Liefdedienst m/v Man en vrouw in het huwelijk en in de kerk
21
Liefdedienst m/v Man en vrouw in het huwelijk en in de kerk
door ds. J.J. Schreuder
Deze gemeenteschets is een uitgave van:
Gereformeerde Bijbelstudiebond (GBb)
Bond voor Gereformeerde Jongerenverenigingen (BGJ)
april 2010
Alles uit deze uitgave mag vrij gekopieerd worden! Foto voorpagina: Klara Schreuder-Kerpel
4
Inhoud Woord vooraf
6
Bijbelstudie voor jongeren van 12 tot 16 jaar
8
MANNEN EN VROUWEN DIE DIENEN
8
Mannen én vrouwen reisden mee met Jezus Vrouwen bij Jezus’ graf Dienen naar het voorbeeld van Jezus Vrouwen in speciale dienst Werk voor iedereen in de kerk Man en vrouw in het huwelijk Verschillen Gelijkwaardig De taken verschillen Goed leiding geven is dienen Liefde Elkaar dienen in het gezin
8 8 9 9 10 10 11 11 11 12 12 13
HANDREIKING VOOR DE LEIDERS EN LEIDSTERS
14
Bijbelstudie voor jongeren 16 +
15
ZO VULLEN WE ELKAAR PRACHTIG AAN
15
Het huwelijksformulier De schepping van man en vrouw: gelijkwaardig Vanaf het begin ook verschillend Gelijkwaardigheid en onderscheid in het Oude Testament Onderscheid in taken in de tijd van het Oude Testament Gelijkwaardigheid en onderscheid in het Nieuwe Testament Gelijkwaardigheid en onderscheid in het huwelijk Niet alle taken ook voor de vrouw Het belangrijkste is de liefde
15 16 17 18 19 19 19 20 21
Bijbelstudie volwassenen over Efeziërs 5:21-33
23
A. GEZAG BINNEN HET HUWELIJK?
23
Geldt dit nog zo voor vandaag? Op weg naar antwoorden Het grotere verband: Laat de Geest u vervullen ‘Aanvaard elkaars gezag’ – dus allemaal evenveel? De slavernij is toch ook afgeschaft? Heeft God vanaf het begin aan man en vrouw een eigen positie gegeven? Niet om het misbruik van alle gezag af willen Gezag van de man over de vrouw: vernederend? Leidt de Heilige Geest ons zo dat we ons niet meer aan deze aanwijzingen hoeven houden? Wat betekent het verschil in cultuur hier? Mysterie Elkaar dienen Verdere bespreking van Efeziërs 5:21-33
23 23 24 25 25 26 27 27 28 28 29 30 30
5
Bijbelstudie volwassenen over 1 Timoteüs 2:9-15: man en vrouw in de kerk 32
B. MAAKT GOD VERSCHIL? De route van deze bijbelstudie Algemene opmerkingen De tijd van het Oude Testament Vanaf Pinksteren Diensten en ambten Excurs: ambt of dienst 1 Timoteüs 2:9-15 Moeten we ook in onze tijd nog verschil maken bij de toewijzing van taken? Uitleg van 1 Timoteüs 2:9-15 Vergelijking van deze uitleg met wat we op andere plaatsen vinden Excurs: 1 Korintiërs 11 en 14 Liefdevolle leiding daagt uit om gaven in te zetten Discussie in De Reformatie En in de samenleving...?
32 32 32 32 33 34 34 35 35 37 38 38 39 41 41
BIJBELROOSTER EN LIEDSUGGESTIES
42
LITERATUUR
42
6
Woord vooraf Bij onze studie gaan we er samen van uit dat de Bijbel het boek is waardoor God tot ons spreekt. Het is Gods Woord, dat ons de weg wijst. Maar hoe? Neem nu eens twee teksten die dicht bij elkaar in de Bijbel staan: • •
Vrouwen, erken het gezag van uw man als dat van de Heer. Een man is het hoofd van zijn vrouw, zoals Christus het hoofd is van de kerk.
Wat de Bijbel hier zegt, vonden we vroeger misschien vanzelfsprekend. Mannen hadden vaak de leiding. Maar onze samenleving is veranderd. In bijna alle beroepen werken net zo goed vrouwen als mannen. Vrouwen studeren tegenwoordig net zoveel als mannen, misschien soms wel méér. Hoe langer hoe meer staan ook vrouwen vooraan in leidinggevende posities. Wat betekent dat allemaal voor de onderlinge relatie in het huwelijk en de rol van vrouwen in de kerk? Hoe moeten we teksten als deze vandaag toepassen? Moeten we nu vooral de gelijkheid van man en vrouw benadrukken? Moeten we zeggen dat de Heilige Geest daarvoor, meer dan vroeger, onze ogen geopend heeft? Wordt het tijd dat in de kerk meer, of zelfs alle, taken kunnen worden vervuld door mannen én vrouwen? Of moeten we juist het onderscheid in de positie van man en vrouw blijven benadrukken? Maken we ons anders los van het gezag van de Bijbel? Twee meningen die tegenover elkaar staan. Hoe kunnen we verder komen? Het is goed ons te realiseren dat het gesprek hierover ons diep raakt. We hebben vaak al bepaalde gevoelens over dit onderwerp. Als we midden in de samenleving staan, waar mannen en vrouwen gelijk optrekken, kunnen we grote moeite ervaren met dit soort teksten. Ze sporen niet met onze belevingswereld. Dan zijn we geneigd te denken dat ze voor ons niet meer gelden. Wat moet je er vandaag nog mee? Maar het kan ook zijn dat je de veranderingen in de samenleving ziet als een gevaar. Is de totale gelijkstelling van mannen en vrouwen niet gekomen in een tijd dat het gezag van Gods Woord steeds minder werd erkend? Moeten we dus niet pal staan voor het gezag van Gods Woord in onze gezinnen en in de kerk? Is het niet geváárlijk om te zeggen dat bijbelwoorden hierover niet meer voor ons gelden? We kunnen zo overtuigd zijn van ons eigen gelijk, en zoveel moeite hebben met een ander standpunt, dat we niet meer goed naar elkaar luisteren. En eigenlijk alleen maar argumenten zoeken om ons eigen standpunt te verdedigen. Het gesprek hierover wordt dan beladen en moeilijk. We zijn gewend bij onze bijbelstudie te vragen om de hulp van de Heilige Geest. Dat past zeker bij dit onderwerp. We hebben de hulp van Gods Geest nodig om echt naar elkaar te luisteren. Om samen te begrijpen wat de Bijbel zegt en hoe we dat vandaag op een verantwoorde manier in praktijk kunnen brengen.
7
De schets De gemeenteschets bestaat uit vier bijbelstudies. Eén voor de leeftijd van 12 tot 16, één voor 16 en ouder, en twee voor volwassenen. De vierde bijbelstudie bouwt verder op de derde. Het is dus de bedoeling dat de bijbelstudies voor volwassenen in de aangegeven volgorde worden behandeld. Er wordt niet geprobeerd antwoord te geven op alle vragen. Het zwaartepunt ligt op de bijbelse onderbouwing. Van daaruit kunnen in de bespreking praktische consequenties worden getrokken. De schets wordt aangeboden met de bede dat onze hemelse Vader door zijn Geest ons juist in die onderbouwing zal helpen elkaar te vinden. Dan zullen we ook in de concrete uitwerking in goede harmonie samen kunnen optrekken. In liefdedienst, als mannen en vrouwen. Joop Schreuder
Bijbelstudies voor jongeren 12 - 16
Bijbelstudie voor jongeren van 12 tot 16 jaar
Mannen en vrouwen die dienen Ds. J.J. Schreuder, Broerswetering 33, 3752 AL Spakenburg
[email protected], tel. 033 – 29 90 922
Mannen én vrouwen reisden mee met Jezus De Heer Jezus heeft een tijd lang van de ene plaats naar de andere gereisd om overal Gods goede nieuws te vertellen. Door zijn wonderen heeft Hij laten zien dat Hij de beloofde Verlosser is. De twaalf mannen die later apostel werden, gingen overal mee. Maar hoe ging dat eigenlijk met eten en drinken, als ze steeds onderweg waren? Wie zorgde daarvoor? Hoe kwamen ze aan onderdak? En er moesten toch ook kleren gewassen worden? Heel praktische dingen die gewoon nodig waren. Je zou je kunnen voorstellen dat ieder die meereisde, een deel van de huishoudelijke taken voor z’n rekening nam. Met de Heer Jezus trokken niet alleen mannen mee, maar ook vrouwen. Van een paar weten we de naam, van anderen niet. Bij hen hoorde Maria uit Magdala. Zij was bevrijd van zeven demonen die haar in hun macht hielden. Er waren ook rijke vrouwen bij, zoals Johanna, die getrouwd was met de rentmeester van Herodes (die over Galilea regeerde). Die vrouwen betaalden zelf de inkopen die gedaan moesten worden om de Heer Jezus en de anderen te verzorgen. Heel belangrijk werk, dat zij uit liefde deden (Lucas 8:13).
Vrouwen bij Jezus’ graf Lees Lucas 23:35 – 24:12 De groep vrouwen die met Jezus meereisden, komen we weer tegen als Lucas vertelt over het sterven en de opstanding van de Heer Jezus. Vragen: 1. Vergelijk de namen in Lucas 24:10 eens met die in Lucas 8:2-3. Wat lees je in Lucas 8:2,3 over Maria uit Magdala? En wat over Johanna? 2. We weten dus wel wat over deze Maria en Johanna. Kunnen we daardoor zeggen dat zij betrouwbare getuigen waren?
8
Bijbelstudies voor jongeren 12 - 16
De derde vrouw die in Lucas 24:10 genoemd wordt, is Maria, de moeder van Jakobus. Het kan goed zijn dat zij behoorde bij de naaste familie van Jezus. Vragen: 3. Wat willen de vrouwen voor Jezus doen? 4. Welke opdracht krijgen zij? 5. Kun je een reden bedenken waarom juist vrouwen de eerste getuigen mochten zijn van Jezus’ opstanding? 6. Zij gaan aan ‘de elf’ vertellen wat er is gebeurd. Wie zijn die elf? Wat voor werk geeft Jezus aan hen? Waarom zou de Heer voor dat werk alleen mannen hebben gekozen?
Dienen naar het voorbeeld van Jezus De Heer Jezus is voor ons naar de aarde gekomen. Hij kwam niet voor z’n eigen gemak. Hij is gekomen om te dienen. Hij heeft Zich klein gemaakt. Hij zocht mensen op die door anderen met de nek werden aangekeken. Hij had medelijden en bevrijdde van ziekte. Hij bevrijdde uit de macht van demonen en hielp mensen om God terug te vinden. Om ons te redden heeft Hij beledigingen en vreselijke pijn verdragen. Hij heeft zijn leven gegeven. De Heer Jezus vraagt van ons dat wij Hem volgen. We hebben allemaal de taak om in de kerk van elkaar te houden, als broers en zussen. Jezus zegt dat we niet hoogmoedig mogen zijn of op anderen neerzien. Want we hebben zelf alles van God gekregen. De Heilige Geest wil ons zo veranderen, dat we wel de minste willen zijn. Om elkaar te helpen. De Heer Jezus wil dat wij allemaal zijn voorbeeld volgen. Denk er maar eens aan dat Hij neerknielde om de voeten van zijn leerlingen te wassen. De apostelen van de Heer Jezus zijn eropuit getrokken om overal het nieuws over Hem te vertellen. Dat was soms gevaarlijk. Uiteindelijk zijn de meesten om hun geloof ter dood gebracht. Maar dat hadden ze voor hun Heer over. Waar kerken ontstonden, werden sommige mannen aangewezen om te zorgen voor de prediking en om leiding te geven aan de gemeente. Anderen gemeenteleden moesten zorgen dat de armen en de zieken goed werden geholpen.
Vrouwen in speciale dienst In het Nieuwe Testament lezen we ook over vrouwen die dienden. Bij het kruis van de Heer Jezus stonden vrouwen. Vrouwen waren de eerste getuigen van zijn opstanding. Maria, moeder van Johannes Marcus, had in Jeruzalem een groot huis dat ze openstelde voor de volgelingen van Jezus. Daar kon de gemeente samenkomen (Handelingen 12:12). Want de gemeente van Jeruzalem had in die tijd nog geen eigen kerkgebouwen. We lezen
9
Bijbelstudies voor jongeren 12 - 16 over een vrouw die Tabita heette. Zij deed veel om anderen te helpen, bijvoorbeeld kleren voor hen naaien (Handelingen 9:3643). In Filippi mochten Paulus en zijn medewerkers logeren bij een vrouw die Lydia heette (Handelingen 16:14-15). Het echtpaar Aquila en Priscilla gaf Paulus onderdak en zorgde later ervoor dat een man die Apollos heette, de Heer Jezus beter leerde kennen (Handelingen 18:1-3 en 24-26). We lezen over vier ongetrouwde zussen, dochters van Filippus, die de gave van profetie bezaten (Handelingen 21:9). Zij mochten dus boodschappen doorgeven die de Heilige Geest hun ingaf.
Werk voor iedereen in de kerk Dat waren zomaar een paar voorbeelden hoe gelovigen aan het werk gingen in de kerk, in dienst van de Heer Jezus. Mannen en vrouwen. Ieder op z’n eigen manier, met zijn eigen gaven. Maar ze wisten: dit is wat de Heer van ons wil. Kijk hoe dat staat in 1 Petrus 4:10-11: Laat ieder van u de gave die hij van God gekregen heeft, gebruiken om de anderen daarmee te helpen, zoals het goede beheerders van Gods veelsoortige gaven betaamt. Voert u het woord, laat dan Gods woorden doorklinken in wat u zegt. Helpt u anderen, doe dat dan vanuit de kracht die God u geeft. Want zo doet u alles tot eer van God, dankzij Jezus Christus, aan wie alle eer en macht toekomt, voor eeuwig. Amen. Vragen: 7. Kun je uit de Bijbel nog een andere naam noemen van een man en van een vrouw die zó God en hun naasten dienden, dat ze voor ons een voorbeeld zijn? 8. Ken je zo’n voorbeeld van een man en een vrouw in onze eigen tijd? 9. Welk werk zou jij in de kerk willen doen en waarom? 10. Maakt het voor het werk in de kerk uit of je jongen bent of meisje, man of vrouw?
Man en vrouw in het huwelijk God de HEER heeft ons gemaakt als mannen en vrouwen. En Hij heeft het huwelijk ingesteld als een band van liefde en trouw tussen één man en één vrouw. In een mooi huwelijk, zoals God het heeft bedoeld, houden man en vrouw van elkaar. Dat betekent dat ze er voor elkaar willen zijn, elkaar willen helpen in alle dingen. Liefde maakt dat je niet steeds denkt: ‘Wat word ik er beter van?’ Je wilt juist graag de ander gelukkig maken. En als je ziet dat de ander gelukkig is, word je daar zelf ook blij van.
10
Bijbelstudies voor jongeren 12 - 16 Verschillen De HEER heeft man en vrouw verschillend gemaakt. Het is duidelijk dat Hij het lichaam van de man zo heeft gemaakt dat hij vader kan worden. En het lichaam van de vrouw heeft Hij zo aangelegd dat ze in verwachting kan raken. Ze kan kinderen krijgen en kinderen de borst geven. Maar ook op een andere manier maakt God verschil. Hij wil dat de man in het huwelijk de teamleider is. Dat wordt vaak niet goed begrepen. Heel vaak hebben mannen hun vrouw ongelukkig gemaakt door de baas te spelen. Zij lieten hun vrouw het vervelende werk doen. Ze gaven haar de schuld als dingen niet goed gingen. Ook zijn vrouwen wel door hun man geslagen en vernederd. Daarom wordt nu vaak gezegd: het is beter dat man en vrouw precies gelijk zijn. Maar God wil het anders. Man en vrouw kúnnen niet precies gelijk zijn door de lichamelijke verschillen. Maar het is ook Gods bedoeling niet dat ze op andere punten precies gelijk zijn.
Gelijkwaardig Man en vrouw zijn voor God evenveel waard. Als je in de Heer Jezus gelooft, ben je Gods lieve kind. Zonder dat het iets uitmaakt of je man of vrouw bent. Mannen en vrouwen hebben alles van God gekregen. Daarom moeten mannen zich niet verbeelden dat ze belangrijker zijn dan vrouwen. We worden allemaal op dezelfde manier door de Heer Jezus gered. We mogen broer en zus zijn in het gezin van God. De Heilige Geest wil zo in ons werken, dat we de liefde van God niet alleen ontvangen, maar ook doorgeven. Zo mogen we op God gaan lijken.
De taken verschillen Mannen en vrouwen krijgen van God wel een verschillende taak. Niet dat de man alle beslissingen moet nemen. Nog minder dat hij de baas mag spelen. Het is zijn taak om net zoveel van zijn vrouw te houden als de Heer Jezus van zijn kerk houdt (dat kun je lezen in Efeziërs 5:22-27). Zoals de Heer Jezus bereid was álles te geven voor zijn kerk, zo moet de man bereid zijn er álles voor te geven dat zijn vrouw het goed kan hebben. Dus ook dat ze bij hem veilig is. En dat hij zorgt dat ze haar gaven goed kan gebruiken. Daarom moet een man ook heel goed naar zijn vrouw luisteren. Misschien is ze wel veel wijzer dan hij! Zij verdient waardering om wat zij allemaal kan. Toch moet hij de teamleider zijn. Dat betekent dat hij probeert het goede voorbeeld te geven. Door zijn eerbied voor God, en de liefde voor zijn naasten en vooral voor zijn eigen vrouw. Als er moeilijke beslissingen moeten worden genomen, moet hij, als dat nodig is, de knoop doorhakken. En dan niet zo dat hij er zelf het beste van afkomt. Hij hoort het beste te willen voor zijn vrouw, naar het voorbeeld van de Heer Jezus. En als er dingen in het huwelijk niet goed gaan, mag hij niet zijn vrouw de schuld geven. Want hij is als eerste verantwoordelijk. Als er problemen
11
Bijbelstudies voor jongeren 12 - 16 zijn, hoort hij dus de vraag op tafel te leggen: Wat gaan we doen om dit op te lossen? Als een man op deze manier hoofd is in het huwelijk, is het voor zijn vrouw niet moeilijk om trots op hem te zijn en hem graag te volgen.
Goed leiding geven is dienen Dat de man hoofd is in het huwelijk, kan tóch vernederend lijken voor de vrouw. Als een vrouw het gezag van haar man moet erkennen, staat ze toch onder hem? Dan moet zij hem toch dienen? De Heer leert ons dat anders te zien. We zijn allemaal geroepen om te dienen. Dat hoort ook bij het geven van leiding. Kijk maar naar de Heer Jezus. We staan allemaal onder zijn gezag. Hij is ons hoofd. Dat is voor ons niet vernederend. Het is juist fijn, want Hij zorgt voor ons. Doordat Hij ons leiding geeft, krijgen we alles wat we nodig hebben om te leven als kinderen van God. En het bijzondere is dat de Heer Jezus zelf ook onder gezag staat. Het gezag van zijn Vader. ‘God is het hoofd van Christus’, staat in 1 Korintiërs 11:3. Dat is voor Hem niet vernederend. Hij is één met zijn Vader. Toch heeft Hij zijn Vader tot het uiterste gehoorzaamd. Hij vond dat fijn (Johannes 4:34). Bij Hem zie je dat dienen en gelijkwaardig zijn kunnen samengaan. In een voetbalteam zijn de spelers gelijkwaardig, ook als één de leider is. Het is voor de spelers niet vernederend dat een ander leiding geeft. De leider hoort zijn werk zo te doen dat het hele team de beste prestatie levert. Een man die goed leiding geeft, helpt eraan mee dat zijn vrouw zich gelukkig voelt. En dat zij haar gaven goed kan gebruiken.
Liefde Het belangrijkste in elke relatie is liefde. Ik bedoel nu niet liefde als een romantisch gevoel. Maar zoals de Heer Jezus ons geleerd heeft: elkaar dienen. Hij hoort ons voorbeeld te zijn. Hij heeft voor ons angst en pijn willen lijden. Hij heeft zelfs álles weggegeven om ons gelukkig te kunnen maken. Als man en vrouw elkaar zo liefhebben, trekken ze niet allebei aan een andere kant van het touw, om zoveel mogelijk voor zichzelf binnen te halen. Maar ze vormen een diepe éénheid. Ze zoeken wat goed is voor de ander. Als je je partner gelukkig maakt, maak je ook jezelf gelukkig. Daarom moet je als man en vrouw leren om goed te kijken wat de ander nodig heeft. Dan vraag je niet steeds: hoe word ik er beter van? Maar: wat is goed voor mijn partner en voor ons samen? Deze liefde, in verbondenheid met de Heer Jezus, is het geheim van een gelukkig huwelijk.
12
Bijbelstudies voor jongeren 12 - 16 Elkaar dienen in het gezin Opdracht: een interview De Heer vraagt van ons dat we elkaar liefhebben. Dat begint in het gezin. Hoe is dat bij jou thuis? Dienen jullie elkaar thuis in liefde? Om over deze vraag na te denken, kiezen we de vorm van een interview. Vraag je eigen ouders of jij hun de vragen mag stellen. Natuurlijk kun je er ook voor kiezen om de vragen te stellen aan de ouders van je vriend of vriendin. Of aan je opa of oma. Of misschien iemand anders bij je in de kerk. Begin het interview met het lezen van Kolossenzen 3:18-21. En stel daar de vragen bij die hieronder staan. Je mag voor een deel of helemaal ook zelf vragen hierbij bedenken. Vragen voor interview 1. Wat verwacht de Heer van de vrouw in het huwelijk? Wat zou dat betekenen? 2. En hoe moet een man doen wat hier van hem gevraagd wordt? 3. Wat staat hier over de relatie tussen ouders en kinderen? 4. Waarom zou Paulus in vers 21 speciaal de vaders (niet de moeders) noemen? 5. Is het moeilijk is om te doen wat hier staat? Waarom wel of niet? 6. Lukt het om in het gezin met elkaar om te gaan zoals dat in deze tekst gezegd wordt?Wat zie je daarvan? 7. Waarom is het mooi als ouders en kinderen zo met elkaar omgaan? 8. Wat zou dit kunnen betekenen voor de tijd dat je verkering hebt? 9. Waarom is het belangrijk dat je verkering begint en trouwt met iemand die van de Heer Jezus houdt?
13
Bijbelstudies voor jongeren 12 - 16
Handreiking voor de leiders en leidsters De bedoeling van de eerste bijbelstudie is dat de jongens en meisjes nadenken over het dienen van elkaar. Bij het volgen van Jezus hoort dienen. Dat is de manier van omgaan met elkaar die Hij ons heeft geleerd. Hij zocht niet zijn eigen belang, zijn gemak en plezier. Hij heeft ons geleerd wat echte liefde is. Hij wilde ons redden en ons gelukkig maken voor altijd. Daarvoor heeft Hij pijn geleden en is Hij door de diepe ellende van de kruisiging heen gegaan. In het Nieuwe Testament zien we dat mannen en vrouwen achter Jezus aan gingen en ook in liefde God en elkaar gingen dienen. Probeer duidelijk te maken dat de Here wil dat wij allemaal zo aan het werk gaan. Maar wel allemaal verschillend. Je mag dienen met de speciale gaven die jij gekregen hebt. Daarbij maakt het ook verschil of je jongen of meisje bent. In het gezin en in de kerk zijn niet alle taken voor iedereen. God heeft de man erop aangelegd dat hij vader kan worden. Hij kan niet wat de moeder kan: een kind negen maanden bij zich dragen en een baby de borst geven. De taken als vader en moeder zijn verschillend. God heeft bij de schepping man en vrouw ongelijk gemaakt. Terwijl ze toch allebei kind van God zijn. Zo hebben man en vrouw in het huwelijk ook een verschillende taak. Juist omdat zij verschillend zijn, kunnen ze elkaar aanvullen en samen een diepe eenheid zijn. In de schets wordt verteld dat de man in het huwelijk de teamleider hoort te zijn. Dat betekent niet de baas spelen, maar juist vooropgaan in het dienen. Door eerstverantwoordelijke te zijn en een voorbeeld te geven van zelfverloochening. Zo nodig kun je hierbij verwijzen naar Efeziërs 5:25-28. Ook in de kerk is er verschil tussen mannen en vrouwen. De Here heeft bepaald dat de geestelijke leiding van de gemeente behoort te gebeuren door mannen. Dat staat in 1 Timoteüs 2:11-12. Ook in de kerk is de vrouw niet minder dan de man. We hebben allemaal alles wat we zijn en alles wat we kunnen, aan God te danken. Maar Hij wijst ons wel onze eigen plaatsen aan. Ook in de kerk is leiding geven een dienst die je bewijst: je zoekt niet je eigen belang of je eigen gemak, maar je kijkt wat de Heer wil en wat goed is voor je broeders en zusters. Je bent bereid om in dienst van je broeders en zusters zelf offers te brengen. Het interview aan het eind is gekozen als een werkvorm om dit allemaal praktisch te maken. Het is de bedoeling dat goed in beeld komt wat onderlinge liefdedienst in het huwelijk en in het gezin betekent. En in hoeverre de praktijk daaraan beantwoordt. Een alternatief voor het interview is dat de jongens en meisjes bij de tekst (Kol. 3:18-21) met behulp van de bijgevoegde vragen zelf een vragenlijstje opstellen en dat die vragen worden besproken in een gezamenlijke bijbelstudie van jongeren en volwassenen.
14
Bijbelstudies voor jongeren 16+
Bijbelstudie voor jongeren 16 +
Zo vullen we elkaar prachtig aan Ds. J.J. Schreuder, Broerswetering 33, 3752 AL Spakenburg
[email protected], tel. 033 – 29 90 922
Het huwelijksformulier Waarschijnlijk heb je wel eens in de kerk een trouwdienst meegemaakt. Als het goed is, heb je dan ook het huwelijksformulier horen voorlezen. Daarin staat een stukje over de verhouding in het huwelijk. Best kans dat er mensen bij waren die niet geloven. Die vonden dit misschien wel heel vreemd. Of zelfs hopeloos ouderwets. Dat stukje uit het huwelijksformulier vind je hieronder. Wanneer Gods Woord spreekt over de onderlinge verhouding in het huwelijk, komt allereerst de eenheid naar voren. Man en vrouw zijn aan elkaar gegeven om elkaar aan te vullen en te dienen, niet om elkaar te overheersen. Immers, man en vrouw zijn naar het beeld van God geschapen. Beiden delen in de liefde van Christus en beiden zijn erfgenamen van het eeuwige leven. Dit alles vraagt in het huwelijk om wederzijds respect, waarbij de liefdevolle trouw de toon aangeeft. Binnen deze eenheid hebben man en vrouw ook ieder een eigen plaats. De apostel Paulus brengt een diepe betekenis aan het licht, als hij hun relatie spiegelt aan die tussen Christus en zijn gemeente. Christus is het Hoofd van zijn gemeente en staat borg voor haar. Door Zichzelf helemaal te geven, heeft Hij haar liefgehad tot het uiterste. In navolging van Christus behoort de man met liefde en zelfverloochening hoofd te zijn van zijn vrouw. Als eerstverantwoordelijke moet hij haar voorgaan in het leven met de Here. Hij zal zorg dragen voor haar welzijn en haar geborgenheid geven. De vrouw bewaart van haar kant de eenheid door recht te doen aan de plaats van haar man. Zoals de gemeente zich aan Christus toevertrouwt en zich door Hem laat leiden, zo moet de vrouw zich toevertrouwen aan haar man en hem volgen in het dienen van de Here. Zij zal hem helpen bij alle dingen die naar Gods wil zijn, en liefdevol het leven met hem delen. Wanneer man en vrouw zo elkaar leren aanvaarden, leven zij niet ieder voor zichzelf. Zij zullen hoe langer hoe meer de eenheid van Christus en zijn gemeente weerspiegelen. (Gereformeerd Kerkboek, p. 788)
15
Bijbelstudies voor jongeren 16+
Vragen 1. Wat staat hier over de onderlinge eenheid: waarop is die gebaseerd? 2. Wat wordt gezegd over de eigen plaats van de man en die van de vrouw? 3. Wat zou je kunnen zeggen als een ongelovige die de huwelijksdienst heeft meegemaakt, zegt: ‘Dat is discriminatie. Man en vrouw zijn toch gewoon gelijk?’ 4. Hoe zou het zijn om zelf, als je getrouwd bent, zo als man en vrouw met elkaar om te gaan? Wat zou dat in de praktijk betekenen? 5. Hoe kun je in je verkeringstijd al iets beleven van de eenheid waarover het hier gaat?Hoe kun je elkaar aanvullen? 6. De man wordt in het huwelijk de ‘eerstverantwoordelijke’ genoemd. Hoe zou daarvan al iets te merken kunnen zijn op weg naar het huwelijk? Het huwelijksformulier verwijst hier naar Genesis 1:27 (de schepping), Galaten 3:28 en Efeziërs 5:21-33.
De schepping van man en vrouw: gelijkwaardig Al helemaal in het begin van de Bijbel lezen we dat God man en vrouw gelijke waarde geeft. Beiden zijn mens en beeld van God, kind in Gods gezin. Samen krijgen ze de opdracht om te heersen over de aarde, en in het bijzonder over de dieren. Samen krijgen ze in Gods zegen de opdracht om kinderen te krijgen en de aarde te bevolken. En als wordt verteld hoe God de vrouw maakte, ligt opnieuw de nadruk op de eenheid. Zij is zijn eigen gebeente en zijn eigen vlees. Daardoor kunnen zij ‘één lichaam worden’. Zij is een helper die bij hem past. In dat ‘helper zijn die bij hem past’ zit niets vernederends. Zij is niet een ‘hulpje’ om de akelige klusjes op te knappen. Ze mag hem aanvullen. Hij krijgt in haar wat hij zelf niet heeft. En dat krijgt hij van God, die zelf ook in de Bijbel ‘onze helper’ en ‘onze hulp’ wordt genoemd. Bijvoorbeeld in Psalm 121: ‘Mijn hulp komt van de HEER die hemel en aarde gemaakt heeft.’ Vragen (al dan niet bespreken in kleine groepjes): 1. Wat betekent de gelijkwaardigheid voor de manier van omgaan met elkaar in het huwelijk? Hoe vul je elkaar aan? Hoe kunnen man en vrouw laten merken dat ze elkaar waarderen? Wat merk je bij jou thuis daarvan? Betrek hierbij wat Petrus schrijft, in 1 Petrus 3:7: U, mannen, moet verstandig omgaan met uw vrouw, die brozer is dan u. Behandel haar met respect, want zij deelt samen met u in de genade van het nieuwe leven. Dan staat niets uw gebeden in de weg. 2. En welk argument voor de gelijkwaardigheid vind je in Galaten 3:28? Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen één in Christus Jezus.
16
Bijbelstudies voor jongeren 16+ Lees hierbij Galaten 3:25-29. Het gaat over wat wij ontvangen door het geloof in Christus Jezus: Wat is dat? Paulus bedoelt niet dat alle onderlinge verschillen vervallen. Slaven kwamen niet automatisch vrij als ze tot geloof kwamen. Onderscheid tussen man en vrouw is gebleven. Joden kregen, om zo te zeggen, niet opeens hetzelfde paspoort als nietJoden. Maar voor allemaal is er één weg tot behoud. Ze worden allemaal als kind opgenomen in Gods gezin. Daarom mag niemand op een ander neerzien. We zijn gelijkwaardig. Daarom kunnen we elkaar prachtig aanvullen en zo elkaar dienen.
Vanaf het begin ook verschillend Man en vrouw zijn wel gelijkwaardig gemaakt, maar niet gelijk. Hun lichaam is verschillend, met het oog op hun verschillende taak, om vader en moeder te kunnen worden. In Genesis lezen we nog meer over verschillen: Eerst is de man gemaakt. Hij is het die de opdracht krijgt om de tuin van Eden te bewerken en erover te waken (dus beschermen tegen dreigend gevaar!). Aan hem vertelt God dat het verboden is om te eten van de boom van de kennis van goed en kwaad. De vrouw wordt zijn helper (niet andersom). Hij geeft haar een naam (niet andersom). In de ‘gouden regel van het huwelijk’ krijgt hij het initiatief: ‘Zo komt het dat een man zich losmaakt van zijn vader en moeder en zich hecht aan zijn vrouw, met wie hij één van lichaam wordt.’ Hoewel de vrouw als eerste van de verboden vrucht eet, wordt de mán ter verantwoording geroepen. Hij was bij zijn vrouw en hij had de zonde moeten voorkomen. Man en vrouw zullen wel samen de gevolgen dragen van wat ze gedaan hebben. Maar dat de hele aarde gaat lijden, is omdat de man naar zijn vrouw luisterde en van de verboden boom nam. Dit wordt in het Nieuwe Testament onderstreept. Het is aan Adam (en niet aan zijn vrouw) te wijten dat de zonde in de wereld kwam, en door de zonde de dood. In plaats van de eerste Adam, die het allemaal voor ons bedorven heeft, moest er een Ander komen die het voor ons allemaal bij God in orde maakte. Een Mens. Een Man. Jezus Christus. (Paulus schrijft hierover in Romeinen 5:12-21). Blijkbaar heeft God dus vanaf het begin gewild dat de man de eerste verantwoordelijkheid zou dragen. Hij moest leiding geven. Niet in de negatieve zin dat hij de baas zou spelen. Zoiets paste niet bij een paradijs waar alles goed was. Hij moest in liefde de teamleider zijn. Dat betekent: vooropgaan in het liefhebben en gehoorzamen van hun Schepper. Zich als eerste ervoor verantwoordelijk weten dat er niets slechts zou binnenkomen in de tuin van Eden. En in liefde ervoor zorgen dat zijn vrouw zich zou kunnen ontplooien. Dus haar welzijn bevorderen. Die manier van leiding geven kon prachtig samengaan met de gelijkwaardigheid van man en vrouw. Door goed leiding geven wordt ook de eenheid bewaard.
17
Bijbelstudies voor jongeren 16+
Gelijkwaardigheid en onderscheid in het Oude Testament Vanaf de zondeval is er veel mis in de onderlinge relatie tussen man en vrouw. Mannen hebben vaak misbruik gemaakt van hun kracht en hun gezag. Vrouwen hebben daar dikwijls onder geleden. In plaats van wederzijdse liefde werd vaak het eigen belang vooropgezet. We vinden daar voorbeelden van in de geschiedenissen van het Oude Testament (o.a. Lamech in Genesis 4:19; Jakob in de relatie tot zijn vrouwen, Genesis 29,30; de geschiedenis van Juda en Tamar in Genesis 38; het optreden van de Leviet in Rechters 19:25). De werkelijkheid was vaak niet zoals God die wilde. Gods bedoeling bleef een liefdevolle combinatie van gelijkwaardigheid en onderscheid. Die combinatie komen we tegen in het boek Hooglied en in Spreuken. Opdracht over Hooglied 4:8-16 Lees deze verzen Het boek Hooglied bestaat uit liefdesliederen, waarin om de beurt ‘hij’ en ‘zij’ aan het woord komen. De vorm van poëzie staat ver af van wat wij gewend zijn in onze tijd. Maar als je je erin verdiept, kun je merken met hoeveel respect ‘hij’ over ‘haar’ spreekt, bijvoorbeeld in Hooglied 4:8-15. En hoe ‘zij’ als gelijkwaardige partner optreedt. Zij is het die hem nodigt omdat ze zich helemaal aan hem wil geven (4:16). Voor hem wil zij geen ‘besloten hof’ of ‘gesloten tuin’ zijn. Vragen: a. Waarom zou hier de beeldspraak gebruikt worden van een paradijselijke tuin, en heerlijke geuren die met de wind meekomen? b. Wat valt je op in wat ‘hij’ en ‘zij’ tegen elkaar zeggen?
Opdracht over Spreuken 31:10-31: een supervrouw Lees deze verzen In Spreuken 31:10-31 wordt als het ware het plaatje getoond van de ideale vrouw. Het is duidelijk dat man en vrouw verschillende posities innemen. Maar even duidelijk is dat deze vrouw door haar man en haar zoons op handen wordt gedragen. Vragen: c. Waaruit blijkt onderlinge liefde en respect? d. Hoe zijn de taken verdeeld? Werkt deze vrouw alleen thuis? e. Welke ruimte is er voor deze vrouw om zich te ontplooien? f. Waarom is ontzag voor de HEER zo belangrijk om ‘ideale vrouw’ te kunnen zijn?
18
Bijbelstudies voor jongeren 16+ Onderscheid in taken in de tijd van het Oude Testament In het Oude Testament kom je in allerlei taken mannen en vrouwen tegen. Maar er is wel verschil. We lezen over wijze mannen en vrouwen. Er zijn profeten en profetessen. De meeste leiders in het boek Rechters zijn mannen. Maar Debora wordt met ere genoemd, als rechter en als profetes. De koningen in Israël en Juda waren mannen, met uitzondering van de goddeloze koningin Atalja. Daarentegen wordt de koningin van Seba door Jezus zelfs als een voorbeeld genoemd (Matteüs 12:42). De priesters in dienst van de HEER waren altijd mannen. In dit verband is het belangrijk om daarbij in gedachten te houden dat de priesters niet alleen de taak hadden om offers te brengen. Ze moesten ook onderwijs geven in de wet van de HEER. Gelijkwaardigheid en onderscheid in het Nieuwe Testament De komst van Christus op aarde en de uitstorting van de Heilige Geest zijn van grote betekenis voor de onderlinge relatie tussen man en vrouw. De Heilige Geest wordt in overvloed gegeven aan jongeren en ouderen, mannen en vrouwen. Voor Pinksteren was er een enkeling profeet, nu mogen ze allemaal woorden van God doorgeven (Handelingen 2:17-18). In het Nieuwe Testament treffen we vrouwen aan in allerlei diensten. In 1 Timoteüs 5 komen we weduwen tegen die klaarblijkelijk werden aangesteld in een speciale taak in de kerk (die daar niet precies wordt omschreven; de taak kon mogelijk variëren, afhankelijk van wat er nodig was). In Romeinen 16 worden vrouwen met ere genoemd om het werk dat zij doen in de gemeenten. Je kunt zeggen dat het Nieuwe Testament een dikke streep zet onder de gelijkwaardigheid van man en vrouw. Maar tegelijk blijft er ook het onderscheid. In 1 Korintiërs 11:2-16 schrijft Paulus over de hoofdbedekking van de vrouw. Een praktisch onderwerp, maar met een principiële lading. Waar het om gaat, is dat Paulus niet wil dat vrouwen in de manier waarop ze zich kleden, gaan doen alsof er in de kerk geen onderscheid meer is tussen man en vrouw. Paulus houdt vast aan hun gelijkwaardigheid: ‘Want zoals de vrouw uit de man is voortgekomen, zo bestaat de man door de vrouw – en alles is ontstaan uit God.’ Maar hij schrijft ook: ‘Christus is het hoofd van de man, de man het hoofd van de vrouw en God het hoofd van Christus.’
Gelijkwaardigheid en onderscheid in het huwelijk Dezelfde twee lijnen vinden we in het Nieuwe Testament als het gaat over het huwelijk. De onderlinge eenheid en gelijkwaardigheid komen naar voren in 1 Korintiërs 7:3-4: ‘En een man moet zijn vrouw geven wat haar toekomt, evenals een vrouw haar man. Een vrouw heeft niet zelf de zeggenschap over haar lichaam, maar haar man; en ook een man heeft niet zelf de zeggenschap over zijn lichaam, maar zijn vrouw.’ Ook de apostel Petrus komt op voor de waardering die de vrouw verdient: ‘U, mannen, moet verstandig omgaan met uw vrouw, die brozer is dan u. Behandel haar met respect, want zij deelt samen
19
Bijbelstudies voor jongeren 16+ met u in de genade van het nieuwe leven. Dan staat niets uw gebeden in de weg.’ Maar onderscheid in positie blijft er. Petrus schrijft dat vrouwen het gezag van hun man moeten erkennen. En bij Paulus lezen we: ‘Vrouwen, erken het gezag van uw man als dat van de Heer, want een man is het hoofd van zijn vrouw, zoals Christus het hoofd is van de kerk, het lichaam dat hij gered heeft.’ (1 Petrus:1-7 en Efeziërs 5:22-23).
Niet alle taken ook voor de vrouw De lijn van gelijkwaardigheid en onderscheid wordt doorgetrokken naar de vervulling van taken in de kerk. Vrouwen mogen net als mannen kind zijn in Gods gezin. Maar het dragen van eindverantwoordelijkheid door het geven van onderwijs en geestelijke leiding wordt, als het gaat over de gemeente als geheel, opgedragen aan mannen. Op een bepaald moment moeten vrouwen in de samenkomsten zwijgen, lezen we in 1 Korintiërs 14:34. Uit het verband valt af te leiden dat dat is als profetie moet worden beoordeeld. Wat is waar, wat is niet waar? Hoe wil de Heer dat er nu gehandeld zal worden? Wat is wel of niet de zuivere leer van het geloof? Dat zijn vragen waarover blijkbaar alleen mannen uitspraak mogen doen. We lezen iets dergelijks in 1 Timoteüs 2:12. In de vergadering van de gemeente staat Paulus het een vrouw niet toe dat ze zelf onderwijst of gezag over mannen heeft. Als hij in het volgende hoofdstuk aanwijzingen geeft over het werk van opzieners, blijkt dan ook dat hij alleen het oog heeft op mannen. In allerlei diensten in de nieuwtestamentische kerk treffen we vrouwen aan. Maar de oudsten, of de opzieners, die aan de gemeente als geheel leiding en onderwijs geven, zijn mannen.
Vragen en werkvormen: 1. Zou je zelf graag het werk willen doen van diaken, ouderling of predikant? Waarom wel/niet? (Het is de bedoeling dat zowel de jongens als de meisjes deze vraag ieder voor zichzelf beantwoorden.) Werkvorm (voor de grote groep): Kies voor een van de twee volgende vragen (of voor beide) de volgende werkvorm: Ga tegenover elkaar zitten. Bespreek de vraag met degene die tegenover je zit. Schuif na twee minuten allemaal een plaats op naar links en ga weer in gesprek. Doe dit tot je weer tegenover degene zit met wie je begonnen bent. Noteer je suggesties. (Leg goede suggesties voor aan jullie kerkenraad!) 2. Wat lijkt jou de mooiste taak om voor je rekening te nemen in de kerk? 3. Hoe zouden vrouwen meer dan nu het geval is, kunnen worden ingeschakeld in de kerk?
20
Bijbelstudies voor jongeren 16+ Bespreek de volgende vragen in kleine groepjes van 4 à 5 personen: 4. Zouden vrouwen ook huisbezoek kunnen afleggen, catechisatie geven, in de kerkdienst voorlezen uit de Bijbel of voorgaan in het gebed? Wat zouden ze vandaag niet mogen, als we 1 Timoteüs 2:12 in rekening brengen? 5. In de kerk behoren we allemaal ons in te zetten om elkaar te dienen. Waarom eigenlijk? 6. Ken je een man of een vrouw die voor jou een voorbeeld is door zijn of haar dienende houding? Het belangrijkste is de liefde Uit liefde kwam de Heer Jezus naar ons toe. Om ons te redden heeft Hij Zich tot het uiterste vernederd. Hij was bereid om uitgelachen te worden en gegeseld. Hij heeft Zich aan een kruis laten spijkeren. Hij is ons hoofd, onze koning. Hij is ook ons grote voorbeeld. Hem volgen is willen dienen en liefde willen geven. Dat geldt voor alle taken, in het huwelijk en in de kerk. Ook leiding geven en gezag dragen kunnen alleen op een goede manier gebeuren, als liefde de motor is en we elkaars welzijn op het oog hebben. Het medicijn tegen misbruik van gezag en zelfzuchtig bezig zijn in het vervullen van taken is niet dat we alles gelijkschakelen. Maar dat we ons op de plaats die de Heer ons aanwijst, liefdevol en bescheiden inzetten. Als verantwoordelijkheid dragen en gezag oefenen in het huwelijk en in de kerk zó worden ingevuld, kan ook daarin de zegen van God worden ervaren. Kijk hoe de Heer Jezus ons hoofd is, onze grote leider: Hij heeft zijn kerk liefgehad en Zich voor haar prijsgegeven. Die liefde, die voor de ander offers wil brengen, is altijd het belangrijkste. ‘Zo moeten mannen hun vrouw liefhebben, als hun eigen lichaam’ (Efeziërs 5:28). Onderherders in de kerk krijgen als opdracht: ‘Stel u niet heerszuchtig op tegenover de kudde die aan u is toevertrouwd, maar geef het goede voorbeeld’ (1 Petrus 5:3). En voor ons allemaal geldt: ‘Had ik de liefde niet, ik zou niets zijn’(1 Korintiërs 13:2).
Werkvormen voor bespreking in kleine groepjes (van 4 à 5 personen) 1. Korte schrijfronde Hoe komt het dat we onder gezag staan toch gemakkelijk ervaren als iets vernederends? Schrijf allemaal je antwoord op, vergelijk dan alle antwoorden met elkaar en praat daarover door. Je kunt hierbij kijken naar wat er in de schets van jongeren 12-16 staat over ‘Goed leiding geven is dienen’ (p. 9). 2. Stelling Liefdevol leiding geven in het huwelijk en in de kerk kost offers. Bespreek deze stelling, noem voorbeelden en vergelijk die met elkaar.
21
Bijbelstudies voor jongeren 16+ 3. Schrijfronde Wat zou het concreet betekenen dat de man zijn vrouw moet liefhebben als zijn eigen lichaam? En dat hij voor haar moet zorgen zoals hij zijn eigen lichaam voedt en verzorgt? (Efeziërs 5:28-29). Noteer eerst voor jezelf een antwoord. Geef je papier door naar je linkerbuurman/vrouw die daarop reageeert. Geef opnieuw door en ieder noteert opnieuw, tot je je eigen antwoord weer voor je hebt. Vergelijk de reacties en praat er verder over door. 4. Stelling Ook als ‘single’ kun je je gaven inzetten in de kerk. Bespreek deze stelling en noem voorbeelden.
22
Bijbelstudies voor volwassenen
Bijbelstudie volwassenen over Efeziërs 5:21-33
A. Gezag binnen het huwelijk? Ds. J.J. Schreuder, Broerswetering 33, 3752 AL Spakenburg
[email protected], tel. 033 – 29 90 922
Geldt dit nog zo voor vandaag? • Vrouwen, erken het gezag van uw man als dat van de Heer. • Een man is het hoofd van zijn vrouw, zoals Christus het hoofd is van de kerk. Wat moeten we met deze en soortgelijke bijbelteksten? In grote lijnen zijn er twee standpunten, met verschillende argumenten: 1. Dit gold voor toen, niet voor vandaag. Want: • Vrouwen hadden in het algemeen in die tijd minder scholing dan mannen. • Zo waren de verhoudingen toen in de samenleving, en Paulus schrijft dit zo omdat hij de verkondiging van het evangelie niet in de weg wil staan. • In ditzelfde verband gaat het ook over slaven en hun meesters. Wij hebben de slavernij afgeschaft. Zo zijn we ook niet gebonden aan wat hier staat over man en vrouw in het huwelijk. • De Heilige Geest kan ons leiden naar diepere inzichten dan men had in de tijd van de apostelen. Man en vrouw zijn voor God gelijk. Daarom moeten we deze teksten niet meer letterlijk toepassen. 2. Dit geldt nog wel voor vandaag. Want: • Vanaf het begin heeft God man en vrouw verschillend gemaakt en een eigen taak en positie gegeven. • Paulus beroept zich niet op wat in de samenleving gebruikelijk is, maar legt verband met de relatie tussen Christus en zijn kerk. • De vergelijking met slavernij gaat niet op. Die is niet met de schepping ingesteld. Paulus schrijft dat slaven die vrij kunnen worden, die kans moeten benutten (1 Kor. 7:21).
Op weg naar antwoorden Deze bijbelstudie loopt via de volgende lijnen. Eerst lezen we Efeziërs 5:21-33 en letten we op het verband waarin Paulus dit schrijft. De vragen daarbij zijn bedoeld om goed in ons op te
23
Bijbelstudies voor volwassenen nemen wat er staat. Nog zonder toepassingen te zoeken voor vandaag. Dan komen algemene vragen aan bod over de uitleg. Dat zijn vragen die telkens gesteld worden in verband met dit onderwerp. Pas daarna is de weg vrij om concreet in te gaan op de betekenis voor ons. Vragen bij Efeziërs 5:21-33. Lees eerst dit bijbelgedeelte zorgvuldig door. 1. Wat valt je op en wat vind je onduidelijk? 2. Wat valt je op bij wat Paulus zegt over de vrouw in relatie tot haar man? En bij wat hij zegt over de relatie van de man tot zijn vrouw? 3. Hoe leg je het ‘uit eerbied voor Christus’ uit in vers 22 (in de NBG-’51: ‘als aan de Here’)? 4. Hoe schat je in wat van de man en wat van de vrouw gevraagd wordt: is het even moeilijk of is er verschil? Waarom denk je dat? 5. Paulus schrijft hier niet over de ‘rechten en plichten’ van man en vrouw, maar spreekt man en vrouw aan op wat Christus van elk van hen verwacht (plicht). Is er een reden voor te bedenken dat hij het zó doet? 6. Hoe legt Paulus verband tussen de huwelijksrelatie en de relatie tot Christus? 7. Waarom is het geen goed argument als wordt opgemerkt: ‘Er zijn wel meer dingen die in de Bijbel staan, die we vandaag niet meer doen. Dus hoeven we ons hier ook niet aan gebonden te weten.’
Het grotere verband: Laat de Geest u vervullen Paulus schrijft aan christenen. Zij zijn door God uitgekozen en geadopteerd als zijn kinderen. Ze hebben vergeving van hun zonden door het offer van de Heer Jezus. En de Heilige Geest is hun gegeven als voorschot op wat nog komen gaat (Ef. 1:3-14). Toch schrijft de apostel: ‘Laat de Geest u vervullen’ (Ef. 5:18). Zij moeten bidden dat de Heilige Geest nog meer beslag op hen legt en zich helemaal voor Hem openstellen. Waar dat gebeurt, groeit hun blijdschap dat zij bij God mogen horen en groeit hun bereidheid om te dienen. Wat Paulus noemt in vers 19-21, is in feite gevolg van het vervuld zijn met de Heilige Geest: ‘En zing met elkaar psalmen, hymnen en liederen die de Geest u ingeeft. Zing en jubel met heel uw hart voor de Heer en dank God, die uw Vader is, altijd voor alles in de naam van onze Heer Jezus Christus. Aanvaard elkaars gezag uit eerbied voor Christus.’ Opdracht. Vergelijk de vertalingen en beantwoord de bijbehorende vragen. In de NBG-’51 wordt duidelijker dan in de NBV hoe vers 19, 20 en 21 nog afhangen van de opdracht ‘wordt vervuld met de Geest’. In de Statenvertaling (SV) is dit nog duidelijker.
24
Bijbelstudies voor volwassenen De NBV maakt door bij vers 21 een nieuwe perikoop te beginnen die doorloopt tot 6:9, iets anders weer duidelijker. De opdracht om elkaar onderdanig te zijn wordt uitgewerkt naar drie kanten: de relatie man-vrouw in het huwelijk, de relatie ouders-kinderen, de relatie slaven-meesters. a. Waarom is het verband met hoofdstuk 5:18 belangrijk? b. Kun je uitleggen dat wat Paulus opdroeg aan mannen, vrouwen, ouders, kinderen, slaven en heren, eigenlijk alleen kon worden uitgevoerd als zij vervuld waren met de Heilige Geest?
‘Aanvaard elkaars gezag’ – dus allemaal evenveel? Vers 21 vraagt nog aparte aandacht. Als het ’t werk is van de Heilige Geest dat we elkaars gezag aanvaarden (NBV) of elkaar onderdanig zijn (NBG-’51, SV), betekent dat dan dat alle posities gelijk zijn? Dit wordt soms wel beweerd: als we allemaal elkaars gezag moeten aanvaarden, dan is dat dus wederzijds. Dan geldt dat voor iedereen op dezelfde manier. Het verband maakt duidelijk dat Paulus dat niet bedoelt. Want hij betrekt dit niet alleen op de huwelijksrelatie, maar ook op de relatie tussen ouders en kinderen en de relatie tussen slaven en hun meesters. Paulus moet bedoelen dat we ons, geleid door de Heilige Geest, stellen onder degene die in de betreffende relatie leiding geeft. Als het wederzijds aanvaarden van gezag zou betekenen dat er geen verschil in positie is, dan zou er helemaal geen gezag zijn. Dan zouden ouders ook hun kinderen net zo moeten gehoorzamen als de kinderen hun ouders. De bedoeling moet zijn dat we uit eerbied voor God en voor Christus in de betreffende posities op de daarbij passende manier gezag over ons moeten accepteren.
Het is verleidelijk om nu te gaan praten over de vraag óf en eventueel hóe we wat Paulus hier schrijft, vandaag moeten toepassen. Geldt dit onveranderd voor ons? Wat betekent dat concreet? We zullen dan aanlopen tegen vragen die beter nu eerst aan de orde kunnen komen.
De slavernij is toch ook afgeschaft? Kunnen we zeggen dat mannen nu geen gezag meer behoren te hebben over de vrouw, net zoals we ook geen slaven meer hebben? Wat Paulus schrijft in Efeziërs 6:5-9 hoort bij een tijd die slaven kende. Ze waren er ook in de kerk: christenslaven en christenslaveneigenaren. Zij krijgen instructies hoe ze zich in die verhoudingen moeten gedragen. Die instructies gelden zo niet meer voor ons, al kunnen we er nog steeds veel van leren. Het is verkeerd om met een beroep op deze verzen te zeggen dat ook wat Paulus eerder schrijft over de relatie tussen man en
25
Bijbelstudies voor volwassenen vrouw, niet meer voor ons geldt. Want er zijn belangrijke verschillen. De slavernij is nooit door God ingesteld. Hij heeft alleen regels gegeven hoe men zich moest gedragen als men met slavernij te maken had. Men heeft zich wel op de Bijbel beroepen om de slavernij te verdedigen, maar met onjuiste argumenten. God heeft op het ontvoeren en vervolgens verkopen van mensen de doodstraf gesteld (Ex. 21:16). En het gebod om je naaste lief te hebben als jezelf is heel duidelijk. De slavernij is afgeschaft. Het huwelijk niet. En dat mag ook niet, want dat is een instelling van God. Daarmee komen we bij de volgende vraag.
Heeft God vanaf het begin aan man en vrouw een eigen positie gegeven? Heeft God toen alles nog goed was, aan man en vrouw een verschillende positie toegekend en die als blijvend bedoeld? Hier is veel meer over te zeggen dan in de schets mogelijk is. Uitvoeriger is hierover te lezen in de literatuur die aan het eind van de schets genoemd wordt. Ik verwijs hierbij ook graag naar het boekje Dienende mannen en vrouwen, dat ik als achtergrond bij deze gemeenteschets schreef. God maakt de eerste man en vrouw principieel anders dan al het andere van zijn schepping. Zij mogen beeld van God zijn. Zij vertegenwoordigen Hem in het zorgen voor zijn schepping. In alles behoren ze naar Hem te verwijzen. Man en vrouw zijn kind van God en zo op een unieke manier broer en zus. Ze mogen elkaar zo aanvullen dat ze samen compleet kunnen zijn; een prachtige eenheid. Daarmee is hun onderlinge verhouding vastgelegd als gelijkwaardig. Maar binnen die gelijkwaardigheid zijn ze ook verschillend. Alleen omdat ze verschillend zijn, kunnen ze elkaar aanvullen en zo een nieuwe diepe eenheid vormen. Het lichaam van de man is aangelegd op het verwekken van kinderen. Dat van de vrouw op het kunnen ontvangen, voortbrengen en voeden van kinderen. De man wordt als eerste geschapen. Hij krijgt de opdracht om de tuin van Eden te bewerken en te bewaken. Aan zijn adres klinkt het verbod om te eten van de boom van de kennis van goed en kwaad. Het is de man die zijn vrouw haar naam geeft. In de ‘gouden regel van het huwelijk’ (Gen. 2:24) krijgt de man het initiatief. Na de val in zonde wordt de man als eerste ter verantwoording geroepen. Hoewel de vrouw als eerste gezondigd heeft, komen de verschrikkelijke gevolgen van de val in zonde er om de ongehoorzaamheid van de man. Om hem komt Gods vloek over de aarde. Het is zijn zonde die ons allemaal wordt toegerekend (Rom. 5:12-21). Hij heeft op het beslissende moment geluisterd naar zijn vrouw, in plaats van gehoorzaam aan God aan haar goede leiding te geven.
26
Bijbelstudies voor volwassenen Hieruit blijkt dat God aan Adam een andere positie heeft toegekend dan aan zijn vrouw. Hij is als eerste verantwoordelijk. Terwijl man en vrouw beiden beeld van God zijn en daarmee gelijke waarde hebben voor God, moet de man blijkbaar leiding geven. Hij is de teamleider.
Niet om het misbruik van alle gezag af willen Altijd weer hebben mensen gezag misbruikt om macht te oefenen en zichzelf te bevoordelen ten koste van anderen. Overheden hebben vaak zichzelf verrijkt. Ouders hebben hun kinderen liefde en goede leiding onthouden. Mannen hebben door misbruik van hun fysieke overwicht en gezag hun vrouw ongelukkig gemaakt. Misbruik van gezag moet ons er niet toe brengen dat gezag maar te willen afschaffen. Burgers hebben een overheid nodig die leiding geeft, kinderen de sturing van hun ouders. Iets dergelijks geldt ook voor de onderlinge verhouding in het huwelijk. Daarbij moeten we wel in rekening brengen dat, wanneer we hier het woord ‘gezag’ gebruiken (zoals we dat ook tegenkomen in de NBV in Ef. 5:21-22), dat woord een eigen inhoud heeft. Gezag van de overheid is heel anders dan ouderlijk gezag. Gezag van ambtsdragers is weer heel anders dan het teamleiderschap van de man in het huwelijk. Gezag oefenen is naar Gods bedoeling iets anders dan de baas spelen. Zelfs waar mensen niet in God geloven, is er algemeen wel het besef dat bijvoorbeeld in een bedrijf goed leiding geven betekent dat je niet alleen het goede zoekt voor je bedrijf, maar ook voor je personeel. Je zorgt dat mensen zich kunnen ontplooien, je zoekt oplossingen voor knelpunten en je weet dat je verantwoordelijk bent als dingen niet goed gaan.
Gezag van de man over de vrouw: vernederend? De HEER leert ons dat goed leiderschap dienend leiderschap is, gedreven door eerbied voor God en liefde voor de naaste. Hij leert ons ook dat het niet vernederend is om onder leiding te staan. Dat is het duidelijkst in onze relatie tot Christus. Christus’ leiding over ons biedt ons geborgenheid en maakt het mogelijk dat we ons ontplooien als kinderen van God. En Christus staat op zijn beurt onder het gezag van zijn Vader. Ook al zijn binnen Gods Drieeenheid Vader, Zoon en Heilige Geest volstrekt gelijkwaardig, in hun onderlinge relatie is er wel verschil in positie. God de Zoon blijft altijd de Zoon. Het is zijn eer dat Hij zijn Vader tot het uiterste heeft gehoorzaamd. In die gehoorzaamheid vond Hij zijn diepe vreugde (Joh. 4:34). Dat kan omdat de relatie tussen Vader, Zoon en Heilige Geest een relatie is van volmaakte onderlinge liefde. De apostel Paulus legt een verband tussen die relatie binnen Gods Drie-eenheid en de onderlinge relatie in het huwelijk. Hij spreekt over de man als hoofd van de vrouw, parallel met hoe Christus het hoofd is van de man en God het hoofd is van Christus (1 Kor. 11:3). Wanneer de relatie man-vrouw wordt ingevuld op die manier, kán dat voor de vrouw niet vernederend zijn. Net zomin als het voor de man vernederend is dat hij Christus als zijn hoofd heeft en het voor Christus vernederend is dat God zijn hoofd is. Het gezag
27
Bijbelstudies voor volwassenen krijgt hier een heel positieve invulling. Dat blijkt ook in Efeziërs 5:28-29, waar Paulus schrijft wat de taak is van de man ten opzichte van zijn vrouw, naar het voorbeeld van Christus. Dit is een soort leiding die tot het uiterste het goede voor de ander wil zoeken.
Leidt de Heilige Geest ons zo dat we ons niet meer aan deze aanwijzingen hoeven houden? Zou het zo kunnen zijn dat de Heilige Geest ons een verdiept inzicht geeft, waardoor we als het ware boven de concrete aanwijzingen in Efeziërs 5 uitkomen? Dit wordt soms wel gezegd. En daarbij wordt dan wel een beroep gedaan op wat Paulus schrijft in Galaten 3:28: ‘Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen één in Christus Jezus.’ Als we wat hier staat, in de diepste betekenis toepassen op vandaag, betekent dat dan niet dat we vérder komen dan Paulus in Efeziërs 5? Moeten we dan niet zeggen dat alle onderscheid tussen man en vrouw vervalt? Deze argumentatie is niet sterk. Want de apostel kan niet bedoelen dat alle verschillen tussen Joden en Grieken zijn opgeheven. Verschillen in nationaliteit zijn er nog steeds. Zo blijven ook de lichamelijke verschillen tussen man en vrouw. Hij schrijft dat zij één zijn; niet dat ze nu in alle opzichten gelijk zijn. ‘Eén’ betekent hier: op dezelfde manier door Christus gered. In de weg van geloof in Hem en uit pure genade. Samen nu één gezin van God, als broers en zusters die recht hebben gekregen op dezelfde eeuwige erfenis. Zoals gelovige ouders en kinderen zich nu één mogen weten in Christus, en er toch verschil blijft in positie, zo heft de eenheid in Christus ook in het huwelijk niet alle verschillen op. De Heilige Geest maakt dat we steeds meer willen leven zoals God dat bedoeld heeft. Maar het is onmogelijk dat de Heilige Geest Zich losmaakt van de scheppingsbedoeling van God. Hij maakt het juist mogelijk dat wij meer volgens die ordening kunnen gaan leven. Daarom wil Hij wel misbruik wegwerken van onze door God aangewezen posities, maar niet die posities zelf veranderen. Zoals ook de Heer Jezus zelf, in zijn onderwijs over het huwelijk, terugging naar Gods bedoeling vanaf het begin. Dat is voor ons nog altijd richtinggevend (Mat. 19:8). Ten diepste is hier Gods Drie-eenheid in geding. De Zoon van God en de Heilige Geest trekken niet ieder een eigen spoor. We worden niet verlost van Gods scheppingsordening, maar van wat door onze zonde in de schepping bedorven is.
Wat betekent het verschil in cultuur hier? Ook over deze vraag valt veel meer te zeggen dan mogelijk is in het kader van de schets. Maar een paar punten zijn in elk geval in dit verband belangrijk. Wat Paulus hier schrijft, is niet alleen bedoeld voor de christenen in Efeze in die tijd. Wat de apostel Petrus in 1 Petrus 3:1-7 schrijft aan kerken in een veel groter gebied (zie 1 Petr. 1:1), is wezenlijk
28
Bijbelstudies voor volwassenen hetzelfde. Het kan dus niet zo zijn dat Paulus dit alleen geschreven heeft als antwoord op misstanden in Efeze. Omdat daar onder invloed van de verering van de godin Artemis vrouwen een leidende rol zouden spelen. Uit Efeziërs 5:21-33 blijkt nergens dat de apostel alleen iets wil zeggen voor dat moment en die plaats. Hij spreekt in algemene termen en brengt de relatie tussen man en vrouw in verband met de relatie tussen Christus en zijn kerk. En dat is juist wat blijft en algemeen geldig is. Ook aan de kerk van Korinte schrijft hij dat de man het hoofd is van de vrouw (1 Kor. 11:3). Hij beroept zich op de instelling van God bij de schepping (Ef. 5:31; vgl. ook Kol. 3:18). Wat Paulus hier schrijft, is op geen enkele manier vernederend voor de vrouw. Het geeft ook geen enkele ruimte voor misbruik van eigen positie. Huwelijksverhoudingen die een spiegel zijn van de relatie tussen Christus en zijn kerk, moeten we niet kwijt. Er is hier juist iets heel moois, vol van liefde en zelfverloochening, dat we blijkbaar opnieuw moeten leren waarderen. Daarover straks meer.
Mysterie Paulus schrijft in Efeziërs 5:32 over een mysterie: een geheim dat voor ons als het ware mag opengaan. Er is blijkbaar een nauw verband tussen de eenheid van man en vrouw in het huwelijk en de eenheid tussen Christus en zijn kerk. Man en vrouw zijn zo gemaakt dat zij met alle onderlinge verschillen prachtig bij elkaar passen. Ze vullen elkaar aan en kunnen samen een nieuwe eenheid vormen. In liefde zo op elkaar betrokken, dat ze niet meer twee verschillende belangen hebben. Er is één gezamenlijk belang, waarin het geluk en het welzijn van de één ook dat van de ander is, en zij alleen nog willen wat goed is voor hen samen. In die eenheid mogen zij verwijzen naar de heerlijke band die we als kerk hebben met onze Heer. Hij houdt zoveel van ons dat Hij zijn geluk met ons wil delen (Joh. 17:24). Bij zijn leiding over alle dingen heeft Hij het welzijn van zijn kerk op het oog (Ef. 1:10,22,23). Wij mogen door het werk van de Heilige Geest Hem zo liefhebben, dat we Hem in alles op de eerste plaats willen stellen en Hem in alles willen volgen. In het vertrouwen dat Hij alleen maar het goede voor ons wil. En Hij moedigt ons aan om ons voor Hem in te zetten. Hij waardeert wat wij uit liefde voor Hem doen. Als Paulus zo’n nauw verband legt tussen de intieme relatie van Christus met zijn kerk en de huwelijksrelatie, kan dit niet alleen maar gelden in een heel bijzondere situatie in Efeze, in die tijd. Dit is onderwijs voor alle eeuwen.
29
Bijbelstudies voor volwassenen Vragen: 1. In de Rooms-Katholieke Kerk geldt het huwelijk als een sacrament, vooral met beroep op deze tekst. Waarom is dat bij ons niet zo? 2. Als er staat: ‘en die twee zullen één lichaam zijn’, doelt dat blijkbaar op meer dan alleen de beleving van de eenheid in de geslachtsgemeenschap. Het is niet iets van een moment alleen. Waarin bestaat die eenheid dan nog meer?
Elkaar dienen Als je het huwelijk ziet als een relatie die je aangaat omdat je daardoor gelukkig denkt te worden, is het gevaar groot dat je bij spanningen als het ware samen gaat touwtrekken. Je gaat vechten voor je eigen belangen in het huwelijk. Als christen leer je dat je in het huwelijk gedeelde belangen hebt. De relatie is bedoeld als een twee-eenheid. Je kunt alleen gelukkig zijn als je elkaar gelukkig maakt. Je leert niet beginnen bij wat je van de ander krijgt, maar wat je de ander geeft. Wat Paulus hier schrijft, vraagt uiterste zelfverloochening. Kijk hoe ver hij gaat: vrouwen moeten in ieder opzicht het gezag van hun man erkennen. Maar de man moet zijn vrouw liefhebben zoals Christus zijn kerk heeft liefgehad en Zich voor haar heeft prijsgegeven. De vrouw krijgt hier een geweldige opdracht: de leiding van haar man in alle opzichten accepteren. Maar de taak van de man is nog zwaarder: Hij moet bereid zijn echt álles te geven voor het welzijn van zijn vrouw, tot en met zijn eigen leven. Naar het voorbeeld van Christus. Als er spanningen zijn, mag hij niet uit zijn rol van teamleider vallen en eigenbelang vooropzetten. Zijn vrouw is ‘zijn eigen lichaam’, dat hij moet voeden en koesteren. Zijn geluk is er mede van afhankelijk of hij haar gelukkig kan maken. Alleen sámen zijn ze sterk. Het is dus zijn verantwoordelijkheid dat hij haar de gelegenheid geeft om haar gaven te ontplooien. Dat hij haar de ruimte geeft om haar wijsheid en al haar talenten in te brengen in hun relatie. En dat zij bij hem veiligheid, erkenning, waardering, bemoediging en geborgenheid vindt. Daarvoor hoort geen offer hem dus te zwaar te zijn. Geen wonder dat Paulus begon bij: ‘Laat de Geest u vervullen.’ Alleen de Heilige Geest kan ons bereid maken om zo ver te gaan.
Verdere bespreking van Efeziërs 5:21-33 In het gedeelte hiervoor zijn argumenten aangedragen voor het standpunt dat wat Paulus schrijft over de relatie man-vrouw, nog altijd voor ons van kracht is. De onderstaande vragen zijn bedoeld als hulpmiddel om dit nu te concretiseren en op onszelf toe te passen. Natuurlijk kun je ervoor kiezen eerst eigen vragen te bespreken. Je kunt ook zelf een keus maken uit de volgende vragen.
30
Bijbelstudies voor volwassenen Vragen: 1. Wat wordt hier precies opgedragen aan de getrouwde vrouw? Wat zou dat in de praktijk betekenen? 2. Paulus formuleert als een absoluut gebod: ‘zo moeten vrouwen in ieder opzicht het gezag van hun man erkennen.’ Toch zijn er situaties waarin, naar onderwijs van de Bijbel, een uitzondering moet worden gemaakt. Waaraan kun je denken als je Matteüs 22:37-40 en Handelingen 4:19 in rekening brengt? En hoe zit dit als de man geen christen is of zich niet als christen gedraagt? (Vgl. 1 Petr. 3:1-2.) Op welk punt heeft de man beslist niet meer te zeggen dan zijn vrouw, volgens 1 Korintiërs 7:3-4? 3. Natuurlijk bedoelt Paulus niet dat de man in de praktijk altijd de beslissingen moet nemen. Waarom kan dat zijn bedoeling niet zijn? 4. Mannen moeten hun vrouw liefhebben. Wat betekent dit op het moment dat een man niets voor zijn vrouw voelt? Kun je liefhebben omdat het moet? 5. De man behoort zijn vrouw lief te hebben zoals hij zijn eigen lichaam liefheeft, voedt en verzorgt. Wat betekent dat concreet? Wat is het verschil tussen voeden en verzorgen, als je dat probeert toe te passen op de zorg van de man voor zijn vrouw? 6. Tot hoe ver moet de liefde van de man voor zijn vrouw gaan? Zijn hieraan ook grenzen? Moet de man op een bepaald moment misschien ook kiezen voor zichzelf? 7. Hoe moet dat als de vrouw meer capaciteiten heeft dan haar man? 8. Wat zou je zeggen als iemand dit bijbelgedeelte ‘discriminerend’ noemt? 9. Wat kun je vanuit dit bijbelgedeelte zeggen over het mooie van het christelijk huwelijk? (Let op de voortdurende verwijzing naar de verhouding tot de Heer Jezus en op het verband met Ef. 5:18). 10. Wat zegt het huwelijksformulier over de verhouding in het huwelijk (Geref. Kerkboek, p. 790)? Spoort dat met wat er staat in Efeziërs 5:21-33?
31
Bijbelstudies voor volwassenen
Bijbelstudie volwassenen over 1 Timoteüs 2:915: man en vrouw in de kerk
B. Maakt God verschil? De route van deze bijbelstudie In de vorige bijbelstudie hebben we gekeken wat de rol is die God aan man en vrouw in het huwelijk heeft gegeven. God heeft hun vanaf het begin elk een eigen positie toebedeeld. Gelijkwaardig, maar verschillend, zodat man en vrouw elkaar kunnen aanvullen en samen een nieuwe eenheid vormen. Hoe wil God dat mannen en vrouwen hun plaats innemen in de kerk? Is het zijn bedoeling dat gelijkwaardigheid én onderling verschil daar op een soortgelijke manier als in het huwelijk gestalte krijgen? Of behoort er in de kerk juist geen verschil gemaakt te worden? In deze bijbelstudie proberen we eerst een beeld te krijgen van de inzet van mannen en vrouwen in de kerk in de tijd vóór en na Christus’ geboorte. Daarna zoomen we in op één tekst, 1 Timoteüs 2:9-15. Bij de concretisering betrekken we nog twee bijbelgedeelten, in een excurs over 1 Korintiërs 11:2-16 en 14:26-40.
Algemene opmerkingen We gaan kijken hoe mannen en vrouwen over wie de Bijbel vertelt, zich hebben ingezet voor Gods volk. Daarbij moeten we in rekening brengen dat niet alles wat de Bijbel vertelt als historisch feit, ook een norm is voor ons. Want niet alles wat mensen deden, was in overeenstemming met Gods wil. Soms geeft de bijbelse verteller een waardeoordeel, vaak ook niet. Dan moeten we voor het antwoord op de vraag wat God daarvan vindt, op zoek naar andere plaatsen in de Bijbel. Als we het Oude Testament lezen, moeten we er ook rekening mee houden dat God zijn volk een theocratie wilde laten zijn: kerk en staat als een eenheid, met God als hoogste koning. Dat is een groot verschil met de tijd na Pinksteren. Dan gaat het evangelie naar Israël én alle andere volken, en vallen kerk en staat niet meer samen.
De tijd van het Oude Testament Welke taken in dienst van Gods volk werden in de tijd vóór Jezus’ komst op aarde door mannen vervuld? En welke door vrouwen? Waren er publieke taken die alleen door mannen of alleen door vrouwen werden uitgevoerd?
32
Bijbelstudies voor volwassenen Op allerlei manieren hebben mannen en vrouwen zich in dienst gesteld van de HEER en van zijn volk. We noemen hier maar een paar voorbeelden. De koning had adviseurs. Dat waren in de regel mannen. Iemand als Achitofel gold als buitengewoon wijs (2 Sam. 16:23). Maar er waren ook vrouwen die met hun wijsheid optraden in het belang van koning en volk, zoals de vrouw uit Tekoa (2 Sam. 14) en de vrouw uit Abel-Bet-Maächa (2 Sam. 20:16-22). Profeten waren vaak mannen. Maar ook Mirjam, de zus van Mozes, was profetes. En koning Josia raadpleegt de profetes Chulda, als in de tempel een boekrol is gevonden met de tekst van de wet (2 Kon. 22:14-20). Na Saul komen de koningen die in Jeruzalem regeren, allemaal uit de familie van David. Het zijn mannen. Met uitzondering van de goddeloze koningin Atalja, die bepaald niet als voorbeeld kan gelden. Wel voorbeeldig is de koningin van Seba, die bij Salomo op bezoek komt (vgl. Mat. 12:42). Voordat in Israël het koningschap werd ingesteld, gaven ‘rechters’ leiding. Een van hen was vrouw: Debora. Zij lijkt een uitzonderingspositie in te nemen. Ze wordt met ere genoemd, maar het verdrietige is dat mannen het in die tijd laten afweten. Zo wil Barak ook alleen maar leiding geven in de strijd tegen de verdrukkers, als Debora mee gaat. Het wordt hem verweten. Hij zal daarom ook geen eer behalen aan de veldtocht (Re. 4:6-9). De priesters in dienst van de HEER, en zeker de hogepriester, zijn altijd man. Hun werk is niet alleen de offerdienst. De priester mag het volk ook zegenen. En het onderwijs in de wet is taak van de priesters.
Vanaf Pinksteren De uitstorting van de Heilige Geest brengt een grote verandering. Het is nu niet de bedoeling dat alleen enkelingen zich geroepen weten om zich voor God in te zetten in de kerk. De Heilige Geest wil de hele gemeente actief maken. Petrus citeert op het Pinksterfeest in Jeruzalem de profeet Joël: ‘Aan het einde der tijden, zegt God, zal ik over alle mensen mijn geest uitgieten. Dan zullen jullie zonen en dochters profeteren, jongeren zullen visioenen zien en oude mensen droomgezichten. Ja, over al mijn dienaren en dienaressen zal ik in die tijd mijn geest uitgieten, zodat ze zullen profeteren’ (Hand. 2:17-18). Niet alleen met woorden, ook op andere manieren, is er voor iedereen in de gemeente een taak. ‘Laat ieder van u de gave die hij van God gekregen heeft, gebruiken om de anderen daarmee te helpen, zoals het goede beheerders van Gods veelsoortige gaven betaamt. Voert u het woord, laat dan Gods woorden doorklinken in wat u zegt. Helpt u anderen, doe dat dan vanuit de kracht die God u geeft’ (1 Petr. 4:10-11). Mannen en vrouwen gaan zich in een veelheid van taken inzetten in de kerk. Het is verrassend hoe vaak we dienende vrouwen tegenkomen: Vrouwen die Jezus volgden en uit eigen middelen
33
Bijbelstudies voor volwassenen voor Hem en zijn leerlingen zorgden (Luc. 8:2-3). Vrouwen die Hem zalfden, die de eerste getuigen waren van zijn opstanding, die mee in gebed wachtten op de komst van de Heilige Geest. Er waren vrouwen die hun huis openstelden voor samenkomsten. Priscilla geeft samen met haar man Aquila nader onderwijs aan Apollos, in Efeze. Eerder hebben zij Paulus al onderdak geboden in Korinte. In Romeinen 16 komen we namen tegen van vrouwen die zich blijkbaar hebben onderscheiden door hun inzet in de verschillende (huis)gemeenten. Met respect wordt over hen geschreven. Het boek Handelingen vertelt dat Filippus vier ongetrouwde dochters had die de gave van profetie bezaten (Hand. 21:9).
Diensten en ambten De Heidelbergse Catechismus legt uit dat christen-zijn betekent: ‘dat ik door het geloof een lid van Christus ben en zo deel heb aan zijn zalving, om: als profeet zijn naam te belijden, als priester mijzelf als levend dankoffer aan Hem te offeren, en als koning in dit leven met een vrij en goed geweten tegen de zonde en de duivel te strijden en na dit leven in eeuwigheid met Hem over alle schepselen te regeren’ (zd. 12, antw. 32). Dat geldt voor mannen en vrouwen. Het is wel ‘het ambt van alle gelovigen’ genoemd. In het Nieuwe Testament komen we het woord ‘ambt’ niet tegen. Het Nieuwe Testament spreekt over allerlei diensten. De Heilige Geest zet gelovigen aan tot dienst, in het uitdragen van het Woord, het verlenen van hulp, en in het leiding geven aan de gemeente.
Excurs: ambt of dienst De christelijk gereformeerde dr. T. Brienen pleit ervoor om niet meer te spreken over ambten in de kerk, enkel nog over diensten. Dienst is het woord dat we in het Nieuwe Testament telkens tegenkomen. Het woord ambt suggereert dat mensen een bepaalde waardigheid dragen. Binnen de veelheid van taken in de gemeente is er ook het geven van leiding. Het college van leidinggevenden is de kerkenraad. Uit de Schrift moet worden afgeleid welke diensten bij wie horen. Hij schrijft dit in zijn boekje Van ambt naar dienst. Een Bijbelse visie op diensten en bedieningen, Kampen 2008. Dr. M. te Velde pleit ervoor om wel van ambten in de kerk te blijven spreken: ‘Ambt betekent immers niets anders dan dat je een bepaalde taak opgedragen hebt gekregen door een hogere instantie en dat je namens die ‘hogere macht’ met gezag kunt spreken, terwijl je er tegelijk verantwoording aan schuldig bent.’ Hij meent dat het Nieuwe Testament een flexibele aanduiding geeft van ambten en functies. Maar enkele taakgebieden kristalliseren zich uit als onmisbare werksoorten in de kerk. Dat zijn de bediening van het Woord en de sacramenten, het onderricht, het opzicht en de tucht over de gemeente en de dienst van de barmhartigheid. Ambtsdragers hebben als zodanig niet een persoonlijke waardigheid, maar de waardigheid van het Woord (dat overigens aan de hele gemeente gegeven is). Het ‘plus’ van het ambt omschrijft hij als volgt: de speciale gaven die zijn opgemerkt, de speciale aanwijzing, roeping en opdracht, de wachterfunctie, de aansprakelijkheid en bijzondere
34
Bijbelstudies voor volwassenen verantwoordelijkheid voor de hele gemeente, het voorop lopen als herders van de kudde. Zijn uiteenzetting over ambten is te vinden in Gemeenteopbouw 2, hoofdstuk 10, Barneveld 1992. In zijn boekje Zij aan Zij. Pleidooi voor een vrouwelijk ambt in de kerk (De Vuurbaak, Barneveld 2006) pleit dr. E.A. de Boer voor een eigen ambt van gelovige zusters. In deze schets kan in het midden blijven of we leidinggevende diensten zoals het predikantschap, het diaconaat (zoals wij dat kennen) en het ouderlingschap ‘ambt’ moeten blijven noemen. De vraag waarop we antwoord zoeken, is of het Nieuwe Testament ons nog leert verschil te maken tussen man en vrouw wanneer het gaat over de taken en diensten in de kerk. Voor ons is wel belangrijk in de gaten te hebben, dat het woord voor diaken in het Nieuwe Testament niet anders betekent dan ‘dienaar’: iemand die in een dienst werkzaam is. Die diensten kunnen heel uiteenlopend zijn. Wij kennen diakenen die leiding geven aan het dienstbetoon van de hele gemeente en met de raad van ouderlingen mee verantwoordelijkheid dragen in het werk van ‘de brede kerkenraad’. Die concrete vormgeving is niet rechtstreeks afgeleid uit de Bijbel. Het is vaak niet mogelijk om precies te zeggen wat de inhoud was van de diensten die we in het Nieuwe Testament tegenkomen.
1 Timoteüs 2:9-15 Uit 1 Timoteüs 2:9-15 blijkt dat Paulus in de nieuwtestamentische tijd in de kerk verschil maakt tussen de rol van de man en de rol van de vrouw. Lees eerst de tekst eens voor jezelf en betrek de volgende vragen erbij: a. Wat betekent dit, denk je? b. Wat vind je moeilijk? Dit is een kerntekst als het gaat over de plaats van man en vrouw in de kerk. Het zal niet verbazen dat er veel onenigheid bestaat over de uitleg en toepassing ervan. Er zijn verschillende argumenten aangevoerd waarom dit bijbelgedeelte niet op ons van toepassing kan zijn. Die argumenten worden eerst besproken. Daarna volgt een uitleg van de tekst. Moeten we ook in onze tijd nog verschil maken bij de toewijzing van taken? Betekent 1 Timoteüs 2 voor ons dat we nog verschil moeten maken tussen man en vrouw bij de vervulling van taken in de kerk? Degenen die dit ontkennen, voeren daarvoor argumenten aan. Een aantal staat hieronder. Na elk argument volgt een antwoord. 1e: De omstandigheden in Efeze (waar Timoteüs werkte) waren toen wezenlijk anders dan de onze hier. Denk aan de invloed van de Artemis-verering. De positie van de vrouw was in Efeze ook beduidend anders dan elders in die tijd. Efeze zou in die tijd een bijzonder feministische gemeenschap zijn geweest.
35
Bijbelstudies voor volwassenen Er zijn redenen genoeg om in twijfel te trekken dat de cultuur van Efeze zo anders was dan die van andere steden in het Romeinse rijk. Artemis werd wel vereerd, maar naast andere goden en godinnen. De stad stond als belangrijk handelscentrum in nauw contact met andere grote steden. Het was een centrum van Romeins bestuur over de provincie. In toenemende mate accepteerde de stad de Romeinse cultuur. Paulus geeft in dit gedeelte voorschriften voor de samenkomsten. Hij formuleert algemeen. Hij schrijft voor wat moet gebeuren ‘op iedere plaats’ (vers 8 in de vertaling van NBG-’51) of ‘bij iedere samenkomst’ (NBV). Paulus weet dat zijn brieven ook op andere plaatsen worden gebruikt (vgl. Kol. 4:16), maar geeft geen aanwijzing dat wat hij hier schrijft, alleen op Efeze van toepassing is. Hij argumenteert niet op basis van de plaatselijke situatie, maar van Gods scheppingsbedoeling. 2e: Het gaat alleen over vrouwen die onvoldoende kennis hadden. Dan zou Paulus vrouwen die wél kennis hadden – denk aan iemand als Priscilla die ook in Efeze heeft gewoond – onrecht doen. Want Paulus formuleert hier zo dat het geldt voor alle vrouwen. Het belangrijkste is dat Paulus zijn voorschrift niet motiveert door te wijzen op kennistekort, maar door de verwijzing naar wat God deed toen Hij Adam en zijn vrouw vormde. 3e: Vrouwen mochten daar geen onderwijs geven omdat zij zich lieten gebruiken voor de verbreiding van dwaalleer. Dat vrouwen zich daarvoor lieten gebruiken, wordt hier niet als reden genoemd en blijkt ook niet met zoveel woorden uit het verdere van deze brief. Daarin worden wel mánnen genoemd als dwaalleraars. 4e: We komen in de Bijbel twee lijnen tegen: één van gelijkstelling van man en vrouw, één van verschil in rol. We hebben reden om voor de eerste lijn te kiezen. Dit komt erop neer dat bijbelgedeelten die niet bij onze overtuiging passen, buiten de orde worden verklaard. Bij meer onderwerpen zou je kunnen spreken over twee lijnen in de Bijbel: Gods liefde en zijn toorn, zijn soevereiniteit en onze verantwoordelijkheid, eeuwig behoud en eeuwige straf. Ook in die gevallen mogen we niet zelf een keus maken. Blijkbaar horen die lijnen bij elkaar en vullen ze elkaar aan. Gelijkwaardigheid van man en vrouw sluit verschil in door God toebedeelde rol niet uit. 5e: Paulus bedoelt niet te verwijzen naar een algemeen geldende scheppingsorde. Want de volgorde bij de schepping kan geen argument zijn. Anders zouden dieren, die eerder geschapen zijn, nog weer gezag hebben over mensen. Alleen man en vrouw zijn naar Gods beeld geschapen. Paulus legt er met zijn gezag als apostel de vinger bij dat de volgorde waarin zij gevormd zijn, belangrijk is voor het rolverschil tussen man en vrouw.
36
Bijbelstudies voor volwassenen 6e: De verlossing door Christus en de leiding van de Heilige Geest helpen ons uitgroeien boven de scheppingsorde. Het kan niet dat God de Zoon en God de Heilige Geest ons losmaken van het werk van God de Vader. Niet nu, maar pas bij de opstanding wordt deze scheppingsorde veranderd (vgl. Mat. 22:30). 7e: Deze aanwijzingen gelden alleen voor gehuwden. Want het gaat hier alleen over gehuwde vrouwen. Zij mogen door wat zij in de gemeente doen, niet het gezag van hun eigen man ondermijnen. Het verband maakt duidelijk dat Paulus algemene aanwijzingen geeft, niet alleen voor gehuwden. In vers 8 schrijft hij hoe de mannen moeten bidden. Dat zijn niet alleen de gehuwde. Vervolgens geeft hij voorschriften voor de vrouwen. Eerst voor de manier waarop ze zich kleden. Het zou wel heel vreemd zijn als hij zou bedoelen dat alleen getrouwde vrouwen ingetogen gekleed moeten gaan. Zo geldt ook het vervolg voor alle vrouwen. Het is waar dat het in vers 15 gaat over kinderen baren. Maar dat heeft te maken met de verwijzing naar Genesis 2 en 3, en staat hier voor wat typisch bij de vrouw hoort (zie verder de uitleg hieronder).
Uitleg van 1 Timoteüs 2:9-15 Paulus geeft er aanwijzingen voor hoe het moet toegaan als de kerkgemeenschap samenkomt. Denk aan kerkdiensten, maar niet in onderscheid van bijvoorbeeld gemeentevergaderingen of bijbelstudie. Dat soort onderscheidingen kende men nog niet. Eerst zegt Paulus iets voor de mannen, namelijk op welke manier zij behoren te bidden. Dan zegt hij iets over de vrouwen. Zij moeten niet willen opvallen door opzichtige, dure of verleidelijke kleding en opmaak. Hun mooiste sieraad bestaat uit wat ze aan goeds doen voor God en mensen. Bij hun positie als vrouw hoort dat ze in de samenkomst van de gemeente geen onderwijs geven aan mannen . Zij mogen in de samenkomst niet zo, of op een andere manier, in een positie komen waarin ze gezag hebben over mannen. Want in het begin heeft God eerst Adam gevormd, daarna Eva. Door die volgorde komt uit dat God aan de man een andere positie heeft gegeven. Het is de taak van de man om geestelijke leiding te geven en als eerste verantwoordelijkheid te dragen. In het begin heeft de duivel via de slang niet de man, maar de vrouw aangesproken. Hij verleidde Eva ertoe de leiding te nemen en te zondigen. Adam, die daarbij was, maakte zich schuldig door toe te staan dat Eva de leiding nam en door naar haar te luisteren. Gevolg van de eerste zonde voor de vrouw is dat de zwangerschap iets zwaars wordt. Maar christenvrouwen kunnen juist in de typisch vrouwelijke rol van het kinderen krijgen de redding door Christus ervaren. Zij worden ingeschakeld bij de groei van de kerk en mogen meewerken aan de komst van Gods koninkrijk. En zo, in de weg van geloof dat uit werken blijkt, zal ook de vrouw voor eeuwig gered worden. Juist op het punt waarop zij de vloek ervaart (Gen. 3:16), mag zij nu in het geloof dienstbaar zijn aan de voortgang van
37
Bijbelstudies voor volwassenen Gods werk. Paulus noemt waarschijnlijk speciaal dit omdat Genesis 3 in zijn gedachten is. Misschien ook omdat hij moet waarschuwen tegen dwaalleraars die zich laatdunkend uitlaten over het huwelijk (1 Tim. 4:3). Uit andere plaatsen is duidelijk dat hij hiermee niet wil zeggen dat elke christenvrouw moet trouwen en kinderen krijgen (vgl. 1 Kor. 7). Conclusie: Het past niet bij de positie van de vrouw dat zij wanneer de gemeente als geheel samenkomt, onderwijs geeft. Dit met gezag de gemeente voorhouden wat de zuivere leer is en welke keuzes de Heer van ons vraagt, is voorbehouden aan mannelijke gemeenteleden. En ook in ander opzicht geestelijk leiding geven aan de gemeente als geheel, hoort niet te worden gedaan door de vrouw.
Vergelijking van deze uitleg met wat we op andere plaatsen vinden Deze uitleg spoort met het vervolg (1 Tim. 3). Daar geeft Paulus aanwijzingen voor de aanstelling van opzieners en diakenen (dienaars). Voor het werk als opziener komen, blijkt daar, alleen mannen in aanmerking. Hun werk valt dan ook binnen de categorie die hij in 1 Timoteüs de vrouw verbiedt: zorgen voor de gemeente als geheel door het geven van geestelijke leiding en onderwijs (1 Tim. 3:2-5); verantwoordelijkheid dragen voor de kudde, als onderherders van Christus. Het is niet 100% duidelijk of hij in hoofdstuk 3 onder de diakenen ook vrouwen op het oog heeft, maar het lijkt daar wel op (1 Tim. 3:11). Een probleem is dat uit hoofdstuk 3 niet is af te leiden wat dit diaconaat precies inhield. In elk geval komen we in hoofdstuk 5 wel weduwen tegen die in een speciale kerkelijke dienst werkten. Dat is voor Paulus dus geen probleem. Het enige waarvan hij vrouwen uitsluit, is die dienst die gemeentebrede geestelijke leiding en onderwijs inhoudt. Of vrouwen dus kunnen functioneren in diaconaat (dienstwerk), hangt ervan af welke inhoud dat werk heeft. Vgl. het pleidooi van dr. J. van Bruggen voor een diakenschap voor mannen en vrouwen, waarbij diakenen geen deel uitmaken van een ‘brede kerkenraad’. Er is dan ook geen bevestigingsformulier nodig, wel een officiële aanwijzing en toetsing. In: Ambten in de apostolische kerk: een exegetisch mozaïek.
Deze uitleg spoort ook met wat we vonden in de vorige bijbelstudie, over de verhouding tussen man en vrouw in het huwelijk. Man en vrouw kunnen elkaar in alles aanvullen. Maar de eerste verantwoordelijkheid, de geestelijke leiding, het vooropgaan in het dienen van de Heer, is de taak van de man.
Excurs: 1 Korintiërs 11 en 14 Komt de gegeven uitleg niet in conflict met wat Paulus schrijft in zijn eerste brief aan de Korintiërs? Het lijkt alsof Paulus zichzelf binnen die brief tegenspreekt. In hoofdstuk 11 heeft hij het erover dat vrouwen in de gemeente bidden en profeteren.
38
Bijbelstudies voor volwassenen Kennelijk heeft hij daar geen bezwaar tegen. Maar in hoofdstuk 14 schrijft hij: ‘Vrouwen moeten gedurende uw samenkomsten zwijgen. Ze mogen niet spreken, maar moeten ondergeschikt blijven, zoals ook in de wet staat.’ Dr. R.D. Anderson legt dat laatste in zijn commentaar op 1 Korinte zo uit, dat de vrouw in samenkomsten van de gemeente in het geheel moet zwijgen. In 1 Korintiërs 11 zou het nog niet over samenkomsten gaan. Het standpunt van Anderson is aanvechtbaar. Het kledingvoorschrift dat Paulus in hoofdstuk 11 geeft, kan alleen relevant zijn als mannen en vrouwen van de gemeente bij elkaar zijn. In dat samenzijn mogen mannen én vrouwen bidden en profeteren. Wat de apostel verbiedt, is dat vrouwen zich zo gaan kleden dat ze daarmee de indruk wekken dat het onderscheid tussen man en vrouw in de kerk er niet meer toe doet. Het probleem in 1 Korintiërs 14 verdwijnt als we opmerken dat Paulus daar al twee keer eerder een zwijggebod gegeven heeft. Eerst in vers 28, waar hij orde voorschrijft bij het spreken in ‘klanktaal’. Daarover zegt hij: als er niemand is die uitleg kan geven, moet men zwijgen. Dat zwijgen geldt voor spreken in tongen, en niet in het algemeen. Daarna komt hij op de goede orde die nodig is bij het profeteren. Ook daar (vers 30) is het zwijggebod niet totaal: het gaat alleen over profeteren. Er mogen er niet meer dan twee of drie spreken; ontvangt iemand anders een openbaring, dan moet degene die aan het woord is, zwijgen. Klaarblijkelijk komt Paulus vervolgens toe aan een uitwerking van wat hij eerder (vers 29) alleen nog maar aangestipt heeft: het beoordelen van de profetie. Binnen dat kader schrijft hij dat vrouwen moeten zwijgen. Dat past precies bij wat we op andere plaatsen gevonden hebben. Want het beoordelen van de profetie moet hebben ingehouden dat beslist werd wat waar en niet waar was, en hoe er nu gehandeld moest worden. Dat gezagvol spreken over leer en leven valt onder de verantwoordelijkheid voor het geven van geestelijke leiding aan de hele gemeente. Die leiding is alleen aan mannen voorbehouden.
Liefdevolle leiding daagt uit om gaven in te zetten Goed leiding geven in de kerk is nederig willen dienen. Niet al het werk zelf doen. En niet je eigen belang zoeken. Maar de hele gemeente, mannen én vrouwen, stimuleren en toerusten om zich in te zetten en zo hun gaven te ontplooien. Geen talenten ongebruikt laten, maar knelpunten wegnemen en eraan meewerken dat elk kerklid als deel van Christus’ lichaam optimaal kan functioneren. God maakt verschil tussen mannen en vrouwen. En niet iedereen is geroepen om op dezelfde wijze leiding te geven. Juist dankzij alle verscheidenheid kunnen we elkaar prachtig aanvullen, als we ons laten leiden door de Geest van God en door liefde voor onze Heer. Het blijft een uitdaging om eraan te werken dat de door God aan mannen en vrouwen geschonken gaven maximaal uit de verf komen. Dan bloeit de liefdedienst. Voor God en voor de naaste.
39
Bijbelstudies voor volwassenen Vragen voor de bespreking: 1. Is de hierboven gegeven uitleg overtuigend? Waarom wel of niet? 2. Als deze uitleg juist is, wat betekent dat vandaag: kunnen vrouwen predikant en ouderling zijn? 3. Kent het Nieuwe Testament vrouwelijke diakenen? Wat betekent in dit verband 1 Timoteüs 3:11? 4. Wat moeten we, als er verschil van mening blijft over de juiste uitleg van 1 Timoteüs 2? 5. Ervaar je het als vernederend voor vrouwen of als iets achterlijks dat in onze kerken vrouwen geen diaken, ouderling of predikant kunnen zijn? Of vind je dat de bestaande situatie goed uit te leggen is aan buitenstaanders? 6. De Christelijke Gereformeerde Kerken hebben uitgesproken dat de klassieke gereformeerde ambtsopvatting geen plaats heeft toegekend aan vrouwelijke ambtsdragers en dat dit standpunt schriftuurlijk verantwoord is. De Nederlands Gereformeerde Kerken hebben de deur opengezet voor vrouwelijke diakenen, ouderlingen en predikanten. Is te verwachten dat wij de koers van de Nederlands Gereformeerde Kerken zullen volgen? Moeten we zwaar tillen aan deze onderlinge verschillen, wat betreft de positie van de vrouw in de kerk? Waarom wel of niet? 7. In een tweede studierapport binnen de CGK werd aan de kerken voorgelegd dat vrouwen veel meer taken in de kerk op zich zouden kunnen nemen. De opdracht voor deze studie noemde de grote diversiteit van gaven en diensten waarmee de Heilige Geest in de nieuwtestamentische gemeente zowel mannen als vrouwen heeft toegerust. Hoe zouden in onze kerken vrouwen meer kunnen worden ingeschakeld? 8. Wat zou je ervan vinden als aan gemeenteleden (zonder onderscheid m/v) werd gevraagd om van tijd tot tijd te zorgen voor de schriftlezing, mee te helpen bij het voorbereiden van de liturgie, in de dienst aan de jonge gemeenteleden uit te leggen waarover de preek gaat, een preek te lezen, de voorbede te verzorgen. Kunnen vrouwen meer betrokken worden bij het werk van de kerkenraad? En bij pastorale zorg voor gemeenteleden? En bij het geven van catechisatie? 9. Moet je in de opvoeding van jongens andere accenten zetten dan in de opvoeding van meisjes, met het oog op hun eventuele toekomstige positie als echtgenoot of ambtsdrager? 10. Gaan gaven/kwaliteiten boven positie (man/vrouw)? Als een vrouw de gave heeft om leiding te geven aan de gemeente, is het dan ongebruikt laten van geestelijk kapitaal als zij die taak niet mag vervullen? 11. De geschiedenis van onze gereformeerde kerken kent geen of vrijwel geen vrouwelijke ambtsdragers. Mag je die geschiedenis gebruiken als een argument voor vandaag? Of kun je net zo goed spreken over een voortschrijdend inzicht, waardoor we vandaag tot andere standpunten komen dan vroeger?
40
Bijbelstudies voor volwassenen Discussie in De Reformatie In De Reformatie hebben ds. W. Wierenga, ds. R.D. Anderson en br. P. Dorland artikelen geschreven over de relatie man-vrouw. Ds. Wierenga heeft argumenten aangedragen waarom we van gezagsverhoudingen tussen mannen en vrouwen áf zouden moeten. Daarop is kritisch gereageerd door ds. Anderson. Br. P. Dorland kijkt op de discussie terug en levert zijn eigen bijdrage. Hij is het niet eens met ds. Anderson, die meent dat Paulus van de vrouw in de erediensten een volledig stilzwijgen vraagt. Voor een belangrijk deel is hij het eens met ds. Wierenga. Werkvorm. Stellingen (eventueel te bespreken in kleine groepjes): Wat vindt u van de volgende stellingen (uit de artikelen van br. P. Dorland): • Mijn eerste conclusie is dat er noch in Genesis 2 noch in 1 Timoteüs 2 sprake is van een scheppingsorde die de man gezag zou geven over de vrouw. Het veronderstellen van zo’n orde leidt tot onhoudbare consequenties. • Op gevaar af dat er nu gezegd wordt: ‘Nou komt de aap uit de mouw’, wil ik de stelling poneren dat we als gereformeerden best wel eens voorzichtiger mogen zijn met ‘gezag’. Er is, ook door christenen, te lang te veel kwaad in stand gehouden met een beroep op gezag, zeker ook in de relatie tussen mannen en vrouwen.
En in de samenleving...? Deze schets gaat niet over man en vrouw in de samenleving, bijvoorbeeld in het bedrijfsleven en in de politiek. Daarom is dat onderwerp niet besproken. Natuurlijk rijst wel de vraag of wat in de Bijbel gezegd wordt over de onderlinge relatie in het huwelijk en in de kerk, ook moet worden doorgetrokken naar de relatie tussen mannen en vrouwen in de samenleving. Werkvorm. Stelling (eventueel te bespreken in kleine groepjes): Wat vindt u van de volgende stelling: De Bijbel geeft ons geen expliciete aanwijzingen van God over hoe de posities van man en vrouw moeten zijn in de samenleving. Daarom moeten we elkaar op dat punt geen regels opleggen. Laten we ernaar streven op een wijze manier toe te passen wat de HEER ons wél duidelijk zegt. Ieder zij in eigen geweten ten volle overtuigd.
41
Bijbelstudies voor volwassenen
42
Bijbelrooster en liedsuggesties – Literatuur Bijbelgedeelten die in de schets ter sprake komen: Genesis 2 en 3 Spreuken 31:10-31 Hooglied 4:1 – 5:1 1 Korintiërs 11:2-16 en 14:26-40
Galaten 3:24-29 Efeziërs 5:15 – 6:9 1 Timoteüs 2 en 3 1 Petrus 3:1-7 en 4:7-11
Verder kan in dit verband gelezen worden: Numeri 12, 16 en 30; Rechters 4 en 5; 1 Samuël 25 (de rol van Abigaïl); Handelingen 2:14-21; 18:24-28; 20:17-38; 21:8-14; 1 Korintiërs 13; Kolossenzen 3:18 - 4:1. Liedsuggesties: Psalm 25:2; 122; 127; 128. Gezang 103:1, 5, 6, 9; 118, 129, 130. Lied 91; 476:4, 5; 477
Literatuur J.J. Schreuder, Dienende mannen en vrouwen. In het huwelijk en in de kerk (Bedum 2010). Dit boek is te gebruiken als achtergrondinformatie bij deze gemeenteschets. Over ambt/dienst: T. Brienen, Van ambt naar dienst. Een Bijbelse visie op diensten en bedieningen (Kampen 2008). J. van Bruggen, Ambten in de apostolische kerk. Een exegetisch mozaïek (Kampen 1984). M. te Velde, Gemeenteopbouw 2. Bijbelse basisprincipes voor het functioneren van de christelijke gemeente (Barneveld 1992). Bespreking in De Reformatie: W. Wierenga, R.D. Anderson en P. Dorland, artikelen in De Reformatie jrg. 84, p. 113115; 128-131; 144-146; 160-162; 176-179; 760-761; 775-776. En jrg. 85, p. 71-73; 8890. Een brede introductie in het onderwerp in het Engels is beschikbaar in de volgende twee boeken, die tegenovergestelde standpunten verdedigen: Ronald W. Pierce & Rebecca Merrill Groothuis (general editors), Discovering Biblical Equality. Complementarity without hierarchy (IVP/Apollos second edition 2005). Wayne Grudem, Evangelical Feminism & Biblical Truth. An analysis of 118 disputed questions (IVP/Apollos 2004/2005). Bijbelverklaring: Delen uit de reeks Commentaar op het Nieuwe Testament, Derde serie, onder redactie van prof.dr. J. van Bruggen. Kerkelijke rapporten: Van de Christelijke Gereformeerde Kerk in Nederland: Vrouw en ambt (Amsterdam, 1999), zie www.cgk.nl, onder Synode. Van de Nederlands Gereformeerde Kerken: Vrouwelijke ouderlingen en predikanten? Rapport van de commissie Vrouwelijke ouderlingen en predikanten (Landelijke vergadering van de Nederlands Gereformeerde Kerken 2003), zie www.ngk.nl, onder LV 2004. Van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt): Deputatenrapport M/V in de kerk (Generale Synode van de Gereformeerde Kerken Zwolle-Zuid 2008), zie www.gkv.nl, onder Downloads. In dit laatste rapport is ook een wat uitvoeriger literatuurlijst te vinden.