Examengids M/H/V schooljaar 2014-2015
Ludger College Doetinchem
Inhoudsopgave 1 2
3 4
Inleiding ................................................................................................................... Examenreglement.................................................................................................... 2.1 Algemene bepalingen ........................................................................................ 2.2 Regeling van het schoolexamen ........................................................................ 2.3 Regeling van het Centraal Examen ................................................................... 2.4 Uitslag, herkansing centraal examen en diplomering ......................................... 2.5 Bijzondere bepalingen ....................................................................................... 2.6 Regelingen m.b.t. gezakte, doublerende en doorstromende leerlingen ............. 2.7 Slotbepaling ....................................................................................................... Programma van toetsing en afsluiting ................................................................... Rekentoets…………………………………………………………………………………..
Examengids Ludger College, september 2013
3 4 4 6 9 9 11 11 12 13 13
2
1
Inleiding
Deze examengids bevat de regels die op het Ludger College te Doetinchem gelden voor het eindexamen van de mavo, de havo en het vwo.
Juridische basis De juridische basis van het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting bestaat in hoofdzaak uit de volgende wet en de volgende algemene maatregelen van bestuur. 1. Wet op het voortgezet onderwijs (W.V.O.), zoals gewijzigd door de wet van 27 april 2007. 2. Inrichtingsbesluit W.V.O., wijziging 22 december 2006. 3. Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. 1989, wijziging 22 december 2006. Wijzigingen en aanvullingen Bij de samenstelling van de examengids heeft het bevoegd gezag gestreefd naar juistheid en volledigheid. Mochten toch wijzigingen of aanvullingen noodzakelijk blijken, dan zal het bevoegd gezag de kandidaten en hun ouders, voogden of verzorgers daarvan tijdig op de hoogte stellen.
Examengids Ludger College, september 2013
3
2
Examenreglement
2.1
Algemene bepalingen
2.1.1
Gebruikte begrippen
In deze examengids wordt verstaan onder: a) inspectie: de inspectie die is bedoeld in artikel 113 of 114 van de wet; b) bevoegd gezag: het bestuur van de Stichting Achterhoek VO; c) Eindexamenbesluit: het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o.; d) gecommitteerde: een gecommitteerde als bedoeld in artikel 36 van het Eindexamenbesluit; e) examinator: de docent die in het desbetreffende schooljaar het onderwijs in het desbetreffende vak aan de kandidaat geeft; f) herkansing: het opnieuw deelnemen aan een toets of een centraal examen; g) herexamen: het opnieuw deelnemen aan een schoolexamen over de gehele of gedeeltelijke examenstof van een vak; h) examenprogramma: het door de minister vastgestelde examenprogramma dat is bedoeld in artikel 7 van het Eindexamenbesluit;
2.1.2
Examencommissie
1. De examencommissie van de jaargroep houdt toezicht op de uitvoering van het schoolexamen, het centraal examen en het eindexamen volgens de geldende wet- en regelgeving, de door de minister vastgestelde examenprogramma's en deze examengids. 2. De examencommissie bestaat uit de voorzitter, de secretaris van het eindexamen en de afdelingsleider. De rector is de voorzitter van de examencommissie. Hij wijst een van de personeelsleden van de school aan als secretaris van het eindexamen. 3. De rector kan zich, indien noodzakelijk, laten vervangen door de secretaris van het eindexamen. 4. De kandidaat kan vragen over het schoolexamen, het centraal examen en het eindexamen stellen aan de examencommissie.
2.1.3
Het eindexamen
1. De rector en de examinatoren nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het eindexamen af. 2. Het eindexamen van elk vak bestaat uit een schoolexamen en, voor zover dit is bepaald in het examenprogramma van het vak, een centraal examen. 3. De mavo-kandidaat kan in minimaal 7 en in maximaal 8 vakken examen afleggen. Hij heeft het recht om een extra vak te laten vallen, zolang de overgebleven vakken tezamen een door de wet toegelaten vakkenpakket vormen, en wel tot aan het moment waarop de uitslag van het examen wordt bepaald. 4. Het schoolexamen omvat daarnaast voor mavo een sectorwerkstuk. Dit is een werkstuk, inclusief een presentatie, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden die van betekenis zijn in de sector, aan de orde komen. Het sectorwerkstuk heeft betrekking op een thema uit de sector waarin de leerling onderwijs volgt. 5. Het schoolexamen voor mavo vindt plaats vanaf het begin van het derde leerjaar tot aan het eerste tijdvak van het centraal examen. Het centraal examen wordt afgenomen in het laatste leerjaar en kent drie tijdvakken. 6. Het schoolexamen omvat daarnaast voor havo en vwo een profielwerkstuk. Dit is een werkstuk, inclusief een presentatie, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden die van betekenis zijn in het profiel, aan de orde komen. Het profielwerkstuk heeft betrekking op één of meer vakken. Tenminste één van deze vakken heeft een omvang van 320 slu (havo) of 400 slu (vwo).
Examengids Ludger College, september 2013
4
7. Het schoolexamen voor havo en vwo vindt plaats vanaf het begin van het vierde leerjaar tot aan het eerste tijdvak van het centraal examen. Het centraal examen wordt afgenomen in het laatste leerjaar en kent drie tijdvakken. 8. De rekentoets moet met een cijfer worden afgesloten.
2.1.4
Examenreglement en programma van toetsing en afsluiting
1. Het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting worden voor 1 oktober op het internet gepubliceerd. Zie voor het examenreglement en voor het programma van toetsing en afsluiting op de Ludgersite onder alles over het examen. 2. Indien een sectie wijzigingen in het programma van toetsing en afsluiting wil doorvoeren, doet de sectievoorzitter hierover een voorstel aan de secretaris van het eindexamen. Indien de examencommissie instemt met de wijziging, deelt de docent de wijziging aan de kandidaten mee, ten minste tien schooldagen voor deze in werking treedt.
2.1.5 1.
2.
3.
4.
Onregelmatigheden
Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen dan wel ten aanzien van een aanspraak op vrijstelling aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, dan wel zonder geldige reden afwezig is, kan de rector maatregelen nemen. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen, b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer toetsen van het schoolexamen of het centraal examen, c. het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of het centraal examen, d. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de rector aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen, legt de kandidaat dat examen af in het volgende tijdvak van het centraal examen. Alvorens daarover een beslissing wordt genomen, hoort de rector of een door hem daartoe aangewezen vervanger de kandidaat. De rector deelt zijn beslissing schriftelijk mee aan de kandidaat. De schriftelijke mededeling wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie en aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat, indien deze minderjarig is. De kandidaat kan tegen een beslissing van de rector in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag ingestelde commissie van beroep. De commissie bestaat uit: de heer H.F. P. Grondman, voorzitter, de heer drs. G.H. Dales en de heer W. Mak. Het adres van de commissie van beroep is: Postbus 159, 7000 AD Doetinchem. Het beroep dient binnen drie dagen nadat de beslissing aan de kandidaat is bekendgemaakt, schriftelijk te worden ingesteld bij de commissie van beroep. De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen veertien dagen na ontvangst van het beroepschrift, tenzij zij deze termijn gemotiveerd heeft verlengd met ten hoogste veertien dagen. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van het tweede lid. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat, indien deze minderjarig is, aan de rector en aan de inspectie.
Examengids Ludger College, september 2013
5
2.2 Regeling van het schoolexamen 2.2.1
Afname en deelname
1. De datum, tijd en plaats van de schoolexamenonderdelen worden tijdig door de examinator of de school aan de kandidaten bekendgemaakt. 2. Een kandidaat die door ziekte of andere vormen van overmacht niet in staat is om aan een onderdeel van het schoolexamen deel te nemen, moet dit zo spoedig mogelijk doch uiterlijk een half uur voor het begin van de toets melden aan de secretaris van het eindexamen. (Overigens geldt de algemene schoolregel dat een leerling in geval van verhindering voor een toets vóór 10 uur ’s ochtends dient te zijn afgemeld door de ouders/verzorgers). 3. De kandidaat moet een afdoende verklaring van zijn verzuim kunnen geven. In dat geval krijgt hij de gelegenheid om het onderdeel alsnog te maken (in te halen). 4. Indien een kandidaat zonder geldige afwezigheidmelding door zijn ouder, voogd of verzorger (zie bepaling 2) afwezig is bij een toets, kan de rector daarvoor het cijfer 1 vaststellen. 5. Deelname aan een zitting betekent dat het eenmaal gemaakte werk zijn geldigheid behoudt. In voorkomende gevallen doen kandidaten er goed aan om zeer bijzondere omstandigheden (bij voorbeeld ernstige ziekte of overlijden in de familie) en ook eigen ziekteverschijnselen te melden bij de afdelingsleider. In overleg moet van tevoren door de afdelingsleider duidelijk worden vastgesteld of een kandidaat in zo'n geval in staat is aan de zitting deel te nemen. 6. Mondelinge examentoetsen worden hetzij op de band geregistreerd, hetzij afgenomen in aanwezigheid van een andere (oud)docent van de school, uit dezelfde of een aanverwante sectie.
2.2.2
Beoordeling van de onderdelen van het schoolexamen
1. Het werk van de kandidaat voor elk onderdeel van het schoolexamen wordt beoordeeld volgens criteria, die voor het begin van het werk aan de kandidaat bekend zijn gemaakt. 2. De beoordeling van een toets geschiedt met een cijfer, zijnde een getal met één decimaal tussen 1,0 tot en met 10,0. De beoordeling van onderdelen van het vak bewegingsonderwijs geschiedt met de woorden '(niet) naar behoren'. 3. De examinator maakt de beoordeling van elk onderdeel van het schoolexamen aan de kandidaat bekend uiterlijk op de twaalfde schooldag nadat het onderdeel door de kandidaat is afgerond. Voor Praktische opdrachten geldt deze duur van twaalf dagen niet. 4. De examinator geeft de kandidaat een toelichting op de beoordeling en bespreekt het werk. Daarbij geeft hij de opgaven of opdracht aan de kandidaat ter inzage en overhandigt hij het gemaakte werk aan de kandidaat. 5. Het cijfer van een mondelinge toets wordt vastgesteld door de examinator. 6. Indien de eindbeoordeling van de vakken culturele en kunstzinnige vorming, bewegingsonderwijs, kunstvakken 1 of het sectorwerkstuk niet “voldoende” of “goed” is, moet de leerling aanvullend of vervangend werk doen totdat hij daaraan alsnog voldaan heeft, maar uiterlijk tot vijftien werkdagen voor het begin van het eerste tijdvak van het centraal examen.
2.2.3 1. 2.
3.
Te laat ingeleverd werk van een praktische opdracht
Bij de verstrekking van een praktische opdracht maakt de docent de inleverdatum van het werk aan de kandidaat bekend. Indien de kandidaat het werk van de praktische opdracht op de inleverdatum nog niet heeft ingeleverd, mag hij het werk alsnog inleveren uiterlijk op de tiende schooldag na de oorspronkelijke inleverdatum. De docent stelt het cijfer dan vast volgens de gewone beoordelingscriteria en verlaagt het cijfer vervolgens met twee punten. Indien de kandidaat het werk van een praktische opdracht nog niet heeft ingeleverd op de uitgestelde inleverdatum, is het cijfer voor de praktische opdracht een 1.
Examengids Ludger College, september 2013
6
4. 5.
Indien de kandidaat het werk op de oorspronkelijke inleverdatum nog niet heeft ingeleverd, verliest hij het recht op een herkansing van de praktische opdracht. Indien de kandidaat door bijzondere omstandigheden niet in staat is het werk tijdig in te leveren, deelt hij dat vóór de oorspronkelijke inleverdatum aan de docent mee. De docent kan de kandidaat dan toestaan het werk later in te leveren zonder dat dit tot een verlaging van het cijfer leidt. Indien de docent dat niet toestaat, kan de kandidaat de situatie voorleggen aan de examencommissie. De commissie kan dan besluiten dat de kandidaat het werk toch later mag inleveren zonder dat dit tot een verlaging van het cijfer leidt.
2.2.4
Bewaring
1. Het examendossier van elk vak bestaat uit een lijst van alle beoordelingen (cijfers en woordbeoordelingen) die meetellen voor het schoolexamen. De examendossiers van alle vakken samen vormen de schoolexamenlijst. Deze lijst wordt beheerd door de school. De kandidaat ontvangt een afschrift van de schoolexamenlijst: driemaal in 3 mavo en tweemaal in 4 mavo, driemaal in 4havo en tweemaal in 5havo, respectievelijk driemaal in 4vwo, driemaal in 5vwo en tweemaal in 6vwo. 2. De kandidaat wordt geadviseerd om de gemaakte werken gedurende de loop van het SE te bewaren. 3. De kandidaat mag geen enkele wijziging of aanvulling aanbrengen in het werk dat hem is overhandigd.
2.2.5
Bezwaar tegen de beoordeling van een schoolexamenonderdeel
Een kandidaat kan bezwaar aantekenen tegen de beoordeling van een schoolexamenonderdeel, mits hij de volgende regels in acht neemt. a. De kandidaat geeft het gemaakte werk, indien van toepassing, bij het einde van de toelichting op de beoordeling onmiddellijk terug aan de examinator, zonder in het werk enige wijziging of aanvulling te hebben aangebracht. b. De kandidaat bespreekt zijn bezwaar met de examinator. Als het bezwaar blijft bestaan, geeft de examinator aan de kandidaat een fotokopie van de desbetreffende delen van het werk, indien de kandidaat daarom vraagt. De kandidaat tekent het bezwaar aan bij de examencommissie: - uiterlijk op de derde schooldag na de toelichting op de beoordeling; - schriftelijk en onder opgave van argumenten. c. De examencommissie beslist over het aangetekende bezwaar, nadat zij de examinator en eventueel een andere docent van de school heeft gehoord. De examencommissie maakt haar beslissing schriftelijk aan de kandidaat bekend binnen vijftien schooldagen na de aantekening van het bezwaar. d. De examinator bewaart het gemaakte werk totdat de behandeling van het bezwaar is afgesloten.
2.2.6 1.
2. 3. 4. 5. 6.
Herkansing in het schoolexamen
Na elke lesperiode mag de kandidaat van alle examen- en niet-examentoetsen van die periode één toets opnieuw maken. Dit geldt voor toetsen die in het PTA zijn aangemerkt als herkansbaar. Herkansbaar zijn de toetsen/SE’s/PO’s met een gewicht van 13% of hoger. Deze toetsen zullen in principe plaatsvinden in de toetsweek of op het CTM (centrale toetsmoment). De herkansing van toetsen vindt plaats op een door de school vast te stellen moment. Als een kandidaat een toets herkanst, geldt het hoogste cijfer. Als de kandidaat wegens ziekte of verhindering een herkansbare toets of een toets uit de toetsweek moet inhalen, verliest hij het recht om te herkansen. In bijzondere gevallen waarin toepassing van bovenstaande bepaling leidt tot uitzonderlijk klemmende situaties kan door de afdelingsleider een individuele regeling worden opgesteld. Deze regeling kan daarna door de voorzitter van de examencommissie worden bekrachtigd.
Examengids Ludger College, september 2013
7
7.
Een kandidaat die, na te zijn gezakt, voor de tweede maal het examenjaar volgt krijgt een extra mogelijkheid tot herkansen van examentoetsen uit het voorexamenjaar. Deze mogelijkheid geldt voor maximaal twee vakken, en per vak voor maximaal twee examenonderdelen, mits praktisch realiseerbaar. Deze herkansingsmogelijkheid wordt geboden uiterlijk tot aan het eind van de tweede periode van het examenjaar.
2.2.7
Resultaten van het schoolexamen
1. Het cijfer van het schoolexamen is voor elk vak een getal uit de rij van 1 tot en met 10, a. afgerond met één decimaal, indien de kandidaat in het vak ook een centraal examen aflegt; b. afgerond tot een geheel getal, indien de kandidaat in het vak geen centraal examen aflegt. 2. Indien het gemiddelde cijfer van een vak dat uitsluitend met een schoolexamen wordt afgesloten, geen geheel getal is, wordt dit naar beneden afgerond indien de cijfers achter de komma minder zijn dan 45, en naar boven afgerond indien deze 45 of meer zijn. 3. In afwijking van het eerste punt worden het vak culturele en kunstzinnige vorming, het vak kunstvakken 1 en het vak bewegingsonderwijs van het gemeenschappelijk deel beoordeeld met “voldoende” of “goed”. 4. Voor alle vakken die ook in klas 3 mavo zijn gegeven geldt, dat het onafgeronde overgangscijfer van klas 3 mavo het eerste onderdeel vormt van het vak-PTA. Dit onderdeel telt mee voor 10% van het totaal. 5. Bovenstaande geldt niet voor afstromers vanuit 3havo. Zij hebben voor dit onderdeel een vrijstelling. Een uitzondering hierop vormt het vak economie. Bij dit vak wordt het eerste onderdeel vervangen door een instaptoets. 6. Indien een kandidaat uiterlijk vijftien werkdagen vóór het begin van het eerste tijdvak van het centraal examen voor het vak culturele en kunstzinnige vorming, bewegingsonderwijs, kunstvakken 1 of het sectorwerkstuk niet de beoordeling “voldoende” of “goed” heeft gekregen, kan in de regel geen diploma worden uitgereikt. De kandidaat heeft wel het recht om deel te nemen aan het centraal examen. 7. Voor het begin van het centraal examen maakt de rector schriftelijk aan de kandidaat bekend, voor zover van toepassing: a. de cijfers die hij heeft behaald voor het schoolexamen; b. de beoordeling van de vakken waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld;
2.2.8 1.
2. 3. 4.
5.
6.
Herexamen in het schoolexamen
Een herexamen is alleen mogelijk bij de vakken die worden afgesloten met een schoolexamen en niet tot het combinatiecijfer behoren, t.w. informatica, bsm, Spaans (elementair) en maatschappijleer 1. Een herexamen is alleen mogelijk indien het schoolexamencijfer lager is dan 6. De kandidaat mag één herexamen afleggen. Indien de kandidaat daarna wordt afgewezen voor het eindexamen, mag hij opnieuw één herexamen afleggen, voordat hij in het volgende schooljaar opnieuw deelneemt aan het centraal examen. De herexamentoets kan uit meer dan één onderdeel bestaan, bij voorbeeld een schriftelijk en een mondeling deel, en kan opgaven bevatten over de gehele examenstof of een deel daarvan. Het definitieve cijfer van het schoolexamen komt als volgt tot stand. a. Berekend wordt het herexamencijfer als volgt: het gewogen gemiddelde van het cijfer van de herexamentoets en de cijfers van de onderdelen die in het herexamen niet opnieuw getoetst zijn, volgens de weging in het PTA en afgerond tot een geheel getal. b. Het definitieve cijfer van het schoolexamen is het hoogste van de twee: het cijfer van het reguliere schoolexamen en het herexamencijfer.
Examengids Ludger College, september 2013
8
2.3
Regeling van het Centraal Examen
2.3.1
Verhindering en afmelding
1.
2.
3.
Een kandidaat die door ziekte of andere vormen van overmacht niet in staat is om aan een toets van het centraal examen deel te nemen, moet dit zo spoedig mogelijk doch uiterlijk een half uur voor het begin van de toets melden aan de secretaris van het eindexamen. De kandidaat moet een afdoende verklaring van zijn verzuim kunnen geven. Indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van de rector, is verhinderd bij één of meer examens in het eerste tijdvak aanwezig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven de betreffende examens te voltooien, voor zover dat praktisch mogelijk is. Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de staatsexamencommissie zijn eindexamen te voltooien.
2.3.2
Praktische richtlijnen voor het centraal examen
Ruim voor aanvang van de eerste zitting van het centraal examen stelt de secretaris van de examencommissie aan de kandidaten gedetailleerde richtlijnen ter hand betreffende de praktische gang van zaken, toegestane hulpmiddelen etc. die bij het centraal examen aan de orde zijn.
2.4
Uitslag, herkansing centraal examen en diplomering
2.4.1
Eindcijfer eindexamen
1. 2.
3. 4.
5.
Het eindcijfer voor elk vak van het eindexamen is een geheel getal uit de rij 1 tot en met 10. De rector bepaalt het eindcijfer voor een vak op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Is dit gemiddelde niet een geheel getal, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. Indien een vak geen Centraal Examen kent, is het cijfer voor het schoolexamen tevens het eindcijfer. De beoordeling voor een aantal kleinere vakken wordt voor havo en vwo t.b.v. de uitslagbepaling samengevoegd tot een z.g. combinatiecijfer. Ieder deelvak moet 4 of hoger zijn. Het combinatiecijfer is op havo het gemiddelde van de eindcijfers van de vakken maatschappijleer, levensbeschouwing en het profielwerkstuk. Op vwo is het combinatiecijfer het gemiddelde van de eindcijfers van de vakken maatschappijleer, levensbeschouwing, anw en het profielwerkstuk en eventueel kcv. Bij de totstandkoming van dit gemiddelde gelden de bepalingen 1 en 2.
2.4.2 1.
Vaststelling uitslag
De rector en de secretaris van het eindexamen stellen de uitslag vast volgens onderstaande regels.
Examengids Ludger College, september 2013
9
2.
De kandidaat die eindexamen havo of vwo heeft afgelegd, is geslaagd indien: het gemiddeld centraal examencijfer onafgerond een 5,5 of hoger is én voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde mag maximaal één vijf behaald worden én de rekentoets is gemaakt én
a. b. c. d.
alle eindcijfers 6 of hoger zijn, of: er één maal een 5 en alle overige eindcijfers 6 of hoger zijn, of: er één maal een 4, alle overige eindcijfers 6 of hoger zijn en gemiddeld tenminste 6,0 of: er twee maal een 5 of één 5 en één 4, alle overige eindcijfers 6 of hoger zijn en gemiddeld tenminste 6.0.
3.
In aanvulling op het tweede lid geldt tevens als voorwaarde dat elk van de volgende onderdelen moet zijn beoordeeld als “voldoende” of “goed”: - culturele en kunstzinnige vorming - bewegingsonderwijs
4.
De kandidaat die eindexamen mavo heeft afgelegd, is geslaagd indien: het gemiddeld centraal examencijfer onafgerond een 5,5 of hoger is én de rekentoets is gemaakt én voor het vak Nederlands het cijfer 5 of hoger heeft en a. alle eindcijfers 6 of hoger zijn, of: b. hij voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger, of: c. hij voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 4 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7, of: d. hij voor twee van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger, waarvan tenminste één 7 of hoger. In aanvulling op het vierde lid geldt tevens als voorwaarde dat elk van de volgende onderdelen moet zijn beoordeeld als “voldoende” of “goed”: - bewegingsonderwijs - kunstvakken 1 - sectorwerkstuk
5.
2.4.3 1.
2. 3.
De kandidaat heeft voor één vak waarin hij reeds examen heeft afgelegd, nadat de cijfers zijn bekendgemaakt, het recht om opnieuw deel te nemen aan het centraal examen in het eerstvolgende tijdvak. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen. Na afloop van de herkansing wordt de uitslag definitief vastgesteld en aan de kandidaat bekendgemaakt.
2.4.4 1. 2.
Herkansing centraal examen
Diploma en cijferlijst
De rector reikt aan elke kandidaat, die met gunstig gevolg het eindexamen heeft voltooid, een diploma uit. Daarnaast ontvangt de kandidaat een lijst waarop zijn vermeld: a. de cijfers voor het schoolexamen; b. de cijfers voor het centraal examen; c. de beoordeling van de vakken culturele en kunstzinnige vorming, bewegingsonderwijs, kunstvakken 1 en het sectorwerkstuk; d. de eindcijfers voor de examenvakken; e. de uitslag van het eindexamen. Dit geldt ook voor de kandidaten die zijn afgewezen voor het eindexamen.
Examengids Ludger College, september 2013
10
3.
Verder ontvangt de kandidaat een schooleigen document waarop de extra activiteiten met eventuele beoordeling zijn vermeld.
2.5
Bijzondere bepalingen
2.5.1
Afwijking wijze van examineren
1.
2.
3.
4.
De rector kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het schoolexamen en/of het centraal examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de rector de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. Deze bepaling is onder meer van toepassing op dyslectische kandidaten. Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap, geldt daarbij dat: a. er een daartoe strekkende verklaring is die door een terzake deskundige psycholoog of orthopedagoog ten aanzien van de kandidaat is opgesteld; b. de aanpassing wat betreft het centraal examen in ieder geval kan bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende zitting met ten hoogste 30 minuten; c. een andere aanpassing slechts kan worden toegestaan voor zover daartoe in de onder a genoemde deskundigenverklaring een voorstel wordt gedaan of als de aanpassing aantoonbaar aansluit bij de begeleidingsadviezen in die deskundigenverklaring. Bij een kandidaat die, inclusief het examenjaar, hoogstens zes jaar onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie Nederlands niet de moedertaal is, kan de rector in verband met diens onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal afwijken van de voorschriften die voortvloeien uit het Eindexamenbesluit. Die afwijking kan betrekking hebben op: a. het vak Nederlandse taal en letterkunde; b. een ander vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is. Deze afwijking bestaat, wat betreft het centraal examen, slechts uit een verlenging van de desbetreffende zitting met hoogstens 30 minuten.
2.5.2 1. 2.
Spreiding voltooiing eindexamen
De rector kan op grond van langdurige ziekte of bijzondere omstandigheden toestaan dat een kandidaat het eindexamen gespreid over twee opeenvolgende schooljaren aflegt. Bij een gespreid examen wordt door de afdelingsleider in overleg met de kandidaat een regeling vastgesteld.
2.6
Regelingen m.b.t. gezakte, doublerende en doorstromende leerlingen
2.6.1
Vrijstellingen
Deze regeling is bestemd voor leerlingen die doubleren, leerlingen die instromen en voor gezakten die het examenjaar overdoen en betreft vakken die op school worden afgesloten. Algemeen geldt: 1. Na toekenning van een vrijstelling heeft de leerling zelf de keuze om het vak al dan niet te volgen. De keuze moet voor aanvang van het jaar kenbaar gemaakt worden. 2. Wanneer een vak wordt overgedaan, geldt het eindcijfer dat behaald wordt op grond van de nieuwe cijfers. 3. De lesruimte die ontstaat door de vrijstelling dient ingevuld te worden met onderwijsactiviteiten.
Examengids Ludger College, september 2013
11
Regels voor doubleurs 4havo: Voor CKV geldt de mogelijkheid van een vrijstelling indien het vak is afgesloten met een voldoende. Dit geldt ook voor overstappers vanuit 4 vwo. Voor Lb geldt de mogelijkheid van een vrijstelling indien het vak is afgesloten met een 7 of hoger. Regels voor doubleurs 4vwo: Voor ANW geldt de mogelijkheid van een vrijstelling indien het vak is afgesloten met een 7 of hoger. Regels voor doubleurs 5vwo: Voor CKV geldt de mogelijkheid van een vrijstelling indien het vak is afgesloten met een voldoende. Voor Lb, Ma en KCV geldt de mogelijkheid van een vrijstelling indien het vak is afgesloten met een 7 of hoger. Regels voor instromers 5vwo met een havo-diploma: Wettelijke vrijstellingen voor ANW, CKV en Ma. Het vak Lb wordt opnieuw gevolgd omdat het combinatiecijfer voor deze leerlingen dan slechts bestaat uit dit vak en het PWS. Regels voor gezakten die 4mavo overdoen: Er zijn geen vrijstellingen. Regels voor gezakten die 5havo overdoen: Indien het combinatiecijfer een 7 of hoger was, kan voor de verschillende onderdelen vrijstelling verkregen worden mits het onderdeel met een 6 of hoger is afgesloten. Indien het combinatiecijfer lager was dan een 7, kan per onderdeel een vrijstelling verkregen worden mits het onderdeel met een 7 of hoger is afgesloten. Voor BSM en Informatica geldt de mogelijkheid van een vrijstelling indien het vak is afgesloten met een 7 of hoger. Regels voor gezakten die 6vwo overdoen: Indien het combinatiecijfer een 7 of hoger was, kan voor de verschillende onderdelen vrijstelling verkregen worden mits het onderdeel met een 6 of hoger is afgesloten. Indien het combinatiecijfer lager was dan een 7, kan per onderdeel een vrijstelling verkregen worden mits het onderdeel met een 7 of hoger is afgesloten. Voor Informatica en Spaans elementair geldt de mogelijkheid van een vrijstelling indien het vak is afgesloten met een 7 of hoger.
2.6.2
Doorstroomregeling
Als een kandidaat overstapt van het vwo naar de havo, doet de docent van de havo een voorstel aan de ontvangende afdelingsleider hoe om te gaan met de in het vwo voor zijn vak gegeven beoordelingen van schoolexamenonderdelen. De afdelingsleider neemt daarover een beslissing.
2.7 Slotbepaling In gevallen waarin deze examengids niet voorziet, beslist de rector.
Examengids Ludger College, september 2013
12
3
Programma van toetsing en afsluiting
Alle vak-PTA’s zijn in te zien op it’s learning bij mededelingen.
We onderscheiden verschillende soorten SE-onderdelen: ST Schriftelijke toets MT Mondelinge toets PO Praktische opdracht PT Praktijktoets Een praktijktoets is een vaardigheidstoets, die in de les wordt uitgevoerd, en wordt beoordeeld. (bijv. een scheikundeprakticum). Een praktische opdracht is een opdracht die gedurende langere tijd, begeleid door de docent, gedeeltelijk of voornamelijk buiten lestijd, wordt uitgevoerd en die resulteert in een schriftelijke of stoffelijk product, dat door de kandidaat wordt ingeleverd en door de docent wordt beoordeeld (bijv. een werkstuk). Bij twijfel welk soort onderdeel het betreft, beslist de docent, zo nodig na overleg met de conrector onderwijs.
4
Rekentoets
De rekentoets is voor de leerlingen die in 2016 of later eindexamen doen onderdeel van het examen. Voor de rekentoets heeft iedere leerling twee kansen. Wij geven de leerlingen de keuze uit de volgende twee mogelijkheden: Optie 1: De eerste afname vindt plaats in het voorexamenjaar, de tweede afname is in het examenjaar. Optie 2: Beide afnames vinden plaats in het examenjaar. De rekentoets wordt voor havo en vwo toegevoegd aan de zogenaamde kernvakkenregel: van de vakken Nederlands, Engels, wiskunde en de rekentoets mag één cijfer een vijf zijn, de andere cijfers moeten zes of hoger zijn. Voor de mavo gaat gelden dat van het vak Nederlands en de rekentoets één cijfer een vijf mag zijn, het andere cijfer moet zes of hoger zijn.
Examengids Ludger College, september 2013
13