Samenvattingskaart
Richtlijn Urine-incontinentie gebaseerd op de richtlijn urine-incontinentie voor de tweede- en derdelijnszorg
Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVU) De Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVU) is de wetenschappelijke beroepsvereniging voor medisch specialisten in de urologie. De vereniging heeft dan ook als doel de bevordering van de urologie en de belangenbehartiging van de leden. De NVU telt momenteel ruim 650 leden. Website: www.nvu.nl
De Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) De Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) is de wetenschappelijke beroepsvereniging voor gynaecologen. In deze hoedanigheid wil zij de kwaliteit bewaken van de vrouwengezondheidszorg in het algemeen en de gynaecologische, obstetrische en voortplantingsgeneeskundige (sub)specialismen in het bijzonder. Als belangenbehartiger stimuleert en ondersteunt zij de maatschappelijke positie van deze specialismen en hun beroepsbeoefenaren. Website: www.nvog.nl
Samenvattingskaart
Richtlijn Urine-incontinentie In deze samenvatting worden de aanbevelingen voor de benadering van de patiënt met urine-incontinentie (UI) beschreven uit de Richtlijn Urine-incontinentie voor de tweede- en derdelijnszorg. De tekst van deze richtlijn is gebaseerd op de EAU Guidelines on Urinary Incontinence uit 2012 en is toegesneden op de Nederlandse situatie, met waar nodig extra informatie, overwegingen en updates. De richtlijn is van toepassing op volwassen mannen en vrouwen (> 18 jaar) zonder neurogeen blaaslijden. Aanbevelingen zijn gegradeerd als A, B en C, waarbij A de sterkst mogelijke aanbeveling is en C de zwakste. De aanbevelingen zijn zoveel mogelijk ‘action-based’ geformuleerd: ze nodigen niet zozeer uit tot overwegen maar eerder tot handelen. Ook kan er soms een aanbeveling gegeven worden om juist niet te handelen. Het niveau van aanbeveling is niet altijd overeenkomstig met de hoeveelheid en het type bewijs. Zo kan er vrijwel geen bewijs zijn voor een handeling (zoals lichamelijk onderzoek als onderdeel van de diagnostiek), maar is dit toch een sterke aanbeveling omdat de Werkgroep Richtlijn Urine-Incontinentie dat bij consensus heeft besloten. Hier spelen dan ook andere overwegingen mee, zoals het kostenaspect, belasting voor de patiënt en het al dan niet voor handen zijn van alternatieven.
SAMENVATTINGSKAART URINE-INCONTINENTIE TWEEDE- EN DERDELIJNSZORG — 3
Lijst van gebruikte afkortingen ACT
Adjustable continence therapy
BFT
Bekkenfysiotherapie
MUI
Mixed urinary incontinence (gemengde incontinentie)
NVU
Nederlandse Vereniging voor Urologie
PROM’s Patient reported outcome measures PTNS
Percutaneous tibial nerve stimulation
SUI
Stress urine-incontinentie
UDO
Urodynamisch onderzoek
UI
Urine-incontinentie
UUI
Urge urine-incontinentie
UWI
Urineweginfectie
4 — SAMENVATTINGSKAART URINE-INCONTINENTIE TWEEDE- EN DERDELIJNSZORG
Diagnostiek Anamnese en lichamelijk onderzoek Hoewel er geen bewijs voor bestaat, is er absolute consensus dat een gedegen anamnese en lichamelijk onderzoek een standaardonderdeel van de evaluatie van urine-incontinentie zouden moeten zijn. AANBEVELINGEN 1
GR
Vraag bij de anamnese tenminste naar het volgende: • Type incontinentie (stress, urge of gemengd) • Frequentie en ernst • Geassocieerde urologische symptomen • Obstetrische en gynaecologische voorgeschiedenis • Comorbiditeit • Medicatiegebruik
A
A Doe een lichamelijk onderzoek met de volgende onderdelen: • Palpatie abdomen voor het detecteren van blaasvergroting of een massa in het abdomen/bekken • Onderzoek van het perineum • Rectaal toucher of vaginaal toucher • Evalueer de oestrogeenstatus (bij de vrouw) • Evalueer vrijwillige contracties van de bekkenbodem. A Overweeg verdere verwijzing/evaluatie indien: • De urine-incontinentie gepaard gaat met pijn • Er sprake is van hematurie • Er een voorgeschiedenis is van recidiverende urineweginfecties • Er radiotherapie of chirurgie in het kleine bekken heeft plaatsgevonden • Er verdenking op een fistel bestaat (bij constante lekkage) • Er problemen met de blaaslediging zijn • Er verdenking op neurologische comorbiditeit is.
SAMENVATTINGSKAART URINE-INCONTINENTIE TWEEDE- EN DERDELIJNSZORG — 5
Vragenlijsten AANBEVELINGEN 2
GR
Wees ervan bewust dat het nooit bewezen is dat het gebruik van vra- C genlijsten en PROM’s invloed hebben op de uitkomsten bij urine-incontinentie – dit is namelijk nooit specifiek onderzocht. Mictiedagboeken AANBEVELINGEN 3
GR
Gebruik mictiedagboeken bij patiënten met UI voor de evaluatie van A opslag- en ontledigingstoornissen van de blaas, zowel in de klinische praktijk als in onderzoekssetting. Een mictiedagboek dient tussen de 3 en 7 dagen te worden bijgehou- B den. Urineonderzoek AANBEVELINGEN 4
GR
Verricht urineonderzoek bij iedere patiënt met (klachten van ) UI.
A
Behandel symptomatische UWI’s adequaat bij patiënten met UI (zie te- B vens NVU Richtlijn Urineweginfecties). Behandel asymptomatische bacteriurie bij geïnstitutionaliseerde oude- B ren niet wanneer het doel is om de klachten van UI te verbeteren. Residumeting AANBEVELINGEN 5
GR
Meet bij voorkeur het residu na mictie met behulp van echografie.
A
Meet het residu na mictie bij iedere patiënt met urine-incontinentie.
B
Volg het residu na mictie bij patiënten die behandelingen krijgen die B blaasontledigingsstoornissen kunnen verergeren of veroorzaken. 6 — SAMENVATTINGSKAART URINE-INCONTINENTIE TWEEDE- EN DERDELIJNSZORG
Urodynamica AANBEVELINGEN 6
GR
Clinici die UDO’s verrichten bij patiënten met UI dienen zich er van te C vergewissen dat: • De test de symptomen van de patiënten reproduceert; • De resultaten in de klinische context worden geïnterpreteerd; • De kwaliteit van de metingen wordt gecontroleerd op eventuele technische fouten; • Er fysiologische variabiliteit binnen één individu kan bestaan. Leg patiënten uit dat de resultaten van een UDO nuttig kunnen zijn bij C het bespreken van mogelijke behandelopties, maar dat er maar weinig bewijs is dat het verrichten van een UDO de uitkomsten van de behandeling ook echt verbetert. Verricht niet routinematig een UDO bij patiënten die conservatief be- B handeld gaan worden. Verricht een UDO als de resultaten van de test de keuze van invasieve C behandeling kunnen veranderen. Verricht niet routinematig urethradrukprofielen.
C
Pad tests Een goed ontworpen pad (inlegger of luier) zal alle urine die in een bepaald tijdsbestek wordt verloren, bevatten en kan daardoor worden gebruikt om urineverlies te kwantificeren. Hoewel de International Continence Society heeft geprobeerd om de pad test te standaardiseren blijven er verschillen bestaan in de manier waarop patiënten worden geïnstrueerd (met name met betrekking tot de lichamelijke inspanning die ze tijdens de pad test moeten verrichten). AANBEVELINGEN 7
GR
Gebruik een pad test als kwantificering van de UI gewenst is.
C
SAMENVATTINGSKAART URINE-INCONTINENTIE TWEEDE- EN DERDELIJNSZORG — 7
Gebruik herhaalde pad tests als het resultaat van een therapie objectief C gevolgd moet worden. Beeldvorming AANBEVELINGEN 8
GR
Voer geen routinematige beeldvorming uit bij de diagnostiek van onge- A compliceerde SUI bij vrouwen.
Conservatieve behandeling (niet-medicamenteus) In de algemene medische praktijk is het gebruikelijk om eerst eenvoudige, relatief onschuldige interventies uit te proberen voordat meer risicovolle behandelingen worden toegepast. Eenvoudige klinische interventies Behandeling van onderliggende ziekte/cognitieve dysfunctie Veel aandoeningen kunnen incontinentie uitlokken of verergeren, of ze nu een rol spelen in de pathofysiologie van de lekkage of niet. Dergelijke aandoeningen zijn bijvoorbeeld: • Hartfalen • Chronische nierinsufficiëntie • Diabetes • Chronische obstructieve longziekten (COPD) • Neurologische aandoeningen zoals - Cerebrovasculair accident (CVA) - Dementie - Multiple sclerose • Algehele cognitieve dysfunctie • Slaapstoornissen (zoals slaap apneu) 8 — SAMENVATTINGSKAART URINE-INCONTINENTIE TWEEDE- EN DERDELIJNSZORG
Aanpassing van de medicatie (die niet voor de incontinentie was voorgeschreven) Weinig studies bewijzen dat het aanpassen van medicatie een gunstig effect op urine-incontinentie zou kunnen hebben. Theoretisch bestaat overigens ook het risico dat het stoppen van medicatie meer kwaad dan goed brengt. AANBEVELINGEN 9
GR
Breng het medicijngebruik in kaart bij alle patiënten met UI.
A
Informeer vrouwen die starten met systemische oestrogeensuppletie A dat hierdoor incontinentie kan ontstaan of verergeren. Kijk kritisch naar ieder nieuw voorgeschreven medicijn en of het even- C tueel in verband gebracht kan worden met het optreden of verergeren van UI. Obstipatie Verscheidene studies laten een sterke associatie zien tussen obstipatie, urine-incontinentie en overactieve blaas. Obstipatie kan worden verbeterd met gedragstherapeutische en medicamenteuze interventies. AANBEVELINGEN 10
GR
Behandel co-existente obstipatie bij patiënten met UI.
C
Opvangmaterialen en mechanische hulpmiddelen AANBEVELINGEN 11
GR
Bied verbandmaterialen aan als het opvangen van urine nodig is; laat B de patiënt informeren door een ter zake deskundige. Pas de keuze van het type verbandmateriaal aan, aan de ernst van de A incontinentie en de specifieke behoeften van de patiënt. Bied een verblijfskatheter als behandeling van UI alleen aan als andere B behandelmethoden niet afdoende helpen.
SAMENVATTINGSKAART URINE-INCONTINENTIE TWEEDE- EN DERDELIJNSZORG — 9
Bied condoomkatheters aan bij mannen met incontinentie zonder signi- A ficant residu na de mictie (indien anatomisch mogelijk). Bied het aanleren van zelfkatheterisatie aan bij patiënten met UI én A urineretentie. Bied intravaginale hulpmiddelen (zoals tampons) niet routinematig aan B voor de behandeling van UI bij vrouwen. Vermijd penisklemmen voor de behandeling van UI bij mannen.
A
Pessaria AANBEVELINGEN 12
GR
Overweeg om pessaria aan te bieden aan vrouwen met (stress) urine- C incontinentie die geen operatie of bekkenfysiotherapie wensen of kunnen ondergaan. Leefstijlaanpassingen Voorbeelden van leefstijlfactoren die in verband worden gebracht met UI zijn obesitas, roken, (een gebrek aan) lichamelijke inspanning en dieet. Daarom zou het mogelijk kunnen zijn om incontinentie te verbeteren met leefstijlaanpassingen zoals gewichtsverlies, vochtbeperking, reductie van alcohol- en cafeïne inname, het beperken van zware lichamelijke inspanning en stoppen met roken. AANBEVELINGEN 13
GR
Moedig obese vrouwen met UI aan om af te vallen
A
Leg volwassenen met incontinentie uit dat het verminderen van het B cafeïnegebruik, symptomen van toegenomen aandrang en mictiefrequentie kan verminderen, maar niet van incontinentie. Adviseer patiënten met abnormaal hoge of lage vochtintake om hun C vochtintake te normaliseren.
10 — SAMENVATTINGSKAART URINE-INCONTINENTIE TWEEDE- EN DERDELIJNSZORG
Leg vrouwelijke sporters met louter urineverlies tijdens lichamelijke C inspanning (en niet in het dagelijks leven) die zich zorgen maken om het beloop van de UI, uit dat dit urineverlies niet predisponeert tot UI op latere leeftijd. Adviseer patiënten die roken te stoppen vanwege algemene gezond- A heidsredenen, niet met het doel UI te verbeteren. Gedragstherapie, BFT en elektromagnetische therapie AANBEVELINGEN 14
GR
Bied gesuperviseerde BFT met een duur van tenminste 3 maanden aan A als eerstelijnstherapie bij vrouwen met SUI of MUI . BFT programma’s moeten zo intensief mogelijk zijn.
A
Neem biofeedback als extra behandeling bij vrouwen met SUI in over- A weging. Bied aan continente vrouwen tijdens hun eerste zwangerschap niet A routinematig gesuperviseerde BFT aan om postpartum UI te voorkomen. Bied bij mannen die een radicale prostatectomie ondergaan instructies B over BFT aan om het postoperatieve herstel van de continentie te bespoedigen. Bied aan volwassenen met UUI of MUI, blaastraining aan als eerste- A lijnstherapie. Bied ‘op de klok plassen’ aan bij volwassenen met UI en een cognitieve A beperking. Bied bij UI geen elektrostimulatie aan als monotherapie met oppervlak- A te elektroden (huid, vaginaal, anaal) . Bied geen magnetische stimulatie aan voor de behandeling van UI of B OAB .
SAMENVATTINGSKAART URINE-INCONTINENTIE TWEEDE- EN DERDELIJNSZORG — 11
Bied, indien voorhanden, PTNS aan als optie voor verbetering van de B klachten van UUI bij vrouwen die geen baat hebben gehad van anticholinerge medicatie of deze medicatie niet konden verdragen. Licht zwangeren met UI in over het natuurlijk beloop van urine-incon- A tinentie. Bied bij zwangere vrouwen met UI niet standaard BFT aan naast de B gebruikelijke zorg. Bied BFT aan als behandeling van UI aan vrouwen in de postpartum A periode.
Medicamenteuze behandeling Antimuscarinica (anticholinergica) AANBEVELINGEN 15
GR
Bied antimuscarinica in IR of ER preparaten aan als initiële medicamen- A teuze therapie aan volwassenen met UUI. Als IR-preparaten niet succesvol zijn bij volwassenen met UUI kunnen A ER of lang werkende antimuscarinica worden aangeboden. Overweeg oxybutynine pleisters als orale antimuscarinica niet worden B verdragen vanwege droge mond. Bied alle patiënten met antimuscarinica een snelle evaluatie van de A werkzaamheid en de bijwerkingen aan (< 30 dagen). Wees bewust van cognitieve bijwerkingen wanneer antimuscarinica C worden voorgeschreven aan ouderen, vooral bij die patiënten die al choline-esterase remmers gebruiken. Vermijd het gebruik van oxybutynine IR bij patiënten die at risk zijn voor A cognitieve dysfunctie.
12 — SAMENVATTINGSKAART URINE-INCONTINENTIE TWEEDE- EN DERDELIJNSZORG
Wees terughoudend met solifenacine, tolterodine en darifenacine bij B patiënten met cognitieve dysfunctie. Verricht een objectieve assessment van de mentale functies voor het C starten met de medicamenteuze behandeling van patiënten die cognitief mogelijk at risk zijn. Controleer de mentale status bij patiënten die antimuscarinica gebrui- C ken als ze at risk zijn voor cognitieve dysfunctie. Intravaginale oestrogenen AANBEVELINGEN 16
GR
Vertel vrouwen die systemische oestrogeensuppletie krijgen dat ze een A verhoogd risico hebben op het krijgen dan wel verergeren van reeds bestaande SUI en UUI. Bied post-menopauzale vrouwen met UI lokale oestrogeentherapie aan. B Desmopressine AANBEVELINGEN 17
GR
Bied desmopressine aan aan patiënten met nachtelijke UI die inciden- B teel kortdurende verbetering van hun incontinentie wensen, na de patiënt geïnformeerd te hebben dat het middel niet is geregistreerd voor deze indicatie. Gebruik desmopressine niet voor de langdurige behandeling van UI.
A
Amitriptyline AANBEVELINGEN 18
GR
Geef geen amitriptyline aan volwassen patiënten met urine-incontinen- B tie in een poging de klachten te verminderen.
SAMENVATTINGSKAART URINE-INCONTINENTIE TWEEDE- EN DERDELIJNSZORG — 13
Imipramine AANBEVELINGEN 19
GR
Geef geen imipramine bij de behandeling van SUI dan wel MUI bij vrou- A wen. Geef geen imipramine aan mannen met stressincontinentie.
A
Flavoxaat AANBEVELINGEN 20
GR
Geef geen flavoxaat bij de behande- A ling van urine-incontinentie.
Chirurgische behandeling Enkele algemeen chirurgische principes: • • •
•
Bespreek altijd vooraf het doel van de operatie, de te verwachten gezondheidswinst en risico’s met de patiënt en/of diens verzorgers. Bespreek alternatieve behandelingen. De operateur moet goed opgeleid zijn om een bepaalde ingreep te kunnen verrichten en voldoende ingrepen verrichten om de opgedane expertise te behouden. De operateur moet bereid zijn om zijn eigen resultaten van een bepaalde ingreep te delen met de patiënt.,
Chirurgie voor vrouwen met ongecompliceerde stressincontinentie AANBEVELINGEN 21
GR
Bied de mid-urethrale sling aan bij vrouwen met ongecompliceerde SUI. A Bied open of laparoscopische colposuspensie of autologe fasciesling, A aan, aan vrouwen met SUI bij wie een mid-urethrale sling geen optie is.
14 — SAMENVATTINGSKAART URINE-INCONTINENTIE TWEEDE- EN DERDELIJNSZORG
Stel vrouwen, die een retropubisch in te brengen synthetische sling A aangeboden krijgen, op de hoogte van het grotere risico van peroperatieve complicaties in vergelijking met transobturator insertie. Waarschuw vrouwen die een transobturator sling aangeboden krijgen A voor het grotere risico op pijn en dyspareunie op de langere termijn. Waarschuw vrouwen die een autologe fasciesling krijgen dat er een A hoog risico op bemoeilijkte mictie is en dat ze mogelijk na afloop moeten zelfkatheteriseren; ga na of ze bereid zijn om dat te doen. Verricht peroperatief een urethrocystoscopie na het retropubisch in- C brengen van een mid-urethrale sling, of bij een lastige of gecompliceerde insertie van een andere sling. Vrouwen die een single-incision sling waarvoor enig bewijs van effec- C tiviteit bestaat aangeboden krijgen, moeten worden gewaarschuwd dat de korte termijn resultaten inferieur zijn in vergelijking met die van standaard mid-urethrale slings en dat de langere termijnresultaten onbekend zijn. Bied single-incision slings, waarvoor geen level 1 bewijs is, alleen aan A als onderdeel van een onderzoeksprogramma. Bied adjustable slings, als primaire chirurgische behandeling van SUI, C alleen aan als onderdeel van een gestructureerd onderzoeksprogramma. Bied geen bulkmateriaal aan bij vrouwen die vragen om een permanen- A te genezing van hun SUI. Gecompliceerde stressincontinentie bij vrouwen (na eerdere gefaalde chirurgie) AANBEVELINGEN 22
GR
De keuze voor de juiste operatie bij gerecidiveerde SUI dient te geschie- C den na nauwgezette evaluatie van de individuele patiënt.
SAMENVATTINGSKAART URINE-INCONTINENTIE TWEEDE- EN DERDELIJNSZORG — 15
Waarschuw vrouwen dat de resultaten van tweedelijns chirurgische C ingrepen waarschijnlijk slechter zullen zijn, zowel qua functioneel resultaat als qua toename van het aantal bijwerkingen/complicaties. Bied implantatie van sfincterprothese of ACT aan als optie bij vrouwen C met gecompliceerde SUI als de materialen hiervoor beschikbaar zijn en de uitkomst goed kan worden gevolgd. Waarschuw vrouwen die een sfincterprothese of ACT krijgen dat er een kans C op (mechanisch) falen bestaat en dat soms revisie of verwijdering nodig is. Chirurgische behandeling bij mannen met SUI AANBEVELINGEN 23
GR
Bied alleen bulkmateriaal aan bij mannen met milde post-prostatec- C tomie incontinentie die een tijdelijke verlichting van hun UI-klachten wensen. Bied geen bulkmateriaal aan bij mannen met ernstige post-prostatec- C tomie incontinentie. Bied een male sling aan bij mannen met milde tot matige post-prosta- B tectomie incontinentie. Waarschuw mannen dat ernstige incontinentie, eerdere radiotherapie C van het bekken of chirurgie voor een urethrastrictuur de uitkomst van male slings kan verslechteren. Bied een sfincterprothese aan bij mannen met persisterende (meer dan B 6 maanden bestaande) matige tot ernstige post-prostatectomie incontinentie welke niet heeft gereageerd op conservatieve behandeling. Waarschuw over de lange termijn risico’s op falen en de mogelijke C noodzaak tot revisie wanneer mannen een sfincterprothese overwegen. Bied alleen niet-circumferentiële compression devices (ProACT®) aan C bij mannen met post-prostatectomie incontinentie als de uitkomst goed vervolgd kan worden. 16 — SAMENVATTINGSKAART URINE-INCONTINENTIE TWEEDE- EN DERDELIJNSZORG
Waarschuw mannen die een niet-circumferentiële compression device C (ProACT®) overwegen dat er een groot risico bestaat op falen. Bied geen niet-circumferentiële compression devices (ProACT®) aan C bij mannen die eerder bestraling van hun bekken hebben ondergaan. Chirurgie bij refractaire UUI Intravesicale botulinetoxine AANBEVELINGEN 24
GR
Bied intravesicale onabotulinumtoxine-injecties aan bij patiënten met A UUI die niet reageren op antimuscarinica. Waarschuw mensen voor de mogelijke noodzaak tot zelfkatheterisatie A en het geassocieerde risico op UWI’s; ga na of de patiënt bereid is zichzelf te katheteriseren indien nodig. Waarschuw patiënten over de registratiestatus van Botox®, en dat de A langetermijneffecten onbekend zijn. Sacrale zenuwstimulatie (neuromodulatie) AANBEVELINGEN 25
GR
Bied patiënten met refractaire UUI (niet reagerende op conservatie- A ve therapie), indien beschikbaar, sacrale neuromodulatie aan voordat blaasaugmentatie of deviatie wordt overwogen. Blaasaugmentatie/deviatie AANBEVELINGEN 26
GR
Bied alleen blaasaugmentaties aan bij patiënten met UUI die niet rea- C geren op conservatieve therapie en met wie de mogelijkheden van onabotulinumtoxine-injecties en sacrale zenuwstimulatie zijn besproken. Waarschuw patiënten die een blaasaugmentatie moeten ondergaan C voor het hoge risico op zelfkatheterisatie; stel zeker dat patiënten bereid zijn dit te doen. SAMENVATTINGSKAART URINE-INCONTINENTIE TWEEDE- EN DERDELIJNSZORG — 17
Bied geen detrusorectomie aan als behandeling voor UUI.
C
Bied alleen urinedeviatie aan bij patiënten bij wie minder invasieve C technieken geen verbetering gaven en die bereid zijn een stoma te accepteren. Waarschuw patiënten die een blaasaugmentatie ondergaan voor het C hoge risico op korte- en lange termijncomplicaties, en de mogelijke, kleine kans op maligniteit. Bied patiënten die een blaasaugmentatie of een urinedeviatie hebben C ondergaan levenslange follow-up aan. Chirurgie bij patiënten met obesitas AANBEVELINGEN 27
GR
Raad patiënten met overgewicht en obesitas aan om af te vallen om A algemene gezondheidsredenen. Gemengde urine-incontinentie (MUI) AANBEVELINGEN 28
GR
Behandel bij patiënten met MUI de symptomen die het meest hinderlijk C zijn eerst of kies bij twijfel eerst de minst invasieve behandelvorm. Waarschuw patiënten met MUI dat de succeskans van BFT lager is dan B bij zuivere SUI. Bied antimuscarinica aan voor patiënten met urge-predominante MUI.
A
Waarschuw patiënten met MUI dat chirurgie minder succesvol zal zijn A dan bij patiënten met zuivere SUI.
18 — SAMENVATTINGSKAART URINE-INCONTINENTIE TWEEDE- EN DERDELIJNSZORG
ALGORITME DIAGNOSTIEK EN CONSERVATIEVE BEHANDELING BIJ DE VROUW Vrouw met urine-incontinentie Initiële diagnostiek % Anamnese GA % Lichamelijk onderzoek GA % Vragenlijst (optioneel) GB % Mictiedagboek GA % Urineonderzoek GA % Post-mictie residu (bij bemoeilijkte mictie) GB % Pad test als men de hoeveelheid urineverlies wil objectiveren GC
Redenen voor verdere verwijzing/analyse (alarmsymptomen) % Hematurie % Pijn % Recidiverende UWI s % Graad 3 of symptomatische prolaps % Eerdere radiotherapie op het bekken % Eerdere chirurgie voor UI % Palpabele massa in het kleine bekken % Verdenking op een fistel
Bespreek behandelopties
Stressincontinentie
Gemengde incontinentie
Urgeincontinentie
Advies m.b.t. stoelgang, medicatie, comorbiditeit en vochtintake Adviseer om af te vallen (indien overgewicht) Overweeg op de klok plassen (cognitieve toestand patiënt moet toereikend zijn) Bied indien nodig opvangmateriaal aan Overweeg te adviseren de cafeïne-intake te minderen Overweeg topische oestrogenen bij post-menopauzale vrouwen Bied desmopressine aan voor kortdurende symptoomverlichting Intensieve gesuperviseerde BFT +/- Biofeedback GA +/- Blaastraining GB
GC GA GC GB GB GA GB
Blaastraining GB
Antimuscarinica GA Overweeg PTNS GB Indien conservatieve therapie faalt, zie algoritme Chirurgische behandeling bij de vrouw
SAMENVATTINGSKAART URINE-INCONTINENTIE TWEEDE- EN DERDELIJNSZORG — 19
ALGORITME DIAGNOSTIEK EN CONSERVATIEVE BEHANDELING BIJ DE MAN Man met urine-incontinentie Initiële diagnostiek % Anamnese GA % Lichamelijk onderzoek GA % Vragenlijst (optioneel) GB % Mictiedagboek GA % Urineonderzoek GA % Post-mictie residu (bij bemoeilijkte mictie) GB % Pad test als men de hoeveelheid urineverlies wil objectiveren GC
Redenen voor verdere verwijzing/analyse (alarmsymptomen)
% % % % % % %
Hematurie Pijn Recidiverende UWI s Eerdere radiotherapie op het bekken Verdacht rectaal toucher Palpabele massa in het kleine bekken Symptomen en bevindingen passende bij een bemoeilijkte mictie
Bespreek behandelopties
Stressincontinentie
Gemengde incontinentie
Urgeincontinentie
Advies m.b.t. stoelgang, medicatie, comorbiditeit en vochtintake Adviseer om af te vallen (indien overgewicht) Overweeg op de klok plassen (cognitieve toestand patiënt moet toereikend zijn) Bied indien nodig opvangmateriaal aan Overweeg te adviseren de cafeïne-intake te minderen Bied desmopressine aan voor kortdurende symptoomverlichting
Geef de patiënt informatie (mee) over BFT GB
GC GA GC GB GB GB
Blaastraining GB
Antimuscarinica GA
Indien conservatieve therapie faalt, zie algoritme Chirurgische behandeling bij de man
20 — SAMENVATTINGSKAART URINE-INCONTINENTIE TWEEDE- EN DERDELIJNSZORG
ALGORITME CHIRURGISCHE BEHANDELING BIJ DE VROUW Chirurgische behandeling van de vrouw met urine-incontinentie Gefaalde conservatieve/medicamenteuze therapie
Stressincontinentie
Gemengde incontinentie Stress predominant
Bied een MUS aan Overweeg peri-urethrale injecties voor tijdelijke symptoomverlichting GA
Eventuele alternatieven: Burch colposuspensie of fasciesling GA
Urge-incontinentie Urge predominant
Bied botulinetoxine A of SNS aan GA
Bespreek mogelijkheid van blaasaugmentatie of deviatie GA
Falen
Nieuwe evaluatie van de patiënt en overweeg tweedelijns chirurgie – volg algoritme vanaf nieuw uitgangspunt GA
SAMENVATTINGSKAART URINE-INCONTINENTIE TWEEDE- EN DERDELIJNSZORG — 21
ALGORITME CHIRURGISCHE BEHANDELING VOOR DE MAN
Chirurgische behandeling van de man met urine-incontinentie Gefaalde conservatieve/medicamenteuze therapie
Doe een UDO, een UCS en overweeg beeldvorming van de lagere urinewegen (excludeer eventuele blaasuitgangsobstructie)
Stressincontinentie
Gemengde incontinentie Stress predominant
Overweeg óf peri-urethrale injecties voor tijdelijke symptoomverlichting, óf minimaal invasieve compressieve hulpmiddelen GC Overweeg niet-verstelbare (fixed) slings bij mannen met PPI GC
Urge-incontinentie Urge predominant
Bied botulinetoxine A of SNS aan GC
Bespreek mogelijkheid van blaasaugmentatie of deviatie GA
Bied een sfincterprothese aan bij mannen met persisterende, matige tot ernstige PPI GC
22 — SAMENVATTINGSKAART URINE-INCONTINENTIE TWEEDE- EN DERDELIJNSZORG
SAMENSTELLING WERKGROEP Prof. Dr. Ruud Bosch (voorzitter) uroloog, Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht Dr. Michael van Balken uroloog, Rijnstate Ziekenhuis, Arnhem Dr. John Heesakkers uroloog, Universitair Medisch Centrum St. Radboud, Nijmegen Dr. Evert Koldewijn uroloog, Catharina Ziekenhuis, Eindhoven Dr. Laetitia de Kort, uroloog, Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht Dr. Viviane Dietz gynaecoloog, Catharina Ziekenhuis, Eindhoven Prof. Dr. Huub van der Vaart gynaecoloog, Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht Dr. Paul van Houten (adviseur) specialist ouderengeneeskunde; Zonnehuisgroep Amstelland, Amstelveen Drs. Paul Veenboer (facilitator) arts-onderzoeker, afdeling urologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht Rinie Lammers MSc kwaliteitsfunctionaris Nederlandse Vereniging van Urologie
De volledige richtlijn is te downloaden via: www.nvu.nl of www.kwaliteitskoepel.nl Contactgegevens Nederlandse Vereniging voor Urologie Bureau NVU Postbus 20078 3502 LB UTRECHT Telefoon: (030) 2823218
[email protected]
Met dank aan: Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS)