Urinaire incontinentie

Urinaire incontinentie

RONNY PIETERS VPK SPECIALIST UROLOGIE – UZ GENT - VOORZITTER VZW UROBEL VEERLE DECALF PHD STUDENT INCONTINENTIE-DIAGNOSTIEK BIJ 65+ - UGENT ANJA HUION PHD STUDENT INCONTINENTIE DIAGNOSTIEK BIJ PERSONEN MET DEMENTIE – UGENT B U R C ( B L A D D E R M A N A G E M E N T A N D U R E T H R A L C AT H E T E R R E S E A R C H C E N T R E )

Inhoud  Definitie  Enkele cijfergegevens  Huidige praktijkvoering  Richtlijn continentiezorg  Mogelijkheid tot multidisciplinaire aanpak

Definitie

 Incontinentie is het ongewild verlies van urine.

Epidemiologie  Urine incontinentie (UI) in België

Schulman, Claes, Matthijs (1997) Urinary incontinence in Belgium: a population-based epidemiological survey. Eur Urol, 32, 315-320

Epidemiologie

Urine-incontinentie in de huisartsenpraktijk. Dr. S. Tollet Dr. J. Vanschoenbeek Huisartsenpraktijk Loksbergen Vrouwen >45 jaar met GMD met diagnose incontinentie in GMD bevraging bij consultatie gedurende 2 mnd heeft u ooit last van ongewild urineverlies? verliest u soms wat urine bij hoesten of niezen? heeft u soms moeite uw water op te houden?

Epidemiologie

Dossierstudie  Bij 27/393 (6,8%) patiënten is diagnose terug te vinden (393=

vrouwen>45j met GMD)  20/27 diagnoses uit anamnese maar heel summier.  Ernst, hulpmiddelen en kiné slecht genoteerd  medicatie, technische onderzoeken en chirurgie goed genoteerd.

Epidemiologie

Enquêtes bij consultatie (n=209)  110 op 209 patiënten (52,6%) positief, waarvan 98 nieuwe diagnoses.

 Conclusies  urine-incontinentie ondergediagnostiseerd in huisartsenpraktijk 6,8% t.o.v. 52,6%  98 nieuwe diagnoses op 2 maand tijd  consultatie vnl door jongere patiënt met stress-inco

Epidemiologie Woon- en zorgcentra OCMW Gent (n=459 residenten) 

  

77.6% scoorde incontinent op de Katz-schaal 78.8% droeg absorberend opvangmateriaal overdag en 69.3 % ’s nachts Slechts 6 bewoners (1.3%) hadden een verblijfssonde. Slechts één bewoner droeg een condoomcatheter.

Decalf, Pieters, Everaert en Defloor, 2007

Epidemiologie Woon- en zorgcentra OCMW Gent (n=459 residenten)

incontinent

Aandeel totale bewonerspopulati e (%)

DAG

50 40 30 20 10 0

continent

39,9 30,9

22,2 6,8

zelfzorg

0

luierregime Zorgregime voor mictie


0,2 toiletregime

Epidemiologie Woon- en zorgcentra OCMW Gent (n=459 residenten) incontinent

Aandeel totale bewonerspopulatie (%)

NACHT

50 40 30 20 10 0

continent

42,9 21,1 21,1

zelfzorg

13,5 0,2

1,1

luierregime

toiletregime

Zorgregime voor mictie



geen

DAG

licht incontinentieverband zw aar incontinentieverband


50 37,3

40 30 20,3

22,4

20 10,5 6,3

10 0,4

0

0,4

2,4

0 zelf zorg

luieregime Zorgregime voor mictie


toiletregime


geen

NACHT

licht incontinentieverband


zw aar incontinentieverband

50

41,8

40 30

27,5

20 10

7,6

12

7,2 1,3

0

2

0,7

0 zelf zorg

luieregime Zorgregime voor mictie


toiletregime

Huidige praktijkvoering  Home care  Natte vinger  Ziekenhuis  Door aanbod  Meestal geen prioritaire pathologie  WZC  Gestuurd door luierfirma’s  Gestuurd door afdelingsgewoontes

Richtlijn continentiezorg

Waarom een richtlijn  Incontinentie heeft een belangrijke invloed op de oudere 

     

en zijn omgeving Verhoogde kans op opname in WZC, valaccidenten en urineweginfecties Hogere kosten voor de gezondheidszorg, Toegenomen belasting van de mantelzorger Verhoogde morbiditeit en mortaliteit Verminderde kwaliteit van leven Verhoogde kans op huidletsels, ziekenhuisopname, verlengde hospitalisatieduur en fracturen Extra verpleegtijd en kosten gerelateerd aan diagnosestelling en behandeling.

(Fonda et al., 2005; Hu et al., 2005).

Continentieparadigma

Richtlijn continentiezorg Geen diagnose !  Educatieve interventies  Verpleegkundig assessment  Verpleegkundige zorgdoelen  Verpleegkundige interventies

Richtlijn continentiezorg Educatieve interventies Verpleegkundig assessment Verpleegkundig symptoomonderzoek Verpleegkundige anamnese Verpleegkundig geassisteerd onderzoek Behandelbare en/of reversibele oorzaken van incontinentie Verpleegkundige zorgdoelen Verpleegkundige interventies

 Normale blaasfunctie  Wat is “normaal”


 ICIQ-SF  PAD-test


 Continentievoorgeschiedenis  LUTS en mictiepatroon  Mictiedagboek  Factoren buiten de urinewegen die

invloed kunnen hebben op de continentiestatus van de resident   

 

Functionele beperkingen Cognitief functioneren Omgevingsfactoren Sociale impact Zelfzorg

 Kwaliteit van leven  Opvangmateriaal  Wensen en verwachtingen


 Delirium, dementie, depressie  Infectie  Geneesmiddelen

 Psychologisch functioneren en pijn  Overmatige urineproductie  Verminderde mobiliteit

 Stoelgangsimpactie  Alarmsignalen

 Residu na mictie


 Bepalen doelen  Gepersonaliseerde interventies  Leefstijlinterventies

Voeding- en drankgewoonten  Constipatie  Gedragsgerichte interventies  Volumetraining  Vraagplassen  Gewoonteplassen  Klokplassen 

 Hulpmiddelen en opvangmateriaal   

Hulpmiddelen Opvangmateriaal Controle-wissel

 Omgevingsaanpassingen

Urinaire incontinentie

Recommend Documents