) op zich te neemt. Hiervoor is al een intentieverklaring getekend. In het erfpachtcontract met het recreatieschap zijn (nu en in de toekomst) de exploitatiemogelijkheden voor de horecaondernemer onlosmakelijk verbonden aan zijn verantwoordelijkheden (verplichtingen) voor beheer en onderhoud van het terrein. Door de horeca van Kameryck te versterken en verbreding van de activiteiten mogelijk te maken kan zowel het gehele recreatiegebied als de bebouwing van Kameryck doelmatiger worden benut. Instandhouding en verbreding van de recreatieve functie van het terrein staat daarbij voorop. Dit wordt bereikt door extra inkomsten te genereren door meer doelgroepen te trekken (ook de zakelijke markt), de recreatiemogelijkheden op het terrein uit te breiden (wandelpad, boogschieten, midgetgolf en touwparcours) en door meer ruimte te bieden voor niet seizoengebonden activiteiten (vergaderen en dergelijke). Van belang is dat hierdoor de aanwezige faciliteiten beter benut worden (inkomsten). Bovendien leidt de uitbreiding van voorzieningen tot een verlaging van de exploitatielasten voor het recreatieschap (uitgaven). De economisch sterke (commerciële) onderdelen houden de minder sterke (publieke) onderdelen op de been. Met deze ontwikkeling wordt ook ingespeeld op het veranderende recreatiegedrag van de vrijetijds-consument. Deze vraagt namelijk om meer beleving (attracties) en ook om een hoogwaardige horecavoorziening. In planologisch-juridisch opzicht zijn horeca en recreatie twee verschillende componenten maar in de beleving van de recreant is de horeca helemaal verweven met recreatie. Zo kan je een bezoek aan een restaurant ook een vorm van recreatie noemen. Het sociaal cultureel planbureau noemt 'uitgaan' en 'bezoek aan horeca (en attracties en evenementen)' ook als een vorm van recreatie. In de planregels wordt de horecabestemming gekoppeld aan de verplichting om het recreatiegebied open te stellen en te onderhouden. Een en ander is ook in een intentieverklaring met het recreatieschap vastgelegd.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
28
3.5 Waterplas De Eend
Afbeelding - Wandelpad rondom de waterplas
Rond de waterplas worden ook recreatieve voorzieningen toegevoegd: Wandelpad rondom de waterplas Er zijn vanaf het Oortjespad al voldoende mogelijkheden om een lange wandeling te maken. Uit ervaring blijkt dat er ook veel behoefte is om vanaf het recreatiegebied even een "ommetje" te maken. Kameryck heeft in samenwerking met twee agrariërs een rondwandeling om de waterplas mogelijk gemaakt. Het pad heeft een lengte van 1,7 km. Dit pad wordt door Kameryck onderhouden. 2. Natuurontwikkeling In de noordwesthoek van de waterplas zal een doorsteek gemaakt worden in de oever. Op het weiland daarachter, dat eigendom van Kameryck is, zal een grote waterpartij gegraven worden met een eiland daarin. Rondom deze nieuwe waterpartij zullen veel natuurvriendelijke oevers worden aangelegd met rietkragen. In het ondiepe water zullen velden met waterlelies worden aangeplant. Zo ontstaan er ook nieuwe paaiplaatsen voor vis. In de huidige waterplas die door zandwinning een grote diepte (15-20 m) heeft is er geen natuurlijk talud waardoor er vrijwel nergens oeverbeplanting is met schuilgelegenheid (met riet) voor vis en vogels. 1.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
29
3.6 Activiteiten 3.6.1 Normale bedrijfsvoering Op het terrein van Kameryck worden activiteiten ontplooid die als onderdeel van de normale bedrijfsvoering worden beschouwd binnen de horecafunctie. Het gaat hierbij om het exploiteren van de zaalaccommodaties voor groepsactiviteiten, bedrijfsbijeenkomsten, seminars, conferenties, vergaderingen en besloten feesten en partijen. In de planregels zijn bepalingen opgenomen die er voor dienen om eventuele overlast van dergelijke activiteiten tot een aanvaardbaar niveau in te perken: 1.
op de verbeelding en in de planregels wordt de toegestane oppervlakte van gebouwen en (tijdelijke) tenten toegewezen en gemaximeerd; 2. binnen de gesloten horecagebouwen is versterkt muziek- en stemgeluid toegestaan; 3. in de permanente en tijdelijke tenten is: versterkt stemgeluid toegestaan tussen 7.00 en 19.00 uur; achtergrondmuziek toegestaan tussen 7.00 en 23.00 uur; 4. op terrassen is uitsluitend achtergrondmuziek toegestaan tussen 7.00 en 23.o0 uur. Hetzelfde geldt ook voor de kinderboerderij. Hier worden activiteiten ontplooid die tot de normale bedrijfsvoering behoren. Het gaat hierbij activiteiten als lammetjesdagen, eieren zoeken en dergelijke.
3.6.2 Evenementen Recreatiegebied Oortjespad is door de gemeente aangewezen als één van de locaties waar jaarlijks drie (meerdaagse) evenementen (zie paragraaf 4.4.6) zijn toegestaan, waarvan één sterk belastend. Het gaat daarbij om activiteiten die niet meer vallen binnen de normale bedrijfsvoering. Voor het recreatiegebied Oortjespad is een evenementenvergunning vereist zodra een activiteit de normale reguliere bedrijfsvoering overstijgt zoals die rechtens artikel 4 'Recreatie' en 5 'Water' in de regels van het bestemmingsplan is toegestaan. Het betreft activiteiten waarbij in één of meerdere tenten of in de open lucht, versterkt muziekgeluid wordt voortgebracht en waarbij het verwachte bezoekersaantal (en de daarbij behorende verkeer aantrekkende werking) groter is dan normaal. Voor het begin van elk jaar wordt door de gemeente een evenementenkalender vastgesteld op basis van de aangemelde vergunningplichtige evenementen. Hierdoor weten de omwonenden waar ze voor dat jaar op kunnen rekenen. Met de evenementenkalender wordt ook voorkomen dat op één locatie te veel sterk belastende evenementen binnen een te korte tijd worden georganiseerd (minimaal om de week). Het beleid van Kameryck is er op gericht om op het recreatiegebied en een deel van de waterplas buitenevenementen te organiseren die passen bij het landelijke karakter van het recreatiegebied. ‘Rust’ en ‘natuur’ zijn daarbij kernwoorden, maar daarnaast ook ‘ontmoeting’, ‘gezelligheid’ en ‘romantiek’. Op basis van deze visie zullen er geen evenementen georganiseerd worden met luidruchtige muziek, maar meer van het genre Kameryck Klassiek, zoals de 'Winterfair' of 'De dag van het Groene Hart'. Daarbij wordt het aantal bezoekers nader in de hand gehouden (begrensd) door de evenementen een besloten karakter te geven, dit wordt bewerkstelligd door de bezoekers te registreren of te limiteren via kaartverkoop en/of toegangscontrole en/of uitnodiging.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
30
Afbeelding - Zone voor evenementen, zoals weergegeven op de verbeelding
De begrenzing van de evenementen wat betreft omvang, geluid en frequentie is geborgd in de planregels van het bestemmingsplan (lid 8.2 'Gebruik voor evenementen'). Op de verbeelding wordt het terrein waarop de evenementen georganiseerd kunnen worden aangeduid (zie voorgaande afbeelding). In de planregels zijn de randvoorwaarden opgenomen waar met de evenementen aan voldaan moet worden: Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ
het aantal evenementen is gemaximeerd (maximaal 3); het aantal dagen dat een evenement mag duren is beperkt tot 5 dagen per evenement (plus 5 dagen voor op- en afbouw); er wordt maar één evenement tegelijkertijd georganiseerd, meerdere afzonderlijke evenementen zijn niet toegestaan; na een meerdaags evenement wordt een rustperiode van twee weekenden ingelast voor een volgend meerdaags evenement; het aantal bezoekers is gemaximeerd; niet meer dan 1.350 bezoekers per dag en in totaal niet meer dan 10.000 bezoekers per jaar; tijdens een evenement is al dan niet versterkt muziek- en stemgeluid enkel toegestaan tussen 7.00 en 23:00 uur; in de planregels zijn diverse geluidsnormen opgenomen, evenals de wijze waarop deze gecontroleerd moeten worden; In de planregels is aangegeven waar geparkeerd mag worden (zie paragraaf 3.7 en 5.13.3).
Met deze randvoorwaarden kan worden gegarandeerd dat tijdens de evenementen ruimschoots wordt voldaan aan de eisen zoals die opgenomen zijn in het gemeentelijk evenementenbeleid.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
31
3.7 Parkeervoorzieningen In de nieuwe situatie komt de parkeerplaats ter hoogte van de speelweide en peuterbadje (P4) te vervallen. De parkeerplaats ter hoogte van de kinderboerderij wordt uitgebreid. De parkeerplaatsen ter hoogte van Kameryck wordt heringericht en uitgebreid. Het totaal aantal parkeerplaatsen groeit van 339 parkeerplaatsen naar 409 parkeerplaatsen in de nieuwe situatie.
Afbeelding - Incidentele parkeervoorzieningen voor evenementen
Verspreid over het terrein bij Kameryck worden in de nieuwe situatie extra parkeerplaatsen gerealiseerd die alleen tijdens evenementen kunnen worden benut. In de nieuwe plannen ontstaat daardoor het volgende parkeeraanbod: - parkeerplaatsen (permanent)
409
- parkeerplaatsen (alleen bij evenementen)
168
- totaal
577
In paragraaf 5.13 wordt nader ingegaan op de parkeerbalans.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
32
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
33
Hoofdstuk 4
Beleidskader
4.1 Rijksbeleid 4.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte De kaders van het nieuwe rijksbeleid zijn opgenomen in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) die op 13 maart 2012 door de Minister van I&M is vastgesteld. Deze structuurvisie heeft als credo "Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig". In de structuurvisie zijn 13 nationale belangen gedefinieerd, waaronder het versterken van de mainportfuncties en het verbeteren van de rijksinfrastructuur, het behoud van erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde en ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora en fauna. De belangrijkste nationale belangen die gevolgen hebben voor dit bestemmingsplan zijn als volgt geformuleerd: Ÿ
Ÿ
Ÿ
efficiënt gebruik van de ondergrond In de ondergrond moet onder andere rekening gehouden worden met archeologie, ondergrondse rijksinfrastructuur (tunnels en buisleidingen) en de bescherming van de grondwaterkwaliteit en -kwantiteit; verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico's Het rijk en de waterschappen beschermen en verbeteren de waterkwaliteit door het treffen van fysieke maatregelen, het uitgeven van vergunningen en handhaving. Luchtkwaliteit, geluidsoverlast, wateroverlast, waterkwaliteit, bodemkwaliteit en het transport van gevaarlijke stoffen kennen een grote samenhang met de andere nationale belangen. Om toekomstige kosten en maatschappelijke schade te voorkomen, moeten bij ruimtelijke en infrastructurele ontwikkelingen de milieueffecten worden afgewogen; zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten Het rijk is verantwoordelijk voor een goed systeem van ruimtelijke ordening inclusief zorgvuldige, transparante ruimtelijke en infrastructurele besluiten. Dat betekent dat het systeem zo ingericht moet zijn dat integrale planvorming en besluitvorming op elk schaalniveau mogelijk is en dat bestaande en toekomstige belangen goed kunnen worden afgewogen. Gebruikswaarde, toekomstwaarde en belevingswaarde zijn hier onderdeel van. Het gaat dan zowel om belangen die conflicteren als belangen die elkaar versterken. Bij nieuwe ontwikkelingen, aanleg en herstructurering moet in elk geval aandacht zijn voor de gevolgen voor de waterhuishouding, het milieu en het cultureel erfgoed.
In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de randvoorwaarden waar dit bestemmingsplan aan dient te voldoen. Daarin komen ook de nationale belangen aan bod, waaronder archeologie, buisleidingen, waterhuishouding en cultureel erfgoed. Onderhavige ontwikkeling is niet in strijd met de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte.
4.1.2 Besluit algemene regelingen ruimtelijke ordening Kern van de nieuwe Wro is dat alle overheden hun ruimtelijke belangen vóóraf kenbaar maken en aangeven langs welke weg zij die belangen denken te realiseren. Het rijk en provincies bemoeien zich voortaan uitsluitend met wat daadwerkelijk van nationaal respectievelijk van provinciaal belang is. Ook moeten rijk en provincies duidelijk maken of de borging van een belang gevolgen heeft voor ruimtelijke besluitvorming door provincies en gemeenten.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
34
Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) is op 22 augustus 2011 vastgesteld en heeft als doel om vanuit een concreet nationaal belang een goede ruimtelijke ordening te bevorderen. De AMvB is het inhoudelijke beleidskader van het Rijk waaraan bestemmingsplannen van gemeenten moeten voldoen. Dat betekent dat de AMvB regels geeft over bestemmingen en het gebruik van gronden en zich primair richt tot de gemeente. Daarnaast kan zij aan de gemeente opdragen in de toelichting bij een bestemmingsplan bepaalde zaken uitdrukkelijk te motiveren. De algemene regels bewerkstelligen dat nationale ruimtelijke belangen doorwerken tot op lokaal niveau. Inhoudelijk gaat het om nationale belangen die samenhangen met het beschermen van ruimtelijke functies, zoals natuur in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), of met het vrijwaren van functies. Niet alle nationale ruimtelijke belangen staan in het Barro. Het besluit bevat alleen die nationale ruimtelijke belangen, die via het stellen van regels aan de inhoud of toelichting van bestemmingsplannen (of daarmee vergelijkbare besluiten) beschermd kunnen worden. Het gaat daarbij om de volgende belangen: Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ
rijksvaarwegen; project Mainportontwikkeling Rotterdam; kustfundament; grote rivieren; Waddenzee en waddengebied; defensie; hoofdwegen en landelijke spoorwegen; elektriciteitsvoorziening; buisleidingen van nationaal belang voor vervoer van gevaarlijke stoffen; Ecologische hoofdstructuur; primaire waterkeringen buiten het kustfundament; IJsselmeergebied (uitbreidingsruimte); erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde.
Onderhavige ontwikkeling heeft geen betrekking op deze nationale belangen en het bestemmingsplan is daarmee niet in strijd met het Barro.
4.1.3 Nationaal Waterplan 2009 - 2015 Het Nationaal Waterplan is op 12 december 2009 vastgesteld en is het formele rijksplan voor het nationale waterbeleid. In de Waterwet is vastgelegd dat het rijk dit plan eens in de zes jaar opstelt. Het huidige plan geldt voor de periode 2009-2015. Het is de opvolger van de Vierde Nota waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle voorgaande nota's waterhuishouding. Het plan bevat tevens de stroomgebiedbeheerplannen die op grond van de Kaderrichtlijn Water zijn opgesteld. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening is het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten tevens aan te merken als structuurvisie. Voor 2016 - 2021 wordt een nieuwe versie (ontwerp) van het Nationaal Waterplan voorbereid in de opmaat naar de geplande Nationale Omgevingsvisie medio 2018. Hierin worden de beleidswijzigingen van de afgelopen jaren en de nieuwe afspraken verwerkt. Alleen de onderwerpen die in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) als rijksbelang zijn aangemerkt, komen in het nieuwe waterplan. Gedecentraliseerde onderwerpen komen niet meer aan de orde: de gebiedsgerichte regionale uitwerkingen, het onderwerp wateroverlast en diverse gebruiksfuncties zoals recreatie(vaart). Ook de relatie tussen bodemdaling en waterhuishouding komt in het nieuwe waterplan niet meer aan de orde.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
35
Het Nationaal Waterplan 2009-2015 heeft betrekking op het gehele watersysteem van Nederland, zowel oppervlaktewater, grondwater, als de bijbehorende waterkeringen, oevers en dergelijke. Het kabinet kiest voor een strategie die bestaat uit "meebewegen, weerstand bieden, kansen pakken", adaptieve aanpak en samenwerking binnen en buiten het waterbeheer. Voor een duurzaam en klimaatbestendig watersysteem is het van belang bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening te houden met waterhuishoudkundige eisen op korte en lange termijn. Omgekeerd moet de waterbeheerder zich bewust zijn van het feit dat in een gebied meer dan alleen waterdoelen gerealiseerd moeten worden. Hij moet anticiperen op ruimtelijk-economische ontwikkelingen. Om een duurzaam en klimaatbestendig watersysteem te bereiken, moet water bepalender dan voorheen zijn bij de besluitvorming over grote opgaven op het terrein van verstedelijking, bedrijvigheid en industrie, landbouw, natuur, landschap en recreatie. De mate waarin water bepalend is bij ruimtelijke ontwikkelingen hangt af van de aard, omvang en urgentie van de wateropgave in relatie tot andere opgaven, aanwezige functies en bodemgesteldheid, en andere kenmerken in dat gebied. In paragraaf 5.12 wordt ingegaan op de wijze waarop met water in het plangebied is omgegaan. Het bestemmingsplan is niet in strijd met het Nationaal Waterplan.
4.1.4 Nota Belvedère De Nota Belvedère is een initiatief van het rijk om cultuurhistorie meer te betrekken bij ruimtelijke ontwikkelingen. De nota geeft de strategie aan waarbij cultuurhistorie uitgangspunt is voor ruimtelijke planvormingsprocessen. Het doel is tweeledig; verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving en behoud van het cultureel erfgoed. Het credo van Belvedère is dan ook 'behoud door ontwikkeling'. In het kader van de Nota Belvedère is een aantal cultuurhistorisch waardevolle gebieden en steden geselecteerd. In deze gebieden zijn de cultuurhistorische waarden -in vergelijking tot andere gebieden- van bijzondere betekenis. Het is niet de bedoeling dat hier een restrictief beleid gevoerd moet worden. Wel kunnen de aanwezige potenties benut worden ten behoeve van divers en kwalitatief (ruimtelijk) beleid. Behoud en ontwikkeling van cultuurhistorische waarden moeten als randvoorwaarden worden gegeven aan toekomstige ontwikkelingen. Het plangebied valt binnen het Belvedèregebied "Nieuwkoop - Harmelen". Dit geldt als een veenontginningslandschap van Europese betekenis. De langgerekte kavels van het veenpolderlandschap vormden de wingebieden. Over een grote lengte werd veen uitgebaggerd en op het land te drogen gelegd. Zo ontstonden grote trekgaten of petgaten, met daarnaast legakkers om het veen op te drogen. De plassen zijn ontstaan door het bij slecht weer wegslaan van de legakkers. Enkele fysieke dragers zijn: Ÿ Ÿ Ÿ
Ÿ
de archeologische component van de ontginning en bewoning van het veengebied; de zeer grote openheid van het landschap ten opzichte van de dichte lintbebouwing; de karakteristieke elementen en kenmerken als weteringen, boezemgebieden, landscheidingskaden, tiendwegen, strokenverkaveling, gerende en knikkende percelen, (huis)terpjes en eendenkooien en smalle polderwegen omzoomd door knotwilgen; de waardevolle boerderijen.
In paragraaf 5.4 wordt ingegaan op de archeologische en cultuurhistorische randvoorwaarden waar dit bestemmingsplan aan dient te voldoen. De mate van bescherming van aanwezige waarden is daarin opgenomen. Het plan voldoet daarmee aan de Nota Belvedère.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
36
4.2 Provinciaal beleid 4.2.1 Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013 - 2028 Provinciale Staten van Utrecht hebben in februari 2013 de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013 - 2028 (PRS) vastgesteld. Een van de pijlers voor ruimtelijke ontwikkeling die van belang is voor het plangebied is een landelijk gebied met kwaliteit. Ten aanzien van recreatie, als onderdeel van deze pijler, geeft de provincie aan dat zowel vanwege de toenemende vraag naar recreatie als het hebben van een tegenhanger van de toenemende verdichting in de dorpen en steden, ruimtelijke ontwikkelingen voor vrijetijdsbesteding gewenst zijn. De provincie wil samen met andere partijen voorzien in de toegenomen behoefte aan recreatiemogelijkheden op korte afstand van de woonomgeving. De eenheid tussen stad en ommelanden moet worden versterkt. De ontwikkeling van herkenbare en beleefbare cultuurhistorie draagt ook bij aan het voorzien in de recreatiebehoefte, even als de mogelijkheid tot het ervaren van rust en stilte. Als een terrein aantoonbaar voorziet in een dagrecreatieve behoefte van meer dan de aanliggende kernen dan beschouwt de provincie dit terrein als een bovenlokaal recreatieterrein. Het is van belang om ontwikkeling, exploitatie en beheer en onderhoud van bovenlokale recreatieterreinen duurzaam te organiseren. De bestaande bovenlokale dagrecreatieterreinen in het landelijk gebied krijgen, passend bij de andere provinciale belangen, ruimtelijke mogelijkheden om een kwaliteitsslag te kunnen maken om aan de veranderende vraag van recreanten te kunnen voldoen. Daarbij wordt ook actief ingezet op het exploitabel houden en het beheer van deze terreinen. Voor het exploitabel houden van bovenlokale dagrecreatieterreinen kan het nodig zijn voorzieningen toe te staan die inkomsten kunnen genereren. Daarbij denkt de provincie aan horeca, groepsaccommodatie, verblijfsrecreatie, leisurevoorzieningen en andere commerciële activiteiten voor zover passend bij de aard en de kwaliteit van de terreinen. Onderhavige ontwikkeling past in de visie van de provincie, zoals weergegeven in de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013, omdat er wordt ingespeeld op de (hoofdzakelijk) dagrecreatieve behoefte in de provincie en Oortjespad een bovenlokaal recreatiecentrum omvat.
4.2.2 Provinciale Milieuverordening 2013 In de provinciale milieuverordening zijn grondwaterbeschermingszones en stiltegebieden aangewezen. In de verordening zijn regels opgenomen ter bescherming en behoud van deze gebieden. Het plangebied ligt op een afstand van circa 240 m van het stiltegebied Kockengen/Teckop. Een stiltegebied bestaat uit een stille kern en een geluidsarm overgangsgebied.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
37
Afbeelding - Ligging stiltegebied Kockengen Teckop
De Provinciale Milieuverordening geeft een aantal richtwaarden waar rekening mee gehouden dient te worden: Ÿ Ÿ Ÿ
het gewenste totale geluidsniveau in de stille kern van een stiltegebied is maximaal 40 dB(A); in de bufferzone is het gewenste totale geluidsniveau maximaal 45 dB(A); het geluidsniveau mag niet te hoog worden, de provincie hanteert hiervoor een geluidsrichtwaarde. De richtwaarde voor inrichtingen buiten het stiltegebied bedraagt 35 dB(A) op een afstand van 50 meter in een stiltegebied Kockengen Teckop , gerekend vanaf de grens van het stiltegebied.
Uit akoestisch onderzoek blijkt dat het stiltegebied geen negatieve invloed ondervindt van de binnen dit bestemmingsplan toegestane activiteiten binnen het recreatiegebied aan het Oortjespad (zie paragraaf 5.11.3).
4.2.3 Provinciale Ruimtelijke Verordening 2013 Tegelijk met de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028 heeft de provincie Utrecht ook gewerkt aan een nieuwe Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV). De PRV 2013 is op 4 februari 2013 vastgesteld door Provinciale Staten van Utrecht. In de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) heeft de provincie regels opgenomen, die doorvertaald moeten worden in gemeentelijke bestemmingsplannen. Bovenlokaal recreatieterrein Het plangebied valt binnen de zone die is aangewezen als bovenlokaal recreatieterrein. Bij bovenlokale recreatieterreinen moet gedacht worden aan gebieden zoals het Henschotermeer, de Maarsseveense Plassen, Haarzuilens, Doornse Gat, het Noorderpark, RodS-gebieden en recreatieve poorten.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
38
Voor het exploitabel houden van bestaande bovenlokale recreatievoorzieningen kan het nodig zijn voorzieningen toe te staan die inkomsten kunnen genereren. Deze ontwikkeling wordt mogelijk gemaakt door deze regels. De voorzieningen moeten recreatie gerelateerd zijn. Hierbij kan gedacht worden aan horeca, leisurevoorzieningen, verblijfsrecreatie en andere recreatievoorzieningen. 1.
Een ruimtelijk plan kan bestemmingen en regels bevatten die ontwikkeling van aan het recreatieve gebruik gerelateerde voorzieningen op bestaande bovenlokale recreatieterreinen toestaan en die nieuwvestiging en uitbreiding van bestaande recreatieve poorten toestaan, mits is voldaan aan de volgende voorwaarden: a. de recreatieve gebruikswaarde van het gebied wordt versterkt; b. de omliggende agrarische bedrijven worden niet in hun bedrijfsvoering belemmerd. 2. Een ruimtelijk plan kan bestemmingen en regels bevatten die voorzien in uitbreiding van bestaande golfterreinen, mits is voldaan aan de volgende voorwaarden: a. de uitbreiding van het golfterrein mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van landschappelijke kernkwaliteiten, natuurwaarden en de cultuurhistorische waarden; b. recreatief medegebruik is gewaarborgd. 3. De toelichting op een ruimtelijk plan bevat een ruimtelijke onderbouwing waaruit blijkt dat aan de genoemde voorwaarden is voldaan. De recreatieve gebruikswaarde wordt aanzienlijk versterkt door onderhavig plan, wat blijkt uit de verwachte toename van het aantal bezoekers. De agrarische bedrijven in de omgeving worden niet gehinderd (zie hiervoor ook paragraaf 5.11). De uitbreiding van het bestaande golfterrein wordt landschappelijk ingepast en doet geen afbreuk aan de aanwezige kwaliteiten van de locatie, zoals blijkt uit hoofdstuk 5. Het recreatief gebruik wordt verder versterkt door het nieuwe wandelpad rond de plas, dat openbaar toegankelijk is. Stiltegebied Ten oosten van het plangebied ligt het stiltegebied "Kockengen Teckop". De Provinciale Ruimtelijke Verordening regelt voor stiltegebieden het volgende: 1.
een ruimtelijk plan bevat geen bestemmingen en regels die de geluidsbelasting negatief beïnvloeden; 2. de toelichting op een ruimtelijk plan bevat een beschrijving van het door de gemeente te voeren beleid en de wijze waarop hiermee in het plan is omgegaan.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
39
Afbeelding - Ligging stiltegebied Kockengen Teckop t.o.v. plangebied
In paragraaf 5.11.3 wordt aangetoond dat met de beoogde ontwikkelingen de geluidsbelasting binnen het stiltegebied niet negatief wordt beïnvloed. Het plan voldoet daarmee aan de gestelde voorwaarden uit de Provinciale Ruimtelijke Verordening 2013.
4.2.4 Kwaliteitsgids Utrechtse Landschappen: Gebiedskatern Groene Hart In 2011 heeft de provincie de Kwaliteitsgids Utrechtse Landschappen uitgegeven. Deze bestaat uit zes katernen met in elk katern een deelgebied nader uitgewerkt. Het doel van de kwaliteitsgids is het concreet maken van de kernkwaliteiten van de Utrechtse landschappen, zodat iedereen begrijpt over welke elementen het gaat. Het tweede doel is het bieden van inspiratie en houvast voor het omgaan met ontwikkelingen, zodat de kernkwaliteiten voor de toekomst zijn zekergesteld en zelfs beter beleefbaar worden. Ter plaatse van het plangebied is sprake van een opstrekkende (veen)ontginning. Het open weidelandschap van de opstrekkende ontginning wordt opgedeeld door bebouwingslinten haaks op de gerende strokenverkaveling en her en der een enkel pestbosje. Linten worden onderbroken door lege bajonetaansluitingen. Drie ondersoorten (opstrekkend veen, petgaten en plassen) geven diversiteit aan dit landschap. Kenmerken zijn het open landschap met schermen van bebouwingslinten en beplante achterkades en grasland in een strokenverkaveling. Ten aanzien van recreatieve routes wordt aangegeven dat oversteken middels eenvoudige planken bruggen moeten worden gerealiseerd. Een recreatief pad in het open landschap behoort tot de mogelijkheden. In het plan is rekening gehouden met de Kwaliteitsgids Utrechtse Landschappen. Hiervoor wordt tevens verwezen naar paragraaf 5.6.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
40
4.2.5 Agenda Vitaal Platteland De Agenda voor een Vitaal Platteland gaat uit van een integraal perspectief en richt zich op de economische, ecologische en sociaal-culturele aspecten van het platteland. Agrarische bedrijven staan voor de opgave om in periode van afnemende inkomsten en toenemende eisen (milieu, ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit) een duurzame bedrijfsvoering te ontwikkelen. Verbreding van de landbouw kan hierbij de mogelijkheid bieden voor agrariërs om hun bedrijfsvoering voort te zetten. De overheid geeft daarvoor de ruimte aan ondernemerschap op het platteland, door onder andere vermindering van regelgeving, kennis, het starten van een ondernemersprogramma, de inzet van plattelandsmiddelen en ruimtelijk beleid. Bestaande vrijkomende agrarische bebouwing (VAB's) biedt ruimte aan nieuwe activiteiten. In het gebiedsprogramma "Samenwerken aan Utrecht-West" zijn voor 2012-2015 de volgende opgaven en kansen opgenomen: Ÿ
Opgaven: 1. realiseren van Poorten en Toeristische Overstappunten; 2. versterken van fysieke en digitale samenhang tussen Poorten en Toeristische Overstappunten; 3. completeren van het Recreatieve Hoofdnetwerk en opheffen knelpunten.
Ÿ
Kansen: 1. versterken waterrecreatie; 2. versterken Merk & Marketing.
Poorten zijn prominente en herkenbare toegangslocaties van de recreatie- en natuurgebieden. De Poorten hebben een eigen attractiewaarde (en veelal horecavoorziening) en trekken op die manier ook publiek aan. Daarnaast is er een groter aantal Toeristische Overstappunten (TOP’s) die eveneens een gebiedsstartpunt zijn voor recreatieve activiteiten, maar bescheidener van opzet zijn. De Poorten en TOP’s zijn de toegangspunten voor het provinciale Recreatieve Hoofdnetwerk als samenhangend geheel van (boven)regionale routes voor wandelen, fietsen en varen. Het plangebied is aangewezen als een van deze Poorten (zie ook subparagraaf 4.2.6) en onderhavige ontwikkeling draagt bij aan het verhogen van de attractiewaarde. De ontwikkeling past binnen de Agenda Vitaal Platteland.
4.2.6 De aantrekkelijke regio: Visie Recreatie en Toerisme 2020 De Visie Recreatie en Toerisme 2020 (VRT) schetst de belangrijkste strategische opgaven voor de periode tot 2020: 1. Realiseren van een recreatieve hoofdstructuur (met routes, poorten en TOP’s); 2. Ruimte bieden voor de recreatiedruk rondom de steden Utrecht en Amersfoort (vervolg Recreatie om de Stad 2011); 3. Vernieuwing in de natuur (planologische ruimte voor recreatiebedrijven en natuurbehoud en versterking); 4. Beter beleefbaar maken van het groenblauwe landschap; 5. Ondersteunen van ondernemerschap (innovatie, kennisbevordering, ruimte voor nieuw ondernemerschap). Definitie poort Het plangebied is in de VRT aangewezen als poort. Een poort is een toeristisch-recreatief attractiepunt dat als bestemming functioneert, een knooppunt van wandel-, fiets- en/of
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
41
vaarroutes betreft én waar men het achterliggende toeristisch-recreatieve gebied ervaart. Een poort bestaat uit een cluster van ten minste zelfstandige horeca in combinatie met fiets- en/of kanoverhuur. Een poort bevat ruime parkeergelegenheid en informatie voor recreanten en toeristen over de recreatieve mogelijkheden in het eromheen gelegen bestemmingsgebied. Een poort heeft minimaal een regionaal bereik, wat betekent dat de poort aantrekkingskracht heeft op bezoekers van buiten de gemeente (in een straal van minimaal 30 kilometer). Sommige poorten zijn geen attractiepunt maar vooral functioneel. Ze bevatten diverse voorzieningen om de bezoeker die met openbaar vervoer of de auto komt verder het bestemmingsgebied in te leiden: horeca, informatie en verhuur. De meeste poorten zijn zelf een attractie en houden de bezoeker soms uren vast. Het zijn (erfgoed-)attracties, kastelen en buitens of recreatiegebieden. Ook deze poorten kunnen als uitvalbasis dienen om het gebied verder in te gaan.
Afbeelding - Recreatief Hoofdnetwerk: versterken en bewaken
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
42
Ambitie 2020: ondernemers spelen in op de veeleisende consument en dragen bij aan landschappelijke kwaliteit Ondernemers vormen bij uitstek de partij die het recreatieproduct voor de consument aantrekkelijk kunnen maken. Daarbij dragen ondernemers en/of private beheerders meer en meer zorg voor het behoud van de kwaliteit van het landschap. Nieuwe financieringsbronnen, die niet van de overheid afkomstig zijn, vormen hiertoe de basis. Bijvoorbeeld in de vorm van een entreeprijs, organisatie van een aantal evenementen, sponsoring en/of het toevoegen en uitbaten van horeca of attracties. Het organiseren en financieren van regionale en lokale marketing wordt een zaak van branchepartijen, bedrijfsleven en gemeenten. De ontwikkeling van het plangebied past binnen de Visie Recreatie en Toerisme 2020, waarin het bezoekerscentrum Oortjespad is aangewezen als poort.
4.3 Regionaal beleid 4.3.1 Waterbeheerplan 2010 - 2015 Dit waterbeheerplan 2010 - 2015 schetst de lange termijn ontwikkelingen en de visie van het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden voor een duurzaam watersysteem. Het gaat hierbij om de beleidsvelden veiligheid, watersystemen en (afval)waterketen in samenhang met de ruimtelijke omgeving, natuur- en milieudoelen en maatschappelijke en klimatologische ontwikkelingen. Het waterschap is momenteel bezig met een nieuw waterbeheerplan voor de periode 2016 2020. Het plangebied valt binnen het veenweidegebied. De kernkwaliteiten van dit gebied zijn: landschappelijke diversiteit, het (veen)weidekarakter, openheid en stilte. Voor de veenweidegebieden wordt de grondgebonden landbouw beschouwd als de belangrijkste drager van dit cultuurlandschap. Het waterbeheer is in grote delen van dit gebied gericht op het handhaven van het agrarisch gebruik en op het vertragen van de (ongelijkmatige) bodemdaling, waarbij (technische) innovaties een belangrijke rol spelen. Om het watersysteem beheerbaar te houden, worden robuustere watereenheden gerealiseerd door bijvoorbeeld het vergroten van de peilvakken. In de meest kwetsbare delen blijft landbouw onder andere omstandigheden mogelijk of worden kleinschalige transities gerealiseerd. Het plan is in overleg met het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden tot stand gekomen. In het plan is dan ook rekening gehouden met de eisen vanuit het Waterbeheerplan 2010 - 2015.
4.3.2 Watergebiedsvisie Kamerik en Kockengen Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden heeft een watergebiedsplan opgesteld voor het gebied Kamerik en Kockengen. In een watergebiedsplan beschrijft het waterschap de richtlijnen voor het waterbeheer in een bepaald gebied. Uitgangspunt hierbij zijn de verschillende gebruiksfuncties in het gebied, zoals landbouw, natuur en bebouwing. Het watergebiedsplan resulteert in nieuwe peilbesluiten en inrichtingsplannen voor het watersysteem. De waterplas ‘De Eend’ krijgt de functie ‘seizoensberging’, dat wil zeggen dat (zoet)water opgeslagen wordt in natte perioden om te gebruiken in perioden met een watertekort. Bij de plas wordt een stuw geplaatst en enkele watergangen in de polder worden afgedamd. Een nieuwe watergang ten oosten van de plas moet ervoor zorgen dat de waterkwaliteit minder fluctueert door vermindering van instromend landbouwwater. Hierdoor kan algenbloei worden voorkomen. De plas wordt apart peilgebied met een flexibel peilbeheer.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
43
Voor een goede aan- en afvoer van water in het peilgebied Kamerik-Teijlingens, waar het plangebied binnen valt, zal het waterschap enkele duikers nabij plas de Eend vervangen door bruggen en zal het traject van de hoofdwatergang nabij het gemaal overgedimensioneerd worden aangelegd. Dit betekent dat de watergang verbreed wordt, zodat de afvoercapaciteit voldoende groot blijft. Het plan is in overleg met het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden tot stand gekomen. Daarbij is onder andere geanticipeerd op maatregelen uit de Watergebiedsvisie Kamerik en Kockengen.
4.4 Gemeentelijk/lokaal beleid 4.4.1 Ruimtelijke Structuurvisie Woerden 2009 - 2030 De Ruimtelijke Structuurvisie biedt een ruimtelijk ontwikkelings- en toetsingskader voor de gemeente Woerden voor de periode tot 2030. De toeristische opgave is het ontwikkelen van de recreatieve potentie van Woerden door in het buitengebied het routenetwerk voor fiets, voetganger en kano te verbeteren en uit te breiden, routes in stad en buitengebied met elkaar te verbinden en door recreatieve voorzieningen uit te breiden. Het gemeentelijk actieprogramma in de Nota recreatie en toerisme richt zich op vrijliggende fietspaden, netwerken van paardrijdmogelijkheden en ruiterroutes bij stallingsvoorzieningen en het vergroten van de wandelmogelijkheden tussen Kamerik en Zegveld, Houtkade en de Grecht, aan de westzijde van Woerden en een binnenstadsroute in Woerden. Ook heeft de gemeente de ambitie om de komende jaren waterrecreatie als speerpunt verder uit te werken. Met onderhavig plan is ingespeeld op de ambities van de gemeente ten aanzien van de recreatieve potentie van Woerden, zoals verwoord in de Ruimtelijke Structuurvisie Woerden 2009 - 2030.
4.4.2 Landschapsontwikkelingsplan Woerden In het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) Woerden wordt inzichtelijk gemaakt hoe de gemeente de ontwikkeling van het landschap voor de komende 10 jaar wil insteken. Rekening houdend met de ontwikkeling van de verschillende functies in het landelijk gebied wordt beschreven hoe de landschappelijke waarden behouden en versterkt kunnen worden. Daarnaast gaat de visie in op de mogelijkheden om het landschap te beleven. Het plangebied valt binnen het veenweideland. Belangrijk is hier het extra beschermen van de gaafheid en heelheid van bijzondere eenheden van verkaveling. Alle nieuwe ontwikkelingen, waaronder de door rijk en provincie gewenste grootschalige natuurontwikkelingen, die worden opgenomen in veenweideland, moeten zoveel mogelijk de landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten van het landschap in stand houden of versterken. In onderhavig plan is rekening gehouden met het veenweidelandschap en de kwaliteiten daarvan. Een verdere beschrijving is opgenomen in paragraaf 5.6.
4.4.3 Welstand Woerden, herziening 2009 De gemeente Woerden heeft de mogelijkheid om welstandsbeleid te voeren zoals aangegeven in de Woningwet van 1 januari 2003 gebruikt om op basis van de samenhang in gebieden en objecten beoordelingscriteria te formuleren. Een belangrijke pijler van de welstandsnota is het gebiedsgerichte welstandsbeleid. De gebiedsgerichte welstandscriteria worden gebruikt voor de kleine en middelgrote bouwplannen.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
44
Beschrijving Recreatieterreinen, waar volgens de welstandsnota Oortjespad toe behoort, zijn op zichzelf gelegen en naar binnen gekeerde gebieden met veelal eigen voorzieningen en een rondlopende ontsluitingsroute. De bebouwing wordt gekenmerkt door kleinschaligheid en herhaling van een vrijstaand woningtype langs een heldere structuur. De uitstraling is veelal eenvoudig en monotoon. De gebouwen hebben een eenvoudige opbouw en bestaan in hoofdzaak uit een onderbouw van één tot twee lagen met een flauw hellende kap of plat dak Waardebepaling en ontwikkeling De sport- en recreatieterreinen zijn helder en eenvoudig qua opzet en bebouwing en hebben een groen karakter waarbij de gebouwen een ondergeschikte rol spelen. De architectuur is terughoudend. Het beleid is terughoudend en gericht op beheer. Mogelijke uitbreidingen zullen met name buiten de kern goed in het landschap ingepast moeten worden. Gewoon welstandsgebied Sport- en recreatieterreinen zijn gewone welstandsgebieden. De welstandscommissie zal bij de advisering onder meer aandacht schenken aan het behoud van de terughoudende architectuur en landschappelijke inpassing. Daarbij wordt gekeken naar ligging, massa, architectonische uitwerking en materiaal en kleurgebruik. In de welstandsnota worden deze criteria nader ingevuld. Bij de ontwikkeling van het plan is rekening gehouden met het beleid uit de welstandsnota ten aanzien van de bebouwing in het plangebied.
4.4.4 Nota Recreatie en Toerisme In regionaal verband is een aantal route-informatiepunten ontwikkeld, waarvan twee in de gemeente Woerden. Recreatiegebied Oortjespad is een zogenaamd concentratiepunt, met ruime parkeermogelijkheden en een bushalte. De regio kent een dicht netwerk van fietsknooppunten. Routepunt Oortjespad is een TOP: opstappunt voor fietsen en wandelen. In het fietsknooppuntennetwerk zijn verscheidene voormalige fietsroutes gebundeld. Woerden is een opstappunt voor de Midden-Nederlandroute (LF4), een lange afstandsroute van 300 km. De start- en opstappunten voor verschillende recreatieve routes in het buitengebied, fungeren tevens als een aantrekkelijk afstappunt, waarmee recreanten verleid worden langer in het buitengebied te verblijven. Uit onderzoek naar cijfers voor het Groene Hart bleken medio 2008 de volgende zaken, die relevant zijn voor het plangebied: Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ
Ÿ Ÿ Ÿ
De belangstelling voor dagrecreatie en toerisme op het platteland neemt toe. Het merendeel (70%) van de inwoners van de provincie Utrecht komt in zijn vrije tijd op het Utrechtse platteland. De voornaamste activiteiten daarbij zijn wandelen (81%) en fietsen (73%). In het voorjaar en de zomer gaat iets meer dan de helft van de Utrechtse inwoners iedere week minimaal één keer naar het platteland. In de herfst en winter zakt de bezoekfrequentie naar één tot enkele keren per maand. 17% van de Utrechters bezoekt wel eens een plattelandstoeristische voorziening. Recreanten uit de provincie Utrecht geven aan vooral behoefte te hebben aan fiets- en wandelpaden, routestructuren en goede toegankelijkheid. De golfsport wordt steeds populairder. In 2008 werd nog verwacht dat medio 2010 minimaal 1,9% van de bevolking de golfsport zal beoefenen. De golfsport staat nog steeds in de belangstelling. Uit trendcijfers van de Rabobank
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
45
(branche-informatie) blijkt dat het aantal golfers inmiddels 2,3% van de bevolking betreft. In de provincie Utrecht is dit aantal hoger (bijna 3,2%). De grootste kans voor Woerden ligt in het bieden van ‘gezonde’ openluchtrecreatiemogelijkheden vlakbij huis. Niet alleen omdat het aantal inwoners in de directe omgeving de afgelopen jaren fors is gestegen (met name door Leidsche Rijn, de grootste nieuwbouwlocatie van Nederland), maar ook omdat de belangstelling van mensen voor traditionele recreatievormen zoals wandelen en fietsen hoog blijft. De gemeente Woerden kan tienduizenden mensen sportieve en aantrekkelijke openluchtrecreatiemogelijkheden bieden vlakbij hun eigen woonomgeving. De belangstelling voor evenementen en nieuwe, tijdelijke locaties waar ‘iets leuks’ valt te beleven, is ook een kans. Het beeld dat in Woerden ‘altijd wat te doen is’ bestaat bij veel mensen al, maar kan nog sterker vorm krijgen. Woerden heeft vele locaties die daarvoor kansen bieden én veel lokaal initiatief: individuen, organisaties en ondernemers die graag iets willen organiseren. Voor wat betreft het inspelen op trends en ontwikkelingen en het ontwikkelen van producten die passen bij de (nieuwe) wensen van de hedendaagse consument, ligt het initiatief bij de markt. Visie Als motto voor de visie wordt ingezet op het versterken van de poortfunctie van Woerden. Door Woerden verder te ontwikkelen als Poort naar het Groene Hart, maar ook door bezoekers te verleiden via de Woerdense stadspoort de historische binnenstad te bezoeken. Basis daarvoor is een goed functionerend toeristisch-recreatief routenetwerk (wandelen en fietsen), met voldoende rustpunten en horecavoorzieningen. Waarbij het bijzondere wordt belicht door bijzondere attracties – die ook uit tijdelijke voorzieningen en evenementen kunnen bestaan. De prioriteit ligt bij de Woerdense bevolking en bewoners uit de regio. De ligging van Woerden in het Groene Hart betekent dat Woerden een belangrijke rol speelt in het vervullen van de recreatiebehoefte van de bewoners van omliggende stedelijke gebieden – in het bijzonder Utrecht en Leidsche Rijn. Uiteraard zijn ook bezoekers uit overig Nederland en daarbuiten van harte welkom, en heeft Woerden ook hun aardig wat te bieden. De ontwikkeling van het onderhavige plangebied sluit aan bij de visie van de gemeente Woerden en speelt in op de behoeften die uit marktonderzoek (uit 2008) in het Groene Hart zijn gebleken.
4.4.5 Horecastructuurvisie Woerden Met deze structuurvisie worden nieuwe initiatieven voor horeca getoetst en gewenste ontwikkelingen gestimuleerd. De toekomstvisie horeca heeft dus vooral betrekking op het horecavestigingsbeleid. Kernvragen zijn of de horeca zich inmiddels voldoende heeft ontwikkeld conform de uitgangspunten, of er nog economische uitbreidingsruimte is, voor welke horecatypen en op welke locaties. In de horecastructuurvisie is aangegeven dat Kameryck een moderne, fraai vormgegeven vergader- en recreatielocatie is, die zowel een kwaliteitsrestaurant, pitch&putt golf, sport en spelarrangementen, vergaderarrangementen en feestconcepten te bieden heeft. De combinatie van hoogwaardige zakelijke faciliteiten, sport- en spelfaciliteiten, de omvangrijke buitenlocatie (15 hectare) en de incidentele buitenconcerten (klassieke muziek) maken deze locatie zeer vernieuwend. In het restaurant wordt met ecologische en streekgebonden producten gekookt.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
46
Voor horeca in het buitengebied zijn combinaties met recreatievoorzieningen en –activiteiten meestal essentieel voor de levensvatbaarheid. Dit is zeker ook in het fraaie, waterrijke buitengebied van Woerden het geval, gegeven voorbeelden als Kameryck, de Boerinn en De Meijetuin. Meer nog dan in binnensteden moeten deze zaken hun eigen bezoekersstromen genereren: gasten komen er doelgericht. Ondernemers moeten in staat worden gesteld om de seizoengebondenheid van hun bedrijf te verminderen, mits ze de meerwaarde van hun initiatieven voor het buitengebied en voor de gemeente (ruimtelijk, toeristisch-recreatief, economisch, imago, etc.) helder kunnen aantonen. Horeca moet in het buitengebied ondersteunend zijn aan de recreatiefunctie en passen binnen het beleid voor het Groene Hart. Deze criteria gelden ook voor nieuwe horecazaken in het buitengebied. Kameryck valt binnen het deelgebied "buitengebied". De ambitie hiervoor is: Ÿ Ÿ
horeca ter versterking van dag- en verblijfsrecreatie; versterken zakelijke ontmoetingsfunctie in buitengebied.
De doelgroepen zijn: Ÿ Ÿ Ÿ
lokaal: inwoners gemeente Woerden; regionaal: recreanten, zakelijke bezoekers; bovenregionaal: recreanten en toeristen, zakelijke bezoekers.
De ontwikkelingsrichting bedraagt: Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ
horeca ondersteunend aan recreatievoorzieningen (ondergeschikt); inspelen op omgevingskwaliteiten en routestructuren; beperkte horeca bij agrarische bedrijven, ondersteunend aan hoofdfunctie; nieuwe zelfstandige horeca alleen op toeristisch-recreatieve knooppunten.
De randvoorwaarden die de gemeente heeft gesteld zijn: Ÿ Ÿ Ÿ
ondersteunende horeca alleen in rechtstreeks verband met de hoofdbestemming; goede bereikbaarheid en voldoende parkeergelegenheid; versterken van het netwerk voor wandelaars en fietsers.
Het bestemmingsplan sluit aan op de doelstellingen van de Horecastructuurvisie. Er is sprake van horeca die ondersteunend is aan de hoofdbestemming "Recreatie". De horeca vormt onderdeel van het recreatiegebied is daarmee verbonden wat betreft beheer en exploitatie. De horeca is toegestaan ter versterking van de hoofdfunctie "recreatie" opdat de duurzaamheid van de hoofdfunctie gewaarborgd is. De horeca staat dus ten dienste van en vormt niet de hoofdfunctie. Dat wil dan niet zeggen dat geen zelfstandige horeca-activiteiten mogelijk zijn, maar er mag geen situatie ontstaan dat er een geheel zelfstandige horecavoorziening ontstaat die geheel los komt te staan van het recreatiegebied. Kameryck is en blijft nauw verweven met recreatie (zie ook 'Plan Oortjespad Plus: Gezonde exploitatie en verrijking van het gebied' in paragraaf 3.1). Oortjespad-plus investeert in specifieke recreatievoorzieningen zoals de Pich&Putt golfbaan en de midgetgolfbaan, de groepsaccommodatie (verblijfsrecreatie), schietbaan en andere sport en spel voorzieningen. In het erfpachtcontract met het recreatieschap zijn de exploitatiemogelijkheden voor de horecaondernemer onlosmakelijk verbonden aan zijn verantwoordelijkheden (verplichtingen) voor beheer en onderhoud van het terrein.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
47
Ook in de planregels van het bestemmingsplan is deze verplichting opgenomen. In lid 4.4.3 'Voorwaardelijke verplichting gebruik horeca' wordt horeca alleen toegestaan als de overige gronden met de bestemming 'Recreatie' worden opengesteld en beheerd als recreatiegebied. Met het voorliggende bestemmingsplan wordt daarmee voldaan aan de randvoorwaarden uit de horecastructuurvisie.
4.4.6 Gemeentelijk evenementenbeleid "Evenementen met de W-factor" In het op 1 januari 2012 in werking getreden beleidsdocument is aangegeven op welke wijze de gemeente Woerden wil omgaan met het beleid ten aanzien van de evenementen in de openbare ruimte. Onder evenementen wordt in de evenementennota verstaan 'evenementen in de openbare ruimte waarvoor een evenementenvergunning vereist is'. In de nota wordt binnen de vergunningplichtige evenementen nog een nader onderscheid gemaakt tussen: Ÿ Ÿ
belastende evenementen; gebruik van versterkte muziek en eindtijd na 20:00 uur (maar voor 23:00 uur); sterk belastende evenementen; gebruik van versterkte muziek en eindtijd na 23:00 uur.
Onder 'Evenementen met de W-factor' worden evenementen verstaan die: Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ
passen bij het merk Woerden; bijdragen aan de positionering van Woerden; de levendigheid van Woerden vergroten; aanvaardbare hinder veroorzaken; voldoen aan de gestelde voorwaarden.
De gemeenteraad heeft op 23 juni 2011 ook besloten dat de burgemeester als bevoegd bestuursorgaan met betrekking tot het verlenen van evenementenvergunning op grond van de Algemeen plaatselijke verordening de kaderstellende nota verder zou moeten uitwerken ten aanzien van evenementenlocaties en geluidsnormen. In de evenementennota wordt voor vergunningplichtige evenementen een kader gesteld, onder andere met betrekking tot: Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ
Ÿ Ÿ Ÿ
toezicht en veiligheid; verboden evenementen; uiterste eindtijden (24:00 uur door de week en 01:00 uur in het weekend); verkeer en parkeren geluidsniveau (gemiddeld geluidsniveau van LAeq= 80 dB(A) gemeten op de dichtstbij gelegen woning van derden en mogelijke een extra toets van 95 dB(C) ter beperking van bastonen); collectieve en incidentele festiviteiten; locaties die geschikt zijn voor evenementen, waaronder het recreatiegebied Oortjespad; bijzondere evenementen.
Voor het begin van elk jaar wordt door de gemeente een evenementenkalender vastgesteld op basis van de aangemelde vergunningplichtige evenementen. Hierdoor weten de omwonenden waar ze voor dat jaar op kunnen rekenen. Met de evenementenkalender wordt ook voorkomen dat op één locatie te veel sterk belastende evenementen binnen een te korte tijd worden georganiseerd (minimaal om de week). Ook het recreatiegebied Oortjespad is aangewezen als een van de locaties waar een beperkt aantal vergunningplichtige evenementen is toegestaan. Het gaat dan om de zogenaamde "grote" buitenevenementen, die passen bij de aard van Oortjespad, zoals "Kameryck Klassiek"
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
48
dat een landelijke uitstraling voor Woerden heeft. Ten aanzien van Oortjespad geldt het volgende: Ÿ Ÿ
maximaal drie belastende evenementen, waarvan één sterk belastend; onder een evenement wordt (ook) een meerdaags evenement verstaan.
Voor het recreatiegebied Oortjespad is een evenementenvergunning vereist zodra een activiteit de normale reguliere bedrijfsvoering overstijgt zoals die rechtens artikel 4 en 5 in de planregels van het bestemmingsplan is toegestaan. In dit nieuwe bestemmingsplan voor het recreatiegebied wordt de lijn gevolgd uit het Evenementenbeleid en wordt in de regels geregeld dat het is toegestaan om maximaal drie "grote" (meerdaagse) evenementen per jaar te organiseren binnen een daartoe aangewezen gebied. In de planregels (lid 8.2) wordt niet alle ruimte overgenomen die deze beleidsnota biedt ten aanzien van het organiseren van evenementen. Er wordt rekening gehouden met de aard van de locatie en de omgeving (omwonenden). Daarom zijn er in de planregels beperkingen opgenomen, bijvoorbeeld ten aanzien van geluid, de maximale bezoekersaantallen evenals de duur en frequentie van evenementen.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
49
Hoofdstuk 5
Randvoorwaarden
5.1 Uitgangspunt; bezoekersaantallen Het voorliggende bestemmingsplan heeft tot doel om de beoogde ontwikkeling van het bestaande recreatiegebied, de kinderboerderij en het multifunctionele recreatiecentrum Kameryck aan het Oortjespad te Kamerik mogelijk te maken. In het voorliggende bestemmingsplan is zoveel mogelijk geprobeerd de planologische ruimte als een 'maatpak' vorm te geven: op de verbeelding en in de planregels wordt ruimte gegeven waar mogelijk en beperkingen opgelegd waar noodzakelijk. De beperkingen hebben vooral betrekking op toegestane functies en op maximalisatie van bouwmogelijkheden (bouwvlakken), oppervlaktes en bezoekersaantallen. In de voorliggende hoofdstukken is een beschrijving opgenomen van de bestaande situatie. Van de nieuwe situatie is een vrij uitgebreide opsomming gegeven van alle uitbreidingen waarin het bestemmingsplan voorziet. In de navolging van de uitspraak van de Raad van State wordt in het voorliggende hoofdstuk inzicht gegeven in de gevolgen die de uitbreidingen hebben voor de intensiteit van het gebruik Bezoekersaantallen spelen een grote rol bij het bepalen/berekenen van de invloed van de beoogde ontwikkelingen op de omgeving. Daarvoor is het van belang om een eenduidig beeld te krijgen van het aantal bezoekers/passanten dat nu en in de toekomst het gebied bezoekt. Daarnaast waren er twijfels ontstaan over het bestaand/verouderd cijfermateriaal (Grontmij 2008). Dit laatste betekent dat de in het vernietigde bestemmingsplan opgenomen aantallen bezoekers deels gebaseerd zijn op gedateerde prognoses. Er is daarom extra onderzoek uitgevoerd door Van Spronsen & Partners, Telwerk BV en Koninklijke Horeca Nederland (KHN). Door Van Spronsen & Partners (veldwerk/enquêtes) en Telwerk (mechanische tellingen van auto's en fietsen) is onderzoek uitgevoerd naar de bezoekersaantallen in de huidige situatie en de verdeling van de bezoekers over de verschillende attracties die het gebied herbergt (zie bijlagen 6 en 7). Van Spronsen heeft hiervoor ook de informatie gebruikt van de firma Telwerk. Telwerk heeft bij alle ingangen in het gebied telslangen geplaatst. Hieraan zijn computers verbonden die alle auto- en fietsbewegingen hebben geregistreerd. Door Koninklijke Horeca Nederland, BedrijfsAdvies is een berekening gemaakt van de toename van het horecagebruik als gevolg van het nieuwe bestemmingsplan (zie bijlage 8). Centrumarchitecten BV heeft de verschillende onderzoeken op elkaar afgestemd en de rode draad aangegeven in het kader van het nieuwe bestemmingsplan. Daarbij is een analyse (zie bijlage 9) gedaan op basis van het bestaand cijfermateriaal. Tot slot is een prognose gemaakt voor het te verwachten aantal bezoekers in de toekomstige situatie. Voor de toekomstige aantallen is daarbij niet alleen gekeken naar wat de concrete plannen voor het recreatiegebied zijn, zoals beschreven in het plan 'Oortjespad Plus' (zie ook paragraaf 3.1 en verder), maar ook naar wat planologisch theoretisch maximaal mogelijk wordt gemaakt: Ÿ
Ÿ
Geconcludeerd wordt dat de huidige bezoekersaantallen aan het Oortjespad, op basis van bezoekerstellingen van Van Spronsen & Partners, vastgesteld kunnen worden op 136.000 tot 152.000 bezoekers. Er wordt daarbij uitgegaan van een gemiddelde van 144.000 bezoekers. Wanneer het voorliggende bestemmingplan rechtskracht heeft en de plannen zoals geformuleerd in het plan 'Oortjespad Plus' gerealiseerd zijn, is er een bezoekersaantal berekend van 204.000 bezoekers. Uitgaande van een gelijke bandbreedte komt dit neer op
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
50
Ÿ
een marge van 198.000 tot 210.000 bezoekers. Dit wordt als een realistisch scenario beschouwd. In het maximale scenario wordt rekening gehouden met wat het bestemmingsplan maximaal mogelijk maakt. In dit scenario presteren alle bedrijfsonderdelen gelijktijdig onder ideale omstandigheden (optimaal en maximaal). Op basis van berekeningen van Koninklijke Horeca Nederland wordt uitgekomen op een maximaal aantal van 263.000 bezoekers. Gesteld wordt dat dit geen realistisch scenario is. Er zijn vijf bedrijfsonderdelen (Zie tabel 2 van de Analyse bezoekersaantallen in bijlage 9) De kans dat alle onderdelen gelijktijdig optimaal en maximaal presteren is nihil. Zeker gegeven het feit dat sommige onderdelen elkaar afremmen/minder goed gelijktijdig verdragen, zoals de zakelijke gast en de leisure gast. Het maximale scenario zal zich in de praktijk niet voordoen. Het maximale scenario is een hypothetisch scenario op basis waarvan veiligheidshalve de milieueffecten worden getoetst.
5.2 M.e.r.-beoordeling In het kader van het bestemmingsplan is door ingenieursbureau Tauw een m.e.r.-beoordeling uitgevoerd. De Aanmeldingsnotitie MER-beoordeling is als bijlage 10 bij de toelichting opgenomen. In de aanmeldingsnotitie wordt aangegeven dat de uitbreiding, wijziging of uitbreiding van onder andere een themapark valt in categorie D10 van het Besluit m.e.r. Op grond van deze categorie geldt de m.e.r.-beoordelingsplicht voor besluiten die de aanleg, wijziging of uitbreiding van een themapark mogelijk maken in gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op: Ÿ Ÿ Ÿ
250.000 bezoekers of meer per jaar; een oppervlakte van 25 hectare of meer; een oppervlakte van 10 hectare of meer in een gevoelig gebied.
Het Besluit m.e.r. geeft aan dat het bij themaparken vooral gaat om pretparken en dergelijke. Oortjespad is niet aan te merken als een pretpark. Vanwege een zorgvuldige ruimtelijke ordening en vanwege overschrijding van enkele van de bovenstaande drempelwaarden, is besloten een m.e.r.-beoordeling op te stellen.
5.2.1 Beoordeling belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu Wanneer kan er sprake zijn van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu? Het doel van de m.e.r.-beoordeling om in beeld te krijgen of er 'belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu optreden' die het opstellen van een MER noodzakelijk maken. Dit op basis van paragraaf 7.6 van de Wet Milieubeheer (Wm), met name artikel 7.17 lid 3 waarin wordt verwezen naar de selectie criteria opgesomd in Bijlage III van de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling. De belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen betrekking hebben op: Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ
de kenmerken van de activiteit; de plaats waar de activiteit plaatsvindt; de samenhang met andere activiteiten ter plaatse (cumulatie); de kenmerken van de belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu die de activiteit kan hebben.
De vraag is of er als gevolg van de voorgenomen ontwikkeling sprake is van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu. In de aanmeldingsnotitie zijn de milieueffecten beschreven.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
51
Vervolgens heeft de beoordeling plaatsgevonden op grond van de criteria voor de belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu. Kenmerken van de activiteit Bij de kenmerken van de activiteit dient in het bijzonder in overweging te worden genomen: Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ
de omvang van het project; het gebruik van natuurlijke hulpbronnen; de productie van afvalstoffen; verontreiniging en hinder; risico van ongevallen, met name gelet op de gebruikte stoffen of technologieën.
Ten aanzien van de uitbreiding van recreatieve voorzieningen in het recreatiegebied zijn vooral de aspecten 'de omvang van het project' en 'verontreiniging en hinder' van belang. De overige aspecten (gebruik van natuurlijke hulpbronnen, de productie van afvalstoffen en risico van ongevallen) zijn gezien de voorgenomen activiteit minder relevant en met name bedoeld voor meer industrieel getinte initiatieven. Het betreft een uitbreiding binnen een bestaand recreatiegebied. Het gebruik wordt geïntensiveerd, maar blijft overeenkomstig het karakter van het gebied. Door het vastleggen van diverse begrenzingen in het bestemmingsplan wordt de maximale milieuhinder als gevolg van het plan inzichtelijk gemaakt en begrensd. Door de spreiding van de bezoekers gedurende de week en gedurende de dag door een gevarieerd aanbod van voorzieningen en activiteiten gaan de bezoekers op in reguliere verkeersbeeld. Uitzondering hierop zijn de evenementen, maar het verkeersonderzoek heeft aangetoond dat ook voor deze situatie geldt, dat de aanwezige verkeersstructuur voldoende capaciteit heeft voor een probleemloze afwikkeling. Hinder voor omwonenden zal zich beperkt voordoen tijdens de reguliere bedrijfsvoering. Ten opzichte van de huidige situatie neemt de hinder (verkeer, lucht en geluid) op een gemiddelde weekdag en een piekdag toe, maar blijft binnen de hiervoor vastgestelde wettelijke normen. Mogelijke hinder kan ontstaan tijdens de bouwwerkzaamheden en tijdens de op- en afbouw van de het evenemententerrein en zal zich concentreren ter plaatse van de bouwlocaties. Deze hinder heeft een tijdelijk karakter en vindt plaats op een afstand van minimaal 250 m van de woonbebouwing. Het zoveel mogelijk voorkomen van hinder wordt geborgd door een ontheffing APV dan wel een af te geven omgevingsvergunning, waarin voorwaarden worden opgenomen met betrekking tot de uitvoering, de uitvoeringsperiode en de te treffen maatregelen om hinder te voorkomen. Ook tijdens de evenementen (maximaal drie per jaar) zal er sprake zijn van extra verkeersdrukte en geluidsbelasting. De bedrijfsvoering van deze evenementen is in het bestemmingsplan begrensd in uren en in maximale geluidsbelasting ter plaatse van de geluidgevoelige bestemmingen in de omgeving (woningen en het stiltegebied Kockengen/Teckop). Op deze manier wordt de hinder als gevolg van deze evenementen beheerst tot een acceptabel niveau. Door middel van het monitoren tijdens deze evenementen kan worden geborgd en aangetoond dat de vastgelegde geluidsnormen niet worden overschreden. Er is geen sprake van bijzondere nadelige milieugevolgen als gevolg van de kenmerken van de activiteit. Plaats van de activiteit De voorgenomen plannen betreffen de uitbreiding van recreatieve voorzieningen in het bestaande recreatiegebied Oortjespad. Uit de aanmeldingsnotitie blijkt dat ter plaatse van het recreatiegebied, de in de omgeving gelegen beschermde gebieden (Natura 2000 en stiltege-
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
52
bied) en woonbestemmingen mogelijk nadelige gevolgen uitblijven. Er is daarom geen sprake van bijzondere nadelige milieugevolgen. Samenhang met andere activiteiten ter plaatse Er zijn geen andere ontwikkelingen in de omgeving voorzien die in samenhang met deze activiteit moeten worden beschouwd. Kenmerken van de belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu Voor de beoordeling van eventuele belangrijke nadelige milieugevolgen moet gekeken worden naar: Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ
het bereik van het effect (de geografische zone en de grootte van de getroffen bevolking); het grensoverschrijdende karakter van het effect; de orde en grootte en de complexiteit van het effect; de waarschijnlijkheid van het effect; de duur, frequentie en de onomkeerbaarheid van het effect.
5.2.2 Conclusie (geen) belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu In hoofdstuk 3 van de Aanmeldingsnotitie MER-beoordeling (zie bijlage 10) zijn voor de relevante thema's de mogelijke milieugevolgen besproken. Samengevat wordt het volgende geconcludeerd: Ÿ
Ÿ
Ÿ
Wanneer er geen 'belangrijke nadelige gevolgen' zijn voor het milieu is het conform de wetgeving en de vigerende praktijk niet nodig om een volledige m.e.r.-procedure te doorlopen. Onderliggende toetsing aan de selectiecriteria uit de bijlage 3 EU-richtlijnen 85/337/EEG maakt duidelijk dat er geen sprake is van de bijzondere nadelige gevolgen die het opstellen van een MER noodzakelijk maken. De effecten zijn lokaal, beperkt en met sectorale wetgeving goed te borgen. Om bovenstaande reden wordt geconcludeerd dat het doorlopen van een m.e.r.-procedure niet noodzakelijk is. Ook is uit deze m.e.r.-beoordeling gebleken dat er geen (significant) negatieve effecten te verwachten zijn voor Natura 2000-gebied 'Nieuwkoopse Plassen & De Haeck'. Geconcludeerd wordt dat een verplichting tot planm.e.r. niet aan de orde is.
5.3 Ladder voor duurzame verstedelijking In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is de verplichting opgenomen om in het geval van nieuwe stedelijke ontwikkeling in de toelichting een onderbouwing op te nemen ten aanzien van de drie stappen van de ladder voor duurzame verstedelijking. Deze stappen bewerkstelligen dat de wens om een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk te maken, nadrukkelijk wordt gemotiveerd en afgewogen met oog voor (1) de ruimtevraag, (2) de beschikbare ruimte en (3) de ontwikkeling van de omgeving waarin het gebied ligt. In artikel 3.1.6, tweede lid Bro worden de volgende treden van de ladder voor duurzame verstedelijking vastgelegd: Trede 1:
voorziet de voorgenomen stedelijke ontwikkeling in een actuele regionale behoefte?
Trede 2:
in hoeverre kan in (een deel van) die behoefte binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio worden voorzien door benutting van beschikbare gronden door herstructurering, transformatie of anderszins?
Trede 3:
Als blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
53
van de betreffende regio kan plaatsvinden, wordt beschreven in hoeverre in die behoefte kan worden voldaan op andere locaties die, gebruikmakend van verschillende middelen van vervoer, passend ontsloten zijn of als zodanig worden ontwikkeld.
Stedelijke ontwikkeling Voordat gestart wordt met het onderbouwen van de behoefte aan de hand van de ladder (trede 1), moet allereerst worden vastgesteld of er sprake is van een 'nieuwe stedelijke ontwikkeling': Ÿ
Ÿ
Ÿ
Volgens het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 1.1.1, lid 1, onder h) is in voorliggende situatie geen sprake van een bestaand stedelijk gebied. Er is geen sprake van 'een stedenbouwkundig samenstel van bebouwing ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrijvigheid, detailhandel of horeca, alsmede de daarbij behorende openbare of sociaal culturele voorzieningen, stedelijk groen en infrastructuur'. In het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 1.1.1, lid 1, onder i) is voor stedelijke ontwikkeling een definitie opgenomen: 'ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen'. De extensieve bebouwing op het recreatiegebied Oortjespad is niet te kenmerken als een 'andere stedelijke voorziening'. De nieuwvestiging van en uitbreiding van de bestaande horecavoorziening hangen daarvoor veel te nauw samen met het functioneren van het recreatiegebied Oortjespad. Het betreft hier een recreatieve ontwikkeling in het buitengebied. Het is een onderdeel van een toeristisch recreatief knooppunt (Poort) in het Groene Hart. De bouwmogelijkheden zijn primair ten behoeve van recreatie in het buitengebied en zijn onlosmakelijk verbonden aan het buitengebied en in die zin ook niet verplaatsbaar naar een stedelijke zone. Ze vormen een essentieel/vitaal onderdeel van de recreatievoorziening ter plaatse en zijn dan ook geen stedelijke voorziening. Daarbij wordt opgemerkt dat de maximale bouwvolume die voor Kameryck in het nieuwe bestemmingsplan wordt mogelijk gemaakt (SGD-1) niet groter is dan wat nu al mogelijk is op basis van het geldende bestemmingsplan (1.600 m 2). In de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV 2013) van de provincie wordt onder verstedelijking verstaan de 'nieuwe vestiging van woningen, niet-agrarische bedrijven, detailhandel en voorzieningen'. Onder verstedelijking wordt mede verstaan uitbreiding van bestaande bedrijfsbebouwing van aan het landelijk gebied gebonden functies die niet worden gerechtvaardigd door een op de eigen bedrijfsvoering gerichte economische en functionele noodzaak. Onder het begrip verstedelijking vallen niet complexen ten behoeve van verblijfsrecreatie die bedrijfsmatig geëxploiteerd worden en kleinschalige dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen.' Zoals uit het ontwikkelingsplan Oortjespad Plus blijkt (zie paragraaf 3.1) zijn de uitbreidingsplannen gerechtvaardigd door een op de eigen bedrijfsvoering gerichte economische en functionele noodzaak. Door de toegestane horecafunctie te verbreden en minder seizoensafhankelijk te maken wordt de hoofdfunctie van het gebied (Recreatie) versterkt en wordt de duurzaamheid van de functie gewaarborgd. Kameryck wordt in het kader van het plan Oortjespad Plus medeverantwoordelijk voor het onderhoud en de instandhouding van het recreatiegebied (zie paragraaf 3.1).
Op basis van de bovenstaande definities zou mogen worden geconcludeerd dat in de onderhavige situatie geen sprake is van een stedelijke ontwikkeling. Mede vanwege de bezoekersaantallen en het feit dat er een horecavestiging wordt toegevoegd, worden in het kader van dit bestemmingsplan toch de treden van de ladder succesvol doorlopen.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
54
5.3.1 Trede 1: voorziet de ontwikkeling in een regionale behoefte? Met de recreatieve ontwikkeling op Oortjespad wordt aangesloten op een regionale behoefte. Steeds meer mensen in de Randstad wonen en werken in een stedelijke omgeving. Velen willen daaraan van tijd tot tijd ontsnappen om te recreëren. Het nabijgelegen landelijk gebied, het Groene Hart, is daarvoor een aantrekkelijke omgeving. Niet alleen Kockengen, Kamerik, Harmelen, Woerden, Mijdrecht en Breukelen liggen dichtbij. Ook Leidsche Rijn, de grootste nieuwbouwwijk van Nederland, ligt op circa 20 minuten van Oortjespad. Niet alleen voor particulieren (wandelen, fietsen, golf en dergelijke) maar ook voor bedrijven is het landelijk gebied een inspirerende omgeving voor bijvoorbeeld bedrijfsuitjes, vergaderingen, teambuildingsbijeenkomsten en heisessies. Er is een grote vraag naar recreatiemogelijkheden met horeca- en vergaderaccommodaties in het Groene Hart. De recreatieve druk in het Groene Hart zal naar verwachting de komende jaren alleen maar toenemen. De provincie Utrecht schrijft in haar Visie Recreatie en Toerisme 2020 dat de 'bevolkingsgroei en veranderende recreatiepatronen extra druk geven. Inwoners en bezoekers stellen steeds hogere eisen aan het vrijetijdsaanbod. Enerzijds zoeken consumenten gemak; de vraag naar pleisterplaatsen (horecapunten) en kant en klare producten/arrangementen neemt toe.' De provincie Utrecht heeft in 2011 samen met de Recron onderzoek gedaan naar de actuele behoefte van de hedendaagse recreant. In de 'Regionale Leefstijlenatlas Dagrecreatie' is deze regionale behoefte op basis van zeven verschillende leefstijlen letterlijk in kaart gebracht. In de atlas wordt gemeld dat 'in het Groene Hart en de Vechtstreek de Uitbundig Geel leefstijl (Samen actief bezig zijn, uitgaan en genieten)' sterker vertegenwoordigd is'. Daarnaast heeft de Provincie Utrecht in 2011 een onderzoek gedaan naar de kwalitatieve en kwantitatieve behoefte aan recreatiemogelijkheden in de Provincie Utrecht. Het rapport 'De toekomst van recreatie om de stad' toont de gebieden met een actuele discrepantie tussen vraag een aanbod. Ook hieruit blijkt dat er ten Westen en Noorden van de stad Utrecht behoefte is aan nieuwe voorzieningen. Zie in dit verband ook het rapport van Van Spronsen & Partners in bijlage 6 (pagina 11), over veranderend recreatiegedrag. Het veranderend recreatiegedrag vraagt om een bepaald (eigentijds) voorzieningenniveau voor een adequate opvang van deze stroom aan recreanten. De laatste 15 jaar is er daarom door Provincies en recreatieschappen een knooppuntenbeleid ontwikkeld met TOP's (Toeristische Overstap Plaatsen) en Poorten. Oortjespad is zo'n Poort naar het Groene Hart (Zie ook Nota Recreatie en Toerisme in paragraaf 4.4.4). Hier wordt de ambitie geformuleerd dat 'als motto voor de visie ingezet wordt op het versterken van de poortfunctie van Woerden door Woerden verder te ontwikkelen als Poort naar het Groene Hart' . Door de voorzieningen op knooppunten te concentreren (verrijken) gaat er van deze gebieden een aantrekkingskracht uit en kan het kwetsbare achterland ontlast worden. Zo ontstaan er gebieden met rust en gebieden met reuring. (Provincie Utrecht). Er zijn op knooppunten diverse wandel- en fietsmogelijkheden en andere recreatie- en horecavoorzieningen. Met deze knooppunten tracht men de stroom aan bezoekers te kanaliseren. Het is een soort uitvalsbasis, een transferium. Men kan er de auto achterlaten (er zijn ruime parkeermogelijkheden) en wandelend of fietsend verder gaan. Men kan er ook (groeps-) arrangementen boeken. Bij minder mooi weer zijn er ook binnen activiteiten mogelijk. Kameryck speelt met het aanbod ter plaatse goed in op de vraag van de moderne vrijetijdsconsument (zakelijk en particulier). De nieuwe voorzieningen zijn een verrijking van het aanbod en voorzien in een behoefte. Het zal duidelijk zijn dat het voorzieningenniveau ter plaatse ook de nodige ruimte en bouwvolume in beslag neemt. Een zeker schaalniveau is noodzakelijk voor de vitaliteit. Het is onlosmakelijk verbonden met de hedendaagse vraag naar recreatievoorzieningen in het buitengebied.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
55
Overigens wordt niet alle ruimtebehoefte bepaald door de vraag uit de markt. Zo wordt de uitbreiding van Kameryck deels ook bepaald door knelpunten in de huidige bedrijfsvoering door onder meer ruimtegebrek voor kantoor en opslag (linnen, machines, fietsen, en horeca-attributen).
5.3.2 Trede 2: is de regionale behoefte op te vangen binnen bestaand stedelijk gebied? De locatie Oortjespad en het bijbehorende programma zijn invulling van het recreatiebeleid van provincie en gemeente. De uitbreidingsmogelijkheden in dit bestemmingsplan zijn bedoeld voor verbetering/faciliteren van recreatie in het buitengebied en zijn dus onlosmakelijk aan deze locatie verbonden. Daarom is het in die zin ook niet verplaatsbaar naar een stedelijke zone. Bestaande bouw en uitbreiding vormen een essentieel/vitaal onderdeel van de recreatievoorzieningen ter plaatse. De behoefte is daarmee niet op te vangen binnen het bestaand stedelijk gebied maar wel in concentratie bij de bestaande bebouwing. Om op deze locatie levensvatbaar te kunnen zijn hebben de recreatie en horecavoorzieningen een zeker schaalniveau en bouwvolume nodig. Horeca neemt een belangrijke plaats in, enerzijds omdat in de beleving van de recreant een bezoek aan de horeca (arrangementen, terrasbezoek of uit eten gaan) ook een vorm van recreatie is, anderzijds omdat de zelfstandige-, niet recreatie-gebonden horeca in belangrijke mate bijdraagt aan een gezond economisch draagvlak voor een duurzame instandhouding van de recreatieve voorzieningen ter plaatse. Het horeca/recreatiebedrijf Kameryck is multifunctioneel en investeert ook in recreatievoorzieningen zoals een Pitch en Putt baan, een midgetgolfbaan, een springschans voor polsstok springen en andere speelvoorzieningen. Recreatie alleen (monofunctioneel) is echter te kwetsbaar voor weer- en seizoensinvloeden. Doordeweeks en in de winterperiode (van november tot april) zijn er weinig recreanten. Er is veel overcapaciteit/leegstand in het gebied (buiten) als bij het personeel en in de gebouwen. Door toevoeging van zelfstandige horeca-activiteiten (bedrijfsbijeenkomsten: andere bezoektijden/betere spreiding) wordt het gebied multifunctioneel en wordt deze overcapaciteit beter benut. Zo ontstaat een gezond draagvlak voor de instandhouding van het betreffende horeca/recreatiebedrijf en het recreatiegebied als geheel. De bestaande kinderboerderij aan het Oortjespad werd met sluiting bedreigd maar kan nu open blijven. De horeca/recreatie ondernemer ter plaatse wordt verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van het hele recreatiegebied, inclusief de kinderboerderij. De economisch sterke onderdelen houden zo de zwakke (publieke) onderdelen op de been. In een erfpachtcontract met het recreatieschap worden deze verantwoordelijkheden voor beheer en onderhoud onlosmakelijk verbonden aan de exploitatiemogelijkheden. Op deze manier kan het aanbod aan voorzieningen duurzaam in stand gehouden worden (vitaal blijven) en kan er tijdig op nieuwe vraag/trends worden ingespeeld zodra voorzieningen verouderd raken. Zo zijn recreatie en horeca verweven met elkaar, hebben ze elkaar nodig en vragen ook om ruimte en bouwvolume om levensvatbaar te kunnen zijn. Kortom, dit is geen nieuwe stedelijke ontwikkeling, maar concentratie/versterking van bestaande bebouwing ten behoeve van recreatie in het buitengebied. De regionale behoefte is niet op te vangen binnen bestaand stedelijk gebied.
5.3.3 Trede 3: alternatieve locatie/is de locatie multimodaal ontsloten? Verplaatsing van het bestaande recreatiegebied is niet aan de orde. Er is dan ook geen sprake van een alternatieve locatie. De ontwikkeling is gebonden aan het bestaande recreatiegebied en de bestaande bebouwing. Bij de locatiekeuze van knooppunten/transferia staat de centrale ligging en de bereikbaarheid
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
56
voorop. Het spreekt dan ook voor zich dat dergelijke locaties passend ontsloten zijn. Ze liggen vaak aan de rand van een kwetsbaar gebied en zijn goed toegankelijk. Dat geldt zeker ook voor het Oortjespad. Oortjespad is goed bereikbaar per auto, fiets en het openbaar vervoer (2 buslijnen, van Woerden NS, Breukelen NS en Mijdrecht), en bewegwijzerd als TOP. Kameryck biedt bij alle arrangementen een gratis shuttle-verbinding vanaf de treinstations Woerden en Breukelen. In paragraaf 5.13 wordt aangetoond dat de toekomstige ontwikkelingen wat betreft bereikbaarheid (verkeer en parkeren) passen op deze locatie. Geconcludeerd wordt dat met de plannen op de huidige locatie de ladder voor duurzame stedelijke ontwikkeling succesvol is doorlopen.
5.4 Archeologie en cultuurhistorie 5.4.1 Archeologie Sinds 2007 is in Nederland de Wet op de archeologische monumentenzorg van kracht, die de volledige implementatie van het Verdrag van Malta (1992) in de Monumentenwet (1988) betekent. Op basis van de Wet op de archeologische Monumentenzorg is de overheid verplicht om bij het vaststellen van ruimtelijke plannen ook de archeologische (verwachtings)waarden bij de planvorming te betrekken. Het plangebied ligt geheel in een lage archeologische verwachtingswaarde op de gemeentelijke archeologische beleidskaart. Conform de beleidskaart is onderzoek nodig bij ingrepen groter dan 10.000 m² en die tevens dieper dan 1 m onder maaiveld plaatsvinden. Dit betekent dat voor de geplande ingrepen geen onderzoek nodig is, omdat deze grenzen niet worden overschreden. Behalve een waardevol bodemarchief kan er ook sprake zijn monumentale bebouwing. Het kan daarbij gaan om rijksmonumenten of gemeentelijke monumenten. Rijksmonumenten zijn beschermd op basis van de Monumentenwet (1988). Gemeentelijke monumenten zijn beschermd op basis van de gemeentelijke monumentenverordening. Een vertaling van deze regelgeving in het bestemmingsplan zou dan ook dubbelop zijn. Overigens zijn in het plangebied geen rijks- of gemeentelijke monumenten aanwezig. In het plangebied zijn geen archeologische waarden en monumenten die nader onderzoek vragen.
5.4.2 Cultuurhistorie De modernisering van de monumentenzorg (MOMO) heeft erin geresulteerd dat per 1 januari 2012 het Besluit ruimtelijke ordening is aangepast. Met deze aanpassing is cultureel erfgoed ingebed in de ruimtelijke ordening. Het is verplicht om in bestemmingsplannen aandacht te geven aan cultuurhistorie en de effecten van het initiatief op cultuurhistorische waarden die in het plangebied voorkomen. Daar waar nodig dient de bescherming van deze waarden ook te worden vastgelegd in de regels en verbeelding bij het bestemmingsplan. De bedrijfswoning van de kinderboerderij is, inclusief de voormalige deel, van karakteristieke waarde en is in het geldende bestemmingsplan ook als zodanig beschermd ("karakteristiek hoofdgebouw"). De voorgenomen ontwikkeling koestert deze waarde. De karakteristieke waarde van de bedrijfswoning en de voormalige deel wordt in de planregels van het onderhavige bestemmingsplan opnieuw beschermd.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
57
Uit de MER-beoordeling, zoals verwoord in bijlage 10 (evenals in paragraaf 5.6), blijkt dat de ontwikkelingen van Oortjespad geen significante effecten heeft op de cultuurhistorische waarden van het Belvedère-gebied Nieuwkoop-Harmelen. Het aspect cultuurhistorie gaat goed samen met de geplande ontwikkeling Oortjespad Plus.
5.5 Bodem Bij ruimtelijke ontwikkelingen is het uitgangspunt dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de toekomstige functie. Wanneer een toekomstige functie mogelijk wordt belemmerd door de bodemkwaliteit (denk bijvoorbeeld aan een groentetuin op een voormalige vuilstortplaats) zal, in eerste instantie, een verkennend bodemonderzoek moeten aantonen of dit daadwerkelijk het geval is. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het daarom van belang om te kijken of de toekomstige functie van het gebied niet in strijd is met de kwaliteit van de bodem. Bodemkwaliteitskaart In 2014 is een nieuwe bodemkwaliteitskaart opgesteld. Deze ligt op dit moment (april 2015) ter inzage en is nog niet vastgesteld. In de nieuwe bodemkwaliteitskaart ligt het plangebied binnen zone F Toemaakdek De Venen II. De bovengrond van deze zone wordt op basis van de gemiddeld gemeten gehalten in deze zone ingedeeld in kwaliteitsklasse Wonen. Uit eerder binnen het plangebied verrichte onderzoeken blijkt echter dat plaatselijk matig tot sterk verhoogde gehalten aan lood voorkomen binnen het plangebied. De oude en nieuwe bodemkwaliteitskaart verschillen hierin niet van elkaar. Bodemonderzoeken: Ÿ
Ÿ
Oortjespad 1 In april 1996 is een beperkt onderzoek is uitgevoerd ter plaatse van de toenmalige aanleg van een opslagplaats voor mest en lekwater. Hierbij is alleen naar de milieuhygiënische kwaliteit van de bovengrond gekeken. Er is niet gekeken naar de ondergrond en het grondwater. In het mengmonster van de bovengrond zijn enkele parameters van nature licht verhoogd aangetoond. Voor het overige zijn geen verhogingen aangetoond ten opzichte van de toen geldende normen. Oortjespad 3 Uit het verkennend bodemonderzoek Oortjespad 3, van november 2011 blijkt dat in de bovengrond lichte verhogingen aan zware metalen aanwezig zijn. In één mengmonster van de ondergrond is een matige verhoging aan lood aangetoond. Een ander mengmonster van de ondergrond is schoon. In het grondwater is een lichte verhoging aan barium aangetoond.
In juli 2005 is door Ingenieursbureau BCC BV een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (project 14110600, d.d. 29 juli 2005). De aanleiding betrof het voornemen om op het recreatiegebied Oortjespad een natuurrecreatiecentrum, een sanitair/opslaggebouw en enkele trekkershutten te realiseren. Er zijn bij het onderzoek acht boringen geplaatst, waarvan één is voorzien van een peilbuis. Uit de analyses blijkt dat in de bovengrond het gehalte aan lood matig verhoogd is aangetoond. Er zijn lichte verhogingen aan koper, kwik en zink aangetoond, die te relateren zijn aan toemaakdek. In de ondergrond wordt de triggerwaarde voor EOX overschreden. In het grondwater is de concentratie tetrachlooretheen licht verhoogd. Volgens informatie van de OmgevingsDienst Regio Utrecht (ODRU) is er in december 2005 nog verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op andere gedeelten van het recreatiegebied. Dit onderzoek is nog steeds representatief. Uit dit onderzoek blijkt dat in de grond lood sterk verhoogd is aangetoond. In het grondwater
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
58
zijn kwik en zink matig verhoogd aangetoond. Naar aanleiding van de bovenstaande verkennende bodemonderzoeken is in februari 2006 een nader onderzoek uitgevoerd waarbij de matige verhoging uit het onderzoek van juli 2005 nader is onderzocht (hierbij aangeduid als deellocatie D). Daarnaast zijn ook de sterke verhoging aan lood in de grond en de matige verhogingen aan kwik en zink in het grondwater (aangetoond in het onderzoek van december 2005 op de andere deellocaties) nader onderzocht. Hierbij zijn ter plaatse van deellocatie D alleen nog lichte verhogingen aan lood aangetoond. Geconcludeerd is toen dat er geen geval van ernstige bodemverontreiniging aanwezig is op het perceel. Conclusie Op basis van de bodemkwaliteitskaart en eerder uitgevoerde onderzoeken worden licht tot sterk verhoogde gehalten aan zware metalen (koper, lood en zink) verwacht. Deze verontreinigingen zijn heterogeen en diffuus en gerelateerd aan de aanwezigheid van toemaakdek. Voor locaties waar gebouwd gaat worden zal, bij de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen, een bodemonderzoek worden uitgevoerd om vast te stellen of er belemmeringen zijn bij het verlenen van de vergunning. Voor de overige locaties waar nieuwe ontwikkelingen voorzien zijn, wordt onderscheid gemaakt in locaties met een gevoelig bodemgebruik en een minder gevoelig bodemgebruik voor wat betreft humane risico's. Op locaties met een gevoelig bodemgebruik zal de bodemkwaliteit vastgesteld worden en zal nagegaan worden of de bodemkwaliteit voldoet aan de kwaliteit die voor het beoogde bodemgebruik gewenst is. Dit gebeurd voor de definitieve vaststelling van het bestemmingsplan. Zo nodig zullen bodemmaatregelen genomen worden om deze locaties geschikt te maken voor het beoogde gebruik.
5.6 Landschap Het plangebied is gelegen in het landelijk gebied van Woerden en tevens gelegen in het Nationaal Landschap Het Groene Hart. Voor het landschap Groene Hart wil de provincie Utrecht de volgende kernkwaliteiten behouden en versterken: 1. 2. 3. 4.
openheid; (veen)weidekarakter incl. strokenverkaveling, lintbebouwing, etc.); landschappelijke diversiteit; rust & stilte.
Voor het plangebied geldt het landschapstype "velden (open polder, veen, droogmakerijen, waarden)": hier is sprake van vlakke, open landschappen met vergezichten tot aan de horizon. De open ruimte wordt bepaald door een tapijt van gras in een strokenverkaveling. Rechte sloten, weteringen, wegen, kades en dijken articuleren de rechte lijnen en daarmee de tussenliggende vlakken. Bebouwing ligt in rechte linten in de ruimte. Aan de horizon wordt de openheid begrensd door randen van linten en opgaande beplanting. De velden stralen rust en stilte uit. Enkel en alleen het accent leggen op rust en stilte doet echter geen recht aan het Groene Hart. Het waarborgen van rust vraagt ook het bieden van ruimte voor vormen van dynamiek. De gemeente Woerden heeft de waarden van het buitengebied benoemd in het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) en daar een visie aan gekoppeld die is gericht op behoud van landschaps- en cultuurhistorische waarden.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
59
Afbeelding - Uitsnede Landschapsontwikkelingsplan Woerden
Het bebouwingslint Kamerik bestaat uit drie parallel liggende linten in een enigszins verdicht veeweidelandschap (bosjes, erven, beplante lange opritten). De bebouwing van het recreatiecentrum ligt als meest zuidelijke erf in het oostelijke lint, Oud Kamerik. Het open veenweidenland achter het lint (oostelijk) hoort bij de kwaliteit van het gebied. De percelen aan het Oortjespad zijn in jaren 60 van de vorige eeuw al veranderd door de grote plas, verdicht door bosjes en hoge bomen. De grote plas, die door zandafgraving is ontstaan, heeft het ritme van het cope-landschap verstoord. Dit terrein valt uit de toon binnen dit veenweidegebied met de bijzondere driedelige lintenstructuur. De waterplas met de hoge beplanting er omheen is op zichzelf dus al een landschapsvreemd element. Direct ten oosten van het recreatiecentrum begint het waardevolle boerderijlint van Teckop. De ontwikkelingen op de locatie Oortjespad (omgeving kinderboerderij) en Kameryck vinden volledig plaats binnen het bestaande terrein. De bebouwing van Oortjespad bij de kinderboerderij (het toekomstige restaurant c.a.) ligt op het erf (in het lint) en is qua maat, vorm en uitstraling ondergeschikt aan het hoofdgebouw. Dit past in het landschap en het bijzondere bebouwingslint. De bebouwing van Kameryck (bestaand en nieuw) ligt buiten het lint. Bebouwing op deze plaats verzwakt de herkenbaarheid van het driedelig lint Kamerik. Echter de ligging van de bestaande bebouwing van Kameryck nabij de beplanting rond de plas past binnen de verstoorde context (geen veenweidegebied meer), waardoor de landschappelijke invloed beperkt blijft. Het pand ligt aan de plas en 'hoort' bij die 'gebiedsvreemde' plas. De ontwikkeling geeft ruimte aan de dynamiek tussen de rustige, stille omgeving en de activiteiten die plaatsvinden op het recreatiecentrum. Dit is toegestaan, omdat Oortjespad is aangewezen als (recreatieve) Poort. Deze (concentratie van) dynamiek zorgt voor een extra waardering van de rust en stilte in de omgeving van het plangebied.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
60
Afbeelding - Foto's plangebied
Toekomstige ontwikkelingen in het plangebied Bij toekomstige ontwikkelingen in het plangebied dienen de kernkwaliteiten van het landschap gerespecteerd te worden en waar mogelijk versterkt. Bijvoorbeeld bij het aanbrengen van nieuwe beplanting moet rekening gehouden worden met de openheid van het landschap en de zichtlijnen (oost-west), haaks op het lint. Zo dient een nieuwe bomenrij of beplantingsstrook op de Pitch&Putt-baan niet in noord zuid richting te lopen maar moet deze in oost-west-richting geplaatst worden. Men dient zoveel mogelijk te kiezen voor gebiedsgebonden groen zoals els en (knot-) wilg. Ook bij de realisatie van bebouwing wordt rekening gehouden met aanwezige zichtlijnen, zoals tussen de kinderboerderij en Kameryck in (noord zuid-richting). Bebouwing is geclusterd in bouwvlakken die zoveel mogelijk in het lint zijn geplaatst. Bij het hoofdgebouw van Kameryck nemen de bouwmogelijkheden en het bouwvolume niet toe ten opzichte van het geldende bestemmingsplan. Wel is op advies van de provincie het bouwvak ten behoeve van het hoofdgebouw verkleind. Dit leidt tot concentratie van bebouwing. De huidige waterpartijen in de kinderboerderij zijn willekeurig tot stand gekomen. Er is destijds niet getracht om het slotenpatroon van het veenweide gebied te laten doorlopen op het terrein van de kinderboerderij. Bij een toekomstige herinrichting zou dit patroon hersteld kunnen worden door waterpartijen zoveel mogelijk terug te verleggen in dit patroon.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
61
Afbeelding - Toekomstvisie
De binnen het bestemmingsplan toegestane activiteiten passen binnen de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap. De ontwikkelingsmogelijkheden zijn en blijven afgestemd op de kernkwaliteiten van Het Groene Hart. De ontwikkeling van het plan wordt ingepast in de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap en Groene Hart.
5.7 Externe veiligheid Algemeen Bij externe veiligheid gaat het om de gevaren die de directe omgeving loopt in het geval er iets mis mocht gaan tijdens de productie, het behandelen of het vervoer van gevaarlijke stoffen. De daaraan verbonden risico's moeten aanvaardbaar blijven. In het kader van externe veiligheid worden in hoofdzaak drie mogelijke risicobronnen onderscheiden: Ÿ Ÿ Ÿ
inrichtingen; transportroutes; transportleidingen.
Voor elke risicobron is een apart wettelijk kader opgesteld waarin beschreven staat hoe met de risico's omgegaan moet worden. Het betreft hier de volgende wettelijke kaders: Ÿ
Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi);
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
62
Ÿ Ÿ Ÿ
Besluit externe veiligheid transportroutes (Btev); Circulaire 'Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' (cRNVGS). Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).
Afbeelding - Uitsnede risicokaart (bron: www.risicokaart.nl)
Inrichtingen In de nabijheid van het plangebied bevinden zich geen inrichtingen die op basis van het BEVI een belemmering vormen voor de voorgenomen ontwikkeling. Bedrijven – Overige veiligheidswetgeving Er zijn in de directe omgeving geen bedrijven gevestigd met een overig veiligheidsrisico. Zowel buiten als binnen het plangebied zijn propaantanks aanwezig. Propaantanks in de omgeving van het plangebied zijn in het bedrijveninformatiesysteem van de Omgevingsdienst bekend. Hierbij wordt opgemerkt dat het aan de gebruiker is om te voldoen aan de voorschriften en
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
63
afstanden voor propaantanks. Door middel van toezicht in het kader van het omgevingsrecht kan gecontroleerd worden of aan de interne en externe afstandseisen wordt voldaan. Gemeentelijke routering Voor de gemeentelijke en provinciale wegen die aansluiten op de rijksweg A12 is in de gemeente Woerden een routering voor gevaarlijke stoffen vastgesteld. Over de vastgestelde route mag uitsluitend bestemmingsverkeer rijden. De route loopt niet langs of door het plangebied. Voor noodzakelijk transport ten behoeve van laden en/of lossen van gevaarlijke stoffen buiten de vastgestelde routes is een ontheffing nodig. Aan deze ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden om een veiligere leefomgeving te realiseren. Er kan langs het plangebied dus wel transport van gevaarlijke stoffen plaatsvinden van de niet-routeplichtige stoffen (zoals benzine) en routeplichtige stoffen met ontheffing (zoals propaan), maar de frequentie daarvan is dermate laag dat daardoor geen risico's ontstaan die ruimtelijk relevant zijn. Transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen Er moet rekening worden gehouden met transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen. Volgens de “provinciale risicokaart” liggen er in of nabij het plangebied geen buisleidingen voor transport van gevaarlijke stoffen. Het gasnet voor huishoudens en bedrijven valt niet binnen het kader van externe veiligheid. Elektromagnetische straling Er zijn in de omgeving geen hoogspanningslijnen aanwezig waarvan de indicatieve magneetveldzones tot het plangebied reiken. Uit de gegevens op de website www.antenneregister.nl blijkt dat in de omgeving van het plangebied geen zendmasten aanwezig zijn die overschrijdingen van de geldende blootstellingslimieten voor elektrische en magnetische veldsterkten veroorzaken. Het aspect externe veiligheid brengt geen (nieuwe) eisen met zich mee voor de ontwikkeling van het voorgenomen plan.
5.8 Flora en fauna 5.8.1 Gebiedsbescherming Gebiedsbescherming wordt gewaarborgd door de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw) en de Wet Ruimtelijke Ordening (Wro). De Natuurbeschermingswet beschermt Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumenten. De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is planologisch beschermd en opgenomen in de provinciale ruimtelijke verordening structuurvisie en bestemmingsplannen van de gemeente. Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumenten In de wijde omgeving van Woerden is een aantal beschermde natuurgebieden te vinden. De status van die gebieden verschilt. Er zijn natuurgebieden die -ook in Europees opzicht- zó bijzonder zijn dat ze een Europese beschermingsstatus (Natura 2000) hebben gekregen. Het betreft een aantal laagveengebieden, waaronder de Nieuwkoopse plassen, Botshol en het gebied Oostelijke Vechtplassen. Zuidelijk van Woerden zijn nog de Natura 2000-gebieden 'Uiterwaarden Lek' en Zouweboezem te vinden (zie navolgende afbeelding). Naast de Natura 2000-gebieden zijn er ook beschermde natuurgebieden met in nationaal opzicht belangrijke natuurwaarden. Men spreekt van 'beschermde natuurmonumenten'. De beschermde natuurmonumenten in de omgeving van Woerden hebben vergelijkbare waarden als de Natura 2000-gebieden, en zijn deels gevoelig voor een toename van stikstofdepositie.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
64
Afbeelding - Ligging recreatiegebied (rood) t.o.v. N2000-gebieden en beschermde natuurmonumenten (bron: Aanmeldingsnotitie MER-beoordeling, zie bijlage 10)
Deze natuurgebieden zijn gevoelig voor diverse vormen van verstoring (zoals licht, geluid, verdroging, emissies naar lucht of oppervlaktewater, doorsnijding en dergelijke). De ontwikkeling van het recreatiegebied ligt echter op geruime afstand (ten minste enkele kilometers) van de beschermde natuurgebieden. Daarom heeft in dit geval alleen de verstoringsfactor 'emissies naar de lucht' -theoretisch- invloed op de beschermde gebieden. Deze factor wordt direct beïnvloed door de toename van het aantal verkeersbewegingen. Stikstofdepositieonderzoek Als gevolg van de uitbreidingsplannen in het recreatiegebied neemt de verkeersaantrekkende werking toe. Deze verkeersaantrekkende werking leidt mogelijk tot een toename van de stikstofdepositie in de nabijgelegen beschermde natuurgebieden. Ten behoeve van het bestemmingsplan is door ingenieursbureau Tauw in het kader van de m.e.r.-beoordeling (zie para-
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
65
graaf 5.2 en bijlage 10) onderzoek gedaan naar de huidige en de te verwachten stikstofdepositie. Dit onderzoek is toegevoegd als bijlage bij deze Aanmeldingsnotitie MER-beoordeling (zie bijlage 10 bij deze toelichting). Uit het stikstofdepositieonderzoek blijkt dat de stikstofdepositie in de huidige situatie in alle Natura 2000-gebieden ten hoogste 0,03 mol/ha/jaar bedraagt. In de nieuwe (toekomstige situatie) is dat maximaal 0,05 mol per hectare per jaar (gebied Nieuwkoopse plassen). De maximale toename van de stikstofdepositie bedraagt daarmee 0,02 mol/ha/jaar. De stikstofdepositie ter plaatse van de Beschermde Natuurmonumenten bedraagt in de bestaande situatie maximaal 0,04 mol per hectare per jaar. In de toekomstige situatie neemt deze iets toe, maar nergens met meer dan met 0,04 mol/ha/jaar. De toename van de omvang van de stikstofdepositie is zeer gering. Dergelijke veranderingen zijn niet zelfstandig meetbaar en hebben geen zelfstandig effect op de beschermde natuurgebieden. Er zijn derhalve geen nadelige effecten op instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden of effecten op het behoud van de natuurwaarden van de beschermde natuurgebieden. De Natuurbeschermingswet 1998 staat derhalve de realisatie van dit recreatiegebied niet in de weg. Ecologische Hoofdstructuur (EHS) Het plangebied ligt niet binnen de EHS. Er zijn derhalve geen belangrijke nadelige milieueffecten te verwachten voor dit aspect.
5.8.2 Soortbescherming De Flora- en faunawet beschermt een groot aantal in het wild levende planten- en diersoorten, ook buiten beschermde natuurgebieden. De wet verbiedt een aantal handelingen die kunnen leiden tot schade aan (populaties of individuen van) beschermde soorten (algemene verbodsbepalingen). Wanneer het bestemmingsplan handelingen mogelijk maakt die beschermde planten en dieren kunnen bedreigen, is het verplicht om vooraf te toetsen of deze plannen kunnen leiden tot overtreding van algemene verbodsbepalingen. Wanneer dit het geval dreigt te zijn, moet onderzocht worden of er maatregelen genomen kunnen worden om dit te voorkomen, indien dit niet mogelijk is dienen de gevolgen voor beschermde soorten zoveel mogelijk beperkt te worden. In het kader van de soortbescherming is een quickscan flora en fauna uitgevoerd. De conclusie van dit onderzoek is weergegeven in subparagraaf 5.8.3.
5.8.3 Natuurtoets In het kader van de ontwikkeling is een quickscan flora en fauna uitgevoerd. Het volledige onderzoek is opgenomen in bijlage 11. De conclusie van het onderzoek is hierna opgenomen. De ingreep kan, zonder dat er preventieve maatregelen worden getroffen, effect hebben op enkele strikt(er) beschermde soorten van de Flora- en faunawet. Het betreft hier de heikikker, rugstreeppad en buizerd. Overtreding van de verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet kan echter voorkomen worden. Daarvoor zijn hierna randvoorwaarden geformuleerd. Tijdens de werkzaamheden dient rekening gehouden te worden met deze soorten en met het broedseizoen van vogels. Randvoorwaarden Ÿ
Vernietiging van de overwinteringsbiotoop van rugstreeppad en heikikker dient voorkomen te worden. Dit kan door de graafwerkzaamheden in de bosstrook buiten de overwinteringsperiode uit te voeren. De overwinteringsperiode loopt globaal van november
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
66
Ÿ
Ÿ
Ÿ
Ÿ
tot maart. Door de Odru wordt aanvullende geadviseerd om voor de heikikker en vooral voor de rugstreeppad de plaats waar (graaf)werkzaamheden worden uitgevoerd af te schermen om kolonisatie van het werkterrein door de rugstreeppad te voorkomen. Een ecologisch begeleider kan beoordelen of dat nodig is, op het moment dat de betreffende werkzaamheden plaatsvinden. Verstoring van de in gebruik zijnde nestplaats van buizerd dient voorkomen te worden. Dit kan door de boom met de horst te sparen en de werkzaamheden rondom de buizerdhorst en de kap van bomen in de directe nabijheid van de nestboom buiten de broedperiode uit te voeren. De broedperiode loopt globaal van maart tot eind juli. De kap kan plaatsvinden wanneer de jonge vogels zijn uitgevlogen. Indien de horst te zijner tijd verlaten wordt zou de nestboom alsnog kunnen worden gekapt. Door de Odru wordt aanvullende opgemerkt dat bomen in de nabijheid van de nestboom van de buizerd deel uit kunnen maken van de functionele omgeving van het nest (deze kunnen dienen om de functionaliteit van de nestplaats te garanderen, bijvoorbeeld door afscherming te bieden van zon, wind of verstoring). Het kappen van omringende bomen kan daarom ook een overtreding van de Flora- en faunawet betekenen als het kappen de functionaliteit van het (jaarrond beschermde) nest bedreigt. Door de Odru wordt geadviseerd wordt om door de ecologisch begeleider te laten beoordelen in welke mate de omringende bomen behouden moeten blijven om de functionaliteit van het nest te garanderen. Deze bomen zullen behouden moeten blijven zolang het nest in gebruik blijft. Verstoring van broedvogels dient voorkomen te worden. Dit kan door de struiken buiten het broedseizoen te verwijderen. Het rooien van beplanting binnen het broedseizoen is mogelijk indien door een daartoe bevoegd ecoloog is vastgesteld dat er met deze werkzaamheden geen nesten van broedvogels worden verstoord. Voor het broedseizoen wordt in het kader van de Flora- en faunawet geen standaard periode gehanteerd. Het broedseizoen verschilt per soort. Globaal moet rekening gehouden worden met de periode maart tot half augustus. Gezien de aanwezigheid van verschillende functies voor beschermde soorten van het te ontwikkelen terrein, is de planning van werkzaamheden buiten de kwetsbare periodes lastig. Daarom wordt voorgesteld om de kap van bomen in de periode augustus tot november uit te voeren. Aansluitend kunnen in de daaropvolgende maanden tot maart de graafwerkzaamheden plaatsvinden. Het gekapte deel is dan namelijk ongeschikt als overwinteringsbiotoop voor amfibieën. Voorgesteld wordt om bij werkzaamheden in het voortplantingseizoen van rugstreeppad (en heikikker) het gebied voorafgaande aan de werkzaamheden te controleren op de aanwezigheid van deze soort(en). Het betreft hier de periode van april tot juli.
In de quickscan wordt aanbevolen wordt om: Ÿ
Ÿ Ÿ
de planning voor de graafwerkzaamheden op te stellen in overleg met een ecoloog. Door de Odru wordt aanvullend geadviseerd om ook de planning van de overige werkzaamheden op te stellen in overleg met een ecoloog. indien werkzaamheden uitgevoerd moeten worden binnen een kwetsbare periode, deze werkzaamheden uit te voeren onder ecologische begeleiding. de periodes waarin gewerkt wordt en de eventuele ecologische begeleiding op te nemen in het bestek. Door de Odru wordt geadviseerd om te zorgen dat ecologische begeleiding daadwerkelijk gegarandeerd wordt in het bestek, zodat met zekerheid wordt voldaan aan de geformuleerde ecologische randvoorwaarden, die moeten garanderen dat overtreding
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
67
van de Flora- en faunawet wordt voorkomen. Bij de daadwerkelijke realisatie van het plan zal erop worden toegezien dat de randvoorwaarden en aanbevelingen worden nageleefd. Het aspect flora en fauna vormt dan ook geen belemmering voor de ontwikkeling van het plan.
5.9 Geluidhinder Ter bescherming van de burger in Nederland tegen overlast door geluid is de Wet geluidhinder (Wgh) van kracht. In deze wet zijn normen opgenomen voor de maximaal toelaatbare geluidsbelasting op de gevels van geluidgevoelige bestemmingen (woningen, ziekenhuizen, scholen en dergelijke). In de Wet geluidhinder zijn ook normen opgenomen voor de maximaal toelaatbare geluidsbelastingen in ruimten binnen gebouwen. Op basis van de Wgh beschikken veel wegen, spoorwegen en industrieterreinen over een geluidszone. Indien geluidgevoelige bestemmingen worden geprojecteerd binnen (één van) deze geluidszones is een akoestisch onderzoek noodzakelijk. Een akoestisch onderzoek is ook verplicht wanneer wegen, spoorwegen of industrieterreinen die beschikken over een geluidszone worden gewijzigd (bijvoorbeeld meer rijstroken op een weg, snellere treinen of verplaatsing van de spoorstaven of wijzigingen in bedrijfscategorieën), waardoor negatieve akoestische consequenties mogen worden verwacht. Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai In principe is het voor de uitbreiding van Kameryck en de kinderboerderij wettelijk gezien niet noodzakelijk om akoestisch onderzoek uit te voeren. In het plangebied worden immers geen geluidgevoelige objecten gerealiseerd en er is ook geen sprake van bijvoorbeeld een reconstructie van een weg. Voor een goede ruimtelijke onderbouwing is het in dit geval toch wenselijk om akoestisch onderzoek uit te voeren. In het kader van het Verkeersonderzoek (zie paragraaf 5.13.4) is door BVA Verkeersadviezen onder andere akoestisch onderzoek uitgevoerd. Het volledige verkeersonderzoek van BVA is opgenomen in bijlage 14. Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidsbelasting op de gevels van de woningen die liggen langs de N212, slechts in beperkte mate toenemen als gevolg van het extra verkeer naar Oortjespad. De toename is het grootste tijdens de evenementendagen en bedraagt dan maximaal circa 0,3 dB. Voor de woningen langs het Oortjespad is de toename groter. Dit wordt veroorzaakt door de relatief lage geluidsbelastingen in de huidige situatie. Op een gemiddelde weekdag bedraagt de toename ten opzichte van de huidige situatie circa 1,4 dB en ligt de maatgevende geluidsbelasting op nog geen 49 dB. Een vergelijking tussen de piekdagen in de huidige en toekomstige situatie leidt tot de conclusie dat de toename hier als gevolg van een grotere spreiding van bezoekers kleiner is; circa 0,6 dB. Alleen als de huidige piekdag wordt vergeleken met een dag in de toekomstige situatie waarop evenementen plaatsvinden, dan is er sprake van een grotere toename, te weten bijna 3 dB. Dit zijn echter incidentele gebeurtenissen, waarbij bij de berekeningen is uitgegaan van een worst case situatie ten aanzien van de bezoekersaantallen. Om toch een vergelijking te geven met de systematiek zoals die is opgenomen in de Wet geluidhinder, worden de wettelijke kaders gebruikt alsof het een wijziging/reconstructie van een weg betreft. In dat geval zijn volgens de Wet geluidhinder maatregelen pas verplicht wanneer de toename van het geluidsniveau ten gevolge van de infrastructurele wijzigingen 2 dB of meer bedraagt en de geluidsbelasting in de eindsituatie meer 50 dB of meer bedraagt. Op basis hiervan wordt in het akoestisch onderzoek geconcludeerd dat er op de gemiddelde weekdag en op de piekdag géén sprake is van een reconstructie (als bedoeld in de Wet ge-
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
68
luidhinder). Er worden vanuit de Wet geluidhinder geen beperkingen opgelegd. Het vergelijken van de piekdag met een evenementendag wordt vanwege het zeer incidentele karakter van deze gebeurtenissen en daarmee de systematiek van de Wet geluidhinder voor wegverkeerslawaai niet opportuun geacht. De situatie langs het Oortjespad kan daarom niet als 'fictieve' reconstructie als bedoeld in de Wet geluidhinder worden aangemerkt. De toename van het wegverkeerslawaai is in de gemaximaliseerde bedrijfssituatie (worstcase scenario) zodanig klein, dat er géén sprake is van een 'reconstructie als bedoeld in de Wet geluidhinder'. Er worden vanuit de Wet geluidhinder geen beperkingen opgelegd voor de ontwikkeling van het plan.
5.10
Luchtkwaliteit
Sinds 15 november 2007 zijn de belangrijkste luchtkwaliteitseisen opgenomen in de Wet milieubeheer. Hierin is van bepaalde projecten getalsmatig vastgelegd dat ze "niet in betekenende mate" (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. Met de inwerkingtreding van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) op 1 augustus 2009, zijn deze grenzen verruimd. Doordat het NSL in werking is getreden, draagt op grond van het Besluit niet in betekenende mate een project niet bij zolang de toename van de concentratie fijnstof of stikstofdioxide maximaal 3% bedraagt van de grenswaarde. De 3%-grens is gedefinieerd als 3% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM10) of stikstofdioxide (NO2). Dit komt overeen met 1,2 microgram/m³ voor zowel PM10 als NO 2. In de Regeling NIBM is een lijst met categorieën van projecten (inrichtingen, kantoor- en woningbouwlocaties) opgenomen die niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze projecten kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Voor woningbouwlocaties geldt dat voor maximaal 1.500 woningen (in geval van één ontsluitingsweg) of 3.000 woningen (in geval van twee ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling) geen beoordeling op luchtkwaliteit meer hoeft plaats te vinden. Luchtkwaliteitsonderzoek In het kader van onderhavige ontwikkeling is door BVA Verkeeradviezen een nieuw verkeersonderzoek uitgevoerd, waarbij tevens is onder andere gekeken naar de effecten op de luchtkwaliteit (zie paragraaf 5.13.4.2). Het volledige onderzoek is opgenomen in bijlage 14. Uit het luchtkwaliteitsonderzoek blijkt dat de ontwikkeling van Oortjespad 'Niet In Betekenende Mate (NIBM)' bijdraagt aan een verslechtering van de lokale luchtkwaliteit. Verder onderzoek is dan ook niet noodzakelijk. Desondanks zijn in het luchtkwaliteitsonderzoek voor het maximale scenario de gevolgen voor de luchtkwaliteit berekend. Het gaat hierbij om de toekomstige situatie, waarbij is uitgegaan van een evenementendag. Als in deze situatie wordt voldaan aan de normen, dan is dit voor de overige situaties ook het geval. Uit het onderzoek blijkt dat de grenswaarden voor stikstofdioxide NO2 en voor fijnstof PM2,5 en PM10 niet worden overschreden. Geconcludeerd wordt dat er geen knelpunten zijn. De concentraties liggen beneden de grenswaarden en de bijdrage van het verkeer op beide wegen op de concentraties is relatief beperkt. Het aspect luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor de ontwikkeling van het voorgenomen plan.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
69
5.11
Milieuhinder bedrijvigheid
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang om te beoordelen of de vanwege de ontwikkelingen: Ÿ Ÿ
ter plaatse van woningen en andere gevoelige functies een aanvaardbaar woon- en leefmilieu kan worden gegarandeerd; omliggende bedrijven onevenredig in hun bedrijfsvoering worden belemmerd.
5.11.1
Agrarische bedrijven
De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) schrijft voor op welke wijze een bevoegd gezag de geurhinder vanwege dierenverblijven moet beoordelen indien een veehouderij een milieuvergunning aanvraagt. Indirect heeft de Wgv ook consequenties voor de totstandkoming van geurgevoelige objecten en dus voor de ruimtelijke ordening, dit wordt wel de 'omgekeerde werking' genoemd. De reden hiervoor is duidelijk: een geurnorm is bedoeld om mensen te beschermen tegen overmatige geurhinder, omgekeerd moet een bevoegd gezag dan ook niet toestaan dat mensen zichzelf blootstellen aan die overmatige hinder. De ruimtelijke plannen waarvoor de omgekeerde werking moet worden beoordeeld, zijn met name bestemmingsplannen waarin locaties voor woningbouw, zoals een woonwijk of een Ruimte voor ruimte-woning, of recreatie en toerisme worden vastgelegd. Agrarisch bedrijf Van Teylingenweg 132 Ten noordwesten van het plangebied is een agrarisch bedrijf gelegen (Van Teylingenweg 132). Aan het agrarische bedrijf is op 5 januari 1990 een revisievergunning op grond van de Hinderwet verleend voor het houden van: Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ
50 melkkoeien; 35 stuks vrouwelijk jongvee; 24 kraamzeugen; 200 gespeende biggen; 63 guste en dragende zeugen; 60 vleesvarkens.
Vervolgens zijn verschillende meldingen ingediend op grond van het Besluit landbouw milieubeheer, de laatste melding op 30 september 2011 voor het houden van 60 melkkoeien en 40 stuks vrouwelijk jongvee. Er werden op dat moment geen varkens meer gehouden, echter de onderliggende vergunning uit 1990 is nooit ingetrokken. Hierdoor is het recht om de destijds vergunde varkens te houden in stand gebleven. De agrariër heeft inmiddels een nieuwe melding gedaan, te beschouwen als het intrekken van de oude rechten. Daarmee is er geen sprake meer van slapende rechten. Dit komt overeen met de bestaande situatie. Op dit moment is geen intensieve veehouderij meer aanwezig op het perceel. Het bedrijf wordt voortgezet als melkrundveehouderij met daarnaast een recreatieve functie (bed & breakfast). In het bestemmingsplan is een zone opgenomen van 50 m rond het bouwvlak van Van Teylingenweg 132 waarbinnen het niet is toegestaan om nieuwe geurgevoelige objecten te realiseren. Uitgangspunt is dat het nieuw te bouwen restaurant een geurgevoelig object is. Het restaurant is het gehele jaar geopend en er verblijven tijdens de openingstijden nagenoeg permanent mensen (personeel en bezoekers). Het terras is geen geurgevoelig object. De nieuwbouw van het restaurant vindt plaats op (meer dan) 50 meter van de grens van het agrarisch bouwblok Van Teylingenweg 132. Eventuele nieuwbouw van stallen binnen het agrarische bouwblok voor het houden van vaste afstandsdieren is dus ook na nieuwbouw van
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
70
het restaurant mogelijk. Op de verbeelding zijn geurzones aangegeven. Op grond van de planregels (lid 9.1) zijn binnen deze zones geen geurgevoelige objecten als bedoeld in de Wet geurhinder en veehouderij toegestaan. Het agrarische bedrijf wordt niet belemmerd door de bouw van het restaurant. Omgekeerd: de uitbreiding van de kinderboerderij in de vorm van het restaurant ondervindt geen hinder van het agrarische bedrijf. Cumulatie Voor de beoordeling van het woon- en leefklimaat ter plaatse van het op te richten restaurant (een geurgevoelig object), moet niet alleen de geurcirkels van individuele veehouderijen worden beoordeeld. Ook het effect van de cumulatie van meerdere veehouderijen in de omgeving moet worden beoordeeld. Dit gebeurd voor de definitieve vaststelling van het bestemmingsplan.
5.11.2
Niet-agrarische bedrijven
Ten aanzien van de milieuzonering rond in het plan voorkomende bedrijfsactiviteiten is aangesloten bij de publicatie Bedrijven en Milieuzonering 2009 van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Hierbij gaat het om de in deze publicatie opgenomen categorisering van bedrijfstypen en de daarbij behorende richtafstanden ten opzichte van woonbebouwing (uitgaande van een 'rustige woonwijk', een 'rustig buitengebied' of een 'gemengd gebied'). Er zijn geen bedrijven in het plangebied of in de omgeving van het plangebied, die ruimtelijk een knelpunt vormen. Bij eventuele toekomstige ontwikkelingen dient rekening te worden gehouden met de richtafstanden uit de publicatie Bedrijven en Milieuzonering 2009. In het kader van het bestemmingsplan is door De Bruijn Advies onderzoek uitgevoerd naar de akoestische impact van alle relevante geluidsbronnen op het recreatiegebied. In dit onderzoek zijn (zie paragraaf 5.11.3) zijn de ontwikkelingen ook getoetst aan de richtafstanden uit de publicatie Bedrijven en Milieuzonering 2009 (zie bijlage 12). Op grond van het voorliggende bestemmingsplan is uitbreiding van het bestaande bedrijfsgebouw met een restaurant met terras mogelijk, waarbij inpandig sprake kan zijn van versterkte muziek. Hiervoor wordt een richtafstand van 30 m aangehouden. Voor de oprichting een restaurant geld een richtafstand van 10 m. Daarnaast voorziet het bestemmingsplan in uitbreidingen met diverse dagrecreatieve voorzieningen, zoals midgetgolf, touwparcours, speelvoorzieningen, wandelpad. Het gaat hier om extensieve vormen van dagrecreatie. Een richtafstand van 10 m is hiervoor ruim voldoende. Voor een kinderboerderij geldt een richtafstand van 30 m. Tot slot voorziet het bestemmingsplan ziet ook op de uitbreiding van het parkeerterrein. Hiervoor geldt een richtafstand van 30 m. In de nabijheid liggen twee woningen, Van Teylingenweg 132 en Oortjespad 5. Uit het onderzoek blijkt dat geen van de richtafstanden wordt overschreden, zodat sprake is van een goed woon- en leefklimaat ter plaatse van deze woningen. Het aspect bedrijvigheid vormt geen belemmering voor de voorgenomen ontwikkeling.
5.11.3
Onderzoek geluidsituatie Wet milieubeheer
In het kader van het bestemmingsplan is door De Bruijn Advies onderzoek uitgevoerd naar de akoestische impact van alle relevante geluidsbronnen op het recreatiegebied. In het onderzoek 'Onderzoek naar de geluidsveroorzakende activiteiten' zijn de volgende akoestisch relevante activiteiten onderzocht: 1.
het geluid afkomstig van de stationaire geluidsbronnen;
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
71
2. het muziek- en stemgeluid op de terrassen, rekening houdend met de maximaal toegestane openingstijden overeenkomstig de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Woerden; 3. Het muziekgeluid in de horeca-etablissementen; 4. Het muziek- en stemgeluid in de tenten die, overeenkomstig het bestemmingsplan, jaarlijks gedurende 100 dagen op het terrein van het Oortjespad geplaatst mogen worden ten behoeve van activiteiten; 5. Het geluid vanwege het komende en gaande verkeer op het terrein van de inrichting. Het rapport is als bijlage 12 in de toelichting opgenomen. Dit onderzoek toont de optredende geluidsniveaus voor zowel de huidige situatie alsmede de optredende geluidsniveaus voor de gewenste toekomstige situatie. Hierbij is rekening gehouden met de specifieke regels van het voorliggende bestemmingsplan. Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat in de huidige situatie er geen hogere langtijdgemiddelde geluidsniveaus optreden dan 38 dB(A) etmaalwaarde en geen hogere piekgeluidsniveaus dan 55 dB(A). In de toekomstige situatie zullen er geen hogere langtijdgemiddelde geluidsniveaus optreden dan 44 dB(A) etmaalwaarde en geen hogere piekgeluidsniveaus dan 55 dB(A). Deze geluidsbelastingen zijn lager dan de richtwaarden uit de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' en ook lager dan de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit milieubeheer. Ook is er onderzoek verricht naar het muziekgeluid ten gevolge van de drie jaarlijks toegestane evenementen op het terrein van het Oortjespad. Tijdens evenementen zullen er geen geluidsniveaus optreden, die hoger zijn dan de richtwaarden uit de nota 'Evenementen met de W-factor' (zie paragraaf 4.4.6) en die in de richting van het ten oosten gelegen stiltegebied Kockenen-Teckop, de daar toegestane richtwaarde van 35 dB(A) LAeq,24h zullen overschrijden. In de planregels zijn maxima opgenomen met betrekking tot muziek- en stemgeluid in gebouwen, terrassen en (tijdelijke) tenten. Tevens zijn geluidsmaxima opgenomen met betrekking tot evenementen. Daarmee wordt rekening gehouden met de omliggende woningen en het stiltegebied. Het aspect geluid vanwege het recreatiegebied vormt geen belemmering voor de ontwikkeling van het voorgenomen plan.
5.12
Waterparagraaf
5.12.1
Algemeen
De watertoets houdt in dat vroegtijdig in het planvormingsproces rekening moet worden gehouden met de waterhuishouding. Sinds 2003 bestaat de wettelijke verplichting om de watertoets bij ruimtelijke plannen en besluiten te betrekken. Daarom moet in een vroegtijdig stadium van de planvorming overleg plaatsvinden met de waterbeheerder. In een dergelijk overleg wordt stilgestaan bij de consequenties van het nieuwe ruimtelijke plan ten aanzien van de waterhuishouding en mogelijk te nemen waterhuishoudkundige maatregelen. De watertoets is in de toelichting bij het bestemmingsplan opgenomen in de vorm van de waterparagraaf. In het kader van de wettelijke verplichting is begin 2013 de digitale watertoets doorlopen (www.dewatertoets.nl). Hieruit is gebleken dat een normale procedure van toepassing is. Er zijn gevolgen voor de waterhuishouding in het plangebied en daarom is overleg met het waterschap van belang, waarbij gekeken wordt of de gevolgen niet leiden tot een verslechtering van de waterhuishouding.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
72
5.12.2
Wateroverleg
De waterbeheerder van het plangebied is Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR). Een overleg met de waterbeheerder heeft plaatsgevonden op 8 januari 2013. Naar aanleiding van dat overleg is onderhavige waterparagraaf geschreven. De concept waterparagraaf is op 10 januari 2013 aan HDSR voorgelegd en op 14 januari 2013 is een reactie van HDSR ontvangen. De opmerkingen zijn vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf. Het advies is uit 2013. De plannen zijn sindsdien niet aangepast: het advies is derhalve nog steeds actueel. Watersysteem Het bestaande watersysteem in de omgeving loopt vanuit noordelijke richting, diagonaal via de plas Eend in zuidelijke richting, waarna het water vervolgens via gemaal Kamerik Teylingens ten noorden van Woerden wordt afgevoerd naar de Oude Rijn. In het kader van het Watergebiedsplan Kamerik en Kockengen wordt het watersysteem door het waterschap aangepast. De stroomrichting wordt omgedraaid, waarbij de afvoer niet meer door de plas gaat, maar er omheen. Ter hoogte van het laagste punt van de polder zorgt het gemaal Oud Kamerik voor de afwatering van het gebied via de Grecht richting de Oude Rijn.
Afbeelding - Invloedszone belangrijke watergangen (primaire waterlopen) (bron:www.dewatertoets.nl)
Het Hoogheemraadschap heeft aangegeven dat de stroming via de plas Eend niet meer wenselijk is. Vanuit ecologisch oogpunt is het wenselijk dat de plas een eigen watersysteem krijgt, omdat er eutrofiëring plaatsvindt door uitspoeling van meststoffen en fosfaat in het watersysteem door de omliggende agrarische bedrijven. Daarom is in 2007 in de Watergebiedsvisie (zie paragraaf 4.3.2) al aangegeven dat de plas een eigen, flexibel peil moet krijgen, door de
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
73
plas te isoleren. Dit betekent dat het water niet meer in directe verbinding mag staan met het water in de omgeving, zoals de hoofdwatergangen en sloten in het omliggende agrarisch gebied. Om dit te bewerkstelligen, zal HDSR een nieuwe primaire watergang aanwijzen, die om de plas heen leidt. Daarbij wordt waarschijnlijk gebruikt gemaakt van een van de al aanwezige, brede watergangen in het plangebied. De werkzaamheden voor het isoleren van de plas zullen op termijn door HDSR worden uitgevoerd. Voor het bestemmingsplan hebben deze maatregelen verder geen gevolgen, omdat ze mogelijk zijn binnen de toegekende bestemmingen. Het peil in het de plas en de omgeving bedraagt in de huidige situatie in de zomer en de winter respectievelijk 2,00 m-NAP en 2,10 m-NAP. Het peil in de plas zal na isolering vrij kunnen fluctueren tussen 2,26 m-NAP en 1,86 m-NAP. Het peil in de omgeving zal circa 2,08 m-mv in de zomer en 2,18 m-mv in de winter bedragen. In de toekomst kunnen de peilen in de omgeving naar beneden worden bijgesteld in verband met de in het gebied optredende bodemdaling. Belangrijk is dat de pitch- & puttbaan tot het omliggende peilbeheer blijft behoren, zodat de baan voldoende drooglegging houdt en gebruikt kan worden. Hemelwater De ontwikkelingen binnen het plangebied, zoals opgenomen in hoofdstuk 3 van de toelichting, resulteren in een toename van verharding en bebouwing binnen het plangebied. In de tabel hierna is aangegeven hoeveel deze toename bedraagt (zie bijlage 2 voor een visualisering van de oppervlakteberekeningen). Soort bebouwing of verharding
Bestaande situatie (m²)
Nieuwe situatie (m²)
Toename (m²)
Verharding – bestrating of steiger
2.380
3.008
+ 628
Verharding – asfalt
6.216
6.265
+ 49
Halfverharding – grind of puin
8.405
9.057
+ 652*
Bebouwing
2.001
2.870
+ 869
Peuterbad
100
100
0
19.102
21.300
+ 2.198 *
Totaal
*Ten aanzien van de halfverharding - grind of puin, mag worden aangenomen dat het water hier nog steeds wel doorheen kan om in de bodem te infiltreren, zij het met meer moeite. Voor de toename in vierkante meters halfverharding wordt daarom 50% gehanteerd als toename van daadwerkelijke verharding. In onderhavig geval gaat het daarmee om een toename van 326 m², in plaats van 652 m². Daarmee vindt effectief een totale toename plaats van 1.872 m² aan verharding, in plaats van 2.198 m².
Hemelwater in het plangebied komt rechtstreeks in het oppervlaktewater terecht, of infiltreert in de bodem en wordt dan afgevoerd naar het oppervlaktewater. Doordat er een toename van verharding en bebouwing plaatsvindt, wordt het hemelwater echter versneld afgevoerd richting het oppervlaktewater. Dit is niet wenselijk. De toename van verharding en bebouwing bedraagt meer dan 1.000 m², wat HDSR als bovengrens in het landelijk gebied hanteert. De totale toename bedraagt 1.872 m² verharding en bebouwing. Als gevolg hiervan heeft HDSR aangegeven dat er minimaal 15% compensatie moet plaatsvinden van de toename van het verharde oppervlak, in de vorm van open water. Het gaat om een compensatie van circa 281 m². Deze compensatie vindt plaats aan de noordwestzijde van de plas Eend, waar een eiland met observatiepost wordt gecreëerd, door een deel van de bestaande groenstrook te "doorsteken" en een deel van het weiland af te graven. Dit biedt de benodigde extra ruimte voor het water, die tevens kan worden ingericht met diverse oevervegetaties, zoals riet of lelies. In totaal
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
74
wordt op basis van de huidige inrichtingsschets circa 1.650 m² nieuw open water gerealiseerd. Dit is ruim voldoende ter compensatie van de toename van verharding. Overlast Doordat een groot deel van het plangebied bestaat uit een waterpartij (plas Eend), deze straks een eigen peilbeheer krijgt en recent een nieuw gemaal Oud Kamerik ten noordwesten van het plangebied is gerealiseerd, is het gebied in de toekomst voldoende beschermd tegen wateroverlast. De plas zorgt er met haar eigen peilbeheer voor dat een groot deel van eventuele piekbelasting door hevige regenval kan worden opgevangen. Het nieuwe gemaal zorgt voor het peilbeheer in de omgeving en de rest van het plangebied, waarbij het peil dusdanig laag wordt gehouden dat een piekbelasting de ruimte heeft. De waterlopen in het plangebied worden zoveel mogelijk vrijgehouden, zodat waterberging mogelijk blijft. Ook blijft het mogelijk om te kanoën in de waterlopen binnen het plangebied. Afvalwater Afvalwater wordt via de bestaande riolering afgevoerd. In de nieuwe situatie is sprake van een toename van afvalwater, doordat er sanitaire faciliteiten worden gerealiseerd bij het restaurant en er sprake is van meer bezoekers voor zowel Kameryck als de kinderboerderij. Deze nieuwe sanitaire faciliteiten worden aangesloten op de al aanwezige riolering. Beheer en onderhoud De primaire watergangen in het plangebied worden beheerd en onderhouden door HDSR. De oevers van deze watergangen dienen vrij te blijven, om dit beheer en onderhoud mogelijk te houden. Direct ten noorden van het plangebied wordt een nieuw wandelpad aangelegd, met een brug over de bestaande watergang. Hoewel dit buiten het plangebied valt, omdat deze ontwikkeling mogelijk is binnen het ter plaatse geldende bestemmingsplan, heeft HDSR aangegeven dat bij de aanleg van de brug rekening moet worden gehouden met het beheer en onderhoud van de watergang. De brug moet daarvoor minimaal 0,8 m hoog zijn en doorgang bieden voor een boot van minimaal 2 m breed. Tevens dient het water voldoende te kunnen doorstromen. In het kader van de benodigde watervergunning wordt hier de nodige aandacht aan besteed. Risico's en kosten Aangezien het isoleren van de plas Eend een van de maatregelen uit het watergebiedsplan is, neemt HDSR de kosten voor het isoleren voor haar rekening. Hiervoor is een apart budget gereserveerd. Ook de aanleg van een stuw met vispassage bij een van de zuidelijke inlaten van de plas behoort tot de toekomstige ontwikkelingen, die HDSR zal verzorgen. Ten aanzien van de watercompensatie en het realiseren van het eiland met vogelobservatiepost is de initiatiefnemer verantwoordelijk voor de kosten. De watercompensatie vindt plaats door het eiland te creëren. Dit eiland zorgt echter voor nieuwe aansluitingen op het omliggende watersysteem. In verband met het isoleren van de plas is dat niet wenselijk. Daarom wordt de oplossing daarvoor nog besproken, waarbij wordt gedacht aan het realiseren van een relatief ondiepe damwand ter plaatse van de afgegraven doorsteken, eventueel in combinatie met natuurvriendelijke oevers. HDSR heeft aangegeven dat er subsidiemogelijkheden aanwezig zijn voor dergelijke plannen en dat daar nog steeds aanspraak op gemaakt mag worden. Het aspect 'water' kan goed worden ingepast in de ontwikkeling van dit plan.
5.12.3
Overig
Om verontreiniging van bodem, grond en oppervlaktewater zoveel mogelijk te voorkomen, wordt de toepassing van uitlogende bouwmaterialen (zoals koper, lood of zink) tot een minimum beperkt. In het kader van de verlening van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt hieraan de nodige aandacht besteed.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
75
Uit de waterparagraaf blijkt dat HDSR onder de genoemde voorwaarden wil meewerken aan de ontwikkeling van het plan. Het aspect water vormt dan ook geen belemmering voor de ontwikkeling van het plan.
5.13
Verkeer en parkeren
5.13.1
Bereikbaarheid
Het plangebied is bereikbaar via het Oortjespad. Deze weg staat in directe verbinding met de provinciale weg ir. Enschedeweg (N212) ten oosten van het plangebied en de Van Teylingenweg aan de westzijde. Dit geeft voldoende aanrijmogelijkheden voor bezoekers die met de auto naar het plangebied komen. Tevens zijn er mogelijkheden om met het openbaar vervoer naar de locatie te komen. Hiervoor wordt verwezen naar subparagraaf 5.13.2.
5.13.2
Openbaar vervoer
Ten oosten van het plangebied zijn twee bushaltes aanwezig, direct grenzend aan het plangebied. Eén daarvan is aanwezig op de ir. Enschedeweg (N212) en één aan de Teckop, in het verlengde van het Oortjespad, direct aan de overzijde van de N212. Van deze haltes vertrekt een bus naar Woerden NS of Mijdrecht. Sinds vorig jaar is op Oortjespad zelf ook een bushalte, voor de bus tussen Woerden NS en Breukelen NS. Kameryck biedt bij arrangementen een gratis shuttle verbinding vanaf de treinstations Woerden en Breukelen. De buslijnen rijden niet op zondag. Het plangebied is bereikbaar voor zowel lokaal als regionaal openbaar vervoer.
5.13.3
Parkeren
In het plangebied zijn drie permanente basis-parkeervoorzieningen aanwezig met ruimte voor in totaal 409 auto's. De parkeervoorzieningen bevinden zich aan de zuidzijde van het plangebied, verspreid over de gehele breedte van oost naar west (zie bijlage 13).
Afbeelding - Overzicht parkeervoorzieningen: basis (blauw) en overloop (groen)
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
76
De parkeervoorziening ter hoogte van Kameryck vormt de hoofdparkeervoorziening, bestaande uit een permanente basis-parkeervoorziening en een zogenoemde 'overloop parkeervoorziening' ten behoeve van evenementen. De overloop-parkeervoorzieningen bestaan uit onverhard terreinen en bieden plaats voor circa 168 auto's. De overloop parkeerplaatsen worden tijdens evenementen gebruikt wanneer de basis-parkeervoorzieningen niet voldoende ruimte bieden. In subparagraaf 5.13.4 is de conclusie van het verkeersonderzoek opgenomen, waarbij tevens wordt ingegaan op het aspect parkeren.
5.13.4
Verkeersonderzoek
In maart 2015 is op basis van de nieuwe uitgangspunten door BVA Verkeersadviezen een nieuw verkeersonderzoek voor het plangebied uitgevoerd. In het rapport wordt geconcludeerd dat er bij het theoretische maximale scenario in geen enkel geval sprake is van een knelpunt. De verkeersafwikkeling is op geen enkel moment in het gedrang en ook de wettelijke grenswaarden voor lucht en geluid worden niet overschreden. Dit betekent dat er in de bedrijfsvoering, waarbij de verwachte bezoekersaantallen lager liggen dan in het theoretische scenario, zeker geen sprake zal zijn van knelpunten. In navolgende subparagrafen wordt dieper op de verschillende aspecten ingegaan. Het volledige onderzoek is opgenomen in bijlage 14. 5.13.4.1
Verkeersplanologische aspecten
Verkeersgeneratie Allereerst is de extra verkeersgeneratie die de uitbreiding van het recreatiegebied tot gevolg heeft bepaald. Hierbij is ook weer uitgegaan van een maximum aantal bezoekers dat in de praktijk nooit zal komen. Uitgaande van dit theoretische maximum is de situatie in beeld gebracht op een gemiddelde dag, op een piekdag en op een dag waarop een evenement met maximaal 1.500 bezoekers per dag plaatsvindt. Voor de laatste situatie wordt opgemerkt dat de in de berekening gehanteerde waarden hoger liggen dan de volgens het bestemmingsplan maximaal toegelaten waarden (1.500 versus 1.350 bezoekers): Ÿ Ÿ Ÿ
Op een gemiddelde weekdag genereert het recreatiegebied circa 380 extra ritten ten opzichte van de gemiddelde weekdag in de huidige situatie. Op de piekdag bedraagt het extra aantal ritten circa 470 ten opzichte van de piekdag in de huidige situatie. Op een incidentele evenementendag ligt het aantal extra ritten ten opzichte van de huidige gemiddelde weekdag 1.510 hoger.
Verkeersintensiteit Ten gevolge van deze extra ritten wijzigen de intensiteiten op de wegen in de directe omgeving van het plangebied. Voor de verdeling van de extra ritten is op basis van de huidige intensiteiten aangenomen dat het overgrote deel (90%) wordt afgewikkeld via de N212. De overige 10% verdeelt zich over het Oortjespad (ten westen van het recreatiegebied) en Teckop. De toename van het verkeer op de N212 is in verhouding met de huidige intensiteit gering. Op het gedeelte van het Oortjespad tussen de rotonde met de N212 en het recreatiegebied is de toename verhoudingsgewijs groter (35% op de gemiddelde weekdag en ruim 40% op de piekdag). Het extra verkeer leidt op wegvakniveau echter niet tot een capaciteitsprobleem. Dit geldt eveneens voor de rotonde N212-Oortjespad. Deze kan de toekomstige intensiteiten verwerken zonder dat er een afwikkelprobleem op de rotonde ontstaat.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
77
Parkeerbehoefte De toekomstige parkeerbehoefte op een piekdag kan worden opgevangen binnen de in de planvorming aanwezige parkeercapaciteit. Kameryck richt zich op verschillende doelgroepen. De grote diversiteit aan voorzieningen maakt dat er sprake zal zijn van een grote variatie in aankomst- en vertrekpatronen en verblijfsduur. Globaal geldt dat de zakelijke gast vooral door de week komt en buiten de vakantieperiodes en de particuliere gast juist in de weekenden en in de vakantieperiodes. Als gevolg van deze spreiding zal de aanwezige parkeercapaciteit in alle gevallen toereikend zijn. Ontsluiting Ten aanzien van de ontsluiting van het terrein wordt opgemerkt dat het instellen van eenrichtingsverkeer binnen het plangebied een middel kan zijn om de circulatie beter te regelen, bijvoorbeeld op piekdagen en bij evenementen. Het verdient daarbij de voorkeur om de rijrichting van oost naar west te laten verlopen. Het huidige wegprofiel van het Oortjespad is vrij smal. De passeermogelijkheden op het Oortjespad zouden nog verder kunnen worden verbeterd door, met behulp van bebording, de passeerhavens op het Oortjespad onder de aandacht van de weggebruikers te brengen. 5.13.4.2
Verkeersmilieu aspecten
Er bestaat voor deze ontwikkeling vanuit de Wet geluidhinder (Wgh) niet de plicht om een akoestisch onderzoek uit te voeren. Dit heeft te maken met het feit dat in het plangebied geen sprake is van (nieuwe) geluidgevoelige objecten. Toch is er voor een goede ruimtelijke onderbouwing van de ontwikkeling zowel een akoestisch als een luchtkwaliteitonderzoek verricht. De resultaten van beide onderzoeken worden vermelding in respectievelijk paragrafen 5.9 en 5.10.
5.14
Duurzaam bouwen
De klimaatveranderingen, de eindigheid van de fossiele brandstof en het daarop anticiperende beleid van het rijk, provincies en gemeenten vragen er om dat actief gekeken wordt naar duurzaamheid in nieuwbouwplannen. Het betreft thema's zoals CO 2- en energiebesparing, duurzame energie en duurzaam bouwen. Wettelijk kader De wettelijke eisen aan nieuwbouw staan in het bouwbesluit. De eisen zijn per 1 januari 2015 aangescherpt en gelden als volgt: 1.
Minimale isolatiewaarden (Rc) bij nieuwbouw voor dichte uitwendige scheidingsconstructies, per onderdeel van de schil - 4,5 voor gevel, 6 voor het dak en 3,5 voor de vloer. Voor 'verbouw' dient te worden uitgegaan van rechtens verkregen niveau voor zover dat niveau voor de warmteweerstand niet lager is dan 1,3 m2•K/W. 2. Een gemiddelde U-waarde van 1,65 voor ramen (glas en kozijn) en deuren bij nieuwbouw; 3. Een maximale EPC waarde afhankelijk van het type gebouw. De EPC dient berekent te worden middels de EPG methodiek. Horeca valt onder de categorie 'bijeenkomstfunctie' deze is per 1 januari 2015 aangescherpt van een maximale EPC =2,0 naar een maximale EPC=1,1 voor nieuwbouw. 4. Een Milieuprestatie Gebouw (MPG). Deze verplichting geldt alleen voor woningen, woongebouwen en kantoorgebouwen met nevenfuncties groter dan 100 m 2. Hoe te voldoen Toetsing ten aanzien van het wettelijk kader vindt plaats in het kader van de aanvraag omge-
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
78
vingsvergunning voor het onderdeel bouwen. Om te voldoen bij nieuwbouw aan punt 1 t/m 3 dient er bij de aanvraag omgevingsvergunning een EPC-berekening aangeleverd te worden. Provinciaal beleid Het provinciaal beleid is vastgelegd in de Provinciaal Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028. In dit beleid wordt ingegaan op ruimtelijke maatregelen inzake de klimaatverandering en anderzijds energiebesparing door het gebruik van duurzame energiebronnen te stimuleren. Het beleid is gericht op het stimuleren hiervan bij ruimtelijke ontwikkelingen. Ingezet wordt op het ruimtelijk mogelijk maken van opwekking en distributie van duurzame energie. Daarnaast geldt de provinciale ambitie om in 2040 klimaatneutraal te zijn. Hierbij gaat het om zowel CO2-reductie alsook het onafhankelijk zijn van de beperkt beschikbare fossiele brandstoffen. Bij gebiedsontwikkelingen wordt daarom gestreefd naar zelfvoorzienendheid voor energie. Om deze reden geldt bij verstedelijking, renovatie, herstructurering, transformatie en uitbreiding de voorwaarde dat omschreven wordt op welke wijze invulling wordt gegeven aan energiebesparing en de inzet van duurzame energie. Gemeentelijk beleid Het gemeentelijk beleid inzake duurzaam bouwen is vastgelegd in het Energie en klimaatsbeleidsplan (mei 2009) en de Milieuvisie (januari 2010) en wordt tevens besproken in de Nota Woonkwaliteit (april 2011). Hiermee streeft de gemeente naar een duurzame inzet bij nieuwbouwplannen. Hierbij wordt gestreefd naar een 10% verscherpte EPC en het behalen van een minimale score van 7 op alle thema's bij inzet van de tool GPR-gebouw. De destijds verscherpte EPC eis is inmiddels ook wettelijk aangescherpt. De wettelijke norm is hierin leidend. GPR Gebouw Het instrument GPR Gebouw vertaalt concrete maatregelen in een prestatiescore voor duurzaam bouwen. Het is een hulpmiddel om duurzaamheidambities van tevoren te bepalen. Om een bepaalde GPR Gebouw score te bereiken zijn er veel verschillende mogelijkheden die zelf te bepalen zijn door de bouwende partij. Scores variëren van 0 t/m 10. GPR Gebouw is geschikt voor zowel bestaande bouw als nieuwbouw en opgebouwd uit vijf verschillende thema's: energie, milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde (GPR Gebouw versie 4.2).
Ten aanzien van de GPR-gebouw score kan gebruik gemaakt worden van de door de gemeente beschikbaar gestelde licentie voor deze tool. Hiervoor kan contact worden genomen met de Omgevingsdienst regio Utrecht Bij de realisering van de nieuwe bebouwing wordt aandacht besteed aan het duurzaamheidaspect. Hierbij kan gedacht worden aan energiezuinigheid en het gebruik van duurzame bouwmaterialen. In het kader van de aanvraag van de vergunning voor het bouwen worden de duurzaamheidaspecten nader uitgewerkt.
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
79
Hoofdstuk 6
Juridische aspecten
6.1 Algemene juridische opzet In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de regels van het bestemmingsplan. De regels vormen samen met de verbeelding het juridisch deel van het bestemmingsplan. Zowel verbeelding als regels voldoen aan de verplichte landelijke standaarden voor de uitwisseling en vergelijkbaarheid van digitale bestemmingsplannen (IMRO 2012 en SVBP 2012). De regels sluiten aan op het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied Woerden, Kamerik, Zegveld'.
6.2 Bestemmingen
Afbeelding - Uitsnede verbeelding
6.2.1 Bestemming Bos - Waardevol landschapselement Voor een deel van het plangebied is de bestemming 'Bos - Waardevol landschapselement' opgenomen. Het betreft (een deel van) de rand langs de plas en een perceel in de zuidoostzijde van het plangebied. Dit deel is hoofdzakelijk bestemd voor de instandhouding van beplanting en natuur- en landschapswaarden, maar ook voor watergangen en -partijen. Het realiseren van een vogelobservatievoorziening behoort tot de mogelijkheden. Binnen deze bestemming is een omgevingsvergunningplicht van toepassing. Dit houdt in dat bepaalde werken of werkzaamheden niet mogen worden gerealiseerd of uitgevoerd, zonder dat daarvoor een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders is
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
80
verleend. Het gaat bijvoorbeeld om het vellen en rooien van bomen en andere houtopstanden, of het dempen van watergangen. Sommige werkzaamheden zijn uitgezonderd van de vergunningplicht. Zo mogen werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud worden uitgevoerd, zonder dat daarvoor een omgevingsvergunning benodigd is.
6.2.2 Bestemming Recreatie Voor het plangebied is overwegend de bestemming 'Recreatie' opgenomen. Hieronder wordt onder andere verstaan buitenrecreatie, recreatie binnen, waterrecreatie en -sport, zelf sporten, culturele activiteiten en beleving. De kinderboerderij wordt daarbij uitdrukkelijk benoemd, met de daarbij behorende activiteiten als lammetjesdagen, eieren zoeken en dergelijke. Binnen de bestemming zijn diverse sport en spelvoorzieningen toegestaan. Paintball en gemotoriseerde activiteiten zijn echter uitgesloten. Detailhandel in streekeigen producten wordt in zeer beperkte mate mogelijk gemaakt. Verder zijn wegen, paden en groenvoorzieningen mogelijk. De parkeervoorzieningen zijn op de verbeelding nader aangeduid. Tevens wordt ingezet op het behoud en het versterken van de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap Het Groene Hart. Binnen het recreatiegebied worden binnen de recreatie-bestemming twee horecavoorzieningen onderscheiden.
Afbeelding - Horeca (geel) binnen 'specifieke vorm van gemengd - 1' (zie ook bijlage 5)
Specifieke vorm van gemengd - 1 De horecavoorziening van Kameryck (inclusief conferentie- en vergaderaccommodatie) is enkel toegestaan binnen de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1'. In de planregels
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
81
wordt de toegestane nettovloeroppervlakte (nvo) aan horeca gemaximeerd en toegedeeld aan de toegestane gebouwen en al dan niet tijdelijke tenten op het terrein. In de planregels is het aandeel restaurant (verstrekken van etenswaren en dranken voor gebruik ter plaatse) nader gespecificeerd. Van de totale 1.235 m 2 nvo horeca mag maximaal 225 m2 worden gebruikt voor het bestaande restaurant. Ook de tijdelijke tenten (max 300 m 2) mogen (tijdelijk) worden gebruikt als restaurant. De resterende oppervlakte is bedoeld als zaalaccommodatie. Voor het hoofdgebouw geldt dat deze enkel ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - hoofdgebouw' mag worden opgericht.
Afbeelding - Horeca binnen 'specifieke vorm van gemengd - 2' (zie ook bijlage 5) - groen = horeca binnen karakteristieke bebouwing - geel = in nieuw gebouw
Specifieke vorm van gemengd - 2 De nieuwe horecavoorziening bij de kinderboerderij is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 2'. Hier is de toegestane nettovloeroppervlakte (nvo) gemaximeerd tot de nettovloeroppervlakte van de karakteristieke bebouwing (minus de bedrijfswoning) plus 120 m2 aan extra bebouwing. Het merendeel hiervan, te weten 240 m 2 nvo mag worden gebruikt als restaurant. De bijbehorende bedrijfswoning is specifiek aangeduid als 'bedrijfswoning' en tevens aangeduid als 'karakteristiek'. Horeca als onderdeel van het recreatiegebied Om te borgen dat de toegestane horeca onderdeel blijft vormen van het recreatiegebied is in de planregels een voorwaardelijke verplichting opgenomen. Door vast te leggen dat 'horeca alleen is toegestaan als de overige gronden met de bestemming 'Recreatie' worden opengesteld en beheerd als recreatiegebied', wordt voorkomen dat er een geheel zelfstandige horecavoorziening ontstaat die geheel los komt te staan van het recreatiegebied. Nachtverblijven Voor het gebied ten westen van de horecavoorzieningen is de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - nachtverblijf' opgenomen. Ter plaatse van deze aanduiding zijn de gronden tevens
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
82
bestemd voor kortdurend nachtverblijf in groepsaccommodaties, trekkershutten, tenten en al dan niet verplaatsbare logiesvoorzieningen, met een maximale capaciteit van 65 bedden en maximaal 6 bedden per verblijfsunit. Versterkt stem- en muziekgeluid Het bestemmingsplan regelt niets ten aanzien van normaal spreken (niet versterkt stemgeluid). Dit houdt in dat dit overal is toegestaan. Om eventuele overlast van de toegestane activiteiten tot een aanvaardbaar niveau in te perken zijn in de bestemming specifieke gebruiksregels opgenomen ten aanzien van versterkt stemgeluid en al dan niet versterkt muziekgeluid: 1.
binnen de gesloten gebouwen van Kameryck (specifieke vorm van gemengd - 1) is versterkt stemgeluid en al dan niet versterkt muziekgeluid toegestaan, binnen de gebouwen van het restaurant (specifieke vorm van gemengd - 2) is alleen achtergrondmuziek toegestaan; 2. op terrassen is uitsluitend achtergrondmuziek toegestaan tussen 7.00 en 23.00 uur. 3. in de permanente en tijdelijke tenten is: a. binnen de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1', met uitzondering ter plaatse van de nachtverblijven ('specifieke vorm van recreatie - nachtverblijf'), versterkt stemgeluid toegestaan tussen 7.00 en 19.00 uur; b. achtergrondmuziek toegestaan tussen 7.00 en 23.00 uur; 4. buiten de gebouwen met bijbehorende terrassen en de (tijdelijke) tenten is op het terrein versterkt geluid niet toegestaan. Evenementen Evenementen zijn uitsluitend toegestaan er plaatse van de aanduiding 'overige zone - evenementen'. De randvoorwaarden zijn opgenomen in de Algemene gebruiksregels in artikel 8.2 (zie ook paragraaf 6.3). Parkeren Op grond van de planregels moet ten behoeve van de toegestane functies moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein. De daarvoor bedoelde parkeervoorzieningen in het plangebied hebben de aanduiding 'parkeerterrein' gekregen. Maatvoering In de bijbehorende bouwregels zijn maatvoeringen opgenomen, waarmee de maximale oppervlakte en dakhelling is geregeld en hoeveel uitbreiding er mogelijk is. De goot- en bouwhoogte zijn op de verbeelding opgenomen, door middel van het maatvoeringssymbool 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)'. Geurzone Rond het agrarische bedrijf op de locatie Van Teylingenweg 132 is een aanduiding 'milieuzone - geurzone' opgenomen. Deze zone heeft een afstand van 50 meter vanaf het agrarisch bouwperceel en is op de verbeelding opgenomen, voor zover deze zone binnen het plangebied valt. Binnen deze zone mogen geen geurgevoelige objecten worden opgericht. Een terras bij het restaurant behoort wel tot de mogelijkheden, aangezien een terras niet geldt als een geurgevoelig object. Omgevingsvergunning Binnen de recreatiebestemming is een omgevingsvergunningplicht van toepassing. Dit houdt in dat bepaalde werken of werkzaamheden niet mogen worden gerealiseerd of uitgevoerd, zonder dat daarvoor een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders is verleend. Het gaat bijvoorbeeld om het bebossen, of het dempen van watergangen. Sommige werkzaamheden zijn uitgezonderd van de vergunningplicht. Zo mogen werkzaam-
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
83
heden in het kader van het normale beheer en onderhoud worden uitgevoerd, zonder dat daarvoor een omgevingsvergunning benodigd is.
6.2.3 Bestemming Water Voor de waterplas en de grotere watergangen in het plangebied is de bestemming 'Water' opgenomen. Deze bestemming is onder andere bedoeld voor waterhuishouding, -partijen en -gangen, oevers en taluds en voor extensieve openluchtrecreatie, zoals kanoën. Tevens is deze bestemming bedoeld voor behoud en ontwikkeling van cultuurhistorische, landschappelijke en natuurwaarden. Evenementen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - evenementen'. De randvoorwaarden zijn opgenomen in de Algemene gebruiksregels in artikel 8.2 (zie ook paragraaf 6.3). De bestaande bruggen en duikers zijn toegestaan. Vervanging daarvan mag enkel op de huidige locatie, tenzij kan worden aangetoond dat de aanwezige waarden, zoals hiervoor genoemd, niet worden aangetast. Binnen deze bestemming is een omgevingsvergunningplicht van toepassing. Dit houdt in dat bepaalde werken of werkzaamheden niet mogen worden gerealiseerd of uitgevoerd, zonder dat daarvoor een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders is verleend. Het gaat bijvoorbeeld om het dempen van watergangen. Sommige werkzaamheden zijn uitgezonderd van de vergunningplicht. Zo mogen werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud worden uitgevoerd, zonder dat daarvoor een omgevingsvergunning benodigd is.
6.3 Bijzondere aspecten Regeling evenementen Zoals genoemd in paragraaf 4.4.6 van deze toelichting is in voorliggend bestemmingsplan een regeling opgenomen. In artikel 8.2 van de Algemene gebruiksregels is bepaald dat er maximaal drie meerdaagse evenementen mogen plaatsvinden. Het gaat hier expliciet om drie activiteiten die niet passen binnen het normale toegestane gebruik van artikel 4 'Recreatie' en 5 'Water'. Bijvoorbeeld omdat extra tenten nodig zijn ten behoeve van het aantal verwachte bezoekers of dat tijdelijk hogere bouwwerken zijn toegestaan die niet passen in de bestaande bouwregels zoals een podium. Deze evenementen mogen enkel plaatsvinden binnen het gebied dat daartoe is aangeduid, met de aanduiding 'overige zone - evenementen'. Om zoveel mogelijk te voorkomen dat direct omwonenden hinder ondervinden van deze evenementen zijn randvoorwaarden opgenomen waar met de evenementen aan voldaan moet worden: Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ
het aantal dagen dat een evenement mag duren is beperkt tot 5 dagen per evenement (plus 5 dagen voor op- en afbouw); er wordt maar één evenement tegelijkertijd georganiseerd, meerdere afzonderlijke evenementen zijn niet toegestaan; na een meerdaags evenement wordt een rustperiode van twee weekenden ingelast voor een volgend meerdaags evenement; het aantal bezoekers is gemaximeerd; niet meer dan 1.350 bezoekers per dag en in totaal niet meer dan 10.000 bezoekers per jaar; tijdens een evenement is al dan niet versterkt muziek- en stemgeluid enkel toegestaan tussen 7.00 en 23:00 uur; in de planregels zijn diverse geluidsnormen opgenomen, evenals de wijze waarop deze gecontroleerd moeten worden;
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
84
Ÿ
In de planregels is aangegeven waar geparkeerd mag worden.
Overig In hoofdstuk 3 van de regels zijn algemene regels opgenomen, die aanvullend gelden voor alle bestemmingen. Het gaat onder andere om algemene bouw-, gebruiks-, afwijkings- en wijzigingsregels. Hoofdstuk 4 van de regels gaat in op het overgangsrecht voor bouwwerken en gebruik en geeft aan wat de formeel juridische naam van het bestemmingsplan is.
6.4 Verwerking van de uitspraak van de RvS in de planregels De uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State is als bijlage 1 bij de toelichting van dit bestemmingsplan opgenomen. De uitspraak van de Afdeling heeft tot een aantal aanpassingen/aanscherpingen geleid in de plantekst: Ÿ
Ÿ Ÿ
Ÿ Ÿ
allereerst is in de m.e.r.-beoordeling beter inzicht gegeven in de gevolgen die de uitbreidingen en de planregels hebben voor de intensiteit van het gebruik (punt 4.4 van de uitspraak). Daarvoor is uitgebreid onderzoek uitgevoerd naar de huidige bezoekersaantallen en de verwachte bezoekers-aantallen. Voor de diverse onderzoeken is uitgegaan van het maximale scenario. Hierin wordt rekening gehouden met wat het bestemmingsplan maximaal mogelijk maakt: alle bedrijfsonderdelen functioneren gelijktijdig en onder ideale omstandigheden (optimaal en maximaal). Opgemerkt wordt dat dit geen realistisch scenario is. Het zal zich in de praktijk niet voordoen. Het maximale scenario is wel het scenario waarmee de milieueffecten zijn getoetst; uit de m.e.r.-beoordeling volgt dat er géén MER hoeft te worden gemaakt (punt 4.4 van de uitspraak); in het akoestisch onderzoek en in de m.e.r.-beoordeling is aangetoond dat het plan de geluidsbelasting op het nabij gelegen stiltegebied niet negatief zal beïnvloeden (punt 5.3 van de uitspraak); in de planregels is de regeling omtrent de toegestane evenementen verduidelijkt en nauwkeurig begrensd (punt 6.4 en 7.3 van de uitspraak); in de planregels is een regeling opgenomen omtrent het versterkt stemgeluid en muziekgeluid binnen gebouwen, waaronder in tenten en buiten op terrassen (punt 7.3 van de uitspraak).
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
85
Hoofdstuk 7
Uitvoerbaarheid
7.1 Economische uitvoerbaarheid Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in de plantoelichting minimaal inzicht te worden gegeven in de economische uitvoerbaarheid van het plan. Op grond van artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening is de gemeenteraad verplicht een exploitatieplan vast te stellen voor gronden waarop een aangewezen bouwplan is voorgenomen in het geval het kostenverhaal niet anderszins is geregeld. Aangezien geen sprake is van een aangewezen bouwplan in de zin van de wet (artikel 6.13), geldt deze bepaling niet voor het voorliggende plan. De gronden waarop voorgenomen ontwikkeling is voorzien, zijn en blijven in eigendom van het recreatieschap Stichtse Groenlanden. De exploitatie van het terrein is opgenomen in de Programmabegroting en productenbegroting van het recreatieschap. Uit de Programmabegroting en productenbegroting van het Recreatieschap Stichtse Groenlanden blijkt dat voor het Oortjespad ingezet wordt op continuïteit van recreatieve voorzieningen met een afbouw van publieke financiering. Het plan Oortjespad Plus maakt dat mogelijk. Het recreatieschap als eigenaar staat garant voor exploitatie en aanbod. Met dit project wordt de externe financiering/exploitatie van het terrein uitgebreid, met tegelijkertijd afbouw van publieke bijdragen. Hierdoor ontstaat een gunstiger financiële uitgangspositie voor het recreatieschap, de gemeente en daarmee de gemeenschap. De exploitant van Kameryck heeft voor het gebied een bedrijfsplan opgesteld en een exploitatietoets is door de gemeente uitgevoerd. De economische uitvoerbaarheid is gezien het voorgaande gewaarborgd in een combinatie van meer private initiatieven en financiering bij gelijktijdige publieke garantstelling. Ten aanzien van eventuele planschade is in het kader van het voorgaande bestemmingsplan in januari 2013 een risicotoets planschade uitgevoerd. Dit rapport is opgenomen in bijlage 15. Uit de risicotoets blijkt dat het planschaderisico wordt getaxeerd op nihil. In het nieuwe bestemmingsplan wordt in principe hetzelfde mogelijk gemaakt.
7.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid Het ontwerp van het bestemmingsplan Oortjespad wordt na behandeling door Burgemeester en Wethouders ter inzage gelegd. Gedurende deze periode wordt één ieder in de gelegenheid gesteld om zijn of haar op- of aanmerkingen kenbaar te maken. [...]
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
86
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
87
Bijlagen bij de toelichting Onderstaande bijlagen zijn los bijgevoegd: Bijlage 1
Raad van State: uitspraak 201308635/1/R2
Bijlage 2
Bestaande toestand incl. oppervlaktematen
Bijlage 3
Bedrijfsvisie Kameryck ontwikkeling Oortjespad
Bijlage 4
Nieuwe toestand incl. oppervlaktematen
Bijlage 5
Oppervlakteberekeningen gebouwen & nvo horeca
Bijlage 6
Rapportage bezoekerstelling Oortjespad en Kameryck
Bijlage 7
Notitie bezoekerstellingen Kameryck
Bijlage 8
Bezoekersintensiteit horeca
Bijlage 9
Analyse bezoekersaantallen
Bijlage 10 Aanmeldingsnotitie MER-beoordeling Bijlage 11 Quickscan flora en fauna Bijlage 12 Geluidsonderzoek Bijlage 13 Parkeerplaatsen permanent en bij evenementen Bijlage 14 Verkeersonderzoek Bijlage 15 Risicotoets planschade
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
88
Bestemmingsplan "Oortjespad" (ontwerp)
Uitspraak201308635/1/R21 Raad van State
4-7-2014
Uitspraak 201308635/1/R2 DATUM V A N
UITSPRAAK
woensdag 21 mei 2 0 1 4
TEGEN
de raad van de gemeente Woerden
PROCEDURESOORT
E e r s t e aanleg - meervoudig
RECHTSGEBIED
Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen Utrecht
201308635/1/R2. Datum uitspraak: 21 mei 2014 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: 1. [appellant sub 1], wonend te Kamerik, gemeente Woerden, 2. [appellante sub 2 ] , wonend te Kamerik, gemeente Woerden, 3. [appellant sub 3A] en [appellante sub 3B], beiden wonend te Kamerik, gemeente Woerden, en 1. de raad van de gemeente Woerden, 2. het college van burgemeester en wethouders van Woerden, verweerders. Procesverloop Bij besluit van 27 juni 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Oortjespad" vastgesteld. Bij besluit van 5 augustus 2013, kenmerk U-14134, heeft het college een omgevingsvergunning verleend voor het uitbreiden van de bestaande bebouwing op het adres [locatie] te Kamerik. Tegen deze besluiten hebben [appellant sub 1], [appellante sub 2] en [appellanten sub 3] beroep ingesteld. Het college en de raad hebben een verweerschrift ingediend. Daartoe in de gelegenheid gesteld heeft [belanghebbende A] een schriftelijke uiteenzetting gegeven. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 25 februari 2014, waar [appellant sub 1], bijgestaan door mr. E . F J . A . M . de Wit, [appellante sub 2 ] , en [appellanten sub 3 ] , beiden vertegenwoordigd door [gemachtigde], en het college en de raad, beide vertegenwoordigd door A.H. Chaudron en A. Lacroix, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts zijn ter zitting als partij gehoord Recreatie Midden-Nederland, vertegenwoordigd door ir. M. Fleer en mr. J.M.J. Meijs, [belanghebbende A ] , vertegenwoordigd door J.J.M. Voorn, bijgestaan door mr. A. de Groot, advocaat te Utrecht, en E. de Bruin, werkzaam bij De Bruin Advies, en [belanghebbende B], bijgestaan door mr. A de Groot, advocaat te Utrecht. Overwegingen 1. De besluiten van 27 juni 2013 en 5 augustus 2013 zijn op grond van artikel 3.30, eerste lid, aanhef en onder b, en artikel 3.32 van de Wro gecoördineerd voorbereid en bekend gemaakt. Het plan Belanghebbendheid 2. De raad betoogt dat [appellante sub 2 ] , [appellanten sub 3] op een te grote afstand wonen van de percelen betreffende de plandelen die bebouwing mogelijk maken en dat zij daarom niet als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt. Hierover overweegt de Afdeling dat [appellante sub 2] op een afstand van ongeveer 600 meter van de grens van het plangebied woont, [appellant sub 3A] woont op ruim 300 meter van die grens, [appellante sub 3B] woont op bijna 500 meter van de grens van het plangebied. Gelet op het feit dat het plan voorziet in de httpV/wvwvjaadvanstate.nl/uitsprate^
1/9
4-7-2014
Uitspraak201308635Z1ZR21 Raad van State
uitbreiding van het recreatieterrein en daarbij zelfstandige horeca en meerdaagse evenementen mogelijk maakt, acht de Afdeling niet uitgesloten dat [appellante sub 2 ] , [appellanten sub 3] ondanks de genoemde afstanden tot het plangebied, gevolgen van het besluit kunnen ondervinden. Gelet hierop zijn [appellante sub 2 ] , [appellanten sub 3] belanghebbenden bij het bestreden besluit als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Het betoog faalt. Planbeschrijving 3. Het plan voorziet in de planologische en juridische verankering van de beoogde ontwikkelingen voor het bestaande recreatiegebied aan het Oortjespad te Kamerik. Hiermee worden de kaders gegeven v o o r d e beoogde bouw en exploitatie van het multifunctioneel recreatiecentrum Kameryck en de ontwikkelingen bij de kinderboerderij. Milieueffectrapportage 4. [appellant sub 1], [appellante sub 2 ] , [appellanten sub 3] betogen dat de raad ten onrechte heeft besloten dat geen milieueffectrapportage (hierna: m.e.r.) voor het plan behoeft te worden gemaakt. Hiertoe voert [appellant sub 1] aan dat sprake is van een verschuiving van het gebruik van natuurrecreatie naar intensieve horeca-activiteiten waarmee in de m.e.r.-beoordeling in ieder geval voor het aspect geluid geen rekening is gehouden, [appellante sub 2 ] , [appellanten sub 3] voeren aan dat de drempelwaarde van 250.000 bezoekers zal worden overschreden en dat het gebied bovendien een oppervlakte van meer dan 10 hectare heeft in het Belvedèregebied Nieuwkoop-Harmeien dat deel uitmaakt van het Nationaal Landschap Groene Hart. Op grond van artikel 7 van de Wet milieubeheer had daarom een m.e.r. moeten worden uitgevoerd en een milieueffectrapport (hierna: MER) moeten worden opgesteld. In de m.e.r.-beoordeling is volgens hen bovendien ten onrechte vermeld dat er geen geluidsintensieve vormen van recreatie zullen plaatsvinden en dat de toename van de geluidsproductie daarom geen belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu tot gevolg zal hebben. 4.1. De raad stelt zich op het standpunt dat een m.e.r.-beoordeling is uitgevoerd op basis waarvan het besluit is genomen geen MER op te stellen. De rae.r.-beoordeling is door bureau Tauw beoordeeld en onderschreven, aldus de raad. 4.2. Ingevolge artikel 7.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet milieubeheer worden bij algemene maatregel van bestuur de activiteiten aangewezen ten aanzien waarvan het bevoegd gezag moet beoordelen of zij belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben. Ingevolge het vierde lid worden ter zake van de activiteiten, bedoeld in het eerste lid, onder b, de categorieën van besluiten aangewezen in het kader waarvan het bevoegd gezag krachtens de artikelen 7.17 of 7.19 moet beoordelen of die activiteiten de in dat onderdeel bedoelde gevolgen hebben, en indien dat het geval is, bij de voorbereiding waarvan een milieueffectrapport moet worden gemaakt. Ingevolge artikel 7.19, eerste lid, neemt het bevoegd gezag in een zo vroeg mogelijk stadium voor de voorbereiding van het besluit dat krachtens het vierde lid van artikel 7.2 is aangewezen, een beslissing omtrent de vraag of vanwege de belangrijke nadelige gevolgen die de activiteit voor het milieu kan hebben, een milieueffectrapport moet worden gemaakt. Ingevolge artikel 1.1, tweede lid, onder a , moet onder gevolgen voor het milieu in ieder geval worden verstaan: gevolgen voor het fysieke milieu, gezien van uit het belang van de bescherming van mensen, dieren planten en goederen, van water, bodem en lucht en van landschappelijke, natuurwetenschappelijke en cultuurhistorische waarden en van de beheersing van het klimaat, alsmede van de relaties daartussen. Ingevolge artikel 2, tweede lid, van het Besluit milieueffectrapportage (hierna: Besluit m.e.r.) worden als activiteiten als bedoeld in artikel 7.2, eerste lid, onder b, van de Wet milieubeheer aangewezen de activiteiten die behoren tot een categorie die in onderdeel D van de bijlage is omschreven. Ingevolge het vierde lid worden als categorieën van besluiten als bedoeld in artikel 7.2, derde en vierde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen de categorieën die in kolom 4 van onderdeel C onderscheidenlijk onderdeel D van de bijlage zijn omschreven. http://wvwvjaadvanstate.nl/uitspraterto
2/9
4-7-2014
Uitspraak201308635Z1ZR21 Raad van State
Ingevolge het vijfde lid geldt, voor zover in de bijlage, onderdeel D, bij een categorie van activiteiten categorieën van gevallen zijn aangegeven, de verplichting tot het toepassen van de artikelen 7.16 tot en met 7.19 van de Wet milieubeheer: a. in zodanige gevallen en b. in overige gevallen waarin op grond van selectiecriteria als bedoeld in bijlage III bij de EEGrichtlijn milieu-effectbeoordeling niet kan worden uitgesloten dat de activiteit belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kan hebben. In onderdeel D van de bijlage wordt in categorie 10, aanhef en onder e. als activiteit aangewezen de aanleg, wijziging of uitbreiding van themaparken in gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op: 1. 250.000 bezoekers of meer per jaar, 2. een oppervlakte van 25 hectare of meer, 3. 100 ligplaatsen of meer, of 4. een oppervlakte van 10 hectare of meer in een gevoelig gebied. In kolom 4 van onderdeel D, categorie 10, is bij deze activiteiten onder meer het plan, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening aangewezen. 4.2.1. In de plantoelichting is vermeld dat een m.e.r.-beoordeling voor het bestemmingsplan is uitgevoerd. Uit de beschrijving van de potentiële milieueffecten in de m.e.r.-beoordeling wordt geconcludeerd dat de uitbreiding van het recreatiecentrum geen belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu heeft. Het initiatief heeft evenmin grote gevolgen voor het Belvedèregebied Nieuwkoop-Harmeien. Voorts is daarin vermeld dat het opstellen van een MER niet noodzakelijk is en dat de volledige beoordeling is opgenomen in bijlage 1 bij de plantoelichting. In de notitie 'MER-beoordeling uitbreiding recreatiecentrum Oortjespad, Kamerik'van 27 maart 2013 van Bureau Waardenburg B.V. (hierna: de m.e.r.-beoordeling) is vermeld dat de te beoordelen activiteit de drempelwaarde van 10 hectare of meer in een gevoelig gebied overschrijdt. Het plangebied ligt in het Belvedèregebied Nieuwkoop-Harmeien. Dit gebied is opgenomen in het Nationaal Landschap Groene Hart. Het totale recreatieterrein exclusief de plas is ongeveer 21 hectare. Het te verwachten aantal bezoekers ligt rond de 240.000. In 2008 was het jaarlijkse aantal bezoekers 197.000. Voorts is daarin vermeld dat voor het recreatiecentrum al eerder omgevingsvergunning is verleend, en dat daarom alleen de uitbreiding waarvooreen nieuw bestemmingsplan en een nieuwe omgevingsvergunning noodzakelijk zijn, in de beoordeling wordt betrokken. In de rae.r.-beoordeling is op pagina's 8 en 9 een inschatting gemaakt van de potentiële milieueffecten. Onder het kopje Toename geluidsproductie' is daarover het volgende vermeld: "De intensivering zal mogelijk een toename van de geluidsproductie tot gevolg hebben. Het soort recreatie dat op het centrum plaatsvindt, is echter geen geluidsintensieve vorm van recreatie. Er vinden geen activiteiten plaats als het rijden met gemotoriseerde voertuigen, schieten met vuurwapens of andere lawaai producerende activiteiten. Voor de geluidsproductie zal het recreatiecentrum moeten voldoen aan de geluidsvoorschriften uit de omgevingsvergunning, dan wel het Activiteitenbesluit milieubeheer. De toename van de geluidsproductie zal geen zodanige omvang hebben dat dit "belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu" tot gevolg heeft, die het uitvoeren van een MER noodzakelijk maken." In de brief van 5 juni 2013 van Tauw B.V. is een second opinion gegeven over de m.e.r.beoordeling (hierna: de second opinion). In de second opinion is vermeld dat Tauw de effectinschattingen en de conclusie van de m.e.r.-beoordeling onderschrijft. 4.3. Over het betoog van [appellante sub 2 ] , [appellanten sub 3] over de eerdergenoemde drempelwaarden uit categorie 10, aanhef en onder e, van onderdeel D van de bijlage, overweegt de Afdeling het volgende. Vast staat dat het plan in ieder geval één van deze drempelwaarden overschrijdt. Een overschrijding van de drempelwaarden heeft in dit geval echter niet tot gevolg dat een MER moet worden opgesteld, maar dat een m.e.r.-beoordeling moet worden gemaakt. Niet in geschil is dat ter voorbereiding op het plan een m.e.r.-beoordeling is uitgevoerd. Het betoog dat ten onrechte aan de drempelwaarden is voorbij gegaan, faalt derhalve. httpV/wvwvjaadvanstate.nl/uitspratetó
3/9
4-7-2014
Uitspraak201308635Z1ZR21 Raad van State
4.4. Over de m.e.r.-beoordeling overweegt de Afdeling het volgende. Hoewel bij de beschrijving van de nieuwe situatie op pagina 5 een vrij uitgebreide opsomming is gegeven van alle uitbreidingen waarin het plan wat bebouwing en aanleg betreft voorziet, is daarbij geen inzicht gegeven in de gevolgen die die uitbreidingen en de planregels hebben voor de intensiteit van het gebruik. Zo is onder meer niet ingegaan op het aantal toegestane al dan niet meerdaagse evenementen, zelfstandige horeca, zakelijke bijeenkomsten en de mogelijk gemaakte buitenactiviteiten. Voorts is uit de effectinschatting zoals hierboven geciteerd in het geheel niet op te maken hoe de uitgangssituatie wat geluid betreft is ingeschat, welke effecten het plan op dat punt zou kunnen hebben en of die effecten ten opzichte van de referentiesituatie belangrijke negatieve gevolgen voor het milieu zouden kunnen hebben. Gelet hierop is de Afdeling van oordeel dat de m.e.r.-beoordeling niet zorgvuldig tot stand is gekomen en de beslissing op grond van artikel 7.19, eerste lid, van de Wet milieubeheer, omtrent de vraag of een MER moet worden gemaakt, daarom niet op de rae.r.-beoordeling kon worden gebaseerd. Deze beslissing kon dan ook niet aan het besluit tot vaststelling van het bestemmingplan ten grondslag worden gelegd. De betogen van [appellant sub 1], [appellante sub 2 ] , [appellanten sub 3] slagen. Het plan is in strijd artikel 3:2 van de Awb, gelezen in samenhang met artikel 7.19, eerste lid, van de Wet Milieubeheer, vastgesteld. Provinciale verordening en beleid 5. [appellante sub 2 ] , [appellanten sub 3] betogen dat onvoldoende rekening is gehouden met het nabijgelegen stiltegebied. Hierdoor maakt het plan allerlei activiteiten mogelijk die in strijd zijn met het provinciaal beleid en Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie. Daarnaast voeren zij aan dat het plan in strijd met het provinciaal beleid extra verstedelijking mogelijk maakt. 5.1. De raad stelt dat op de rand van het stiltegebied kan worden voldaan aan de richtwaarde van 35 dB(A). Voorts zal de recreatieve gebruikswaarde aanzienlijk door het plan worden versterkt. Er is dan ook geen sprake van strijd met de Provinciale Ruimtelijke Verordening 2013 (hierna: PRV 2013), aldus de raad. 5.2. Ingevolge artikel 1.1, onder 2 van de PRV 2013 moet onder een recreatieve poort worden verstaan: een bovenlokaal toeristisch-recreatief attractiepunt, een knooppunt van wandel-, fiets- en/of vaarroutes waar tevens het achterliggende toeristische recreatieve gebied ervaren kan worden. Recreatieve poorten bieden informatie over het gebied, zelfstandige horeca en voldoende parkeervoorzieningen. Onder verstedelijking moet worden verstaan: nieuwe vestiging van woningen, niet-agrarische bedrijven, detailhandel en voorzieningen. Onder verstedelijking wordt mede verstaan uitbreiding van bestaande bedrijfsbebouwing van aan het landelijk gebied gebonden functies die niet worden gerechtvaardigd door een op de eigen bedrijfsvoering gerichte economische en functionele noodzaak. Onder het begrip verstedelijking vallen niet complexen ten behoeve van verblijfsreereatie die bedrijfsmatig geëxploiteerd worden en kleinschalige dag- en verblijfsreereatieve voorzieningen. Ingevolge artikel 4.2, eerste lid, wordt als "Verstedelijking landelijk gebied" aangewezen het gebied waarvan de geometrische plaatsbepaling is vastgelegd in het GML-bestand en is verbeeld op de kaart Landelijk gebied. Ingevolge het tweede lid bevat een ruimtelijk plan geen bestemmingen en regels die verstedelijking toestaan, tenzij de ruimtelijke ontwikkelingen betrekking hebben op en in overeenstemming zijn met artikel 4.17 Bovenlokaal recreatieterrein, en plaatsvinden in de daartoe aangewezen gebieden. Ingevolge artikel 4.17, eerste lid, wordt als "Bovenlokaal recreatieterrein" aangewezen het gebied waarvan de geometrische plaatsbepaling is vastgelegd in het GML-bestand en is verbeeld op de kaart Recreatie. Ingevolge het tweede lid kan een ruimtelijk plan bestemmingen en regels bevatten die ontwikkeling van aan het recreatieve gebruik gerelateerde voorzieningen op bestaande bovenlokale recreatieterreinen toestaan en die nieuwvestiging en uitbreiding van bestaande recreatieve poorten toestaan, mits is voldaan aan de volgende voorwaarden: a. de recreatieve gebruikswaarde van het gebied wordt versterkt; http://wvwv.raadvanstate.nl/uitsprate
4/9
4-7-2014
Uitspraak201308635Z1ZR21 Raad van State
b. de omliggende agrarische bedrijven worden niet in hun bedrijfsvoering belemmerd. Ingevolge het vierde lid bevat de toelichting op een ruimtelijk plan een ruimtelijke onderbouwing waaruit blijkt dat aan de genoemde voorwaarden is voldaan. Ingevolge artikel 4.19, eerste lid wordt als "Stiltegebied" aangewezen het gebied waarvan de geometrische plaatsbepaling is vastgelegd in het GML-bestand en is verbeeld op de kaart Recreatie. Ingevolge het tweede lid bevat een ruimtelijk plan geen bestemmingen en regels die de geluidsbelasting negatief beïnvloeden. Ingevolge het derde lid bevat de toelichting op een ruimtelijk plan een beschrijving van het door de gemeente te voeren beleid en de wijze waarop hiermee in het plan is omgegaan. 5.3. De Afdeling overweegt dat uit het tweede lid van artikel 4.2 van de PRV 2013 volgt dat verstedelijking in het landelijk gebied is toegestaan indien dat in overeenstemming is met artikel 4.17 en plaatsvindt in een daartoe aangewezen gebied. Vast staat dat het plangebied op grond van kaart 9 behorend bij de PRV 2013 binnen de zone "Bovenlokaal recreatieterrein" ligt. In de plantoelichting is vermeld dat de recreatieve gebruikswaarde aanzienlijk wordt versterkt en dat de agrarische bedrijven in de omgeving door de uitbreiding niet worden gehinderd. Daarnaast wordt het recreatief medegebruik gewaarborgd door onder meer het wandelpand rond de plas, zo vermeldt de plantoelichting. Gelet hierop is de Afdeling van oordeel dat wordt voldaan aan artikel 4.17 van de PRV 2013 en dat het plan derhalve niet in strijd met de PRV 2013 voorziet in verstedelijking in het landelijk gebied. Voorts overweegt de Afdeling dat de gronden op een afstand van ongeveer 240 meter ten oosten van het plangebied op kaart 9 als een stiltegebied zijn aangeduid. In de plantoelichting is hierover vermeld dat de Provinciale Milieuverordening een richtwaarde geeft van 35 dB(A) op 50 meter van de rand van het stiltegebied. Het evenemententerrein ligt op ruime afstand van deze grens. Daarnaast wordt het stiltegebied van het recreatiegebied gescheiden door de drukke provinciale weg Ingenieur Enschedeweg. Er is daarom geen reden om aan te nemen dat het stiltegebied negatieve invloed ondervindt van de activiteiten binnen het recreatiegebied aan het Oortjespad, zo vermeldt de plantoelichting. De Afdeling is van oordeel dat, gelet op de publieksaantrekkende werking en de aard van de toegestane recreatie, hiermee niet is komen vast te staan dat het plan de geluidsbelasting op het stiltegebied niet negatief zal beïnvloeden zoals is voorgeschreven in artikel 4.19, tweede lid van de PRV 2103. Het betoog van [appellante sub 2 ] , [appellanten sub 3] slaagt. Het plan is derhalve in zoverre in strijd met artikel 4.19 van de PRV 2013 vastgesteld. Horeca 6. [appellant sub 1], [appellante sub 2 ] , [appellanten sub 3] stellen dat het plan een te grote vloeroppervlakte aan horeca mogelijk maakt, waardoor de horeca niet ondergeschikt blijft aan de recreatiebestemming. Zij wijzen hierbij tevens op de tenten die maximaal 100 dagen per jaar op het terrein mogen worden opgericht die ook voor horeca mogen worden gebruikt en op de mogelijkheden voortijdelijk nachtverblijf dat niet recreatief hoeft te zijn. [appellante sub 2 ] , [appellanten sub 3] vrezen in dat verband dat de mogelijkheid voor dagrecreatie ter plaatse helemaal zal verdwijnen en voeren tevens aan dat het plan in strijd is met het gemeentelijk recreatiebeleid en de Horecastructuurvisie Woerden uit 2010. 0
6.1. De raad stelt zich op het standpunt dat 73 Zo van de bezoekers komt voor de recreatiegebonden voorzieningen. De mogelijkheid voor zelfstandige horeca is dan ook bedoeld om het recreatiecentrum ook in de winter, als er veel minder recreatie is, een bron van inkomsten te geven. Bovendien is voor het gebruik als horeca ter plaatse een maximum netto vloeroppervlak in het plan opgenomen van 975 m . Dit is inclusief de bestaande permanente tenten. Voorts zal de mogelijkheid van tijdelijk nachtverblijf niet leiden tot een hotel en soortgelijke overnachtingsmogelijkheden. Hiermee wordt alleen mogelijk gemaakt dat bijvoorbeeld een overnachting na een bruiloft is toegestaan, hetgeen bij recreatief nachtverblijf niet mogelijk w a s , aldus de raad. Het plan is volgens de raad dan ook in overeenstemming met de Horecastructuurvisie Woerden 2010. 2
6.2. Ingevolge artikel 4, lid 4.1, zijn de voor "Recreatie" aangewezen gronden bestemd voor: httpV/wvwvjaadvanstate.nl/uitspraterV^^
5/9
4-7-2014
Uitspraak201308635Z1ZR21 Raad van State
a. recreatie, waaronder begrepen een kinderboerderij; [•••]
d. sport- en spelvoorzieningen, zoals voorzieningen voor pïtch&putt- en voetgolf; e. horeca, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd - 1"; f. horeca, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd - 2"; g. kortdurend nachtverblijf in groepsaccommodaties, trekkershutten, tenten en al dan niet verplaatsbare logiesvoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie nachtverblijf". Ingevolge artikel 8, lid 8.2, zijn in aanvulling op het bepaalde in artikel 4 "Recreatie" en artikel 5 "Water" ter plaatse van de aanduiding "evenemententerrein" maximaal 3 extra evenementen per kalenderjaar toegestaan v o o r e e n duur van ten hoogste vijftien dagen per evenement, het opbouwen en afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement hieronder begrepen. Ten behoeve van deze evenementen mag in afwijking van de bouwregels worden gebouwd voor zover het betreft tijdelijke bouwwerken voor de duur van het evenement. Ingevolge artikel 1, aanhef en lid 1.16, moet onder evenement worden verstaan: periodieke en/of incidentele manifestaties zoals sportmanifestaties, concerten, bijeenkomsten, voorstellingen, tentoonstellingen, shows, thematische beurzen en thematische markten, niet zijnde de normale en toegestane bedrijfsactiviteiten; Ingevolge die aanhef en lid 1.20, moet onder horeca worden verstaan: al of niet los van recreatie functionerende voorzieningen en activiteiten bestaande uit het bedrijfsmatig: -verstrekken van etenswaren en dranken voor gebruik ter plaatse, en -exploiteren van zaalaccommodaties voor onder meer groepsactiviteiten, bedrijfsbijeenkomsten, seminars, voorstellingen, presentaties, kleinschalige conferentie- en vergaderaccommodatie en besloten feesten en partijen; daaronder zijn hier niet begrepen dancings, discotheken, nachtclubs en soortgelijke gelegenheden, en voorts niet hotels en soortgelijke overnachtingsgelegenheden. Ingevolge de aanhef en lid 1.29, moet onder recreatie worden verstaan: ontspannen in de vrije tijd, bestaande uit buitenrecreatie, recreatie binnen, waterrecreatie en -sport, zelf sporten, culturele activiteiten en beleving. 6.3. Volgens de plantoelichting is in de Nota Recreatie en Toerisme uit 2008 vermeld dat recreatieterrein Ooitjespad een concentratiepunt is, met ruime parkeermogelijkheden en een bushalte. Voorts dat de grootste kans voor Woerden ligt in het bieden van gezonde openluchtrecreatiemogelijkheden vlakbij huis en dat de belangstelling voor evenementen en nieuwe, tijdelijke locaties waar iets leuks valt te beleven ook een kans is. De ontwikkeling in het plangebied sluit aan bij de visie van de gemeente Woerden en speelt in op de behoeften die uit het marktonderzoek in het Groene Hart zijn gebleken, aldus de plantoelichting. Voorts is in de plantoelichting vermeld dat in de Horecastructuurvisie Woerden uit 2010 uitgebreid aandacht is besteed aan recreatiecentrum Kameryck. Volgens de plantoelichting sluit het plan aan op de doelstellingen van de Horecastructuurvisie. De horeca hoeft niet ondergeschikt te zijn, maar is ondersteunend aan de hoofdbestemming "Recreatie". De horeca is toegestaan ter versterking van de hoofdfunctie opdat de duurzaamheid van de hoofdfunctie is gewaarborgd. Dat wil niet zeggen dat geen zelfstandige horeca-activiteiten mogelijk zijn, maar er mag geen situatie ontstaan dat er een geheel zelfstandige horecavoorziening ontstaat die geheel los komt te staan van het recreatiegebied. Daarnaast is in de plantoelichting vermeld dat in het evenementenbeleid Kameryck is aangewezen als locatie waar een aantal evenementen is toegestaan. Het gaat dan om de zogenoemde 'grote' buitenevenementen die passen bij de aard van Kameryck, zoals bijvoorbeeld 'Kameryck Klassiek'. Hierbij is vermeld dat het ten aanzien van Kameryck geldt dat er maximaal drie evenementen mogen worden gehouden. In de regels wordt geregeld dat het is toegestaan om drie grote (meerdaagse) evenementen per jaar te organiseren binnen een daartoe aangewezen gebied, aldus vermeldt de plantoelichting. http://wvwv.raadvanstate.nl/uitspraterVzoetervin-uitspraten/tetet-u
6/9
4-7-2014
Uitspraak201308635Z1ZR21 Raad van State
6.4. De Afdeling is van oordeel dat de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat op grond van de Horecastructuurvisie Woerden niet alleen ondergeschikte, maar ook ondersteunende zelfstandige horeca is toegestaan. In zoverre is het plan niet in strijd met de Horecastructuurvisie Woerden. Tevens heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de gewenste ontwikkeling niet in strijd is met het gemeentelijk recreatiebeleid en bestaat in hetgeen [appellante sub 2 ] , [appellanten sub 3] hebben aangevoerd ook geen aanleiding voor het oordeel dat in het geheel geen vrije dagrecreatie mogelijk zal zijn. Voorts overweegt de Afdeling dat, hoewel de raad ter zitting heeft bevestigd dat hij in het kader van de zelfstandige horeca heeft beoogd ter plaatse van het evenemententerrein maximaal drie evenementen mogelijk te maken, is komen vast te staan dat het plan op grond van artikel 8, lid 8.2 van de planregels voorziet in maximaal drie extra evenementen. Gelet hierop maakt het plan meer evenementen mogelijk dan de raad wenselijk acht. Het plan is in zoverre dan ook onvoldoende zorgvuldig voorbereid. De betogen die zijn gericht tegen de horeca die is voorzien met de bestemming "Recreatie" slagen. Het plan is ook in zoverre vastgesteld in strijd met artikel 3:2 van de Awb. Geluid 7. [appellant sub 1], [appellante sub 2 ] , [appellanten sub 3] voeren aan dat de mogelijkheden voor zelfstandige horeca, al dan niet in tenten, zullen leiden tot een onaanvaardbare overlast door geluid en verkeer, vooral in de avond en nacht. 7.1. De raad stelt dat in de permanente en tijdelijke tenten geen versterkte muziek mag worden geproduceerd. Uit de onderzoeken blijkt dat de wettelijke waarden niet worden overschreden. 7.2. Het geluidsonderzoek van 29 maart 2013 is uitgevoerd door de Bruijn Advies en is als bijlage 3 bij de plantoelichting gevoegd. In paragraaf 5 van het geluidsonderzoek is de representatieve bedrijfssituatie beschreven waarop het onderzoek is gebaseerd. Hierin is vermeld dat is uitgegaan van muziek- en stemgeluid op de terrassen, muziekgeluid in de horecaruimten en het geluid vanwege het komende en gaande verkeer op het terrein van de inrichting. In tabel 6 en tabel 7 staan de uitkomsten van de berekeningen. In het geluidsonderzoek is vermeld dat blijkt dat alle berekende geluidsbelastingen lager zijn dan de aangegeven grenswaarden. Als bijlage bij het verweerschrift is bijgevoegd het aanvullend geluidsonderzoek van 5 juni 2013. Daarin is vermeld dat in het aanvullend onderzoek is uitgegaan van stemgeluid en achtergrondmuziek in drie vaste tenten, stemgeluid in de tijdelijke tent(en) en geluid ten gevolge van maximaal drie evenementen per jaar. In paragraaf 6.5 van het aanvullend onderzoek is vermeld dat bij mogelijke evenementen bijvoorbeeld wordt gedacht aan 'Kameryck Klassiek', een 'Winterfair' en de Dag van het Groene Hart', en dat op basis van het beleid van Kameryck alleen evenementen zullen worden georganiseerd die passen bij het landelijke karakter van het recreatieterrein. Op basis van dit beleid zullen er geen evenementen worden georganiseerd met luidruchtige muziek. De conclusie van het aanvullend onderzoek is dat ook voor deze activiteiten aan de grenswaarden kan worden voldaan. x
7.3. De Afdeling stelt vast dat de geluidsonderzoeken zijn gebaseerd op de verwachte exploitatie van het multifunctioneel recreatiecentrum Kameryck. Hierbij is ervan uitgegaan dat er alleen in de gebouwen versterkt geluid zal zijn en dat alleen het soort evenementen zal plaatsvinden dat past bij het landelijke karakter van het terrein zoals genoemd in het aanvullend onderzoek. Hierover overweegt de Afdeling dat het plan evenwel niet waarborgt dat slechts de in de onderzoeken genoemde (soorten) evenementen zullen worden georganiseerd en evenmin dat er geen versterkt geluid op de terrassen mag zijn. Gelet hierop zijn bij de voorbereiding van het plan in het geluidsonderzoek en tevens in het aanvullend geluidsonderzoek niet de maximale planologische mogelijkheden van het plan wat betreft geluid onderzocht. Het plan is in zoverre dan ook onvoldoende zorgvuldig voorbereid. De betogen slagen. Het plan is in zoverre vastgesteld in strijd met artikel 3:2 van de Awb. Overige beroepsg ronden 8. [appellant sub 1], [appellante sub 2 ] , [appellanten sub 3] betwisten de noodzaak van het plan en wijzen daarbij op de onderbouwing ten behoeve van de verleende vrijstelling die nog zag op een natuurrecreatiecentrum met ondersteunende horeca. Voorts voeren zij aan dat de raad ten onrechte geen onderzoek heeft gedaan naar de financiële uitvoerbaarheid. httpV/wvwvjaadvanstate.nl/uitspraterV^^
7/9
4-7-2014
Uitspraak201308635Z1ZR21 Raad van State
8.1. De raad stelt zich op het standpunt dat vanaf het begin duidelijk is geweest dat de horecainkomsten essentieel zijn voor een gezonde bedrijfsvoering van het recreatiecentrum. 8.2. Over de financiële uitvoerbaarheid overweegt de Afdeling dat ter plaatse reeds een recreatiecentrum met ondersteunende horeca gevestigd is. De voorziene bestemmingen zijn derhalve voor een deel al gerealiseerd. Gelet hierop bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat de raad op voorhand in redelijkheid had moeten inzien dat het plan niet uitvoerbaar is. Het betoog faalt. Voorts overweegt de Afdeling dat, zoals onder 6.3 is weergegeven, in de plantoelichting is vermeld dat de ontwikkeling in het plangebied aansluit bij de visie van de gemeente Woerden en inspeelt op de behoeften die uit het marktonderzoek in het Groene Hart zijn gebleken, [appellant sub 1], [appellante sub 2 ] , [appellanten sub 3] hebben hun stelling dat aan het plan geen behoefte is niet nader onderbouwd. Gelet hierop ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan voorziet in een recreatieve behoefte. Het betoog faalt. Slotoverwegingen 9. Gelet op hetgeen is overwogen onder 4.4, 5.3, 6.4 en 7.3, dient het besluit te worden vernietigd. De beroepen van [appellant sub 1], [appellante sub 2 ] , [appellanten sub 3] zijn gegrond. 10. Uit oogpunt van rechtszekerheid en gelet op artikel 1.2.3 van het Besluit ruimtelijke ordening, ziet de Afdeling aanleiding de raad op te dragen het hierna in de beslissing nader aangeduide onderdeel van deze uitspraak binnen vier weken na verzending van de uitspraak te verwerken op de landelijke voorziening, www.ruimtelijkeplannen.nl. De omgevingsvergunning 11. Nu het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan van 27 juni 2013 dient te worden vernietigd en de op basis hiervan verleende omgevingsvergunning in strijd is met het vorige plan, dient het besluit tot verlening hiervan eveneens te worden vernietigd wegens strijd met artikel 2.10, eerste lid, onder c , van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Proceskostenveroordeling 12. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van S t a t e : I. verklaart de beroepen gegrond; II. vernietigt: a. het besluit van de raad van de gemeente Woerden van 27 juni 2013 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Oortjespad"; b. het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Woerden van 5 augustus 2013, kenmerk U-14134; III. draagt de raad van de gemeente Woerden op om binnen vier weken na verzending van deze uitspraak ervoor zorg te dragen dat het hiervoor vermelde onderdeel II.a wordt verwerkt op de landelijke voorziening, http://www.ruimtelijkeplannen.nl; IV. gelast dat de raad en het college van burgemeester en wethouders van Woerden aan appellanten het door hen voor de behandeling van de beroepen betaalde griffierecht vergoeden ten bedrage van: a. C 160,00 (zegge: honderdzestig euro) voor [appellant sub 1 ] ; b. C 160,00 (zegge: honderdzestig euro) voor [appellante sub 2 ] ; en c . C 160,00 (zegge: honderdzestig euro) voor [appellant sub 3A] en [appellante sub 3B], met dien verstande dat betaling aan één van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de ander. Aldus vastgesteld door mr. P.J.J. van Buuren, voorzitter, en mr. M.W.L. Simons-Vinekx en mr. R J . J . M . Pans, leden, in tegenwoordigheid van mr. J.V. Vreugdenhil, ambtenaar van staat. http://wvwv.raaaNanstate.nl/uitspraterVzoetervin-uitspraten/tete
8/9
4-7-2014
Uitspraak20130863iyiZR21 Raad van State
w.g. Van Buuren w.g. Vreugdenhil voorzitter ambtenaar van staat Uitgesproken in het openbaar op 21 mei 2014 545.
httpi/Zww/w^aadvanst^
bebouwing:
Recreatie!^ Midden-Nederland
J
c
8
KAMERYCK RYCKELIJK
GENIETEN
T
H O F
K R A S S E L T V O O R H O U T
ft
'RENAERDE 0}
co
I
UJ
00
î
c I +
\
I i
D
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33
WONING/BEZOEKERSCENTRUM SCHUUR/DIERENVERBLIJF KANTINE/WERKPLAATS DIERENVERBLIJF LOODS DIERENVERBLIJF SANITAIR PEUTERBAD DIERENVERBLIJF DIERENVERBLIJF DIERENVERBLIJF DIERENVERBLIJF DIERENVERBLIJF SCHUILHUT DIERENVERBLIJF DIERENVERBLIJF UITZICHTTOREN DIERENVERBLIJF SCHUUR/DIERENVERBLIJF DIERENVERBLIJF DIERENVERBLIJF INFOBORD MESTOPSLAG/KELDER TUINHUIS SCHUILPLAATS SCHUILPLAATS DIERENVERBLIJF SANITAIR GAS DIERENVERBLIJF DIERENVERBLIJF ELEKTRA CONTAINER DIERENVERBLIJF
SI S2 S3 S4 S5 S6 S7 S8 S9 S10
WIPKIP WIPKIP GLIJBAAN SPEELTRACTOR KLIM/DUIKELREK SCHOMMELBAK SCHOMMEL SPEELHUISJE WIPKIP WIPKIP
230, 4 86, 9 120, 0 13, 5 64, 4 30, 5 30, 3 25, 5 19, 2 50, 0 6, 1 4, 0 24, 0 19, 5 7, 9 16, 0 4, 0 34, 0 2, 5 2, 5 0, 5 48, 0 6, 0 10, 0 10, 0 1, 0 17, 2 5, 0
m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 — — — —
2, 3 m2
nr
^ 7
•O
G e
oo
L7
31
9 Hi 23 28
1
i I
o
*Ş4
30
WĒ
024
G
1
S6V 33
53
•SlO 0 S5
Í26
O S2
G
ï
O.--;'
19 s
I 1
S7
(8 8
— — — — — — — — —
\
totaal
\
A B C D E F G H I 0 K
32
3
—
n
kinderboerderij:
HOOFDGEBOUW KAMERYCK SANITAIR KAMERYCK INFOBORD AFDAK BOOGSCHIETEN TRAFO PERMANENTE TENT PERMANENTE TENT PERMANENTE TENT PERMANENTE GROTE TENT 17X VELDHUYSJE (PIPOWAGEN ) CONTAINERS totaal
VERHARDING - BESTRATING ŨF STEIGER
2380 m2
VERHARDING - ASFALT
6216 m2
HALFVERHARDING - GRIND OF PUIN
8405 m2
891, 2 m2
totaal
Kinderboerderij
452, 6 139, 5 7, 0 36, 0 3, 8 65, 0 65, 0 65, 0 100, 0 175, 8
m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 —
Kameryck: 1109, 7 m2 Kameryck: 2000, 9 m2
GEW E:
BEBOUWING
2001 m2
PEUTERBAD
u
!0
40
60
OORTÜESPAD + TE KAMERIK CENTRUM
PARKEERPLAATSEN PERMANENT: PARKEERPLAATSEN RESERVE: PARKEERPLAATSEN TOTAAL:
100 m2
100 M
GEW D: GEW C:
OPDRACHTGEVER:
GEW B:
ARCHITECTEN
314 25 339
GEW A: DATUM:
17-04-2015
BESTAANDE TOESTAN D
GETEKEND:
SITUATIE
WERK:
RV
10127
GRENS V A N K
1
T H O F
R A 5 5
SCHAAL:
1: 1 5 0 0 | FORMAAT:
Al
B I J L A G E 4A
E L T
V O O R H O U T
STRAATWEG 2A
.
3 6 0 4 BB
.
MAARSSEN
T 030-6925525
1
Visie Kameryck ontwikkeling Oortjespad Samen met het Recreatieschap heeft Kameryck de laatste twee jaar gewerkt aan een plan om het voorzieningenniveau in recreatiegebied Oortjespad te verbeteren en de beheerslasten te verlagen. Dit plan, Oortjespad Plus genaamd, is inmiddels uitgewerkt. Hieronder treft u een omschrijving aan. Twee belangrijke ontwikkelingen (trends) in de recreatiesector zijn de aanzet geweest tot dit plan. 1) Wens tot verbreding van het recreatieaanbod. Uit onderzoek (eigen enquêtes recreatieschap en onderzoek van de Provincie Utrecht) blijkt dat er een discrepantie bestaat tussen vraag en aanbod aan recreatievoorzieningen als gevolg van veranderend recreatiegedrag. De consument vraagt om eigentijdse horecavoorzieningen en meer beleving (sport/spel/uitdaging). 2) Wens/noodzaak tot besparing op publieke beheerlasten. Als gevolg van de bezuinigingsdruk bij de overheid worden ook publieke voorzieningen in de recreatiesector getroffen. De kinderboerderij ter plaatse werd bijvoorbeeld met sluiting bedreigd. Derhalve is er gezocht naar nieuwe beheerstructuren en samenwerkingsverbanden met bedrijven in het gebied.
Kameryck vanaf de plas.
2 Nieuw bestemmingsplan Oortjespad: De gemeente Woerden heeft afgelopen twee jaar gewerkt aan een nieuw bestemmingsplan voor het Recreatiegebied Oortjespad. In dit nieuwe bestemmingsplan is het Oortjespad Plus Plan verankerd. Alle nieuwe voorzieningen uit het plan zijn dus ook planologisch uitvoerbaar. In juni 2013 heeft de Woerdense Gemeenteraad dit nieuwe bestemmingsplan, met steun van alle fracties, vastgesteld. Ook de Provincie Utrecht steunt dit plan. De lokale bevolking heeft zich via het Dorpsplatvorm ook positief uitgesproken over dit plan. Enkele omwonenden echter hebben tegen het vastgestelde bestemmingsplan bezwaar aangetekend bij de Raad van State. In mei 2014 heeft de Raad van State uitspraak gedaan en op onderdelen deze omwonenden in het gelijk gesteld. Het bestemmingsplan werd door de Raad van State vernietigd, waarna de gemeente tot reparatie is overgegaan. Men heeft zich bij de reparatie goed laten leiden door de uitspraak van de rechter. De rechter vond met name dat onvoldoende onderzocht was wat in theorie de maximale mogelijkheden waren van het nieuwe bestemmingsplan, los van de concrete plannen van Kameryck, en wat de eventuele gevolgen hiervan voor de omgeving zouden kunnen zijn. Thans (voorjaar 2015) ligt er weer een nieuw, aangepast bestemmingsplan. Er is behoorlijk “gesnoeid” in de mogelijkheden die het vorige bestemmingsplan bood. Het huidige plan sluit nu als een maatpak om de plannen van Kameryck en het Oortjespad Plus Plan en laat geen ruimte voor grootschalige exploitaties. Op tal van punten is dat concreet in het bestemmingsplan geborgd. In dit verband verwijzen wij naar de lijst van wijzigingen/beperkingen (Centrumarchitecten BV, april 2015) bij het nieuwe bestemmingsplan. Aanleiding voor de bestemmingsplanwijziging was enerzijds de uitbreiding van recreatiecentrum Kameryck en anderzijds het Oortjespad Plus Plan. Kameryck kampt met ruimtegebrek voor m.n. kantoor- en opslagruimte. Het huidige kantoor voor 4 personen is thans niet groter dan 12 m2. Dit leidt dagelijks tot frustratie. Door gebrek aan opslagruimte op eigen terrein moet Kameryck nu (tot de uitbreiding gerealiseerd is) elders opslagruimte huren. Dit leidt tot veel heen en weer rijden naar de opslagloods. Kameryck wil (elektrische) fietsen gaan verhuren maar heeft geen ruimte voor opslag. Ook ontbreekt het op dit moment aan een geschikte werkruimte en kantine voor de medewerkers (6-8 personen) van Reinaerde, de zorginstelling waarmee thans het groenbeheer wordt gedaan. Daarnaast wil Kameryck in de wintermaanden ook meer binnen activiteiten kunnen organiseren zoals workshops, vergaderingen en kleine congressen. Ruimtegebrek enerzijds en de kwetsbaarheid voor weer- en seizoensinvloeden anderzijds zijn duidelijke knelpunten in de huidige bedrijfsvoering van Kameryck. Recreatie in het buitengebied is grillig en uiterst weer- en seizoensgevoelig. Van oktober tot april zijn er weinig recreanten. Kameryck kan dus onmogelijk bestaan van alleen de recreant en moet zich daarom ook kunnen richten op andere doelgroepen (zakelijke markt). Om dit goed te
3 kunnen huisvesten wil Kameryck uitbreiden. Het nieuwe bestemmingsplan biedt deze uitbreidingsmogelijkheid en maakt daarmee een gezonde jaarrond exploitatie mogelijk. In het nieuwe bestemmingsplan verandert ook de rol van de horeca. De horeca neemt op dergelijke locaties een belangrijke plaats in, enerzijds omdat in de beleving van de recreant een bezoek aan de horeca (arrangementen, terrasbezoek of uit eten gaan) eigenlijk ook een vorm van recreatie is, anderzijds omdat de horeca en m.n. ook de zelfstandige-, niet recreatie-gebonden horeca in belangrijke mate bijdraagt aan een gezond economisch draagvlak voor een duurzame instandhouding van de voorzieningen ter plaatse. In het nieuwe bestemmingsplan is naast ondersteunende- recreatie gebonden horeca, ook zelfstandige horeca mogelijk. Kameryck is een multifunctioneel vrijetijdcentrum. Er vinden allerlei groepsactiviteiten plaats zoals bedrijfsuitjes, familiedagen, vergaderingen, heisessies en sportdagen. Daarnaast zijn er passanten en golfers. Vaak wordt bij de activiteiten iets gegeten of gedronken. Groepen kunnen meestal niet bij elkaar geplaatst worden. Men wil privacy. Het flexibel inzetten van horeca op verschillende locaties is daarom van groot belang voor het bedrijfsconcept. Dat wil niet zeggen dat het overal mogelijk is om feesten en partijen te geven. Dat is in het nieuwe bestemmingsplan niet mogelijk omdat buiten en in de tenten (permanent en tijdelijk) versterkte muziek niet is toegestaan m.u.v. achtergrondmuziek.
Horeca bij permanente paviljoentent
4 Publiek-private samenwerking: Duurzame financiering van beheer en onderhoud. Onderdeel van het Oortjespad Plus Plan is een voorstel voor een beheerstructuur met een duurzaam financieringsmodel voor beheer en onderhoud. De beheerslasten worden drastisch verlaagd. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de wens de publieke lasten voor recreatie te verlagen. Centrale gedachte in het nieuwe model is dat de economisch sterke (commerciële) onderdelen de zwakke (publieke) onderdelen op de been houden. Kameryck krijgt dus ook de verantwoordelijkheid voor het beheer en onderhoud van de publieke voorzieningen. Alle bestaande voorzieningen, dus ook kinderboerderij en peuterbadje, worden in stand gehouden (m.u.v. de natuur- en milieueducatie (NME) en er komen enkele nieuwe voorzieningen bij. De NME is medio 2014 door het recreatieschap beëindigd. Het schap beschouwt de NME niet langer tot haar kerntaken. Op dit moment wordt door vrijwilligers getracht deze NME weer op te pakken. Kameryck wil (in overleg) voor huisvesting zorgen. In het nieuwe erfpachtcontract krijgt Kameryck het hele gebied in erfpacht met alle lusten en lasten. In dit contract zullen alle gebruiksvoorwaarden worden vastgelegd en zijn ook de publieke belangen geborgd. Het einddoel is een mooi, multifunctioneel park met een hoogwaardige- uniforme kwaliteitsuitstraling en een gezond/duurzaam financieel draagvlak. De sfeer van het Groene Hart (natuur, rust en ruimte) moet de boventoon blijven voeren.
De huidige jaarlijkse beheerslasten voor de instandhouding van deze publieke voorzieningen liggen rond de € 300.000,-- In de nieuwe situatie worden deze lasten teruggebracht tot minder dan een derde (< € 100.000,-- ). Er wordt zo een bezuiniging gerealiseerd van €200.000,--. Er moet dus jaarlijks nog steeds € 100.000,-- publiek geld bij. Onlangs (december 2014) heeft het bestuur van het recreatieschap een besluit genomen dat dit geld structureel/jaarlijks beschikbaar blijft voor het Oortjespad. Door de bezuiniging van twee ton, samen met deze jaarlijkse publieke bijdrage van € 100.000,-- kunnen alle bestaande voorzieningen open, en gratis toegankelijk blijven. Deze bezuiniging wordt bereikt doordat er enerzijds minder geld uitgaat naar beheer en onderhoud (*) en educatie (dat door het recreatieschap niet meer als kerntaak wordt gezien); en er anderzijds meer geld binnenkomt in de vorm van pacht van bepaalde terreingedeelten en onroerend goed. Op deze locaties worden nieuwe voorzieningen ontwikkeld door Kameryck. Het betreft een pannenkoekenrestaurant, een midgetgolfbaan en andere speelvoorzieningen zoals een touwparcours in de bomen (doelgroepverbreding). Het resultaat is een totaal ander financieel plaatje; een duurzaam financieringsmodel, én een opwaardering van het aanbod ter plaatse. Hiermee wordt tevens tegemoetgekomen aan de veranderende vraag van de hedendaagse recreant.
5 (*)Beheer en onderhoud zal in de toekomst (goedkoper) gedaan worden door Kameryck i.s.m. de zorginstelling Reinaerde. Met het beheer en onderhoud van de kinderboerderij c.a. kunnen dagelijks acht tot tien jongeren met een beperking een zinvolle dagbesteding vinden aan het Oortjespad. Daarnaast wordt de mogelijkheid onderzocht om een deel van het beheer (dierverzorging) en mogelijk ook de natuur en milieu-educatie met vrijwilligers op te pakken. Ook de provincie Utrecht, waarmee in dit traject regelmatig contact is geweest, juicht deze publiek - private samenwerking toe. Men dringt voortdurend aan op inschakeling van de markt bij de instandhouding van openbare recreatiegebieden. Er wordt van de bedrijven ter plaatse een grotere financiële bijdrage gevraagd voor beheer en onderhoud. Bedrijven kunnen dat alleen opbrengen als ze een gezond bedrijf hebben dat jaarrond kan functioneren. Daarom wordt aan deze bedrijven ook meer (planologische) ruimte geboden om te kunnen ondernemen. In de beleidsstukken van de provincie komt dit thema regelmatig naar voren (Visie recreatie 2020). Dit beleid is ook ingegeven door de bezuinigingsdruk bij de overheid en een gevolg van de huidige economische crisis: Het is daarom tijd voor nieuwe structuren. Elders in het land zijn vergelijkbare processen gaande en zijn er voorbeelden van een succesvolle samenwerking.
Pupillen Reinaerde samen met hun begeleiders. Huidig aanbod: Al decennia lang is het aanbod rondom de kinderboerderij onveranderd. Met de komst van Kameryck zijn er in 2007 ten oosten van de kinderboerderij al een aantal voorzieningen toegevoegd. Het totale aanbod bestaat nu uit:
6 Een kinderboerderij met uitzichttoren, een bezoekerscentrum met educatieprojecten (NME), peuterbadje, een vis- en wandelsteiger (zie foto), een Pitch&Putt baan, een restaurant met vergaderzalen en kleinschalige overnachtingsmogelijkheden (groepsaccommodatie) en ook worden er arrangementen/bedrijfsuitjes georganiseerd. Dit aanbod is weliswaar breed, maar kan nog beter aansluiten bij de vraag van de recreant, en nog beter een jaarrond aanbod worden. met name voor de wat oudere kinderen is er thans te weinig aanbod. Nieuwe voorzieningen toevoegen. Belangrijk is dat alle voorzieningen in het recreatiegebied een eenheid gaan uitstralen. Er is gekozen voor een landelijke- , natuurlijke uitstraling. Er zal veel gewerkt worden met natuurlijke materialen die kwaliteit uitstralen. Alle bestaande voorzieningen blijven bestaan. Voor de natuur- en milieueducatie (NME) is dat echter nog onzeker. Hiervoor wordt door vrijwilligers nog naar een oplossing gezocht. De bestaande publieke voorzieningen blijven gratis toegankelijk. Ook de kinderboerderij zal in zijn huidige vorm blijven bestaan. Daarnaast worden de volgende voorzieningen toegevoegd: 1)
Een pannenkoekenrestaurant.
2)
Een midgetgolfbaan.
3)
Enkele (gratis) speelvoorzieningen op en aan het water.
4)
Een touwparcours in de bomen (high rope parcours).
5)
Een wandelpad rondom de plas met een heemtuin/vlindertuin.
6)
Natuurontwikkeling
Ref 1. Pannenkoekenrestaurant: Voor de recreant is een passend horeca-aanbod ter plaatse een belangrijk onderdeel van de totaalbeleving van het recreatieaanbod. Horeca en recreatie liggen in het verlengde van elkaar. Een bezoek aan de horeca (terras/restaurant) is in feite ook een vorm van recreatie. Dit pannenkoekenrestaurant is een belangrijke financiële kurk in de nieuwe beheerstructuur. Er is momenteel weinig pannenkoekenrestaurants van betekenis in het westelijk deel van de provincie Utrecht. Dit in tegenstelling tot het oostelijk deel van de provincie waar al meerdere succesvolle bedrijven zijn gevestigd (Amelisweerd, Zeist en Amerongen). De combinatie met het recreatiegebied en de kinderboerderij is kansrijk. Er is gekozen voor een
7 charmante locatie aan het water waar de bestaande bebouwing (boerderij en kleine hooiberg) wordt uitgebreid. Ook het bestaande zwembadje is vlakbij. Vanaf het terras hebben de ouders zicht op de plek waar de kinderen veilig kunnen spelen.
Ref 2. Midgetgolfbaan: Een midgetgolfbaan is een “evergreen”. Dat wil zeggen; een beproefd concept waar altijd vraag naar zal zijn. Ook hiervoor geldt dat er in de omgeving nog geen midgetgolfbaan is. De combinatie van een midgetgolfbaan met de kinderboerderij, het pannenkoekenrestaurant alsook het overige aanbod in het recreatiegebied maakt de formule nog krachtiger (er is aanbod voor het hele gezin). Kameryck wil de baan, met veel beplanting, een natuurlijke uitstraling geven en zoveel mogelijk integreren in het landschap. Zo zullen ook de bestaande waterpartijen (sloten) opgenomen worden in het ontwerp. Ref 3. Gratis speelvoorzieningen: Het betreft hier trekpontjes en andere avontuurlijke oversteken over het water in de omgeving van de kinderboerderij en bij het zwembadje. Zie foto’s. Deze voorzieningen moeten het terrein aantrekkelijker en spannender maken voor de wat oudere kinderen.
8
Gratis speelvoorzieningen bij de kinderboerderij. Ref 4. Touwparcours in de bomen (high rope parcours). Dit is een touwparcours dat uitsluitend onder leiding van een instructeur afgelegd kan worden (veiligheid). Dit parcours zou ook kunnen worden ingezet bij een bedrijfsuitje of kinderfeestje. Ook hiermee wordt het terrein spannender gemaakt en zo wordt een brede doelgroep aangesproken. De Provincie Utrecht heeft in 2011 onderzoek gedaan naar de kwantitatieve en kwalitatieve behoefte aan recreatiemogelijkheden in de Provincie Utrecht (De toekomst van recreatie om de stad (2011). Daaruit blijkt dat er door veranderend recreatiegedrag een grote discrepantie is tussen vraag en aanbod aan recreatievoorzieningen. De consument wordt steeds kritischer en vraagt om meer beleving. Met name aan de westkant van de stad Utrecht zijn er grote tekorten aan recreatiemogelijkheden. Ref 5. Wandelpad rondom de plas met heemtuin/vlindertuin . Er zijn vanaf het Oortjespad al voldoende mogelijkheden om een lange wandeling te maken. Uit ervaring weten wij echter dat er ook veel behoefte is om vanaf het recreatiegebied even een “ommetje” te maken. Kameryck heeft in samenwerking met twee agrariërs een rondwandeling om de plas mogelijk gemaakt. Het pad heeft een lengte van 1,7 km. Dit pad zal door Kameryck onderhouden worden. Samen met de vlinderstichting is een vlindertuin aangelegd. Kameryck heeft hiervoor een perceel grond beschikbaar gesteld van ongeveer 0,7 hectare. Dit perceel is inmiddels ingezaaid met bloemrijke heemplanten. Hiermee worden veel insecten w.o. vlinders aangetrokken. De vlinderstichting heeft hiervoor geld gekregen van de Postcode Loterij. In juni 2015 zal zowel het pad rondom de plas alsook de vlindertuin worden geopend.
9 Ref 6. Natuurontwikkeling: In de noordwesthoek van de plas zal een doorsteek gemaakt worden in de oever. Op het weiland daarachter, dat eigendom van Kameryck is, zal een grote waterpartij gegraven worden met een eiland daarin. Rondom deze nieuwe waterpartij zullen natuurvriendelijke oevers worden aangelegd met rietkragen. In het ondiepe water zullen velden met waterlelies worden aangeplant. Zo ontstaan er nieuwe paaiplaatsen voor vis. In de huidige plas die door zandwinning een grote diepte (15-20 m) heeft, is er geen natuurlijk talud waardoor er vrijwel nergens oeverbeplanting met schuilgelegenheid (met riet) voor vis en vogels is.
Aanleg natuurvriendelijke oevers in de noordwesthoek van de plas. Tot slot. Wij zijn blij met dit plan, dat een goed, breed en uitgebalanceerd plan is dat rekening houdt met ieders belangen en dat toekomstbestendig is. Wij zijn ook blij met het draagvlak bij de gemeente en de plaatselijke bevolking voor dit plan. Naast de gemeenteraad heeft ook het Dorpsplatvorm van Kamerik zich positief uitgesproken over onze plannen. In het nieuwe plan zijn de publieke belangen alsook de belangen voor de omwonenden veilig geborgd. Er is in het nieuwe (aangepaste) bestemmingsplan een duidelijke begrenzing gemaakt waardoor grootschalige exploitaties en grootschalige evenementen niet mogelijk zijn op deze locatie. Alle bestaande voorzieningen blijven bestaan (mogelijk m.u.v. de natuur- en milieueducatie/NME) en blijven gratis toegankelijk. Er vindt daarnaast een verrijking van het aanbod plaats. Ook de landelijke sfeer blijft in tact. Wij benadrukken dat die sfeer van het Groene Hart ook heel belangrijk is voor Kameryck. De meerderheid van onze gasten komt namelijk voor dat prachtige landelijke decor. Als we dat zouden verstoren dan snijden we in
10 eigen vlees. Wij zijn er van overtuigd dat dit plan voor iedereen een succes zal worden en straks een voorbeeld kan zijn van een geslaagde publiek private samenwerking. We zullen er met hart en ziel aan werken.
Hans Voorn en Mark Haagen, Februari 2015.
bebouwing:
Recreatie!^ Midden-Nederland
J nieuw w
c
8
KAMERYCK
RYCKELIJK
GENIETEN
T H 0 F K R A S S E L T V O O R H O U T
ni
e
u w wan
delpad r o
ndom
p l
a
andelpaa r
ondom
p i
a
S
ŤO
s
ft
'RENAERDE O)
\
T
CD
I
Uj CD
G G
c I +
\
I i
(O (O CD
CO
"O
D
CD
nr
QJQ
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 33 C D I
BEDRIJFSWONING PANNENKOEKENRESTAURANT KANTINE/WERKPLAATS DIERENVERBLIJF LOODS DIERENVERBLIJF SANITAIR PEUTERBAD DIERENVERBLIJF DIERENVERBLIJF DIERENVERBLIJF DIERENVERBLIJF DIERENVERBLIJF SCHUILHUT DIERENVERBLIJF DIERENVERBLIJF UITZICHTTOREN DIERENVERBLIJF SCHUUR/DIERENVERBLIJF DIERENVERBLIJF DIERENVERBLIJF INFOBORD MESTOPSLAG/KELDER TUINHUIS SCHUILPLAATS SCHUILPLAATS DIERENVERBLIJF DIERENVERBLIJF GAS DIERENVERBLIJF DIERENVERBLIJF ELEKTRA DIERENVERBLIJF INFOBORD AFDAK BO O GSCHIETEN UITBREIDING
SI S2 S3 S4 S5 S6 S7 S8 S9 S10
WIPKIP WIPKIP GLIJBAAN SPEELTRACTOR KLIM/DUIKELREK SCHOMMELBAK SCHOMMEL SPEELHUISJE WIPKIP WIPKIP
86, 4 m2 487, 1 m2 152, 3 m2 13, 5 m2 64, 4 m2 30, 5 m2 30, 3 m2 25, 5 m2 19, 2 m2 50, 0 m2 6, 1 m2 4, 0 m2 24, 0 m2 19, 5 m2 7, 9 m2 16, 0 m2 4, 0 m2 34, 0 m2 2, 5 m2 2, 5 m2 0, 5 m2 48, 0 m2 6, 0 m2 10, 0 m2 10, 0 m2 1, o m2 18, 0 m2 5, 0 m2 — — —
2, 3 m2 7, 0 m2 36, 0 m2 100, 0 m2
Ç57 ō3
1
CD CD\
VELD 3
i
midgetgolf
CD
•O
nr. 1
p
^
4w
N\3
*
nr
CD-P CD CD
G
CLE co
24
eo
L7
sp
31
i
G "30
S3
I
GIJ
S6
l i *Ş4
P
CD
27 1
9B-. 80
\
CD
•a
33 í
•S10
VELD 1
0;CD 2
CD CD
G S2
co G
VELD 2 nr
speelweide
G 1 19 Sİ
S7
— — — — — — — — —
8 totaal
k i n d e r b o e r d e r i j : 1323, 5 m2
i—ť
I 1 3
05
0Q
O
n I I
UJJ IIII
r
A B E F G H J K L 32
HOOFDGEBOUW KAMERYCK SANITAIR KAMERYCK TRAFO PERMANENTE TENT PERMANENTE TENT PERMANENTE TENT 17X VELDHUYSJE (PIPO WAGEN) CONTAINERS TIJDELIJKE TENTEN CONTAINER totaal
H VERHARDING - BESTRATING ŨF STEIGER
3008 m2
H VERHARDING - ASFALT
6265 m2
I
9057 m2
HALFV ERHARDING - GRIND OF PUIN
B I J EVENEMENTEN Z I J N EXTRA PARKEERPLAATSEN BINNEN AANDUIDING EVENEMENTEN TO EGESTAAN
totaal
Kinderboerderij
1032, 4 m2 139, 5 m2 3, 8 m2 65, 0 m2 65, 0 m2 65, 0 m2 175, 8 m2 —
300, 0 m2 —
Kameryck: 1846, 5 m2
S Kameryck: 2870, 0 m2
GEW E:
OORTJESPAD + TE KAMERIK
M
BEBOUWING
2870 m2
H PEUTERBAD 0
20
40
60
100 m2
CENTRUM PARKEERPLAATSEN PERMANENT: PARKEERPLAATSEN RESERVE: PARKEERPLAATSEN TOTAAL:
384 25 409
GEW D: GEW C:
OPDRACHTGEVER:
GEW B:
ARCHITECTEN
GEW A: DATUM:
17-04-2015
NIEUWE TO ESTAND
GETEKEND:
SITUATIE
WERK:
RV
10127
100 M V A N K
1
TH O F
SCHAAL:
1: 1 5 0 0 | FORMAAT:
Al
B I J L A G E 4B
R A 5 5 E LT
V O O R H O U T
STRAATWEG 2A
.
3 6 0 4 BB
.
MAA R SSEN
T 030-6925525
Oppervlakteberekeningen GEBOUWEN
Oortjespad 3 (Kameryck) 1 2 3 4 5 6 7
Hoofdgebouw (exclusief overkappingen) overkappingen hoofdgebouw sanitair gebouw (exclusief overkappingen) overkappingen sanitairgebouw permanente tenten tijdelijke tenten (max 100 dagen per jaar) veldhuysjes (t.b.v kortdurend nachtverblijf) Totaal
in bestemmingsplan: sgd-1 1 gebouwen (inclusief overkappingen) 2 permanenten tenten 3 tijdelijke tenten (max 100 dagen per jaar) Totaal
Oortjespad 1 (kinderboerderij) 1 2 3 4 5
karakteristieke bebouwing (incl. bedrijfswoning) restaurant (exclusief overkapping) overkappingen restaurant Beheerdersgebouw Toekomstige uitbreiding Totaal
in bestemmingsplan: sgd-2 1 gebouwen (inclusief overkappingen) 2 karakteristieke bebouwing (incl. bedrijfswoning) Totaal
Bijgebouwen Oortjespad 1+3 1 t.b.v. berging/stalling/kinderboerderij 2 t.b.v. recreatie Totaal
in bestemmingsplan: Aanduiding bijgebouwen 1 t.b.v. berging/stalling/kinderboerderij 2 t.b.v. recreatie Totaal
bestemmingsplan Oortjespad 1-3 te Kamerik
blad 1 van 3 bestaand uitbreiding 399,3 m2 509,2 m2 53,3 m2 70,6 m2 103,5 m2 36,0 m2 195,0 m2 300,0 m2 175,8 m2 1262,9 m2 579,8 m2
Totaal 908,5 m2 123,9 m2 103,5 m2 36,0 m2 195,0 m2 300,0 m2 175,8 m2 1842,7 m2
maximaal 1400,0 m2 200,0 m2 300,0 m2 1900,0 m2 bestaand 230,4 m2 120,0 m2 350,4 m2
uitbreiding 181,8 m2 161,3 m2 32,3 m2 100,0 m2 475,4 m2
Totaal 230,4 m2 181,8 m2 161,3 m2 152,3 m2 100,0 m2 825,8 m2
uitbreiding 36,0 m2 36,0 m2
Totaal 497,0 m2 36,0 m2 533,0 m2
maximaal 625,0 m2 230,4 m2 855,4 m2 bestaand 497,0 m2 497,0 m2 maximaal 550,0 m2 40,0 m2 590,0 m2
03-02-2015
Oppervlakteberekeningen NVO HORECA
Oortjespad 3 (Kameryck) 1 2 3 4 5 6
hoofdgebouw - restaurant hoofdgebouw - zaalexploitatie sanitair gebouw permanente tenten - zaalexploitatie tijdelijke tenten (max 100 dagen per jaar) - restaurant veldhuysjes (t.b.v kortdurend nachtverblijf) Totaal
max horeca cf planregels: sgd-1 1 gebouwen (samen met permanente tenten max. 225 m2 restaurant) 2 permanente tenten (samen met gebouwen max. 225 m2 restaurant) 3 tijdelijke tenten (max 100 dagen per jaar)(max. 300 m2 restaurant) Totaal
Oortjespad 1 (kinderboerderij) 1 2 3 4
karakteristieke bebouwing restaurant toekomstige uitbreiding Beheerdersgebouw Totaal
max horeca cf planregels: sgd-2 1 karakteristieke bebouwing 2 gebouwen Totaal
bestemmingsplan Oortjespad 1-3 te Kamerik
blad 1 van 3 NVO horeca 223,0 m2 505,5 m2 195,0 m2 300,0 m2 1223,5 m2 maximaal 735,0 m2 200,0 m2 300,0 m2 1235,0 m2 NVO horeca 115,0 m2 115,0 m2 230,0 m2 maximaal 120,0 m2 120,0 m2 240,0 m2
03-02-2015
Rapportage Bezoekerstelling Oortjespad en Kameryck 2014-R-065/1028
21 november 2014
2
Inleiding & inhoudsopgave
Inleiding
Inhoudsopgave
Oortjespad is een recreatiegebied in de gemeente Woerden. Het biedt de volgende faciliteiten: recreatieplas , groengebied, Kameryck, speelweide met peuterbad, bezoekerscentrum, kinderboerderij en drie parkeerplaatsen.
1. Locatie 1.1 Kaart onderzoeksgebied 1.2 Onderzoeksgebied
3 4 5
Kameryck, gelegen in het recreatiegebied Oortjespad betreft een Pitch&Putt golfterrein, voetgolfterrein, restaurant en zaalbedrijf met diverse terrassen en groepsaccommodaties. De exploitanten van Kameryck zijn de heren Voorn en Haagen.
2. Methode 2.1 Eerder gedane onderzoek 2.2 Methodologische verklaring 2.3 Dag- en weekpatroon 2.4 Seizoenspartoon, dagrecreatie en weerscorrectie
6 7 8 10 11
3. Uitkomsten onderzoek 3.1 Uitkomsten enquête 3.2 Telwerk 3.3 Uitkomst bezoekerstelling
12 13 14 15 16
Voor het recreatiegebied dient het aantal recreatieve bezoekers te worden bepaald, waarbij onderscheid gemaakt dient te worden tussen recreanten, bezoekers kinderboerderij en Kameryck bezoekers. Voor bovenstaande is Van Spronsen & Partners horeca-advies benaderd. Telwerk Aanvullend aan het onderzoek heeft de firma Telwerk een onderzoek naar autoen fietsbewegingen met behulp van telslangen. De uitkomsten van het onderzoek van Telwerk zijn meegenomen in deze rapportage.
Bijlagen Bijlage I Impressie faciliteiten Bijlage II Bronnenlijst
17 18
© 2014 Van Spronsen & Partners horeca-advies. Behoudens uitzondering door de wet gesteld mag zonder uitdrukkelijke toestemming van de rechthebbenden VSP-Groep te Warmond, de heer H. Voorn en M. Haagen van Kameryck te Kamerik, niets uit deze uitgave worden vermenigvuldigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op de gehele of gedeeltelijke bewerking. Van Spronsen en Partners te Warmond, Herenweg 83, 2361 EJ Warmond, Telefoon: 071-5418867, Fax: 071-5418869, e-mail:
[email protected]. Website: www.spronsen.com
3
1. Locatie
4
1 Profielschets 1.1 Kaart onderzoeksgebied
Figuur 1. Bron: Google Maps
5
1 Profielschets 1.2 Onderzoeksgebied Oortjespad
Locatie en verzorgingsgebied • Recreatiegebied Oortjespad te Kamerik, gelegen in de gemeente Woerden. • Gebied wordt beheerd door: Recreatieschap Stichtse Groenlanden en Kameryck. • De omvang van het Oortjespad is relatief beperkt. Het gebied trekt met name lokale en regionale recreatiebezoekers. Voor de horeca, golf en verblijfsfaciliteiten geldt een meer regionaal en landelijk verzorgingsgebied. • De locatie is goed te bereiken met de auto (via de N-212) of per fiets (of wandelend) via de toegangswegen en fietspaden. De bereikbaarheid van het openbaar vervoer is beperkt. • Tussen L1, L2 en L3 is een vrije doorgang voor bezoekers mogelijk. Openingstijden • Bezoekerscentrum en kinderboerderij zijn dagelijks geopend van 9.30-17.00 uur. Van 1 november tot 1 maart op vrijdag en zaterdag gesloten. • Kameryck is geopend van 1 april tot 1 november geopend van 10:00-21:00 en van 1 november tot 1 april van 10:00-17:00. • Het recreatiegebied is geopend van zonsopgang tot zonsondergang. L1. (Recreatie)
L2. (Kameryck)
L3. (West Kinderboerderij)
Faciliteiten • Parkeerplaats • Steigers (vlonders) met zwemtrapjes • Groengebied • Recreatieplas • Zie figuur 2.
Faciliteiten • Parkeerplaats • Pitch en putt golfbaan, en voetgolfbaan • Steigers (vlonders) met zwemtrapjes • Horecavoorziening, zalen en terras • Verblijfsaccommodaties en toiletgebouw • Zie figuur 3.
Faciliteiten • Parkeerplaats • Kinderboerderij • Bezoekerscentrum • Speelweide met peuterbad • Zie figuur 4.
Figuur 2. Bron: Van Spronsen & Partners
Figuur 3. Bron: Van Spronsen & Partners
Figuur 4. Bron: Van Spronsen & Partners
6
2. Methode
2 Methode 2.1 Eerder gedane onderzoeken Vergelijking uitgevoerde onderzoeken Eerder uitgevoerde onderzoeken in relatie tot het Oortjespad hebben verschillende inschattingen van de bezoekersaantallen opgeleverd. Voor de volledigheid hebben wij de onderzoeken nader bestudeerd en kort een aantal opmerkingen geplaatst inzake de uitkomsten en het gebruik van beide uitgevoerde onderzoeken als vergelijking met onderhavige studie.
Onderzoek door Grontmij
Onderzoek door NBTC Nipo
Recreatieonderzoek Recreatie Midden-Nederland, 29 mei 2009.
Bezoek aan Utrechtse recreatiegebieden, dagrecreatie Monitor Utrecht 2011-2012, 2811-2012.
Aanleiding onderzoek Inzicht krijgen in het gebruik en waardering van de recreatieterreinen en routes die beheerd worden door Recreatie Midden Nederland. Opmerkingen • Het onderzoek richt zich op totaal 20 terreinen. • Op de recreatieterreinen hebben 3 tot 6 veldwerkdagen plaatsgevonden. • De data van deze veldwerkdagen liggen relatief ver uiteen. Afname loopt van 14 oktober 2007 tot 27 juli 2008. • Het is niet bekend op welke wijze en in welke mate de weersinvloeden van een meetmoment (of dag) zijn doorgerekend in de bepaling van de bezoekersaantallen. • Het onderzoek vermeldt een extrapolatie van de bezoekersaantallen op basis van een seizoenspatroon, maar het kan niet worden achterhaald welk seizoenspatroon is gebruikt. • Het onderzoek vermeldt een hoog aantal auto’s tijdens de herfsttelling, maar er is niet aangegeven in hoeverre een correctie op basis van deze piekmomenten rekening is doorgevoerd bij de inschatting van de bezoekersaantallen. • In de studie staat vermeld dat de jaar-rond bezoekersaantallen met de nodige terughoudendheid moeten worden geïnterpreteerd vanwege veldwerkdagen en niet altijd representatieve weersomstandigheden. • In de studie staat vermeld dat het aantal tellingen beperkt is en dat mechanische tellingen een nauwkeuriger beeld geven. Conclusie De uiteindelijke berekening en onderbouwing van het geschatte aantal bezoekers is in relatie tot bovenstaande en in de studie niet in beeld gebracht. Dit is ook niet vreemd gezien de omvangrijkheid van de studie en de aanleiding van het onderzoek waarbij de waardering en gebruik van de gebieden door gebruikers een hoofddoel vormen.
Aanleiding onderzoek Inzicht geven in het bezoek aan de natuur- en recreatiegebieden en RODS gebieden (Recreëren Om De Stad) van de Provincie Utrecht, alsmede een bezoekersprofiel. Opmerkingen • De steekproef is genomen onder een online-panel. • Het onderzoek richt zich op 40 openluchtrecreatiegebieden. • Per gebied, indien van toepassing, is gevraagd naar de gemiddelde bezoekfrequentie per periode in de afgelopen 12 maanden aan een gebied. • Het onderzoek geeft met name socio-demografische informatie inzake de bezoekers. Conclusie De onderzoeksmethode waarbij niet op locatie, maar via een online- enquête, naar een inschatting van een bezoekfrequentie wordt gevraagd, is afwijkend van het onderzoek Grontmij. Er dient een vraagteken te worden gezet bij de nauwkeurigheid van de inschatting van de gemiddelde bezoekfrequentie van een gebruiker. Zeker in het licht bezien dat men dit voor meerdere gebieden is gevraagd in te schatten. Het feitelijke bezoekersaantal kan hiermee fors afwijken.
7
2 Methode 2.2 Methodologische verklaring
8
Methodologische verklaring Doelstelling en methode De doelstelling van het bezoekersonderzoek Oortjespad is het bepalen van het aantal bezoekers aan het Oortjespad naar type gebruiker en bezoekmotief. Er is door ons bureau een manuele bezoekerstelling op locatie uitgevoerd in combinatie met de afname van een beknopte enquête onder de aanwezige bezoekers van het gebied. Primair bezoekmotief en type gebruiker Gezien de verschillende aanwezige faciliteiten is sprake van uiteenlopende type gebruikers. Er is grofweg onderscheid te maken tussen: - L1: Bezoekers Oortjespad recreatie, natuur en plas. Dagrecreant met recreatie als primair bezoekmotief (zoals vissen, wandelen, fietsen). - L2: Bezoekers van Kameryck. Dag of verblijfsgast met als primair bezoekmotief: horecabezoek, Pitch&Putt, bijeenkomst of verblijf. - L3: Bezoekers van Kinderboerderij. Dagrecreant met als primair bezoekmotief: bezoek aan de kinderboerderij, recreatieweide of bezoekerscentrum. Overlap en dubbeltelling • Bezoekers: Er is sprake van een gedeelte ‘overlap’ in de gebruikers. Zo is bekend en tevens waargenomen dat bijvoorbeeld bezoekers gebruik maken van de kinderboerderij en een bezoek brengen aan de horeca. Of bezoekers van de horeca maken een wandeling in het recreatiegebied en dergelijke. In dit onderzoek benoemen we de unieke bezoeker naar hoofdmotief en de overlap (dubbeltelling) indien een bezoeker tevens van een andere functie gebruik maakt. • Auto’s: Bij de autotellingen is naar voren gekomen dat regelmatig auto’s een parkeerplaats op rijden (met name de parkeerplaats van L1) en vervolgens tot de conclusie komen dat men op L2 moet zijn (voor bijvoorbeeld Pitch&Putt gebruik). Vervolgens rijdt men direct terug en parkeert de auto op L2. Tevens komt het voor dat auto’s op volle parkeerplaatsen (met name L2) geen plaats vinden en moeten uitwijken naar L1 of L3. Dit zorgt voor dubbeltellingen. Het aantal autobewegingen is gebruikt voor bepaling dagpatroon, gemiddeld aantal inzittenden per auto, en aandeel gasten dat per auto komt. De bezoekersaantallen zijn gebaseerd op het aantal aanwezige individuen. Onderzoeksdagen • Er zijn over een periode van zes weken, wekelijks twee onderzoeksdagen uitgevoerd. Hierbij zijn doordeweekse en weekenddagen meegenomen. In totaal hebben 11 onderzoeksdagen plaatsgevonden waarbij 22 tellingen zijn uitgevoerd. • De meetmoment hebben plaatsgevonden in de periode augustus en september 2014. • Per onderzoeksdag zijn er twee tellingen uitgevoerd; één bij aanvang (tussen 12:00-14:00 uur) en één bij vertrek (14:30-16:00 uur) • Per onderzoeksdag zijn enquêtes afgenomen op de verschillende locaties binnen het gebied. • Per meetmoment is de weerssituatie (zonnig, bewolkt, regen) en temperatuur vastgelegd. Gezien de aangenomen relevante correlatie met het weer is bij de verwerking van de gegevens rekening gehouden met ‘normale’, warme (+20°C) en zomerse dagen (+25°C). Telwerk • Aanvullend aan ons onderzoek, is door de firma Telwerk met behulp van telslangen een automatische telling gedaan van het aantal verkeersbewegingen naar en van de verschillende parkeerterreinen. • Van Spronsen & Partners is niet betrokken geweest bij de uitvoering van dit onderzoek. Wij hebben inzage gehad in de uitkomsten van deze tellingen en deze gebruikt in de onderbouwing van het aantal bezoekers.
2 Methode 2.2 Methodologische verklaring vervolg
9
Onderzoek Bezoekerstellingen N=2.617 Er zijn in totaal 2.617 mensen geteld. Gemiddeld 238 per dag. • Er zijn daarbij 1.221 auto’s geteld. • Bij deze methode is manueel het aantal aanwezige personen en auto’s per zone geteld. Herkenbare personeelsleden zijn separaat geteld. Er is gebruik gemaakt van een telformulier. • Bij de tellingen is onderscheid gemaakt in de verschillende zones. (L1, L2 en L3). • Per telling zijn de zones in één beweging door een onderzoeker doorlopen waarbij de aanwezige bezoekers zijn geturfd en per zone geteld. De faciliteiten zijn binnengetreden zodat alle bezoekers geteld zijn. • De telroute (zie figuur 1.) is een vaste route die door de onderzoeker is afgelegd. Vanwege de goede zichtbaarheid op het terrein en de eenvoudige infrastructuur is tijdens de telling goed overzicht te houden over het terrein. De verplaatsing van personen is zeer beperkt en de onderzoeker kan niet ongezien worden ‘ingehaald’ door een bezoeker. Hierdoor is de kans op dubbeltelling van bezoekers nihil. • Alle geparkeerde auto’s aanwezig op de terreinen en parkeerplaatsen zijn geteld.
Enquêtering N=192. • Er zijn in totaal 192 enquêtes afgenomen. • Op onderzoeksdagen zijn op basis van willekeurige selectie aanwezige bezoekers face-to-face geënquêteerd. Bij de enquêtering werd de enquête mondeling afgenomen en ingevuld door de onderzoeker. • Hierbij is getracht zo veel mogelijk bezoekers mee te nemen waarbij continue tussen de locaties (L1, L2 en L3) heen en weer is bewogen om een zuivere afspiegeling van de aanwezigen te krijgen. • De enquêteurs zijn herkenbaar op de locatie aanwezig geweest en hebben enkel bezoekers aangesproken die zich van of naar de locatie verplaatsten. Tijdens activiteiten zijn bezoekers niet gestoord. • De enquête bestaat uit de volgende vijf onderdelen: 1. Bezoekmotief: Wat is de reden van uw bezoek? Keuze uit Bezoek aan recreatiegebied / Horeca, zalen of bijeenkomst Kameryck / Pitch & Putt baan / Kinderboerderij / Anders…. 2. Secundair gebruik: Gaat u vandaag nog gebruik maken van andere genoemde faciliteiten? (meerdere antwoorden mogelijk). 3. Herkomst: Waar komt u vandaan? Er is gevraagd naar de plaatsnaam. 4. Transportmiddel: Hoe bent u hier gekomen? Er is gevraagd naar auto / fiets / lopend / OV.
Figuur 1. Bron: Google Maps
2 Methode 2.3 Dag- en weekpatroon Dag- en weekpatroon Dagpatroon en verblijfsduur • Per gebied is een inschatting weergegeven van het dagpatroon en de bezoekverdeling per uur (figuur 8). Mede vanwege het verschil in de openingstijden en het type gebruik van de faciliteiten wijkt het dagpatroon tussen de drie locaties af. Zo ligt het gebruik van L2 vanwege openstelling horeca gelijkmatiger over de dag verspreid met een langere doorloop tijdens diner en avonduren. • Per gebied is een inschatting gemaakt van de gemiddelde verblijfsduur per persoon. Schatting op L1 bedraagt gemiddeld 1 uur, op L2 gemiddeld 3 uur en op L3 gemiddeld 1,5 uur. Weekpatroon • Per gebied is een inschatting gemaakt van het weekpatroon (verdeling) maandag t/m zondag. Dit weekpatroon is getoetst aan de uitkomsten van Telwerk en komen hiermee overeen. Op L3 (Kinderboerderij) is een duidelijke piek zichtbaar vanuit het bezoek van families aan de faciliteit op zondag. Bij L1 is ligt de piek van het bezoek juist op donderdag. • Per gebied is een inschatting gemaakt van het maandpatroon (januari t/m december).
Figuur 5. Bron: Van Spronsen & Partners
Figuur 6. Bron: Van Spronsen & Partners
10
2 Methode 2.4 Seizoenspartoon, dagrecreatie en weerscorrectie
11
Seizoenspartoon, dagrecreatie en weerscorrectie Seizoenspatroon • Er is een inschatting gemaakt van het maandpatroon gedaan voor het recreatiegedeelte (L1 & L3) en voor de horeca. Dit is gedaan op basis van beschikbare benchmarks, gegevens vanuit ondernemers, ervaring vanuit horeca en leisure markt en cijfers van het CBS. • In figuur 7. is tevens de bezoekspreiding CVTO (Continue Vrijetijds Onderzoek) voor dagbezoek opgenomen. Dit betreft alle vormen van dagbesteding waarbij voor dit gebied een sterker toeristisch seizoenspatroon is aangehouden. Dit houdt relatie met de correlatie tussen weer en seizoenen en bezoek. • Voor de horeca is op basis van ervaringscijfers, gegevens vanuit ondernemers (maandomzetten) en CBS gegevens een maandpatroon ingeschat. Hierbij ligt met name het aantal bezoekers in januari en februari fors lager dan de rest van het jaar. Daarbij geldt een dip in de zomermaanden (wegens vakantie) en de november maand. Voorjaar en herfstmaanden zijn verder positief. Figuur 7. Bron: Van Spronsen & Partners
Dagrecreatie minder populair • Uit het onderzoek Toerisme en dagtochten in cijfers 2013 van het CBS blijkt dat dagrecreatieve invullingen zoals wandelen, fietsen, trimmen, hardlopen e.d. over de afgelopen 15 jaar (laatste meetmoment 2006) fors minder populair zijn geworden onder de Nederlandse bevolking. • Met name de modernere vrijetijdsbestedingen zoals recreatief winkelen, bezoek attractiepunt/evenement, golfen, film en uit-eten zijn de afgelopen 10 jaar toegenomen ten kosten van de traditionele vrijetijdsbestedingen zoals wandelen. Zie figuur 8. Weerscorrectie • Op basis van KNMI Weer en Klimaat maandoverzichten is een correctie van het aantal bezoekers doorgevoerd indien het weer in een maand significant afwijkt van het gemiddelde.
Sport en sportieve dagrecreatie 1995 (x mln) 2001 (x mln) 2006 (x mln) Ontwikkeling Wandelen 59,4 65,9 48,1 -19% Fietsen 43 47,9 34,8 -19% Golfen 3,8 6,2 6,8 79% Trimmen, hardlopen fitness e.d. 31,2 33,4 28,4 -9% Bezoek attractiepunt, Evenement, bezienswaardigheid 89,8 109,8 119 33% Recreatief winkelen 129,1 112,8 134,3 4% Film, toneel, concert e.d. 41,3 58 56,7 37% Uit eten, café, disco e.d. 144,9 165,6 159,6 10%
Figuur 8. Bron: Van Spronsen & Partners
12
3. Uitkomsten onderzoek
13
3 Uitkomsten onderzoek 3.1 Uitkomsten enquête Vervoer
Primair en secundair bezoek
• •
•
81% van de bezoekers van het Oortjespad komt met de auto. Dit aandeel ligt in lijn met de uitkomsten van het onderzoek Grontmij (77%) en sluit aan bij het type gebruik en gebruikers. Het landelijke beeld laat een lager aandeel zien van circa 50-60% (bijvoorbeeld ‘toerisme en recreatie in cijfers 2013’ en ‘CROW publicatie 305 Verkeersgeneratie Leisure’) wat te verklaren valt doordat dit alle typen van vrijetijdsbesteding omvat (waaronder film, uitgaan en winkelen) en daarmee niet overeenkomt met het gebruikersprofiel van het Oortjespad. Vervoer Auto Fiets OV Lopend Anders Totaal
81% 13% 1% 4% 2% 100%
Herkomst
•
Locatie afgenomen enquête
80% van de bezoekers van het Oortjespad is afkomstig uit de provincie Utrecht. Het geeft aan dat het recreatiegebied een beperkt verzorgingsgebied kent. Dit sluit aan bij de uitkomsten van de eerder gedane studies. Herkomst bezoekers Utrecht Zuid Holland Elders Onbekend Totaal
% 78% 9% 10% 3% 100%
Figuur 11. Bron: Van Spronsen & Partners
Primair bezoekmotief Recreatie Kameryck Kinderboerderij Recreatie Kameryck Kinderboerderij Recreatie Kameryck Kinderboerderij
L1
%
Figuur 9. Bron: Van Spronsen & Partners
•
In figuur 10. is het primair bezoekpercentage naar de locatie van de afgenomen enquête weergegeven. Dit betekent dat bezoekers op een andere locatie dan de locatie van de primaire hoofdactiviteit aanwezig zijn (of parkeren).
L2
L3
91% 9% 0% 15% 76% 9% 20% 5% 75%
Figuur 10. Bron: Van Spronsen & Partners
In figuur 12.is het deel secundair bezoek volgend op het primair bezoekmotief weergegeven. Dit betekent dat bezoekers een tweede of meer faciliteit bezoeken na hun eerste hoofdactiviteit. Omdat de respondenten meerdere antwoorden konden geven bij secundair bezoek kan het totaal boven de 100% uitkomen.
Primair bezoek Recreatie Recreatie Recreatie Kameryck Kameryck Kameryck Kinderboerderij Kinderboerderij Kinderboerderij
> > > > > > > > > >
Secundair Percentage bezoek Kameryck 30% Kinderboerderij 30% Geen 56% Kinderboerderij 19% Recreatie 0% Geen 91% Kameryck 18% Recreatie 0% Geen 82%
Figuur 12. Bron: Van Spronsen & Partners
14
3 Uitkomsten onderzoek 3.2 Uitkomsten Telwerk Telwerk •
• •
•
• • •
Onderzoek dat is gebaseerd op auto’s en fietsbewegingen vanuit automatische telslangen (zie figuur 15)op vier locaties: te weten de parkeerplaatsen (L1, L2 en L3) en de parallelweg naar de overloop (overflow) parkeerplaats via het fietspad naast de hoofdingang (L2). Zie figuur 13 voor de locaties (in blauw weergegeven). Het fietsverkeer betreft voor een gedeelte passanten uit de streek die via deze weg langs het gebied komen. Dit betreffen geen bezoekers aan het gebied. Bij de verplaatsing van auto’s dienen we rekening te houden met een klein gedeelte voertuigen dat zich verplaatst vanwege het inrijden bij een verkeerde parkeerplaats, of bij drukte (met name bij L2) het verplaatsen naar een andere parkeerplaats voor het parkeren. De gegevens uit de tellingen van Telwerk zijn in de periode augustus tot en met oktober afgenomen. Er is sprake van een beperkte overlap tussen de metingen van ons bureau. Bij de weken waarin gegevens vanuit Van Spronsen & Partners en tevens Telwerk zijn verzameld, zijn de gegevens met elkaar vergeleken. De uitkomsten en gedane inschattingen komen goed met elkaar overeen en vormen geen aanleiding tot het aanpassen van de inschattingen. Er dient opgemerkt te worden dat logischerwijs een langere periode van automatisch tellingen een zuiverder beeld opleveren van het feitelijke aantal bezoekers. De tellingen van Telwerk zullen volgens de opdrachtgevers van deze telling langere tijd blijven voortgaan, waarbij mogelijk de inschattingen voor de overige maanden dienen te worden bijgesteld. Vooralsnog is voor de maanden waarin geen tellingen zijn uitgevoerd, op basis van aangenomen en onderbouwd seizoenspatroon een berekening gemaakt van het aantal geschatte gebruikers.
Figuur 13. Bron: Van Spronsen & Partners
Figuur 14. Bron: Van Spronsen & Partners
Figuur 15. Bron: Van Spronsen & Partners
15
3 Uitkomsten onderzoek 3.3 Uitkomst bezoekerstelling Uitkomst bezoekerstelling Oortjespad • • • • • • •
•
•
De onderstaande uitkomsten van de bezoekersaantallen zijn gebaseerd op combinatie van de uitkomsten vanuit de telling Van Spronsen & Partners horeca-advies en Telwerk. Periode: de gegevens vanuit de onderzoeksperiode augustus tot en met oktober zijn meegenomen. Bij de autotellingen is uitgegaan van een gemiddelde autobezetting van 1,6 personen per auto. De dagspreiding, weekspreiding en maandspreiding per onderdeel zoals hiervoor is benoemd. Correctie op het aantal fietsers bij de telslang parallelweg van 50%. Overig fietsverkeer is volledig als bezoeker meegeteld. Correctie op het aantal auto’s dat dubbel geteld wordt n.a.v. verkeerde locatie of verplaatsing bij drukte of tussen faciliteiten. Er is een correctie op de bezoekersaantallen op basis van het weer doorgevoerd: • Augustus: veel regendagen en lage temperatuur. Correctie van circa 10%. (Op de tiende plek in de top-10 natste augustusmaanden sinds 1906) • September: zeer zonnige en warme maand met weinig regen. Correctie van circa 10%. (In de top-10 droogste septembermaanden sinds 1906) • Oktober: relatief zachte maand met een beperkte correctie van 10% (Op de derde plek in de top-10 zachtste oktobermaanden sinds 1901). Primair bezoekmotief: Op basis van de enquête is het totaal aantal bezoekers ingedeeld naar primair bezoekmotief (een gedeelte van de bezoekers verplaatst zich dus tussen de zones om naar de primaire doellocatie van het bezoek te gaan): • Recreatiebezoekers: afkomstig uit recreatiegebied (L1), gedeelte bezoekers aan de recreatieweide en het peuterbad (L3) en een gedeelte bezoekers bij L2 dat niet de faciliteiten van Kameryck bezoekt. • Kameryck bezoekers: gebruikers van de faciliteiten Kameryck; horeca, zalen, Pitch&Putt, terras en groepsaccommodatie (afkomstig uit L1,L2 en L3) • Kinderboerderij bezoekers: bezoekers die primair de kinderboerderij bezoeken afkomstig uit L2 en L3 (aandeel bezoekers aan kinderboerderij vanuit L1 is te verwaarlozen). De bezoekersaantallen laag en hoog zijn op basis van de uitkomsten vastgesteld in figuur 16. waarbij rekening is gehouden met schommelingen van circa 5% door weersinvloeden, economische ontwikkeling en incidentele omstandigheden zoals evenementen.
Bezoekers naar primaire bezoekreden Laag Hoog Figuur 16. Bron: Van Spronsen & Partners
Recreatie inclusief weide 35.000 39.000
Kameryck horeca / zaal / P&P Kinderboerderij 59.000 27.000 65.000 29.000
Totaal 121.000 133.000
16
Bijlagen
17
Bijlagen Bijlage I Impressie faciliteiten
Figuur 17. Bron: Kameryck
Figuur 18. Bron: Van Spronsen & Partners
Figuur 19. Bron: Recreatiemiddennederland.nl
Figuur 20. Bron: Van Spronsen & Partners
Figuur 21. Bron: Van Spronsen & Partners
Figuur 22. Bron: Van Spronsen & Partners
Bijlagen Bijlage II Bronnenlijst Bronnen NBTC-NIPO Research Bezoek aan Utrechtse recreatiegebieden, dagrecreatiemonitor 2011 – 2012 • Bezoek ‘Oortjespad’ 2012 Grontmij B.V. Recreatie onderzoek Utrechtse recreatieschappen 2009 • Ontwikkeling recreatiegebied Oortjespad • CROW publicatie 305 Verkeergeneratie Leisure KNMI Klimatologie maandrapport • Oktober 2013 • November 2013 • December 2013 • Januari 2014 • Februari 2014 • Maart 2014 • April 2014 • Mei 2014 • Juni 2014 • Juli 2014 • Augustus 2014 • September 2014 Centraal bureau voor de statistiek Toerisme en recreatie in cijfers • Dagtochten van Nederlanders Websites • www.recreatiemiddennederland.nl/pagina/39/Oortjespad.html • www.kameryck.nl • www.google.nl/maps
18
Recreatiecentrum Kameryck T.a.v. de heer H. Voorn Oortjespad 3 3741 HD KAMERIK
Datum: Onderwerp: Onze referentie:
Warmond, 5 februari 2015 Notitie bezoekerstellingen Kameryck 2014-R-065/1030
Behandeld door: E-mail: Mobiel:
Lennert Rietveld
[email protected] 06 418 326 91
Geachte heer Voorn, beste Hans, Onderstaand een toelichting op de aanpassingen in de studie ‘Bezoekerstelling Oortjespad en Kameryck’ 2014R-065/1028 d.d. 21-11-2014. De toelichting is gemaakt op basis van de nieuwe gegevens van Telwerk. Opmerkingen dagrecreatie. In de studie staan op pagina 11 de meerjaren-ontwikkelingen vermeld van de verschillende vormen van dagrecreatie. Hier doen wij geen uitspraak over het aandeel of belang van dagrecreatie, enkel over de ontwikkeling van activiteiten die van belang zijn voor Kameryck en die vanaf 1995 een negatieve trend laten zien. Die ontwikkeling is van belang in verband met de verwachte groei of afname in bezoekers. Voor de volledigheid: de activiteiten “Zonnen, zwemmen, picknicken, dag kamperen e.d.” en “Wandelen”, “Fietsen”, “Trimmen, hardlopen, fitness e.d. en overig” vormen cumulatief de voornaamste groep aan dagtochten in aantallen. Bron voor deze analyse is het CBS rapport ‘Toerisme en Recreatie in Cijfers 2013’ waarin het onderzoek uit 2006 wordt genoemd (Bron: Onderzoek dagrecreatie ’95, ’01, ’06 (ODR)). Er is nog geen update van deze studie beschikbaar. In de studie Toerisme 2014 vanuit het CBS wordt eveneens gesproken over dagrecreatie. Er wordt een andere bron gebruikt; CVTO 2012-13 van NBTC-NIPO. De indeling in activiteiten is hier anders en voor zover bekend verschilt de definitie van recreatie-activiteiten (CVTO) van die van Dagtochten (ODR). Daarbij wordt een totaal van 908 mln. activiteiten genoemd op het gebied van buitenrecreatie in 2012-2013. Dit is een zeer lichte groei van 0,6% vanaf 2008 met circa 903 mln. bezoeken, als gevolg van bevolkingsgroei (+2,3%). Dit is hiermee de belangrijkste vorm van recreatie. Er zijn geen gegevens inzake de meerjarige ontwikkeling vermeld. Deel bezoekers met auto Er zijn diverse opmerkingen geplaatst inzake het aandeel bezoekers dat met de auto komt. Zoals vermeld in de studie op pagina 13 komt uit het onderzoek een aandeel van 81% (bezoekers dat met de auto komt) naar voren. Dit sluit aan bij de uitkomsten van de studie Grontmij (77%). Tevens staat een toelichting vermeld inzake de afwijking met o.a. CROW publicaties. Belangrijk bij deze studie is het inzoomen op de specifieke ligging en faciliteiten van dit recreatiegebied waardoor afgeweken wordt van het landelijke beeld. Net als bij andere landelijke cijfers en gemiddelden geldt dat de situaties per locatie of bedrijf sterk verschillen. Autobezetting De gemiddelde autobezetting is vastgesteld op basis van het aantal getelde auto’s en aanwezige personen over alle telmomenten. Naar onze mening levert dit het meest reële beeld op. o Er is sprake van een mix van gebruikers die uiteindelijk dit gemiddelde oplevert; de kinderboerderijbezoeker zal een hoger gemiddeld aantal personen per auto tellen dan de bezoeker aan het recreatieterrein (bijvoorbeeld voor vissen of wandelen). De bezoekers aan Kameryck horeca en golf laten een relatief laag gemiddeld aantal personen per auto zien, vanwege de mix van zakelijk en leisure gebruik. Zakelijk gebruik kent daarbij een lager aantal inzittenden dan leisure.
o o
De invloed van Kameryck in het geheel (totaal aantal bezoekers) is daarbij aanzienlijk (circa 50%). Tevens kent Kameryck een fors aandeel zakelijke gebruikers. In de metingen hebben wij de personeelsleden apart geteld; de voertuigen van personeelsleden niet (niet als zodanig herkenbaar). Hiervoor dienen wij een additionele correctie toe te passen op het gemiddeld aantal inzittenden per voertuig. Deze dient naar boven te worden bijgesteld tot 1,7 personen per auto (afgerond). Gevolg hiervan is dat de bandbreedte bezoekersaantallen omhoog zal worden bijgesteld.
Correctie op telslangen Wij houden reeds rekening met een correctiefactor van 5% (negatief) op het aantal waargenomen auto’s via de telslangen en het feitelijk aantal unieke voertuigen. Dit heeft te maken met een gedeelte voertuigen dat zich verplaatst tussen de parkeerplaatsen alvorens te parkeren en functionele vervoersmiddelen vanuit Kameryck die de telslangen passeren. Dit is een inschatting op basis van waarnemingen waarbij dit met regelmaat voorkomt. November en december update Telwerk en seizoenspatroon De cijfers van Telwerk over november en december zijn doorgerekend in de opgestelde modellen en getoetst aan de verwachte aantallen bezoekers. De inschatting van de bezoekersaantallen bedraagt hiermee circa 12.000 in november. Dit ligt circa 15% boven de verwachting op basis van het seizoenspatroon. Dit valt te verklaren door het weer waarbij november een zeer zachte, zonnige en droge maand is geweest (zie bijlage KNMI) met een fors positief effect op de bezoekersaantallen van het recreatieterrein en Kameryck horeca (golf is een e buitensport). Negatief effect is te melden vanuit de sluiting Kinderboerderij vanaf de 15 . Voor december is het aantal bezoekers circa 8.500 en ligt hiermee onder het verwachte niveau van circa 10.000 bezoekers. December was qua weer een reguliere maand met geen effect op de bezoekers. De sluiting van de kinderboerderij (vrijwel hele maand) is hier als oorzaak te melden (verwachte aantal bezoekers in de maand december is 2.000). Wij zien daarbij geen verdere aanleiding tot het aanpassen van het seizoenspatroon. Aanpassingen bezoekersaantallen Op basis van bovenstaande passen wij de inschatting van het aantal bezoekers aan met een totaal aantal tussen de 136.000 en 152.000 op jaarbasis. Deze zijn volgens onderstaande tabel verdeeld over de faciliteiten.
Bezoekers naar primaire bezoekreden Laag Hoog
Recreatie inclusief weide 40.000 45.000
Kameryck horeca / zaal / P&P Kinderboerderij 69.000 27.000 77.000 30.000
Bij vragen of opmerkingen ben ik uiteraard bereikbaar. Met vriendelijke groet,
Lennert Rietveld Senior adviseur
Totaal 136.000 152.000
Notitie KHN BedrijfsAdvies Aan:
Kameryck
Van:
Thierry Neuféglise, bedrijfsadviseur
CC: Datum:
7 februari 2015
Betreft:
Inschatting toename intensiteit horecagebruik uit hoofde van voorgenomen bestemmingsplanwijziging
1. Aanleiding De heren Haagen en Voorn exploiteren te Kamerik een recreatiebedrijf met ondergeschikte horecafunctie, genaamd Kameryck. Bezoekers kunnen diverse recreatieve activiteiten ondernemen (o.a. wandelen, kanovaren, voetgolf, pitch & putt golf en boogschieten). Een belangrijke bron van inkomsten vormen de horecaverdiensten (eten, drinken, zaalhuur). Teneinde Kameryck op bedrijfseconomisch verantwoorde wijze en juist hierdoor het recreatiegebied te kunnen blijven onderhouden, is het noodzakelijk het verdienpotentieel te verruimen. De kwetsbaarheid voor seizoensinvloeden in het buitengebied is groot. Alleen afhankelijk zijn van recreanten is een te smalle basis. In de wintermaanden zijn er nauwelijks recreanten. Deze seizoens-gevoeligheid/-afhankelijkheid dient doorbroken te worden. De meest geëigende weg hiervoor is het toevoegen van een zelfstandige horecafunctie aan de thans ondergeschikte/recreatie-gebonden horecafunctie. Hiermede wordt de hoofdbestemming (recreatie) versterkt en kan de duurzaamheid van deze functie gewaarborgd worden. In het recente verleden is een bestemmingsplanwijzigingstraject ingezet, dit heeft vooralsnog niet het gewenste resultaat bereikt. Vanwege bezwaren vanuit de omgeving van de onderneming is een procedure tot en met de Raad van State gevoerd. Dit orgaan heeft o.a. geoordeeld dat onvoldoende inzicht is gegeven in de gevolgen die de uitbreidingen van de planregels hebben voor de intensiteit van het gebruik. Verder gold als kritiek dat de onderbouwing van de toename van de intensiteit van het (horeca)gebruik teveel afgestemd was op specifieke plannen van de ondernemers in plaats van op de voorgenomen bestemmingsplanwijziging. 1
Notitie In de huidige notitie beantwoordt KHN BedrijfsAdvies in opdracht van Kameryck, mede op verzoek van het Recreatieschap Stichtse Groenlanden, de volgende (onderzoeks)vragen: a) Wat de huidige (potentiële) intensiteit van horecagebruik is van het perceel Oortjespad 1 en 3? Oftewel: wat is de te verwachten intensiteit van het horecagebruik, uitgaande van het huidige bestemmingsplan? b) Wat de (maximale/potentiële) toekomstige intensiteit van horecagebruik is van het perceel Oortjespad 1 en 3? Oftewel: wat is de maximaal te verwachten intensiteit van het horecagebruik, uitgaande van de beoogde bestemmingsplanwijziging, waarbij het volledig potentieel van het nieuwe bestemmingsplan volledig en optimaal zou worden ingezet? Dit is dus een theoretische benadering. c) Hoe ziet de spreiding van bezoekers, uitgaande van de toekomstige planologische situatie, eruit? KHN BedrijfsAdvies heeft zich, met uitzondering van de berekening van de spreiding van de bezoekersaantallen, vooral geconcentreerd op de horecafunctie (eten, drinken, overnachten, en zaalverhuur), aangezien zij dit domein tot haar kernexpertisegebied mag rekenen.
2. Rekenmethodiek KHN BedrijfsAdvies onderkent dat voor de onderbouwing van de effecten van een bestemmingsplanwijziging de bestemming leidend behoort te zijn bij de berekeningen en niet de concrete plannen van een onderneming. Immers: de ondernemers kunnen b.v. nu bedacht hebben om een restaurantfunctie slechts 1 dag in de week te exploiteren, maar nadat de bestemmingsplanwijziging doorgevoerd hebben kunnen zij zelf of te zijner tijd bedrijfsopvolgers 7 dagen in de week de restaurantfunctie uitoefenen. Derhalve behoort in beginsel uitgegaan te worden van de veronderstelling dat maximaal gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheden die een bestemmingsplan biedt en niet de concrete (beoogde) bedrijfsvoering. Dit lijkt evenwel eenvoudiger dan het is. Immers: wat is maximaal? Duidelijk is wel dat niet de vraag beantwoord dient te worden of de specifieke ondernemers boven- of benedengemiddelde ondernemers zijn. Het gaat immers om de planologische situatie, los van het specifieke bedrijfsconcept en niet rekening houdende met de ondernemersvaardigheden. Teneinde een steekhoudende onderbouwing mogelijk te maken van de te verwachten bezoekersstroom, uitgaande van hetgeen een planologische situatie maximaal mogelijk maakt, wordt binnen de horeca in de regel gebruik gemaakt van branchecijfers van het 2
Notitie Bedrijfschap Horeca en Catering. Bekend is wat de gemiddelde omzet per vierkante meter verdienend oppervlak is per bedrijfstype en van de meeste bedrijfstypen zijn ook de gemiddelde bestedingen per gast per bezoek bekend. Aldus kan uitgaande van een specifieke planologische situatie berekend worden wat de bijbehorende bezoekersaantallen zijn. Wat deze branchecijfers -helaas- niet mogelijk maken is te differentiëren naar locatie. Het moge evident zijn dat een bestemming horeca voor 1.500 m2 bebouwing een volstrekt andere omzetpotentie (en bijbehorend bezoekersaantal) oplevert voor een plaatsje als Finstwerwolde (Noord-Oost Groningen), het Damrak in Amsterdam of het Oortjespad te Kamerik. Het verzorgingsgebied van elk horecabedrijf wordt bepaald door de specifieke karakteristieken van de omgeving. Hierbij spelen o.a. de nabijheid (en bereikbaarheid) tot bevolkings- en bedrijvencentra een belangrijke rol. Ook de landschappelijke kwaliteit en de recreatiemogelijkheden zijn van belang. Tezamen bepalen zij het voedingsgebied (de instroom) van een horeca/recreatiebedrijf. In het specifieke geval van de locatie Oortjespad 1/3 te Kamerik, is sprake van een perifere ligging in het buitengebied, op royale afstand van woon- en bedrijvenconcentraties. Dat is beslist een nadeel (er moet een afstand overbrugd worden en de locatie is slecht bereikbaar per openbaar vervoer). Daarentegen gelden de fraaie omgeving en de recreatiemogelijkheden als pluspunten van de locatie. Aangezien het aanpassen van branchecijfers naar een specifieke locatie evenwel arbitrair is en ook de directe omgeving van het Oortjespad 1/3 -los van het planologisch regime- aan veranderingen onderhevig is in de loop der tijd, heeft KHN BedrijfsAdvies ervoor geopteerd om de verandering van intensiteit in het horecagebruik tussen de huidige en de toekomstige situatie zoveel als mogelijk is vanuit branchecijfers te onderbouwen.
3. Huidige situatie In de huidige situatie is sprake van een bestemming “openbaar recreatiegebied” (o.a. plas en kinderboerderij) en “actieve betaalde buitenrecreatie” (o.a. midgetgolf, pitch & putt golf). Aangezien er sprake is van een ondergeschikte horecavoorziening wordt het maximum aantal bezoekers van de locatie bepaald door het aantal bezoekers van de hoofdactiviteit. Een percentage daarvan bezoekt de horeca. De bepaling van het aantal bezoekers van deze hoofdactiviteit blijft buiten de scope van KHN BedrijfsAdvies. 3
Notitie Daarnaast is thans sprake van een groepsaccommodatie in trekkershutten, met een capaciteit van 65 bedden en enkele hieraan ondersteunende dagverblijfruimten. In plaats van de huidige concrete invulling, bestaat in het huidige bestemmingsplan de mogelijkheid om een circa driemaal zo groot terrein in te vullen. Dat zou dan een theoretisch aantal van 195 bedden opleveren. Volgens CBS cijfers (2013) lag de gemiddelde bezettingsgraad van een groepsaccommodatie op 19,41%. Hierbij tekent KHN BedrijfsAdvies aan dat dit niet wil betekenen dat alle bedden in een groepsaccommodatie dan ook gevuld zijn. Stel dat dit nu juist wel het geval is. Dan bedraagt het (theoretische) maximum aantal bezoekers van de groepsaccommodatie op het perceel Oortjespad 1-3: 19,41% maal 195 (theoretisch aantal bedden) maal 365 dagen = 13.815 bezoekers. Verder is sprake van 115 m2 welke gedefinieerd is als “kleinschalige horecagelegenheid, zoals een theeschenkerij” (bij de kinderboerderij). Alhoewel het lastig is om enkel op basis van deze beschrijving vast te stellen welke activiteiten wel en niet mogelijk zijn, veronderstelt KHN BedrijfsAdvies dat destijds deze omschrijving bedoeld is om te benadrukken dat geen volwaardig eet- en drinkconcept, zoals een brasserie, restaurant of zaalconcept gevoerd mocht worden. Als dat het geval is, dan creëert deze huidige mogelijkheid in het bestemmingsplan geen zelfstandige aantrekkingskracht, gasten zullen niet enkel en alleen voor de theeschenkerij de locatie bezoeken. Met andere woorden: het aantal bezoekers aan de kleinschalige horecagelegenheid is een afgeleide van het aantal bezoekers aan de hoofdactiviteit. Het heeft derhalve geen zin om apart -gekunsteld- een aantal bezoekers van de horeca te berekenen voor deze activiteit aangezien dan een dubbeltelling ontstaat.
4. Toekomstige situatie In de toekomstige situatie, welke beoogd wordt middels de voorgenomen bestemmingsplanwijziging, wordt de hoeveelheid netto-vloeroppervlak aan horeca gemaximeerd. Hiermee kan de horeca flexibel worden ingezet. Binnen de aanduiding SGD-1 (Oortjespad 3) zal maximaal 1235 m2 netto vloeroppervlak aan horeca worden toegestaan, waarvan 735 m2 in gebouwen, 200m2 in permanente tenten en 300 m2 in tijdelijke tenten.
4
Notitie Binnen SGD-1 mag maximaal 225 m2 in gebouwen of permanente tenten aangewend worden voor restaurant, de rest in de vorm van zaalexploitatie. Ook in de tijdelijke tenten kan een restaurantfunctie worden ondergebracht. Binnen de aanduiding SGD-2 ( Oortjespad 1) is maximaal 120 m2 aan netto-vloeroppervlak horeca toegestaan plus de oppervlakte beschikbaar in het aanwezige karakteristieke gebouw. Zowel de genoemde 120 m2 als het oppervlak in het karakteristieke gebouw mag als restaurant worden ingevuld. Voor de berekening zijn we ervan uitgegaan dat het maximaal mogelijke oppervlak aan restaurantfunctie wordt benut, omdat hiermee ook de meeste bezoekers zijn te verwachten. Het overige krijgt dan een invulling als zaalexploitatie. De theoretisch maximale planologische mogelijkheden zien er, uitgaande van de beoogde bestemmingsplanwijziging, onderverdeeld naar locatie en functie als volgt uit: 1. Zaalexploitatie SGD-1; gebouwen (510 m2) 2. Zaalexploitatie SGD-1; permanente tenten (200m2) 3. Restaurantexploitatie SGD-2 (“karakteristieke deel”, 115 m2) 4. Restaurantexploitatie SGD-1(225 m2) 5. Restaurantexploitatie SGD-2 (120m2) 6. Restaurantexploitatie SGD-1; tijdelijke tenten (300m2) Dat bovengenoemde horecafuncties/ruimtes allen gelijktijdig en optimaal actief zullen zijn met horeca op een dergelijke perifere locatie in het buitengebied is vrijwel uitgesloten (er zijn geen voorbeelden van een dergelijk bedrijfsconcept, gebaseerd op zelfstandige horeca in die context). Het betreft dus een theoretisch maximale invulling van de planologische mogelijkheden. Het geeft betreffende ondernemers wél de flexibiliteit om de verschillende ruimtes, indien nodig, ook voor horecadoeleinden in te kunnen zetten. De -theoretische- maximale invulling van de planologische mogelijkheden van het beoogde/nieuwe bestemmingsplan heeft KHN BedrijfsAdvies berekend gebruik makende van branchecijfers van erkende/gerenommeerde instituten zoals het Bedrijfschap Horeca en Catering. Ad 1 Zaalexploitatie SGD-1; gebouwen Het betreft hier de mogelijkheid om in 1 gebouw voor in totaal 510 m2 aan zaalexploitatie te realiseren. Volgens het Bedrijfschap Horeca en catering behoort bij een zaalexploitatie van die omvang een gemiddelde omzet per m2 van € 2.000,-- (productiviteit per m2 congreszalencentrum). De theoretische omzet bedraagt dan € 1.020.000,-- (zijnde 510 m2 maal € 5
Notitie 2.000,--). Om tot een inschatting van het aantal gasten te komen is de gemiddelde besteding per gast nodig. Helaas is voor het door de ondernemers beoogde bedrijfstype geen statistiek voorhanden. De statistiek welke het dichtst in de buurt komt betreft die van een zaalbedrijf binnen de drankensector, dit betreft echter vooral gecombineerde café-zaalbedrijven, wat de gemiddelde besteding vertroebelt (besteding kan variëren van een enkel pilsje in het café tot aan een bruiloftsviering; de zakelijke markt is vaak absent). In een zaalbedrijf (vergaderaccommodatie, partycentrum) is verder vaak sprake van een uiterst brede range van bestedingen. Denk bijvoorbeeld aan vergaderingen. Hierbij kan de besteding uiteenlopen van € 15,-- a € 25,-- per persoon voor een vergaderarrangement van één dagdeel tot € 75,-- aan toe voor een arrangement met drie dagdelen, inclusief lunch en diner. Bij partijen, zakelijk maar ook particulier hangt veel af van de aard van de activiteiten (bruiloft, productpresentatie, bedrijfsfeest) en de lengte hiervan (enkel receptie van een bruiloft of receptie, diner en feest). KHN BedrijfsAdvies acht een gemiddelde besteding voor de zaalfunctie van € 20,-- inclusief BTW als absoluut minimum verdedigbaar. Rekening houdende met een verdeling eet- en drankomzet en huur zaalruimte stelt KHN BedrijfsAdvies de gemiddelde besteding op € 18,48 exclusief BTW (8,25% BTW gemiddeld). Gecombineerd met de berekende theoretische omzet van € 1.140.000,-- komt dit neer op een aantal bezoekers in de nieuwe planologische situatie van 55.195. Ad 2 Zaalexploitatie SGD-1; permanente tenten Gelijk aan de zaalexploitatie “SGD-1; gebouwen” bestaat theoretisch de mogelijkheid om een jaarrond exploitatie te verzorgen, alhoewel in de praktijk weersomstandigheden hier meer vat op hebben dan zaalexploitatie in een gebouw. Het betreft de mogelijkheid om in totaal 200 m2 aan zaalexploitatie te realiseren. Volgens het bedrijfschap Horeca en catering behoort bij een zaalexploitatie van die omvang een gemiddelde omzet per m2 van € 2.000,-- (productiviteit per m2 congres-zalencentrum). De theoretische omzet bedraagt dan € 400.000,-- (zijnde 200 m2 maal € 2.000,--). Uitgaande van eenzelfde gemiddelde besteding van € 18,48 levert dit een aantal bezoekers op van 21.645. Ad 3) restaurantexploitatie SGD-2 (“karakteristieke deel”) Op de locatie welke in het huidige bestemmingsplan als “kleinschalige horecagelegenheid (b.v. theeschenkerij)’ aangeduid wordt, wordt in het nieuwe bestemmingsplan een 6
Notitie restaurantexploitatie van 115 m2 voorzien. Uit gegevens van het Bedrijfschap Horeca en Catering komt naar voren dat dit bedrijfstype, uitgaande van het genoemde oppervlakte, een omzet genereert van € 3.800,-- per m2. Hierbij is het bedrijfstype “café-restaurant” aangehouden, in tegenstelling tot b.v. een klassiek/luxe restaurant kan zulks een bedrijfstype de gehele dag geopend zijn en dit sluit aan bij het beoogde bestemmingsplan en horecaregime van de gemeente Woerden, welke een ruimere openstelling dan enkel de avonden mogelijk maakt. € 3.800,-- maal 115 m2 levert een theoretische omzet op van € 437.000,--. De gemiddelde besteding per gast, per bezoek heeft de afgelopen jaren in de restaurantsector gevarieerd van € 19,6 (2005) tot € 16,4. Naast een verschuiving van omzet tussen restaurants met een Nederlands-georiënteerde keuken of een buitenlandse keuken is de voornaamste verklaring voor deze daling de economische situatie van de jaren 2009-2013. Het is, rekening houdende met conjunctuurbewegingen, niet reëel om met het laagste getal door te rekenen en zeker ook niet met het hoogste. Uitgaande van de range van bestedingen zoals weergegeven en een prijspeil 2014, acht KHN BedrijfsAdvies het realistisch om uit te gaan van een gemiddelde besteding per gast per bezoek van € 18,--. Exclusief BTW (gerekend is met een mixpercentage BTW van 7,5%), levert dit een gemiddelde besteding op van € 16,74. Het theoretische bezoekersaantal bedraagt dan ook: € 437.000,-- gedeeld door € 16,74 = 26.105. Ad 4) Restaurantexploitatie SGD-1 In het nieuwe bestemmingsplan wordt onder de noemer “restaurantexploitatie SGD-1” 225 m2 toegewezen aan de functie van restaurant. Uit gegevens van het bedrijfschap Horeca en catering komt naar voren dat dit bedrijfstype, uitgaande van het genoemde oppervlakte, een omzet genereert van € 3.800,-- per m2. € 3.800,-- maal 225 m2 levert een theoretische omzet op van € 855.000,--. De gemiddelde besteding per gast, per bezoek wordt, analoog aan de voorgaande berekening, gesteld op € 16,74. Het theoretische bezoekersaantal bedraagt dan: € 855.000,-- gedeeld door € 16,74 = 51.075.
7
Notitie Ad 5) Restaurantexploitatie SGD-2 Voor deze functie in het bestemmingsplan geldt eenzelfde berekening als die hierboven. 120 m2 en een productiviteit van € 3.800,-- levert een omzetpotentie op van € 456.000,--. Gedeeld door de gemiddelde besteding van € 16,74 levert dit een aantal bezoekers op van 27.240. Ad 6) Restaurantexploitatie SGD-1; tijdelijke tenten Alhoewel bij tijdelijke tenten in principe eerder een zaalexploitatie gevoerd zal gaan worden dan een restaurantexploitatie, is als uitgangspunt voor de bestemmingsplanwijziging als uitgangspunt gehanteerd dat aan de tijdelijke tenten een restaurantfunctie toegekend wordt. Het (maximaal) aantal bezoekers van de tijdelijke tenten (300 m2) wordt conform het beoogde (nieuwe) planologische regime beperkt door het aantal exploitatiedagen van 100. In de basis geldt eenzelfde berekening als hierboven: 300 maal € 4.900,-- (bij een hogere oppervlakte wordt een hogere omzet per m2 gerealiseerd) levert een theoretische omzet op van € 1.470.000,--. Gedeeld door een gemiddelde besteding van € 16,47 komt KHN BedrijfsAdvies dan tot 89.253 bezoekers. Echter: in plaats van 365 dagen per jaar mag deze functie slechts 100 dagen per jaar uitgevoerd worden. Rekening houdende met een correctie voor het aantal dagen komt KHN BedrijfsAdvies uit op 100/365 maal 89.253 = 24.452. Het moge duidelijk zijn dat specifiek bij dit bedrijfsonderdeel een theoretische berekening op basis van planologische mogelijkheden en de praktijk meer dan gemiddeld op gespannen voet staan. Immers: de tijdelijke tentvoorziening zal enkel opgesteld worden wanneer er sprake is van een geplande activiteit die omwille van de aard en/of omvang van deze activiteit niet in het permanente gebouw of de permanente tenten) ondergebracht kan worden. Daarnaast is het niet waarschijnlijk, dat gedurende de 100 dagen welke in het bestemmingsplan opgenomen worden het maximum aantal m2 tijdelijke tent opgesteld zal worden. Ook is het vrijwel onmogelijk om alle dagen dat een tent staat deze ook effectief in te zetten. In de praktijk wordt een tent vaak op afroep geleverd door derden. De periode tussen op- en afbouw is vaak ruimer dan de effectieve gebruiksperiode. Dit betekent in de praktijk dat een tent vaker leeg staat dan dat deze gevuld is met bezoekers. Rekening houdende met de voorgaande overwegingen acht KHN BedrijfsAdvies de volgende berekening steekhoudend: 200 maal 0,7 / 1 * 100 = 14.000.
8
Notitie Toelichting: Uitgangspunt hierbij is dat gemiddeld 200 m2 aan tijdelijke tent opgesteld wordt; Van de beschikbare m2 tent wordt 70% gebruikt voor ruimte voor het publiek en 30% voor ondersteunende functies (verkeersruimte, pantry, garderobe, bar, e.d..). Per bezoeker wordt 1 m2 aangehouden. Bij een staande receptie kunnen meerdere personen per m2 ondergebracht worden, bij b.v. een diner wordt als norm al snel 1,5 m2 per persoon aangehouden; Er zijn 100 exploitatiedagen in het nieuwe bestemmingsplan voorzien.
5. Noodzakelijke correcties/bijstellingen op/van de berekeningen Wanneer de berekeningen zoals op de voorgaande pagina’s gepresenteerd bij elkaar opgeteld worden, dan resulteren de verschillende nieuwe/aangepaste horecabestemmingen (restaurant en zaalruimte) in een theoretisch aantal bezoekers van 195.260 (zonder rekening te houden met een doublure met de aantallen bezoekers voor de diverse recreatieve functies, zie toelichting verderop). Zoals eerder aangegeven zou feitelijk bezien rekening gehouden moeten worden met de specifieke locatie. Vanuit zowel het perspectief van de restaurant- als de zaalexploitatie is er sprake van een ligging in het buitengebied, op royale afstand van woon- en bedrijvenconcentraties. Het aanwezige natuurschoon, gratis parkeervoorzieningen en b.v. de kinderboerderij en andere recreatieve voorzieningen zijn zeker positieve aspecten, de bereikbaarheid van de locatie is echter zowel vanuit het perspectief van auto, fiets als openbaar vervoer duidelijk minder dan dat van vergelijkbare locaties. Echter: gelet op het arbitraire karakter van dit soort –subjectieve- overwegingen acht KHN BedrijfsAdvies het aanpassen van de berekeningen hiervoor niet opportuun. Een andere kwestie is het gegeven dat sommige functies elkaar ‘in de weg zitten’. Een voorbeeld hiervan is de pitch en putt functie en de zaalexploitatiefunctie. Gasten van de zaalaccommodatie voor b.v. een bruiloft of zakelijk evenement kruisen in de verkeersruimten en toiletgroep de bezoekers van de golffunctie, in de huidige situatie levert dat reeds de situatie op dat de kledingstijl van diverse groepen/typen gasten niet op elkaar aansluit en dat in de diverse ruimten gras en modder op de vloer aanwezig is. Dit doet zeker afbreuk aan de beleving van bezoekers van met name de zaalfunctie. Echter: ook hier is sprake van een situatie welke zeker een rem zet op de omzetpotentie (en daarmee het aantal bezoekers), zich lastig en in hoge mate subjectief laat inschatten én waarbij als vertrekpunt niet de planologische situatie geldt maar een specifieke invulling (pitch en putt) welke afhankelijk is van de voorkeuren van de exploitant. 9
Notitie Ook zou feitelijk bezien rekening gehouden moeten worden met het gegeven dat ook de permanente tenten een lager comfortniveau opleveren dan zaalruimte in de gebouwen, waardoor nimmer de omzetpotentie en bijbehorende bezoekersaantallen behaald kunnen worden welke afgeleid zijn uit de branchestatistieken. Een belangrijk aspect bij de optelsom van de bezoekers van de verschillende functies is die van het voorkomen van een dubbeltelling. In de branchecijfers waarmee KHN BedrijfsAdvies gerekend heeft, wordt de omzet van bezoekers meegeteld ongeacht hun bezoekmotief: of het nu om een bezoek gaat aan een horecabedrijf sec of aan een recreatieve gelegenheid met een ondersteunende functie, deze bezoekers worden allemaal meegeteld in de branchestatistieken voor de omzet per vierkante meter. KHN BedrijfsAdvies heeft van opdrachtgever vernomen dat een ander adviesbureau (Van Spronsen & partners) de overlap/dubbeltelling van bezoekers bestudeerd heeft en in dat kader bezoekers die b.v. aangaven als hoofdmotief een bezoek aan de kinderboerderij te bezoeken gevraagd is of zij ook van de huidige horecavoorziening gebruik maken. Voor het beredeneren van de overlap/dubbeltelling in het aantal bezoekers dat hetzij de horeca- hetzij de recreatieve functie primair aandoet en de andere functie secundair, heeft KHN BedrijfsAdvies geen gebruik gemaakt van de gegevens van Van Spronsen. Immers: Van Spronsen heeft in kaart gebracht hoe groot de overlap is uitgaande van de huidige bedrijfsmatige invulling, terwijl KHN BedrijfsAdvies juist een inschatting wil doen van de toekomstige planologische situatie (onafhankelijk van het specifieke concept van de ondernemers. Vast staat dat de aantallen bezoekers van de kinderboerderij –uitgaande van de toekomstige planologische situatie- niet ‘klakkeloos’ opgeteld dienen te worden bij de bezoekers aan de restaurantruimtes welke als “SGD 2” en “SGD-2 in karakteristiek gebouw”. Enkel dat deel van de bezoekers van de kinderboerderij die geen gebruik maken van de horecavoorzieningen dienen meegeteld te worden. Immers: de bezoekers die én de kinderboerderij bezoeken én een horecavoorziening op het perceel Oortjespad 1-3, zijn al meegerekend in de berekening van de aantallen bezoekers bij de horeca. Per recreatieve functie zal een inschatting gemaakt moeten worden van de verdeling tussen bezoekers die wel en bezoekers die geen gebruik maken van een horecavoorziening.
10
Notitie KHN BedrijfsAdvies heeft van opdrachtgever cijfers mogen ontvangen welke aangehouden worden voor de recreatieve functies van Het Oortjespad. Dit levert een volgende totaaloverzicht op, uitgaande van de nieuwe planologische situatie: 1. Openbare toegankelijke recreatie : 75.000 bezoekers; 2. Betaald toegankelijke recreatie : 40.000; 3. Horeca (restaurant en zaal) : 195.260; 4. Horeca (logiesfunctie) : 4.600; 5. Evenementen : 10.000. Het is nu zaak om een beeld te vormen van het aantal bezoekers dat wel of niet van de horeca gebruik maakt aangezien zoals eerder aangegeven, in de horeca-aantallen ook het gebruik door recreatieve bezoekers van de horecafaciliteiten impliciet is meegerekend. Ad 1 Openbare toegankelijke recreatie Onder deze noemer worden verstaan bezoekers van de kinderboerderij, peuterbad, wandelpaden, plas en ligweides. Om tot een inschatting te komen van het percentage bezoekers van deze functies die gebruik maakt van de horeca heeft KHN BedrijfsAdvies het volgende in overweging genomen: Het Landelijk Fietsplatform meldt dat de gemiddelde besteding aan horeca per persoon, per fietsdagtocht €1,27 bedraagt (relevantie: een deel van de bezoekers van een recreatieve functie van Kameryck zal dit doen als onderdeel van een fietstocht); Volgens de nationale wandelmonitor is tijdens 48,1 miljoen wandeltochten € 42,6 miljoen aan horecabestedingen gepleegd, dus nog geen euro per wandeltocht; Uit cijfers van vergelijkbare exploitaties (horeca bij kinderboerderij, betreft individuele bedrijven, cijfers kunnen niet gepubliceerd worden) kan afgeleid worden dat de bestedingen aan horecadiensten nog geen euro per bezoeker bedraagt. Bovenstaande bestedingscijfers maken in één oogopslag duidelijk hoe moeilijk het is voor een exploitant om wat betreft de horeca inkomsten volledig afhankelijk te zijn van aan een recreatieve functie ondergeschikte, ondersteunende horecafunctie. Rekening houdende met bovengenoemde bestedingscijfers, de gemiddelde bestedingscijfers van café-restaurants en de aard van het bezoek (gratis toegankelijk: dat leidt juist tot lagere horecabestedingen!), acht KHN BedrijfsAdvies het niet aannemelijk dat meer dan een derde van alle bezoekers aan de Openbaar toegankelijke recreatie ook horecadiensten afneemt.
11
Notitie Ad 2 Betaald toegankelijke recreatie Voorbeelden van deze functie zijn pitch & putt golf, midgetgolf en een touwparcours. Bij deze functie geldt welhaast als ‘ijzeren’ regel dat de recreatieve functie vergezeld gaat van tenminste een drankje of een klein hapje. Bijna alle recreatieve activiteiten beginnen met een drankje, worden afgesloten met een borrel of diner, dan wel wordt er tussentijds een lunch genoten. Is het niet ‘vrijwillig’, dan is het wel dat bedrijven dit als onderdeel van een arrangement ‘verplicht’ aanbieden. Daar staat uiteraard tegenover dat de bezoeker van b.v. de pitch & putt die weinig tijd heeft wellicht een bezoek afsluit zonder gebruik gemaakt te hebben van de horeca. KHN BedrijfsAdvies verwacht, rekening houdende met de beschreven functies en kennis met soortgelijke activiteiten/exploitaties, dat tenminste 80% van de bezoekers van activiteiten die onder de noemer van “betaald toegankelijke recreatie vallen” ook gebruik maakt van de horecavoorzieningen ter plekke. Ad 4 Horeca (logiesfunctie) In het nieuwe bestemmingsplan is ten aanzien van de logiesfunctie het volgende opgenomen: “tijdelijk nachtverblijf voor groepen in groepsaccommodaties, trekkershutten, tenten en al dan niet verplaatsbare logiesvoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - nachtverblijf', met een maximale capaciteit van 65 bedden”.
In de huidige situatie wordt de logiesfunctie door de exploitant ingevuld met een groepsaccommodatie met eigen keukenfaciliteiten waardoor gasten grotendeels zelfvoorzienend zijn. Voor de unieke constellatie van deze functies is geen algemeen geldend cijfer aan te geven voor wat betreft het percentage van deze bezoekers die gebruik maakt van de horeca. Duidelijk is dat het niet een logiesfunctie betreft zoals een hotel, waarbij vrijwel alle gasten gebruik maken van een ontbijtfunctie. Ook duidelijk is dat –gelet op de beoogde planologische situatie welke meerdere horecafuncties mogelijk maakt- ook niet volstaan kan worden door te stellen dat alle gebruikers van een tentvoorziening zelfvoorzienend zullen zijn (in hun eigen ontbijt zullen voorzien middels meegebracht eet- en drinkwaren). Gelet op de beoogde omschrijving in het bestemmingsplan acht KHN BedrijfsAdvies het niet aannemelijk dat meer dan een kwart van de logiesgebruikers gebruik zal maken van een van de beoogde restaurantvoorzieningen, maar heeft veiligheidshalve een percentage van 50% aangehouden. 12
Notitie Ad 5 Evenementen In het beoogde/nieuwe bestemmingsplan wordt een maximum aantal van 10.000 benoemd. De bezoekers van evenementen zullen voor wat betreft horecavoorzieningen aangewezen zijn op mobiele bars (op evenementen terrein), tijdelijke of permanente tenten en het hoofdgebouw. Gelet op de horecavoorzieningen welke het nieuwe bestemmingsplan mogelijk maken ligt het in de rede dat hier tenminste deels gebruik van gemaakt wordt. Het kiezen van een percentage is in alle redelijkheid arbitrair, afgaande op de informatie welke KHN BedrijfsAdvies bekend is, wordt een percentage van 30% van de bezoekers bij evenementen die gebruik maakt van de aanwezige (permanente en tijdelijke) horecavoorzieningen als redelijk geacht. Correctieberekening Dit leidt tot de navolgende bijstelling van de bezoekersaantallen (correctie voor overlap in bezoekersaantallen tussen de verschillende functies in het nieuwe bestemmingsplan): 1. Openbare toegankelijke recreatie: 75.000 -/- 1/3 maal 75.000 = 50.000 2. Betaald toegankelijke recreatie : 40.000 -/- 8/10 maal 40.000 = 8.000; 3. Horeca (restaurant en zaal) : 195.260 195.260; 4. Horeca (logiesfunctie) : 4.600 -/- 50/100 maal 4.600 = 2.300; 5. Evenementen : 10.000 -/- 3/10 maal 10.000 = 7.000. Dit levert een totaal aantal bezoekers op van (afgerond) 263.000. Nota bene:
voor de berekening van de spreiding van de bezoekers is het verstandig om aan te haken bij het hoofddoel van het bezoek, aangezien dit het moment in de tijd (dag van de week, seizoen) bepaalt waarop het bezoek plaats vindt.
6. Spreiding Voor de restaurantfunctie, zaalfunctie, logiesfunctie en recreatieve functie van de locatie, kan op basis van branchecijfers een inschatting gemaakt worden van de verdeling van het bezoek over de maanden van het jaar. Van de recreatieve cijfers en de verblijfsfunctie (logies) zijn enkel een uitsplitsing naar winter, voorjaar, zomer en herfst, respectievelijk naar kwartaalniveau beschikbaar. Om zo goed mogelijk aan te sluiten op de kalendermaanden heeft KHN BedrijfsAdvies: a) De winter (21 december-21 maart) gelijk gesteld aan januari-maart, het voorjaar aan april-juni, et cetera;
13
Notitie b) De assumptie gehanteerd dat het bezoek in een seizoen/periode van 3 maanden gelijkmatig verdeeld is over de maanden die in deze periode vallen. c) De cijfers van horeca/recreatief bezoek per maand/kwartaal/seizoen zijn allen afkomstig van het CBS en bedrijfschap Horeca en Catering. Hierbij moet worden opgemerkt dat het om landelijke gemiddelden gaat van verschillende, uiteenlopende typen van horeca en recreatie (kengetallen). De feitelijke spreiding van de bezoekersaantallen per maand/kwartaal/seizoen van de locatie Oortjespad 1-3 zal hier welhaast per definitie van afwijken. KHN BedrijfsAdvies beperkt zich hier tot een theoretische benadering en zoemt niet in op de specifieke situatie ter plaatse. Zie in dit verband het onderzoek van Van Spronsen & Partners. d) De cijfers van het recreatief bezoek betreffen enkel de bezoeken binnen de categorie “dagbezoeken”, waarbij aanhakend op de beoogde planologische situatie de subcategorieën “wandelen”, “fietsen”, “golfen”, “watersport” en “bezoek aan kinderboerderij, heemtuin e.d.” meegenomen zijn in de berekening het aantal bezoeken in de verschillende seizoenen. e) Om de invloed van een enkel jaar (afwijkende weersomstandigheden, invloed verschuiving vakantieperioden, economische omstandigheden e.d.) uit te sluiten zijn alle bezettingscijfers samengesteld op basis van een vijfjaarsgemiddelde. f) De bezoekers die én een recreatief hoofmotief kennen én gebruik maken van een restauratieve voorziening zijn toegerekend aan de recreatiefunctie, aangezien het moment in de tijd waarop zij hun bezoek plegen eerder de dynamiek zal volgen van het recreatiefbezoek wat betreft seizoen spreiding dan dat van de horecafunctie. Dat levert de volgende overzichten op Spreiding bezoeken in percentages: maand Zaalfunctie Restaurantfunctie Logiesfunctie Recreatiefunctie
j 8,9% 7,9% 3,5% 7,2%
f 8,9% 8,6% 3,5% 7,2%
m 6,3% 8,3% 3,5% 7,2%
a 7,3% 8,1% 9,9% 10,2%
m 8,5% 8,5% 9,9% 10,2%
j 8,1% 8,3% 9,9% 10,2%
j 7,3% 8,7% 14,8% 7,2%
a 5,6% 8,5% 14,8% 7,2%
s 7,2% 7,9% 14,8% 7,2%
a m 5.617 6.529 4.723 4.941 228 228 12.715 12.715
j 6.193 4.838 228 12.715
j 5.625 5.081 340 8.985
a 4.301 4.974 340 8.985
s 5.556 4.614 340 8.985
23.282
23.973
20.031
18.600
19.495
o 8,9% 8,3% 5,1% 8,8%
n 12,6% 8,5% 5,1% 8,8%
d 10,4% 8,6% 5,1% 8,8%
Totaal 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
o n d 6.815 9.688 8.023 4.824 4.996 5.017 117 117 117 11.022 11.022 11.022
Totaal 76.840 58.453 2.300 125.000
22.778
262.593
Spreiding bezoeken in absolute aantallen: maand Zaalfunctie Restaurantfunctie Logiesfunctie Recreatiefunctie Totalen Totalen in percentages
j 6.809 4.600 81 8.945
f 6.874 5.009 81 8.945
m 4.810 4.837 81 8.945
20.436
20.910
18.673
7,8%
8,0%
7,1%
8,9%
24.412 9,3%
9,1%
7,6%
7,1%
7,4%
8,7%
25.822 9,8%
24.179 9,2%
100,0%
14
Notitie Wanneer alle bezoeken gelijk verspreid zouden zijn, dan zou iedere maand 8,33% van het totaal aantal bezoekers op jaarbasis de locatie (Oortjespad 1-3) aan doen. Uit de berekeningen blijkt dat –uitgaande van de beoogde planologische situatie- in de rustigste maand een aantal bezoekers (uitgedrukt als percentage van het jaartotaal) genereert van 7,1% (de maanden maart en augustus) en de drukste maand 9,8% (november, circa 26.000 bezoekers). Uitgaande van de nieuwe planologische situatie, waarbij de diverse functies een wisselende intensiteit/spreiding van drukte over het jaar kennen, is derhalve sprake van een vrij gelijkmatige spreiding over het jaar. Naast de spreiding van de bezoeken over het jaar vinden de bezoeken gespreid plaats over de week. Spreidingscijfers hierover worden niet op het detailniveau gepubliceerd/verzameld conform de in de huidige uitwerking gehanteerde indeling. Wel bekend is dat: Van de recreatieve bezoekers in Nederland 46% plaatsvindt op een doordeweekse dag, 15% op een zaterdag en 39% op een zon of feestdag. Ongeveer de helft van de bezoeken vindt dus plaats op een doordeweekse dag en de andere helft in het weekeinde (bron: CBS). In 2012 10% van alle horecabezoeken plaatsvindt op een maandag, 11% op dinsdag, 13% op een woensdag, 12% op een donderdag, 17% op een vrijdag, 23% op een zaterdag en 14% op een zondag (bron: Foodstep). Uitgezonderd de zaterdag is derhalve sprake van een vrij gelijkmatige spreiding van bezoeken over de week (als deze perfect verspreid zouden plaatsvinden over alle dagen dan zou per dag 100/7 = 14% van de bezoeken plaatsvinden). Wat betreft de spreiding van de bezoeken over de week kan derhalve gesteld worden dat sprake is van een vrij gelijkmatige verdeling van de bezoekers, tegenover de piek op een zon- of feestdag bij het recreatief bezoek staat juist een relatief laag bezoek (in het weekeinde) met een horecamotief en vice versa. Op totaalniveau (recreatief, logies, restaurant en zaal) vindt naar verwachting 43% plaats in het weekeinde en 57% door de weeks.
15
Notitie 7. Afsluitend In totaal maakt het nieuwe bestemmingsplan voor wat betreft de horecafunctie (restaurant, zaal en logies) een totaal aantal bezoekers op jaarbasis mogelijk van maximaal 195.260. Hierbij is sprake van een overlap in de orde van grootte van 62.300 met andere functies (recreatief, evenementen). Door toevoeging van zelfstandige horeca-activiteiten nemen zoals verwacht mocht worden de bezoekersaantallen (en daarmee de exploitatiemogelijkheden) toe en wordt een exploitant in de toekomst minder kwetsbaar voor seizoensinvloeden. De horeca-activiteiten zijn nu niet meer noodzakelijk recreatie-gebonden. Hierdoor worden de bezoekers meer evenwichtig verspreid over het jaar en ook qua dag van de week (meer bezoek doordeweeks). KHN BedrijfsAdvies heeft hier het maximale “horeca-scenario” doorgerekend uitgaande van de maximale planologische mogelijkheden. Dit is een theoretische benadering want het volledig inzetten van alle beschikbare horeca vierkante meters met zelfstandige- niet recreatie-gebonden horeca is niet realistisch omdat juist de natuurlijke omgeving en de recreatiemogelijkheden de kracht (de trekker) zijn van deze locatie. In de praktijk zullen veel ruimtes dus multifunctioneel (ook voor recreatie) worden gebruikt waarbij in de toekomstige/beoogde situatie dan ook zelfstandige horeca mogelijk is. Dit geeft de exploitant de nodige flexibiliteit in de bedrijfsvoering, zo kan de exploitant b.v. de wintermaanden beter benutten dan in de huidige situatie het geval is. Een invulling met een mix van zelfstandige- en ondersteunende horeca achten wij daarom op deze locatie het meest kansrijk. Hoogachtend, KHN BedrijfsAdvies
Drs. T.G. Neuféglise
16
1
ANALYSE BEZOEKERSAANTALLEN RECREATIETERREIN OORTJESPAD 12 februari 2015
mr. ir. F.A. Voorhout, Centrumarchitecten BV
2 INHOUD 1 Inleiding ................................................................................................................................................ 3 2 Huidige bezoekersaantallen opnieuw onderzocht ............................................................................... 5 3 Maximaal mogelijke bezoekersaantallen op basis van het nieuwe bestemmingsplan (met volledige benutting van het potentieel uit het bestemmingsplan) ........................................................................ 9 4 Maximaal mogelijke bezoekersaantallen uitgaande van vigerend bestemmingsplan landelijk gebied ............................................................................................................................................................... 13 5 Reële inschatting bezoekersaantallen op het Oortjespad in de toekomst, waarbij de plannen Oortjespad + tot uitvoer zijn gebracht .................................................................................................. 15 6 Conclusies ........................................................................................................................................... 18
BIJLAGEN: 1. TABEL 1: Bezoekersaantallen per jaar nu (2013/2014) 2. TABEL 1a: Seizoenspatroon Oortjespad huidige situatie 3. TABEL 1b correctie : Bezoekersaantallen , per jaar nu (2013/2014) exclusief aandeel strijdig gebruik horeca 4. TABEL 1c correctie: Seizoenspatroon huidige situatie exclusief aandeel strijdig gebruik horeca 5. TABEL 2: Maximaal scenario bezoekersaantallen per jaar (tot 2025) volgens toekomstig bestemmingsplan 6. TABEL 2a: Seizoenspatroon bij volledige benutting van het toekomstige bestemmingsplan 7. TABEL 3: Maximaal scenario bezoekersaantallen per jaar volgens vigerend bestemmingsplan 8. TABEL 4: Bezoekersaantallen per jaar in de toekomst (2025) Kameryck / Kinderboerderij (Oortjespad+) 9. TABEL 4a: Seizoenspatroon Kameryck/kinderboerderij (Oortjespad+) in de toekomst (2025) 10. Opgenomen beperkingen nieuwe bestemmingsplan t.o.v. bestemmingsplan Oortjespad 2013
.
3 1 INLEIDING Op 21 mei 2014 heeft de Raad van State het bestemmingsplan Oortjespad vernietigd. In de uitspraak kwam de afdeling ter zake van de m.e.r.-beoordeling o.a. tot de overweging dat: ‘hoewel bij de beschrijving van de nieuwe situatie een vrij uitgebreide opsomming is gegeven van alle uitbreidingen waarin het plan wat bebouwing en aanleg betreft voorziet, is daarbij geen inzicht gegeven in de gevolgen die die uitbreidingen en de planregels hebben voor de intensiteit van het gebruik’. De afdeling stelt o.a. (ter zake van evenementen) dat het bestemmingsplan niet waarborgt dat slechts de in de onderzoeken genoemde (soorten) evenementen zullen worden georganiseerd en evenmin dat er geen versterkt geluid op terrassen mag zijn. Gelet hierop zijn bij de voorbereiding van het plan in het geluidsonderzoek niet de maximale planologische mogelijkheden van het plan wat betreft geluid onderzocht. Het is duidelijk dat geluid, mede in het licht van het nabijgelegen stiltegebied, een gevoelig punt is. Bij de beoordeling van het geluid moet tevens gekeken worden naar verkeersbewegingen. De maximaal te verwachten bezoekersaantallen spelen daarbij een rol. De afdeling lijkt van mening dat niet alleen gekeken moet worden wat concreet de plannen van Kameryck en SGL (Recreatieschap Stichtse Groenlanden) voor het plangebied zijn (plan Oortjespad+), maar dat, in het kader van het bestemmingsplan, ook gekeken moet worden naar wat planologisch maximaal mogelijk wordt gemaakt en wat daarvan de milieutechnische consequenties zijn. In het nieuwe bestemmingsplan Oortjespad is zoveel mogelijk geprobeerd de planologische ruimte te begrenzen. Er is gezocht naar een “maatpak” zodanig dat het plan Oortjespad + is te realiseren met behoud van een zekere flexibiliteit, maar zonder dat gelijktijdig andere grootschalige activiteiten mogelijk worden gemaakt. Zowel de bouwmogelijkheden, de oppervlaktes van horeca en de mogelijkheden voor evenementen zijn ingeperkt. Zodra alle onderdelen van het plan Oortjespad + zijn gerealiseerd zijn ook de bouwmogelijkheden nagenoeg uitgeput. ( zie hiervoor tevens bijlage 10 : opgenomen beperkingen in het nieuwe bestemmingsplan t.o.v. bestemmingsplan Oortjespad 2013) Bezoekersaantallen spelen een belangrijke rol bij milieuaspecten zoals geluid en verkeer. Dit document poogt voor verschillende scenario’s de bezoekersaantallen in beeld te brengen mede t.b.v. van de m.e.r.-beoordeling. Allereerst is onderzocht hoeveel mensen er op dit moment (in 2013 -2014) een bezoek brengen aan het recreatieterrein Oortjespad. Het gaat dan om recreanten/ passanten, bezoekers van de kinderboerderij en bezoekers aan Kameryck. (Paragraaf 2, Tabel 1 ) Ook is in beeld gebracht welke bezoekersaantallen er reëel te verwachten zijn als de plannen (Oortjespad +) tot uitvoer zijn gebracht. Dus in de situatie dat, op basis van het nieuwe bestemmingsplan, het gebouw van Kameryck is uitgebreid en o.a. een midgetgolfbaan en een pannenkoekenhuis is gerealiseerd. (Paragraaf 5, Tabel 4) Het nieuwe bestemmingsplan is weliswaar zoveel mogelijk vormgegeven rond de huidige plannen voor het recreatiegebied met de huidige exploitanten. Bij de inschatting van milieueffecten moet gekeken worden naar de maximale planologische ruimte van het bestemmingsplan. Zijn er andere exploitaties denkbaar die grotere bezoekersaantallen met zich mee brengen? De cijfermatige onderbouwing moet ook niet specifiek op de huidige exploitanten zijn gebaseerd maar op algemene kengetallen van onafhankelijke bronnen. Paragraaf 3 ( tabel 2) brengt de maximale bezoekersaantallen in beeld die denkbaar zijn op basis van de planologische ruimte die het nieuwe bestemmingsplan biedt. Het betreft een theoretisch scenario waarbij alle onderdelen gelijktijdig, optimaal en maximaal presteren onder ideale omstandigheden. Het is dus niet het scenario wat daadwerkelijk te verwachten is, maar wel een scenario waar ook in de m.e.r.-rapportage naar gekeken moet worden.
4 De planologische ruimte die mogelijk gemaakt wordt kan worden vergeleken met de planologische ruimte die het vigerend bestemmingsplan biedt. Immers ook in de huidige situatie zijn nog niet alle mogelijkheden benut die het vigerende bestemmingsplan biedt. Paragraaf 4 (tabel 3) geeft een indicatie van maximaal mogelijke bezoekersaantallen op basis van het vigerende bestemmingsplan. Bij deze analyse zijn gegevens verwerkt van o.a. de volgende bureaus; Van Spronsen&Partners, Telwerk BV en Koninklijke Horeca Nederland (KHN). Van Spronsen (veldwerk/enquêtes) en Telwerk (mechanische tellingen van auto’s en fietsen) hebben vooral de huidige situatie in kaart gebracht en KHN heeft gerekend aan de maximale toekomstige situatie. Centrumarchitecten heeft de verschillende onderzoeken op elkaar afgestemd en de rode draad aangegeven in het kader van het nieuwe bestemmingsplan.
5 2 HUIDIGE BEZOEKERSAANTALLEN OPNIEUW ONDERZOCHT Omdat de bezoekersaantallen zeer zwaar wegen in verder onderzoek zoals bij berekeningen omtrent verkeer, geluid, fijnstof e.d., is dit nogmaals nauwkeurig onderzocht. Het gaat dan in de eerste plaats om het in kaart brengen van de huidige bezoekers aan recreatiegebied Oortjespad. Er was reden voor dit nader onderzoek omdat er voorheen met oud (grof) cijfermateriaal (Grontmij 2008) is gewerkt. Ook waren er deels onnauwkeurige aannames gedaan door Kameryck. De Grontmij zegt in het onderzoek uit 2008 dat het totaal aantal bezoekers aan het recreatiegebied 197.000 zou bedragen. Als we hiervan de bezoekers aan Kameryck (ca. 70.000 ) af halen dan blijft er een groep van 127.000 passanten/recreanten over. Dit is een extreem hoog aantal. Naast de bezoekers aan Kameryck zouden er jaarrond elke dag bijna 350 mensen een bezoek brengen aan kinderboerderij, peuterbad, plas en ligweides. Dat is niet wat de mensen die de dagelijkse praktijk in het recreatiegebied kennen, zoals het Recreatieschap, beheerder kinderboerderij en medewerkers Kameryck, in de praktijk ervaren. Zij twijfelen al geruime tijd aan deze cijfers. Het onderzoek van de Grontmij is gedaan in 2007 en 2008. Er zijn in die periode slechts 130 respondenten benaderd. Daar komt bij dat er de laatste 10 jaar een belangrijke verandering in het recreatiegedrag gaande is . Zie rapportages van het CBS toerisme en dagtochten in cijfers; 2013 en 2014 en van de provincie Utrecht: De toekomst van recreatie om de stad 2011. Met name de passieve vormen van recreatie zoals dagkamperen (zonnen en zwemmen) en toeren met de auto zijn landelijk enorm terug gelopen. Andere vormen van vrijetijdsbestedingen zoals recreatief winkelen, bezoek attractiepunt/evenement, golfen,film en uit-eten zijn daarentegen de afgelopen 10 jaar juist toegenomen. Deze trend zet zich nog steeds voort. De cijfers uit 2008 zijn al weer verouderd. Deze verandering in het recreatiegedrag is voor het recreatieschap een belangrijke reden om het aanbod op het Oortjespad beter af te stemmen op de actuele vraag. Het plan Oortjespad + voorziet in deze behoefte (meer/betere horeca en speelvoorzieningen). Om beter inzicht te krijgen in de actuele situatie is opdracht gegeven aan Van Spronsen & partners in combinatie met de firma Telwerk. Van Spronsen was vanaf juli ter plaatse om tellingen te doen en interviews af te nemen. Vanaf eind augustus zijn er door de firma Telwerk bij alle ingangen telslangen geplaatst die een nauwkeurig beeld geven van het totaal aantal auto’s en fietsers dat het recreatiegebied bezoekt. ( zie rapportage Van Spronsen, figuur 1). Van Spronsen heeft deze tellingen (tot en met eind januari 2015) verwerkt in zijn rapportage. (Van Spronsen & Partners : bezoekerstelling Oortjespad en Kameryck 2014-R-065/1028 21-november 2014 / aanvullende notitie bezoekerstellingen 2014-R-065/1030 05 feb.2015) Uit het onderzoek van Van Spronsen blijkt dat met een totaal aantal bezoekers voor het Oortjespad moet worden gerekend tussen 136.000 en 152.000. Dit is dus beduidend minder dan de inschatting door de Grontmij in 2008. (197.000) In Tabel 1 zijn de huidige bezoekersaantallen van het recreatiegebied Oortjespad terug te vinden uitgesplitst in verschillende groepen. Het onderzoekrapport van Van Spronsen & Partners is daarbij als uitgangspunt genomen. Van Spronsen heeft een totaalaantal bezoekers in beeld gebracht voor de huidige situatie. Er is daarbij onderscheid gemaakt tussen Primair- en secundair bezoek . Bij de telling van het totaal aantal bezoekers is gekeken naar de hoofdreden van bezoek ( het primaire bezoekmotief) Een deel van de bezoekers brengt daarnaast ook nog een bezoek aan een andere voorziening of activiteit op het terrein. ( Het secundaire bezoek/ bezoekmotief) . Van Spronsen heeft het ‘secundair’ bezoek , na de hoofdactiviteit procentueel in beeld gebracht in figuur 12 van zijn rapportage. Wij hebben die percentages ook aangehouden in onze tabel. Daarnaast is bij het bepalen van het secundair bezoek ook informatie van KHN en Kameryck gebruikt. Zie verder de uitgebreide toelichting bij de tabellen in de bijlagen.
6 N.B. Bij de bepaling van het totaal aantal bezoekers (in relatie tot aantal verkeersbewegingen en parkeerlast) geldt alleen het totaal aantal primaire bezoekers. Primair en secundair bezoek mogen in dit verband niet opgeteld worden. Dan zou sprake zijn van dubbeltelling. Bij de inschatting van het totaal aantal bezoekers ( naar primaire bezoekreden) is door Van Spronsen een bandbreedte aangehouden. Er is een lage en een hoge inschatting gemaakt. In de tabel hebben we de gemiddelde waarde hiervan gehanteerd.
Figuur 1. Telslangen geplaatst door firma Telwerk bij ingang (West) kinderboerderij.
Uit het onderzoek van Van Spronsen blijkt dat met een totaal aantal bezoekers voor het Oortjespad moet worden gerekend tussen 136.000 en 152.000 . Gemiddeld 144.000 per jaar. Hiervan zijn er ca. 71.000 toe te rekenen aan bezoek kinderboerderij ligweides e.d. Er komen 11.000 bezoekers voor betaalde recreatie ( pitch en putt). Ongeveer 1000 bezoekers maken gebruik van de overnachtingsmogelijkheid in de groepsaccommodatie . Circa 61.000 bezoekers hebben als primaire bezoekreden de horeca op het recreatieterrein. Hierbij kan worden opgemerkt dat er, in de beleving, geen harde scheiding is tussen horeca en recreatie . Door consumenten wordt horecabezoek veelal ook als recreatie ervaren. Terrasbezoek en uit eten gaan kunnen ook als vorm van recreatie worden beschouwd. Zie in dit verband ook fig 8 en de paragraaf over veranderend recreatiegedrag op pag. 11 van de rapportage van Van Spronsen. Het meeste horeca-bezoek zoals dat plaats vindt op het Oortjespad kent overigens tevens een (andere) recreatieve component/ is recreatiegebonden. Ongeveer 1/3 deel van de horecabezoekers van Kameryck is daar om te vergaderen, danwel in het kader van een bruiloft of een bedrijfsbijeenkomst , dus zonder dat sprake is van enig ander recreatief aspect.
7 TABEL 1: BEZOEKERSAANTALLEN PER JAAR NU (2013/2014) KAMERYCK / KINDERBOERDERIJ
Activiteit
Primair bezoek
Secundair bezoek
Primair+Secundair bezoek
Bron
Openbaar toegankelijke recreatie (OTR): -Kinderboerderij -Peuterbad -Wandelpaden -Plas/ligweides e.d.
71.000 bezoekers
14.000 bezoekers
85.000 bezoekers
-Onderzoek Van Spronsen -Telwerk
Betaald toegankelijke recreatie (BTR): -Pitch&Putt golf
11.000 bezoekers
Horeca gerelateerd (HG): -Restaurant -Zaalexploitatie in gebouwen en tenten
61.000 bezoekers
Overnachtingen in groepsaccommodatie (OG) Evenementen (EV)
1.000 bezoekers
TOTAAL: ca.
144.000 bezoekers
*1
*3 -Kameryck
*2 27.000 bezoekers
*2
88.000 bezoekers
-Onderzoek Van Spronsen -Telwerk -Kameryck
*4
-Kameryck *2
0 bezoekers
-Kameryck
De tabel is ook terug te vinden in de bijlage 1. Daar inclusief de kanttekeningen die inzicht geven hoe de getallen zijn bepaald.
SPREIDING Van Spronsen heeft voor de huidige situatie ( 2014-2015) en deze specifieke locatie de spreiding in beeld gebracht waarbij onderscheid is gemaakt tussen recreatie en horeca. De drukste maand is september met 11.3 % van de bezoekers. Tabel 1 a brengt dit in beeld: TABEL 1a: Seizoenspatroon huidige situatie Recreatie (OTR,BTR,OG,EV)
Jan. 6,0%
Feb. 5,0%
Maa. 6,0%
Apr. 8,0%
Mei. 9,0%
Jun. 10,0%
Jul. 11,0%
Aug. 11,0%
Sep. 10,0%
Okt. 9,0%
Nov. 8,0%
Dec. 7,0%
Totaal 100%
4.980
4.150
4.980
6.640
7.470
8.300
9.130
9.130
8.300
7.470
6.640
5.810
2,8%
2,4%
7,0%
8,8%
10,0%
12,0%
11,0%
10,0%
13,0%
10,0%
6,0%
7,0%
83.000 bezoekers 100%
1.708
1.464
4.270
5.368
6.100
7.320
6.710
6.100
7.930
6.100
3.660
4.270
6.688 4,7%
5.614 3,9%
9.250 6,4%
12.008 8,3%
13.570 9,4%
15.620 10,8%
15.840 11,0%
15.230 10,6%
16.230 11,3%
13.570 9,4%
10.300 7,2%
10.080 7,0%
*1 Horeca (HG) *2 TOTAAL: ca. *3
Voor opmerkingen en uitleg bij tabel 1a zie bijlage 2
Bezoekers april t/m september: 88.498 = 61,4 % Drukste maand is september met 11.3 % Bron: percentages gebaseerd op figuur 7 rapport Van Spronsen
61.000 bezoekers 144.000 100%
8 CORRECTIE: In een eerdere uitspraak van de Raad van State is duidelijk gemaakt dat een deel van de huidige activiteiten van Kameryck qua gebruik niet stroken met hetgeen het vigerend bestemmingsplan toestaat. Dit is mede aanleiding om het bestemmingsplan hierop aan te passen. Het gaat hier dan om zelfstandige horeca activiteiten (niet recreatie gebonden) zoals bruiloften, vergaderingen en andere bedrijfsbijeenkomsten. Kijkend naar de bezoekersaantallen van Kameryck gaat dit ongeveer om 1/3 van haar huidige primaire bezoekers. (ca.20.000). Zouden we het totaal aantal bezoekers hiermee corrigeren dan moet je voor de huidige situatie een totaal aantal aanhouden van : 124.000 bezoekers. Van Spronsen hanteert bij zijn telling een bandbreedte laag en hoog. Gecorrigeerd gaat het om een totaal aantal huidige bezoekers tussen de 118.000 en de 130.000 . TABEL 1b correctie: BEZOEKERSAANTALLEN PER JAAR NU (2013/2014) EXCLUSIEF AANDEEL STRIJDIG GEBRUIK HORECA Activiteit
Primair bezoekmotief
Openbaar toegankelijke recreatie (OTR): -Kinderboerderij -Peuterbad -Wandelpaden -Plas/ligweides e.d.
71.000 bezoekers
Betaald toegankelijke recreatie (BTR): -Pitch&Putt golf
11.000 bezoekers
Horeca gerelateerd (HG): -Restaurant -Zaalexploitatie in gebouwen en tenten
41.000 bezoekers
Overnachtingen in groepsaccommodatie (OG) Evenementen (EV)
1.000 bezoekers
TOTAAL: ca.
124.000 bezoekers
Secundair bezoekmotief 10.000 bezoekers
*1
Primair+Secundair bezoek 81.000 bezoekers
Bron -Onderzoek Van Spronsen -Telwerk
*3 -Kameryck
*2 27.000 bezoekers
*2
68.000 bezoekers
-Onderzoek Van Spronsen -Telwerk -Kameryck
*4
-Kameryck *2
0 bezoekers
-Kameryck
Voor opmerkingen en uitleg bij tabel 1b correctie zie bijlage 3
TABEL 1c correctie: SEISOENSPATROON HUIDIGE SITUATIE EXCLUSIEF AANDEEL STRIJDIG GEBRUIK HORECA Voor opmerkingen en uitleg bij tabel 1c correctie zie bijlage 4 Recreatie (OTR,BTR,OG,EV)
Jan. 6,0%
Feb. 5,0%
Maa. 6,0%
Apr. 8,0%
Mei. 9,0%
Jun. 10,0%
Jul. 11,0%
Aug. 11,0%
Sep. 10,0%
Okt. 9,0%
Nov. 8,0%
Dec. 7,0%
Totaal 100%
4.980
4.150
4.980
6.640
7.470
8.300
9.130
9.130
8.300
7.470
6.640
5.810
2,8%
2,4%
7,0%
8,8%
10,0%
12,0%
11,0%
10,0%
13,0%
10,0%
6,0%
7,0%
83.000 bezoekers 100%
1.148
984
2.870
3.608
4.100
4.920
4.510
4.100
5.330
4.100
2.460
2.870
6.128 4,9%
5.134 4,2%
7.850 6,3%
10.248 8,3%
11.570 9,3%
13.220 10,7%
13.640 11,0%
13.230 10,7%
13.630 11,0%
11.570 9,3%
9.100 7,3%
8.680 7,0%
*1 Horeca (HG) *2 TOTAAL: ca. *3
Bezoekers april t/m september: 75.538 = 61,0 % Bron: percentages gebaseerd op figuur 7 rapport Van Spronsen
41.000 bezoekers 124.000 100%
9 3 MAXIMAAL MOGELIJKE BEZOEKERSAANTALLEN OP BASIS VAN HET NIEUWE BESTEMMINGSPLAN (met volledige benutting van het potentieel uit het bestemmingsplan) Zoals in de inleiding al aangegeven lijkt de Raad van State van mening dat niet alleen gekeken moet worden wat concreet de plannen van Kameryck en SGL voor het plangebied zijn (plan Oortjespad +), maar dat, in het kader van het bestemmingsplan, ook gekeken moet worden naar wat planologisch maximaal mogelijk wordt gemaakt en wat daarvan de milieutechnische consequenties zijn. Er is een berekening gemaakt, waarbij onafhankelijk van de huidige exploitanten, gekeken wordt naar maximaal mogelijke bezoekersaantallen. Tabel 2 brengt dit in beeld. Het betreft dus een theoretisch scenario waarbij alle onderdelen gelijktijdig, optimaal en maximaal presteren onder ideale omstandigheden. Tabel 2a geeft inzicht over de spreiding van bezoekers in het seizoen. Het betreft een berekening waarbij het volledige potentieel aan publiekstrekkers, met alle horeca- en recreatiemogelijkheden uit het plangebied worden ingezet. De maximaal beschikbare oppervlakte uit het bestemmingsplan wordt ingezet en met behulp van algemene kengetallen omgezet in bijbehorende bezoekersaantallen. Met name de beschikbare meters die voor horeca kunnen worden ingezet zijn maatgevend. Bij die invulling zijn de meeste bezoekers te verwachten. Koninklijke Horeca Nederland (KHN) heeft opdracht gekregen de maximale bezoekersaantallen te berekenen uitgaande van de situatie dat alle ruimte in het bestemmingsplan voor horeca wordt ingezet (zie verder het onderzoek van KHN in bijlage 11 ). Wij benadrukken dat dit een theoretisch/hypothetisch maximaal scenario is dat zich in de praktijk niet snel zal voordoen. Het meest realistische en waarschijnlijke scenario (met 204.000 bezoekers) treft u aan in paragraaf 5/ tabel 4.
10 TABEL 2: MAXIMAAL SCENARIO BEZOEKERSAANTALLEN PER JAAR VOLGENS TOEKOMSTIG BESTEMMINGSPLAN
Activiteit
Bestemming Capaciteit
Primair bezoek
Secundair Primair+ bezoek secundair
Bron
Openbaar toegankelijke recreatie (OTR): -Kinderboerderij -Peuterbad -Wandelpaden -Plas/ligweides e.d.
artikel 4
75.000 bezoekers
34.000 bezoekers
-Onderzoek Van Spronsen -Telwerk
Betaald toegankelijke Recreatie (BTR): -Pitch&Putt golf -Midgetgolf -Touwparcours (max. 3000m2)
artikel 4
Horeca gerelateerd (HG): -Restaurant -Zaalexploitatie in gebouwen en tenten
Artikel 4: SGD-1 -NVO horeca maximaal: 1235m2 (waarvan maximaal 225m2 restaurant in gebouw, 300m2 in tijdelijke tent, 710m2 zaalexploitatie)
NVO horeca: -735m2 in gebouwen -200m2 in permanente tenten -300m2 in tijdelijke tenten
Artikel 4.:SGD-2 -NVO horeca maximaal: 120m2 (restaurant) -Horeca in karakteristiek gebouw toegestaan
NVO horeca: -120m2 in gebouwen -115m2 in karakteristiek gebouw
Artikel 4
Maximaal 65 bedden
Artikel 8
Maximaal 10.000 bezoekers per jaar
Ca. 20 hectare
*1
109.000 bezoekers
*3
40.000 bezoekers
Brancheorgan isaties (o.a. Pitch&Putt bij 27 holes) *2
Overnachtingen in groepsaccommoda tie (OG) Evenementen (EV)
TOTAAL: ca.
133.000 bezoekers
62.000 bezoekers
*4 5.000 bezoekers
195.000 bezoekers
*4
-Onderzoek KHN
*5 -Onderzoek KHN
6* 10.000 bezoekers 7*
263.000 bezoekers
Voor opmerkingen en uitleg bij tabel 2, (*1 t/m *7) zie bijlage 5
Bestemmings plan artikel 8.2j
11 SPREIDING Hierboven is een inschatting gemaakt van het maximale bezoekersaantal aan het gebied. Er moet ook gekeken worden naar de spreiding . Zeker in relatie tot parkeren en verkeersbewegingen is dit van belang. Van Spronsen heeft voor de huidige situatie ( 2014-2015) en deze specifieke locatie de spreiding in beeld gebracht waarbij onderscheid is gemaakt tussen recreatie en horeca. Voor de horeca in de huidige situatie komt van Spronsen tot 64.8 % bezoekers in de maanden april t/m september De drukste horeca- maand is september met 13% van de bezoekers. KHN is in zijn memo ook in gegaan op de spreiding . KHN heeft zich gebaseerd op de maximaal beschikbare (horeca) m2 en heeft gekeken naar hetgeen het bestemmingsplan mogelijk maakt. Hier zijn algemene branchecijfers en percentages op los gelaten, meer onafhankelijk van de specifieke locatie. De (landelijke) horeca laat een redelijk gelijkmatige spreiding zien.. Het horeca-aandeel In de maanden april t/m september is 47 % De drukste horecamaand is november met 10.5 % Uit deze percentages is op te maken dat naarmate er sprake is van meer (zelfstandige) horeca, dat dan ook de spreiding een meer gelijkmatig patroon zal laten zien. In de huidige situatie is de horecacomponent kleiner en meer gekoppeld aan de recreatieve onderdelen op de locatie. Het nieuwe bestemmingsplan biedt mogelijkheden voor meer zelfstandige horeca, meer zakelijke bezoekers . Bezoekers in met name voor en naseizoen zullen toenemen. De spreiding zal een gelijkmatiger beeld gaan vertonen dan in de huidige situatie. Aan de andere kant moet rekening gehouden worden met de specifieke situatie/ locatie. Het blijft een locatie in het buitengebied waarbij de recreatieve setting een belangrijke rol speelt. Ook al zou dat voor de spreiding gunstig uitpakken lijkt het niet realistisch voor de toekomst volledig uit te gaan van de spreiding die KHN meer abstract heeft bepaald. Dit is een landelijk gemiddelde van verschillende typen horeca. In ons geval is sprake van horeca in een recreatiegebied. Dit zal altijd een sterker seizoensgebonden karakter hebben dan het landelijk gemiddelde. Er zal echter wel sprake zijn van een verandering in het spreidingsprofiel van de horecacomponent omdat er in de toekomst meer zelfstandige-, niet recreatiegebonden horeca mogelijk wordt (w.o. zakelijke bijeenkomsten). Deze vorm van horeca is nauwelijks weer –en seizoensgebonden en vindt dus ook plaats in de winterperiode. De mate waarin hierdoor het spreidingsprofiel veranderd is onzeker. In tabel 2a hebben we daarom voor de spreidingpercentages van de horeca een gemiddelde genomen van de percentages die zijn terug te vinden bij Van Spronsen ( huidige situatie) en de percentages van KHN . Hiermee denken we recht te doen aan de verschuiving in het spreidingsprofiel die naar verwachting zal optreden. In de maanden april – september komt dat neer op 56 % van het totale aantal horecabezoekers. Met als drukste maand; de maand september. Voor de spreiding van de recreatieve bezoekers kunnen we ,ook voor de toekomst , de percentages van Van Spronsen aanhouden. Er zullen in de toekomst geen wezenlijk andere voorzieningen/ activiteiten in plangebied mogelijk worden. Er zullen wel meer recreatieve bezoekers komen maar het spreidingspatroon zal hiermee niet wezenlijk veranderen. Kijken we naar alle bezoekers ( recreatie en horeca-gerelateerd) dan zijn er in de maanden april – september ca. 57.5 % van het totaal aantal bezoekers te verwachten. De maanden juni (10,1%), juli en september (10.2 %) zijn de drukste maanden
12 TABEL 2a: SEIZOENSPATROON BIJ VOLLEDIGE BENUTTING VAN HET TOEKOMSTIGE BESTEMMINGSPLAN
Recreatie (OTR,BTR,OG,EV)
Jan
Feb
Maa
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
Totaal
6,0%
5,0%
6,0%
8,0%
9,0%
10,0%
11,0%
11,0%
10,0%
9,0%
8,0%
7,0%
100%
7.800
6.500
7.800
10.400
11.700
13.000
14.300
14.300
13.000
11.700
10.400
9.100
5,6%
5,6%
7,1%
8,2%
9,3%
10,1%
9,5%
8,5%
10,3%
9,3%
8,3%
8,2%
130.000 bezoekers 100%
7.448
7.448
9.443
10.906
12.369
13.433
12.635
11.305
13.699
12.369
11.039
10.906
15.248 5,8%
13.948 5,3%
17.243 6,6%
21.306 8,1%
24.069 9,2%
26.433 10,1%
26.935 10,2%
25.605 9,7%
26.699 10,2%
24.069 9,1%
21.439 8,1%
20.006 7,6%
*1 Horeca (HG) *2 TOTAAL: *3
Voor opmerkingen en uitleg bij tabel 2a zie bijlage 6 Bezoekers april t/m september: 151.225 = 57.5% Bron: Van Spronsen/ KHN
133.000 bezoekers 263.000 100%
13 4 MAXIMAAL MOGELIJKE BEZOEKERSAANTALLEN UITGAANDE VAN VIGEREND BESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED De planologische ruimte die mogelijk gemaakt wordt in het nieuwe bestemmingsplan kan worden vergeleken met de maximale planologische ruimte die het vigerend bestemmingsplan biedt. Dan hebben we het niet over de feitelijke situatie zoals we die nu aantreffen. Immers ook in de huidige situatie zijn in bepaalde opzichten nog niet alle mogelijkheden uitgenut die het vigerende bestemmingsplan biedt. In Tabel 3 wordt het maximale potentieel in beeld gebracht, uitgesplitst in diverse groepen / activiteiten, met een verwijzing naar de betreffende artikelen uit het bestemmingsplan waar e.e.a. op is terug te voeren. In tabel 1 (huidige situatie) zijn bezoekers in de rapportage ingedeeld naar ‘hoofdreden van bezoek’ (primair) en secundair. Ook in de deze tabel 3 is dezelfde systematiek aangehouden en zijn voor de inschatting van de doublures (secundaire bestemmingen) dezelfde percentages aangehouden die bij Van Spronsen zijn terug te vinden voor de huidige situatie dan wel in het onderzoek van KHN worden aangegeven.. Onze conclusie is dat het vigerende bestemmingsplan bezoekersaantallen mogelijk maakt van ca. 192.000 per jaar. Het vigerend bestemmingsplan kent behoorlijke bebouwingsmogelijkheden. Maar de horeca-component is niet eenduidig begrensd. Elk getal is alleen al om die reden moeilijk te onderbouwen. Voor een uitgebreide toelichting op de getallen verwijzen we naar bijlage. 7 In de m.e.r. beoordeling zal in eerste instantie gekeken worden naar de feitelijk vergunde situatie zoals die er nu is in relatie tot de maximale mogelijkheden die het nieuwe bestemmingsplan zal bieden. De maximale mogelijkheden op basis van het vigerende bestemmingsplan zijn uit dat oogpunt dus minder relevant maar we hebben hier aandacht aan besteed omdat het wel duidelijk maakt ook het huidige bestemmingsplan nog ruimte geeft voor groei t.o.v. van de bestaande toestand.
14 TABEL 3: MAXIMAAL SCENARIO BEZOEKERSAANTALLEN PER JAAR VOLGENS VIGEREND BESTEMMINGSPLAN Activiteit
Bestemming
Capaciteit
Primair bezoek
Secundair bezoek
Primair+ secundair bezoek
Bron
Openbaar toegankelijke recreatie (OTR): Kinderboerderij -Peuterbad -Wandelpaden -Plas/ligweides e.d. Betaald toegankelijke recreatie (BTR): -Pitch&Putt golf Horeca gerelateerd (HG): Oortjespad 3:
Artikel 16: recreatie
Ca. 20 hectare
75.000 bezoekers
22.500 bezoekers
97.500 bezoekers
-Onderzoek Van Spronsen -Telwerk
Overnachting in groepsaccomo datie (OG)
Oortjespad 1:
Evenementen (EV)
TOTAAL: ca.
Artikel 16.1a: Nadere bestemming: -kinderboerderij
1* 18.000 bezoekers
Artikel 16.1a: Nadere bestemming: -Pitch&Putt golf
Artikel 16.1a: Recreatie: Nadere bestemming: natuurrecreatiece ntrum met Pitch&Putt golf en verblijfsrecreatie Artikel 16.1c: -ondergeschikte horeca-activiteiten toegestaan Artikel 16.1d: -recreatieve overnachtingen in trekkershutten, tenten en verplaatsbare logiesvoorzieningen
Art 16.1a Recreatie: nadere bestemming: -Kinderboerderij Niet in bestemmingsplan, wel mogelijk met vergunning volgens beleidsnota evenementen in de gemeente Woerden
Totaal gebouwen: -1600 m2 (op bouwperceel van ca. 10.750m2) -bouwen in twee lagen is mogelijk: 3200m2 BVO
2* 85.000 bezoekers
3* -Brancheorganisatie Pitch&Putt bij 27 holes
40.000 bezoekers
125.000 bezoekers
4* Recreatieve overnachting en t.p.v. vlak met aanduiding recreatief nachtverblijf. Terreinopper -vlakte ca. 3900m2 Totaal gebouwen: -420 m2
5*
14.000 bezoekers
KHN
6* Gerekend bij (OTR)
- 3 grote meerdaagse evenementen (geen beperking bezoekersaan tallen)
Geen bezoekers gerekend, afhankelijk van vergunning 7*
192.000 bezoekers
Voor opmerkingen en uitleg bij tabel 3, zie bijlage 7
-Buitencentra Staatsbosbeheer/TOP
15 5 REËLE INSCHATTING BEZOEKERSAANTALLEN OP HET OORTJESPAD IN DE TOEKOMST, WAARBIJ DE PLANNEN OORTJESPAD + TOT UITVOER ZIJN GEBRACHT In deze paragraaf zal in beeld gebracht worden welke bezoekersaantallen er in de toekomst reëel te verwachten zijn, nadat het nieuwe bestemmingplan rechtskracht heeft en de plannen zoals geformuleerd in Oortjespad + ook daadwerkelijk zijn gerealiseerd. Dit scenario is het meest realistische en waarschijnlijke scenario voor de locatie. We komen tot de volgende tabel. Voor een uitgebreide toelichting op de getallen zie bijlage 8. Er worden concreet in totaal 204.000 bezoekers per jaar verwacht. Hiervan zijn er ca. 71.000 toe te rekenen aan bezoek kinderboerderij ligweides e.d. Er komen naar verwachting 28.000 bezoekers voor betaalde recreatie ( pitch en putt, midgetgolf en touwparcour). Ongeveer 2000 bezoekers maken gebruik van de overnachtingsmogelijkheid in de groepsaccommodatie . Ongeveer 6000 bezoekers worden verwacht in het kader van de 3 evenementen die op Oortjespad georganiseerd mogen worden. Naar verwachting hebben circa 97.000 bezoekers, als primaire bezoekreden de horeca op het oog. ( horeca van Kameryck en of de horeca bij de kinderboerderij) Hierbij wordt nogmaals opgemerkt dat er geen harde scheiding is tussen horeca en recreatie . In de beleving van de consumenten wordt horecabezoek veelal ook als recreatie ervaren. TABEL 4: BEZOEKERSAANTALLEN PER JAAR IN DE TOEKOMST (2025) KAMERYCK / KINDERBOERDERIJ (OORTJESPAD+)
Activiteit
Primair bezoek
Secundair bezoek
Primair+ Secundair bezoek
Bron
Openbaar toegankelijke recreatie (OTR): -Kinderboerderij -Peuterbad -Wandelpaden -Plas/ligweides e.d. Betaald toegankelijke recreatie (BTR): -Pitch&Putt golf Midgetgolf/Touwparcours/ overig Horeca gerelateerd (HG): -Restaurant -Zaalexploitatie in gebouwen en tenten Overnachtingen in groepsaccommodatie (OG) Evenementen (EV)
71.000 bezoekers
24.000 bezoekers
95.000 bezoekers
-Van Van Spronsen -Kameryck
TOTAAL: ca.
204.000 bezoekers
*1 28.000 bezoekers
*3 -Kameryck
*2
97.000 bezoekers
49.000 bezoekers
146.000 bezoekers
-Kameryck/KHN
*4 *4 2.000 bezoekers *6 6.000 bezoekers *7
Voor opmerkingen en uitleg bij tabel 4, zie bijlage 8
*5 -Kameryck -Kameryck
16 SPREIDING In paragraaf 3 is het maximale scenario op basis van het nieuwe bestemmingsplan in beeld gebracht inclusief de bijbehorende spreiding. De argumenten die daar zijn genoemd voor het spreidingsprofiel gelden eveneens voor de meer reëel te verwachten bezoekersaantallen op basis van de concrete plannen ( Oortjespad +) We komen dan tot de volgende tabel: TABEL 4A: SEIZOENSPATROON KAMERYCK/KINDERBOERDERIJ (OORTJESPAD+) IN DE TOEKOMST (2025)
Recreatie (OTR,BTR,OG,EV)
Jan. 6,0%
Feb. 5,0%
Maa. 6,0%
Apr. 8,0%
Mei. 9,0%
Jun. 10,0%
Jul. 11,0%
Aug. 11,0%
Sep. 10,0%
Okt. 9,0%
Nov. 8,0%
Dec. 7,0%
Totaal 100%
6.420
5.350
6.420
8.560
9.630
10.700
11.770
11.770
10.700
9.630
8.560
7.490
5,6%
5,6%
7,1%
8,2%
9,3%
10,1%
9,5%
8,5%
10,3%
9,3%
8,3%
8,2%
107.000 bezoekers 100%
5.432
5.432
6.887
7.954
9.021
9.797
9.215
8.245
9.991
9.021
8.051
7.954
11.852 5,8%
10.782 5,3%
13.307 6,5%
16.514 8,1%
18.651 9,1%
20.497 10,1%
20.985 10,3%
20.015 9,8%
20.691 10,2%
18.651 9,1%
16.611 8,1%
15.444 7,6%
*1 Horeca (HG) *2 TOTAAL: *3
Voor opmerkingen en uitleg bij tabel 4a zie bijlage 9 Bezoekers april t/m september: 117.353 = 57.5 % Drukste maanden zijn juli en september met resp. 10.3 en 10.2 % Bron: percentages gebaseerd op memo KHN/ rapportage Van Spronsen
97.000 bezoekers 204.000 100%
17 Algemene opmerkingen: De uitbreiding van Kameryck zal voor ongeveer 1/3 van het oppervlak gebruikt wordt voor een efficiency verbetering (wegnemen knelpunten in de interne bedrijfsvoering t.a.v. kantoor, opslag en keuken) en daarom niet altijd leiden tot stijgende bezoekersaantallen. Deze uitbreiding zorgt wel voor een efficiencywinst die zal leiden tot een kostenreductie/rendementsverbetering. Bijvoorbeeld; nu wordt elders opslagruimte gehuurd, straks niet meer. Op dit moment is het pand eigenlijk te klein voor de huidige functies. Met name in kantoor en opslag leidt dat dagelijks tot frustratie. Een groter pand betekent ook duurder wonen omdat het niet volledig /evenredig tot omzetverhoging en stijgende bezoekersaantallen leidt, maar het is wel noodzakelijk voor de continuïteit en de kwaliteit van de bedrijfsvoering. De diverse doelgroepen in tabel 4 kennen duidelijk verschillende bezoektijden waardoor er automatisch spreiding optreedt. Hierdoor wordt congestie vermeden. Algemeen geldt dat dergelijke locaties in het buitengebied alleen levensvatbaar zijn door zich op meerdere doelgroepen te richten, zakelijk en particulier. Alléén recreatie is te weer- en seizoengevoelig. Van november tot april zijn er erg weinig passanten. De zakelijke markt kan in die periode voor een betere bezetting zorgen. Verder komt de zakelijke markt veelal door de week en buiten de vakantieperiodes terwijl de particulier juist in de weekenden en ín de vakantieperiodes komt. Hierdoor treedt automatisch spreiding op. De uitbreiding van Kameryck is vooral bedoeld om (naast efficiencyverbetering) in de wintermaanden meer bedrijfsbijeenkomsten zoals vergaderingen en kleine congressen en ook bedrijfsuitjes (met binnen activiteiten) te kunnen organiseren. Deze extra omzet die m.n. gerealiseerd wordt in de dalperiode leidt tot een belangrijke rendementsverbetering. De vaste kosten (personeel) zullen n.l. niet evenredig stijgen. Nu is er in de winter veel onderbezetting/leegstand en dus te veel personeel.
18 6 CONCLUSIES De huidige bezoekersaantallen aan het Oortjespad op basis van bezoekerstellingen zijn vastgesteld op 136.000 tot 152.000. In tabel 1 is het gemiddelde aangehouden : 144.000 bezoekers. In de toekomst, nadat het nieuwe bestemmingplan rechtskracht heeft en de plannen zoals geformuleerd in Oortjespad + ook daadwerkelijk zijn gerealiseerd is er een bezoekersaantal berekend van: 204.000 bezoekers (tabel 4). Houden we dezelfde bandbreedte aan dan moet je rekenen met een marge van 198.000 tot 210.000 bezoekers. Dit is een realistisch scenario dat ook in de lijn der verwachting ligt. Kijken we naar wat het bestemmingsplan maximaal mogelijk maakt, een theoretisch scenario waarbij alle onderdelen gelijktijdig, optimaal en maximaal presteren onder ideale omstandigheden dan kom je tot een maximaal aantal van 263.000 bezoekers. Dit is echter een hypothetisch scenario dat zich in de praktijk niet snel zal voordoen. Het maximale scenario is wel het scenario waarvan de milieueffecten ( o.a. geluid en verkeer ) worden getoetst. In de toekomstige situatie vindt er naast een stijging van de bezoekersaantallen zoals hierboven geprognotiseerd ook een verschuiving plaats in het spreidingsprofiel. Het bezoek zal wat gelijkmatiger gespreid zijn over het jaar. Dit komt omdat er meer zelfstandige-,niet recreatiegebonden horeca bij komt. Deze vorm van horeca is namelijk minder weer- en seizoensgebonden.
19 BIJLAGEN
BIJLAGE 1: TABEL 1: Bezoekersaantallen per jaar nu (2013/2014)
Activiteit
Primair bezoek
Secundair bezoek
Primair+Secundair bezoek
Bron
Openbaar toegankelijke recreatie (OTR): -Kinderboerderij -Peuterbad -Wandelpaden -Plas/ligweides e.d.
71.000 bezoekers
14.000 bezoekers
85.000 bezoekers
-Onderzoek Van Spronsen -Telwerk
*1 Betaald toegankelijke recreatie (BTR): -Pitch&Putt golf
11.000 bezoekers
Horeca gerelateerd (HG): -Restaurant -Zaalexploitatie in gebouwen en tenten
61.000 bezoekers
Overnachtingen in groepsaccommodatie (OG)
1.000 bezoekers
*3 -Kameryck
*2 27.000 bezoekers
*2
88.000 bezoekers
-Onderzoek Van Spronsen -Telwerk -Kameryck
*4 -Kameryck
*2 Evenementen (EV)
0 bezoekers
TOTAAL: ca.
144.000 bezoekers
-Kameryck
Opmerkingen bij tabel 1: 1*
Van Spronsen komt op een aantal van 67.000 tot 75.000 primaire bezoekers voor recreatie + kinderboerderij. In deze tabel is het gemiddelde genomen: 71.000 bezoekers.
2*
Van Spronsen rekent voor Kameryck/horeca 69.000 tot 77.000 primaire bezoekers (gemiddeld 73.000). Deze zijn uitgesplitst naar BTR 11.000, HG 61.000 en OG 1.000 bezoekers op basis van cijfers van Kameryck.
3*
Zie figuur 12 in de rapportage van Van Spronsen: 19% van de bezoekers van Kameryck (BTR, HG en OG) brengt tevens (secundair) een bezoek aan de kinderboerderij (OTR). 19% van 73.000 = 13.870 (afgerond 14.000)
4*
Ca. 30 % van de recreanten (30% van 42.500) en 18 % van de bezoekers kinderboerderij (18% van 28.500) bezoeken tevens (secundair) ook Kameryck (cijfers Van Spronsen, figuur 12). Dit zijn er 17.880. Ca. 80 % van de golfers (Pitch en Putters) en ca. 50 % van de mensen die overnachten in de groepsaccommodatie (samen 9.300 bezoekers) brengt tevens een bezoek aan de horeca van Kameryck (cijfers Kameryck / KHN). In totaal 27.180 secundaire bezoekers. (afgerond 27.000 )
BIJLAGE 2: TABEL 1a: Seizoenspatroon Oortjespad huidige situatie
Recreatie (OTR,BTR,OG,EV)
Jan.
Feb.
Maa.
Apr.
Mei.
Jun.
Jul.
Aug.
Sep.
Okt.
Nov.
Dec.
Totaal
6,0%
5,0%
6,0%
8,0%
9,0%
10,0%
11,0%
11,0%
10,0%
9,0%
8,0%
7,0%
100%
4.980
4.150
4.980
6.640
7.470
8.300
9.130
9.130
8.300
7.470
6.640
5.810
2,8%
2,4%
7,0%
8,8%
10,0%
12,0%
11,0%
10,0%
13,0%
10,0%
6,0%
7,0%
83.000 bezoekers 100%
1.708
1.464
4.270
5.368
6.100
7.320
6.710
6.100
7.930
6.100
3.660
4.270
61.000 bezoekers
6.688
5.614
9.250
12.008
13.570
15.620
15.840
15.230
16.230
13.570
10.300
10.080
4,7%
3,9%
6,4%
8,3%
9,4%
10,8%
11,0%
10,6%
11,3%
9,4%
7,2%
7,0%
144.000 100%
*1 Horeca (HG) *2
TOTAAL: ca.
*3 Bezoekers april t/m september: 88.498 = 61,4 % Bron: percentages gebaseerd op figuur 7 rapport Van Spronsen Opmerkingen bij tabel 1a: In bovenstaande tabel is de spreiding van het aantal bezoekers per maand weergeven uitgaande de huidige situatie. 1* Voor de spreiding van de ‘ recreatie bezoekers ‘ zijn de aantallen primaire bezoekers uit Tabel 1 overgenomen. Dit zijn de openbaar toegankelijke bezoekers (OTR) en de betaald toegankelijke bezoekers (BTR). Ook de bezoeker bezoekers van de groepsaccommodatie (OG) en de bezoekers van evenementen (EV) zijn hier aan toegevoegd. Immers deze activiteiten vinden over het algemeen plaats in dezelfde periode als die van openbaar en betaald toegankelijke recreatie. Voor de verdeling per maand zijnde percentages aangehouden zoals die zijn aangegeven door Van Spronsen (figuur 7) 2* Voor horeca-gerelateerde bezoekers zijn de primaire bezoekers aantallen overgenomen uit Tabel 1. Voor de procentuele verdeling per maand zijn de percentages aangehouden zoals die zijn aangegeven door van Spronsen. (figuur 7) 3*
Het totaalpercentage per maand is het gewogen gemiddelde van horeca en recreatieaantallen.
BIJLAGE 3: TABEL 1b correctie : Bezoekersaantallen per jaar nu (2013/2014) exclusief aandeel strijdig gebruik horeca
Activiteit
Primair bezoek
Secundair bezoek
Primair+Secundair bezoek
Bron
Openbaar toegankelijke recreatie (OTR): -Kinderboerderij -Peuterbad -Wandelpaden -Plas/ligweides e.d.
71.000 bezoekers
10.000 bezoekers
81.000 bezoekers
-Onderzoek Van Spronsen -Telwerk
*1 Betaald toegankelijke recreatie (BTR): -Pitch&Putt golf
11.000 bezoekers
Horeca gerelateerd (HG): -Restaurant -Zaalexploitatie in gebouwen en tenten
41.000 bezoekers
Overnachtingen in groepsaccommodatie (OG)
1.000 bezoekers
*3 -Kameryck
*2 27.000 bezoekers
*2
68.000 bezoekers
-Onderzoek Van Spronsen -Telwerk -Kameryck
*4 -Kameryck
*2 Evenementen (EV)
0 bezoekers
TOTAAL: ca.
124.000 bezoekers
-Kameryck
Opmerkingen bij tabel 1b correctie: 1* Van Spronsen komt op een aantal van 67.000 tot 75.000 primaire bezoekers voor recreatie + kinderboerderij. In deze tabel is het gemiddelde genomen: 71.000 bezoekers. 2* Van Spronsen rekent voor Kameryck/horeca 69.000 tot 77.000 primaire bezoekers (gemiddeld 73.000). Deze zijn uitgesplitst naar BTR 11.000, HG 61.000 en OG 1.000 bezoekers op basis van cijfers van Kameryck. Voor HG is een correctie doorgevoerd van 20.000 bezoekers ( 41000 bezoekers) 3* Zie figuur 12 in de rapportage van Van Spronsen: 19% van de bezoekers van Kameryck (BTR, HG en OG) brengt tevens (secundair) een bezoek aan de kinderboerderij (OTR). 19% van 53.000 = 10.070 (afgerond 10.000) 4* Ca. 30 % van de recreanten (30% van 42.500) en 18 % van de bezoekers kinderboerderij (18% van 28.500) bezoeken tevens (secundair) ook Kameryck (cijfers Van Spronsen, figuur 12). Dit zijn er 17.880. Ca. 80 % van de golfers (Pitch en Putters) en ca. 50 % van de mensen die overnachten in de groepsaccommodatie (samen 9.300 bezoekers) brengt tevens een bezoek aan de horeca van Kameryck (cijfers Kameryck / KHN). In totaal 27.180 secundaire bezoekers. (afgerond 27.000 )
BIJLAGE 4 TABEL 1c correctie: Seizoenspatroon huidige situatie exclusief aandeel strijdig gebruik horeca
Recreatie (OTR,BTR,OG,EV)
Jan.
Feb.
Maa.
Apr.
Mei.
Jun.
Jul.
Aug.
Sep.
Okt.
Nov.
Dec.
Totaal
6,0%
5,0%
6,0%
8,0%
9,0%
10,0%
11,0%
11,0%
10,0%
9,0%
8,0%
7,0%
100%
4.980
4.150
4.980
6.640
7.470
8.300
9.130
9.130
8.300
7.470
6.640
5.810
2,8%
2,4%
7,0%
8,8%
10,0%
12,0%
11,0%
10,0%
13,0%
10,0%
6,0%
7,0%
83.000 bezoekers 100%
1.148
984
2.870
3.608
4.100
4.920
4.510
4.100
5.330
4.100
2.460
2.870
41.000 bezoekers
6.128
5.134
7.850
10.248
11.570
13.220
13.640
13.230
13.630
11.570
9.100
8.680
4,9%
4,2%
6,3%
8,3%
9,3%
10,7%
11,0%
10,7%
11,0%
9,3%
7,3%
7,0%
124.000 100%
*1 Horeca (HG) *2
TOTAAL: ca. *3
Bezoekers april t/m september: 75.538 = 61,0 % Bron: percentages gebaseerd op figuur 7 rapport Van Spronsen Opmerkingen bij tabel 1c correctie: In bovenstaande tabel is de spreiding van het aantal bezoekers per maand weergeven uitgaande de huidige situatie, gecorrigeerd voor ‘strijdig gebruik’. 1* Voor de spreiding van de ‘ recreatie bezoekers ‘ zijn de aantallen primaire bezoekers uit Tabel 1 correctie overgenomen. Dit zijn de openbaar toegankelijke bezoekers (OTR) en de betaald toegankelijke bezoekers (BTR). Ook de bezoeker bezoekers van de groepsaccommodatie (OG) en de bezoekers van evenementen (EV) zijn hier aan toegevoegd. Immers deze activiteiten vinden over het algemeen plaats in dezelfde periode als die van openbaar en betaald toegankelijke recreatie. Voor de verdeling per maand zijnde percentages aangehouden zoals die zijn aangegeven door Van Spronsen (figuur 7) 2* Voor horeca-gerelateerde bezoekers zijn de primaire bezoekers aantallen overgenomen uit Tabel 1 correctie. Voor de procentuele verdeling per maand zijn de percentages aangehouden zoals die zijn aangegeven door van Spronsen. (figuur 7) 3*
Het totaalpercentage per maand is het gewogen gemiddelde van horeca- en recreatieaantallen.
BIJLAGE 5 TABEL 2: Maximaal scenario bezoekersaantallen per jaar (tot 2025) volgens toekomstig bestemmingsplan
Activiteit
Bestemming
Capaciteit
Primair bezoek Secundair bezoek Primair+ secundair
Bron
Openbaar toegankelijke recreatie (OTR): -Kinderboerderij -Peuterbad -Wandelpaden -Plas/ligweides e.d. Betaald toegankelijke Recreatie (BTR): -Pitch&Putt golf -Midgetgolf -Touwparcours (max. 3000m2)
artikel 4
Ca. 20 hectare
75.000 bezoekers
-Onderzoek Van Spronsen -Telwerk
Horeca gerelateerd (HG): -Restaurant -Zaalexploitatie in gebouwen en tenten
Artikel 4: SGD-1 -NVO horeca maximaal: 1235m2 (waarvan maximaal 225m2 restaurant in gebouw, 300m2 in tijdelijke tent, 710m2 zaalexploitatie) Artikel 4:SGD-2 -NVO horeca maximaal: 120m2 (restaurant) -Horeca in karakteristiek gebouw toegestaan
NVO horeca: -735m2 in gebouwen -200m2 in permanente tenten -300m2 in tijdelijke tenten
Artikel 4
Maximaal 65 bedden
5.000 bezoekers
Artikel 8
Maximaal 10.000 bezoekers per jaar
10.000 bezoekers
34.000 bezoekers
*1 artikel 4
109.000 bezoekers
*3
40.000 bezoekers
Brancheorganisaties (o.a. Pitch&Putt bij 27 holes)
*2 133.000 bezoekers
62.000 bezoekers
TOTAAL: ca.
-Onderzoek KHN
NVO horeca: -120m2 in gebouwen -115m2 in karakteristiek gebouw *4
Overnachtingen in groepsaccommodatie (OG) Evenementen (EV)
195.000 bezoekers
*4
*5 -Onderzoek KHN
6* 7*
263.000 bezoekers
-Bestemmingsplan artikel 8.2j
Opmerkingen bij tabel 2: In tabel 1 (huidige situatie) zijn bezoekers in de rapportage ingedeeld naar ‘hoofdreden van bezoek’ (primair) en secundair. In Tabel 2 hebben we dezelfde systematiek aangehouden en voor de inschattingen dezelfde percentages aangehouden die bij Van Spronsen zijn terug te vinden dan wel in het onderzoek van KHN worden aangehouden. 1* Van Spronsen komt voor de huidige situatie op een aantal van 67.000 tot maximaal 75.000 primaire bezoekers voor recreatie + kinderboerderij. De tendens is dat met name de passieve vormen van recreatie zoals dagkamperen (zonnen en zwemmen) en toeren met de auto landelijk terug lopen. (Zie ook Van Spronsen op pagina 11; veranderend recreatiegedrag). Anderzijds is sprake van toenemende bebouwing / bewoning in de nabijheid (Leidsche Rijn) en zal er sprake zijn van een meer aantrekkende werking door extra voorzieningen op het terrein. Omdat we hier een maximaal scenario in beeld brengen hebben we voor de tabel het aantal van 75.000 bezoekers aangehouden. 2* Betaald toegankelijke recreatie (BTR) : uitsluitend gematigde vormen van recreatie worden mogelijk gemaakt in het bestemmingsplan (niet gemotoriseerd, geen paintball). De openheid van het landschap en rust staan centraal. Grote publiekstrekkers zijn daarom, binnen deze bestemming niet mogelijk. We hebben binnen het spectrum van mogelijke exploitaties van een aantal representatieve exploitaties de maximale bezoekersaantallen opgeteld. Er is hier gerekend met een totaal van 40.000 bezoekers: Een Pitch&Putt baan (max 18.000) een midgetgolfbaan (max. 12.000) en een klimparcours (max 10.000) (Bron: Brancheorganisaties en div. exploitanten). Daarmee is het beschikbare areaal uitgenut. 3* In figuur 12 in de rapportage van Van Spronsen wordt aangegeven dat: 19% van de bezoekers van Kameryck (BTR, HG en OG) in de huidige situatie tevens (secundair) een bezoek aan de kinderboerderij (OTR). Dit percentage (19%) hebben we in deze tabel ook aangehouden bij de bepaling van het maximale scenario. 19 % van 178.000 bezoekers (BRT, HG en OG) = ca. 34.000 bezoekers. 4* Door KHN zijn afgerond 195.000 horeca gerelateerde –bezoekers berekend ( zie bijlage 11) Een deel van die bezoekers bezoekt in eerste instantie een andere activiteit en vervolgens (secundair) de horeca. Om uit te kunnen splitsen naar primair en secundair bezoekmotief (en dubbeltellingen te voorkomen) maken we gebruik van gebruik van gegevens van KHN. KHN stelt dat ca. 33 % van OTR ( kinderboerderij , wandelpaden e.d.) tevens de horeca zal bezoeken, mede gelet op de geplande horeca direct bij de kinderboerderij. Dit zijn er 22.750 . Daarnaast zijn er ook secundaire bezoekers voor de horeca afkomstig uit andere categorieën. Ca. 80 % van BTR (Pitch&Putt, Midgetgolf en touwparcours), ca. 50 % van de mensen de mensen die overnachten in de groepsaccommodatie (resp. 32.000 en 2.500 bezoekers)). Ook een deel van de bezoekers van evenementen valt aan te merken als secundaire bezoekers. Er is gerekend met 30 % , 3000 bezoekers (cijfers Kameryck / KHN). In totaal zijn dit afgerond 62.000 secundaire bezoekers. 5* Dit getal betreft het maximaal aantal horeca-gerelateerde bezoekers op basis van beschikbare m2, die in het bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt. Berekend door KHN. (zie bijlage 11) 6* Het betreft een berekening van KHN uitgaande van kengetallen op basis 65 bedden (het maximum wat het bestemmingsplan toestaat). Het betreft een theoretisch maximum. Het nachtverblijf voor groepsaccommodatie kent een seizoenskarakter. (tenten, trekkershutten o.g.).De berekening komt uit op 4600 personen . In de tabel hebben we dit afgerond naar 5000 personen. 7*
Evenementen worden in omvang nadrukkelijk begrensd in het bestemmingsplan (maximaal 10.000 bezoekers per jaar)
BIJLAGE 6 TABEL 2a: Seizoenspatroon bij volledige benutting van het toekomstige bestemmingsplan
Recreatie (OTR,BTR,OG,EV)
Jan.
Feb.
Maa.
Apr.
Mei.
Jun.
Jul.
Aug.
Sep.
Okt.
Nov.
Dec.
Totaal
6,0%
5,0%
6,0%
8,0%
9,0%
10,0%
11,0%
11,0%
10,0%
9,0%
8,0%
7,0%
100%
7.800
6.500
7.800
10.400
11.700
13.000
14.300
14.300
13.000
11.700
10.400
9.100
5,6%
5,6%
7,1%
8,2%
9,3%
10,1%
9,5%
8,5%
10,3%
9,3%
8,3%
8,2%
130.000 bezoekers 100%
7.448
7.448
9.443
10.906
12.369
13.433
12.635
11.305
13.699
12.369
11.039
10.906
133.000 bezoekers
15.248
13.948
17.243
21.306
24.069
26.433
26.935
25.605
26.699
24.069
21.439
20.006
5,8%
5,3%
6,6%
8,1%
9,2%
10,1%
10,2%
9,7%
10,2%
9,1%
8,1%
7,6%
263.000 100%
*1 Horeca (HG) *2
TOTAAL: *3
Bezoekers april t/m september: 151.225 = 57.5 % Bron: percentages gebaseerd op memo KHN/ rapportage van Spronsen Opmerkingen bij tabel 2a: In bovenstaande tabel is de spreiding van het aantal bezoekers per maand weergeven uitgaande van het maximale scenario. 1* Voor de spreiding van de ‘ recreatie bezoekers ‘ zijn de aantallen primaire bezoekers uit Tabel 2 overgenomen. Dit zijn de openbaar toegankelijke bezoekers (OTR) en de betaald toegankelijke bezoekers (BTR). Ook de bezoeker bezoekers van de groepsaccommodatie (OG) en de bezoekers van evenementen (EV) zijn hier aan toegevoegd. Immers deze activiteiten vinden over het algemeen plaats in dezelfde periode als die van openbaar en betaald toegankelijke recreatie. Voor de verdeling per maand is de verdeling aangehouden zoals die is aangegeven door Van Spronsen (figuur 7) 2* Voor horeca-gerelateerde bezoekers zijn de primaire bezoekers aantallen overgenomen uit Tabel 2. Voor de procentuele verdeling per maand is een verdeling aangehouden waarbij de percentages voor horeca van Van Spronsen en van KHN zijn gemiddeld. 3*
Het totaalpercentage per maand is het gewogen gemiddelde van horeca- en recreatieaantallen.
BIJLAGE 7 TABEL 3: Maximaal scenario bezoekersaantallen per jaar volgens vigerend bestemmingsplan
Activiteit
Bestemming
Capaciteit
Primair bezoek
Secundair bezoek
Primair+secundair bezoek
Bron
Openbaar toegankelijke recreatie (OTR): -Kinderboerderij -Peuterbad -Wandelpaden -Plas/ligweides e.d. Betaald toegankelijke recreatie (BTR): -Pitch&Putt golf
Artikel 16: recreatie
Ca. 20 hectare
75.000 bezoekers
22.500 bezoekers
97.500 bezoekers
-Onderzoek Van Spronsen -Telwerk
Horeca gerelateerd (HG): Oortjespad 3:
Artikel 16.1a: Recreatie: Nadere bestemming: -natuurrecreatiecentrum met Pitch&Putt golf en verblijfsrecreatie
Artikel 16.1a: Nadere bestemming: -kinderboerderij 1* Artikel 16.1a: Nadere bestemming: -Pitch&Putt golf
3*
18.000 bezoekers
-Brancheorganisatie Pitch&Putt bij 27 holes 2*
Overnachtingen in groepsaccomodatie (OG)
Artikel 16.1c: -ondergeschikte horeca-activiteiten toegestaan Artikel 16.1d: -recreatieve overnachtingen in trekkershutten, tenten en verplaatsbare logiesvoorzieningen
Oortjespad 1:
Art 16.1a Recreatie: nadere bestemming: -Kinderboerderij
Evenementen (EV)
Niet in bestemmingsplan, wel mogelijk met vergunning volgens beleidsnota evenementen in de gemeente Woerden
TOTAAL: ca.
Totaal gebouwen: -1600 m2 (op bouwperceel van ca. 10.750m2) -bouwen in twee lagen is mogelijk: 3200m2 BVO
85.000 bezoekers
40.000 bezoekers
4* Recreatieve overnachtingen t.p.v. vlak met aanduiding recreatief nachtverblijf. Terreinoppervlakte ca. 3900m2 Totaal gebouwen: -420 m2
125.000 bezoekers
-Buitencentra Staatsbosbeheer/TOP
5*
14.000 bezoekers
KHN
6* Gerekend bij (OTR)
- 3 grote meerdaagse evenementen (geen beperking bezoekersaantallen)
Geen bezoekers gerekend, afhankelijk van vergunning 7*
192.000 bezoekers
Opmerkingen bij tabel 3: 1* Van Spronsen komt voor de huidige situatie op een aantal van 67.000 tot maximaal 75.000 primaire bezoekers voor recreatie + kinderboerderij. De tendens is dat met name de passieve vormen van recreatie zoals dagkamperen (zonnen en zwemmen) en toeren met de auto landelijk terug lopen. (Zie ook Van Spronsen op pagina 11; veranderend recreatiegedrag). Anderzijds is sprake van toenemende bebouwing / bewoning in de nabijheid (Leidsche Rijn). Omdat we een maximaal scenario in beeld brengen hebben we net als in tabel 2 het aantal van 75.000 bezoekers aangehouden. 2* Betaald toegankelijke recreatie (BTR) : In art 16.1a wordt specifiek de nadere bestemming Pitch&Putt golf genoemd. Op dit moment is sprake van een 18 holes baan. Er is maximaal ruimte voor een 27 holes baan. Maximaal 18.000 bezoekers kunnen hier aan toegerekend worden op basis van branchecijfers van de betreffende organisatie. 3* In figuur 12 in de rapportage van Van Spronsen wordt aangegeven dat: 19% van de bezoekers van Kameryck (BTR, HG en OG) in de huidige situatie tevens (secundair) een bezoek aan de kinderboerderij (OTR). Dit percentage (19%) hebben we in deze tabel ook aangehouden bij de bepaling van het maximale scenario op basis vigerend bestemmingsplan. 19 % van 118.500 bezoekers (BTR, HG en OG) = ca. 22.500 bezoekers. 4* In de bestaande situatie, (zie tabel 1) is aangegeven dat: ca. 30 % v/d recreanten en 18 % van de bezoekers kinderboerderij tevens (secundair) ook Kameryck bezoeken (cijfers Van Spronsen, figuur 12). Deze percentages zijn ook voor deze tabel gebruikt. Dit zijn er 19. 000. Daarnaast zijn er ook secundaire bezoekers voor de horeca afkomstig uit andere categorieën. Ca. 80 % van BTR (Pitch&Putt, ) maakt 14.400 bezoekers en ca. 50 % van de mensen die overnachten in de groepsaccommodatie, maakt 6900 bezoekers. In totaal gaat het om ruim 40.000 secundaire bezoekers. 5* In het huidige bestemmingsplan komen we voor Oortjespad 3 de nadere bestemming “Natuurrecreatiecentrum” tegen. Die term is overgenomen uit het Businessplan van Kameryck. Het was, voordat de naam Kameryck bedacht werd, de werktitel van het bedrijf in oprichting. Op de voorpagina van dat businessplan stond: Natuurrecreatiecentrum Oortjespad; Vrijetijdscentrum in het Groene Hart. De vraag is nu hoe je aan een dergelijke specifieke bestemming algemene kengetallen (bezoekersaantallen) kunt hangen. Het oorspronkelijke businessplan van Kameryck beschrijft een exploitatie die dicht in de buurt komt van een outdoor centrum (incl. horeca en bedrijfsuitjes). Je zou kunnen kijken naar vergelijkbare exploitaties in deze categorie. Dit zijn outdoor bedrijven waarbij de arrangementen altijd recreatie-gerelateerd zijn. Te denken valt aan de Boerinn (www.deboerinn.nl) in Kamerik en Watergoed (www.watergoed.nl) in Valburg. Het is echter discutabel is of je voor een interpretatie van de term ‘natuurrecreatiecentrum’ mag teruggrijpen naar het oorspronkelijke businessplan van Kameryck. Er is daarom voor gekozen, los van de historie, meer abstract naar het begrip “Natuurrecreatiecentrum” te kijken waarbij we de natuurgerichtheid meer centraal stellen. Je komt dan al gauw uit bij de bezoekerscentra van Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. In dit verband hebben we gekeken naar de buitencentra van Staatsbosbeheer waar ook allerlei (natuurgerichte) activiteiten georganiseerd worden en ook horeca aanwezig is. Er kunnen ook allerlei arrangementen/bedrijfsuitjes geboekt worden. Kijk op www.buitencentra.nl. Staatsbosbeheer heeft 9 buitencentra. Wij hebben van 6 centra de bezoekersaantallen gekregen van Staatsbosbeheer. De bezoekersaantallen variëren tussen de 100.000 en de 300.000. Het gemiddelde ligt op 140.000 bezoekers. Wij zijn hier uitgegaan van 125.000 bezoekers. Qua ligging en bereikbaarheid (TOP-Locatie) alsook het potentieel aan bouwvolume en het potentieel van het ommeland; het Groene Hart met veel wandel- en fietsmogelijkheden, is dit potentieel van 125.000 bezoekers heel realistisch.
6* Dit aantal is afgeleid uit een berekening van berekening van KHN uitgaande van kengetallen op basis 65 bedden. (4.600 bezoekers). In de huidige situatie zijn die 65 bedden aanwezig in verblijven op een terrein van 1300 m2. Het vigerende bestemmingsplan geeft een bestemmingsvlak aan voor groepsaccommodatie wat ongeveer 3 x zo groot is. In potentie kunnen er dus maximaal 13.800 bezoekers aan toegerekend worden. We hebben dit afgerond op 14.000 bezoekers. Het betreft een theoretisch maximum. Het nachtverblijf voor groepsaccommodatie kent een seizoenskarakter (tenten, trekkershutten o.g.). 7* Evenementen worden op de locatie gehouden. De beleidsnota evenementen wijst het Oortjespad aan als locatie waar jaarlijks 3 grote meerdaagse evenementen mogen worden gehouden. Het vigerende bestemmingsplan biedt echter geen directe titel hiervoor. Om die reden is er geen bezoekersaantal aan toegerekend.
BIJLAGE 8 TABEL 4: Bezoekersaantallen per jaar in de toekomst (2025) Kameryck / Kinderboerderij (Oortjespad+)
Activiteit
Primair bezoek
Secundair bezoek
Primair+Secundair bezoek
Bron
Openbaar toegankelijke recreatie (OTR): -Kinderboerderij -Peuterbad -Wandelpaden -Plas/ligweides e.d.
71.000 bezoekers
24.000 bezoekers
95.000 bezoekers
-Van Van Spronsen -Kameryck
Betaald toegankelijke recreatie (BTR): -Pitch&Putt golf -Midgetgolf/Touwparcours/overig
28.000 bezoekers
Horeca gerelateerd (HG): -Restaurant -Zaalexploitatie in gebouwen en tenten
97.000 bezoekers
Overnachtingen in groepsaccommodatie (OG)
2.000 bezoekers
*1
*3 -Kameryck
*2 49.000 bezoekers
*4
146.000 bezoekers
*4
-Kameryck/KHN
*5 -Kameryck
*6 Evenementen (EV)
6.000 bezoekers
-Kameryck *7
TOTAAL: ca.
204.000 bezoekers
Opmerkingen bij tabel 4: In tabel 1 (huidige situatie) zijn bezoekers in de rapportage ingedeeld naar ‘hoofdreden van bezoek’ (primair) en secundair. Ook in deze tabel 4 hebben we dezelfde systematiek aangehouden en voor de inschattingen dezelfde percentages aangehouden die bij Van Spronsen zijn terug te vinden dan wel in het onderzoek van KHN (Koninklijke Horeca Nederland) worden aangehouden. 1* Van Spronsen komt voor de huidige situatie op een aantal van 67.000 tot 75.000 primaire bezoekers voor recreatie + kinderboerderij. In deze tabel hebben we het gemiddelde van 71.000 bezoekers aangehouden zijnde de meest reële inschatting. De tendens is dat met name de passieve vormen van recreatie zoals dagkamperen (zonnen en zwemmen) en toeren met de auto landelijk terug lopen. (Zie ook Van Spronsen op pagina 11; veranderend
recreatiegedrag). Anderzijds is sprake van toenemende bebouwing / bewoning in de nabijheid (Leidsche Rijn) en zal er sprake zijn van een meer aantrekkende werking door extra voorzieningen op het terrein waaronder het extra wandelpad en de vlindertuin. 2* Betaald toegankelijke recreatie (BTR) : uitsluitend gematigde vormen van recreatie worden mogelijk gemaakt in het bestemmingsplan (niet gemotoriseerd, geen paintball). De openheid van het landschap en rust staan centraal. Grote publiekstrekkers zijn daarom, binnen deze bestemming niet mogelijk. Het plan Oortjespad + voorziet in een Pitch&Putt baan, een midgetgolfbaan en een kleinschalig klimparcours. Maximaal zijn hieraan 40000 bezoekers toe te rekenen. Als we kijken naar het huidige bezoekers aantal van de Pitch&Puttbaan (11.000) is het realistisch om uit te gaan van totaal 28.000 bezoekers (80 % van het maximum) voor de situatie dat alle voorzieningen zijn gerealiseerd. 3* In figuur 12 in de rapportage van Van Spronsen wordt aangegeven dat: 19% van de bezoekers van Kameryck (BTR, HG en OG) in de huidige situatie tevens (secundair) een bezoek aan de kinderboerderij (OTR). Dit percentage (19%) hebben we in deze tabel ook aangehouden voor de toekomstige inschatting van secundaire bezoekers. 19 % van 127.000 bezoekers (BRT, HG en OG) = afgerond 24.000 bezoekers. 4* In de bestaande situatie, is op basis van gegevens van Van Spronsen (figuur 12) te herleiden dat ca. 25% van de bezoekers (OTR) vervolgens ook de horeca van Kameryck bezoeken. KHN stelt met recht dat voor de toekomst eerder met 33 % is te rekenen gelet op de concreet geplande horeca direct op het terrein van de kinderboerderij. In deze tabel hebben we met dat percentage gerekend. ( 33 % van 71.000) Daarnaast zijn er ook secundaire bezoekers voor de horeca afkomstig uit andere categorieën. Ca. 80 % van BTR (Pitch&Putt, midgetgolf en touwparcours, maakt 22.400 ) ca. 50 % van de mensen die overnachten in de groepsaccommodatie. (1000 bezoekers). Ook een deel van de bezoekers van evenementen valt aan te merken als secundaire bezoekers. Er is gerekend met 30 % (cijfers Kameryck / KHN), zijnde 1.800 bezoeker. In totaal komt dat op afgerond . 49.000 secundaire bezoekers. 5* In tabel 2 is het maximale horeca-potentieel in beeld gebracht. Het is niet reel te veronderstellen dat het maximum ook daadwerkelijk zal worden gehaald. In deze tabel is voor Horeca –gerelateerd uitgaan van 75 % van dit maximum. In totaal 146.000 bezoekers . Hierin zijn ook de bezoekers meegerekend die als hoofdreden van bezoek een andere activiteit hadden, maar vervolgens ook een bezoek aan horeca afleggen. Hierin is niet alleen de horeca van Kameryck meegenomen maar ook de nieuwe horeca bij de kinderboerderij ( pannenkoekenhuis). Ca. 97.000 bezoekers zullen de horeca als primaire bezoekreden aanvoeren. In de categorie ‘horeca gerelateerd ‘ is een diversiteit aan activiteiten ondergebracht: restaurant, vergaderen, congressen/bedrijfsbijeenkomsten, arrangementen, bedrijfsuitjes, bruiloften, e.d. De mix van (zelfstandige) horeca en recreatie/leisure zorgt er ook voor dat de maximale bezetting per doelgroep niet altijd bereikt wordt. Een invulling met leisure en recreatie legt n.l. beperkingen op aan de zelfstandige horeca. Doelgroepen verdragen elkaar niet altijd. Dat het maximale aantal alleen al om die reden niet gehaald zal worden is zeer aannemelijk. 6* In 2013 hebben 1.013 personen gebruik gemaakt van de groepsaccommodatie. Hoewel deze voorziening niet groter wordt is toch gerekend met een groei. Deze toename zal voornamelijk gerealiseerd kunnen worden door een hogere bezettingsgraad. Het nachtverblijf voor groepsaccommodatie kent een seizoenskarakter. (tenten, trekkershutten o.g.) In theorie (zie tabel 2) zijn er grotere aantallen te realiseren. Echter, gelet op de accommodatie en het bijbehorende comfort is de nu opgenomen groei al behoorlijk ambitieus. 7* Evenementen worden in omvang nadrukkelijk begrensd in het bestemmingsplan (maximaal 10.000 bezoekers per jaar). Kameryck verwacht maximaal 6.000 bezoekers in deze categorie. Het evenement Kameryck Klassiek trekt ca. 1.800 bezoekers verdeeld over 4 dagen. Er is hier daarom gerekend met 3 evenementen x 2.000 bezoekers = 6.000 bezoekers.
BIJLAGE 9 TABEL 4a: Seizoenspatroon Kameryck/kinderboerderij (Oortjespad+) in de toekomst (2025)
Recreatie (OTR,BTR,OG,EV)
Jan.
Feb.
Maa.
Apr.
Mei.
Jun.
Jul.
Aug.
Sep.
Okt.
Nov.
Dec.
Totaal
6,0%
5,0%
6,0%
8,0%
9,0%
10,0%
11,0%
11,0%
10,0%
9,0%
8,0%
7,0%
100%
6.420
5.350
6.420
8.560
9.630
10.700
11.770
11.770
10.700
9.630
8.560
7.490
5,6%
5,6%
7,1%
8,2%
9,3%
10,1%
9,5%
8,5%
10,3%
9,3%
8,3%
8,2%
107.000 bezoekers 100%
5.432
5.432
6.887
7.954
9.021
9.797
9.215
8.245
9.991
9.021
8.051
7.954
97.000 bezoekers
11.852
10.782
13.307
16.514
18.651
20.497
20.985
20.015
20.691
18.651
16.611
15.444
5,8%
5,3%
6,5%
8,1%
9,1%
10,1%
10,3%
9,8%
10,2%
9,1%
8,1%
7,6%
204.000 100%
*1 Horeca (HG) *2
TOTAAL: *3
Bezoekers april t/m september: 117.353 = 57.5 % Bron: percentages gebaseerd op memo KHN/ rapportage van Spronsen
Opmerkingen bij tabel 4a: In bovenstaande tabel is de spreiding van het aantal bezoekers per maand weergeven , uitgaande van het meest reële scenario in de toekomst. ( Oortjespad +) 1* Voor de recreatie zijn de aantallen uit Tabel 4 overgenomen. Hiervoor zijn openbaar toegankelijke bezoekers (OTR), betaald toegankelijke bezoekers (BTR), bezoekers van de groepsaccommodatie (OG)en de bezoekers van evenementen (EV)meegerekend. Voor de verdeling per maand is gewerkt met de percentages die zijn terug te vinden in figuur 7 uit het onderzoek van Van Spronsen & partners. Er is daar gekeken naar de huidige situatie. We hebben deze percentages ook aangehouden voor de recreatie in het toekomstscenario (Oortjespad+) . 2*. Voor horeca-gerelateerde bezoekers zijn de primaire bezoekersaantallen overgenomen uit tabel 4. Voor de procentuele verdeling per maand is een verdeling aangehouden waarbij de percentages van Van Spronsen en KHN zijn gemiddeld. 3*
Het totaalpercentage per maand is het gewogen gemiddelde van horeca- en recreatieaantallen.
BIJLAGE 10
Opgenomen beperkingen nieuwe bestemmingsplan t.o.v. bestemmingsplan Oortjespad 2013 RECREATIETERREIN OORTJESPAD 12-02-2015
Opgenomen beperkingen: In het nieuwe bestemmingsplan Oortjespad is zoveel mogelijk geprobeerd de planologische ruimte te begrenzen. Er is gezocht naar een “maatpak” zodanig dat het plan Oortjespad + is te realiseren met behoud van een zekere flexibiliteit, maar zonder dat gelijktijdig andere grootschalige activiteiten mogelijk worden gemaakt. Zowel de bouwmogelijkheden, de oppervlaktes van horeca en de mogelijkheden voor evenementen zijn ingeperkt. Zodra alle onderdelen van het plan Oortjespad + zijn gerealiseerd zijn ook de bouwmogelijkheden nagenoeg uitgeput. Hieronder is in beeld gebracht welke wijzigingen/ beperkingen zijn opgenomen t.o.v. van het Bestemmingsplan Oortjespad 2013. Beperking netto vloeroppervlakte horeca in gebouwen: Oortjespad 3 Was : 975 m2 in gebouwen en/of permanente tenten en 300 m2 in tijdelijke tenten. Nu : 735 m2 in gebouwen, 200 m2 in permanente tenten en 300 m2 in tijdelijke tenten Doel: in totaal minder, en waar eerst permanente tenten nog omgezet konden worden in bebouwing , kan dat nu niet meer. Oortjespad 1 Was: 225 m2 + oppervlak in karakteristiek hoofdgebouw Nu: 120 m2 + oppervlak in karakteristiek hoofdgebouw ( exlcusief bedrijfswoning) Tevens zal het maximale oppervlak aan restaurantfunctie voor Oortjespad 3 in het nieuwe bestemmingsplan worden beperkt. ; max 225 m2, (Doel: het is niet de bedoeling dat een grootschalige restaurantfunctie, zoals een wokpaleis o.i.d. mogelijk wordt gemaakt. Dit zou een veel groter aantal bezoekers en verkeersbewegingen met zich meebrengen. Tevens opname voorwaardelijke bepaling; de horeca dient gepaard te gaan met exploitatie van recreatieterrein / recreatieve onderdelen. Geen solitaire horeca. Restricties aan evenementen Was: Max 3 evenementen voor een duur van ten hoogste 15 dagen per evenement Nu: Max 10.000 bezoekers op jaarbasis. Max 3 evenementen. Max 1.350 bezoekers op 1 dag. Hierdoor zijn grootschalige evenementen niet mogelijk. Max 5 dagen evenement, max 5 dagen opbouwen afbreken. Na het plaatsvinden van een meerdaags evenement zal er gedurende minimaal twee weekenden geen evenement worden gehouden (zogenaamde rustpauze). Evenement niet tussen 23.00 uur en 07.00 uur.
Duidelijke geluidsgrenzen opgenomen in het bestemmingsplan. Max 55dB(A) op gevel woning Oortjespad 5 en 60db(A) op de gevel van Van Teylingenweg 132. Het reguliere evenementenbeleid kent een veel hogere grenswaarde van 80 dB(A). Restricties aan geluid Was: Geen restricties in bestemmingsplan Nu: Specifieke gebruiksregels: Versterkte muziek en versterkt stemgeluid is uitsluitend toegestaan in gebouwen binnen bestemmingsvlak SGD 1 – en SGD-2 In tenten en op terrassen is uitsluitend achtergrondmuziek tot maximaal 50 db(A) toegestaan en uitsluitend tussen 07.00 uur en 23.00 uur. Versterkt stemgeluid tot maximaal 80db(A)is verder uitsluitend toegestaan in tenten in een beperkt gedeelte van de zone SGD-1 en dan nog slechts tussen 07.00 en 19.00 uur. Restricties aan nachtverblijf Was: Toegestaan ter plaatse van aanduiding recreatie-nachtverblijf op de plankaart. Nu: Toegestaan ter plaatse van aanduiding recreatie-nachtverblijf op de plankaart en een maximale capaciteit van 65 bedden. Doel: In de huidige situatie is sprake van een capaciteit van 65 bedden. Het aanduidingsvlak in het vigerende bestemmingsplan zou ruimte kunnen bieden aan het 3-voudige. Uitbreiding is geen intentie en wordt met het benoemen van dit aantal bedden begrensd.
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
7 mei 2015
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
Verantwoording Titel
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
Opdrachtgever
Kameryck / Recreatieschap Stichtse Groenlanden (SGL) Gosewien van Eck Gosewien van Eck, Marlies Verspui 1224822 36 (exclusief bijlagen) 7 mei 2015
Projectleider Auteur(s) Projectnummer Aantal pagina's Datum Handtekening
Ontbreekt in verband met digitale verwerking. Dit rapport is aantoonbaar vrijgegeven.
Colofon Tauw bv BU Ruimtelijke Kwaliteit Handelskade 37 Postbus 133 7400 AC Deventer Telefoon +31 57 06 99 91 1 Fax +31 57 06 99 66 6
Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem worden gebruikt voor het doel waarvoor het is vervaardigd met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van het intellectuele eigendom. De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Tauw. Kwaliteit en verbetering van product en proces hebben bij Tauw hoge prioriteit. Tauw hanteert daartoe een managementsysteem dat is gecertificeerd dan wel geaccrediteerd volgens: -
NEN-EN-ISO 9001
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
3\36
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
4\36
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
Inhoud Verantwoording en colofon .......................................................................................................... 3 1 1.1 1.2 1.3 1.3.1
Inleiding .......................................................................................................................... 7 Aanleiding ........................................................................................................................ 7 M.e.r.-beoordeling ........................................................................................................... 8 De procedure ................................................................................................................... 9 Leeswijzer ....................................................................................................................... 9
2 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.3
Kenmerken van het project ........................................................................................ 11 Huidige situatie .............................................................................................................. 11 Beschrijving van de voorgenomen plannen .................................................................. 12 Publieke deel Oortjespad .............................................................................................. 12 Plas Eend ...................................................................................................................... 13 Kameryck ...................................................................................................................... 13 Bezoekersaantallen ....................................................................................................... 15 Parkeren ........................................................................................................................ 16 Samenhang met andere ontwikkelingen in de omgeving .............................................. 17
3 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.6.1 3.6.2 3.7 3.7.1 3.7.2
Beschrijving van milieueffecten ................................................................................ 18 Inleiding ......................................................................................................................... 18 Verkeersaantrekkende werking ..................................................................................... 18 Ontsluiting en verkeersafwikkeling ................................................................................ 18 Parkeercapaciteit ........................................................................................................... 20 Geluid ............................................................................................................................ 21 Luchtkwaliteit ................................................................................................................. 24 Ecologie ......................................................................................................................... 25 Cultuurhistorie ............................................................................................................... 31 Cultuurhistorische waarden ........................................................................................... 31 Archeologische waarden ............................................................................................... 31 Tijdelijke hinder ............................................................................................................. 32 Realisatiefase bouw en evenementen .......................................................................... 32 Evenementen ................................................................................................................ 32
4 4.1
Conclusies en toetsing ............................................................................................... 33 Beoordeling belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu .......................................... 33
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
5\36
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
4.1.1 4.1.2
Wanneer kan er sprake zijn van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu? ......... 33 Kenmerken van de activiteit .......................................................................................... 33
4.1.3 4.1.4 4.1.5 4.2
Plaats van de activiteit ................................................................................................... 34 Samenhang met andere activiteiten ter plaatse ............................................................ 34 Kenmerken van de belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu ............................... 35 Conclusie belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu .............................................. 35
Bijlage(n) 1 Stikstofdepositie recreatiegebied Oortjespad
6\36
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
1 Inleiding 1.1
Aanleiding
Het recreatiegebied Oortjespad ligt in de gemeente Woerden, nabij Kanis en Kamerik, ten westen van de ir. Enschedeweg (N212). Het recreatiegebied wordt in het zuiden ontsloten door de gelijknamige weg Oortjespad. Figuur 1.1. laat de globale ligging van het plangebied zien. Het plangebied omvat een kinderboerderij, een pitch- & puttgolfbaan, een waterplas, een multifunctioneel recreatiecentrum met horeca en bijbehorende voorzieningen en gronden.
Figuur 1.1 Globale ligging plangebied
Het recreatiegebied ligt in het Belvedèregebied Nieuwkoop-Harmelen. Deze aanmeldingsnotitie wordt opgesteld, voor de aanleg van diverse recreatieve voorzieningen, waaronder een restaurant en een midgetgolfbaan. Ook wordt het bestaande recreatiecentrum en de pitch & puttbaan uitgebreid. Daarnaast maakt het nieuwe bestemmingsplan jaarlijks drie evenementen mogelijk.
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
7\36
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
1.2
M.e.r.-beoordeling
De uitbreiding, wijziging of uitbreiding van onder andere een themapark valt in categorie D10 van het Besluit m.e.r. Op grond van deze categorie geldt de m.e.r.-beoordelingsplicht voor besluiten die: De aanleg, wijziging of uitbreiding van een themapark mogelijk maken in gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op: 250.000 bezoekers of meer per jaar Een oppervlakte van 25 hectare of meer Een oppervlakte van 10 hectare of meer in een gevoelig gebied Het Besluit m.e.r. geeft aan dat het bij themaparken vooral gaat om pretparken en dergelijke. Oortjespad is niet aan te merken als een pretpark. Vanwege een zorgvuldige ruimtelijke ordening en vanwege overschrijding van enkele van de bovenstaande drempelwaarden, is besloten een m.e.r.-beoordeling op te stellen. Het betreft het besluit, bedoeld in de artikelen 3.6 of 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening, dan wel de vaststelling van het inrichtingsplan (Wet inrichting landelijk gebied of Reconstructiewet concentratiegebieden). In het geval van dit project is er sprake van een koppeling aan het bestemmingsplan. Volgens het Besluit m.e.r. is een gevoelig gebied onder meer een Belvedère-gebied als bedoeld in de bijlage ‘Gebieden’ bij de nota ‘Belvedère, beleidsnota over de relatie tussen cultuurhistorie en ruimtelijke inrichting’1. De activiteit vindt plaats in het Belvedèregebied Nieuwkoop-Harmelen. Dit Belvedèregebied is opgenomen in het Nationaal Landschap Groene Hart. Het totale terrein inclusief de nieuwe onderdelen en exclusief de plas is circa 21 ha. Als gevolg van de voorgenomen plannen verandert voor een deel van de gronden op het terrein het gebruik. Ook zullen bepaalde delen van het terrein intensiever gebruikt gaan worden. De drempelwaarde voor het oppervlak in gevoelig gebied wordt hiermee overschreden. Het te verwachten gemaximaliseerde aantal bezoekers ligt rond de 263.000. De drempelwaarde voor het aantal bezoekers wordt hiermee overschreden. Een nadere toelichting op deze gemaximaliseerde bezoekersaantallen en op basis van welke uitgangspunten deze getallen tot stand zijn gekomen, is opgenomen in paragraaf 2.2. Het is aan de gemeente Woerden in haar rol als bevoegd gezag om op grond van deze aanmeldingsnotitie te bepalen of er sprake is van een noodzaak tot het opstellen van een MER. Deze beoordeling vindt plaats op basis van het ‘nee, tenzij-principe’: het opstellen van een MER is in principe niet nodig, tenzij er sprake is van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu.
1
8\36
Kamerstukken II 1998/99, 26 663, nr. 2
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
Naast een eventuele m.e.r.-plicht op basis van het Besluit m.e.r., kan er ook sprake zijn van een planm.e.r.-plicht als er voor het project een passende beoordeling moet worden uitgevoerd. Een passende beoordeling moet worden uitgevoerd als het mogelijk is dat een project (of plan) significante gevolgen heeft voor de instandhoudingsdoelstellingen van nabijgelegen Natura 2000-gebieden. Ten noordwesten van het plangebied ligt op een afstand van een kleine 4 kilometer van het Natura 2000-gebied Nieuwkoopse Plassen & De Haeck. In deze m.e.r.-beoordeling is globaal inzicht gegeven of voor dit initiatief een passende beoordeling moet worden opgesteld, waardoor de planm.e.r.-procedure doorlopen moet worden.
1.3
De procedure
Aanmeldingsnotitie In opdracht van de Kameryck/recreatieschap Stichtse Groenlanden (SLG) is voorliggende aanmeldingsnotitie opgesteld. Kameryck/SGL stuurt de aanmeldingsnotitie naar de gemeente Woerden met het verzoek deze in behandeling te nemen. M.e.r.-beoordeling De gemeente Woerden neemt een beslissing of bij de voorbereiding van het betrokken besluit voor de activiteit een MER moet worden gemaakt. Dit gebeurt op basis van hetgeen verwoord is in paragraaf 7.6 Wet Milieubeheer (Wm), met name artikel 7.17 lid 3 waarin wordt verwezen naar de selectie criteria opgesomd in Bijlage III van de EEG-richtlijn Milieu-effectbeoordeling. De voorliggende aanmeldingsnotitie gaat in op deze criteria, waarbij wordt onderzocht of wel / geen sprake is van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu. Hiermee wordt de gemeente Woerden in staat gesteld om een gefundeerd besluit te nemen omtrent de noodzaak tot het opstellen van een MER. Besluit Als de gemeente Woerden beslist dat geen MER opgesteld hoeft te worden, kan het ontwerpbestemmingsplan worden vastgesteld conform de Wet ruimtelijke ordening. Als wordt beslist dat een MER moet worden gemaakt, start de m.e.r.-procedure, zoals geregeld in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer. 1.3.1 Leeswijzer Voorliggende notitie is de aanmeldingsnotitie voor het recreatiegebied Oortjespad. De opbouw van deze notitie is als volgt samen te vatten: Beschrijving van het plan, wat is het voornemen? Welke milieueffecten zijn er te verwachten? Toetsing aan de ‘eventuele belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu’ Conclusie wel / geen MER
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
9\36
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
Deze notitie is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 worden het plangebied en de voorgenomen activiteit (aard en omvang) beschreven. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de milieueffecten van het voornemen. Op basis van de beschikbare informatie en het inzicht in de te verwachten milieueffecten wordt in hoofdstuk 4 aangegeven of het doorlopen van een m.e.r.-procedure voor de voorgenomen activiteit noodzakelijk wordt geacht door de initiatiefnemer. Bij het opstellen van deze m.e.r.-beoordeling is gebruik gemaakt van de volgende rapportages: Recreatiegebied Oortjespad - verkeersonderzoek - Kameryck en Recreatieschap Stichtse Groenlanden, BVA, april 2015 Recreatiegebied Oortjespad in Kamerik, Kameryck en Recreatieschap Stichtse Groenlanden, Onderzoek naar de geluidsveroorzakende activiteiten, de Bruijn Advies, mei 2015 Quick scan recreatiegebied Oortjespad Kamerik (ecologie), Waardenburg, maart 2013 Analyse bezoekersaantallen recreatieterrein Oortjespad, Centrumarchitecten, februari 2015 Bestemmingsplan Oortjespad, Amer/Lievense CSO, mei 2015
10\36
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
2 Kenmerken van het project Dit hoofdstuk bevat een toelichting op de kenmerken van het project. Daarbij wordt allereerst stilgestaan bij de huidige situatie en aansluitend bij de voorgenomen activiteiten.
2.1
Huidige situatie
De ligging van Oortjespad is centraal in West-Utrecht. Het geldt als een van de toegangspoorten tot het Nationaal Landschap ‘Het Groene Hart’. Het Oortjespad ligt geografisch in het midden van diverse soorten van recreatie en plattelandstoerisme en is een routepunt waarvan uit diverse wandel- en fietsroutes vertrekken. Het gebied is aangewezen als provinciale Poort, in het kader van het provinciale recreatiebeleid. De locatie ligt ten noorden van Kamerik en ten noordoosten van Kanis (zie figuren 1.1 en 2.1). Het plangebied bestaat uit drie onderdelen: Het publieke deel van Oortjespad, westelijk gelegen, bestaande uit een kinderboerderij annex bezoekerscentrum De plas Eend Het multifunctionele recreatiecentrum Kameryck met horecavoorziening, oostelijk gelegen
Figuur 2.1 Globale begrenzing plangebied en aanwezige onderdelen
Het recreatieterrein is eigendom van het recreatieschap Stichtse Groenlanden (SGL) en beslaat in totaal circa 21 ha.
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
11\36
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
In de huidige situatie zijn er al diverse voorzieningen en activiteiten in het recreatiegebied aanwezig, te weten: Publiek deel Oortjespad: Het publiektoegankelijk deel (circa 2 hectare) van het plangebied
betreft het westelijke deel van het plangebied. Dit deel bestaat uit verschillende onderdelen, te weten: een kinderboerderij, een bezoekerscentrum, een beheerderswoning, een speelweide met peuterbad, speelvoorzieningen en een toiletgebouwtje, een werkschuur / -kantine, een uitzichttoren en een parkeerplaats met routepunt / Poort c.q. Toeristisch Overstappunt (TOP) De plas Eend, naast het recreatiecentrum is een oude zandwinplas die nu in gebruik als een openbare visvijver. De plas wordt nu gebruikt voor onder meer kanovaren en zwemmen. Het is geen officiële zwemplas, maar er wordt door de jeugd uit de omliggende dorpen graag in gezwommen. 's Winters is het vooral een vogelplas (met duizenden smienten). De bosschagerijke oevers geven de plas een mooie natuurlijke uitstraling Multifunctioneel recreatiecentrum Kameryck: Het oostelijke deel van het plangebied is in gebruik van het multifunctioneel recreatiecentrum Kameryck. De grond waar de gebouwen op staan, is in erfpacht. Het omliggende terrein is gehuurd, in eigendom van het Recreatieschap of in eigendom van Kameryck. Op het terrein van Kameryck bevinden zich een pitch & putt baan (18 holes), een restaurant met terras en vergaderzalen, kanoverhuur, eenvoudige groepsaccommodatie (65 bedden) en een veld voor groepsactiviteiten
Kameryck vormt een integraal onderdeel van het recreatieterrein en is daarmee verbonden wat betreft beheer en exploitatie. De horeca is een van de trekkers van bezoekers van het recreatieterrein. In verreweg de meeste gevallen wordt het bezoek aan de horeca gecombineerd met andere recreatieve activiteiten op het recreatieterrein. De horeca is daarmee van essentieel belang voor het doelmatig gebruik van het terrein en de instandhouding daarvan als recreatiegebied. Het terrein sluit, via het Oortjespad, aan op de ir. Enschedeweg (N212). In de directe omgeving van het recreatiegebied zijn agrarische bedrijven en enkele woningen gelegen.
2.2
Beschrijving van de voorgenomen plannen
De uitbreiding van de recreatieve voorzieningen heeft tot doel een breder publiek aan te trekken. Uitgangspunt blijft echter wel dat de sfeer van het Groene Hart (natuur, rust en ruimte) de boventoon moet blijven voeren. Het einddoel is een recreatiegebied met een hoogwaardige, uniforme kwaliteitsuitstraling. Concreet zijn binnen het plangebied de volgende ontwikkelingen gepland: 2.2.1 Publieke deel Oortjespad De basis is en blijft om met de kinderboerderij aan de rand van Het Groene Hart een laagdrempelige recreatievoorziening te bieden. Met het toevoegen van de beoogde uitbreidingen wordt ingestoken op een bredere doelgroep.
12\36
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
Kinderboerderij / bezoekerscentrum
Uitbreiding bestaande bebouwing kinderboerderij/bezoekerscentrum ten behoeve van een restaurant aan het water, inclusief terras en brug naar terrasweide en naar speelweide veld 3 Speelweide nabij terras restaurant
Diverse speelvoorzieningen zoals trekpontjes, touwparcours, et cetera
Aanleg midgetgolfbaan Boogschieten (bij de midgetgolfbaan) Uitbreiding bestaande parkeerplaats bij kinderboerderij (P5), door het verplaatsen van de bestaande fietsplekken, opheffen parkeerplaats (P4) Andere routering op terrein van de kinderboerderij. Voorlopig gekozen voor bestaande toegangsweg naar bezoekerscentrum/restaurant. De wagenstalling (open loods) opwaarderen
2.2.2 Plas Eend Aanleg wandelpad rond de plas Eend, inclusief bruggetjes Maken van een doorsteek in de oever (creëren eiland) 2.2.3 Kameryck Uitbreiding bestaande bebouwing recreatiecentrum Kameryck, inclusief terrassen Uitbreiding bestaande parkeerplaats (P2) bij recreatiecentrum Kameryck Uitbreiding van de pitch & puttbaan met 9 holes Op het terrein van Kameryck worden, net als in de huidige situatie, activiteiten ontplooid die binnen de horecafunctie als onderdeel van de normale bedrijfsvoering worden beschouwd: Het voortbrengen van al dan niet versterkt muziekgeluid binnen de gesloten horecagebouwen Het op de terrassen voortbrengen van achtergrondmuziekgeluid gedurende dag- en avondperiode Het gebruik van de terrassen gedurende dag- en avondperiode Het gebruik van tenten waarin geen versterkt muziekgeluid wordt voorgebracht, maar gedurende de dagperiode wel gebruik gemaakt kan worden van een toespraakinstallatie en achtergrondmuziek gedurende dag- en avondperiode Daarnaast is recreatiegebied Oortjespad aangewezen als een van de locaties binnen de gemeente Woerden waar een beperkt aantal vergunningplichtige evenementen is toegestaan. Het gaat dan om de zogenaamde ‘grote’ buitenevenementen. Het gaat daarbij om activiteiten waarbij in een of meerdere tenten of in de open lucht, versterkt muziekgeluid wordt voorgebracht en waarbij het verwachte bezoekersaantal (en de daarbij behorende verkeersaantrekkende werking) groter is dan de reguliere bedrijfsvoering.
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
13\36
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
Ten aanzien van Recreatiegebied Oortjespad zijn de evenementen op de volgende wijze begrensd in het nieuwe bestemmingsplan: a. Het totaal aantal evenementen bedraagt maximaal drie per kalenderjaar b.
c. d. e. f. g. h. i.
Het aantal dagen per evenement bedraagt ten hoogste: Vijf dagen per evenement, en Vijf dagen voor het opbouwen en afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement Na het plaatsvinden van een meerdaags evenement zal er gedurende minimaal twee weekenden geen meerdaags evenement worden gehouden (zogenaamde rustpauze) Het is niet toegestaan gelijktijdig twee of meer afzonderlijke evenementen te laten plaatsvinden Het bezoekersaantal van een evenement mag niet meer bedragen dan 1.350 bezoekers per dag Gezamenlijk mag het bezoekersaantal van de evenementen, als bedoeld onder a, niet meer bedragen dan 10.000 bezoekers per kalenderjaar Tijdens evenementen mag tevens ter plaatse van de aanduiding 'overige zone evenementen' worden geparkeerd Tijdens een evenement mag uitsluitend tussen 7:00 en 23:00 uur al dan niet versterkt stemgeluid of muziekgeluid worden geproduceerd Tijdens een evenement is het maximaal toelaatbare geluidniveau (LAeq) op de gevel van:
Adres
Hoogte boven maaiveld
Maximaal toelaatbaar geluidniveau (LAeq)
Van Teijlingenweg 132 Kamerik
Oortjespad 5 Kamerik
1,5 m
55 dB(A)
4,5 m
60 dB(A)
1,5 m
53 dB(A)
4,5 m
55 dB(A)
j.
Onverminderd het bepaalde onder i, geldt dat het toelaatbare geluidniveau per etmaal (LAeq, 24h) op een afstand van 50 meter naar binnen gericht van de grens van het stiltegebied Kockengen Teckop en 1,5 meter boven het plaatselijk maaiveld, tijdens een evenement maximaal 35 dB(A) is k. Het maximaal toelaatbare geluidsniveau bedoeld onder i, mag gedurende het etmaal ten hoogste 5 uren duren
14\36
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
2.2.4
Bezoekersaantallen
Door middel van tellingen in het gebied (september 2014 tot en met januari 2015) is inzicht gekregen in het huidige aantallen bezoekers van het recreatiegebied. Uit deze telling is gebleken dat het aantal totale bezoekers op dit moment overeenkomt met circa 144.000 per jaar. Op grond van de beoogde uitbreidingen en ervaringscijfers van de KHN (Koninklijke Horeca Nederland) zijn de te verwachten bezoekersaantallen voor de toekomstige situatie (maximale mogelijkheden bestemmingsplan Oortjespad) bepaald2. In tabel 2.1 zijn bezoekersaantallen weergegeven.
Tabel 2.1 Aantal bezoekers in huidige en toekomstige situatie
Functie
Aantal bezoekers Huidig
Toekomstig
Openbaar toegankelijke recreatie
71.000
75.000
Betaald toegankelijke recreatie
11.000
40.000
Horeca
61.000
133.000
Overnachtingen in groepsaccomodaties
1.000
5.000
Evenementen
-
10.000
Totaal
144.000
263.000
Het gemaximaliseerde aantal bezoekers in de toekomstige situatie gaat uit van de maximale mogelijkheden van het bestemmingsplan, waarbij alle onderdelen gelijktijdig en optimaal en onder ideale omstandigheden presteren. Gesteld wordt dat dit geen realistisch scenario is. De kans dat alle onderdelen gelijktijdig optimaal en maximaal presteren is nihil. Zeker gegeven het feit dat sommige onderdelen elkaar afremmen/minder goed gelijktijdig verdragen zoals bijvoorbeeld de zakelijke gast en de leisure-gast. Het maximale scenario zal zich in de praktijk niet voordoen. Het maximale scenario is een hypothetisch scenario op basis waarvan veiligheidshalve de milieueffecten worden getoetst. Verwacht wordt dat het bezoekersaantal in de praktijk (realistisch scenario) 204.000 bedraagt. Op basis van dit hypothetische maximum is een inschatting gemaakt van de te verwachten verkeersintensiteiten op een gemiddelde weekdag en een piekdag (zie tabel 2.2). Op basis van de gemiddelde verdeling van het aantal bezoekers over de maanden van het jaar blijkt dat juli en september de maatgevende maanden zijn met een bezoekersaandeel van 10,2 %. Kijkend naar de verdeling over de dagen dan blijkt zondag de drukste dag te zijn voor zowel de kinderboerderij en omgeving, de plas als het recreatiecentrum, met een bezoekersaandeel van 20 %. Bij het uitvoeren van de onderzoeken is voor de piekdag uitgegaan van een zondag in september.
2
Analyse bezoekersaantallen recreatieterrein Oortjespad, Centrumarchitecten, februari 2015
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
15\36
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
Voor de evenementendagen is eveneens gewerkt met een worstcase inschatting van het aantal bezoekers, namelijk 1.500 per dag. Dit is 150 personen meer dan maximaal per dag is toegestaan op basis van het nieuwe bestemmingsplan. Er is voor deze overschatting gekozen om de effecten te maximaliseren.
Tabel 2.2 Aantallen bezoekers (voertuigen) en verkeersbewegingen (BVA, april 2015)
Huidige situatie
Toekomstige situatie
Gem. weekdag
Piekdag
Gem. weekdag
Piekdag Evenement
Aantal bezoekers
395
682
721
1.079
1.500
Aantal voertuigen bezoekers / medewerkers /
199
339
388
571
565
399
678
776
1.143
1.130
bevoorrading Aantal verkeersbewegingen
Het aantal voertuigen is gebaseerd op een gemiddelde autobezetting van 1,7 personen en 75 % autogebruik door recreatieve bezoekers, 85 % autogebruik voor de overige voorzieningen, horeca, betaalde recreatie en overnachtingen. Voor evenementen is uitgegaan van een gemiddelde autobezetting van 2 personen en een autogebruik van 70 %. Daarnaast is er voor al de situaties rekening gehouden met bevoorrading en personeel. Op basis van deze verkeersaantrekkende werking zijn de verkeers- en milieueffecten van het in het bestemmingsplan opgenomen maximale programma in beeld gebracht. 2.2.5 Parkeren In de huidige situatie zijn er in totaal 315 parkeerplaatsen aanwezig op eigen terrein, verdeeld over verschillende terreinen (P1 tot en met P3). In het ontwerp van het plangebied zijn door optimalisatie van de huidige parkeerterreinen 385 parkeerplaatsen aanwezig voor regulier gebruik en 24 reserveparkeerplaatsen (P1a, middels slagboom). Daarnaast zijn er 168 extra parkeerplaatsen die uitsluitend bij evenementen mogen worden gebruikt. De totaal beschikbare parkeercapaciteit bedraagt daarmee 577 parkeerplaatsen. Zie figuur 2.2 voor de locatie van de parkeervoorzieningen.
16\36
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
Figuur 2.2 Beschikbare parkeercapaciteit (P1 t/m P3) en reservecapaciteit tijdens evenementen (R1 en R2)
2.3
Samenhang met andere ontwikkelingen in de omgeving
Er zijn in de omgeving van recreatiegebied Oortjespad geen andere ontwikkelingen voorzien die in samenhang met de voorgenomen plannen zouden moeten worden beoordeeld.
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
17\36
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
3 Beschrijving van milieueffecten Dit hoofdstuk gaat in op de verkeerseffecten en de milieueffecten van de uitbreiding van de recreatieve voorzieningen in het recreatiegebied Oortjespad.
3.1
Inleiding
De uitbreiding van recreatieve voorzieningen in het recreatiegebied Oortjespad heeft een aantal potentiële milieugevolgen. Het gaat hierbij om de volgende mogelijke effecten: Verkeer: Verkeersaantrekkende werking van zowel de reguliere bedrijfsvoering als tijdens evenementen Geluid: Hinder als gevolg van de reguliere bedrijfsvoering, de evenementen en het verkeer dat hierdoor naar het recreatiegebied komt Luchtkwaliteit: Concentraties als gevolg van de reguliere bedrijfsvoering en het verkeer dat hierdoor naar het recreatiegebied komt Ecologie: Hinder op de in het gebied aanwezige soorten en in de omgeving aanwezige beschermde gebieden (ecologie), waaronder het nabijgelegen stiltegebied Kockengen / Teckop Cultuurhistorie en archeologie: Aantasting van de waardevolle elementen en structuren in het recreatiegebied Tijdelijke hinder en milieueffecten: Hinder die specifiek optreedt tijdens de realisatiefase (bouw) van de uitbreiding en als gevolg van de evenementen (verkeersaantrekkende werking, op- en afbouw evenement, evenementen zelf) In dit hoofdstuk worden de te verwachten milieueffecten van de voorgenomen ontwikkeling beschreven. De omvang en ernst van de effecten zijn in beeld gebracht door middel van toegespitst onderzoek ten behoeve van het bestemmingsplan en getoetst op basis van expert judgement (deskundigenoordeel).
3.2
Verkeersaantrekkende werking
3.2.1 Ontsluiting en verkeersafwikkeling Ten behoeve van het bestemmingsplan is verkeersonderzoek3 uitgevoerd om de toenemende verkeersaantrekkende werking van de beoogde uitbreidingsplannen in beeld te brengen. Dit verkeersonderzoek maakt onderscheid in drie verschillende situaties, te weten: Gemiddelde weekdag Piekdag Evenementendag (incidenteel)
3
Recreatiegebied Oortjespad - verkeersonderzoek - Kameryck en Recreatieschap Stichtse Groenlanden, BVA, april 2015
18\36
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
In tabel 2.2 is de verkeeraantrekkende werking van deze drie situaties inzichtelijk gemaakt. Hieruit blijkt dat het recreatiegebied op basis van het Bestemmingsplan Oortjespad de volgende extra verkeersbewegingen genereert ten opzichte van de dezelfde situatie in de huidige situatie: Gemiddelde weekdag: circa 380 extra ritten
Piekdag: circa 470 extra ritten
Evenementendag (incidenteel): 1.510 extra ritten (1.130 +380) ten opzichte van de huidige gemiddelde weekdag
Ontsluiting en verkeersafwikkeling buiten het recreatiegebied Ten gevolge van deze extra ritten wijzigen de intensiteiten op de wegen in de directe omgeving van het plangebied. Voor de verdeling van de extra ritten is op basis van de huidige intensiteiten aangenomen dat het overgrote deel (90 %) wordt afgewikkeld via de N212 (Ingenieur Enschedeweg). De overige 10 % verdeelt zich over het Oortjespad (ten westen van het recreatiegebied) en Teckop (ten oosten van het recreatiegebied). De toename van het verkeer op de N212 is tijdens de gemiddelde weekdag en de piekdag in verhouding met de huidige intensiteit gering (enkele procenten op de piekmomenten). In de toekomstige situatie is sprake van meer spreiding als gevolg van een meer gevarieerd aanbod aan voorzieningen. Hierdoor verspreiden de bezoekersaantallen zich beter gedurende de dag en de week (‘afvlakking’) waardoor de pieken minder extreem zijn. Op het gedeelte van het Oortjespad tussen de rotonde met de N212 en het recreatiegebied is de toename verhoudingsgewijs groter (35 % op de gemiddelde weekdag en ruim 40 % op de piekdag). Het extra verkeer leidt op wegvakniveau echter niet tot een capaciteitsprobleem. Dit geldt eveneens voor de rotonde N212-Oortjespad. Deze kan de toekomstige intensiteiten verwerken zonder dat er een afwikkelprobleem op de rotonde ontstaat. De intensiteit op de rotonde zal gezien de intensiteiten op de aanvoertakken zeker niet hoger zijn dan de aangegeven maximale waarde, deze zal maximaal circa de helft hiervan bedragen. Dit betekent ook dat bij piekbelastingen door evenementen, waarbij er sprake kan zijn van een geconcentreerd aankomst- en vertrekpatroon, de capaciteit op de rotonde (ruim) voldoende zal zijn. Ontsluiting en verkeersafwikkeling op het recreatiegebied In de huidige situatie wordt het plangebied op drie locaties ontsloten op het Oortjespad. Tussen de drie aansluitingen op het Oortjespad is een parallelweg aanwezig die een deel van de verschillende parkeerterreinen met elkaar verbindt. Ten aanzien van de ontsluiting van het terrein kan worden opgemerkt dat het instellen van eenrichtingsverkeer binnen het plangebied een middel kan zijn om de circulatie beter te regelen. Het verdient daarbij de voorkeur om de rijrichting van oost naar west te laten verlopen. Het huidige wegprofiel van het Oortjespad is vrij smal. De passeermogelijkheden op het Oortjespad zouden nog verder kunnen worden verbeterd door het aanleggen van passeerhavens op het Oortjespad en deze door middel van bebording onder de aandacht van de weggebruikers te brengen.
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
19\36
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
3.2.2
Parkeercapaciteit
De toekomstige parkeerbehoefte kan worden opgevangen binnen de op het terrein aanwezige parkeercapaciteit. Recreatiegebied Oortjespad richt zich op verschillende doelgroepen. De grote diversiteit aan voorzieningen maakt dat er sprake zal zijn van een grote variatie in aankomst- en vertrekpatronen en verblijfsduur. Op de gemiddelde weekdag bedraagt het totale aantal voertuigen per dag in totaliteit minder dan het aantal beschikbare parkeerplaatsen. Per dag bezoeken 363 voertuigen Oortjespad. De toekomstige capaciteit (385 parkeerplaatsen + 24 reserveplaatsen) is ruimschoots voldoende, vooral vanwege het feit dat alle voertuigen niet gelijktijdig aanwezig zijn. Op de piekdag wordt Oortjespad bezocht door 551 voertuigen per dag. Ook hier geldt dat alle voertuigen niet gelijktijdig aanwezig zullen zijn. Voor het drukste moment op een piekdag is berekend dat er circa 156 voertuigen geparkeerd staan. In totaal zijn er bij evenementen 577 parkeerplaatsen beschikbaar (inclusief 168 reserveplaatsen exclusief voor evenementen). Een deel van de reguliere bedrijfsvoering (commercieel gebruik) zal tijdens evenementen stil komen te liggen. Het resterende aantal parkeerplaatsen is zo een maat geweest voor de omvang van de toegestane evenementen, gebaseerd op de volgende redernering: 577 parkeerplaatsen, minus: 75 parkeerplaatsen voor reguliere bezoekers (kinderboerderij etc.) + regulier personeel 25 parkeerplaatsen voor extra personeel evenementen Totaal 477 parkeerplaatsen beschikbaar voor bezoekers van het evenement De 477 beschikbare parkeerplaatsen bieden ruimte voor 1.362 bezoekers, op basis van de volgende berekening: 477 parkeerplaatsen, 2 personen per voertuig = 954 voertuigen 70 % van de bezoekers komt met de auto (954/0,70 = 1.362 bezoekers) Het bestemmingsplan is daarom, zoals aangegeven in paragraaf 2.2.3 begrensd op maximaal 1.350 bezoekers per dag voor evenementen.
20\36
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
3.3
Geluid
Ten behoeve van het bestemmingsplan voor recreatiegebied Oortjespad zijn de volgende akoestisch relevante activiteiten beschouwd:
Het geluid ten gevolge van de stationaire geluidsbronnen Het muziek- en stemgeluid op de terrassen
Het muziekgeluid in de horeca-etablissements Het muziek- en stemgeluid in de tenten die, overeenkomstig het nieuwe bestemmingsplan, jaarlijks gedurende 100 dagen op het terrein van het Oortjespad geplaatst mogen worden ten behoeve van activiteiten Het geluid vanwege het komende en gaande verkeer op het terrein van de inrichting Het muziekgeluid ten gevolge van de drie jaarlijks toegestane evenementen op het terrein van het Oortjespad
Uit de resultaten van het geluidsonderzoek blijkt dat in de huidige situatie er geen hogere langtijdgemiddelde geluidsniveaus optreden dan 38 dB(A) etmaalwaarde en geen hogere piekgeluidsniveaus dan 55 dB(A). In de toekomstige situatie zullen er geen hogere langtijdgemiddelde geluidsniveaus optreden dan 44 dB(A) etmaalwaarde en geen hogere piekgeluidsniveaus dan 55 dB(A). Deze geluidsbelastingen zijn lager dan de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit milieubeheer. Uit het onderzoek naar de drie jaarlijks toegestane evenementen op het terrein van het Oortjespad blijkt dat er tijdens evenementen geen geluidsniveaus zullen optreden, welke hoger zijn dan de richtwaarden uit de nota “Evenementen met de W-factor” en welke in de richting van het ten oosten gelegen stiltegebied Kockengen-Teckop, de daar toegestane richtwaarde van 35 dB(A) LAeq, 24h zullen overschrijden. In de nabijheid van het recreatiegebied liggen woningen. Zie figuur 3.1 voor de in dit onderzoek in beschouwing genomen woningen.
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
21\36
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
Figuur 3.1 Nabijgelegen woonbestemmingen (bron: Onderzoek naar geluidsveroorzakende activiteiten, de Bruijn Advies)
Ter plaatse van deze woningen neemt de gecumuleerde geluidsbelasting als gevolg van de uitbreiding van de recreatieve activiteiten toe met 4 en 6 dB(A). Zie tabel 3.1 voor de gecumuleerde rekenresultaten.
Tabel 3.1 Gecumuleerde rekenresultaten
Adres
Huidige situatie
Toekomstige situatie
Van Teylingenweg 132
38 dB(A)
44 dB(A)
Oortjespad 5
37 dB(A)
41 dB(A)
In de Wet geluidhinder zijn normen opgenomen voor de maximaal toelaatbare geluidsbelasting op de gevels van geluidgevoelige bestemmingen, waaronder woningen. Als voorkeursgrenswaarde wordt 48 dB(A) gehanteerd. Ten behoeve van het bestemmingsplan Oortjespad is onderzoek uitgevoerd naar de geluidbelasting als gevolg van verkeer op de wegen ter plaatse van de nabijgelegen woningen.
22\36
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
De uitbreiding van Oortjespad heeft effect op de geluidsbelastingen. In de huidige situatie is de hoogst gemeten geluidsbelasting 66 dB(A), deze is gemeten langs de N212. De toename van het geluid op de gevels van woningen langs de N212 blijft op de gemiddelde weekdag beperkt tot circa 0,1 dB. Dit is een verwaarloosbare en door het menselijk oor niet waarneembare toename. Op de piekdag is het verschil zelfs nog kleiner en op de evenementendag iets groter (ruim 0,2 dB). De voorkeursgrenswaarde wordt in de huidige situatie ter plaatse van het Oortjespad niet overschreden. De hoogst gemeten waarde is 48 dB(A), maar langs het grootste deel van het Oortjespas ligt de geluidbelasting lager dan de voorkeursgrenswaarde. De toename op de gevels van de woningen langs het Oortjespad als gevolg van het verkeer door de voorgenomen uitbreidingen bedraagt op een gemiddelde weekdag 1,4 dB. Dit is een waarde die door het menselijk oor nauwelijks is te registreren. De toename van de geluidsbelasting op een piekdag bedraagt 0,6 dB. Dit verschil is kleiner omdat er in de toekomstige situatie sprake is van meer afvlakking van bezoekersaantallen waardoor de pieken minder extreem zijn. De vergelijking tussen de huidige piekdag en de incidenteel voorkomende evenementendagen zijn wel wat groter. Op deze dagen is er sprake van een toename van de geluidsbelasting van bijna 3 dB. Waarden in deze orde van grootte zijn door het menselijk oor net waarneembaar. Deze komen echter maar enkele keren per jaar voor. In het geluidsonderzoek is verder de geluidskwaliteit beoordeeld ter plaatse van woningen als gevolg van geluidsveroorzakende activiteiten, en is getoetst of voldaan kan worden aan richtwaarden uit de VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering". De woning Oortjespad 5 ligt in de nabijheid van een drukke provinciale verkeersweg. Daarmee kan de omgeving van deze woning worden gekenmerkt als gebiedstype "gemengd gebied". De woning Van Teylingenweg 132 ligt op grote afstand van drukke wegen waardoor de omgeving van deze woning wordt gekenmerkt als gebiedstype "rustige woonwijk". Bij het omgevingstype “rustige woonwijk” worden de volgende richtwaarden gehanteerd: 45 dB(A) etmaalwaarde voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau 65 dB(A) etmaalwaarde voor het maximaal geluidniveau (piekgeluiden) 50 dB(A) etmaalwaarde ten gevolge van verkeersaantrekkende werking Bij het omgevingstype “gemengd gebied” worden de volgende richtwaarden gehanteerd: 50 dB(A) etmaalwaarde voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau 70 dB(A) etmaalwaarde voor het maximaal geluidniveau (piekgeluiden) 50 dB(A) etmaalwaarde ten gevolge van verkeersaantrekkende werking Uit het geluidsonderzoek blijkt dat aan genoemde richtwaarden van de VNG wordt voldaan ter plaatse van de woningen Oortjespad 5 en Van Teylingenweg 132.
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
23\36
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
De uitkomsten van het geluidsonderzoek laten zien dat er geen belangrijke nadelige milieueffecten verwacht voor dit aspect.
3.4
Luchtkwaliteit
In het kader van onderhavige ontwikkeling is door BVA Verkeer in april 2015, in het verlengde van het verkeersonderzoek, tevens onderzoek gedaan naar de effecten op de luchtkwaliteit. Onderstaande tabel geeft de modelresultaten weer van het uitgevoerde onderzoek. Deze resultaten zijn gebaseerd op een worstcase-benadering qua verkeersaantrekkende werking, namelijk tijdens een evenement. De grenswaarde van zowel N02 als PM10 bedraagt 40 microgram per m3 en is gedefinieerd als jaargemiddelde concentratie. De grenswaarde (jaargemiddelde concentratie) voor PM2,5 is 25 microgram per m3. Uit het luchtkwaliteitonderzoek blijkt dat er geen knelpunten zijn. De concentraties (zie tabel 3.2) liggen beneden de grenswaarden en de bijdrage van het verkeer op beide wegen op de concentraties is relatief beperkt.
Tabel 3.2 Resultaten luchtkwaliteit
N212 (ten noorden van N212 (ten zuiden van rotonde)
Oortjespad
rotonde)
NO2 Jaargemiddelde concentratie 2015 autonoom* 21,7
21,1
19,1
Jaargemiddelde concentratie 2015 uitbreiding* 21,9
21,3
19,4
Jaargemiddelde concentratie 2020*
16,2
15,9
14,8
Jaargemiddelde concentratie 2030*
12,7
12,4
11,8
Jaargemiddelde concentratie 2015 autonoom* 14,4
14,4
14,3
PM2,5
Jaargemiddelde concentratie 2015 uitbreiding* 14,5
14,4
14,4
Jaargemiddelde concentratie 2020*
13,3
13,1
13,1
Jaargemiddelde concentratie 2030*
12,1
12,0
11,9
Jaargemiddelde concentratie 2015 autonoom* 22,7
22,6
22,4
Jaargemiddelde concentratie 2015 uitbreiding* 22,9
22,6
22,5
Jaargemiddelde concentratie 2020*
21,4
21,2
21,1
Jaargemiddelde concentratie 2030*
20,1
19,9
19,8
PM10
* Jaargemiddelde concentratie is de achtergrondconcentratie plus de verkeersbijdrage
De uitkomsten van het luchtkwaliteitsonderzoek tonen aan dat er geen belangrijke nadelige milieueffecten te verwachten zijn voor dit aspect.
24\36
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
3.5
Ecologie
De huidige natuurwetgeving kan worden onderverdeeld in:
Soortbescherming: Soortbescherming wordt gewaarborgd door de Flora- en faunawet (hierna Ffw). Deze wet beschermt inheemse dier- en plantensoorten waarbij onderscheid wordt gemaakt in verschillende beschermingscategorieën
Gebiedsbescherming: Gebiedsbescherming wordt gewaarborgd door de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw) en de Wet Ruimtelijke Ordening (Wro). De Nbw beschermt Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumenten. De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is planologisch beschermd en opgenomen in de provinciale ruimtelijke verordening structuurvisie en bestemmingsplannen van de gemeente
In de volgende paragrafen zijn de soort- en gebiedsbescherming nader uitgewerkt. Soortbescherming Flora In het plangebied zijn geen beschermde soorten planten aangetroffen. Uit de omgeving van het plangebied is het voorkomen van zwanenbloem en gewone dotterbloem bekend. Beide soorten van tabel 1 van de Flora- en faunawet, waarvoor bij ruimtelijke ingrepen als deze een vrijstelling geldt. Voor beide soorten komen geschikte groeiplaatsen binnen het plangebied voor. Geschikte groeiplaatsen voor andere beschermde planten zoals de rietorchis zijn niet aanwezig. Het plangebied bestaat voornamelijk uit intensief beheerd recreatieterrein. Op grond hiervan is beoordeeld dat het plangebied geen betekenis heeft voor beschermde soorten planten. Ongewervelden Uit de regio is het voorkomen van de groene glazenmaker en de platte schijfhoren bekend. Op grond van de huidige conditie van de watergangen en het ontbreken van watervegetaties en krabbenscheervegetatie wordt het voorkomen van deze soorten in het plangebied uitgesloten. Vissen Uit de omgeving is het voorkomen van bittervoorn, grote modderkruiper en kleine modderkruiper bekend (Ravon.nl). Tijdens het veldbezoek zijn geen vissen aangetroffen in de te vergraven watergangen. Ook zwanenmosselen zijn niet aangetroffen. Doordat de watergangen een dikke laag losse veenbagger en veel bladafval hebben zijn de watergangen relatief ondiep en ongeschikt voor vissen als bittervoorn, kleine modderkruiper en grote modderkruiper. Gezien de huidige condities wordt het voorkomen van strikt beschermde vissoorten in de slootdelen waar ingrepen zijn voorzien onwaarschijnlijk geacht.
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
25\36
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
Amfibieën Uit de omgeving van het plangebied is het voorkomen van heikikker en rugstreeppad bekend (Ravon.nl). Beide soorten planten zich voort in relatief visarme wateren, veelal in zones waar enige vegetatie is ontwikkeld. De meest westelijk gelegen watergangen zijn waarschijnlijk geschikt als voortplantingswater van deze soorten. De bosstrook langs de plas is mogelijk onderdeel van het overwinteringsgebied van deze amfibieën. Naast deze strikt beschermde amfibieën kunnen in het plangebied ook de algemene bruine kikker, kleine watersalamander, bastaardkikker en gewone pad worden aangetroffen (allen soorten van tabel 1, waarvoor bij ruimtelijke ingrepen een vrijstelling geldt). Werkzaamheden in de bosstrook in de overwinteringsperiode kunnen mogelijk een negatief effect hebben op deze soorten. Wanneer in de periode november tot maart geen werkzaamheden worden uitgevoerd kan dit negatieve effect vermeden worden. Voorafgaande aan werkzaamheden in de voortplantingsperiode van de rugstreeppad (april tot eind juli) wordt een extra controle op aanwezigheid van rugstreeppadden uitgevoerd. De werkzaamheden hebben overigens geen effect op de gunstige staat van instandhouding van beide soorten. Reptielen In de omgeving van het plangebied komen geen reptielen voor (Ravon.nl). Het voorkomen van reptielen kan op grond van de algemene verspreidingsinformatie en terreinkenmerken worden uitgesloten. Grondgebonden zoogdieren Uit de omgeving van het plangebied is het voorkomen van de waterspitsmuis bekend (zoogdieratlas.nl). De soort leeft in structuurrijke oevers van heldere wateren met een goed ontwikkelende watervegetatie. Dit type habitat is in het plangebied niet aanwezig. Het voorkomen van de soort kan op grond hiervan voor de sloot- en plasoevers waar ingrepen zijn voorzien worden uitgesloten. In het plangebied zijn tijdens het veldbezoek (sporen van) mol en haas aangetroffen. Dit zijn algemeen voorkomende soorten (beschermde soorten vermeld in tabel 1 Flora- en faunawet). Naast deze soorten kunnen ook egel, wezel, bosmuis en veldmuis aangetroffen worden. Het voorkomen van strikt beschermde soorten grondgebonden zoogdieren kan op grond van verspreidingsgegevens en het ontbreken van geschikt biotoop worden uitgesloten.
26\36
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
Vleermuizen Het recreatiegebied maakt waarschijnlijk deel uit van het foerageergebied van vleermuizen uit de directe omgeving. De combinatie van lijnvormige bosstroken en de plas is voor foeragerende vleermuizen zeer geschikt. In het plangebied zijn echter geen potentiële verblijfplaatsen voor vleermuizen aangetroffen. De bomen hebben onvoldoende dikte voor geschikte holtes. De aan te passen gebouwen zijn enkelwandige houten gebouwen en daardoor weinig of niet geschikt als verblijfplaats. Vogels met jaarrond beschermde nestplaats In het plangebied is een buizerdhorst aangetroffen. Nesten van de buizerd zijn jaarrond beschermd. Het nest bevindt zich op de locatie waar de natuurontwikkeling gerealiseerd wordt. Als gevolg van de werkzaamheden is de kans op het verdwijnen van het nest aanwezig. In de directe omgeving zijn echter voldoende alternatieve nestbomen aanwezig. De aanleg van het wandelpad en de natuurontwikkeling hebben geen effect op de functionaliteit van het territorium van de buizerd. Het buizerdpaar is al gewend aan menselijke activiteiten op het recreatieterrein. Buizerds zijn prima in staat een nieuwe horst te bouwen binnen hun territorium. Bij de definitieve planvorming wordt de boom met de buizerdhorst behouden en worden de in de directe nabijheid van de horst te kappen bomen buiten het broedseizoen verwijderd. De broedperiode loopt globaal van maart tot eind juli. (Nesten van) Andere vogels met een jaarrond beschermde nestplaats zijn niet aangetroffen. Het voorkomen daarvan kan worden uitgesloten. In het hele plangebied kunnen algemeen voorkomende broedvogels (zonder jaarrond beschermde nestplaats) worden aangetroffen. Samengevat betekent dit dat de ingreep, wanneer geen preventieve maatregelen worden getroffen, effect kan hebben op enkele strikt(er) beschermde soorten. Het betreft hier de heikikker, de rugstreeppad en de buizerd. Overtreding van de verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet kan voorkomen worden wanneer gewerkt wordt conform de volgende randvoorwaarden: Vernietiging van het overwinteringsbiotoop van de rugstreeppad en de heikikker dient voorkomen te worden. Dit kan door de graafwerkzaamheden in de bosstrook buiten de overwinteringsperiode uit te voeren. De overwinteringsperiode loopt globaal van november tot maart Verstoring van de in gebruik zijnde nestplaats van de buizerd dient voorkomen te worden. Dit kan door de boom met de horst te sparen en de werkzaamheden rondom de buizerdhorst en de kap van bomen in de directe nabijheid van de nestboom buiten de broedperiode uit te voeren. De broedperiode loopt globaal van maart tot eind juli. De kap kan plaatsvinden wanneer de jonge vogels zijn uitgevlogen. Indien de horst te zijner tijd verlaten wordt kan de nestboom alsnog worden gekapt
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
27\36
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
Verstoring van broedvogels dient voorkomen te worden. Dit kan door de struiken buiten het broedseizoen te verwijderen. Het rooien van beplanting binnen het broedseizoen is mogelijk indien door een daartoe bevoegd ecoloog is vastgesteld dat er met deze werkzaamheden geen nesten van broedvogels worden verstoord Voor het broedseizoen wordt in het kader van de Flora- en faunawet geen standaardperiode gehanteerd. Het broedseizoen verschilt per soort. Globaal moet rekening gehouden worden met de periode maart tot half augustus Gezien de aanwezigheid van verschillende functies voor beschermde soorten van het te ontwikkelen terrein is de planning van werkzaamheden buiten de kwetsbare periodes lastig. Daarom wordt voorgesteld om de kap van bomen in de periode augustus tot november uit te voeren. Aansluitend kunnen in de daaropvolgende maanden tot maart de graafwerkzaamheden plaatsvinden. Het gekapte deel is dan namelijk ongeschikt als overwinteringsbiotoop voor amfibieën Voorgesteld wordt om bij werkzaamheden in het voortplantingseizoen van rugstreeppad en heikikker (april tot juli) het gebied voorafgaande aan de werkzaamheden te controleren op de aanwezigheid van deze soort(en)
Bij de daadwerkelijke realisatie van het plan moet erop worden toegezien dat de randvoorwaarden worden nageleefd. De uitkomsten van het onderzoek tonen aan dat er voldoende mogelijkheden zijn om eventuele negatieve effecten te voorkomen of te verzachten. Er zijn daarom geen belangrijke nadelige milieueffecten te verwachten voor dit aspect. 3.5.1
Gebiedsbescherming
Natura 2000 In de wijde omgeving van Woerden is een aantal beschermde natuurgebieden te vinden. De status van die gebieden verschilt. Er zijn natuurgebieden die -ook in Europees opzicht- zó bijzonder zijn dat ze een Europese beschermingsstatus (Natura 2000) hebben gekregen. Het betreft een aantal laagveengebieden, waaronder de Nieuwkoopse plassen, Botshol en het gebied Oostelijke Vechtplassen. Zuidelijk van Woerden zijn nog de Natura 2000-gebieden ‘Uiterwaarden Lek’ en Zouweboezem te vinden (zie figuur 3.2). Naast de Natura 2000-gebieden zijn er ook beschermde natuurgebieden met in nationaal opzicht belangrijke natuurwaarden. Men spreekt van ‘beschermde natuurmonumenten’. De beschermde natuurmonumenten in de omgeving van Woerden hebben vergelijkbare waarden als de Natura 2000-gebieden, en zijn deels gevoelig voor een toename van stikstofdepositie.
28\36
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
Figuur 3.2 Ligging recreatiegebied (rood) ten opzichte van Naatura 2000-gebieden en beschermde natuurmonumenten
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
29\36
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
Deze natuurgebieden zijn gevoelig voor diverse vormen van verstoring (zoals licht, geluid, verdroging, emissies naar lucht of oppervlaktewater, doorsnijding en dergelijke). De ontwikkeling van het recreatiegebied ligt echter op geruime afstand (ten minste enkele kilometers) van de beschermde natuurgebieden. Daarom heeft in dit geval alleen de verstoringsfactor ‘emissies naar de lucht’ -theoretisch- invloed op de beschermde gebieden. Deze factor wordt direct beïnvloed door de toename van het aantal verkeersbewegingen. Als gevolg van de uitbreidingsplannen in het recreatiegebied neemt de verkeersaantrekkende werking toe. Deze verkeersaantrekkende werking leidt mogelijk tot een toename van de stikstofdepositie in de nabijgelegen beschermde natuurgebieden. Ten behoeve van het bestemmingsplan is onderzoek gedaan naar de huidige en de te verwachten stikstofdepositie. Dit onderzoek is toegevoegd als bijlage 1 bij deze m.e.r.-beoordeling. Uit het stikstofdepositieonderzoek blijkt dat de stikstofdepositie in de huidige situatie in alle Natura 2000-gebieden ten hoogste 0,03 mol/ha/jaar bedraagt. In de toekomstige situatie bij het theoretische maximumaantal bezoekers is dat maximaal 0,05 mol per hectare per jaar (gebied Nieuwkoopse plassen). De maximale toename van de stikstofdepositie bedraagt daarmee 0,02 mol/ha/jaar. De stikstofdepositie ter plaatse van de Beschermde Natuurmonumenten bedraagt in de bestaande situatie maximaal 0,04 mol per hectare per jaar. In de toekomstige situatie neemt deze iets toe, maar nergens met meer dan 0,04 mol/ha/jaar. De toename van de omvang van de stikstofdepositie is zeer gering. Dergelijke veranderingen zijn niet zelfstandig meetbaar en hebben geen zelfstandig effect op de beschermde natuurgebieden. Er zijn derhalve geen nadelige effecten op instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden of effecten op het behoud van de natuurwaarden van de beschermde natuurgebieden. De Natuurbeschermingswet 1998 staat derhalve de realisatie van dit recreatiegebied niet in de weg. EHS Het plangebied ligt niet binnen de EHS. Er zijn derhalve geen belangrijke nadelige milieueffecten te verwachten voor dit aspect.
30\36
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
3.6
Cultuurhistorie
3.6.1 Cultuurhistorische waarden Het plangebied en haar omgeving is in verschillende documenten (ondermeer Nota Belvedère en de Kwaliteitsgids Utrechtse Landschappen: Gebiedskatern Groene Hart (2011)) aangemerkt als een landschap met bijzondere cultuurhistorische waarden. Deze waarden zijn terug te vinden in de opbouw en specifieke kenmerken van het landschap. Ter plaatse van het plangebied is sprake van waardevol agrarisch cultuurlandschap. Het open weidelandschap van de opstrekkende ontginning wordt opgedeeld door bebouwingslinten haaks op de strokenverkaveling en her en der een enkel pestbosje. Drie ondersoorten (opstrekkend veen, petgaten en plassen) geven diversiteit aan dit landschap. De provincie stelt in het omgevingsplan dat cultuurhistorische waarden in het ruimtelijk afwegingskader volwaardig moeten worden meegewogen. Een ruimtelijk plan kan bestemmingen en regels bevatten die ruimtelijke ontwikkelingen toestaan, mits de cultuurhistorische waarde van het agrarisch cultuurlandschap wordt behouden en versterkt. In het beoogde plan voor het recreatiegebied Oortjespad wordt met de kernkwaliteiten (openheid, (veen)weidekarakter (inclusief strokenverkaveling, lintbebouwing et cetera), landschappelijke diversiteit en rust & stilte) rekening gehouden door deze als onderdeel van de bestemming ‘recreatie’ te behouden en versterken. Zo is de bebouwing geclusterd in bouwvlakken die zoveel mogelijk in het lint geplaatst zijn. Ook de parkeerplaatsen zijn geclusterd om maximaal doorzicht/openheid te kunnen garanderen. Door deze kernkwaliteiten deel uit te laten maken van de regels worden ze beschermd door de omgevingsvergunning voor de uitvoering van werken en werkzaamheden. Gelet op de borging van deze waarden in het bestemmingsplan worden geen belangrijke nadelige milieueffecten verwacht voor dit aspect. 3.6.2 Archeologische waarden Het plangebied ligt geheel in een lage archeologische verwachtingswaarde op de gemeentelijke archeologische beleidskaart. Conform de beleidskaart is onderzoek nodig bij ingrepen groter dan 10.000 m² en die tevens dieper dan 1 m onder maaiveld plaatsvinden. Dit betekent dat voor de geplande ingrepen geen onderzoek nodig is, aangezien deze grenzen niet worden overschreden. In het plangebied zijn geen rijks- of gemeentelijke monumenten aanwezig. Er zijn derhalve geen belangrijke nadelige milieueffecten te verwachten voor dit aspect.
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
31\36
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
3.7 3.7.1
Tijdelijke hinder Realisatiefase bouw en evenementen
Tijdens uitvoer van de bouwwerkzaamheden en tijdens de op- en afbouw van het evenemententerrein kan tijdelijk enige (geluid)overlast voor de omgeving optreden. Het is de verwachting dat deze hinder tot een minimum beperkt kan worden, door te werken op vaste tijden en niet ’s avonds en ’s nachts, de aanvoer en afvoer van bijvoorbeeld grond en bouwmaterialen coördineren, et cetera. Bovendien moet voor de uitvoering van de werkzaamheden mogelijk een ontheffing APV en een omgevingsvergunning aangevraagd worden, waarin de uitvoeringswijze wordt beschreven evenals de maatregelen die getroffen worden om eventuele hinder te voorkomen of te beperken. Er zijn daarom geen belangrijke nadelige milieueffecten te verwachten voor dit aspect. 3.7.2 Evenementen Maximaal drie keer per jaar kan er een evenement georganiseerd worden op het terrein van Kameryck. De hinder als gevolg van de evenementen bestaat, naast de hierboven beschreven hinder als gevolg van de opbouw, uit de hinder tijdens het evenement als gevolg van extra verkeer, maar ook versterkt geluid en belichting. In het geluidsonderzoek is voor het meest geluidsbelastende evenement onderzocht of deze past binnen de in het bestemmingsplan vastgelegde maximale geluidsbelasting ter plaatse van de twee nabijgelegen woningen. Uit het onderzoek blijkt dat, rekening houdend met de maximale geluidsbelasting ter plaatse van het evenement van 95 dB(A), voldaan kan worden aan de vastgelegde maximale geluidbelasting van het evenementenbeleid van de gemeente Woerden en de vertaling hiervan in het bestemmingsplan. Ook het ter plaatse van het stiltegebied Teckop-Kockengen wordt voldaan aan de toegestane richtwaarde van 35 dB(A) LAeq, 24h. Er zijn daarom geen belangrijke nadelige milieueffecten te verwachten voor dit aspect.
32\36
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
4 Conclusies en toetsing 4.1
Beoordeling belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu
4.1.1 Wanneer kan er sprake zijn van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu? Zoals beschreven is het doel van de m.e.r.-beoordeling om in beeld te krijgen of er “belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu optreden” die het opstellen van een MER noodzakelijk maken. Dit op basis van paragraaf 7.6 van de Wet Milieubeheer (Wm), met name artikel 7.17 lid 3 waarin wordt verwezen naar de selectie criteria opgesomd in Bijlage III van de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling. De belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen betrekking hebben op: a. De kenmerken van de activiteit b. De plaats waar de activiteit plaatsvindt c. De samenhang met andere activiteiten ter plaatse (cumulatie) d. De kenmerken van de belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu die de activiteit kan hebben De vraag is of er als gevolg van de voorgenomen ontwikkeling sprake is van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu. In het voorgaande hoofdstuk zijn de milieueffecten beschreven, in de volgende paragrafen vindt de beoordeling plaats op grond van de criteria voor de belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu. 4.1.2 Kenmerken van de activiteit Bij de kenmerken van de activiteit dient in het bijzonder in overweging te worden genomen: De omvang van het project Het gebruik van natuurlijke hulpbronnen De productie van afvalstoffen Verontreiniging en hinder Risico van ongevallen, met name gelet op de gebruikte stoffen of technologieën Ten aanzien van de uitbreiding van recreatieve voorzieningen in het recreatiegebied zijn vooral de aspecten ‘’de omvang van het project’’ en “verontreiniging en hinder” van belang. De overige aspecten (gebruik van natuurlijke hulpbronnen, de productie van afvalstoffen en risico van ongevallen) zijn gezien de voorgenomen activiteit minder relevant en met name bedoeld voor meer industrieel getinte initiatieven. Het betreft een uitbreiding binnen een bestaand recreatiegebied. Het gebruik wordt geïntensiveerd, maar blijft overeenkomstig het karakter van het gebied. Door het vastleggen van diverse begrenzingen in het bestemmingsplan wordt de maximale milieuhinder als gevolg van het plan inzichtelijk gemaakt en begrensd.
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
33\36
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
Door de spreiding van de bezoekers gedurende de week en gedurende de dag door een gevarieerd aanbod van voorzieningen en activiteiten gaan de bezoekers op in reguliere verkeersbeeld. Uitzondering hierop zijn de evenementen, maar het verkeersonderzoek heeft aangetoond dat ook voor deze situatie geldt, dat de aanwezige verkeersstructuur voldoende capaciteit heeft voor een probleemloze afwikkeling. Hinder voor omwonenden zal zich beperkt voordoen tijdens de reguliere bedrijfsvoering. Ten opzichte van de huidige situatie neemt de hinder (verkeer, lucht en geluid) op een gemiddelde weekdag en een piekdag toe, maar blijft binnen de hiervoor vastgestelde wettelijke normen. Mogelijke hinder kan ontstaan tijdens de bouwwerkzaamheden en tijdens de op- en afbouw van de het evenemententerrein en zal zich concentreren ter plaatse van de bouwlocaties. Deze hinder heeft een tijdelijk karakter en vindt plaats op een afstand van minimaal 250 meter van de woonbebouwing. Het zoveel mogelijk voorkomen van hinder wordt geborgd door een ontheffing APV dan wel een af te geven omgevingsvergunning, waarin voorwaarden worden opgenomen met betrekking tot de uitvoering, de uitvoeringsperiode en de te treffen maatregelen om hinder te voorkomen. Ook tijdens de evenementen (maximaal drie per jaar) zal er sprake zijn van extra verkeersdrukte en geluidsbelasting. De bedrijfsvoering van deze evenementen is in het bestemmingsplan begrensd in uren en in maximale geluidsbelasting ter plaatse van de geluidgevoelige bestemmingen in de omgeving (woningen en het stiltegebied Kockengen/Teckop). Op deze manier wordt de hinder als gevolg van deze evenementen beheerst tot een acceptabel niveau. Door middel van het monitoren tijdens deze evenementen kan worden geborgd en aangetoond dat de vastgelegde geluidsnormen niet worden overschreden. Er is geen sprake van bijzondere nadelige milieugevolgen als gevolg van de kenmerken van de activiteit. 4.1.3 Plaats van de activiteit De voorgenomen plannen betreffen de uitbreiding van recreatieve voorzieningen in het bestaande recreatiegebied Oortjespad. Uit aanmeldingsnotitie blijkt dat mogelijke nadelige gevolgen ter plaatse van het recreatiegebied, de in de omgeving gelegen beschermde gebieden (Natura 2000 en stiltegebied) en woonbestemmingen uitblijven. Er is daarom geen sprake van bijzondere nadelige milieugevolgen. 4.1.4 Samenhang met andere activiteiten ter plaatse Er zijn geen andere ontwikkelingen in de omgeving voorzien die in samenhang met deze activiteit moeten worden beschouwd.
34\36
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
4.1.5
Kenmerken van de belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu
Voor de beoordeling van eventuele belangrijke nadelige milieugevolgen moet gekeken worden naar: Het bereik van het effect (de geografische zone en de grootte van de getroffen bevolking)
Het grensoverschrijdende karakter van het effect De orde en grootte en de complexiteit van het effect De waarschijnlijkheid van het effect De duur, frequentie en de onomkeerbaarheid van het effect
In hoofdstuk 3 zijn voor de relevante thema’s de mogelijke milieugevolgen besproken. Samengevat kan geconcludeerd worden dat: Het gemaximaliseerde programma qua hinder als gevolg van verkeer, luchtkwaliteit en geluid inpasbaar is op basis van de hiervoor geldende wet- en regelgeving De ingreep zonder dat er preventieve maatregelen worden getroffen effect kan hebben op enkele strikt(er) beschermde soorten van de Flora- en faunawet. Het betreft hier de heikikker, rugstreeppad en buizerd. Overtreding van de verbodsbepalingen uit de Flora en faunawet kan echter voorkomen worden. Daarvoor zijn randvoorwaarden geformuleerd. Tijdens de werkzaamheden dient rekening gehouden te worden met deze soorten en met het broedseizoen van vogels Een effect op instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden of een effect op het behoud van de natuurwaarden van de beschermde natuurgebieden is uitgesloten. De Natuurbeschermingswet 1998 staat derhalve de realisatie van dit recreatiegebied niet in de weg
4.2
Conclusie belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu
Wanneer er geen ‘belangrijke nadelige gevolgen’ zijn voor het milieu is het conform de wetgeving en de vigerende praktijk niet nodig om een volledige m.e.r.-procedure te doorlopen. Onderliggende toetsing aan de selectiecriteria uit de bijlage 3 EU-richtlijnen 85/337/EEG maakt duidelijk dat er geen sprake is van de bijzondere nadelige gevolgen die het opstellen van een MER noodzakelijk maken. De effecten zijn lokaal, beperkt en met sectorale wetgeving goed te borgen. Initiatiefnemer acht om bovenstaande reden het doorlopen van een m.e.r.-procedure niet noodzakelijk. Ook is uit deze m.e.r.-beoordeling gebleken dat er geen (significant) negatieve effecten te verwachten zijn voor Natura 2000-gebied ‘Nieuwkoopse Plassen & De Haeck’. Een verplichting tot planm.e.r. is daarom, volgens initiatiefnemer, niet aan de orde.
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
35\36
Kenmerk R001-1224822GGV-evp-V04-NL
36\36
Aanmeldingsnotitie recreatiegebied Oortjespad, Kamerik
Bijlage
1
Stikstofdepositie recreatiegebied Oortjespad
Notitie Contactpersoon ing. M.S. (Sander) Kamp - stikstofdepositie & ir. N. (Niels) Jeurink - ecoloog Datum 30 april 2015 Kenmerk N001-1224822KMS-baw-V03-NL
Stikstofdepositie recreatiegebied Oortjespad 1 Inleiding In het kader van de bestemmingsplanprocedure is voor het recreatiegebied Oortjespad een stikstofdepositieberekening uitgevoerd. Het recreatiegebied Oortjespad ligt in de gemeente Woerden, nabij Kanis en Kamerik, ten westen van de ir. Enschedeweg (N212). De huidige voorzieningen bestaan uit een kinderboerderij, een Pitch & Puttbaan, een waterplas en bijbehorende voorzieningen. Het recreatiegebied is voornemens diverse recreatieve voorzieningen te realiseren, waaronder een pannenkoekenrestaurant en een midgetgolfbaan. Daarnaast wordt het bestaande recreatiecentrum en de Pitch & Puttbaan uitgebreid. Tevens maakt het bestemmingsplan jaarlijks drie evenementen mogelijk. De uitbreiding en de evenementen zorgen gezamenlijk voor een toename van de hoeveelheid bezoekers, die in belangrijke mate per auto naar de locatie komen. De extra verkeersbewegingen leiden ook tot een toename van de emissies van het verkeer. De stikstofoxiden en ammoniak die daarbij vrijkomen slaan in de omgeving, neer (stikstofdepositie), deels ook in beschermde natuurgebieden. In de wijde omgeving van Woerden is een aantal beschermde natuurgebieden te vinden. De status van die gebieden verschilt. Er zijn natuurgebieden die - ook in Europees opzicht - zó bijzonder zijn dat ze een Europese beschermingsstatus (Natura 2000) hebben gekregen. Het betreft een aantal laagveengebieden, waaronder de Nieuwkoopse plassen, Botshol en het gebied Oostelijke Vechtplassen. Zuidelijk van Woerden zijn nog de Natura 2000-gebieden ‘Uiterwaarden Lek’ en Zouweboezem te vinden. Naast de Natura 2000-gebieden zijn er ook beschermde natuurgebieden met in nationaal opzicht belangrijke natuurwaarden. Men spreekt van ‘beschermde natuurmonumenten’. De beschermde natuurmonumenten in de omgeving van Woerden hebben vergelijkbare waarden als de Natura 2000-gebieden, en zijn deels gevoelig voor een toename van stikstofdepositie. De Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw) beschermt beide typen natuurgebieden. Ingevolge artikel 19j Nbw moeten plannen die mogelijk effecten hebben op beschermde gebieden ‘passend worden beoordeeld’. Onderzocht moet worden in hoeverre uitvoering van het plan schade kan toebrengen aan de beschermde natuurwaarden. Daarbij dient te worden beoordeeld in hoeverre de ‘instandhoudingsdoelstellingen’ van de beschermde natuurgebieden door uitvoering van het plan kunnen worden geschaad.
Stikstofdepositie recreatiegebied Oortjespad
1\8
Kenmerk N001-1224822KMS-baw-V03-NL
Voor het bepalen van effecten moet daarbij - conform jurisprudentie - een vergelijking worden gemaakt van de feitelijk bestaande (legale) situatie met de situatie na volledige realisatie van de plannen die door het nieuwe bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt. De nieuwe situatie wordt gebaseerd op de maximale ruimte die het nieuwe bestemmingsplan biedt. De diverse natuurgebieden zijn gevoelig voor diverse vormen van verstoring (zoals licht, geluid, verdroging, emissies naar lucht of oppervlaktewater, doorsnijding en dergelijke). De ontwikkeling van het recreatiegebied ligt echter op geruime afstand (tenminste enkele kilometers) van de beschermde natuurgebieden. Daarom heeft in dit geval alleen de verstoringsfactor ‘emissies naar de lucht’ - theoretisch - invloed op de beschermde gebieden. Deze factor wordt direct beïnvloed door de toename van het aantal verkeersbewegingen. Om hierin inzicht te krijgen is modelmatig onderzoek gedaan naar de mogelijke effecten van de toename van verkeersbewegingen. Dit onderzoek is uitgevoerd door een stikstofmodelleur. De uitkomsten zijn geanalyseerd door een ecoloog. In deze notitie wordt nader ingegaan op de uitgangspunten die daarbij zijn gehanteerd, de modellering en de uitkomsten daarvan, en wordt vervolgens nader ingegaan op de mogelijke gevolgen van de toename van de hoeveelheid verkeersbewegingen op natuur. Figuur 1.1 geeft de ligging van de planlocatie weer.
Figuur 1.1 Ligging recreatiegebied (rood) t.o.v. N2000gebieden en beschermde natuurmonumenten
2\8
Stikstofdepositie recreatiegebied Oortjespad
Kenmerk N001-1224822KMS-baw-V03-NL
2 Uitgangspunten Door middel van tellingen in het gebied (september 2014 tot en met januari 2015) is inzicht verkregen in de huidige aantallen bezoekers van het recreatiegebied. Uit deze tellingen is gebleken dat het aantal bezoekers op dit moment overeenkomt met circa 144.000 per jaar. Op grond van de uitbreidingen en ervaringscijfers van de KHN (Koninklijke Horeca Nederland) zijn de te verwachten bezoekersaantallen in de toekomstige situatie bepaald. Het gemaximaliseerde aantal bezoekers wordt geschat op circa 263.000 per jaar. Vanuit het bezoekersaantal dient voor de huidige en toekomstige situatie de verkeersaantrekkende werking bepaald te worden. Uit het verkeersonderzoek van BVA (projectnummer 1.243 met kenmerk 30 maart 2015) blijkt dat de gemiddelde bezetting 1,7 personen per voertuig bedraagt. Dit leidt tot de verkeersgeneratie zoals weergegeven in tabel 2.1.
Tabel 2.1 Uitwerking voertuigbewegingen/jaar
Situatie
Aantal
Aantal
Aantal
Voertuig-
bezoekers/jaar
personen/voertuig
voertuigen/jaar
bewegingen/jaar
Huidig
144.000
1,7
84.706
169.412
Toekomstig
263.000
1,7
154.706
309.412
Het wegverkeer wordt meegenomen op de N212 in zuidelijke richting tot de A12, in noordelijke richting tot Mijdrecht (N201) en in noordoostelijke richting tot de A2 (Breukelen). 10 % Van het verkeer volgt een andere route dan de N212. Op het noordelijke gedeelte van de N212 splitst het verkeer zich 50/50 over de richtingen Mijdrecht en Breukelen. Op het zuidelijke gedeelte van de N212 splitst het verkeer zich vanaf de N198 50/50 in oostelijke en westelijke richting. In figuur 2.1 wordt dit weergegeven.
Stikstofdepositie recreatiegebied Oortjespad
3\8
Kenmerk N001-1224822KMS-baw-V03-NL
Figuur 2.1 Verdeling wegverkeer
3 Emissie en modellering De voor vermestende stikstofdepositie relevante stoffen zijn stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3) ten gevolge de verkeersaantrekkende werking. In dit hoofdstuk worden de NOx en NH3 emissies uitgewerkt. NOx-emissie ontstaat bij het verstoken van fossiele brandstoffen ten behoeve van personenauto’s. De NH3 emissie ontstaat bij personenauto’s door omzetting in de katalysator. De NOx emissies zijn berekend aan de hand van emissiefactoren voor jaartal 2015, welke jaarlijks worden vrijgegeven door het RIVM in opdracht van het ministerie van I&M. Voor het traject N198 tot in Harmelen en het traject door Woerden vanaf de N198 richting de A12, is uitgegaan van de snelheidscategorie ‘doorstromend stadverkeer’. De emissies van de overige trajecten zijn berekend op basis van de snelheidscategorie ‘buitenweg’. De NH3 emissiefactoren zijn afkomstig van het PBL en eenmalig vrijgegeven in jaartal 2007. Gegevens voor latere jaartallen zijn niet voorhanden. Op basis van de voertuigbewegingen, zoals weergegeven in tabel 2.1, de genoemde trajecten en de emissiefactoren bedragen de totale NOx en NH3 emissie in de huidige situatie respectievelijk 440 en 54 kilogram per jaar. De NOx en NH3 emissie in de toekomstige situatie bedragen respectievelijk 803 en 99 kilogram per jaar.
4\8
Stikstofdepositie recreatiegebied Oortjespad
Kenmerk N001-1224822KMS-baw-V03-NL
De verspreiding is berekend met het OPS model versie 4.4.3. (2014). Voor de contourberekening is gerekend op een 40 bij 40 km rekengrid met onderlinge puntafstand van 200 meter. OPS rekent met meerjarige meteorologie (1995-2004) en met LGN6 ruwheidskaarten. Het wegennet is gemodelleerd middels puntbronnen met een onderlinge puntbronafstand van 10 meter.
4 Resultaten In tabel 4.1 worden de resultaten van de berekening weergegeven voor diverse Natura 2000-gebieden.
Tabel 4.1 Maximale stikstofdepositie per Natura 2000-gebied
Natura 2000-gebied
Huidig
Toekomstig
Toename*
[mol/ha/jaar]
[mol/ha/jaar]
[mol/ha/jaar]
Nieuwkoopse Plassen & De Haeck
0,03
0,05
0,02
Oostelijke Vechtplassen
0,02
0,04
0,02
Botshol
0,01
0,02
0,01
Naardermeer
0,01
0,01
0,01
Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein
0,00
0,01
0,00
Zouweboezem
0,00
0,01
0,00
Uiterwaarden Lek
0,00
0,01
0,00
*) Na afronding
Uit tabel 4.1 blijkt dat de stikstofdepositie in de huidige situatie in alle Natura 2000-gebieden ten hoogste 0,03 mol/ha/jaar bedraagt. In de nieuwe (toekomstige situatie) is dat maximaal 0,05 mol per hectare per jaar (gebied Nieuwkoopse plassen). De maximale toename van de stikstofdepositie bedraagt daarmee 0,02 mol/ha/jaar. In tabel 4.2 worden de resultaten van de berekening weergegeven voor de Beschermde Natuurmonumenten.
Stikstofdepositie recreatiegebied Oortjespad
5\8
Kenmerk N001-1224822KMS-baw-V03-NL
Tabel 4.2 Maximale stikstofdepositie per beschermd natuurmonument
Natura 2000-gebied
Huidig
Toekomstig
Toename*
[mol/ha/jaar]
[mol/ha/jaar]
[mol/ha/jaar]
Moerasterreinen Langs De Bijleveld
0,04
0,08
0,04
Schraallanden Utrecht-West
0,04
0,07
0,03
Oeverlanden Gein c.a.
0,03
0,05
0,02
Kamerikse Nessen
0,02
0,04
0,02
Hoorneboegse Heide
0,01
0,02
0,01
Oeverlanden Winkel
0,01
0,02
0,01
Moerasterreinen Loosdrecht
0,01
0,01
0,01
Franse Kampheide
0,01
0,01
0,01
Oosteinderpoel
0,00
0,01
0,00
Geerpolder Plas
0,00
0,01
0,00
Oeverlanden Braassemermeer
0,00
0,01
0,00
*) Na afronding
Uit tabel 4.2 blijkt dat de stikstofdepositie in de bestaande situatie maximaal 0,04 mol per hectare per jaar bedraagt. In de toekomstige situatie neemt deze iets toe, maar nergens meer dan met 0,04 mol/ha/jaar. In bijlage 1 worden de resultaten in contouren weergegeven voor de huidige en de toekomstige situatie en het verschil tussen beide situaties (de toename).
5 Effecten van het nieuwe bestemmingsplan op beschermde natuurgebieden Uit het voorgaande blijkt dat alleen de toename van de stikstofdepositie effect kan hebben in de Natura 2000-gebieden en beschermde natuurmonumenten. Dit heeft te maken met de afstand tussen de planlocatie en de beschermde natuurgebieden. Alle andere storingsfactoren waarvoor de gebieden gevoelig kunnen zijn hebben een (veel) minder grote reikwijdte dan stikstofdepositie, waardoor ze in dit geval geen effect hebben op de beschermde natuurgebieden. De toename van de omvang van de stikstofdepositie is zeer gering, in alle gevallen maximaal 0,04 mol per hectare per jaar, in de Natura 2000-gebieden bedraagt de maximale toename zelfs 0,02 mol per hectare per jaar. Dergelijke veranderingen zijn niet zelfstandig meetbaar en hebben geen zelfstandig effect op de beschermde natuurgebieden.
6\8
Stikstofdepositie recreatiegebied Oortjespad
Kenmerk N001-1224822KMS-baw-V03-NL
Volledigheidshalve wordt hieronder nader op de dichtstbijzijnde beschermde natuurgebieden en hun gevoeligheid voor stikstofdepositie ingegaan:
Het gebied Nieuwkoopse plassen en De Haeck is waardevol vanwege een tiental (sub) habitattypen. Daaronder zijn enkele habitattypen die zeer gevoelig zijn voor stikstofdepositie. De gevoeligheid blijkt uit de zogeheten ‘kritische depositiewaarden’, hierna KDW’s genoemd. Aangezien de bestaande stikstofdepositie hoger is dan een deel van deze KDW’s kan een verdere toename van de overbelasting, hoe gering ook, significante gevolgen hebben. Dat dat in dit geval tóch niet het geval is heeft te maken met de volgende overwegingen: De toename is berekend op de grens van het Natura 2000-gebied, nabij Woerdense Verlaat. Hier zijn volgens de habitattypenkaart geen van de kwalificerende habitattypen te vinden De meest gevoelige habitattypen liggen verder westelijk in het Natura 2000-gebied, ten westen van de N463 (bijlage 2). Omdat het plangebied oostelijk van het Natura 2000gebied is gelegen liggen de meest gevoelige habitattypen op een grotere afstand tot het plangebied dan het punt waar de stikstofdepositie is berekend. De werkelijke toename van de stikstofdepositie als gevolg van het plan is daarom ter plaatse van stikstofgevoelige habitattypen (nog) kleiner dan berekend Het beschermde natuurmonument ‘Moerasterreinen langs de Bijleveld’ is een oude kleiafgraving. Vooral de kalkrijke gedeelten zijn botanisch waardevol, met soorten als moeraswespenorchis, vleeskleurige orchis en bonte paardenstaart. In kalkrijke grond is fosfor in gebonden, niet door planten opneembare vorm aanwezig en daardoor limiterend. Een zeer geringe toename van stikstofdepositie heeft daarom geen effect
Een effect op instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden of een effect op het behoud van de natuurwaarden van de beschermde natuurmonumenten is uitgesloten. De Natuurbeschermingswet 1998 staat derhalve de realisatie van dit recreatiegebied niet in de weg.
Stikstofdepositie recreatiegebied Oortjespad
7\8
Kenmerk N001-1224822KMS-baw-V03-NL
8\8
Stikstofdepositie recreatiegebied Oortjespad
Bijlage 1 Stikstofdepositie in contouren
Figuur B1.1 Stikstofdepositie huidige situatie
Figuur B1.2 Stikstofdepositie toekomstige situatie
Figuur B1.3 Stikstofdepositie toename
Bijlage 2 Habitattypenkaart Natura 2000-gebied Nieuwkoopse Plassen en De Haeck