N°
2
Juni 2014
UWV magazine
Businesscase Handhaving Het geluk van Gijsbert Vonk Tips & Tops uit het Praktijkonderwijs Hoe zuiver is een zbo? Interview: ‘Jobs’ Cohen
p Lees ov.nl/ w www.uagazine uwvm erkloosover w onder heid tonen alloch
2 Juni 2014 N°
Coverfoto > De werkloosheid onder allochtonen mag driemaal
zo hoog zijn als onder autochtonen, de meeste zijn gewoon aan het werk. Zoals rapper/mc/eventorganisator Ghamte Schmidt, met Surinaamse roots. Zie ook pagina 7, 13, 28 en www.uwv.nl/uwvmagazine
19
4 handhaving loont
UWV heeft meer medewerkers gekregen om te handhaven. Die moeten zichzelf niet alleen terugverdienen, maar liefst nog wat extra geld opbrengen. Signalement van een businesscase.
8 Werkplaats autisme
In de academische werkplaats ‘Samen doen’ leren mensen met autisme participeren in de samenleving. Sjoerd Kranen is een van hen. ‘Sociale interactie vind ik lastig.’
QUOTES
Lassen voor later Hoe het praktijkonderwijs jongeren uit de Wajong houdt: zie pagina 19 e.v.
10 Zuivere zbo’s
In Nederland zijn 118 zbo’s: zelfstandig bestuursorganen. Maar dat zijn dat er niet veel te veel? Welke zou er weg kunnen, of samengevoegd met andere? En zit UWV daar ook bij?
Sandra van Thiel:
‘Waarom zou je een streep zetten door zbo’s?’
14 Essay: Wat een geluk!
10
‘Niet de hoogte van de WW, maar sociaalculturele en demografische factoren bepalen het welbevinden van de werkloze.’ Een researchresultaat waar Gijsbert Vonk gelukkig van wordt!
16 Jobs Cohen
Nomen est omen: Job Cohen maakt zich voortaan sterk voor jobs, en wel voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Een afstand die alleen maar groter dreigt te worden.
Gijsbert Vonk:
‘Geluk is je blaas legen in een mistige gracht’
19 In de praktijk
Het praktijkonderwijs is in zekere zin ‘hofleverancier van de Wajong’. Maar daar legt de Met in Waalwijk zich niet bij neer. Coaches én ouders kunnen een wereld van verschil maken.
14 24 Naar vermogen
Gevolg van de Participatiewet: Wajongers worden herbeoordeeld op arbeidsvermogen. Een megaoperatie die in drie jaar afgerond moet zijn. De voorbereidingen zijn in volle gang.
Ricardo Cardoso:
UWV magazine colofon
Magazine voor stakeholders van UWV Juni 2014 Verschijnt drie keer per jaar Realisatie: MediaPartners Group/vdbj_, Postbus 2215, 1180 EE Amstelveen Hoofdredactie: Kees Diamant Redactioneel management: Fennie Pruim Eindredactie: Jacques Poell Vormgeving: Marc van Meurs en Yullan Oosterhof Aan dit nummer werkten mee: de Beeldredaktie, Joost Bijlsma, Thomas Braun, Koos Breukel, Corbino.nl, Erik Kriek, Mirjam van Immerzeel, Martyn F. Overweel, Egbert Jan Riethof, Hanny Roskamp, studiozero.nl, Kato Tan, Gijsbert Vonk, Arie Vreeburg, Martin Waalboer, Frank van Wijck
2
| juni | 2014
26 Grenzeloos
‘ik zocht naar een betere kwaliteit van leven’
‘Europa’ biedt werkzoekenden volop kansen. Zeker als ze gebruikmaken van de diensten van EURES. UWV coördineert in Nederland de dienstverlening van dit internationale netwerk.
26 UWV.nl | juni | 2014
3
Businesscase illustratie Erik kriek tekst Joost Bijlsma
Handhaven loont UWV heeft meer medewerkers gekregen om extra controles te doen en handhavingsgesprekken te voeren. De bedoeling is dat ze zichzelf terugverdienen. En liefst nog wat meer in het laatje brengen. Signalement van een businesscase. inder ambtenaren betekent minder overheidsuitgaven. Dat is goed voor de schatkist, zou je denken. Maar de praktijk is weerbarstiger. Daar zijn ze bij de Belastingdienst achter gekomen. Na aanhoudend snijden in personeel kon de fiscus minder controleren. Dit werkte overtredingen in de hand en deed de belastingopbrengsten teruglopen. Om dit tij te keren, mocht de Belastingdienst weer extra personeel voor handhaving aannemen. Dit op voorwaarde dat ze in een businesscase zou aantonen dat de nieuwe mensen meer opleveren dan ze kosten. Deze manier van werken is het kabinet blijkbaar goed bevallen. Want in het laatste regeerakkoord werd aan UWV en de Sociale Verzekeringsbank (SVB) ongeveer hetzelfde gevraagd (zie kader). Volgens Ben Rolloos, directeur Handhaving bij UWV, heeft het voorbeeld van de fiscus als inspiratiebron gediend. ‘De vraag aan ons en de SVB was: kunnen jullie met meer capaciteit extra besparen op uitkeringen? We zijn gaan rekenen of dat kon. Wij weten natuurlijk wat een uitbreiding van onze capaciteit met een bepaald aantal fte’s kost. Verder kunnen we inschatten hoeveel extra overtredingen we met die extra mensen kunnen constateren en hoeveel dat gemiddeld oplevert.’ Volgens Rolloos is UWV conservatief geweest in zijn inschattingen. Ook zijn de rekensommen door een derde partij nog een keer over gedaan. ‘Onder de
4
| juni | 2014
streep bleek dat de uitbreiding die we voorstelden duidelijk meer oplevert dan ze kost (zie kader).’ De businesscase van UWV zet in op twee troefkaarten: een uitbreiding van controles en extra voorlichting over de plichten van uitkeringsgerechtigden. Wat die eerste troefkaart betreft: dankzij een uitbreiding van de capaciteit kan de organisatie harder achter bestaande zaken aan en nieuwe onderzoeken starten. ‘Wat daarbij helpt, is dat we de laatste jaren meer signalen van fraude krijgen’, vertelt Rolloos. ‘Dat komt door de toegenomen aandacht voor het bestrijden en opsporen van misstanden vanaf 2011 en 2012. Van al die extra signalen kunnen we nu werk gaan maken. We denken dat we zo meer overtredingen ontdekken.’ De extra mensen bij Handhaving richten zich op verschillende soorten mogelijke overtredingen. Maar in het bijzonder zoomt de businesscase in op fraude met schijndienstverbanden. Het komt soms voor dat mensen net doen alsof ze in dienst zijn geweest, terwijl dat in werkelijkheid niet het geval was. Via zo’n papieren dienstverband proberen fraudeurs een uitkering aan te vragen of een lening te krijgen. Deze vorm van fraude gaat UWV, samen met Belastingdienst, Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) grondig aanpakken. Rolloos: ‘Onze rol bestaat daarbij onder meer uit het screenen van uitkeringsaanvragen op het risico van schijndienstverbanden.’ Deze en andere extra controles moeten volgens Rolloos leiden tot een beduidend lager aantal onterecht ontvangen uitkeringen.
UWV.nl | juni | 2014
5
Businesscase
2 Werkloosheid onder allochtonen volgens fotograaf Kato Tan
Kosten en baten In hun businesscases stelden UWV, de Inspectie SZW en de SVB voor om de komende vier jaar ruim 260 extra medewerkers in te zetten. Tegenover de 100 miljoen euro extra die dit kost, staat 189 miljoen euro verwachte opbrengsten. Voor UWV zijn de kosten en de verwachte baten, als volgt verdeeld:
1 Meer controles. Capaciteitsuitbreiding: 92 fte. Kosten: 29 miljoen euro. Verwachte opbrengsten: 48 miljoen euro (tot en met 2020).
2 Handhavingsgesprekken WW tijdens de eerste drie maanden werkloosheid.
De tweede troefkaart waar UWV in de businesscase op inzet, zijn preventieve gesprekken met uitkeringsgerechtigden. Sinds 1 april 2014 spreken ‘adviseurs werk’ persoonlijk met mensen die in de eerste drie maanden van hun WW zitten. Dat is nieuw. Want de praktijk was dat werkzoekenden in die periode alleen digitaal contact hadden. Daar kan nu dus een gesprek onder vier ogen bijkomen, als UWV daar aanleiding toe ziet. In dit op handhaving gerichte gesprek vertelt een adviseur de uitkeringsgerechtigde wat diens plichten zijn. Het gaat dan bijvoorbeeld om de inlichtingenplicht, het tijdig melden van voor de uitkering relevante informatie. Verder zal de WW-gerechtigde worden gewezen op de inspanningsplicht. Dat is de plicht om al het nodige te doen om nieuw werk te bemachtigen.
Uitzonderlijk In het meest recente regeerakkoord van het kabinet van VVD en PvdA staat: ‘UWV en SVB kunnen, zonder verdere aanpassingen van wetgeving, het toezicht zo versterken dat daardoor besparingen op uitkeringslasten worden gerealiseerd. Indien daartoe overtuigende businesscases worden ontwikkeld, zal de capaciteit worden geïntensiveerd.’ Deze uitnodiging van Rutte I aan UWV en de SVB was uitzonderlijk. Want tot op heden vertaalden regeringen personele uitbreidingen bij UWV altijd een-op-een in het aantal extra euro’s budget dat daarvoor nodig is. Geld voor extra mensen stond dus altijd los van wat die mensen ‘opleveren’. Deze keer echter ging dat anders. Directeur Handhaving Ben Rolloos van UWV: ‘We zagen nu duidelijk ruimte om meer te “verdienen” met extra mankracht.’ Maar volgens hem zal dit nooit de standaardwerkwijze worden. ‘Je hebt overheidstaken die wel moeten gebeuren, terwijl je niet weet of ze wat opleveren. Dat geldt zeker ook bij handhaving: het is cruciaal dat je laat zien dat overtreden niet loont. Maar het is niet altijd mogelijk om in te schatten wat het oplevert. Je kunt de directe koppeling met opbrengsten niet altijd leggen. Dan krijg je wat bij de politie “bonnencultuur” heet, met maandelijkse targets. Dat moet je niet willen.’ Rolloos verwacht dat businesscases zoals deze uitzonderlijk blijven. ‘Misschien dat de politiek besluit om UWV structureel meer geld te geven. Dan is het geen businesscase meer, maar business as usual!’
6
| juni | 2014
Capaciteitsuitbreiding: 143 fte. Kosten: 63 miljoen euro. Verwachte opbrengsten: 220 miljoen euro (tot en met 2017).
Het Jaarrapport Integratie 2013 van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) was voor minister Asscher aanleiding om meer initiatieven te ontplooien om allochtonen aan werk te helpen. Uit het rapport blijkt namelijk dat de werkloosheid onder allochtonen driemaal zo hoog is als onder autochtonen: 16 versus 5%; onder jongeren 28 vs. 10%. Werk aan de winkel dus om al die mensen aan werk te helpen. Waarbij we niet mogen vergeten dat verreweg de meeste allochtonen natuurlijk wel gewoon – of zelfs heel hard – werken. Zoals bedrijfsleider van het Prinsen Hotel in Amsterdam: Fouad Tazi, met Marokkaanse roots.
3 Aanpak schijndienstverbanden, samen met onder meer Inspectie SZW. Capaciteitsuitbreiding UWV: 8 fte (en Inspectie SZW: 13 fte). Kosten: 7,5 miljoen euro. Verwachte opbrengsten: 19 miljoen euro. Uit onderzoek van UWV blijkt dat uitkeringsgerechtigden niet altijd van de hoed en de rand weten, vertelt Rolloos. ‘Zo zegt negen van de tien uitkeringsgerechtigden op de hoogte te zijn van de inlichtingenplicht. Toch constateren we zo’n 40.000 overtredingen hiervan per jaar. Dat is naar voor de overtreder, omdat die niet alleen de uitkering moet terugbetalen maar ook nog een boete van 100 % krijgt. Ook is het vervelend voor ons, omdat het extra inspanning kost. Hier geldt: voorkomen is beter dan genezen.’
Discussieer mee op
uwv.nl/uwvmagazine over werkloosheid onder allochtonen.
Een beetje druk zetten De verwachtingen rond de nieuwe handhavingsgesprekken zijn hooggespannen. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid noemde dit zelfs ‘het belangrijkste onderdeel’ van de businesscase. De uitbreiding van de capaciteit (lees: de extra adviseurs werk) bij UWV moet maar liefst drie keer zoveel opleveren als ze kost. De gedachte is dat nieuwe WW-ontvangers minder snel in de fout gaan dankzij de vroegtijdige gesprekken. Maar dat niet alleen. Van de gesprekken wordt ook verwacht dat werkzoekenden meer haast maken bij het vinden van nieuw werk. Volgens strategisch adviseur Gerard Vlaanderen van UWV is de bedoeling ‘om een beetje druk te zetten’: ‘Het gaat om korte gesprekken waarin mensen op hun plichten worden gewezen. Zo wordt hun bijvoorbeeld gevraagd wat ze al gedaan hebben om werk te zoeken. Nu zie je bij sommige mensen dat ze in het begin van hun WW-periode te gemakkelijk zijn. Ze nemen vakantie of rekken een rouwproces langer dan noodzakelijk. Een goed gesprek kan deze groep prikkelen om net iets eerder weer werk te maken van een nieuwe baan. Elke maand minder uitkering die dat oplevert, is meegenomen.’ Dat de gesprekken echt werken, is volgens Vlaanderen gebaseerd op ervaringen in Engeland en tijdens eerdere UWV-pilots. De strategisch adviseur gelooft dat de meeste mensen de gesprekken als welkom zullen ervaren. ‘Het is fijn om je verhaal te vertellen aan iemand van vlees en bloed.’
UWV.nl | juni | 2014
7
Interview fotografie studiozero.nl tekst Hanny Roskamp
‘Het is één en al
emotie’
Sjoerd Kranen (21) uit Rotterdam heeft het syndroom van Asperger.
Tijdens zijn studie liep hij vast, maar dankzij de academische werkplaats ‘Samen doen’ krijgt hij zijn leven goed op de rit. ‘Ik zou niet in m’n eentje op een zolderkamer willen zitten.’
ociale interactie vind ik lastig, wat wil men van me, wat bedoelt iemand, is het een grapje? Bij een normaal mens is het input, verwerking in de hersenen en dan output. Bij mij maakt die verwerking een enorme omweg. Daardoor duurt het langer en word ik er moe van. En de output is soms verkeerd. Als ik op mijn werk de ramen moet zemen … dan denk ik “Okee, waarmee, wanneer, hoe netjes moet het, moet het droog zijn?” Ik ben perfectionistisch, bang om te falen. Op school had ik erg veel moeite om overzicht te houden, bij een groot werkstuk bijvoorbeeld.’ ‘Na het gymnasium heb ik een half jaar Griekse en Latijnse Taal en Cultuur gestudeerd, maar dat ging fout omdat het niet concreet genoeg was. Tegelijk gebeurde er iets naars in mijn familie en werd ik lichamelijk ziek. Heel ingrijpend allemaal. Ik raakte in een vicieuze cirkel van eetproblemen en depressieve gedachtes. Nadat ik was gestopt met mijn studie kwam ik terecht bij Yulius Autisme (zie kader, red.).’ ‘Daar kreeg ik therapie om mijn emoties beter te uiten. Typisch voor autisme is dat ik daar moeite mee had, waardoor die emoties zich naar binnen keerden. Ik heb me met muziektherapie helemaal op mijn gitaar gestort. Nu zit ik in een band via de muziekschool. Als je de teksten van mijn nummers leest – het is één en al emotie.’ ‘Eerder had ik dagbesteding gehad, waar we oude fietsen opknapten. Zo was ik in aanraking gekomen met techniek. Mijn persoonlijk begeleider en jobcoach heeft me daarom via zijn netwerk voorgesteld aan een fietsenmaker. Daar werk ik nu een paar maanden. En dat bevalt
8
| juni | 2014
‘Sociale interactie vind ik lastig, wat wil men van me, wat bedoelt iemand, is het een grapje?’
‘Samen doen!’ Het Arbeidskundig Kennis Centrum publiceerde onlangs het rapport ‘Participeren met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS)’. Slechts 25% van de Wajongers met ASS heeft regulier werk. Nog eens 10% is aan de slag met aangepast werk. Problemen die ASS’ers ondervinden, liggen vooral op het vlak van sociale omgang, flexibiliteit en planningen maken. Omdat ze vaak falen in hun werk, is de kans op een negatief zelfbeeld groot. Jobcoaches spelen een belangrijke rol bij het vinden en houden van werk. Yulius Autisme autisme.yulius.nl, een gespecialiseerde afdeling van de Rotterdamse ggz-instelling Yulius) heeft onlangs een subsidie gekregen voor de Academische Werkplaats Autisme ‘Samen doen!’ UWV neemt samen met 35 andere organisaties deel aan deze werkplaats. Die wil de participatie van mensen met autisme verbeteren en producten ontwikkelen en verspreiden voor de begeleiding van mensen met ASS tijdens overgangsfases in hun leven. In de academische werkplaats komen praktijk, wetenschappelijk onderzoek, onderwijs en beleid bij elkaar.
goed. Vooral het contact met mensen vind ik enorm leuk. Ik zou niet in mijn eentje op een zolderkamer willen zitten. Ik houd van mensen. Het zat mijn baas wel eens dwars dat ik niet uit mezelf weet wat ik moet doen. Toen hebben we wat dingen bedacht die ik altijd kan doen als hij even te druk is om mij een opdracht te geven. Dat werkt goed. ’ ‘Wel is het voor mij lastig om genoeg uitdaging te houden, door mijn intellectuele niveau. Een catalogus van Gazelle heb je snel doorgelezen ... Ik zou nog steeds talen willen studeren, met mijn talent aan de slag. Maar iets doen met mijn eigen ervaringen in de zorg, anderen helpen, dat lijkt me ook fijn.’
UWV.nl | juni | 2014
9
Achtergrond fotografie corbino.nl tekst Thomas Braun
zbo? Herpositionering
Hoe zuiver is een
In Nederland zijn118 zbo’s: zelfstandig bestuursorganen. Maar is het terecht dat al deze organisaties autonoom – onder de vlag van het ministerie – hun werk mogen doen? En hoe zit dat met UWV? n zijn prachtige werkkamer aan de Herengracht in Den Haag heeft Johan de Leeuw het lijvige rapport Onderzoek naar de herpositionering van zbo’s binnen handbereik liggen. Vanwaar de ‘herpositionering’? ‘Het kabinet vond dat er opnieuw naar zbo’s gekeken moest worden om na te gaan of ze allemaal wel zuivere zbo’s zijn en of ze dat moeten blijven. Als een zbo bijvoorbeeld louter taken verricht die te maken hebben met “regelgebonden” uitvoering, dan zou die weer dichter bij de departementen moeten komen. Het is de politieke werkelijkheid van vandaag om daar doelmatig en efficiënt mee om te gaan.’ Inmiddels zijn er 118 zelfstandig bestuursorganen. Er werd door de onderzoekscommissie niet alleen gekeken of zbo’s louter regels uitvoeren – dan zouden er al heel veel hun status verliezen – maar er is ook gekeken naar de aansturing. ‘Sommige hebben een raad van toezicht, andere hebben dat niet, en wij hebben gekeken welke veranderingen gewenst zouden zijn. Sommige zbo’s zijn eigenlijk geen echte zbo, andere weer onder bepaalde voorwaarden of met bepaalde aanpassingen of door samenvoegingen.’
10
| juni | 2014
Hoe zit dat bij UWV, dat sinds 2002 een zelfstandig bestuursorgaan is? De Leeuw: ‘UWV is een uitvoeringsorganisatie, op enige afstand van het departement, maar functioneert in de praktijk dichter bij het departement dan veel andere zbo’s. Wij hebben geadviseerd om UWV als zbo door te laten gaan omdat het al een aantal taken voor gemeenten en andere overheden uitvoert en dat zullen er in het kader van de decentralisatie allicht alleen maar meer worden. Het is vreemd als je zo’n orgaan weer dichter naar je toe haalt, zeker als het meer werk voor andere overheden gaat doen. Het geeft ook vertrouwen aan die overheden als je niet tornt aan die positie.’ De Leeuw bestempelt UWV als ‘een goed functionerende, moderne organisatie die duidelijk wordt herbevestigd in de positie waarin die nu zit’.
Onderdeel van de staat Daarnaast heeft UWV een eigen rechtspersoonlijkheid. De Leeuw: ‘Het is altijd de vraag: móet je die hebben? Je bent als zbo immers onderdeel van de staat. Als er juridische procedures zijn, kan de staat die voor zijn rekening nemen. Ook hier geldt dat er diverse argumenten zijn om die eigen rechtspersoonlijkheid te handhaven. Het gezag waarmee uitspraken gedaan
‘Sommige publieke taken die nu door zbo’s worden uitgevoerd, kun je privaat wegzetten’ Johan de Leeuw
Wat is een zbo?
Achtergrond
3 Werkloosheid onder allochtonen volgens
Een zelfstandig bestuursorgaan (zbo) is een organisatie die overheidstaken uitvoert, maar die niet direct onder het gezag van een ministerie valt. In feite is het een vorm van externe verzelfstandiging. Een zbo oefent publiek gezag uit en ‘ontlast’ daarmee het betrokken departement. De ministeries blijven uiteindelijk wel eindverantwoordelijk.
fotograaf Kato Tan
Het Jaarrapport Integratie 2013 van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) was voor minister Asscher aanleiding om meer initiatieven te ontplooien om allochtonen aan werk te helpen. Uit het rapport blijkt namelijk dat de werkloosheid onder allochtonen driemaal zo hoog is als onder autochtonen: 16 versus 5%; onder jongeren 28 vs. 10%. Werk aan de winkel dus om al die mensen aan werk te helpen. Waarbij we niet mogen vergeten dat verreweg de meeste allochtonen natuurlijk wel gewoon – of zelfs heel hard – werken. Zoals Reinsurance Officer Hande Yildiz Fuchs, met Turkse roots.
roep om ordening groot. Wat hoort logischerwijs bij elkaar? Hoe kun je meer efficiency bereiken? Wat dat betreft is het ook logisch dat UWV op termijn gaat samenwerken en eventueel samengaat met de SVB, maar ik zeg dit wel met voorzichtigheid. Door de stijgende werkloosheid heeft UWV zijn handen al meer dan vol aan de grote operaties. Dit streven is dus niet voor de heel korte termijn.’ Een zbo kan een goede werkvorm zijn omdat een organisatie korte klappen kan maken, als een zelfstandig bedrijf kan functioneren. ‘Sommige publieke taken die nu door zbo’s worden uitgevoerd, kun je privaat wegzetten. Er zijn er ook bij die geen openbaar gezag hebben. In de kern ontvalt dan de basis. En er zijn situaties dat een aantal bestuursorganen één sterke zbo zouden kunnen vormen. Het gaat er niet om of ze weg kunnen, het gaat erom hoe je meer doelmatigheid en efficiency creëert.’
Het lege nest
‘Als er al iets fout gaat, is dat in de relatie tussen ministeries en zbo’s’ Sandra van Thiel
12
| juni | 2014
moeten worden die bindend zijn voor burgers, is ook voor andere overheden van belang. UWV bindt burgers met uitspraken over uitkeringen en stelt indicaties vast voor mensen die ziek zijn. Dat rechtvaardigt dat je de publieke taak met gezag uitoefent. Daarbij is het wel van belang om zo goed mogelijk contact met het departement te hebben. En dat heeft UWV.’ Er wordt nog onderzocht of op termijn mogelijk sprake kan zijn van samenwerking met de Sociale Verzekeringsbank (SVB), vanwege de overeenkomstige aard van de werkprocessen, met op termijn eveneens wellicht een samengaan. En dan komt De Leeuw op een belangrijke invalshoek voor het onderzoek: ordening. ‘Vanuit het kabinet is in het hele veld van 118 bestuursorganen de
De ordening van De Leeuw c.s. levert ook scepsis op. Een van de sceptici is Sandra van Thiel, hoogleraar bestuurskunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Zij onderzocht in opdracht van de Eerste Kamer zbo’s en agentschappen (uitvoerende diensten van ministeries). ‘Waarom zou je een streep zetten door zbo’s? Alleen als ze geen doel hebben of niet functioneren. Maar dat is hier niet aan orde. Politici raken het overzicht kwijt en dus wordt de boel gereduceerd. Welk probleem lost dit op? Geen enkel. Van meer overzicht zal ook geen sprake zijn omdat politici over het algemeen niet zo geïnteresseerd zijn in uitvoeringsorganisaties. Ja, totdat er iets misgaat. Er komen af en toe een paar zbo’s in het nieuws, maar wie heeft er ooit gehoord van de Kamer voor de Binnenvisserij? Of de Stichting Administratie Indonesische Pensioenen? Die kent niemand, omdat die gewoon hun werk goed doen. Uit de meeste evaluaties blijkt dat er weinig fout gaat, behalve in de relatie tussen ministeries en zbo’s.’ Van Thiel noemt dit het “legenestsyndroom”. ‘Het gaat niet om de behoefte om overzicht te krijgen maar om het onvermogen om los te laten. Ik vind het prima dat ze alles weer dichtbij willen halen, maar dan moet je je er ook mee willen bemoeien. Dat zie ik veel te weinig. Het wordt wel wat beter, maar veel ministeries hebben daar te weinig aandacht voor.’ Van Thiel mist de consistentie. ‘Je kunt het op afstand zetten en dan reken je achteraf af, of je haalt het weer bij je. Maar dan moet je je er ook goed tegenaan bemoeien. Ik ben niet pro zbo of iets in die richting. Ik houd vooren nadelen tegen het licht en daarbij blijkt de bestuursvorm niet doorslaggevend: het zit vaak in relatie tussen het ministerie en het zbo. Zolang die goed is, maakt het niet veel uit of je agentschap bent of zbo.’
Discussieer mee op
uwv.nl/uwvmagazine over werkloosheid onder allochtonen.
UWV.nl | juni | 2014
13
Essay
illustratie Martyn F. Overweel tekst Gijsbert Vonk
Geluk
Discussieer mee op
uwv.nl/uwvmagazine
is een lege blaas
enefits do not make jobless lazy’, kopte de Universiteit van Edinburgh op 25 november 2013 in een nieuwsbericht op haar website. Het nieuwsbericht was geplaatst naar aanleiding van een onderzoek dat was verricht bij de school van sociale en politieke wetenschappen van deze universiteit naar de geluksbeleving van werklozen. Werklozen in 28 EU-lidstaten hadden op een schaal van 1 tot 10 mogen aangeven of ze tevreden waren met het leven. En wat bleek? In Luxemburg en Zweden, landen met hoge werkloosheidsuitkeringen, zijn ze diep bedroefd, maar in Hongarije en Polen, waar de WW geen vetpot is, gaan ze fluitend door het leven. Conclusie: niet de hoogte van de WW maar sociale, culturele en demografische factoren bepalen het welbevinden van de werkloze. Van onderzoek als dit kan ik nou gelukkig worden. Eindelijk eens weerwoord tegen de automatische aannames over financiële gedragsprikkels. De uitkering blijkt helemaal geen invloed te hebben op de motivatie van een werkloze om een baan te krijgen. Hoe zo dan de uitkeringsduur verkorten om het stelsel van de WW activerender te maken, zoals het huidige kabinet ons voorhoudt? Ik heb de Schotse onderzoeker een mail gestuurd met een voorstel tot samenwerking. Daar heb ik niets meer op gehoord. Achteraf wel begrijpelijk misschien.
Al jaren lang zie ik één keer per maand drie van mijn oude studievrienden. We komen samen in De rechtvaardige rechters, een bierkroeg in de hoofdstad. Bij een laatste gele-
14
| juni | 2014
genheid bracht ik daar het Schotse onderzoek ter sprake. Nadat ieder van ons zijn bestelling had geplaatst – ik gewoontegetrouw een Zever van de tap – begon ik als volgt. ‘Luister, ik las over een interessant Schots onderzoek. Decennialang werd economische voorspoed geassocieerd met de groei van het bnp. Eindelijk komt daar een kentering in. Want zijn het geen andere zaken die vooruitgang definiëren, zoals sociale gelijkheid, een goed milieu, het welbevinden van mensen? Het is goed dat daar meer aandacht voor komt. Dat Schotse onderzoek laat goed zien dat er ook op een andere manier kan worden gekeken naar de sociale zekerheid en de WW!’ Janneke reageerde onmiddellijk. Zij is docent sociaal recht aan de rechtenfaculteit waar ze ooit studeerde en destijds al opviel door haar snedigheid. ‘Straks gaan ze de subjectieve geluksbeleving van uitkeringsgerechtigden nog gebruiken als argument om de uitkering te verlagen! Ik bedoel: als die werklozen er toch niet gelukkig van worden. De WW heeft een loondervingsfunctie en heeft met geluk niets van doen. 70% van het dagloon, dat is de formule. Je gaat je toch ook niet afvragen wat de geluksfactor is van het loon? Het is de markt die dat bepaalt. Al dat gepsychologiseer over de ruggen van uitkeringsgerechtigden… Laatst las ik dat ze zelfs hadden onderzocht dat werklozen 13 IQ-punten dommer zijn dan de rest van bevolking.’
‘Ha, ha,’ lachte tafelgenoot Josse, ‘nóg dommer dan de gemiddelde Nederlander!’ De ober bracht de tweede ronde en serveerde daarbij een kommetje met borrelnootjes, sommige daarvan met een merkwaardig
krijgen in de jackpot van het leven en mogen staren naar de naakte lichamen van de sirenen die zich verscholen houden achter hun sluier van onwetendheid. Zelfs de capabilities approach – Jan Joost sprak het niet goed uit met al die biertjes en zijn Gooise r – getuigt van te veel ijdelheid. Het enige waar de mens op mag rekenen is zijn vrijheid opdat hij niet als een worm door de modder hoeft te kruipen.’
groene kleur. Zulke borrelnoten had ik nog niet eerder gezien. Josse Vandenheuvelaere komt uit Antwerpen. Hij is socioloog. Anders dan Janneke zag Josse wel iets in die geluksbenadering, maar – en nu boog hij zich op samenzweerderige wijze naar voren – ‘de Britten leggen te veel de nadruk op de subjectieve beleving van het individu. Daar gaat het toch niet om in het leven? Bij de sociale zekerheid komt het aan op de kwaliteit van instituties, op het geluk van de samenleving als geheel.’ Josse begon aan een lang verhaal over een Israëlisch onderzoek naar de effectiviteit van financiële prikkels. Het ging over ouders die te laat waren met het ophalen van hun kinderen op de crèche en daarvoor een boete kregen opgelegd, met als onbedoeld gevolg dat ze hun kinderen nog later gingen ophalen. Ik kon Josse niet goed meer volgen want ik had me vergrepen aan enkele van die grote groene borrelnoten, met een enorm gekraak aan de binnenkant van mijn hoofd tot gevolg. Allemachtig, wat voor vergif hadden ze daar in gedaan? Gauw riep ik de ober voor een nieuwe ronde. Had hij misschien ook een Schots biertje op de tap?
Terwijl de ober nieuwe groene borrelnoten en vier enorme glazen bier aanvoerde – Celtic Red, meende ik te verstaan – was het de beurt aan Jan Joost. Hij werkt als financieel adviseur bij de Rabobank en is in zijn vrije tijd filosoof. Hij houdt van de libertijnen en dat vinden ze bij de bank niet erg. ‘Het probleem van dit soort onderzoek begint bij het definiëren van het menselijk geluk’, zei Jan Joost. ‘Daar wordt te hoog over opgegeven, alsof we allemaal een aandeel moeten
Gijsbert Vonk (1960) studeerde rechten en
promoveerde in 1990 op het proefschrift De coördinatie van bestaansminimumuitkeringen in de Europese Gemeenschap. Van 1993 tot 2006 was hij hoofd van de Afdeling Recht & Beleid van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Daarna werd hij hoogleraar socialezekerheidsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ook was hij bijzonder hoogleraar in die discipline aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Gijsbert Vonk publiceert regelmatig op het terrein van de sociale zekerheid, ook over de decentralisaties, onder meer in het Nederlands Juristenblad.
Nu wilde Jan Joost weten van Janneke hoe hoog het maximumdagloon is in de WW. ‘€ 40.000 per jaar? Zijn er mensen die zo weinig verdienen? Mooie loondervingsfunctie is dat!’ Ik weet niet hoelang het gesprek in De rechtvaardige rechters is doorgegaan. Op enig moment keek ik op mijn mobieltje en zag ik dat het hoog tijd was om terug te lopen naar het station. Er was een zware mist neergedaald. Ik vervolgde mijn weg in de gebruikelijke richting. Na een tijdje wist ik niet meer goed waar ik was. Het was ook zo stil overal. Bovendien was ik vergeten bij het verlaten van de kroeg naar de wc te gaan. Een tijdje ben ik nog zo doorgelopen, totdat het niet meer ging en ik met krachtige straal het bier loosde in een gracht. Terwijl ik dat deed, werd ik overvallen door een immens gevoel van geluk. Het tintelde van mijn tenen tot in mijn hoofd. Zo gauw ik in de trein naar huis zat, zou ik de Schotse onderzoeker een mailtje sturen met een voorstel voor een gezamenlijk onderzoek over subjectieve geluksbeleving. Geluk, dat is je volle blaas legen in het mistige water van een verdwaalde stad, ging ik hem schrijven.
UWV.nl | juni | 2014
15
Interview fotografie koos breukel tekst mirjam van immerzeel
voor jobs
De Participatiewet heeft grote gevolgen voor mensen met een afstand tot de reguliere arbeidsmarkt. Zijn er straks wel genoeg banen voor deze groep? Job Cohen, voorzitter van Cedris, branchevereniging voor bedrijven in sociale werkvoorziening, maakt zich zorgen.
ij was burgemeester, staatssecretaris en hoogleraar. Maar tegenwoordig is Job Cohen voorzitter van Cedris, de brancheorganisatie voor sociale werkvoorziening en arbeidsintegratie. Deze organisatie speelt een belangrijke rol binnen de nieuwe Participatiewet. We spraken hem over de mogelijkheden en onmogelijkheden van die wet en de toekomst van de sociale werkvoorziening.
De Participatiewet is een enorme operatie, waarin drie regelingen tot één moeten worden gesmeed. Hoe gaan we zorgen dat de uitvoerders van die wet zich niet terugtrekken in hun belangen? ‘De Participatiewet is juist gericht op ontschotting. De bedoeling is de drie groepen mensen met afstand tot de arbeidsmarkt die nu in de Wsw (Wet sociale werkvoorziening), de Wajong en de bijstand zitten, beter te gaan helpen. Het feit dat er drie verschillende regelingen zijn, met ook nog verschillende eigenaren, werkt onhandigheid in de hand – om het zacht uit de drukken. Het is
16
|| juni juni || 2014 2014
heel goed dat het kabinet daar één regeling van maakt. Iedereen wil dat ook. Toch sluipen daar nu al – naar we hopen tijdelijke – regelingen in, die in de weg staan van wat we willen: mensen binnen één systeem helpen.’
Waarom gebeurt dat? ‘Neem de Wajong. Gaan we al die mensen in die regeling nou ongezien in een nieuw systeem stoppen, zonder overgangsregeling? Dat vinden we oneerlijk, dus daar willen we wat meer tijd voor nemen om het op een betere manier te organiseren. Belangrijk is dat iedereen van goede wil is en we ons gezamenlijke doel voor ogen blijven houden. Maar het zal vast weer moeilijker blijken te zijn dan iedereen nu vermoedt. Denk bijvoorbeeld aan de samenwerking tussen UWV en de sociale werkbedrijven. Hoe gaan we die versterken?’
Hoe moet een dergelijke samenwerking vorm gaan krijgen? ‘Door iedereen te laten doen waar hij goed in is. UWV is de initiële toegangspoort voor veel mensen die richting de arbeidsmarkt moeten. Maar als het er om gaat hoe je mensen met een grote achterstand het beste op een bepaalde plek moet krijgen, dan is dat lastig voor UWV. Dan gaat het om mensen die niet bij gewone vacatures passen. SW-bedrijven kunnen die match wel maken. Omdat ze veel ervaring hebben hoe je goede banen kunt maken voor mensen met een stevige arbeidsbeperking. De arbeidsmarkt is voor SW-bedrijven heel concreet het organiseren van werk: baan voor baan. Je maakt arrangementen op maat voor mensen en bedrijven. Je leert werkgevers dat ze machines langzamer moeten afstellen, hoe ze arbeidsplaatsen kunnen aanpassen. SW-bedrijven bouwen partnerschappen met bedrijven.’
UWV.nl | juni | 2014
17
Reportage
Interview
tekst & fotO’s Martin Waalboer
En dat werkt? ‘SW-bedrijven zijn er de afgelopen jaren in geslaagd 35.000 mensen naar de reguliere arbeidsmarkt te brengen. Dat doen ze door met een heel concrete aanpak onze doelgroep te plaatsen. Als er geen banen zijn, hoe kan je ze dan maken? SW-bedrijven doen dat bijvoorbeeld via detachering.’
Banen maken, kan dat dan? ‘Zeker. Laat ik een geval nemen dat misschien wel bestaat of misschien niet, puur als illustratie hoe wij werken. Stel, een bedrijf heeft een baan in de aanbieding waarbij vakken moeten worden gevuld. Maar een deel van de tijd moet er ook nog iets anders gebeuren, zeg achter de kassa zitten. SW-bedrijven zoeken dan uit of daar niet verschillende banen van te maken zijn. Want we hebben wel mensen die heel goed kunnen vakken vullen, maar voor wie die kassa te hoog is gegrepen. Job carving heet dat, het op maat maken van banen voor mensen die anders niet zo snel aan de bak komen.’
Zitten bedrijven wel op de rompslomp te wachten? Die willen toch gewoon een vakkenvuller die ook de kassa kan bedienen. ‘Soms vinden ze het heel lastig, maar we krijgen ook een hoop positieve reacties. Mij valt op hoe sociaal het mkb is; SW-bedrijven plaatsen namelijk de meeste mensen in het middenbedrijf. Je merkt dat er een soort maatschappelijke betrokkenheid leeft, vooral bij lokaal gewortelde ondernemers. Het mkb is misschien ook wat minder strak georganiseerd, zonder precies omschreven functies en taken. Daar zitten mensen ook dichter bij elkaar. Mensen zeggen: ik doe die begeleiding er wel bij.’
U had het over detachering, een begrip dat je niet zo snel verwacht in de sociale werkvoorziening. ‘Dat is voor ons een belangrijke manier om mensen in het bedrijfsleven te plaatsen. SW-bedrijven houden ze in dienst en plaatsen ze op de arbeidsmarkt. Het is een heel aantrekkelijke route voor werkgevers. Dat je tegen – ik noem maar iets – Albert Heijn kunt zeggen: die vakkenvullers die regelen we voor jou. Heb je geen omkijken meer naar, hoef je geen mensen meer via allerlei bureaucratische regels in dienst te nemen. Dat is een zorg minder voor die supermarkt.’
In het sociaal akkoord is afgesproken dat de werkgevers 100.000 banen gaan creëren voor mensen met een beperking. Hoe gaat Cedris daar een steentje aan bijdragen? ‘Die 100.000 banen die in het vooruitzicht zijn gesteld, zijn van groot belang voor onze doelgroep. Die banen kunnen SW-bedrijven met het bedrijfsleven vormgeven: met job carving, groepsdetacheringen, door de begeleiding goed te regelen. Het traditionele beschutte werk van sociale werkvoorzieningsbedrij-
18
| juni | 2014
Tips en tops
Wat werkt bij aspirantWajongers
Job Cohen (1947)
Voorzitter van Cedris sinds september 2013, diverse adviesfuncties.
Sinds 1 mei 2014 is hij voorzitter van de Stichting voor Vluchteling Studenten UAF.
Sinds 2014 bekleedt hij in Leiden de Thorbecke-leerstoel. 2010-2012: politiek leider van de PvdA. 2001-2010 burgemeester van Amsterdam. 1993-1994 staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen.
Studeerde Nederlands recht en startte zijn loopbaan in de academische wereld.
ven zal aan belang inboeten. Er zullen immers veel mensen extern worden geplaatst. Dat is eigenlijk ook niet belangrijk. Waar het om gaat: zo veel mogelijk mensen aan het werk helpen. Als er maar niet wordt gezegd: detachering betekent dat je in dienst blijft bij de sociale werkvoorziening, want dan telt het niet mee voor die 100.000 banen. Dat moeten we op een verstandige manier gaan organiseren.’
Onder toeziend oog van zijn meester en medeleerlingen laat Pieter zien hoe je een puntlas maakt en vertelt hij hoe stevig zo’n las is. Hij is enthousiast: ‘Je kunt in de metaal van alles leren: slijpen, boren, lassen, zagen, frezen …’
UWV.nl | juni | 2014
19
Reportage
Sven (links) en Pieter zijn allebei 15 jaar. Ze doen hun presentatie samen in het metaallokaal. Sven wil later bij zijn vader in het bedrijf gaan werken. Daar doen ze aan specialistisch reinigen en dan komen alle praktische zaken die je leert op de MET goed van pas. Maar hij weet dat hij in het bedrijf van z’n pa ook met Nederlands en rekenen goed uit de voeten moet kunnen. Samen met z’n coach en zijn vader hebben ze dan ook besloten pluslessen te gaan volgen: lessen waarin die vaardigheden intensief worden bijgespijkerd.
Het voortgezet speciaal onderwijs en het praktijkonderwijs zijn in zekere zin ‘hofleverancier van de Wajong’. Door de beperkingen
waar hun leerlingen mee te kampen hebben, zijn de kansen op regulier werk gering. Maar dat wil niet zeggen dat ze kansloos zijn. Intensieve begeleiding van school én ouders kan veel verschil maken.
20
| juni | 2014
e kans op werk voor leerlingen uit het voorgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs wordt het beste voorspeld door schoolbegeleiders. Als schoolbegeleiders de verwachting van ouders meenemen, dan verbetert deze voorspelling. Dit is een van de conclusies uit het promotieonderzoek van Anja Holwerda (Universitair Medisch Centrum Groningen). Zij pleit er daarom voor dat er al op jonge leeftijd een profiel van kenmerken en kwaliteiten van deze leerlingen door schoolbegeleiders in samenwerking met de ouders wordt gemaakt. Dit kan helpen om realistische verwachtingen voor toekomstig werk van deze leerlingen te ontwikkelen en kan ook helpen om de leerling vroegtijdig adequaat te begeleiden, wat de kans op werk verhoogt. Het promotieonderzoek is (mede) tot stand gekomen met subsidie van UWV en biedt een verdieping op het eind 2012 verschenen rapport ‘Wat werkt bij Wajongers’. Op de MET, een school voor praktijkonderwijs in Waalwijk, wordt al jaren intensief samengewerkt met schoolbegeleiders en ouders. Dat doet de school volgens het Big Picture Learning-concept. In dit concept staat de persoonlijke coaching en het persoonlijke leerplan van elke leerling centraal. De persoonlijke coach vormt de gehele onderbouw- of bovenbouwperiode de spil van de begeleiding in een driehoeksmodel van leerling, ouders en stagebegeleiders. Een ander Big Picture Learning-aspect is de authentieke beoordeling: niet aan de hand van door leerkrachten gegeven cijfers, maar op basis van presentaties aan medeleerlingen, leerkrachten, begeleiders, ouders, leerbedrijven en andere belangstellenden. In deze fotoreportage doen we verslag een presentatiedag in april.
Fons de Wolff is directeur van de MET. ‘Het is mooi om te zien wat we op de MET voor elkaar krijgen. Maar het is niet allemaal rozengeur en maneschijn. Als de Wajong voor deze jongeren zou stoppen, is dat heel erg. Ik ben van mening dat jongeren met een lichte beperking die samen met hun ouders, het bedrijfsleven en het praktijkonderwijs zo gemotiveerd zijn, straks niet achter de geraniums mogen belanden. Laten we juist deze warme samenwerking aanmoedigen. Het gaat landelijk om zulke kleine aantallen, dat moeten we met elkaar niet wegbezuinigen!’
Dani Sontrop (15) vertelt tijdens zijn presentatie dat hij heeft geleerd plattegronden te maken en te berekenen. Dani legt uit dat hij op de MET heeft ontdekt dat hout en bouwen helemaal bij hem passen. Hij laat zien hoe de zaagmachine werkt. ‘Hier word ik echt uitgedaagd, ik ga met plezier naar school, dat was op de basisschool wel anders. Ik wil nu ook een certificaat halen, dat is eigenlijk iets voor de bovenbouw, maar bij de MET kan zoiets gewoon. En meester Kuppens helpt het allemaal mogelijk te maken.
Op de foto, van links naar rechts: Dani, Eefje, de opa van Dani en zijn moeder. Op de MET is er intensief contact tussen leerlingen, (groot)ouders en coaches. Eefje van Limpt is Dani’s coach.
Ze zegt: ‘Door samen te kijken en uit te vissen wat hij wil en kan, krijgen we heel veel voor elkaar’. En opa? ‘Ik vind deze school geweldig, hier word je echt op weg geholpen, dat was vroeger wel anders!’
UWV.nl | juni | 2014
21
Reportage
Jannes (14) houdt z’n presentatie voor z’n klasgenoten, hij heeft zelf de presentatie gemaakt op de computer. Jannes legt uit dat hij heeft geprobeerd Excel te leren, maar dat dat nog iets te hoog gegrepen was. Z’n klasgenoten vinden de achtergronden niet zoveel met het onderwerp te maken hebben, maar ze trekken daardoor wel meer aandacht. Jannes is overigens een soort Bekende Nederlander: hij is al na 25 weken zwangerschap geboren, met alle problemen en niet zo hoopvolle vooruitzichten van dien. Maar met intensieve hulp en aandacht van z’n ouders en motorisch remedial teacher José van der Plas én natuurlijk de tomeloze inzet van Jannes zelf, kan hij nu veel meer dan ooit gedacht, en zit hij helemaal op z’n plek bij de MET. Jannes met zijn moeder (rechts) en zijn motorisch remedial teacher José van der Plas.
Denian loopt stage bij Lederfabriek van Esch. ‘Ik wilde al vanaf m’n negende of zo elektricien worden omdat dat de hobby en het werk van m’n vader is. Maar ik kwam erachter dat de studie voor elektricien te moeilijk is voor mij. Samen met de school en m’n ouders hebben we wat anders verzonnen. Ik ben te nuchter om bij de pakken neer te zitten. Ik leer inmiddels van alles hier.’
Jessica doet haar presentatie over Winkel Kantoor Repro (WKR), omdat ze later graag in een schoenen- of kleding-winkel wil werken. Ze laat ook nog de video zien waarbij ze een sollicitatiegesprek oefent. ‘Dat was wel heel eng, om me zo voor de klas te laten zien, maar ik heb het toch gedaan.’ Jessica (15) met haar vader. Pa: ‘Ik ben haar grootste fan, en ik ben ook fan van de MET, als je ziet hoe Jessica hier vooruit is gegaan, in alles.’ Jessica beaamt dat: ‘Vroeger was ik niet te handhaven. Sinds ik hier op school zit, ben ik veel rustiger en ben ik bijna nooit meer boos.’
22
| juni | 2014
Bij Van Esch leert Denian ook vorkheftruck rijden: ‘Daar ga ik ook mijn certificaat voor halen, het gaat goed hier, we overleggen regelmatig, met juf Badoux en met m’n begeleider Mark, en met m’n ouders. Als het meezit, krijg ik een vaste baan bij Van Esch!’ Overleg met Claire Badoux en Mark, Denians vaste begeleider bij Van Esch.
Claire Badoux (links), stagebegeleider van MET in overleg met de heer Van Esch, directeur van de gelijknamige lederfabriek.
UWV.nl | juni | 2014
23
Achtergrond fotografie de beeldredactie tekst Frank van Wijck
Meer arbeidsperspectief voor Wajongers
Naar vermogen
De Participatiewet treedt naar alle waarschijnlijkheid per 1 januari 2015 in werking. Een van de gevolgen hiervan is de beoordeling van Wajongers op arbeidsvermogen. Een operatie van enorme omvang die in drie jaar afgerond moet zijn. De voorbereidingen zijn al in gang gezet. oeveel werk gaat de beoordeling van de huidige Wajongers UWV kosten? Erik Swart, strategisch beleidsadviseur UWV kan het nog niet goed inschatten. ‘Het zal voor een deel van de Wajongers zelf afhangen’, zegt hij. ‘We willen hen niet onnodig belasten met een bezoek aan de verzekeringsarts. De dossiers die we over hen hebben, zijn dus leidend in de beoordeling. Maar de onzekerheid zit in de mate waarin zij het eens zijn met het oordeel over hun arbeidsvermogen dat wij op basis van hun dossiers vellen. Uiteraard krijgen ze de mogelijkheid om te reageren op onze beoordeling. Als ze het daarmee oneens zijn, kunnen ze verzoeken om een herziening van dat oordeel en dat leidt dan uiteraard weer tot extra werk. We verwachten dat veel Wajongers van deze mogelijkheid gebruik zullen maken. Mensen van wie wij oordelen dat ze arbeidsvermogen hebben, kunnen 5 % van hun uitkering verliezen als ze dit arbeidsvermogen niet gaan benutten. Ze gaan dan van 75 naar 70 % van het wettelijk minimumloon. Zeker als ze zonder een verzekeringsarts of een arbeidsdeskundige gesproken te hebben die 5 % dreigen te verliezen, zullen zij vermoedelijk geneigd zijn dat besluit ter discussie te stellen. En voor de duidelijkheid: we vinden het als UWV ook heel begrijpelijk als ze dat doen. Maar we zullen het wel moeten zien te managen. Dat begint met goede communicatie over het hoe en waarom en op basis waarvan we tot ons oordeel komen.’ Wat Swart wel weet, is dat de beoordeling een omvangrijke taak is om in drie jaar te volbrengen. Normaal doet UWV in een jaar ongeveer 30.000 beoordelingen. Nu moeten 240.000 Wajongers worden ingedeeld in categorieën. ‘We gaan wel opschalen – meer personeel inzetten – om dit op verantwoorde wijze te kunnen doen’, zegt Swart. Het proces begint met een systematisch onderzoek naar gegevens van de Wajongers die UWV in de systemen beschikbaar heeft. ‘Het meest duidelijk zijn de Wajongers die op dit moment
24
| juni | 2014
aan het werk zijn’, zegt Swart. ‘Dat zijn er zo’n 60.000 en die hebben per definitie arbeidsvermogen. Aan de andere kant van het spectrum staan de Wajongers die een verhoogde uitkering hebben omdat ze hulpbehoevend zijn. We gaan ervan uit dat zij geen arbeidsvermogen hebben. Dit geeft al een goede eerste schifting. Ook kijken we in deze fase bijvoorbeeld naar de Wajongers die momenteel in een re-integratietraject zitten of die recent nog gewerkt hebben. Vervolgens delen we de Wajongers in op basis van de gegevens uit de dossiers.’ Alle Wajongers krijgen een vooraankondiging waarin staat of uit onze gegevens blijkt of zij over arbeidsvermogen beschikken. Wanneer dat niet duidelijk is, volgt een beoordeling door een verzekeringsarts en/of een arbeidsdeskundige. Vervolgens wordt een beschikking verzonden met het uiteindelijke besluit van UWV, en staat de mogelijkheid van bezwaar en beroep open.’
Een ander perspectief De Participatiewet, die naar alle waarschijnlijkheid per 1 januari 2015 in werking treedt, bepaalt dat alleen jonggehandicapten die volledig duurzaam arbeidsongeschikt zijn nog onder de Wajong zullen vallen. ‘Jongeren met arbeidsvermogen zullen zich dus vanaf de ingangsdatum bij de gemeente moeten melden in plaats van bij UWV’, zegt Swart. Mensen die nu een Wajong-uitkering hebben, behouden dat recht. Als blijkt dat de Wajonger arbeidsvermogen heeft, dan wordt zijn uitkering per 1 januari 2018 met 5 % verlaagd. ‘UWV krijgt extra middelen om hun re-integratie-inspanningen te helpen bevorderen. En daarmee beginnen we dit jaar al. Gelet op de kans die zij lopen om 5 % van hun uitkering te verliezen verwachten we dat het interessant voor hen is om van deze hulp gebruik te maken.’ De beoordelingen en uitkeringsverlaging worden gecombineerd met een intensivering van de inspanningen om de participatie van de Wajongers te bevorderen. Hiervoor is aanvullend budget beschikbaar. ‘Hoe dat er exact uit gaat zien is nu nog niet duidelijk, UWV is nog bezig met planontwikkeling’, vertelt Swart. ‘Activiteiten die we eerder op dit gebied ontwikkelden, hadden wisselend succes. Maar werkgevers en overheid hebben zich nu garant gesteld voor banen en er is een uitkeringsverlaging in het vooruitzicht gesteld. Het perspectief is dus nu wel anders.’ De sociale partners hebben in het sociaal akkoord toegezegd 125.000 banen beschikbaar te stellen voor mensen die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen. Maar als de Participatiewet in werking treedt, zijn die niet alleen voor Wajongers beschikbaar. Op verzoek van gemeenten beoordeelt UWV vanaf dat moment of iemand zelfstandig het wettelijk minimumloon kan verdienen en of hij in aanmerking komt voor een gegarandeerde baan.
Leonie Pot heeft een verstandelijke beperking. Daardoor is leren niet altijd even makkelijk voor haar. Een leerwerktraject tot assistent Zorghulp biedt uitkomst. Naast haar Wajong-uitkering werkt Leonie bovendien parttime in een groothandel voor bakkerijen. Leonie is een mooi voorbeeld, want zij benut haar arbeidsvermogen goed.
In de Werkkamer Op 11 april 2013 kwamen werkgevers en werknemers in het sociaal akkoord met het kabinet overeen om tot 2026 in totaal 100.000 extra banen in te richten voor mensen uit de doelgroep van de Participatiewet. Daarbovenop stelde de overheid zich garant voor 25.000 extra banen in de komende tien jaar. Werkgevers stellen in
2014 al 5000 banen beschikbaar, een verdubbeling van de afspraken uit het sociaal akkoord. Van jaar tot jaar wordt bijgehouden hoeveel banen er voor mensen met een arbeidsbeperking zijn bijgekomen. Er treedt een quotumregeling in werking als deze banen er niet komen. Om de banen voor mensen met een beperking eerder
zeker te stellen, wordt de beoordeling of het quotum in werking dient te treden vervroegd naar eind 2015. De VNG, sociale partners en het Rijk werken de Participatiewet en de afspraken uit het sociaal akkoord verder uit in de ‘Werkkamer’. De banen die beschikbaar komen moeten vooral op regionaal niveau worden ingevuld. Gemeenten hebben de regie in de 35 arbeidsmarktregio’s,
waar zogeheten werkbedrijven worden opgezet. In het bestuur van de nieuw op te richten regionale werkbedrijven zijn ook de werkgevers en werknemers vertegenwoordigd. Afgesproken is dat UWV een rol zal spelen bij de vaststelling of iemand al dan niet in staat is het minimumloon te verdienen. Ook wordt bekeken of daarbij zoveel begeleiding nodig is dat alleen beschut werk een optie is.
UWV.nl | juni | 2014
25
Achtergrond fotografie studiozero.nl tekst Egbert Jan Riethof
EURES kent geen grenzen ‘Europa’ biedt werkzoekenden volop kansen. Zeker als ze gebruikmaken van de diensten van EURES: een afkorting van EURopean Employment Services. UWV coördineert in Nederland de dienstverlening van dit internationale netwerk. ij de Europese eenwording hoort het streven naar één grote Europese arbeidsmarkt met een vrije uitwisseling van werknemers. Sinds 1993 wordt dat streven ondersteund door EURES: een samenwerkingsverband van de lidstaten van de Europese Unie plus Noorwegen, Liechtenstein en IJsland. Dertig landen die samen de Europese Economische Ruimte worden genoemd. Zwitserland heeft zich hierbij door middel van verdragen inmiddels ook aangesloten. Wat doet EURES? Dat is op het eerste gezicht heel eenvoudig: werkgevers ondersteunen die personeel over de grens zoeken – vooral wanneer er in hun sector op de nationale arbeidsmarkt te weinig aanbod is – en particulieren die een baan in een ander land ambiëren. Dat gebeurt tussen de genoemde 31 landen, maar ook in de grensstreek, als mensen in het ene land blijven wonen en in het andere werken. ‘Ondersteunen, dat houdt in: mensen en vacatures bij elkaar brengen, maar vooral ook informatie en advies verstrekken. Die zijn hard nodig als je overweegt, als werkgever of werknemer, het in een ander land te proberen’, zegt Harry van den Berg, coördinator van de Europese Dienstverlening bij UWV.
Zelf doen De Nederlandse afdeling van EURES richt zich in eerste instantie op de noden van de Nederlandse werkgevers en werknemers, maar het is logisch dat het bij elkaar brengen van vraag en aanbod betekent dat ook andere partijen (zoals uitzendorganisaties) van de dienstverlening van UWV gebruikmaken. De koers van UWV is hier dat de dienstverlening zo veel mogelijk online geschiedt via werk.nl/eures en grensinfopunt.nl. Werkzoekenden kunnen bij hun registratie op werk.nl aangeven dat ze ook beschikbaar zijn voor werk in
26
| juni | 2014
Europa en werkgevers kunnen bij een vacaturemelding op werk.nl aangeven dat zij ook personeel in Europa zoeken. Via werk.nl/eures hebben werkgevers toegang tot cv’s uit heel Europa en werkzoekenden tot vacatures uit heel Europa. Ook is er een schat aan informatie beschikbaar over de effecten van migratie op belastingen, pensioen, wonen, scholen voor de kinderen, cultuur en wijze van solliciteren. Ten slotte is er informatie te vinden over beurzen waaraan werkgevers kunnen deelnemen, en wervingsprojecten. Van den Berg: ‘Online kun je als klant al veel zelf doen en uitzoeken. Wie specifieke vragen heeft en het antwoord niet online vindt, kan ze stellen via e-mail of telefoon. Pas als ook dit het gewenste resultaat niet oplevert, kunnen de vragenstellers een beroep doen op de achttien EURES-adviseurs die door heel Nederland aan de WerkgeversServicepunten (WSP’s) van UWV verbonden zijn.’
‘Ik wilde wérken – en hier kon dat’ Sinds eind februari 2014 werkt Roelof van IJken (29), Master of Arts met specialisatie geschiedenis, fulltime voor een vertaalbureau in Dublin. ‘Ik was het solliciteren zat, werkgevers maakten het mensen zoals ik die de handen uit de mouwen willen steken, moeilijk. Ik had bij werk.nl gemeld dat ik ook belangstelling had voor een baan elders in Europa. Toen kwam die vacature in Ierland langsrollen, voor vertaalwerk. Ik vulde een onlineformulier in zonder iets te verwachten.’
Grensarbeid Het komt vaak voor dat mensen die dicht bij de grens met een ander land wonen, in dat buurland werken maar in hun eigen land blijven wonen. Harry van den Berg: ‘Dat heeft gevolgen voor sociale zekerheid, belastingen en opbouw van AOW-rechten. Ook kan het diploma dat hij hier heeft behaald, in het buitenland minder waard zijn. Dat moet een werknemer zich realiseren. Maar ook de ondernemer doet er goed aan zich te verdiepen in wat eraan vastzit als hij iemand van elders in dienst neemt.’ Overigens is het werken over de grens niet altijd even evident, er kunnen allerlei haken en ogen aan verdragen tussen landen zitten die obstakels kunnen opwerpen voor werkzoekenden. Ook hier kan EURES hulp bieden. Bijvoorbeeld door te lobbyen. Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft onlangs nog na zo’n lobby aandacht gevraagd voor het vereenvoudigen van de regelgeving rond grensarbeid.
Opeens kwam er een telefoontje van iemand van EURES die zei dat ze dacht dat hij goed bij de vacature paste. ‘Vervolgens kwam er al snel een mail uit Dublin. Ik voerde een skypegesprek en deed een vertaaltest. Uit vijftien kandidaten werd ik samen met nog iemand aangenomen. De verf van mijn nieuwe appartement in Ede was net droog. Het was wennen en stressen in het begin, met woonruimte vinden, wat in Dublin moeilijk is. Het bevalt mij steeds beter, ik vind Ierland geweldig.’
‘Kwaliteit van leven’ In juli 2013 kwam Ricardo Cardoso (25) uit Portugal naar Nederland om te gaan werken bij Atlas Copco in Oosterhout. De vestiging is onderdeel van een wereldwijd opererend Zweeds concern dat onder meer perslucht- en persgasapparatuur, generatoren, constructie- en mijnbouwapparatuur en industriële gereedschappen levert.
Ricardo, mechanical engineer (werktuigbouwkundige), zocht uit eigen beweging naar werk in het noorden van Europa. ‘In de eerste plaats zocht ik naar een betere kwaliteit van leven, en daarnaast naar een professionele uitdaging. Ik dacht aan de UK, Nederland, Denemarken. Ik begon bij LinkedIn, vond selectie- en wervingsbureaus en meldde me daar
met mijn cv en motivatie. Zo kwam ik in contact met een bureau dat samenwerkt met EURES. Via een job fair in Lissabon verdiepte het contact zich. Zo kwam de match met Atlas Copco tot stand.’ Hij heeft het naar zijn zin tot nu toe. ‘Ik werk en leef in een omgeving met dynamische jonge mensen, leer veel, het geld is goed en ik ben snel gewend geraakt
aan de sociale omgeving. Nee, het oude leven mis ik niet. Dankzij internet is er genoeg contact met familie en kennissen. Ik zal hier nog geruime tijd blijven en dan weer naar een andere cultuur overstappen. Dat is wat veel jonge mensen willen, nu Europa meer open en bereikbaar wordt: gebruikmaken van de mogelijkheden.’
UWV.nl | juni | 2014
27
4 Werkloosheid onder allochtonen volgens fotograaf Kato Tan Het Jaarrapport Integratie 2013 van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) was voor minister Asscher aanleiding om meer initiatieven te ontplooien om allochtonen aan werk te helpen. Uit het rapport blijkt namelijk dat de werkloosheid onder allochtonen driemaal zo hoog is als onder autochtonen: 16 versus 5%; onder jongeren 28 vs. 10%. Werk aan de winkel dus om al die mensen aan werk te helpen. Waarbij we niet mogen vergeten dat verreweg de meeste allochtonen natuurlijk wel gewoon – of zelfs heel hard – werken. Zoals creative director bij Big Shots Sem Chouikha, met Tunesische roots.
Discussieer mee op
uwv.nl/uwvmagazine over werkloosheid onder allochtonen.