VG-Océ Nieuws
Nr. 20
April 2009
Pag. 1
Vereniging Gepensioneerden Océ
V G
VG-Océ Nieuws
cé
Nummer 20 April 2009
Inleiding Medio december hebben wij van de voorzitter van ons pensioenfonds een brief ontvangen waarin de stand van zaken bij ons fonds op dat moment werd toegelicht. Daarna is de situatie er niet beter op geworden. Daarom hebben wij afgesproken dat de voorzitter van ons fonds, dhr Hans Rexwinkel en de (nieuwe) directeur, dhr Henk Boer, aanwezig zijn op de Algemene ledenvergadering van 15 april a.s. om een toelichting te geven op de stand van zaken bij ons fonds. Vooruitlopend hierop vindt u hierna al vast wat achtergrondinformatie over het pensioenprobleem dat nu de gemoederen overal zo bezighoudt. Mocht u nu al, of na lezing van dit artikel, vragen hebben die u aan beide heren wilt stellen, dan verzoeken wij u deze vóór 8 april a.s. bij één van onze bestuursleden kenbaar te maken (mail, tel. of schriftelijk), zodat beide heren zich daarop kunnen voorbereiden. In dit nummer besteden we verder aandacht aan de komende verkiezing voor een vertegenwoordiger van de gepensioneerden in het bestuur van het pensioenfonds, vindt u een toelichting/aanvulling op de brief van het Pensioenfonds over het partnerpensioen en leggen wij uit wat er bedoeld wordt met het AOW-gat. Tot slot hebben wij voor u wellicht interessante informatie over de procentuele premie ZVW.
Waarom zijn zoveel pensioenfondsen in de problemen gekomen? De toestand van de pensioenfondsen mag al wekenlang rekenen op de volle aandacht van radio, TV en kranten. Dat leidt o.a. tot veel ongerustheid bij de gepensioneerden. Velen vragen zich af hoe hun pensioenfonds er voor staat en wat hen nog te wachten staat? De dekkingsgraden van veel pensioenfondsen zijn door een combinatie van dalende beurskoersen en een inzakkende rente gedaald tot onder de grenswaarde van 105 (de geschatte dekkingsgraad van het Océ Pensioenfonds was eind 2008 gedaald tot 79%). Wat wordt er verstaan onder dekkingsgraad? De dekkingsgraad bestaat uit een vergelijking van de waarde van alle bezittingen van een fonds en van alle verplichtingen en kan op elk moment worden uitgerekend. De waarde van de bezittingen is de optelsom van de waarde van alle aandelen, obligaties, onroerend goed en dergelijke die het pensioenfonds heeft. De waarde van de verplichtingen bestaat uit de in de toekomst uit te keren pensioenen. Daarbij gaat het om de rechten van alle deelnemers van het pensioenfonds, dus niet alleen van de huidige gepensioneerden maar ook van alle actieve deelnemers dus ook van bv. een 20-jarige die net een maand in dienst is (wat zal hij/zij naar verwachting vanaf zijn/haar 65ste tot zijn/haar overlijden aan pensioen ontvangen?). Om de waarde van alle verplichtingen te kunnen uitrekenen, worden al die toekomstige verplichtingen teruggerekend naar een en dezelfde datum. Dat is nodig omdat het fonds voor bv. € 1000 die over een maand betaald moet worden, nu meer “geld in kas” moet hebben dan voor diezelfde € 1000 die pas over bv. 45 jaar moet worden betaald, en waarover bv. nog 45 jaar rente kan worden opgebouwd. Is de dekkingsgraad 100, dan zijn de bezittingen en verplichtingen op die ene datum precies aan elkaar gelijk. De daling van de beurskoersen leidt tot een lagere waarde van (een deel van) de bezittingen. Het zal duidelijk zijn dat een halvering van de beurskoers, waar we mee te maken hebben, dan behoorlijk doortikt.
VG-Océ Nieuws
Nr. 20
April 2009
Pag. 2
Het risico van beleggen in aandelen In Nieuwsbrief nr 18 van oktober 2008 heeft u kunnen lezen dat het pensioenfonds van Océ haar bezittingen voor 40% in aandelen heeft zitten. Dat is aardig vergelijkbaar met wat andere pensioenfondsen doen; die komen gemiddeld op ca 42%. Aan beleggen in aandelen zijn risico’s verbonden zoals we nu aan den lijve ondervinden. Dit risicodragend beleggen is echter nodig om bv. • buffers op te bouwen die nodig kunnen zijn om toekomstige verliezen op te vangen, • middelen te hebben om te kunnen indexeren. Er is dus over-rendement nodig, dat is te bereiken met risicodragend beleggen, en dan zijn er buffers nodig om tegenslagen daarbij te kunnen opvangen. DNB vraagt een buffer van ca 20% van de voorziening pensioenverplichting als “reserve”; daarboven is de toestand gezond. De inzakkende rente is van invloed op het totaal van de verplichtingen en is daardoor kwantitatief nog belangrijker. Pensioenfondsen moeten de waarde van hun verplichtingen namelijk berekenen tegen de actuele rente. Bij een rente van 4 % moet het fonds voor € 1000 die: • over 1 jaar moet worden betaald, nu over € 961,54 beschikken, en die • over 10 jaar moet worden betaald, nu € 675,56 in kas hebben. Is de rente echter maar 3%, dan moet het fonds voor € 1000 die: • over 1 jaar moet worden betaald, nu over € 970,87 beschikken, en die • over 10 jaar moet worden betaald, nu € 744,09 in kas hebben. Hieruit blijkt hoe lager de rente, hoe hoger de huidige waarde van de toekomstige verplichtingen, en hoe verder weg de toekomstige verplichtingen liggen, des te harder een rentedaling doortikt. Voor alle pensioenfondsen samen betekent een rentedaling van 1%, een daling van de dekkingsgraad met 15 punten. En dat is wat er gebeurd is naast de daling van de beurskoersen: de rente1 is van eind 2007 naar eind 2008 gedaald van 4,9% naar 4,0%. In de pensioenwetgeving staat dat de pensioenfondsen moeten streven naar een dekkingsgraad van, afhankelijk van de mate waarin meer of minder risicovol is belegd, rond de 125. Daalt de dekkingsgraad onder 105, dan moet het pensioenfonds een herstelplan indienen bij de toezichthouder De Nederlandse Bank (DNB) waarin staat op welke wijze het fonds binnen een periode van 3 jaar zodanig is hersteld dat de dekkingsgraad tenminste 105 bedraagt. Gezien de toch wel uitzonderlijke situatie waarmee de fondsen nu te maken hebben heeft minister Donner van SZW besloten de fondsen 5 jaar de tijd te geven voor herstel. Een pensioenfonds kan, los van het herstel doordat de beurzen weer stijgen, o.a. de volgende maatregelen nemen: • geen indexatie verlenen. Door indexatie stijgen de toekomstige verplichtingen en als gevolg daarvan daalt de dekkingsgraad. Ons pensioenfonds heeft eind vorig jaar besloten de pensioenaanspraken per 1 januari 2009 van de gepensioneerden en de opgebouwde pensioenen van de medewerkers niet aan te passen aan de prijsstijging. (De prijsstijging die toen 3,1%2 bedroeg is overigens dalende en ligt nu op ca 2%; de verwachting is dat deze nog verder zal dalen tot rond de 1%.) • verhoging van de pensioenpremie. Ons pensioenfonds heeft eind vorig jaar eveneens besloten de pensioenpremie voor de werknemers te verhogen van 9,03% tot het maximum van 10% en de bijdrage die Océ moet betalen op te trekken van 18,07% naar eveneens het maximum van 20%. 1
Traditioneel werd de balanswaarde van de pensioenverplichtingen vastgesteld uitgaande van een vaste rentevoet van 4%. Nieuwe voorschriften bepalen echter dat men voor langlopende verplichtingen van een pensioenfonds moet uitgaan van de risicovrije marktrente (rente op staatsobligaties).
2
Dit is de tweede maal dat onze pensioenaanspraken niet worden geïndexeerd. De eerste keer was op 1 januari 2003, toen in plaats van een niveauverhoging met 3,25%, éénmalig een uitkering is verstrekt van 2%.
VG-Océ Nieuws • •
Nr. 20
April 2009
Pag. 3
de werkgever vragen “bij te storten”, de pensioenuitkeringen verlagen.
Het bestuur van ons pensioenfonds moet voor 1 april a.s. bij DNB een korte termijn herstelplan indienen. In dit plan moeten maatregelen worden opgenomen om de financiële positie te versterken; enkele herstelmaatregelen zijn al genomen (zie de punten 1 en 2). De financiële positie aan het eind van 2008 moet daarvoor als uitgangspunt dienen. Zodra het plan door DNB is goedgekeurd, zal het pensioenfonds ons informeren over het totale pakket van herstelmaatregelen.
Henk Jager kandidaat bestuurslid VG-Océ en Pensioenfonds Océ De bestuursperiode van ons bestuurslid Jan Hagendoorn, als vertegenwoordiger van de gepensioneerden in het bestuur van het pensioenfonds, loopt op 1 mei a.s. af. In de nieuwe pensioenwet is bepaald dat het bestuurslid dat namens de gepensioneerden zitting neemt in het bestuur, uit en door de gepensioneerden moet worden gekozen. Daarom hebt u onlangs een brief ontvangen van het Pensioenfonds u eventueel kandidaat te stellen. • Wij hebben als bestuur van de VG-Océ ons lid, de heer Henk Jager, gevraagd zich kandidaat te stellen voor het pensioenfondsbestuur en • zich ook kandidaat te stellen voor het bestuur van onze vereniging (verkiezing is op de Algemene ledenvergadering van 15 april a.s.). Onze voorkeur voor Henk Jager is gebaseerd op de volgende overwegingen. • In de persoon van Henk Jager hebben wij een kandidaat met een professionele financiële achtergrond. Hij is van huis uit accountant en hij was van 1979 tot 2005 werkzaam bij Océ waar hij medeverantwoordelijk was voor de financiële verslaglegging van de gehele Océgroep. • De zittingstermijn in het pensioenfondsbestuur is vier jaar. Henk is een “jonge” gepensioneerde, die gedurende zijn gehele bestuursperiode bij het pensioenfonds ook deel kan uitmaken van het bestuur van de VG-Océ. Het bestuur van onze vereniging vormt voor de vertegenwoordiger van de gepensioneerden in het pensioenfondsbestuur een natuurlijke achterban. Het bestuur van onze vereniging heeft in de loop der jaren de nodige achtergrondinformatie opgebouwd en heeft bovendien regelmatig contact met de NVOG die landelijk de belangen van alle gepensioneerden behartigt. Ons pensioenfonds is in financieel opzicht in zwaar weer terecht gekomen en dat zal de komende jaren niet veranderen. Integendeel, een langere periode van niet indexeren sluiten wij niet uit. Wij verwachten dat Henk Jager een goede bijdrage kan leveren aan het bestuur van het pensioenfonds vanuit zijn financieel-economische ervaring. Indien zich, naast Henk Jager, nog een of meer gepensioneerden kandidaat zouden stellen, zullen er verkiezingen plaatsvinden. Het bestuur roept u dan op uw stem uit te brengen op Henk Jager. Komen er geen andere kandidaten dan is Henk automatisch gekozen tot bestuurslid van het pensioenfonds
Partnerpensioen Vorige maand hebt u van het Pensioenfonds een opgave gekregen van het partnerpensioen waarop uw partner recht heeft ingeval van uw overlijden. Onderstaand vindt u een toelichting/aanvulling op deze informatie, waarbij een onderscheid wordt gemaakt naar de leeftijd van uw partner. A. Partner is jonger dan 65 jaar en geboren vóór 1 januari 1950 Is uw partner nog geen 65 dan ontvangt hij/zij de volgende uitkeringen: 1. een levenslang partnerpensioen van het Pensioenfonds, 2. een tijdelijk partnerpensioen tot de 65-jarige leeftijd van het Pensioenfonds,
VG-Océ Nieuws
Nr. 20
April 2009
Pag. 4
3. een uitkering van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) op basis van de Algemene nabestaandenwet als uw partner geen of weinig inkomen heeft uit werk of vroegpensioen. Meer informatie over de concrete bedragen kunt u vinden op: www.svb.nl. B. Partner is jonger dan 65 jaar en geboren op of na 1 januari 1950 Naast de pensioenuitkeringen conform A.1 en A.2 is er alleen recht op een Anw-uitkering als uw partner nog kinderen verzorgt jonger dan 18 jaar danwel meer dan 45% arbeidsongeschikt is. In beide gevallen is er dan sprake van een uitkering afhankelijk van het inkomen dat uw partner heeft uit werk of vroegpensioen (zie www.svb.nl). C. Partner is/wordt 65 jaar Is/wordt uw partner 65 dan ontvangt hij/zij de volgende uitkeringen: 1. een levenslang partnerpensioen van het Pensioenfonds, 2. een AOW-uitkering voor een alleenstaande (zie voor het bedrag www.svb.nl).
In 2015 afschaffing dubbele AOW voor mensen geboren na 1949 Vanaf 1 januari 1994 ontvangt u als AOW’er, als u een partner heeft die jonger is dan 65 jaar en die geen of weinig eigen inkomen heeft, een partnertoeslag. De hoogte van de toeslag en de voorwaarden waaronder deze wordt verstrekt is afhankelijk van het inkomen dat uw partner ontvangt (voor meer informatie zie www.svb.nl). Wordt u 65 op of na 1 januari 2015 en wordt u eerder 65 dan uw partner, dan krijgt u geen toeslag; de toeslag wordt op 1 januari 2015 namelijk afgeschaft. De achterliggende gedachte van deze maatregel is dat steeds meer vrouwen economisch zelfstandig zijn en dus eigen inkomsten hebben, en om te stimuleren dat zij (meer) gaan werken. Bent u nu al 65 of wordt u dat vóór 1 januari 2015, dan krijgt u nog gewoon een toeslag. De toeslag loopt door totdat uw jongere partner zelf 65 wordt, ook al is dat na 2015. Wat betekent het afschaffen van de toeslag? Als u op of na 1 januari 2015 als eerste 65 wordt, ontvangt u alleen uw deel van het AOWpensioen. Uw inkomen kan hierdoor tijdelijk lager zijn. Dat zal het geval zijn als uw partner geen eigen inkomsten heeft. Hoe lang u samen minder inkomen heeft, ligt aan het leeftijdsverschil tussen u en uw partner. Bent u bijvoorbeeld twee jaar ouder, dan ontvangt u samen twee jaar lang alleen uw AOW-pensioen. U vraagt zich wellicht af wat u als (pre-)gepensioneerde nou te maken heeft met het vervallen van de partnertoeslag in 2015; dat raakt u toch niet meer? Dat is juist en dat geldt niet alleen voor u maar voor de meeste van onze leden die over het algemeen geboren zijn vóór 1 januari 1950. Het blijkt echter, volgens het Ministerie van Sociale Zaken, dat de afschaffing van de AOWpartnertoeslag in 2015 nog vrijwel onbekend is. Als dat zo is, is het niet uitgesloten dat er ook in uw familie-/vriendenkring “onwetenden” zijn die met het vervallen van de toeslag te maken krijgen en van wie u het financiële wel en wee ter harte gaat. Het duurt nog even voor het 2015 is en er is dus nog even tijd om maatregelen te nemen voor dit “AOW-gat”. Wat kunnen die maatregelen zijn? Er zijn enkele mogelijkheden. De partner kan gaan werken en/of men kan gaan sparen. Daarbij is het niet verkeerd als men zich goed laat adviseren door een financieel deskundige.
Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet 2007 Per 1 januari 2006 is een groep medewerkers uit dienst gegaan op basis van een vertrekregeling die Océ eind 2005 voor hen heeft getroffen. Deze groep heeft toen van Océ een uitkering gekregen tot aan hun vroegpensioen en/of een aanvulling daarop. Enkele personen uit deze groep hebben geconstateerd dat de Belastingdienst bij het vaststellen van de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet over deze uitkering voor 2007 ten onrechte heeft gerekend met 6,5% in plaats van 4,4%. Zij hebben daarom bij de Belastingdienst hiertegen bezwaar gemaakt en zijn in hun gelijk gesteld.
VG-Océ Nieuws
Nr. 20
April 2009
Pag. 5
Het is mogelijk dat de Belastingdienst bij meerdere personen uit deze groep eenzelfde fout heeft gemaakt en het is voor hen dan ook de moeite waard na te kijken of de Belastingdienst over 2007 gerekend heeft met 6,5% in plaats van 4,4%. Dit percentage gold in 2007 namelijk niet alleen voor de pensioenuitkering maar ook voor de uitkering voor “vervroegde uittreding” die is ingegaan: • na 1 januari 2006, of • vóór 1 januari 2006, maar mits de ontvanger in 2005 niet-ziekenfondsverzekerd was. Is er bij u uitgegaan van een te hoog percentage (6,5%) dan kunt u bij de Belastingdienst bezwaar maken.
Voor wie nog niet weet hoe de beurs werkt Op een dag verscheen er een man in een dorp. Hij kwam om eikels te kopen en wilde daar € 0,10 per stuk voor betalen. Omdat er veel eikenbomen in het dorp stonden, begonnen de dorpsgenoten snel eikels te rapen. De man kocht een week later duizenden eikels voor € 0,10 per stuk. De man zei dat hij een week later zou terugkomen en dan € 0,20 per eikel zou betalen. Opnieuw begonnen de dorpsgenoten fanatiek eikels te rapen, hoewel er minder eikels over waren. De man verscheen een week later, betaalde € 0,20 per stuk en verklaarde een week later terug te komen en dan € 0,50 per eikel te betalen. De voorraad eikels was een stuk minder en de dorpsbewoners zetten alles op alles om de laatste eikels te verzamelen. De man verscheen een week later precies op tijd, betaalde € 0,50 per eikel en verklaarde een week later terug te komen en dan € 2 per eikel te zullen betalen. De dorpsgenoten konden echter geen eikels meer vinden. Toen verscheen er een dag later een tweede man met een kar en daarop zakken met eikels. De dorpsbewoners vroegen of ze de eikels van de man konden kopen? Dat kon maar de man vroeg €1,50 per stuk. De dorpsbewoners verzamelden al het geld dat ze met de eikels verdiend hadden en al het spaargeld dat ze hadden en kochten daarmee alle zakken met eikels. Een week later verscheen de opkoper van de eikels echter niet meer en ze hebben de man ook nooit meer gezien. Ze waren al hun geld kwijt en het enige wat er achter bleef was: een grote hoeveelheid eikels! Bron: Grey Blue Circle (IBM)
Website VG-Océ Het afgelopen half jaar heeft ons lid Karel van der Elst hard gewerkt aan het opzetten van een nieuwe website voor onze vereniging. Als u naar www.vg-oce.nl gaat, vindt u daar het professionele resultaat van zijn inspanningen; de website mag er zijn en het bestuur is er zeer trots op. Naast een aantal organisatorische zaken over de vereniging vindt u er ook allerlei interessante informatie over actuele onderwerpen zoals: • Wet maatschappelijke ondersteuning • Zorgtoeslag • Aangifte inkomstenbelasting 2008 • Aftrek ziektekosten voor de IB 2008 • AOW-financiering • Loonheffing op AOW en pensioen
Ledenbestand Onze vereniging heeft op dit moment 870 leden. Daarmee bedraagt de organisatiegraad onder de gepensioneerden ca 55%. Dat betekent dat nog ruim 45% van de gepensioneerden geen lid is. Wanneer zich daaronder vrienden, kennissen of oud-collega’s van u bevinden, zou het bestuur het zeer op prijs stellen als u hen zou willen benaderen om lid te worden van de VG-Océ. Alleen met een hoge organisatiegraad zijn wij als vereniging voldoende representatief en kunnen wij met succes opkomen voor de belangen van de gepensioneerden. In geval van overlijden van een VG-Océ-lid meent de nabestaande of familie soms dat het lidmaatschap geen zin meer heeft en daarom wordt opgezegd. Dat is niet zo! De VG-Océ behartigt ook de belangen van degenen met een nabestaandenpensioen; zij kunnen lid blijven en ook zij hebben een stem in de VG-Océ.
VG-Océ Nieuws
Nr. 20
April 2009
Pag. 6
Adres(wijziging) melden * Indien u een TPG verhuisbericht gebruikt, stuurt de TPG een maand lang post die nog aan uw oude adres is gericht, door naar uw nieuwe adres. U kunt dan meteen zien dat de afzender uw adreswijziging nog niet heeft verwerkt, dan wel geen adreswijziging van u heeft gekregen. * Gebruikt u E-mail of wijzigt uw mail-adres, vergeet dan niet dit te melden aan het secretariaat van de VG-Océ; het adres is:
[email protected]. Met ruim 500 leden communiceren we op dit moment via hun mailadres; dat is dus ruim 57% van ons ledenbestand. Communicatie via uw mailadres betekent minder kosten voor de vereniging en minder werk voor het bestuur.
De crisis raakt alle beroepsgroepen en bedrijfstakken De bananenhandelaars zijn de pisang en de tabakshandelaars de sigaar. De bakkers zien er geen brood meer in en de brouwers moeten uit een ander vaatje tappen. De kousenfabrieken zien er geen gat meer in; de confectie-industrie moet er een mouw aanpassen en de herenmode is de das omgedaan. De kwekers zitten op zwart zaad en de supermarktklanten heeft men knollen voor citroenen verkocht. De badmeesters kunnen het hoofd niet meer boven water houden en de piloten zien ze vliegen. De scheepvaart is de wind uit de zeilen genomen en de binnenschippers zijn aan lager wal geraakt. De groenvoorziening heeft er het bijltje bij neergegooid en de horlogemakers zouden maar wat graag de tijd willen terugzetten. De chauffeurs zijn de macht over het stuur verloren en de wielrenners rijden zich een slag in de rondte. De schoorsteenvegers kunnen wel op het dak gaan zitten en de stratenmakers komen op straat te staan. De mijnbouw graaft zijn eigen graf en de grafdelvers zitten in de put. Voor de bioscopen en theaters valt het doek; de NS is het spoor bijster en de luchtvaartmaatschappijen vliegen de lucht in. De lampenist ziet de toekomst duister in; de caféhouders zijn het zat; de kapper zit met de handen in het haar en de boeren zijn uit het veld geslagen. De helderziende schemert het voor de ogen en de wapenindustrie ziet dat er geen schot meer inzit. Enz, enz. enz. Bron: VGEM Nieuws (EXXONMOBIL)
Bestuur VG-Océ Joep van Mackelenbergh Voorzitter Hans ten Berge Vicevoorzitter Otto Groen Secretaris Wiel van Rijn 2e Secretaris Jeu Pouwels Penningmeester Jan Hagendoorn Lid *) Noud Immers Lid *) Bestuurslid Océ-pensioenfonds
Het bestuur
077 – 351 8436 0478 – 58 8816 077 – 366 2098 077 – 472 1959 077 – 366 1867 077 – 382 1848 077 – 354 5132
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]