Van Rapport
Postbus 60055, 6800 JB Arnhem Velperplein 8, 6811 AG Arnhem Telefoon (026) 355 13 55 Fax (026) 355 13 99
[email protected] www.kplusv.nl
VERTROUWELIJK Rapport Inrichting aanbesteding Opdrachtgever Vereniging Afvalsamenwerking
Referentie
Limburg
Arnhem, 21 november 2005 Ons kenmerk NO-05-21-034c
VERTROUWELIJK
21 november 2005 Ons kenmerk NO-05-21-034
Inhoud 1
Inleiding
1
2
Definitie afvalstromen
2
3
Percelenindeling
3
3.1
Uitgangspunten
3
3.2
Overwegingen bij de opdeling in percelen
4
3.3 4
Advies voor optimaal knippen Criteria
6 8
4.1
Soorten van criteria
8
4.2
Selectiecriteria
8
4.3
Gunningcriteria
9
4.3.1
Algemeen
9
4.3.2
Kosten/prijs
9
4.3.3
Bedrijfszekerheid
4.3.4
Duurzaamheid / innovatie
11
4.3.5
Contractvoorwaarden
14
5
Wijze van gunnen
15
6
Juridische en procedurele aspecten
17
VERTROUWELIJK
10
21 november 2005 Ons kenmerk NO-05-21-034
1
Inleiding In het strategiedocument d.d. 11 oktober 2005 zijn diverse strategische keuzes met betrekking tot het ontwerp van de aanbesteding van huishoudelijk restafval (hra) en gft van de Limburgse gemeenten gemaakt. Het strategiedocument is door het Algemeen Bestuur van de ASL vastgesteld. Het document is toegelicht en behandeld in portefeuillehoudersoverleggen bij de vier Limburgse gewesten/regio´s. Het in de notitie verwoorde kernadvies van de ASL aan de gemeenten luidt: vervolg met tempo en in gezamenlijkheid de ingeslagen weg richting hercontractering. Naast het strategiedocument zijn aanbevelingen gedaan voor de verdere opzet van de aanbesteding. De belangrijkste keuzes en uitgangspunten voor de verdere inrichting van de aanbesteding zijn hieronder weergegeven: •
Hra en gft worden als aparte stromen aangeboden door de gemeenten. In de communicatie over de stromen naar de marktpartijen wordt het grof huishoudelijk restafval gezien als onderdeel van het huishoudelijk restafval.
•
De contractduur bedraagt 5 of 10 jaar met (eventuele) verlengingsopties.
•
Logistiek, dat wil zeggen de overslagstructuur en het bulktransport, maken integraal onderdeel uit van het gevraagde verwijderingconcept. Voor de marktpartijen wordt maximale vrijheid geboden om een passende logistieke structuur aan te bieden.
•
Het geografisch gebied dat de Limburgse gemeenten vormen, wordt opgedeeld in meerdere percelen om daarmee maximale concurrentiekracht te introduceren en een zo laag mogelijke prijs voor Limburg als geheel te realiseren.
•
De Europese aanbestedingsprocedure wordt ingericht volgens de zogenaamde 'openbare procedure' waarbij de toetsing van de geschiktheid van de marktpartijen en de beoordeling van de aanbiedingen in één iteratie plaatsvinden.
•
Weliswaar is 'prijs' het belangrijkste criterium maar er zijn ook andere relevante onderscheidende criteria. Vandaar het uitgangspunt van de 'economisch voordeligste aanbieding' voor gunning.
In dit document wordt de verdere inrichting van de aanbesteding behandeld, waarbij ingegaan wordt op: •
de definitie van afvalstromen (hoofdstuk 2);
•
de percelenindeling (hoofdstuk 3);
•
de criteriastructuur (hoofdstuk 4);
•
wijze van gunnen (hoofdstuk 5);
•
juridische aandachtspunten (hoofdstuk 6).
Wij zijn er bij de uitwerking van deze onderwerpen vanuit gegaan dat alle Limburgse gemeenten deelnemen aan de aanbesteding.
VERTROUWELIJK
pagina 1
21 november 2005 Ons kenmerk NO-05-21-034
2
Definitie afvalstromen Aanbesteed worden de afvalstromen die door gemeenten voor eindverwerking worden aangeboden: •
huishoudelijk restafval (uit minicontainer, huisvuilzak, verzamelcontainer of duobak); inclusief de restfractie van grof huishoudelijk restafval (ingezameld aan huis, via milieustraat of kringloopbedrijf) en inclusief kantoor-, winkel- en dienstenafval (kwd-afval) van bedrijven, dat qua aard en samenstelling vergelijkbaar is met huishoudelijk restafval en dat in dezelfde route wordt ingezameld
•
gft (uit minicontainer, verzamelcontainer, of duobak). Gemeenten hebben voor grof tuinafval de keuzevrijheid om dit wel of niet onder het verwerkingscontract van deze aanbesteding te laten vallen.
Gemeenten behouden een maximale scheidingsvrijheid teneinde de hoeveelheid huishoudelijk restafval tot een minimum te beperken. Deze scheidingsvrijheid strekt zich uit tot en met nascheidingsvarianten op de deelstroom grof huishoudelijk restafval. In de aanbestedingsdocumenten zullen zo actueel mogelijke afvalhoeveelheden worden genoemd en zullen relevante ontwikkelingen worden beschreven (verpakkingenbesluit, invoering van DIFTAR in Parkstad), die van invloed zijn op de hoeveelheid en samenstelling. De Limburgse gemeenten zullen geen enkele volume/tonnageverplichting aangaan. De marktpartijen zullen rekening houdend met de geschetste ontwikkelingen en mogelijke consequenties een prijsaanbieding moeten doen.
VERTROUWELIJK
pagina 2
21 november 2005 Ons kenmerk NO-05-21-034
3
Percelenindeling 3.1 Uitgangspunten Logistiek, dat wil zeggen de overslagstructuur en het bulktransport maken integraal onderdeel uit van het gevraagde verwijderingconcept. In de aanbiedingen dient per perceel de logistiek te worden beschreven. Hra en gft vormen twee aparte percelen, waarbij de restfractie van het grof huishoudelijk afval onderdeel uitmaakt van het perceel / de percelen hra. In de aanbestedingsdocumenten zullen zo actueel mogelijke volumecijfers worden genoemd en zullen relevante ontwikkelingen worden beschreven (verpakkingenbesluit, invoering van DIFTAR in Parkstad). Alleen omwille van de afbakening in percelen worden de ontwikkelingen in afvalhoeveelheden hier becijferd. Het gaat hierbij om ramingen gebaseerd op aannames en berekeningen uit het strategiedocument. Uitgaande van de totaalcijfers voor 2004, de onderlinge verhoudingen tussen gemeenten uit 2003, een afname van het hra ten gevolge van het verpakkingenbesluit, een afname van hra en gft in de Parkstad gemeenten ten gevolge van de invoering van diftar en verruimde beleidsvrijheid m.b.t. gescheiden inzameling, komen we tot de volgende cijfers per gewest: Tabel 1. Schatting van hoeveelheden hra en gft met ingang van 1 januari 2009 per gewest In kton
HRA
GFT
Noord-Limburg
52
21
Midden-Limburg
42
15
Westelijke Mijnstreek
30
9
Maastricht en Mergelland
33
21
60
22
217
88
Rd4-gemeenten (ipv Parkstad ivm Vaals en Nuth) Totaal
VERTROUWELIJK
pagina 3
21 november 2005 Ons kenmerk NO-05-21-034
Figuur 1. Limburgse gewesten
Deze hoeveelheden zijn bewust conservatief ingeschat. De werkelijke cijfers vallen waarschijnlijker hoger uit. Er is in bovenstaande cijfers bijvoorbeeld geen rekening gehouden met een autonome groei per jaar. Het solidariteitsprincipe rond de verevening van de uiteindelijke verwijderingkosten over de Limburgse gemeenten wordt in de nieuwe contractperiode ook vastgehouden.
3.2 Overwegingen bij de opdeling in percelen Het geografisch gebied dat de Limburgse gemeenten vormen, wordt opgedeeld in meerdere percelen. Het doel van de opdeling in percelen is het bevorderen van marktwerking. Door de mogelijkheid om aan te bieden op een gedeelte van de "koek", wordt de aanbesteding ook interessant voor kleinere -maar nog serieuze- marktpartijen waardoor de 'markt' binnen de aanbesteding wordt vergroot. Een opdeling in 'n' percelen leidt tot minimaal één en maximaal 'n' contractpartners voor de Limburgse gemeenten. Het opknippen in percelen heeft een grens: percelen mogen niet zo klein worden dat er in redelijkheid geen aanbieding meer op losse percelen te verwachten valt. Relevant hierbij zijn de nog beschikbare capaciteit bij afvalverwerkers waarover middels een 5-jarig of 10-jarig contract kan worden beschikt (eventueel via partijen die verwerkingscapaciteit inkopen) en de minimale schaalomvang van een installatie. Voor hra stellen wij de benedengrens op 40 kton; voor gft op 20 kton.
VERTROUWELIJK
pagina 4
21 november 2005 Ons kenmerk NO-05-21-034
Ook moet bij het knippen worden voorkomen dat partijen worden uitgesloten omdat een portie voor hen te groot is. Kijkend naar de marktverkenning doet dit probleem zich niet voor bij het hra. Voor de meedingende marktpartijen is de totale omvang van circa 220 kton hra geen probleem. Voor het gft-afval ligt dit genuanceerder omdat naast de gesproken grote spelers ook aanbiedingen zouden kunnen komen van kleinere spelers. Voor kleinere spelers kan een omvang van rond de 20 en 30 kiloton aantrekkelijk(er) zijn. Alle percelen moeten aanbiedingen ontvangen. Alle percelen moeten dus aantrekkelijk zijn voor marktpartijen. Om te voorkomen dat de aanbieding van een kleinere marktpartij niet gecombineerd kan worden met aanbieding(en) van andere marktpartijen tot een compleet dekkende set, worden grotere marktpartijen verplicht om ook losstaande aanbiedingen te doen op de percelen waaruit hun grotere aanbieding bestaat. Aangenomen dat er voor marktpartijen geen schaalvoordelen bestaan voor het gegund krijgen van gft en hra, betekent dit dat als een marktpartij op het geheel van bijvoorbeeld 3 hra-percelen en 3 gft-percelen aanbiedt, hij een prijstabel moet invullen voor 7 combinaties van percelen, per stroom, per contracttermijn (ieder perceel los, alle combinaties van 2 percelen uit 3 en alle combinaties van 3 percelen uit 3.) Bij een opsplitsing in 3 hra- en 4 gft-percelen zijn dit 7 respectievelijk 15 combinaties. Omdat iedere marktpartij prijzen voor een 5-jarige en een 10jarige contracttermijn moet aanleveren, dienen de genoemde aantallen nog eens verdubbeld te worden. Wat betreft prijs is het uitgangspunt om een zo laag mogelijke prijs voor alle Limburgse burgers te bereiken. Aangenomen wordt dat aanbieders zich laten leiden door het principe dat hoe meer percelen zij 'verwerven' hoe meer 'kwantumkorting' zij bereid zijn te verlenen. Het kan zijn dat een zeer prijsgunstig bod op een individueel perceel bij gunning dit 'kwantum'-effect over het geheel teniet doet. Indien een bod op perceelniveau het laagste is, maar leidt tot een ongunstiger prijsniveau op Limburgse schaal, dan zal het betreffende perceel niet gegund worden aan die goedkoopste. De gunningprocedure zal hierop ontworpen worden (zie hoofdstuk 5). Ook bedrijfseconomische overwegingen kunnen een rol spelen bij de definitie / afbakening van de percelen. De locatie van de verwerkingsinstallatie, de omvang van hun restcapaciteit en de verwerkingscapaciteit van geplande investeringen zijn daarbij relevant. Op basis van deze factoren kan in theorie een optimale percelenindeling worden gemaakt. Praktisch gezien is dit echter niet mogelijk, omdat daarvoor op dit moment de informatie ontbreekt. Pas tijdens de aanbesteding wordt duidelijk welke verwerkingsconcepten daadwerkelijk worden aangeboden en waar en hoe dit precies gebeurt. Hoe groter het aantal percelen, hoe 'suboptimaler' de logistieke oplossing. Hier staat tegenover dat de kosten voor logistiek een beperkt deel vormen van de totale verwijderingkosten. Tot slot zullen met name de grote marktpartijen meer werk hebben bij het maken van hun aanbieding als deze uit relatief veel percelen bestaat. Er is immers ook al sprake van meerdere contracttermijnen. Hiervoor is al aangegeven welke inspanning van marktpartijen worden gevraagd bij 6 percelen. Ook het aspect van uitvoerbaarheid speelt een rol bij het knippen.
VERTROUWELIJK
pagina 5
21 november 2005 Ons kenmerk NO-05-21-034
3.3 Advies voor optimaal knippen Wij adviseren de Limburgse gemeenten een ondergrens van 3 à 4 percelen per stroom te hanteren. Bij deze omvang zijn de percelen nog net voldoende groot om er een aparte aanbieding voor te ontvangen. Het verder knippen levert nauwelijks meerwaarde op in de zin van extra concurrentiebevordering. Omwille van de herkenbaarheid verdient het aanbeveling om aansluiting te zoeken bij de gewest/regio-indeling. Tevens wordt gestreefd naar percelen van ongeveer gelijke omvang. Een eenvoudig model zou dan uitkomen op 3 percelen voor zowel gft als hra, zoals weergegeven in figuur 2.
Figuur 2. Percelenindeling met 3 samenvallende hra en gft-percelen Tabel 2. Percelenindeling met samenvallende hra- en gft-percelen In kton Noord-Limburg Midden-Limburg Westelijke Mijnstreek Maastricht en Mergelland Rd4-gemeenten Totaal
HRA
GFT
94
36
63
30
60
22
217
88
Wij stellen echter om markttechnische redenen voor om van deze indeling af te wijken. Binnen de gft-verwerkingsmarkt geldt een kleinere schaalgrootte dan binnen de hra-verwerkingsmarkt. Om de verwachte concurrentiekracht vanuit de Belgische grensstreek optimaal te kunnen benutten stellen wij een vierdeling voor gft voor, als weergegeven in figuur 3.
VERTROUWELIJK
pagina 6
21 november 2005 Ons kenmerk NO-05-21-034
Ons advies gaat derhalve uit van 3 hra- en 4 gft-percelen.
Figuur 3. Percelenindeling met 3 hra- en 4 gft-percelen Tabel 3. Percelenindeling met 3 hra- en 4 gft-percelen In kton Noord-Limburg Midden-Limburg Westelijke Mijnstreek Maastricht en Mergelland Rd4-gemeenten Totaal
VERTROUWELIJK
HRA
GFT 21
94
24 63
21
60
22
217
88
pagina 7
21 november 2005 Ons kenmerk NO-05-21-034
4
Criteria 4.1 Soorten van criteria In het kader van de openbare procedure binnen Europees aanbesteden, bestaan twee soorten criteria; selectiecriteria en gunningcriteria. Selectiecriteria dienen ter beoordeling van de organisatie achter de aanbieding en hebben een uitsluitend karakter: een marktpartij voldoet of voldoet niet (ook wel minimum eis genoemd). Gunningcriteria dienen ter beoordeling c.q. vergelijking van de aanbiedingen en haken aan op het verwijderingconcept dat wordt aangeboden. Er kunnen verschillende soorten gunningcriteria worden onderscheiden: •
uitsluitend karakter: de marktpartij moet bijvoorbeeld akkoord gaan met de inhoud van een
•
onderscheidend karakter: de aanbieding van marktpartij 1 voldoet meer / minder dan de
•
uitsluitend / onderscheidend: minimum eis op minimale prestatie en verder voldoet meer /
bepaalde clausule uit het contract; de acceptatie is een minimum eis; aanbieding van marktpartij 2; minder.
4.2 Selectiecriteria De selectiecriteria worden zodanig geformuleerd dat de aanbesteding opengesteld is voor marktpartijen die verwerkingscapaciteit hebben en/of inkopen en voor combinaties van bedrijven zoals bijvoorbeeld het consortium ARN, Remondis en Orgaworld. Als selectiecriteria stellen wij voor: •
kennis en ervaring met de verwijdering van huishoudelijk afval (verwerking en/of logistiek);
•
toegang tot voldoende verwerkingscapaciteit voor huishoudelijk afval; −
contractueel zal worden vastgelegd dat binnen een termijn na gunning, de eventuele handelsbedrijven hun uitbesteed verwerkingscontract moeten kunnen overleggen;
•
financiële draagkracht / risico; −
contractueel zal worden vastgelegd dat voldoende bankgaranties aanwezig zijn om de extra kosten die de overgang naar een andere marktpartij na faillissement met zich meebrengt voor de Limburgse gemeenten, te compenseren;
•
voorzien van nodige vergunningen en certificaten;
•
kwaliteit-/milieu-/Arbo en veiligheidszorg.
De selectiecriteria worden nader geoperationaliseerd in het bestek en de beoordelingstructuur.
VERTROUWELIJK
pagina 8
21 november 2005 Ons kenmerk NO-05-21-034
4.3 Gunningcriteria 4.3.1 Algemeen Per perceel zal op basis van onderstaande criteria en wegingfactoren beslist worden welke marktpartij de economisch voordeligste aanbieding gedaan heeft. Tabel 4. Gunningcriteria Criterium
Type
Gewicht*
Kosten / prijs
Onderscheidend
80%
Bedrijfszekerheid
Uitsluitend
nvt (filtert)
Duurzaamheid / innovatie
Uitsluitend / onderscheidend
15%
Contractvoorwaarden
Uitsluitend / onderscheidend
5%
* De percentages zijn indicatief bedoeld. Testruns/gevoeligheidsanalyses kunnen nog aanleiding geven tot (kleine) wijzigingen in de definitieve gewichten)
De criteria worden onderstaand uitgewerkt en zullen in de notitie " beoordelingstructuur" nader worden geoperationaliseerd. Gegeven recente jurisprudentie, moet de criteriastructuur en wijze van beoordeling op transparante wijze worden opgenomen in het bestek. In het bestek worden eenduidig geformuleerde vragen opgenomen om de informatie van de marktpartijen te verkrijgen die nodig is voor de beoordeling. Meetbaarheid van de criteria is een belangrijke eis. Bij het criterium 'duurzaamheid' heeft dit een bepalende rol gespeeld in de gekozen vorm van uitwerking.
4.3.2 Kosten/prijs Op grond van het voorgestelde gewicht, is het criterium kosten het belangrijkst. Echter, in de vorm van minimum eisen op de overige criteria wordt in het belang van de andere criteria voorzien. Indien niet voldaan wordt aan een minimum eis, vervalt in principe de gehele aanbieding. Definitie kosten De hoogte van de totale verwijderingkosten voor de gehele contractperiode, met betrekking tot afvalverwerking, bulktransport van overslag naar afvalverwerking, overslag en voortransport van inzameling naar overslag/verwerking. Alle kosten, met uitzondering van voortransportkosten, worden uitgedrukt in een integraal tarief per kiloton. Marktpartijen wordt gevraagd om een vaste prijsaanbieding te maken voor een 5-jarige periode en voor een 10-jarige periode. Gemeenten gaan geen tonnageverplichtingen aan en met de contractant(en) zal afgerekend worden via een vast tarief per kiloton (exclusief BTW) gedurende de hele periode voor al het afval dat wordt aangeboden aan de poorten van de afvalbrengpunten. In de prijs moeten alle prijsbepalende elementen aan de zijde van de marktpartijen worden meegenomen: •
verwerkingskosten;
•
bulktransport (van overslag naar verwerking);
•
overslagkosten;
•
administratieve / project management kosten.
VERTROUWELIJK
pagina 9
21 november 2005 Ons kenmerk NO-05-21-034
Aan de zijde van de Limburgse gemeenten worden bovendien de kosten van de afvalinzameling gemaakt. Van deze kosten maken de zogenaamde 'voortransportkosten' deel uit. Dit zijn de kosten van inzamelwagen en personeel voor de dagelijkse retourritten van gemeentegrens (of -centrum) naar overslagpunt om volle inzamelwagens te ledigen. De kosten van het voortransport hangen samen met het aantal en de locatie van de overslagpunten. Hoe meer geografisch verspreide overslagpunten, des te lager het aantal voortransport kilometers. Boven een bepaalde grens krijgen gemeenten met extra kosten te maken, bovenop de feitelijke voortransportkosten. Wanneer inzamelvoertuigen per dag langer dan circa een uur niet inzetbaar zijn heeft dit aanzienlijke consequenties voor de operationele inzamelkosten (lage bezettingsgraad voertuigen, suboptimale inzet inzamelploegen). Daarom zal in het bestek een grens worden gesteld aan de maximale voortransportafstand van gemeente naar overslagpunt. Daarbij wordt gedacht aan een grens van maximaal 25 kilometer (gemiddeld per inzamelgebied). In het bestek zullen de marktpartijen de voortransportkosten bij de door hen aangeboden logistieke concepten moeten kunnen berekenen. In het bestek wordt daartoe een voortransporttarief per kilometer per ton aangegeven, een afstandentabel tussen alle 46 Limburgse gemeenten (ervan uitgaand dat alle overslag op Limburgs grondgebied komt) en een verdeling van de in tabel 1 genoemde afvaltonnages over de Limburgse gemeenten. De resulterende voortransportkosten worden bij de overige kostentotalen per aanbieding opgeteld. Deze totalen per contracttermijn per aanbieder worden vertaald naar een score die gewogen wordt opgeteld bij de scores op de andere onderscheidende gunningcriteria.
4.3.3 Bedrijfszekerheid Bij bedrijfszekerheid gaat het om de bedrijfszekerheid van het verwerkingsconcept en van het logistieke concept. Onder logistiek wordt de overslagstructuur aangeduid en het plan rondom bulktransport en de implicaties van dit plan voor het voortransport van de Limburgse gemeenten. Marktpartijen zullen aan moeten tonen dat zij vanaf de contractingangsdatum het Limburgs afval op verantwoorde wijze kunnen verwerken. Met dit criterium hangen uitsluitend minimum eisen samen. Met andere woorden: goed is goed genoeg. Definitie bedrijfszekerheid De mate waarin het verwijderingconcept zich in de praktijk bewezen heeft en de mate waarin de geboden oplossing “immuun” is voor/ zich aan kan passen aan relevante ontwikkelingen (veranderingen in afvalaanbod en samenstelling, regelgeving, onvoorziene omstandigheden, calamiteiten). Het criterium wordt als volgt opgesplitst: •
bedrijfszekerheid van afvalverwerking;
•
bedrijfszekerheid van het logistieke concept.
Bedrijfszekerheid van afvalverwerking Het geboden verwerkingsconcept moet gegarandeerd bedrijfszeker zijn, via een minimum eis gezekerd. Het risico van calamiteiten, onvoorziene omstandigheden en niet tijdig op orde hebben van het gecontracteerde logistieke en verwerkingsconcept is voor de marktpartij. Een objectieve maat voor bedrijfszekerheid zal gebaseerd worden op een combinatie van onderstaande factoren: •
# jaar in gebruik;
VERTROUWELIJK
pagina 10
21 november 2005 Ons kenmerk NO-05-21-034
•
schaalgrootte van toepassingen (# kton verwerkt);
•
# landen waar toegepast;
•
In landelijk afvalbeleid als bewezen techniek aangemerkt.
Daarnaast worden minimum eisen geformuleerd waaruit blijkt dat de geboden oplossing “immuun” is voor of zich relatief snel kan aanpassen aan relevante ontwikkelingen. Hierbij kan gedacht worden aan veranderingen in afvalaanbod en afvalsamenstelling, regelgeving, onvoorziene omstandigheden en hoe om te gaan met calamiteiten. Centraal uitgangspunt daarbij: de marktpartij dient onvoorziene omstandigheden, calamiteiten en wisselingen in aanbod en samenstelling op te kunnen vangen en indien nodig passende alternatieve oplossingen te bieden. De gemeenten moeten te allen tijde op een verantwoorde wijze van hun afval afkunnen. In het bestek worden de nader geoperationaliseerde minimumeisen rond deze thema's opgenomen. Bedrijfszekerheid van het logistieke concept Marktpartijen zal worden gevraagd om een logistiek concept uit te werken per perceel en per combinatie van percelen waarop ze aanbieden. Dit concept wordt getoetst op de volgende factoren: 1. Is sprake van voldoende overslagpunten? Het aantal en de locatie van de overslagpunten moet zodanig zijn dat voldaan wordt aan de gestelde kilometergrens voor het voortransport. De logistieke structuren die door de inschrijvers worden voorgesteld zullen hier nauwgezet op worden getoetst. 2. Planologische en vergunningtechnische haalbaarheid van geboden overslagstructuur De locatie van de overslagpunten moet inpasbaar zijn in het provinciaal en gemeentelijk ruimtelijk beleid en (kunnen) voldoen aan milieuvergunningvereisten. De marktpartijen zullen hard moeten maken dat hieraan voldaan wordt of binnen een aan te geven termijn voldaan wordt. Marktpartijen wordt gevraagd om een toelichting, onderbouwd met documenten. Op het moment dat bijvoorbeeld een bestemmingsplanwijziging nodig is zal een verklaring moeten worden overlegd, met correspondentie daarbij van de provincie en/of gemeente waaruit de planologische haalbaarheid blijkt. 3. Gevoeligheid voor verkeerscongestie / uitval modaliteit Marktpartijen blijven verantwoordelijk voor mogelijke problemen die ontstaan door onoverkomelijke bottle necks in de transport infrastructuur. Cruciale verantwoordelijkheden rondom bedrijfszekerheid worden bij de marktpartijen gelegd in het contract. Acceptatie van de bijbehorende clausules geldt ook weer als minimum eis.
4.3.4 Duurzaamheid / innovatie De Limburgse gemeenten streven bij de hercontractering van de verwerking van hra en gft naar de laagst mogelijke maatschappelijke kosten. Naast prijs speelt duurzaamheid een belangrijke rol. Duurzaamheid is echter een veelomvattend en complex begrip. Met het oog op transparantie en objectiveerbaarheid is een nadere afbakening nodig. In de discussies binnen de ASL zijn de volgende duurzaamheidaspecten boven komen drijven:
VERTROUWELIJK
pagina 11
21 november 2005 Ons kenmerk NO-05-21-034
a.
innovatief vermogen, waarbij gedacht wordt aan alternatieve verwerkingsconcepten: (bijvoorbeeld vergisten van gft) en logistieke concepten (vervoer over water of per spoor), maar ook aan grensoverschrijdende samenwerking ten behoeve van de regionale ontwikkeling;
b.
lage(re) milieubelasting, met nadruk op de(deel)aspecten C02-reductie, energetisch rendement en materiaal- en producthergebruik;
c.
maatschappelijk ondernemen, bijvoorbeeld aandacht voor werkgelegenheid, personele aspecten. In een toekomstvisie en jaarverslagen kunnen markpartijen hier uiting en invulling aan geven.
Definitie duurzaamheid / innovatie Het innovatief gehalte van het verwijderingconcept, de mate waarin rekening wordt gehouden met voor de ASL belangrijke milieuaspecten en invulling wordt gegeven aan maatschappelijk ondernemen. Het is lastig om bovenstaande aspecten in kwantitatieve en meetbare grootheden te vatten. Bij a. en c. is dat sowieso niet mogelijk, bij de onder b. genoemde milieuaspecten in principe wel. CO2-reductie, energetisch rendement en mate van hergebruik of nuttige toepassing kunnen in harde getallen worden gevangen. Beoordelingstechnisch levert dit echter de nodige problemen. Energierendementen en massabalansen zijn van zeer veel aannames en uitgangspunten afhankelijk en moeilijk of niet controleerbaar. In het geval een marktpartij bij verschillende verwerkers capaciteit inkoopt wordt de beoordeling nog extra bemoeilijkt. In de marktverkenning is door meerdere deskundigen afgeraden om met dit soort kwantitatieve duurzaamheidindicatoren te werken. Tekenend in dit verband is de duurzaamheid van de logistiek. Het algemene beeld is dat transport over water minder milieubelastend is dan transport over spoor of over de weg. Uit een studie van CE ["To shift or not to shift that's the question", maart 2003] blijkt dit echter niet standaard zo te zijn. De verschillen in milieubelasting binnen een modaliteit zijn groter dan tussen de modaliteiten. Een meer kwalitatieve benadering biedt in dit geval uitkomst. Aan marktpartijen zal in de aanbestedingsdocumenten worden gevraagd hun plannen en visie op bovenstaande punten kenbaar te maken. Er wordt dus maximale ruimte geboden om zich op deze punten te onderscheiden. Voor de beoordeling op het criterium 'duurzaamheid / innovatie' zal het Algemeen Bestuur van ASL, optredend als stuurgroep voor de aanbesteding, een speciale adviserende toetsingscommissie instellen bestaande uit materiedeskundigen van gemeenten en provincie. Aan de hand van een checklist (op te nemen in de notitie beoordelingstructuur en in het bestek) zal deze commissie de kwaliteit en concreetheid van de plannen toetsen. In andere aanbestedingen zijn met deze werkwijze goede ervaringen opgedaan (is pragmatisch, transparant en "rechtbank-proof"). Voorgesteld wordt om drie subcriteria te onderscheiden. Binnen deze subcriteria komen minimumeisen en onderscheidende variabelen (toetspunten) voor:
VERTROUWELIJK
pagina 12
21 november 2005 Ons kenmerk NO-05-21-034
1. Duurzaamheid verwerkingsconcept (40% binnen dit criterium; 6% binnen totaal) Minimumeisen: •
verwerkingswijze conform minimumstandaard LAP. Voor gft betekent dit (minimaal) composteren, voor hra verbranden waarbij aan reststoffen minder dan 5% van de ingangshoeveelheid op gewichtsbasis wordt gestort;
•
storten van restafval voldoet niet aan de minimumstandaard en is alleen als vangnetoptie
•
de verwerkingsinstallaties moeten aan de wettelijke emissie-eisen (lucht, water en afval)
toegestaan met wettelijke ontheffing; voldoen en over geldende vergunningen beschikken. De kwaliteit van compost moet voldoen aan de wettelijke eisen. Onderscheidend: •
innovatief gehalte verwerkingsconcept: de mate van technologische vernieuwing en milieuoptimalisaties op het vlak van CO2-reductie, verhoging energierendement en product- en materiaalhergebruik. De minimumstandaardtechnieken uit het LAP gelden hierbij als referentiepunt.
2. Duurzaamheid logistieke concept (40% binnen dit criterium; 6% binnen het totaal) Minimumeisen: •
overslagstructuur moet verschillende wijzen van aanlevering van huishoudelijk afval (gft en
•
schone motoren: emissies voertuigen, vaartuigen en trein moeten voldoen aan Europese
hra) door gemeenten / inzamelbedrijven kunnen accepteren en verwerken; normen (PM nader uitzoeken welke normen we hier kunnen opnemen). Onderscheidend: •
innovatief/ duurzaamheidgehalte van logistieke concept: de mate van technologische vernieuwing (andere of combinatie van modaliteiten) en milieuoptimalisaties op het vlak van schoner transport. Transport over de weg met de huidige / meest voorkomende dieselvrachtwagens geldt hierbij als referentievariant met vervoer per spoor als gunstiger modaliteit en over water als gunstigste modaliteit. De beoordeling zal onder meer gebaseerd worden op: −
de totale afgelegde afstand per jaar in voor- en bulktransport (als indicator voor het milieueffect, anders dan het financiële effect dat onder het criterium kosten/prijs apart wordt gemeten);
−
de verspreiding van deze kilometers over de genoemde modaliteiten;
−
de doorgevoerde of door te voeren verbeteringen binnen de aangeboden modaliteit (bijvoorbeeld roetfilters, elektrische voertuigen e.d.).
Puur vanuit milieuoverwegingen geredeneerd is het lastig om sterke voorkeuren voor modaliteiten uit te spreken, echter vanuit het oogpunt van het belonen van innovatie valt het te verdedigen. Vanuit aanbestedings/juridisch oogpunt is het voldoende om een heldere beoordelingssystematiek in het bestek te communiceren aan marktpartijen. 3. Kwaliteit toekomstdocument (20% binnen dit criterium, 3% binnen het totaal) Minimumeisen: •
het toekomstdocument moet de volgende onderdelen / elementen bevatten:
VERTROUWELIJK
pagina 13
21 november 2005 Ons kenmerk NO-05-21-034
−
schets relevante ontwikkelingen in afvalverwerkingmarkt en bedrijfsvisie;
−
voorgestelde / toe te passen verwerkingsconcepten en logistieke systemen, kenmerken daarvan en geplande / te realiseren innovaties (innovatieparagraaf);
−
meerjaren uitvoerings- en investeringsplan.
Onderscheidend: •
•
kwaliteit van de visie: −
compleetheid tav ontwikkelingen;
−
reikwijdte: in hoeverre wordt ingespeeld op: •
andere aspecten van maatschappelijk ondernemen;
•
grensoverschrijdende samenwerking;
•
product- en marktinnovaties;
−
originaliteit / creativiteit;
−
consistentie: mate van onderbouwing van keuzes;
−
samenhang met voorgestelde innovaties in verwerking- en logistieke concept;
concreetheid meerjaren-/investeringsplan: in hoeverre is de visie ook vertaald naar daadwerkelijk door te voeren en op de Limburgse situatie toegesneden maatregelen en activiteiten.
NB. bovenstaande punten worden ten behoeve van de beoordeling door de toetsingscommissie in een checklist uitgewerkt.
4.3.5 Contractvoorwaarden Definitie Mate van acceptatie van contractvoorwaarden. Met het bestek zal een contract worden meegestuurd dat zal bestaan uit meerdere clausules. Een aantal clausules zal ingaan op cruciale verantwoordelijkheden die expliciet bij de marktpartijen neergelegd worden. De acceptatie van deze clausules wordt vereist in de vorm van een minimum eis. Daarnaast zal het contract een opsomming bevatten van uitgangspunten aangaande de samenwerkingsrelatie. Van deze clausules moet de marktpartij aangeven in hoeverre het voorgestelde akkoord is. Voor deze clausules geldt ook dat marktpartijen tekstvoorstellen mogen doen met alternatieve formuleringen. Per clausule wordt de mate van acceptatie uitgedrukt in een rapportcijfer. Gewogen opgeteld krijgt de marktpartij daarmee een 'eindcijfer' voor acceptatie van het voorgestelde contract, ervan uitgaande dat alle minimum eisen akkoord zijn.
VERTROUWELIJK
pagina 14
21 november 2005 Ons kenmerk NO-05-21-034
5
Wijze van gunnen Per perceel wordt een rangorde gemaakt van aanbiedingen op basis van de hiervoor behandelde criteriastructuur. De gunning vindt per perceel plaats volgens de hieronder aangeduide, nog te ontwerpen systematiek. De gunning- en beoordelingsystematiek wordt beschreven in een apart document, te weten de "beoordelingstructuur". De volgende punten worden hierin uitgewerkt: •
nadere operationalisering van de (sub)criteria;
•
de scoreschalen en scoretoekenning;
•
de organisatie van de beoordeling (wie beoordeelt wat, controle daarop?). In deze paragraaf zal speciale aandacht uitgaan naar de toetsingscommissie voor de beoordeling van de toekomst-/duurzaamheidplannen van de gegadigden;
•
checklists /afvinklijsten ten behoeve van de beoordeling;
•
beschrijving van ondersteunende rekensoftware en resultaten van testruns (gevoeligheidsanalyse).
Enkele cruciale onderdelen / stappen in de gunning worden hieronder nader toegelicht. Prijsplafond In het bestek wordt aangegeven dat ASL het recht heeft, om haar moverende redenen, de aanbesteding geheel of gedeeltelijk te stoppen. Dit is een standaard bestekvoorwaarde. Er is in die zin dus geen gunningplicht. Een moverende reden kan zijn dat de economisch meest voordelige aanbieding de begroting van de gemeenten toch te boven gaat. Praktisch gezien zal dit betekenen dat de laagste aanbieding qua tarieven hoger ligt dan het huidge tariefsniveau. In dat geval hebben de ASL-gemeenten een argument om niet tot gunning over te gaan. Door de juridisch adviseur van KplusV, mr. Chantal Bartels is dit zo aangegeven. Het bovenstaande betekent dat er geen noodzaak is om een prijsplafond in het bestek op te nemen. Via het begrotingsargument hebben gemeenten altijd de mogelijkheid om niet tot gunning over te gaan. Verder heeft het opnemen van een prijsplafond alleen maar nadelen. Zo'n plafond heeft een 100% uitsluitend karakter: een euro hoger en de hele aanbieding doet niet meer mee. Ook is er in dat geval geen mogelijkheid om, in dezelfde / lopende procedure, met deze aanbieder te mogen onderhandelen. Verder is het hanteren van prijsplafonds juridisch risicovol en niet verstandig, omdat daarmee de concurrentie / marktwerking wordt ingeperkt (minder inschrijvers, grotere kans op onderlinge afspraken). De beste kans om de prijsambitie van (minder dan)
120 per ton restafval en
60 per ton GFT te halen is om de aanbesteding
slim te ontwerpen en in te richten. Door meerdere percelen te onderscheiden, zo min mogelijk beperkingen voor marktpartijen op te werpen, te werken met verschillende contracttermijnen en nadrukkelijk in te spelen op de open afvalgrenzen, is in onderhavige aanbestedingsopzet het maximale gedaan om de markt te prikkelen. Looptijd De marktpartijen wordt gevraagd om aanbiedingen met verschillende looptijd. Afgezien van verschillen in prijs kan dit ook leiden tot inhoudelijk verschillende aanbiedingen. Per marktpartij worden de aanbiedingen per looptijd daarom als losstaande aanbiedingen behandeld. Deze benadering kan ertoe leiden dat er uiteindelijk contracten met verschillende looptijden worden
VERTROUWELIJK
pagina 15
21 november 2005 Ons kenmerk NO-05-21-034
afgesloten. Op het moment dat het kostenvoordeel interessant genoeg is, is dit geen probleem. Wel moet worden beseft dat meerdere contracten met verschillende looptijden ook nadelen heeft: het contractbeheer is ingewikkelder en tijdrovender en in de toekomst moet er mogelijk vaker en voor kleinere volumes worden aanbesteed. Dit laatste nadeel wordt zoveel mogelijk voorkomen door verlengingsopties van maximaal 5 jaar op te nemen, waarmee de looptijden van contracten weer gelijk kunnen worden getrokken. Anders geformuleerd: het ontstaan van een lappendeken aan contracten wordt alleen toegestaan als het een substantieel kostenvoordeel oplevert ten opzichte van het scenario van gelijkschakelen van alle contracten op 5 jaar of 10 jaar. In het bestek zal hiervoor een duidelijke grens worden aangegeven. Gedacht kan worden aan de volgende formulering: verschillende contracttermijnen worden slechts toegepast, indien het voordeel Limburg- breed minimaal
500.000 per stroom bedraagt.
Vaststellen van de prijs per aanbieding De vooronderstelling is dat het gunnen van meerdere percelen aan één marktpartij, gunstige gevolgen zal hebben voor de geboden prijs. Omdat de gunning per perceel bepaald wordt en de prijs binnen het perceel afhankelijk kan zijn van de gunning van andere percelen, wordt apart berekend wat de financieel voordeligste verdeling van percelen is over marktpartijen. In die berekening worden de kosten van alle mogelijke combinaties van aanbiedingen, die opgeteld alle percelen bedienen, met elkaar vergeleken. Omdat het in theorie om duizenden mogelijke combinaties gaat, wordt gebruik gemaakt van speciale optimaliseringsoftware. De verdeling van de percelen die als voordeligste uit de bus komt, vormt het uitgangspunt voor de toekenning van scores op het criterium 'prijs'. Gecombineerd met de scores op de overige criteria, leidt dit tot een totaalscore per aanbieding per perceel.
VERTROUWELIJK
pagina 16
21 november 2005 Ons kenmerk NO-05-21-034
6
Juridische en procedurele aspecten Uitgangspunten Vóór de start van de aanbesteding heeft de Vereniging ASL een dusdanige volmacht namens de Limburgse gemeenten dat zij namens iedere gemeente de volgende zaken zal en kan verzorgen: •
verder uitwerken van de aanbestedingsdocumenten en het in gang zetten van de
•
beoordeling offertes aan de hand van de vooraf gecommuniceerde aanbestedingsstukken;
•
bepaling aan welke marktpartijen het beste gegund kan worden;
•
het namens alle deelnemende gemeenten gunnen aan de geselecteerde marktpartij(en).
aanbesteding;
In de volmacht is ook opgenomen dat het solidariteitsprincipe rond de verevening van de uiteindelijke verwijderingkosten óók in de nieuwe contractperiode zal worden toegepast. De gemeenten zijn de uiteindelijke contractpartners van de marktpartijen aan wie percelen gegund worden. ASL verzorgt de coördinatie van het contractbeheer. Procedureel Tijdens de aanbesteding is het belangrijk om de marktpartijen voldoende tijd te geven om aan hun aanbiedingen te werken. Het is een overweging om meer tijd te geven dan de minimale wettelijke termijn van 52 kalenderdagen binnen de openbare procedure. Met name de grote marktpartijen zijn verplicht om voor alle (deel)combinaties van percelen aanbiedingen uit te brengen met specifieke logistieke concepten. Na ontvangst van de aanbiedingen is het verstandig om ruim de tijd in te plannen voor het beoordelen en doorrekenen van de aanbiedingen en voor het schrijven van het gunningadvies. Rond de voorstellen voor de nieuwe overslagstructuur moet nagedacht worden over de vereiste diepgang en hardheid van de aangeboden oplossingen. Het spreekt voor zich dat de huidige verwerker dit probleem niet heeft, tenzij ook zij verbeteringen wil doorvoeren. Indien vergunningen vereist zijn en het verkrijgen van een vergunning veel langer duurt dan de voorgestelde tijd voor het maken van de aanbieding, moet een pragmatische oplossing bedacht worden (zie ook hoofdstuk 4, bedrijfszekerheid van het logistieke concept). De beoogde overslaglocaties bepalen het aantal kilometers aan voor- en bulktransport. Vertrouwelijkheid Zie het advies van mr. Chantal Bartels, Bartels, Sueters Fischer Aanbestedingsadvocaten (dossier 40.150, 14-11-2005). Alle aanbestedingsstukken dienen als vertrouwelijke stukken te worden behandeld. Dit raakt aan een van de pijlers van het aanbestedingsrecht: de gelijkheid van marktpartijen. Als een van de partijen eerder (en over meer) informatie beschikt, kan dit worden uitgelegd als ongelijke behandeling. Achteraf kan dit de uitkomsten van de aanbesteding teniet doen.
VERTROUWELIJK
pagina 17